Debat BrainGAIN Jan Ypermanziekenhuis 2010-04-26 In het kader van het project ‘Van braindrain naar braingain’ organiseerden op 26 april 2010 VKW West-Vlaanderen, VOKA West-Vlaanderen, UNIZO & RESOC Westhoek een debat tussen ondernemers en lokale politici uit de regio Ieper. Uit cijfers blijkt immers dat vacatures voor hoogopgeleiden in de Westhoek niet altijd even gemakkelijk ingevuld raken. De avond begon met een inleidend woord van Erwin van der Kelen, voorzitter van UNIZO Regio Westhoek. “De Westhoek heeft ambitie” luidde het “maar braindrain is een reëel probleem in de regio”. “Alhoewel er een sterke betrokkenheid van de inwoner heerst met zijn streek verlaten heel wat hoogopgeleiden deze om elders te gaan werken. Daarom hebben de drie werkgeversorganisaties van de Westhoek en RESOC de handen in elkaar geslagen en een project opgestart om dit probleem te counteren.” Dhr. van der Kelen duidde het probleem met enkele cijfers. Hij concludeerde op basis hiervan dat het probleem zich vooral aan de aanbodzijde bevindt. Heel wat ondernemers erkennen het probleem van braindrain terwijl een aantal organisaties zoals het Jan Ypermanziekenhuis minder problemen ervaren bij het aantrekken van hoogopgeleid personeel. Hij onderstreepte dan ook de taak van de Westhoekondernemer om een sterk communicatiebeleid te voeren en assertiever te handelen. Ook bedrijven met vacatures voor hoogopgeleiden lokken naar de streek is een must om de economische ontwikkeling van de Westhoek in de hand te werken. De rol van de overheid is hier meer dan eens belangrijk. Na het inleidend woord stelde de UNIZO-voorzitter de panelleden en moderator Karel Cambien voor. De panelleden waren: - Dhr. Peter Dael, zaakvoerder Dael Screen & Digital Printing - Mevr. Cientia Cornille, directeur HR Jan Ypermanziekenhuis - Dhr. Bert Vermeiren, Group HR Director bij Option Wireless Technologies & voormalig HR L&H - Dhr. Luc Dehaene, burgemeester Stad Ieper Daarna ging de moderator van start met een eerste vraag aan burgemeester Luc Dehaene: “Is braindrain werkelijk de grootste bedreiging voor de Westhoek of is dit overdreven?” De Ieperse burgemeester ging zeker akkoord met deze stelling en vond deze niet overdreven. De Westhoek kampt immers met een imagoprobleem. Hij onderstreepte ook nogmaals het probleem aan de aanbodzijde en stelde ook dat de aanpak van deze thematiek tot nu toe traag en teveel verspreid is gebeurd. Wel groeit het bewustzijn rond het probleem en is er de wil tot verandering. Als reactie op de vraag van de moderator of er hiervoor bij de stad reeds een thinktank of werkgroep bestaat, verwees hij naar de Citymarketing-plannen van de stad. Alhoewel de nadruk op toerisme ligt kan en zal deze problematiek hierbinnen ook aangepakt worden. Concrete acties zijn er wel nog niet aangezien de plannen nog in een embryonale fase zitten. Dit Citymarketing-plan is een Iepers project maar uitbreiding is zeker mogelijk. Jammer alleen van de kerktorenmentaliteit die samenwerking tussen lokale besturen in de Westhoek zeer moeilijk maakt… Na de Ieperse burgemeester kwam Mevr. Cientia Cornille, directeur HR van het Jan Ypermanziekenhuis aan bod. Na een korte duiding van de duale structuur van een ziekenhuis (dokters fungeren als zelfstandigen en de verpleging als werknemers) zei ze dat er op dit moment slechts één vacature voor een verpleegkundige niet ingevuld is. Hoe komt dit? Het Jan Ypermanziekenhuis heeft een goed imago. De samenvoeging met het Poperingse ziekenhuis enkele jaren terug heeft ervoor gezorgd dat er een zeer moderne uitrusting (nieuwbouw, apparatuur,…) is, en daar komen potentiële werknemers ook op af. Ook voert het Ieperse ziekenhuis een uitgebreid stagebeleid met verschillende hogescholen. “Een tevreden stagiair is de rode loper voor toekomstige aanwerving” luidde het. Daarna was het tijd voor het verhaal van Dhr. Peter Dael, zaakvoerder van Dael Screen & Digital Printing. Hij vertelde dat 20 van de 26 onlangs aangestelde nieuwe werknemers uit de Ieperse regio komen. Dit vindt hij zelf belangrijk omdat nabijheid de verbondenheid met het bedrijf en tussen de werknemers onderling bevordert. Dhr. Dael stelde ook dat er in de sector waar hij opereert veel jobs zijn voor freelancers en dat een goed communicatiebeleid gericht op de arbeidsmarkt het recept is voor vlotte aanwerving. Hij gebruikt vooral advertenties en laat de mensen screenen door een selectiekantoor. Door deze aanpak ervaart hij zelf geen grote problemen met het aantrekken van lokale mensen. Toen kwam Dhr. Bert Vermeiren, Group HR Director bij Option Wireless Technologies & voormalig HR L&H aan het woord. In de hoogdagen van Lernout & Hauspie (L&H) had het bedrijf geen problemen met het aantrekken van personeel. Men kwam van over heel het land om te werken voor het spraaktechnologiebedrijf. Het bedrijf was innoverend en uniek. Dit trekt mensen van ver aan. Het was ook de enige werkgever voor het soort jobs die het vacant stelde. Contacten met universiteiten over heel het land zorgden voor een stroom van net afgestudeerden die snel carrière konden maken. Jobs aanbieden aan jonge mensen zonder ervaring zou dan ook nu meer mogen gebeuren. Voor de mensen die van te ver moeten komen (Leuven, Brussel) kan er een oplossing gevonden worden via satellietkantoren. Dhr. Vermeiren concludeerde met het feit dat de streek toen echt fier was op een innoverend en sterk bedrijf als L&H. Een bedrijf van eigen bodem heeft op dit opzicht ook voorsprong op multinationals omdat - zoals Dhr. Peter Dael eerder al stelde – nabijheid, maar ook fierheid de verbondenheid tussen het bedrijf en zijn werknemers bevordert. Mevr. Cornille van het Jan Ypermanziekenhuis benadrukte hierna nogmaals de belangrijkheid van het benaderen van hogescholen. 18 - tot 25 jarigen aanspreken tijdens hun opleiding zorgt voor vlotte invulling van vacatures want een tevreden stagiair komt graag terug. Haar ziekenhuis heeft goede contacten met de hogescholen in Kortrijk, Roeselare en Brugge. Ook dokters worden tijdens hun opleiding al in contact gebracht met het ziekenhuis. Op de vraag van de moderator “Hoe overtuig je een Kortrijkse dokter in opleiding om voor Ieper te kiezen in plaats van Gent?” gaf ze het voorbeeld van een afgestudeerde dokter gynaecologie die op kosten van de doktersassociatie een jaar kan verder studeren om zich te specialiseren. Toen was het tijd om even de oorzaken onder de loep te nemen. Burgemeester Dehaene stelde dat er meer startende ondernemers nodig zijn in de regio. Ieper is een gezonde regio om een bedrijf op te starten, al is dit nog te weinig bekend. Het stabielere ondernemersklimaat en de betrouwbare overheid in West-Vlaanderen vindt hij een troef van de Westhoek tegenover Noord-Frankrijk en Wallonië. Het Permis Unique-systeem lijkt misschien een minder omslachtig systeem maar brengt niet minder werk met zich mee dan zijn Vlaamse tegenhanger. De burgemeester onderstreepte nogmaals het belang van een goed imago en het communiceren van de Westhoektroeven. Dit zijn volgens hem de sleutels tot economische ontwikkeling in deze regio. Volgens Dhr. Bert Vermeiren is een hoofdoorzaak vooral het ontbreken van een grote universiteit in de streek. Dit is echter wel te overbruggen door het op het juiste moment aanspreken van studenten en het verbeteren van de mobiliteit. Hij herhaalde nogmaals dat het een goed idee kan zijn om via satellietkantoren het werk naar de mensen te brengen in plaats van omgekeerd. Ook moet de overheid meer gedecentraliseerd werken naar het voorbeeld van andere provincies. Hij voorspelde vanuit zijn persoonlijke ervaring dat binnen 2 tot 3 jaar er terug een “war for talent” zal uitbreken en men zou er maar beter klaar voor zijn. Dhr. Vermeiren stelde ook dat succes mensen aantrekt. Meer innovatieve bedrijven in de Westhoek zijn dus ook nodig om economische vooruitgang te bevorderen. Het Limburgse voorbeeld van overheidssteun op vlak van infrastructuur en communicatie in verband met innovatie is volgens hem hier een voorbeeld om te volgen. De Limburgse reconversiemaatschappij speelt hier een belangrijke rol. Deze organisatie participeert in ondernemingen en andere entiteiten die bijdragen aan de economische ontwikkeling van en de tewerkstelling in de provincie Limburg, verstrekt als investeringsmaatschappij risicokapitaal aan ondernemingen die een aantoonbare link hebben met Limburg, zorgt voor de ontwikkeling van projecten en bedrijventerreinen en beheert de voormalige mijnzetels en biedt nazorg voor mijnschade en bemaling. Dit alles gebeurt met fondsen die mede-gegenereerd zijn uit het bedrijfsleven. Samenwerking is hier cruciaal en volgens Dhr. Vermeiren dé succesfactor van economische ontwikkeling en het counteren van braindrain in de Westhoek. De moderator richtte richt hierna terug tot Dhr. Peter Dael: “Communiceren ondernemers genoeg over zichzelf? Werken ze genoeg aan het uitdragen van een positief imago in het algemeen en tegenover potentiële werknemers in het bijzonder?” Dhr. Dael vertelde dat hij het belangrijk vindt om algemeen nieuws over zijn onderneming, lanceringen van nieuwe producten, enz. te communiceren via de vakpers en zijn website. De website wordt veel geraadpleegd en is een bron van sociale sollicitaties. Burgemeester Dehaene voegde toe dat wat Peter Dael met zijn bedrijf doet ‘top’ is. Dit is jammer genoeg te weinig gekend in de Ieperse regio. Het sterk gerichte communicatiebeleid dat hij voert is er één die werkt voor rekrutering van lokale werknemers. Luc Dael vervolgde met te stellen dat qua communicatie minder doen, maar gerichter werken volgens hem zeer belangrijk is. Hierna kwam Mevr. Cientia Cornille terug aan het woord. Zij stelde dat de crisis op vlak van rekrutering de crisis eigenlijk positief is. Het aanbod van mensen is groter. Er werd ook gesteld dat de crisis door bepaalde ondernemingen ook als excuus gebruikt wordt om te zuiveren. Anderen kunnen hiervan dan de vruchten nemen. Als laatste punt vroeg de moderator aan de panelleden of headhunten via sociale netwerksites ‘the way to go’ is. Als enige in het panel antwoordde Dhr. Vermeiren positief. Op de vraag of de ‘creatieve’ strategieën met overdadige persoonlijke incentives in de praktijk gebruikt worden antwoordde iedereen dat deze praktijken eerder in de marginaliteit verblijven en deze daar volgens hen ook zullen blijven. Dan was het tijd voor wat extra vragen uit het publiek. Eerst werd er kort gesproken over de kansen in Noord-Frankrijk en binnen de Eurometropool. Burgemeester Dehaene stelde dat het in NoordFrankrijk nog ingewikkelder en trager vooruitgaat dan hier. Dhr. Vermeiren repliceerde dat er in de tijd van L&H veel belangstelling was vanuit Noord-Frankrijk. En dat naast de stroom van laaggeschoolde werknemers uit de grensgebieden ook misschien mogelijkheden zijn voor hooggeschoolden. Hierna werd er een vraag gesteld naar de plannen voor de A19. De Ieperse Burgemeester antwoordde dat de plannen beslist zijn en dat de uitwerking zo vroeg mogelijk dient te starten. Een volgende vraag ging over wat de hogere overheid kan doen om jobs voor hooggeschoolden te creëren. Dhr. Vermeiren stelde dat andere provincies het hier beter doen. Men moet met één duidelijk signaal geven naar de overheid en deze warm maken voor initiatief. Volgens Burgemeester Dehaene is de recente Vlaamse beslissing rond een grote investering naar toerisme een goede zaak omdat dit de attractiviteit van de streek doet stijgen en zo andere sectoren mee kunnen genieten van de gevolgen. Een boost in toerisme zorgt ook voor meer jobs en niet alleen laaggeschoold. De voorlaatste vraag handelde over de stopgezette toenadering tussen het Ieperse Cultureel Centrum en Kinepolis. De vrager vond dit soort samenwerking tussen privé en overheid een zeer mooi idee. De Ieperse Burgemeester beaamde dat dit inderdaad een spijtige zaak is en dat er na dit feit nog andere toenaderingen gebeurd zijn, maar helaas zonder resultaat. Dit omdat de partners een dergelijke samenwerking in Ieper economisch niet rendabel zagen. Op een laatste vraag, inpikkend op de vermelding van de kerktorenmentaliteit in de Westhoek door Burgemeester Dehaene, werd door Dhr. Vermeiren het voorstel van een streekmanager gedaan. Hij kent hier het voorbeeld van Turnhout. Deze streekmanager blijft op de payroll van privé-initiators maar werkt samen met lokale overheden om economische ontwikkeling in de streek te bevorderen. Laatst was er een afsluitend woord door Veerle De Mey. Zij onderstreepte het belang van onmiddellijke actie maar riep op om in te zien dat een dergelijke mentaliteitsverandering niet op korte termijn kan verwezenlijkt worden. Het feit dat mensen de problematiek inzien en willen samenwerken is echter al een grote eerste stap. Hierna stelde ze de nieuwe RESOCprojectmedewerker Dries Verhaeghe voor. Hij werkt samen met de werkgeversorganisaties VOKA, UNIZO en VKW om de nodige mentaliteitsverandering teweeg te brengen bij jongeren en zo de braindrain te counteren.