Klimaatverandering: Oorzaken en gevolgen Factsheet

advertisement
Factsheet Klimaatverandering:
Oorzaken en gevolgen
Klimaatverandering vindt echt
plaats en wel op dit moment
‘Delaying action for a decade, or even just years is not a serious option’
Sir David King (Science, 9 January 2004)
De wetenschap is tot een consensus gekomen dat mensen bezig zijn het
klimaat te veranderen.
Oorzaken van
klimaatverandering
De mensheid heeft vanaf de industriële revolutie de hoogste concentratie
CO 2 in de atmosfeer gebracht sinds 650.000 jaar 1. De huidige concentratie CO 2 in de atmosfeer bedraagt 380 parts per million, dat is 30%
hoger dan eind 19 e eeuw. Sinds het begin van het Industriële Tijdperk
is de gemiddelde temperatuur op aarde met 0,8 °C gestegen 2. Wetenschappers kennen het grootste deel van de temperatuurstijging toe aan
menselijke activiteiten waardoor meer broeikasgassen dan gemiddeld in
de atmosfeer terechtkomen. De belangrijkste oorzaken van de toename
van broeikasgassen zijn: de verbranding van fossiele brandstoffen (kolen,
olie en gas), verandering in landgebruik en ontbossing.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), wereldwijd het
grootste wetenschappelijke instituut dat zich bezighoudt met klimaatverandering, projecteert een gemiddelde temperatuurstijging tussen de
1,4 tot 5,8 °C met zelfs een mogelijke stijging van 11 °C in het jaar 2100.
© WWF-Canon / Alain Compost
Gevolgen van
klimaatverandering
Ontbossing
Bossen zijn een opslagplaats voor koolstof en vormen het grootste deel
van de mondiale absorptiecapaciteit. Ontbossing heeft sinds 1850 voor
45% bijgedragen aan de toename van CO 2 in de atmosfeer. Het huidige
aandeel van ontbossing in de CO 2-emissies bedraagt 20%. Ontbossing
doet zich voornamelijk in de tropen voor. Zeker tweederde van alle
ontbossing zou veroorzaakt worden door het omzetten van bosgrond
in landbouwgrond. In rijke landen neemt sinds een jaar of veertig het
bosareaal toe. Als de mondiaal dalende trend zich voortzet zou het
jaarlijkse verlies aan bos in 2050 de helft zijn van nu 3. De daarmee
verbonden emissie van ontbossing zou dan dalen met meer dan de helft
per jaar.
Als gevolg van temperatuurstijging kunnen we nu al ecologische en
sociale gevolgen van klimaatverandering zien en voelen. We zien
smeltende gletsjers (Himalayas, Alpen en Andes) met gevolgen voor
regionale watervoorraden. De temperatuur van het zeewater stijgt met
gevolgen voor koraalriffen, die daardoor verbleken. Soorten sterven uit of
verplaatsen zich om elders koeler water op te zoeken. In Nederland begint
de bloeiperiode eerder.
1
Ook nemen we steeds vaker extreme weeromstandigheden waar; meer
overstromingen, ernstige droogtes, vaker hittegolven en meer en intensere
stormen en orkanen. Kleine eilandgroepen zoals de Maladiven en Tuvalu
maken evacuatieplannen met het oog op de serieuze bedreiging voor hun
bestaan door zeespiegelstijging.
Studies
Er zijn de laatste jaren een aantal studies met betrekking tot gevolgen van
klimaatverandering uitgevoerd door het WWF:
– gletsjers op het Antarctische schiereiland smelten in een niet eerder vertoond tempo: 87% van 244 gletsjers is in omvang afgenomen in de
laatste 50 jaar4
– bloeiperiodes en migratie van soorten in het noordelijke halfrond komen
gemiddeld 3,2 dagen per 10 jaar eerder in het voorjaar en 5 dagen per
10 jaar eerder voor alleen al bij Europese plant- en diersoorten 5
– de verspreiding van vis in de Noordzee verandert. Bijna tweederde van
de beviste soorten komt in andere gebieden voor ten gevolge van opwarming van het zeewater. Ze migreren soms wel 50 tot 100 kilometer
en bijna al deze migraties zijn noordwaarts gericht, richting koeler water6
– smelten van ijs en sneeuw komt in Noord-Amerika een tot vier weken
eerder voor 7
© WWF-Canon / Wim van Passel
Het Arctisch gebied warmt op
Het Noordpoolgebied, maakt de meest snelle en ernstige klimaatverandering mee. De wintertemperatuur in Alaska en West-Canada is 3 tot 4 °C
gestegen in de laatste 50 jaar en een nog hogere temperatuur wordt verwacht in de komende 100 jaar. De gemiddelde oppervlakte van het zomerijs is met 15 tot 20% afgenomen in de laatste 30 jaar en verwacht wordt
dat deze afname zal eindigen in een totaal verlies aan zee-ijs in de zomer
voor het einde van deze eeuw 8. Opwarming van deze wateren zal zorgen
voor een verschuiving in het klimaat van de Beringzee naar een sub-Arctisch
klimaat, met grote gevolgen voor Arctische zoogdieren en vissen 9.
Soorten die afhankelijk zijn van zee-ijs, zoals ijsberen, zeehonden,
walrussen en een aantal vogels, ondervinden hiervan gevolgen en worden
met uitsterven bedreigd. De IUCN heeft recent de ijsbeer toegevoegd aan
de IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten. De voorspelde afname van de
soort is 30% over de komende 45 jaar.
Wereldwijd smelten gletsjers
Gletsjerwetenschappers over de hele wereld, inclusief het World Glacier
Monitoring Service, rapporteren eenduidig dat de meerderheid van
de gletsjers wereldwijd aan het smelten is en terugloopt in ijsmassa 10.
De gletsjers in het Himalayagebied verminderen met 10 tot 15 meter
per jaar 11. Verlies aan ijsmassa en smeltwater zal op termijn leiden tot
watertekorten voor honderden miljoenen mensen die afhankelijk zijn van
smeltwater uit gletsjers van rivieren zoals de Yangtze en Mekong in China
en de Ganges in India.
2
© WWF-Canon / Michèle Dépraz
© WWF-Canon / Elizabeth Kemf
Zeespiegelstijging
Het mondiale zeeniveau is gestegen met 0,1 tot 0,2 meter in de laatste
eeuw en er wordt voorzien dat de zeespiegel nog verder zal stijgen
met een extra 0,88 meter tot 2100 12. Zeespiegelstijging wordt deels
veroorzaakt door thermische expansie van de oceanen en deels door
toevoer van smeltwater van gletsjers en landijs. Zeespiegelstijging zal
nadelige gevolgen hebben voor kustgebieden over de hele wereld,
variërend van erosie, overstromingen, verzilting van drinkwater en
leefgebieden van zoetwatersoorten. Bij een mondiale zeespiegelstijging
van 1 meter zou 80% van de Malediven onderstromen en 24 miljoen
mensen in Bangladesh, India en Indonesië van huis en haard verdrijven.
De Sundarbans, het grootste mangrovegebied en een van de laatste
leefgebieden voor de Bengaalse tijger, zou volledig verdwijnen 13.
© WWF-Canon / James Frankham
Veranderde regenvalpatronen
In het algemeen zal de gemiddelde jaarlijkse regenval toenemen gedurende de 21 e eeuw. Grotere variaties in regenval wordt voorzien voor
veel gebieden. Grotere onvoorspelbaarheid zal watermanagement complexer maken en leiden tot verhoogde overstromingsrisico’s en intensere
zomerdroogteperiodes met grote gevolgen voor landbouw, natuurgebieden, planten en dieren.
In het Amazonegebied zal de regenval afnemen, vooral gedurende de zomermaanden. Dit kan kan leiden tot een wijdverspreide droogte zoals de droogte
die de Amazone trof in 2005. Droogtes hebben ernstige gevolgen op mensen
en natuurlijke leefomgeving. Met een negatief gevolg op landbouw en mogelijk
leidend tot grote bosbranden die weer CO2 toevoegen aan de atmosfeer.
Koraalriffen bleken
De temperatuur van het zeewater is in de laatste 100 jaar gestegen
met 1 °C en zal nog verder stijgen met 1 tot 2 °C per eeuw. Volgens
waarnemingen zitten veel koraalriffen aan de temperatuurgrens.
Koraalriffen raken gestresst en bleken zodra zij met geringe temperatuurstijgingen te maken krijgen (1 tot 2 °C). 1998 was een recordjaar in dat
3
© WWF-Canon / Jürgen Freund
© WWF-Canon / Frédéric Monnot
opzicht. Er waren enorme verliezen aan koraal te zien langs de kust van
Sula-Sulawesi, langs de Midden-Amerikaanse kust en langs de kust
van Oost-Afrika. Het bleken van koraalriffen, ook wel ‘coral bleaching’
genoemd, komt voor wanneer koraalriffen een bepaalde alg verliezen dat
binnen hun weefsel leeft. Koraalrif dat gebleekt is, is niet per se dood,
maar heeft op lange termijn weinig overlevingskans. Als de stress afneemt
kan het koraal zich herstellen, houdt de stress aan, dan sterft het koraal
definitief af. Klimaatverandering wordt zichtbaar via de wereldwijde
verspreiding van coral bleaching. Koraal groeit in warm water, maar veel
koraalriffen naderen hun tolerantiegrens voor hoge temperaturen. De
vijf warmste jaren komen voor in de laatste 20 jaar en er heeft zich een
ongekende bleking voorgedaan gedurende deze periode, vooral in het
tropische oostelijke gebied van de Stille Oceaan, Costa Rica, Panama,
Colombia en de Galapagos-eilanden.
november 2006
1
Siegenthaler. 2005
2
Hansen et al, 2005
3
Pacala/Socolow 2004
4
Cook et al, 2005
5
Root et al, 2005
6
Perry et al, 2005
7
Steward et al, 2005
8
ACIA, 2004
9
Grebmeier et al, 2006
10
WGMS, 2005
11
WWF, 2005
12
IPCC, 2001
13
Nicholls, 1995
4
Download