Thema 1. Wat is biologie: Basisstof 7: Gedaanteverwisseling (opdracht 17, 19, 20) Opdracht 17 Beantwoord de volgende vragen. 1. Wat verandert er aan een dier bij de gedaanteverwisseling? 2. Noem een ander woord voor gedaanteverwisseling? 3. Hoe worden jonge dieren voor de metamorfose genoemd? 4. Noem twee diergroepen waarbij metamorfose voorkomt? 5. Hoe word de larve van een vlinder genoemd? Opdracht 19 Vul het schema in. Gebruik daarbij: - Bij 1.: in het water – in het water of op het land. Bij 2: met longen en huid – kieuwen en de huid. Bij 3: insecten – algen Bij 4: met de staart – met de achterpoten. 1. In wat voor milieu leeft het dier? 2. Waarmee haalt het dier adem? 3. Wat voor voedsel eet het dier? 4. Waarmee beweegt het dier zich voort? Opdracht 20 Beantwoord de volgende vragen. 1. Wat is kikkerdril? 2. Al voor de metamorfose veranderen de kieuwen van een kikkervisje. Welke verandering treedt dan op? 3. Welke poten ontwikkelen zich het eerst bij een kikkervisje, de voorpoten of de achterpoten? 4. Waardoor komt het dat een kikkervisje van 8 a 9 weken langer is dan een kikkertje van 12 a 13 weken? 5. Noem twee functies van de staart van een kikkervisje.