HOOFDSTUK 3 – WELVAART, CRISIS EN OORLOG (1918-1945) Intropagina's (pagina 34-35) 1 Waarover ging het lied ‘Brother can you spare me a dime?’ Dat lied ging over het gevoel van miljoenen Amerikanen die jarenlang hadden meegewerkt aan de bouw van het moderne Amerika, maar nu werkloos waren en in bittere armoede moesten leven. 2 Waarom vonden patriottische Amerikanen het lied on-Amerikaans? Omdat dit lied niet optimistisch was met de boodschap dat als je de schouders eronder zette alles wel goed zou komen, zoals andere Amerikaanse liedjes; dit lied was eerlijk en realistisch, over de ellende van het hier en nu. 3 Gebruik de kaart (afbeelding 3.2). Welke drie staten hadden in 1940 de meeste vertegenwoordigers het Huis van Afgevaardigden? New York (47), Pennsylvania (36), Illinois (29). 4 Gebruik de tijdbalk (afbeelding 3.1). Welke twee perioden kun je onderscheiden in de buitenlandse politiek van de VS? Een periode van Open Door Policy, met actieve bemoeienis met het buitenland; en een periode van Good Neighbour Policy, waarin van interventies werd afgezien. Oriëntatiekennis (pagina 36-37) 1 Waarom dacht de Franse maarschalk Foch dat de Vrede van Versailles ‘geen vrede, maar een wapenstilstand voor 20 jaar’ was? De Duitsers voelden zich door de strafmaatregelen uit het vredesverdrag diep vernederd en zouden vroeg of laat wraak willen, terwijl de maatregelen niet zwaar genoeg waren om Duitsland uit te schakelen. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 1 2 Welke totalitaire ideologieën kwamen in de jaren 1917-1933 aan de macht? In Rusland grepen in 1917 communisten de macht. In Italië grepen in 1922 fascisten de macht. In Duitsland veroverden in 1933 de nationaalsocialisten onder leiding van Hitler de alleenheerschappij. 3 Wat wordt bedoeld met de ‘gay twenties’? De (kortstondige) opbloei van de Europese (en trouwens ook Amerikaanse) economieën; voor het eerst na de Eerste Wereldoorlog ontstond weer welvaart en optimisme. 4 Welke rol speelde de economische crisis in de opkomst van de NSDAP en Hitler? Door de economische crisis raakten in Duitsland miljoenen mensen werkloos en daarmee zonder inkomsten. Veel Duitsers hoopten dat de NSDAP en Hitler hen weer toekomst zou bieden. (Ze verloren hun vertrouwen in de democratie, die de economische problemen niet wist op te lossen, en hoopten op een krachtige leider die alles anders zou aanpakken.) 5 Hoe en wanneer raakten de VS betrokken bij de Tweede Wereldoorlog? De VS werden in december 1941 aangevallen door Japan; in diezelfde maand verklaarde Hitler de oorlog aan de VS. Vanaf dat moment zouden de VS aan geallieerde kant meevechten. 3.1 Welvaart in de jaren 1920 (pagina 38-39) Red Scare 1 Wat wordt bedoeld met de ‘Red Scare’? De angst voor communisme en socialisme in de Verenigde Staten, aangewakkerd door de Russische revolutie en de oprichting van de Communistische Internationale, en ook door de oprichting van twee communistische partijen in de VS zelf. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 2 2 Waaruit bleek dat onder Amerikaanse arbeiders onvrede en onrust heerste in 1919 en 1920? De aanhang van communistische en socialistische partijtjes groeide, en miljoenen arbeiders deden mee aan stakingen, waarbij soms geweld gebruikt werd. 3 Hoe reageerde de Amerikaanse overheid op deze spanningen? De overheid trad hard op: duizenden mensen werden opgepakt en soms zonder proces maanden vastgehouden. Honderden immigranten werden verbannen naar Rusland. Economische groei 4 Welke ontwikkeling maakte de Amerikaanse industrie door in de jaren 1920? De industriële productie verdubbelde, en vooral nieuwe industrietakken als de elektrotechnische en de auto-industrie groeiden snel. De industrie ging massaal over van stoomkracht naar stroom. 5 Leg uit hoe elektriciteit en automobiliteit bijdroegen aan andere economische ontwikkelingen. Doordat er stroom in huis was, ontstond een groot aanbod aan nieuwe, elektrische huishoudelijke apparaten, zoals ijskasten, stofzuigers, wasmachines, waterkokers en broodroosters. Ook de opkomst van radio en film werd zo mogelijk gemaakt. De opmars van de auto leidde tot de bouw van wegen, en de komst van wegen maakte het mogelijk om in buitenwijken (suburbs) te wonen, verder van het werk verwijderd. De opmars van de auto leidde dus tot een enorme bouwgolf. 6 Wat wordt bedoeld met rationalisatie? Het zo efficiënt mogelijk organiseren van werk. Kenmerkend voor rationalisatie is bijvoorbeeld specialisatie en het opdelen van productie in deelhandelingen om tijdwinst te boeken. 7 Leg uit of er in de industrie veel concurrentie was. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 3 In de eerste jaren was de concurrentie moordend; uiteindelijk bleven in de meeste industrietakken maar een paar grote bedrijven over. (Tussen die bedrijven was de concurrentie minder heftig; het kwam zelfs voor dat die grote bedrijven prijsafspraken maakten en zo de concurrentie beperkten.) New Capitalism 8 Leg uit welke factoren de massaconsumptie bevorderden. Door de efficiënte manier van produceren werden veel producten goedkoper, terwijl tegelijk de lonen stegen en de arbeidstijden werden beperkt. Er was dus meer inkomen en meer tijd over om te consumeren. Reclame wakkerde het koopgedrag verder aan, en mondde zelfs uit in het stimuleren van het lenen van geld om te kunnen consumeren. Omdat de toekomst rooskleurig leek, vonden de meeste Amerikanen dat lenen geen probleem. 9 Wat wordt bedoeld met ‘New Capitalism’? Een economisch systeem waarin overheid en ondernemers samenwerken aan een voortdurende groei van de welvaart, met hoge lonen, korte werktijden en goede arbeidsomstandigheden, waarmee conflicten tussen werkgevers en werknemers verleden tijd waren. 10 Waaruit bleek dat in de jaren 1920 de ‘Progressive Era’ (het progressieve tijdperk) voorbij was? In de jaren 1920 kozen de Amerikanen driemaal achtereen een conservatieve Republikein tot president, mannen die (in tegenstelling tot de progressieve presidenten) een blind vertrouwen hadden in het marktmechanisme en in grote bedrijven. Zelfs de Democratische tegenstanders van deze presidenten geloofden in de vrije markt als oplossing voor vrijwel alle problemen. 3.2 De crisis van de jaren dertig (pagina 40-41) © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 4 De economie stort in 1 Wat hield de Beurskrach van 1929 in? Doordat handelaren op de beurs in paniek aandelen begonnen te verkopen, stortte de aandelenhandel volledig in; aandelen verloren op zwarte donderdag zelf, maar ook in de dagen en maanden erna, een groot deel van hun waarde. 2 Wat wordt bedoeld met de ‘Grote Depressie’? De langdurige crisis in de Amerikaanse economie (ook wel recessie genoemd: teruggang, of krimp van de economie), waarin banken, boeren en fabrieken in grote aantallen failliet gingen en miljoenen mensen hun spaargeld, hun werk en hun huis kwijtraakten. Oorzaken van de Grote Depressie 3 Welke twee structurele zwakheden van de Amerikaanse economie worden genoemd? (1) Overproductie: er werd meer geproduceerd dan de Amerikanen konden kopen. Om toch van de welvaart te genieten, gingen veel Amerikanen geld lenen. (En als je schulden hebt op het moment dat een crisis uitbreekt, zijn de gevolgen uiteraard veel ernstiger.) (2) Een aantal sectoren van de economie draaide al jarenlang slecht, vooral de textielindustrie, de spoorwegen, de mijnbouw en de landbouw – de landbouw vooral doordat na de Eerste Wereldoorlog de Europese landbouw zich herstelde en er veel te veel producten op de markt kwamen en de prijzen kelderden. 4 Leg uit hoe het economische beleid van president Hoover de economische problemen groter maakte. Hij wachtte (te) lang met het helpen van banken en bedrijven die het moeilijk hadden, bijvoorbeeld met een geldlening of met belastingverlaging. Daardoor gingen meer banken en bedrijven failliet dan nodig was. Ook weigerde Hoover werklozen te helpen. Dat miljoenen werklozen niets meer konden kopen, bracht de economie nog meer schade toe (want winkels en bedrijven verkochten nu veel minder). © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 5 Roosevelt's New Deal 5 Wat hield de New Deal van president Roosevelt in? Actief ingrijpen van de overheid in de economie met wetgeving die de economie op gang moest helpen. De overheid bestelde grote publieke werken (bruggen, wegen, vliegvelden, dammen), kocht landbouwoverschotten op (zodat de absurd lage prijzen weer iets zouden stijgen), en steunde werklozen door ze een kleine uitkering te geven. 6 Welk verzet kwam er vanuit het zakenleven en het Hooggerechtshof tegen de New Deal? Zakenlieden verzetten zich tegen een wet die de positie van de vakbonden verbeterde (en tegen de hoge belastingen die van de rijkeren gevraagd werden). Het Hooggerechtshof verbood belangrijke wetten van de New Deal, omdat die volgens het hof de federale overheid te veel macht zouden geven. 7 Wat wordt bedoeld met ‘de tweede New Deal’? Nieuwe wetten van de federale overheid, gericht op hervormingen in de economie, zoals versterking van de positie van de vakbonden en de verplichting van bedrijven en werknemers om geld te reserveren voor pensioenen en werkloosheidsuitkeringen. Ook ging de belasting voor de hoogste inkomens omhoog. 8 Was de tweede New Deal een succes? Politiek gezien wel, want Roosevelt won in 1936 de verkiezingen met een recordaantal stemmen, maar economisch gezien niet, doordat Republikeinen en conservatieve Democraten de uitbouw van de New Deal met nieuwe wetten tegenhielden. Ook het Hooggerechtshof werkte tegen, en met succes. In 1937 kwam de economie daardoor in een nieuwe recessie. De Tweede Wereldoorlog 9 Leg uit hoe de Tweede Wereldoorlog tot een krachtig economisch herstel leidde. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 6 Doordat de VS aan de oorlog gingen meedoen, ontstond een grote vraag naar wapens, munitie, kleding, voertuigen, enzovoort. De Amerikaanse productie verdubbelde. Doordat tegelijk miljoenen mannen in het leger gingen, ontstond een tekort aan arbeidskrachten. Daardoor gingen meer vrouwen werken en wisten vakbonden betere arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Daardoor nam de welvaart toe. 3.3 De moeizame strijd tegen rassendiscriminatie (pagina 42-43) Groeiend zwart zelfvertrouwen 1 Hoe was de positie van zwarten in het Noorden van de VS vóór de Eerste Wereldoorlog? Slecht: ze kregen de slechtst betaalde baantjes, werden het eerst ontslagen en leefden (net als in het Zuiden) afgescheiden van de blanke bevolking; in de steden waren zwarte ghetto’s. 2 Leg uit hoe de Eerste Wereldoorlog het zelfvertrouwen van de zwarte bevolking bevorderde. Veel zwarten werkten in de oorlogsindustrie en honderdduizenden dienden in het leger. Daarmee leverden ze een serieuze bijdrage aan de Eerste Wereldoorlog; hun trots en zelfvertrouwen namen toe, discriminatie werd minder als vanzelfsprekend geaccepteerd. 3 Waardoor braken in 1919 rassenrellen uit? Blanke arbeiders in het Noorden zagen de zwarten als indringers, die door hun bazen gebruikt werden om de lonen laag te houden; vakbonden steunden hen en probeerden zwarten te weren. Maar veel zwarten in het Noorden lieten zich niet zomaar vernederen en verzetten zich, wat uitmondde in rassenrellen. 4 Hoe verging het de zwarten in het Noorden van de VS in de jaren 1920? De achterstelling duurde voort. De belangenvereniging van de zwarten, de NAACP, groeide en er ontstonden nieuwe organisaties, maar deze boekten weinig succes; de © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 7 overheid trad hard op tegen protestacties en ook rechters kozen meestal partij tegen zwarten. De zwarten en de New Deal 5 Welke verlichting bracht de New Deal voor een deel van de zwarte bevolking en hoe ‘beloonde’ zij dat? Eén op de drie zwarten kreeg steun en meer dan een miljoen zwarten vonden werk bij overheidsprojecten. Het gevolg was dat veel zwarte kiezers niet langer op de Republikeinen stemden, maar op de Democraten (de partij van Roosevelt en van de New Deal). 6 Waarom schoten veel zwarten niet veel op met de New Deal? Veel zwarte boeren kregen geen geld voor hun overschotten van de boerenorganisaties die de wetten van de New Deal moesten uitvoeren. Zwarten werden ook van hun land verdreven, om zo de overproductie terug te dringen. En zwarte werklozen kregen lagere uitkeringen dan blanke werklozen, omdat ze anders meer zouden krijgen dan zwarte arbeiders (!). Roosevelt durfde niet tegen deze praktijken op te treden; hij was bang daarmee blanke kiezers te verliezen. 7 Leg uit wat de rechtszaak tegen de zwarte tieners in Alabama duidelijk maakt over de positie van de zwarte bevolking in het Zuiden van de VS. De rechtszaak maakt duidelijk dat zwarten in het Zuiden niet konden rekenen op een eerlijk proces. Zelfs als het Hooggerechtshof opdracht gaf een rechtszaak over te doen, besloot de jury van de plaatselijke rechtbank telkens weer de zwarten te veroordelen, ook als er niet of nauwelijks bewijs was. Zwarten in de Tweede Wereldoorlog 8 Leg uit dat de Tweede Wereldoorlog opnieuw leidde tot grootscheepse migratie door zwarten van het Zuiden naar het Noorden van de VS. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 8 Door de oorlog was er volop werk in de oorlogsindustrie, en die industrie bevond zich in het Noorden. Meer dan een miljoen zwarten trokken op dat werk af. 9 Noem een overeenkomst en een verschil in de reacties op deze migratie. - Overeenkomst: net als in de Eerste Wereldoorlog leidde het tot verzet van de blanke bevolking en tot rassenrellen. In het leger werden zwarten gepest en zaten ze in aparte eenheden. - Verschil: de positie van zwarten verbeterde in deze oorlog wel, want president Roosevelt verbood rassendiscriminatie in het leger en in de oorlogsindustrie, waardoor er banen beschikbaar kwamen die eerder nog uitgesloten waren. 3.4 Jaren van isolationisme (pagina 44-45) De VS en de Volkenbond 1 Noem twee belangrijke punten uit het 14-puntenplan van president Wilson. (1) Zelfbeschikkingsrecht: volken die onafhankelijkheid wilden, hadden recht op een eigen staat. (2) De oprichting van een volkerenorganisatie die de internationale vrede en rechtsorde moest bewaken; bij conflicten moest het oordeel van deze volkenbond de doorslag geven. 2 Welke kritiek kwam vanuit de Amerikaanse senaat op de bepalingen die Wilson over de Volkenbond had geschreven? Sommige (Republikeinse) senatoren wilden dat de VS zich helemaal niet zouden bemoeien met Europa, dus geen lid van de Volkenbond moesten worden; de meeste andere senatoren wilden wel meedoen, maar waren bang dat de VS door andere landen gedwongen konden worden zich in een oorlog te storten; zij wilden dat het Congres daarover het laatste woord zou krijgen. 3 Waarom werden de VS geen lid van de Volkenbond? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 9 De Senaat weigerde het verdrag van Versailles goed te keuren, omdat president Wilson weigerde het Congres het laatste woord te geven over besluiten van oorlog en vrede. Daarmee werd ook het 14-puntenplan verworpen en konden de VS geen lid worden van de Volkenbond. Gematigd isolationisme 4 Hoe reageerde de Amerikaanse bevolking op de plannen van Wilson? Eerst met enthousiasme, maar in 1919 verdween het geloof in zijn idealistische plannen; de meeste Amerikanen vonden dat hun land zich zo min mogelijk met de rest van de wereld moesten bemoeien. 5 Waarom was een volledige terugkeer naar het isolationisme in de jaren 1920 onmogelijk? De VS hadden te grote politieke en economische belangen in de rest van de wereld; ze konden zich niet veroorloven zich daar helemaal niet mee te bemoeien. 6 Leg uit dat de Amerikaanse houding tegenover Japan een voorbeeld was van Open Door Policy. De VS sloten verdragen met Japan (en met Europese landen) over de sterkte van hun oorlogsvloten en over het met rust laten van China; de landen zouden elkaar niet dwarsbomen bij hun pogingen om in China zaken te doen. Daarmee probeerden de VS te voorkomen dat Japan de Chinese markt voor zichzelf hield. Het open houden van een markt en een bepaald gebied (dus: iedereen kan daar handel drijven) wordt Open Door Policy genoemd. 7 Waarom besloten de VS in 1923 de Duitse economie te steunen? De VS hadden in de Eerste Wereldoorlog veel geld uitgeleend aan Frankrijk en Engeland. Deze landen konden dat na de oorlog niet terugbetalen. De VS leenden in 1923 geld uit aan Duitsland, zodat de Duitsers (via herstelbetalingen die ze volgens het hen opgelegde vredesverdrag van Versailles moesten betalen) de Engelsen en Fransen konden betalen, en Engeland en Frankrijk zo hun schulden aan de VS konden terugbetalen. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 10 Latijns-Amerika 8 Waarom zou je de houding van de VS in Latijns-Amerika ‘economisch imperialisme’ kunnen noemen? De VS hadden grote invloed en hielden toezicht op de economische politiek van veel Latijns-Amerikaanse landen, om zo hun eigen investeringen en economische belangen te beschermen. 9 Wat hield de Good Neighbour Policy van Roosevelt in? De Good Neighbour Policy hield in dat de VS niet gewapend zouden ingrijpen en economisch nauwer gingen samenwerken met landen op het westelijk halfrond. 3.5 De VS en de Tweede Wereldoorlog (pagina 46-47) Neutraliteit 1 Wat hielden de neutraliteitswetten van 1935 en 1936 in? Een verbod op het verschepen van wapens naar oorlogvoerende landen en op het lenen van geld aan oorlogvoerende landen. 2 Hoe reageerde de Amerikaanse bevolking op het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog? De meeste Amerikanen hoopten op een overwinning van de geallieerden, maar ze wilden niet dat de VS aan de oorlog gingen deelnemen. Oorlogsdeelname 3 Wat hield de Land Lease Act in? De Land Lease Act was een wet die het mogelijk maakte oorlogsmaterieel uit te lenen aan de geallieerde mogendheden (met name Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie). © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 11 4 Wat hield het Atlantisch Handvest in? Het Atlantisch handvest was een gezamenlijke verklaring van de VS en Groot-Brittannië (Roosevelt en Churchill) waarin onderlinge economische samenwerking, vrije zeeën, ontwapening, zelfbeschikkingsrecht en de oprichting van een nieuwe volkerenorganisatie werden aangekondigd – dingen die na de overwinning op nazi-Duitsland gerealiseerd moesten worden. 5 Hoe raakten de VS uiteindelijk actief betrokken in de oorlog tegen Duitsland en Japan? Japan viel (zonder voorafgaande oorlogsverklaring) de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbour aan; daarop verklaarden de VS de oorlog aan Japan. Drie dagen later verklaarden Duitsland en Italië (bondgenoten van Japan) de oorlog aan de VS, die daarmee voortaan actief aan de kant van de geallieerden zouden meevechten. Plannen voor na de oorlog 6 Leg uit waarom geregeld werd dat de leiding van de VN in handen kwam van de geallieerden. President Roosevelt wilde voorkomen dat de VN een krachteloze organisatie werd. Daarom moesten de machtigste landen de leiding nemen; dat waren op dat moment de VS, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en China. (Frankrijk werd op aandringen van GrootBrittannië het vijfde vaste lid van de Veiligheidsraad.) 7 Leg uit wat in Jalta werd afgesproken over de Oost-Europese landen die door de Sovjet-Unie bezet werden gehouden. Die landen zouden tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie gaan behoren; de SovjetUnie had dus het recht om deze landen haar wil op te leggen. 8 Welke afspraak maakten de ‘Grote Drie’ in Jalta over Duitsland? Duitsland werd verdeeld in vier bezettingszones, voor de VS, de Sovjet-Unie, GrootBrittannië en Frankrijk. Over hoe het na die bezetting verder zou moeten, wisten ze het niet eens te worden. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 12 © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 13