Werkstuk Maartje Eekman over: 20 december 2001 Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................. 2 1. Inleiding ................................................................................................................................. 3 2. De geschiedenis van vuurtorens .................................................................................................. 3 2.1De eerste vuren ................................................................................................................... 3 2.2 De romeinse tijd ................................................................................................................. 3 2.3 De middeleeuwen ................................................................................................................ 5 2.4 Na de middeleeuwen ........................................................................................................... 5 3. Hoe zijn vuurtorens gemaakt....................................................................................................... 5 3.1 Het materiaal waarvan de vuurtoren wordt gemaakt ..................................................................... 6 3.2 Het licht van de vuurtoren .................................................................................................... 6 3.3 Lichtsterkte ........................................................................................................................ 6 3.4 Lenzen en optiek ................................................................................................................ 7 4. Waar staan alle vuurtorens......................................................................................................... 8 5.Vuurtorens en toerisme .............................................................................................................. 12 Register .................................................................................................................................... 13 Nawoord ................................................................................................................................... 13 1. Inleiding Heel lang geleden waren er nog niet zoveel schepen als nu, de meeste schepen waren vissersschepen. Als die genoeg vis hadden gevangen gingen ze terug naar het land. Ze herkende van verre aan de hoge duinen, kerktorens, molens of huisje op de duinen waar ze naar toe moesten. Maar bij slecht weer of in het donker konden ze dat niet zien. Om te zorgen dat de vissers de weg bij slecht weer of in het donker toch konden vinden werd er op de duinen een vuur gemaakt. Maar als het dan regende ging het vuur uit. Dus bouwden ze een stenen toren, met er op een mogelijkheid om een vuur te maken zonder dat het uit kon waaien of uit kon regenen. Zo ontstonden de eerste vuurtoren-achtige bouwsels. Deze eerste bouwsels heette vuurbaak. Veel later werd het vuur vervangen door een lantaarn Ook lampen die werkten op olie zijn gebruikt en later gebruikt. En nu kennen we de elektrische lampen. Op vakantie ik vaak vuurtorens gezien bijvoorbeeld in Vlissingen en met een kaars. zijn gaslampen in Zeeland heb Haamstede. In dit werk stuk zal jullie gaan vertellen over de ontwikkeling van de vuurtoren. De geschiedenis, hoe de vuurtorens worden gemaakt, de plaatsen waar vuurtorens staan en het toerisme komen allemaal aan bod. 2. De geschiedenis van vuurtorens 2.1De eerste vuren Het was moeilijk om op zee te bepalen hoe je weer terug naar een haven moest. Door de wind en de stroming in de zee maar ook om dat het moeilijk is om te bepalen waar je bent. Toen we konden tekenen en schrijven gingen we boeken en kaarten maken om te beschrijven hoe de kust er vanaf zee uitzag. In die boeken werd getekend en verteld hoe de kust te herkennen was overdag. ’s Nachts voeren we op de sterren. De eerste vuren langs de kust ontstonden waarschijnlijk toen de Phoeniciërs en Egyptenaren handel gingen drijven met behulp van schepen. Het vuur brandde door middel van hout en kaarsen. De oudste torenstond op een eiland voor Alexandrië. Deze toren is gebouwd in 285 v Chr. in opdracht van de koning. De toren was zo'n 120 tot 140 meter hoog. Het vuur brandde op hout en met een speciaal systeem van spiegels werd het licht naar zee gericht. Overdag was er een rookpluim zichtbaar op zee om de weg te vinden. 2.2 De romeinse tijd Om grote en belangrijke havens aan te geven bouwden de Romeinen vuurbakens, hoge stenen torens waar een vuur op werd gebrand. Een bekende vuurbaak van de Romeinen was de toren van Ostia. Maar ook in Frankrijk en Engeland zijn door de Romeinen bakens gebouwd. Ook in Dover is een toren gebouwd, deze bestaat nog steeds maar werkt niet meer. In Spanje staat bij La Coruna een Romeinse vuurtoren, die doet het steeds en dat is dus de oudst nog bestaande vuurtoren ter wereld. 2.3 De middeleeuwen In Nederland is bij Den Briel in 1280 begonnen met de bouw van twee vuurbakens. Deze worden gebruikt voor het vinden van de ingang van de Maas. Het ging alleen maar om op te vallen overdag en dus was het niet echt een vuurtoren voor in de nacht. In 1370 werd in Westkapelle een vuurbaak gebouwd, maar deze stortte in het jaar 1398 in de zee. In Zierikzee werd er ook een toren gebouwd die alleen overdag herkenbaar was op zee. 2.4 Na de middeleeuwen Veel torens werden opgericht in Nederland in de gouden eeuw. Onder andere in Scheveningen (1531), Terschelling (1594), Katwijk (1605), Egmond (1618) en Petten (1641) werden torens gebouwd voor de scheepvaart. De meeste van deze bakens waren er voor de vissers en het vuur brandde dus alleen als de vissers op zee waren. Meestal werd voor het maken van de toren betaald door de mensen die hem erg nodig hadden. De oude Brandaris is op Terschelling gemaakt. De toren was er eigenlijk voor de vissers van Kampen. Die hebben voor het maken van de toren betaald. In 1630 waren de bakens in Den Briel vervangen door vuurbaken waarvan er één nu nog staat. Samen met de torens van Terschelling en De Ven zijn dit de oudste torens die in Nederland nog bestaan. Veel van de torens die nu nog bestaan zijn gebouwd tussen 1825 en 1890. De vuurtoren die het laatst in Nederland gebouwd is, is de voortoren op de Maasvlakte. Het is ook de hoogste toren in Nederland. 3. Hoe zijn vuurtorens gemaakt Vuurtorens zijn gebouwen aan de kust, ze hebben vaak opvallende kleuren zoals: rood, blauw en wit. Ze zijn hoog en smal, waardoor ze ook in de verte te zien zijn. Hoe een vuurtoren er van buiten uitziet, weten we allemaal wel, maar hoe hij er van binnen uitziet weet niet iedereen. Hiernaast zie je een voorbeeld van een verplaatste vuurtoren in Amerika. Je kan zien hoe een vuurtoren er van binnen uit kan zien. ( plaatje uit de National Geographic) Een vuurtoren is meestal hoog, ongeveer net zo hoog als een hoge flat. In een flat is meestal een lift, maar in een vuurtoren niet, daar moet je omhoog met een wenteltrap. Op een wenteltrap loop je in rondjes omhoog. Zo'n wenteltrap heeft soms wel 200 treden. Daar past de gewone trap wel 15 keer in. Als je de wenteltrap helemaal bent opgelopen, kom je in het kamertje van de vuurtorenwachter. In dat kamertje heb je uitzicht over de zee. Als je dan nog een trapje oploopt, kom je in het lampenhuis. Daar ben je helemaal in het topje van de vuurtoren. 3.1 Het materiaal waarvan de vuurtoren wordt gemaakt Voor de bouw van de toren zelf kunnen veel verschillende materialen worden gebruikt. In Nederland bestaan de meeste torens uit gietijzer, maar dit werd pas gebruikt na ongeveer 1850. Voordat gietijzer werd gebruikt, werd meestal bak- en natuursteen gebruikt. Nog langer geleden werden de torens of bouwsels gemaakt van hout. Nu worden vuurtorens gemaakt van beton of kunststoffen. 3.2 Het licht van de vuurtoren Zonder lichtkarakters en lichtkleuren zouden de vuurtorens 's nachts niet uit elkaar te houden zijn. Eerst was het een vast vuur of een vaste kaars of lamp, in de 18e eeuw vond iemand draailicht uit. Toen was het mogelijk om de vuurtorens allemaal anders te laten stralen. Elke vuurtoren heeft dan zijn eigen lichtkarakter. Dat is eigenlijk een patroon in het licht door het draaien en soms ook door de kleur van het licht. Er zijn in Nederland wel vuurtorens met hetzelfde lichtkarakter, maar deze zijn nooit tegelijk vanaf één plek te zien. Er zijn verschillende soorten lichtkarakters, bijvoorbeeld: Vast licht Onderbroken licht Groeponderbroken licht Schitterlicht Een aantal vuurtorens zijn voorzien van verschillende kleuren licht. Dit kan door gekleurd glas of plexiglas om de lamp te zetten. Een licht met verschillende kleuren heet een sectorlicht. Lichtkleuren geven aan waar het voor een boot veilig is om te varen. Bijvoorbeeld geven rode en groene sectoren aan naar welke kant een schip moet sturen om in veilig water te komen. 3.3 Lichtsterkte Het licht van de vuurtoren komt van een lamp. Om ver over zee te schijnen heb je een sterke lamp nodig. Hoe sterk een lamp is en hoe ver die schijnt is moeilijk uit te leggen. In het onderstaande stuk tekst dat ik van de Internetsite “Vuurtorens in Nederland” heb gehaald wordt uitgelegd hoe wordt gemeten hoe sterk het licht is. Kaars Vroeger werd de lichtsterkte uitgedrukt in kaars. Een kaars is een mooie stabiele lichtbron die altijd ongeveer dezelfde hoeveelheid licht uitzend. In 1933 werd de kaars officieel vastgesteld: Eén kaars is de lichtuitstraling loodrecht op een blok platina van 1 / 600 000 m² bij 1772 °C. Deze specifieke temperatuur is het smeltpunt van platina. Candela In 1948 verandere men de term kaars in candela met afkorting cd. Het meten van deze definitie kaars was echter een lastige methode, zodat men naar een nieuwe en eenvoudiger te meten definitie van de lichtsterkte ging zoeken. Deze werd gevonden en in 1979 werd de definitie opnieuw officieel vastgesteld: Eén candela is de lichtsterkte in een bepaalde richting van een bron die monochromatische straling uitzendt van 540 TeraHerz, met een stralingssterkte van 1 / 683 Watt / Steradiaal. Een Steradiaal is een ruimtehoek. Vuistregel De definitie van een candela is allerminst simpel of makkelijk te onthouden. Toch is hij eenvoudiger te meten dan de oude methode. Een mooie vuistregel is de volgende: Eén candela is de lichtsterkte van een fietslampje zonder reflector Deze laatste vuistregel is tenminste voor iedereen te begrijpen. Sommige vuurtorens hebben een lichtsterkte van wel 4 of 5 miljoen candela. 3.4 Lenzen en optiek Een ander belangrijk ding voor een vuurtoren is de lens of het optiek van de vuurtoren. Die wordt gebruikt om het licht van de lamp te versterken. Je kunt het beste vergelijken met een vergrootglas. Hier zie je een voorbeeld van een lens of optiek. Het is een stuk glas dat zo gemaakt is met hoeken en bepaalde vormen dat als het licht er doorheen schijnt het licht nog veel verder te zien is. Dit komt omdat al het licht in een goede straal wordt verstuurd en niet zo maar alle kanten op schijnt. Dat kan je op het plaatje hiernaast zien. De manier waarop het glas gemaakt is kan je ook vergelijken met de koplampen in een auto. De man die dit uitgevonden heeft heet Fresnel. Bij vuurtorens met een schitterlicht draait de lens of het optiek rond de lamp. Het optiek is zo gemaakt, dat het licht wel wordt versterkt of minder wordt versterkt. Tijdens het draaien van het optiek wisselen de versterkte en minder versterkte delen elkaar af. Dit veroorzaakt de bekende vuurtorenschittering. 4. Waar staan alle vuurtorens Dit is een plaatje van alle vuurtorens in nederland en belgie. Niet alle vuurtorens zijn in gebruik. In Nederland staan 16 vuurtorens , er zijn er wel meer , maar dat zijn uitkijktorens. In dit hoofdstuk zal Ik iets vertellen over de 16 vuurtorens van Nederland (het plaatje hierboven klopt niet met de tekst hieronder, het is mijn eigen volgorde). 1. Schiermonnikoog Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 44 meter 1854 groep-schitterlicht, 4 schitteringen per 20 seconden. 2.500.000 cd 28 zm 2. Ameland Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 58 meter Bornrif 1880 groep-schitterlicht, 3 schitteringen per 15 seconden. 4.400.000 cd 30 zm 3. Terschelling Benaming: Brandaris Bouw/jaar: 1593 Lichtkarakter: 3 schitterlicht om de 5 seconden. Lichtsterkte: 3.500.000 cd Zichtbaarheid: 29 zm Hoogte: 55.5 meter 4. Vlieland Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 54 meter Vuurduin 1876 iso phase lichtkarakter 4 seconden 3.500.000 cd 20 zm 5. Texel Benaming: Eierland Bouw/jaar: 1863 Lichtkarakter: schitterlicht, 2 schitteringen per 10 seconden Lichtsterkte: 2.850.000 cd Zichtbaarheid: 29 zm Hoogte: 53,2 meter 6. Den Helder Kijkduin Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 57 meter Lange Jaap 1877 groepschitterlicht, 4 schitteringen per 20 seconden 2.500.000 cd 30 zm 7. Egmond Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 37 meter Van Speyk monument 1833 isophase lichtkarakter per 10 seconden 45.000 cd 8. IJmuiden Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 49 meter 1878 schittterlicht per 5 seonden 3.500.000 cd 29 zm 9. IJmuiden Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 31 meter 1878 vast licht 23.000 cd 16 zm 10. Noordwijk Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 33 meter 1921 groepschitterlicht, 3 schitteringen per 20 seconden 38.000 cd 18 zm 11. Scheveningen Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 49 meter 1875 groep-schitterlicht, 2 schitteringen per 10 seconden 800.000 cd 29 zm 12. Maasvlakte Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 65 meter 1974 schitterlicht, 5 schitteringen per 20 seconden 2.500.000 cd 28 zm 13. Ouddorp Benaming: Bouw/jaar: Westhoofd 1947 Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: groep-schittering, 3 schitteringen per 15 seconden 5.200.000 cd 30 zm Hoogte: 56 meter 14. Haamstede Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 58 meter Wester-schouwen 1837 schitterlicht (2+1) om de 15 seconden 5.200.000 cd 30 zm 15. Westkapelle Benaming: Bouw/jaar: 1470 Lichtkarakter: schitterlicht om de 3 seconden Lichtsterkte: 2.600.000 cd Zichtbaarheid: 28 zm Hoogte: 49,6 meter 16. Westkapelle Benaming: Bouw/jaar: Lichtkarakter: Lichtsterkte: Zichtbaarheid: Hoogte: 20 meter Noorderhoofd 1875 sectorlicht 10 seconden 6 x 1000 cd 6 zm 5.Vuurtorens en toerisme Je kunt sommige vuurtorens ook bezichtigen. Je krijgt dan een rondleiding door de vuurtoren, En er word van alles over de vuurtoren verteld. Hier zie je alle openingstijden van de vuurtorens; 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. schiermonnikoog Ameland 23.00. Terschelling Vlieland Texel Denhelder Egmond Ijmuiden Noordwijk Scheveningen Maasvlakte Ouddorp Haamstede Westkapelle ; geen. ; zomers; 10.00- 16.30/ 22.00-23.00. ; geen ; vanaf 2 juli ,10.00-12.00/ 15.00-17.00. ; geen. ; geen ;13.00-19.00. ; geen. ; geen. ; geen. ; geen. ; geen. ; geen. ; geen. `s winters; 11.00-16.00/ 22.00- Register Phoeniciërs: een volk dat in het noorden van Afrika leefde Alexandrië: een stad in Egypte Dover: een stad inEngeland Lichtkarakter: een manier van licht geven Lichtkleuren: kleuren licht in een vuurtoren Plexiglas: plastic glas Optiek: een speciale glazen kap om de lamp Nawoord Ik vond het weer leuk om dit werkstuk te maken, omdat ik vuurtorens leuke aparte gebouwen vind. Ik heb er veel van geleerd. Ik veel info van het internet, en natuurlijk ook uit boeken. Hier is nog een boekenlijst ; 1. 2. 3. 4. 5. Vuurtorens, over vierboeten ,lichtwachters en markante bouwwerken. Door; Romke van der Veen. Nederlandse vuurtoren gids . door ; Peter C. Bosman. Junior informatie ; vuurtorens . door ; Frieda van de Boom . Internet ; http://members.tripod.lycos.nl/vuurtorens/ Internet: http://www.radionavigatie.nl/