Werking en gebruik van noodsignalen Info! Noodsignalen behoren tot de inventaris van het schip en zijn tevens onderdeel van de noodinventaris aan boord van het overlevingsvlot. Parachutesignaal (3.05.0015) Een noodsignaal voor lange afstand en is eenvoudig in gebruik. Het projectiel schiet meteen naar een hoogte van 300m, waarna de parachute met rode fakkel uitgeworpen wordt en 40 seconden blijft branden bij een lichtsterkte van 30.000 candela. Handstakellicht rood (3.05.0091) Noodsignaal voor korte afstand en brandt minimaal 60 seconden bij een lichtsterkte van 15.000 candela, zichtbaar tot een afstand van 5 mijl. Handrooksignaal (3.05.0085) Speciaal ontworpen voor gebruik op minder dan 7 mijl van de kust. Dit signaal is volledig waterdicht en geeft 50 seconden lang dikke oranje rook. Drijvend rooksignaal (3.05.0069) Na ontsteking kan het rooksignaal in het water gegooid worden waar het al drijvend zijn locatie zal weergeven. Een dikke oranje rookproductie vergemakkelijkt de locatiebepaling. Brandt minimaal 3 minuten. Handstakellicht wit (3.05.0100) Ontworpen voor gebruik als waar-schuwing tegen aanvaringen of om een klein oppervlak waar wit licht nodig is, te belichten. Het brandt 40 seconden met een lichtsterkte van 10.000 candela. Waarschuwing Met alle noodsignalen moet voorzichtig worden omgegaan. Bij verkeerd gebruik ontstaan levensgevaarlijke situaties. Omdat er een grote verscheidenheid aan types en fabrikanten is, is het raadzaam om altijd eerst de gebruiksaanwijzing te raadplegen. De gebruiksaanwijzing is voorzien van afbeeldingen om problemen te voorkomen. Gebruik de noodsignalen altijd met uw rug naar de wind gekeerd.