Wonen in Duitsland, werken in België

advertisement
Wonen in
Duitsland
Werken
in België
2005
Wonen in Duitsland, werken in België
VOORWOORD
Deze brochure richt zich vooral tot de personen die in Duitsland wonen en in België in
loondienst zijn. Indien u in dat geval verkeert, is uw fiscale toestand sinds 1/1/2004 volledig
gewijzigd. Sinds die datum is immers de aanvullende Overeenkomst van 5/11/2002 bij de
Belgisch-Duitse Overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting van 1967 van toepassing. Met die aanvullende Overeenkomst wordt de bijzondere grensarbeidersregeling afgeschaft, op grond waarvan bezoldigingen van Belgische oorsprong, die werden ontvangen door
een Duitse grensarbeider, belastbaar waren in Duitsland. Sinds 1/1/2004 zijn die bezoldigingen
onderworpen aan de inkomstenbelasting in België, meer bepaald aan de belasting van nietinwoners. Deze brochure geeft u een eerste kort overzicht van die belasting en probeert
algemene antwoorden te geven op de meest voorkomende vragen van de Duitse loontrekkers
die in België werken.
De brochure, die werd opgesteld in samenwerking met de FOD Sociale Zekerheid en met het
Ministerie van Financiën van het Land Noordrijn-Westfalen, bevat tevens een kort overzicht van
de sociale zekerheid in België en van uw fiscale verplichtingen in Duitsland.
Het kan natuurlijk zijn dat u na het raadplegen van de brochure nog vragen heeft. In dat geval
kunt u contact opnemen met de diensten die zijn vermeld in hoofdstuk 5 - Nuttige adressen.
In de brochure zijn de bedragen en percentages opgenomen die per 1 januari 2005 bekend waren. Voor de belastingheffing in België vermeldt de brochure de geïndexeerde basisbedragen
voor het aanslagjaar 2005, inkomstenjaar 2004. Wenst u de meest recente bedragen en percentages te kennen, dan kunt u de internetsites van de overheidsdiensten raadplegen.
DIDIER REYNDERS
Minister van Financiën
-1-
Wonen in Duitsland, werken in België
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
1
1.
HET DUBBELBELASTINGVERDRAG TUSSEN BELGIË
EN DUITSLAND
4
2.
BELASTING DER NIET-INWONERS - UW FISCALE
SITUATIE IN BELGIË.
7
2.1
Algemeen
7
2.2
Aangifte
11
2.3
Aanslag
12
2.4
Fiscale vrijstellingen en tegemoetkomingen
13
2.5
Fiscale aftrekposten
14
2.6
Belastingverminderingen
18
2.7
Diversen
20
3.
UW BELASTINGREGELING IN DUITSLAND
3.1
Algemeenheden
25
3.2
Recht om belasting te heffen van uw inkomsten
25
3.3
Werkwijze om dubbele belasting in Duitsland te vermijden
29
3.4
Dubbele woonplaats
32
4.
SOCIALE ZEKERHEID BIJ GRENSARBEID
4.1.
Vaststelling van de toestand inzake sociale zekerheid
33
4.2
Percentage van de bijdragen
35
4.3.
Rustpensioen
36
4.4
Overlevingspensioen
37
4.5
Kinderbijslag en andere voor kinderen bestemde stelsels
38
-2-
25
33
Wonen in Duitsland, werken in België
4.6
Ziekte
40
4.7
Werkloosheid
42
4.8
Stoppen met werken vóór de wettelijke pensioenleeftijd
44
5.
NUTTIGE ADRESSEN
5.1
Belastingen
45
5.2
Sociale zekerheid
47
45
-3-
Wonen in Duitsland, werken in België
1.
Het dubbelbelastingverdrag tussen België en Duitsland
1.1 Wat is een
dubbelbelastingverdrag ?
Een dubbelbelastingverdrag (DBV) is een overeenkomst tussen twee landen die vastlegt welk land belasting mag heffen over welke inkomsten. Er
wordt ook nauwkeurig in omschreven hoe de woonstaat dubbele belasting
moet vermijden. Een DBV voorkomt dus dat u in twee landen over dezelfde
inkomsten belasting moet betalen.
Ook tussen België en Duitsland werd een DBV afgesloten. Die overeenkomst, die uit de jaren 60 dateert, werd onlangs herzien. De op 5/11/2002
ondertekende aanvullende Overeenkomst heeft, zoals we verder zullen
zien, grondige wijzigingen aangebracht aan de belastingregeling die van
toepassing is voor grensarbeiders.
U kunt het Belgisch-Duitse DBV downloaden in PDF versie van de internetsites van de FOD Financiën (www.fisconet.fgov.be) en het Duitse Ministerie van Financiën (www.bundesfinanzministerium.de).
Een DBV heeft enkel betrekking op fiscaliteit en heeft dus geen enkele invloed op uw toestand op het vlak van sociale zekerheid. Meer informatie
daarover vindt u in hoofdstuk 4. Sociale zekerheid bij grensarbeid.
1.2 In welke Staat
ben ik belastbaar
indien ik in
België in loondienst werk ?
U werkt in loondienst in België voor een werkgever die in België is gevestigd
In dat geval is uw loon - sinds aanslagjaar 2005 (inkomstenjaar 2004) belastbaar in België.
Tot in 2003 voorzag de Belgisch - Duitse Overeenkomst van 1967 tot voorkoming van dubbele belasting in een bijzondere regeling voor grensarbeiders, d.w.z. personen die in de grensstreek van een Staat wonen (in uw
geval : van Duitsland) en in de grensstreek van een andere Staat (België)
in loondienst werken. Die grensarbeiders waren belastbaar in de woonstaat
(in uw geval : in Duitsland). De aanvullende Overeenkomst van 5/11/2002
heeft de bijzondere regeling voor grensarbeiders afgeschaft.
Vanaf 1/1/2004 bent u dus belastbaar in België en houdt uw werkgever,
naast de sociale bijdragen (zoals voorheen), ook de bedrijfsvoorheffing in
op uw loon. De bedrijfsvoorheffing is een inhouding op het loon die vergelijkbaar is met de Duitse loonbelasting (Lohnsteuer).
Om dubbele belasting te vermijden zullen uw bezoldigingen die in België
belastbaar zijn in Duitsland vrijgesteld worden van de inkomstenbelastingen. Meer uitleg hierover kunt u vinden in hoofdstuk 3.3. Werkwijze om
dubbele belasting in Duitsland te vermijden.
-4-
Wonen in Duitsland, werken in België
U werkt in loondienst in België voor een werkgever die niet in België is
gevestigd
Indien u in België in loondienst werkt voor een werkgever die niet in België
gevestigd is maar bvb. voor een werkgever die in Duitsland, Frankrijk of
elders gevestigd is, is de 183-dagenregel voor u van toepassing. Die regel
bepaalt dat het gedeelte van uw loon dat betrekking heeft op de in België
uitgeoefende werkzaamheden in België belastbaar is wanneer :
u gedurende het kalenderjaar meer dan 183 dagen in België werkt; OF
de last van uw bezoldigingen als zodanig wordt gedragen door een
vaste inrichting of een vaste basis waarover uw werkgever in België
beschikt.
Uw loon zal daarentegen volledig belastbaar zijn in Duitsland wanneer :
u gedurende het kalenderjaar niet meer dan 183 dagen in België werkt;
EN
de last van uw bezoldigingen niet als zodanig wordt gedragen door een
vaste inrichting of een vaste basis waarover uw werkgever in België
beschikt.
De aanvullende Overeenkomst van 5/11/2002 wijzigt deze 183-dagenregel
in geen enkel opzicht.
Voorbeeld 1
U woont in Stolberg in Duitsland en werkt in loondienst voor een werkgever
die in Aken gevestigd is. Uw werkgever detacheert u naar Antwerpen om
er voor zijn rekening werkzaamheden te verrichten. Uw werkgever heeft
geen vaste inrichting in België. U wordt gedetacheerd van 19 januari tot en
met 30 april 2004.
U bent tijdens het kalenderjaar niet meer dan 183 dagen werkzaam in
België. Daaruit volgt dat uw loon voor het jaar 2004 in zijn geheel belastbaar is in Duitsland : het gedeelte dat betrekking heeft op de in Aken
uitgevoerde werkzaamheden en het gedeelte dat betrekking heeft op uw
werk in Antwerpen.
Voorbeeld 2
Zelfde gegevens als in voorbeeld 1, maar naast de detachering naar Antwerpen stuurt uw werkgever u van 1 juli tot 8 oktober 2004 naar Brussel
om er een werk uit te voeren. Tijdens die periode neemt u uw jaarlijkse
vakantie (van 16 tot en met 31 augustus) die u in Italië doorbrengt. Van 20
tot 24 september bent u van het werk afwezig wegens ziekte. Gedurende
die week blijft u thuis in Stolberg.
In 2004 hebt u meer dan 183 dagen in België gewerkt. Voor de berekening
van het tijdperk van 183 dagen moeten de twee detacheringsperiodes
(werk in Antwerpen en in Brussel) immers samengeteld worden. Bovendien
moeten de normale werkonderbrekingen (zoals bvb. vakantie of afwezigheden wegens ziekte) meegerekend worden, zelfs indien ze elders dan in
België doorgebracht worden. Bijgevolg is het gedeelte van uw loon dat
betrekking heeft op uw werk in België belastbaar in België. Het gedeelte van het loon dat betrekking heeft op uw werkzaamheden in Aken blijft
vanzelfsprekend belastbaar in Duitsland.
-5-
Wonen in Duitsland, werken in België
Andere voorbeelden met betrekking tot de 183-dagenregel vindt u in
hoodstuk 3. Uw belastingregeling in Duitsland.
1.3 In welk land
ben ik belastbaar
als ik in loondienst ben als internationaal
chauffeur ?
Als u in loondienst bent als internationaal chauffeur bent u belastbaar volgens de regels die gelden voor inkomsten uit arbeid in dienstverband (zie
vraag1.2 hierboven). Als uitgangspunt wordt aangenomen dat de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in het land waar u fysiek aanwezig bent op het
tijdstip waarop u de werkzaamheid uitoefent waarvoor u de betrokken inkomsten ontvangt.
In de praktijk kunnen complexe situaties voorkomen, vooral wanneer u op
dezelfde dag meerdere landen doorkruist. Voor vragen over de belastingheffing in uw specifieke situatie kunt u zich dan ook het beste wenden tot
uw belastingdienst in Duitsland.
1.4 In welk land
ben ik belastbaar
als ik in loondienst ben bij de
Belgische overheid ?
Als u in Duitsland woont en in loondienst bent bij de Belgische overheid (de
Staat, een Gemeenschap, een Gewest, een gemeente enz.) zijn uw bezoldigingen belastbaar in België, ongeacht het tijdperk tijdens hetwelk de
werkzaamheden worden uitgeoefend.
-6-
Wonen in Duitsland, werken in België
2.
Belasting der niet-inwoners - uw fiscale situatie in
België.
2.1
Algemeen
2.1.1 Zijn er fiscale verplichtingen wanneer ik in
loondienst treed
in België ?
Op het ogenblik dat u in loondienst treedt in België, heeft u nog geen specifieke fiscale verplichtingen.
2.1.2 Hoe word ik
in België in de belastingheffing betrokken ?
Als u als inwoner van Duitsland in België belastbare inkomsten heeft verkregen, bent u in België onderworpen aan de “belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen” (afgekort BNI/nat.pers). Als niet-inwoner wordt u
in België enkel belast op uw inkomsten van Belgische oorsprong en niet op
uw wereldinkomen.
Wie is nietinwoner?
De niet-inwoners (niet inwoners van het Koninkrijk) zijn natuurlijke personen die, ongeacht hun nationaliteit, hun feitelijke en duurzame woonplaats
niet in België hebben. Bepaalde personen, zoals buitenlandse diplomaten
en ambtenaren, worden ondanks hun verblijf in België met niet-inwoners
gelijkgesteld.
Een ander belangrijk gegeven bij het bepalen van de fiscale woonplaats, is
de vestigingsplaats van het gezin. Voor gehuwden wordt de fiscale woonplaats bepaald door de plaats waar het gezin gevestigd is.
Opgelet ! Als u om enigerlei reden in België ingeschreven bent in het rijksregister der natuurlijke personen, dan beschouwt de Belgische administratie u, behoudens door u te leveren tegenbewijs, als rijksinwoner en bent u
bijgevolg belastbaar in de personenbelasting op uw wereldinkomen.
Categorieën van
niet-inwoners
Niet-inwoners worden ingedeeld in meerdere categorieën. Die indeling bepaalt welke fiscale regels van toepassing zijn voor de vaststelling van het
belastbaar inkomen en de berekening van de belasting.
Als inwoner van Duitsland kan u onder drie categorieën van niet-inwoners
vallen:
de niet-inwoners die gedurende het volledige belastbare tijdperk een tehuis in België hebben;
de niet-inwoners zonder tehuis die hun hoofdinkomen behalen in België, d.w.z. diegenen die in België belastbare beroepsinkomsten hebben
die ten minste 75% bedragen van het geheel van hun binnen - en
buitenlandse beroepsinkomsten (= 75% regel);
de niet-inwoners die niet tot de vorige categorieën behoren, zijnde de
gewone niet-inwoners zonder tehuis.
-7-
Wonen in Duitsland, werken in België
Een niet-inwoner met “een tehuis in België” woont op tijdelijke basis, in
voorkomend geval met zijn gezin, in België zonder dat er evenwel sprake is
van een (gezins)vestiging in België en waarbij hij/zij in Duitsland het centrum van zijn/haar vitale belangen en dus zijn/haar fiscale woonplaats behoudt.
Wie is onze
doelgroep ?
Deze brochure is bestemd voor inwoners van Duitsland die effectief, met of
zonder hun gezin, in Duitsland hun duurzame verblijfplaats hebben en door
de Duitse fiscus beschouwd worden als inwoners van Duitsland.
Ze is dus niet bedoeld voor de niet-inwoners die in België een tehuis hadden gedurende het volledige belastbare tijdperk.
Dit betekent dus dat u:
ofwel pendelt van en naar Duitsland om u naar uw plaats van tewerkstelling in België te begeven,
ofwel een woning betrekt in de buurt van uw plaats van tewerkstelling,
maar dat uw gezin in Duitsland blijft wonen.
Hoe weet ik of ik
onder de 75%-regel
val ?
U valt onder deze regel als het totale bedrag van uw in de BNI/nat.pers.
belastbare netto beroepsinkomsten ten minste 75% bedraagt van het
geheel van uw netto binnen- en buitenlandse beroepsinkomsten.
Uw andere dan beroepsinkomsten worden terzake buiten beschouwing gelaten.
Voor echtgenoten kunnen inzake de 75%-regel twee gevallen onderscheiden worden :
Eerste geval: slechts één van de echtgenoten heeft in de BNI/nat.pers.
belastbare beroepsinkomsten behaald of verkregen.
Alleen de beroepsinkomsten van die echtgenoot worden in aanmerking
genomen voor de toepassing van de 75%-regel. De eventuele binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en de buitenlandse beroepsinkomsten van de andere echtgenoot blijven dus buiten beschouwing.
Tweede geval: beide echtgenoten hebben in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten behaald of verkregen.
In dit geval moet de 75 %-regel worden beoordeeld voor beide echtgenoten
samen; dat betekent dat de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten van de beide echtgenoten samen ten minste 75% moeten bedragen
van het totaal van :
de in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten;
de binnenlandse beroepsinkomsten die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en
de buitenlandse beroepsinkomsten van beide echtgenoten.
Het doet er in deze dus niet toe dat één van de echtgenoten, afzonderlijk
beschouwd, niet aan de 75%-voorwaarde voldoet.
-8-
Wonen in Duitsland, werken in België
Hoe wordt het nettoinkomen vastgesteld ?
Voor de vaststelling van het nettobedrag van de belastbare inkomsten in de
BNI/nat.pers., gelden de volgende specifieke regels:
voor aftrek als beroepskosten komen alleen de kosten in aanmerking
die uitsluitend op de in België in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten drukken;
de BNI/nat.pers. is (zoals de Personenbelasting (PB)) geen aftrekbare
beroepskost.
2.1.3 Hoe wordt
de belasting in
België berekend ?
Alle niet-inwoners worden belast volgens dezelfde tarieven.
Welke tarieven en
belastingvrije
sommen zijn van
toepassing ?
Voor inwoners van Duitsland die voldoen aan de 75%-regel wordt de belasting berekend volgens de regels van de personenbelasting, die gelden voor
de inwoners van België, met inbegrip van de toerekening van het huwelijksquotiënt en met toepassing van de belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten. Wel wordt voor het vaststellen van het
huwelijksquotiënt en de belastingverminderingen uitgegaan van het geheel
der binnen- en buitenlandse inkomsten van beide echtgenoten.
Voor diegenen die niet voldoen aan de 75%-regel wordt het aanslagstelsel
gekenmerkt door een volledige depersonalisatie van de belasting, in die zin
dat deze belastingplichtigen geen aanspraak hebben op de regels m.b.t.
persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en belastingverminderingen uit
hoofde van hun gezinstoestand of gezinslasten. Dit houdt in dat zij geen
recht hebben op de toepassing van belastingvrije sommen en de toeslagen
erop wegens gezinslasten, noch op het huwelijksquotiënt.
De depersonalisatie is verantwoord door het feit dat het aan de woonplaatsstaat, waar de niet-inwoner zijn wereldinkomen moet aangeven, toekomt om de belastingverminderingen met betrekking tot zijn persoonlijke of
gezinstoestand toe te kennen.
2.1.4 Belastingtarief
De in België verschuldigde belasting op het inkomen uit een dienstbetrekking wordt berekend door toepassing van een progressief tarief op een
aantal inkomensschijven. Voor het aanslagjaar 2005 (inkomsten 2004)
geldt een progressief tarief oplopend van 25% tot 50%:
25% voor de inkomensschijf tot 6.950,00 EUR;
30% voor de inkomensschijf van 6.950,00 EUR tot en met 9.890,00
EUR;
40%. voor de inkomensschijf van 9890,00 EUR tot en met 16.480,00
EUR;
45% voor de inkomensschijf van 16.480,00 EUR tot en met 30.120,00
EUR;
50% voor het inkomen boven 30.120,00 EUR.
2.1.5 Belastingvrije sommen
Bij de berekening van de belasting wordt een deel van uw inkomen vrijgesteld van belasting. Deze vrijstelling wordt toegerekend op de laagste
schijf. Dat deel wordt “belastingvrije som” genoemd. Het bedrag van de
belastingvrije som kan worden verhoogd wegens gezinslasten, bijvoorbeeld
wanneer u kinderen ten laste heeft. In de tabel hierna vindt u een overzicht
van de bedragen van de belastingvrije som en van de mogelijke verhogingen ervan wegens gezinslasten.
-9-
Wonen in Duitsland, werken in België
Belastingvrije som
Geïndexeerde bedragen in
EUR voor de inkomsten van
het jaar 2004
5.660,00
Basisbedrag
Verhoging van de belastingvrije som :
voor 1 kind ten laste
voor 2 kinderen ten laste
voor 3 kinderen ten laste
voor 4 kinderen ten laste
voor meer dan 4 kinderen ten laste
(supplement per kind boven het vierde)
1.200,00
3.090,00
6.940,00
11.220,00
11.220,00
4.280,00
Bijkomende toeslag :
voor ieder kind jonger dan 3 jaar en voor
wie geen uitgaven voor kinderoppas
worden afgetrokken
450,00
voor iedere andere persoon ten laste
2.1.6 Inhoudingen
op het loon door
de werkgever : de
bedrijfsvoorheffing
1.200,00
Verhoging van de belastingvrije som:
voor een belastingplichtige die alleen
wordt belast en die een of meer kinderen
ten laste heeft
1.200,00
voor een gehuwde belastingplichtige over
het jaar van zijn huwelijk, als de
echtgenoot geen bestaansmiddelen heeft
gehad die een nettobedrag van 2.490,00
Euro overschrijden
1.200,00
Bij de uitbetaling van het loon wordt in de meeste gevallen door de werkgever bedrijfsvoorheffing ingehouden. Bedrijfsvoorheffing is een voorlopige
heffing (voorschot) op het loon die met de verschuldigde eindbelasting
wordt verrekend.
Het bedrag van die bedrijfsvoorheffing wordt bepaald volgens wettelijk vastgestelde regels. Er zijn drie schalen (barema’s) voor de berekening van de
bedrijfsvoorheffing.
Voor een inwoner van Duitsland zonder tehuis in België wordt gewoonlijk
schaal III van de bedrijfsvoorheffing toegepast. De hierin vermelde bedragen houden geen rekening met de persoonlijke en gezinstoestand van betrokkene.
Onder bepaalde voorwaarden zijn de schalen I of II, die wel rekening houden met de persoonlijke en gezinstoestand van betrokkene, van toepassing. Dit is het geval indien uit de toetsing van die voorwaarden met zekerheid af te leiden is dat betrokkene zal voldoen aan de 75%-regel in de belasting van niet-inwoners.
- 10 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Die voorwaarden m.b.t. die bezoldigingen zijn :
het moet gaan om bezoldigingen voor arbeidsprestaties die in België geleverd zijn;
ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst die het volledig kalenderjaar bestrijkt;
en voorzover die arbeidsprestaties ten minste 75% van de wettelijke
arbeidsduur bedragen.
In alle andere gevallen zal de bedrijfsvoorheffing worden berekend volgens
schaal III.
2.2
Aangifte
2.2.1 Bevoegd
belastingkantoor
in België
Als niet-inwoner die in België belastbare bezoldigingen ontvangt, valt u onder de “controle buitenland” die bevoegd is voor de administratie, onderneming of inrichting die uw inkomsten betaalt of toekent.
In hoofdstuk 5. Nuttige adressen vindt u een handige gids om u naar de
voor u bevoegde controle te leiden.
Het belastingkantoor controleert uw aangifte en zal op basis daarvan de
belastingschuld vaststellen.
2.2.2 Aangifteformulier
Als niet-inwoner moet u een “aangifte in de belasting van niet-inwoners/
natuurlijke personen” indienen. Hiervoor wordt het aangifteformulier nr.
276.2 gebruikt.
2.2.3 Wordt een
aangifte automatisch toegezonden?
Ja, en wel zodra u in het bestand der niet-inwoners bent ingeschreven. Wij
raden u aan u te laten registreren bij de voor u bevoegde dienst buitenland
(zie hierboven). Vanaf dat ogenblik wordt de belastingaangifte u in principe
jaarlijks automatisch toegezonden. De aangiftes worden gewoonlijk verstuurd in de tweede helft van het jaar dat volgt op het inkomstenjaar. Als u
geen aangifte ontvangt moet u er een aanvragen bij de bevoegde belastingdienst.
2.2.4 Wanneer
moet ik de aangifte indienen?
U moet de aangifte terugzenden binnen de termijn die op het aangifteformulier is vermeld. Deze termijn bedraagt minimaal een maand, te rekenen
vanaf de verzending van de aangifte. In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld als u uw loonfiche nog niet heeft ontvangen of bij ernstige ziekte)
kunt u de bevoegde belastingdienst vragen om de termijn van terugzending
van de aangifte te verlengen.
2.2.5 Waar moet
ik de aangifte indienen?
U moet de aangifte indienen bij de voor u bevoegde belastingdienst. Het
adres staat op het aangifteformulier vermeld.
2.2.6
Elektronische
aangifte
De aangifte in de BNI/Nat.Pers. kan nog niet langs elektronische weg ingediend worden.
- 11 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.3
Aanslag
Op basis van de aangifte volgt een definitieve afrekening van de verschuldigde belasting. Op dat ogenblik wordt de reeds ingehouden bedrijfsvoorheffing verrekend met de belasting die u verschuldigd bent. U ontvangt dan
van de Administratie een aanslagbiljet met vermelding van hetzij een teruggave, hetzij een nog te betalen saldo.
De betaling van het saldo of de teruggave van bedrijfsvoorheffing gebeurt
via het ontvangkantoor. Het adres van dit kantoor vindt u op het aanslagbiljet.
2.3.1 Wat moet
ik doen als ik
een vergissing
vaststel in het
aanslagbiljet ?
Als u een vergissing vaststelt in het aanslagbiljet, neemt u best eerst contact op met het bevoegde controlekantoor. Komt u niet tot een akkoord, dan
kan u een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet u indienen binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van verzending van het
aanslagbiljet.
De te volgen procedure voor het indienen van een bezwaarschrift alsmede
de vormvereisten ervan, zijn terug te vinden op het aanslagbiljet.
Voor de BNI/nat.pers. moet u het bezwaarschrift indienen bij de gewestelijk
directeur van Brussel II, Vennootschappen, Louizalaan 245, 1050 Brussel.
Dit adres vindt u ook terug op de keerzijde van het aanslagbiljet.
In geval van dubbele belasting, dat wil zeggen als uw inkomen zowel in
België als in Duitsland aan de inkomstenbelasting is onderworpen, bestaat
ook de mogelijkheid om een verzoekschrift in te dienen voor de toepassing
van de regeling voor onderling overleg gebaseerd op het Belgisch-Duits
verdrag. Dit verzoekschrift moet u indienen bij de bevoegde Duitse autoriteit
binnen een termijn van twee jaar vanaf de kennisgeving van de betwiste
(tweede) belastingaanslag.
In een beperkt aantal gevallen is het mogelijk om zelfs na het verstrijken
van de wettelijke bezwaartermijn toch nog een rechtzetting van ambtswege
van de aanslag te krijgen. Naargelang het geval moet de aanvraag tot
rechtzetting gebeuren binnen een termijn van 3 jaar, vanaf 1 januari van het
jaar van de vestiging van de belasting of vanaf 1 januari van het aanslagjaar.
2.3.2 Wat bij betaalproblemen?
Indien u de belasting niet betwist maar om een of andere reden de belastingschuld niet kunt vereffenen, dan moet u contact opnemen met het voor
u bevoegde ontvangkantoor.
- 12 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.4
Fiscale vrijstellingen en tegemoetkomingen
Op welke fiscale vrijstellingen en tegemoetkomingen heb ik in België recht ? Welke
voorwaarden zijn hieraan verbonden en hoe wordt hiermee rekening gehouden ?
2.4.1 Wettelijke
kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies
De kinderbijslagen voor kinderen ten laste, de kinderbijslagen voor wezen,
het aanvullend gezinsvakantiegeld, de kraamgelden en de adoptiepremies
zijn van belasting vrijgesteld. Het moet evenwel gaan om wettelijke toelagen.
De extrawettelijke toelagen van dezelfde aard, die een onderneming aan haar
personeelsleden kan toekennen, zijn wel aan belasting onderworpen.
2.4.2 Terugbetaling van reiskosten gemaakt in het
kader van het
woon-werkverkeer
De terugbetaling van de reiskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling kan onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van belasting. De volgende situaties zijn mogelijk :
De werknemer maakt gebruik van het openbaar vervoer. In dat geval
is de volledige of gedeeltelijke terugbetaling door de werkgever van de
kosten voor openbaar vervoer vrijgesteld.
De werknemer maakt gebruik van het gemeenschappelijk vervoer van
personeelsleden dat door de werkgever of door een groep van werkgevers wordt georganiseerd. In dat geval is de vergoeding vrijgesteld
voor een bedrag dat maximaal gelijk is aan de prijs van een eersteklasabonnement voor eenzelfde afstand.
De werknemer maakt gebruik van een ander vervoermiddel. In dat
geval is het maximumbedrag van de vrijstelling vastgesteld op
150,00 EUR.
De toekenning van de vrijstelling hangt ook af van de manier waarop u uw beroepskosten bepaalt. Om de vrijstelling te kunnen verkrijgen, moeten uw beroepskosten forfaitair worden bepaald. Als u uw werkelijke beroepskosten aftrekt, zijn de vergoedingen die u van uw werkgever verkrijgt voor uw woonwerkverkeer niet vrijgesteld van belasting.
2.4.3 Fietsvergoeding
De vrijstelling geldt uitsluitend voor de vergoedingen die specifiek en uitdrukkelijk door de werkgever worden toegekend voor het gebruik van een fiets op
weg van en naar het werk, dus met uitsluiting van alle algemene tussenkomsten in de verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.
Het fiscale voordeel bestaat uit een vrijstelling van de vergoeding die de
werkgever betaalt voor het woon-werkverkeer per fiets. Het forfaitair maximumbedrag van de vergoeding is vastgesteld op 0,15 EUR per kilometer. Als
de werkgever beslist een hogere vergoeding toe te kennen, wordt enkel het
gedeelte vrijgesteld dat 0,15 EUR per kilometer niet overschrijdt. De rest van
de vergoeding wordt aangemerkt als een belastbare bezoldiging.
- 13 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.5
Fiscale aftrekposten
2.5.1 Beroepskosten
Forfaitaire
beroepskosten
U heeft altijd recht op een wettelijke forfaitaire aftrek voor beroepskosten.
Basisbedragen forfaitaire beroepskosten
(niet-geïndexeerde bedragen in EUR)
25% van de eerste inkomensschijf tot 4.570,00 EUR
10% van de schijf van 4.570,00 tot 9.080,00 EUR
5% van de schijf van 9.080,00 tot 15.110,00 EUR
3% van de schijf boven 15.110,00 EUR
met een maximumbedrag van 3.050,00 EUR
Werkelijke
beroepskosten
Als uw werkelijke beroepskosten hoger zijn dan het wettelijke forfait, mag u
onder bepaalde voorwaarden uw werkelijke kosten in mindering brengen.
Om fiscaal aftrekbaar te zijn, moeten de kosten wel aan de volgende vier
voorwaarden voldoen :
De kosten moeten noodzakelijk verband houden met het uitoefenen
van het beroep
.
De kosten moeten gedaan of gedragen zijn in het belastbare tijdperk.
De kosten moeten gedaan of gedragen zijn om de belastbare
inkomsten te verkrijgen of te behouden.
De kosten moeten door de belastingplichtige verantwoord zijn wat de
echtheid en het bedrag ervan betreft.
Opgelet ! Voor aftrek als beroepskosten komen alleen de kosten in aanmerking die uitsluitend op de in België in de BNI/nat.pers. belastbare beroepsinkomsten drukken.
Kosten voor
woon-werkverkeer met de auto
Reiskosten die u maakt voor de verplaatsing van uw woonplaats naar de
plaats van tewerkstelling per auto, zijn aftrekbaar. Deze kosten zijn evenwel
impliciet begrepen in de wettelijke forfaitaire beroepskosten.
Wanneer u echter opteert voor de aftrek van uw werkelijke beroepskosten,
kan u hiervoor een forfaitair bedrag van 0,15 EUR per kilometer als werkelijke beroepskosten in aftrek brengen. Dit forfait omvat echter niet de financieringskosten noch de kosten van een mobilofoon.
Het forfait van 0,15 EUR per kilometer wordt uitsluitend verleend als u aantoont dat u het woon-werkverkeer aflegt met een wagen die :
uw eigendom is; of
op uw naam is ingeschreven bij de Directie voor de Inschrijving van de
Voertuigen; of
door een huur- of leasingovereenkomst bestendig of gewoonlijk te uwer
beschikking is; of
eigendom is van uw werkgever, mits het uit het gebruik voortspruitende
voordeel van alle aard op uw naam wordt belast.
- 14 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Opgelet ! In de eerste drie hierboven vermelde gevallen mag het forfait van
0,15 EUR per kilometer eveneens worden toegekend aan uw echtgenoot of
kind, als uw echtgenoot of kind het voertuig voor het woon-werkverkeer gebruikt, met dien verstande dat het forfait slechts aan een van hen kan worden
verleend voor het gezamenlijk afgelegde traject.
Kosten voor
andere
verplaatsingen
met de auto
Voor andere beroepsverplaatsingen dan woon-werkverplaatsingen zijn de
werkelijke beroepskosten aftrekbaar voor het beroepsgedeelte. Bovendien
worden deze kosten beperkt tot 75%. Deze beperking geldt echter niet voor
de brandstofkosten, de kosten van een mobilofoon en de financieringskosten. De echtheid en het bedrag van de werkelijk gemaakte autokosten moeten door middel van bewijsstukken worden verantwoord.
De meest voorkomende kosten zijn:
afschrijving van het voertuig en van alle toebehoren en uitrusting;
verzekeringskosten;
verkeersbelasting;
bijdragen aan organisaties voor pechverlening;
onderhoudskosten;
herstellingskosten;
garagekosten;
parkeerkosten en tolgelden;
bijdragen voor technische inspectie;
brandstofkosten.
Kosten voor
woonwerkverkeer met
andere vervoermiddelen
Het forfait van 0,15 EUR per kilometer voor woon-werkverkeer geldt eveneens voor andere vervoermiddelen zoals tram, metro, bus, motor, fiets enz.
Het forfait geldt ook voor wie te voet gaat of voor wie als passagier gebruik
maakt van carpooling.
Het aantal kilometer voor ‘vervoermiddelen andere dan een wagen’ is wel
beperkt tot een maximum van 50 km per enkel traject (max. 100 km per
werkdag).
- 15 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.5.2 Op welke
andere fiscale
aftrekposten
heb ik recht?
Als niet-inwoner van België die in België belastbare inkomsten verkrijgt of
behaalt, kan u aanspraak maken op een aantal fiscale aftrekposten.
Als u tot de categorie van niet-inwoners behoort die voldoet aan de 75%regel, dan kan u onder bepaalde voorwaarden eventueel ook aanspraak maken op enkele aanvullende fiscale aftrekposten.
Voor aftrekposten die hierna niet in detail besproken worden, kan u meer
informatie inwinnen op de controle Buitenland of op www.minfin.fgov.be.
Aftrekpost
Welke
onderhoudsuitkeringen zijn
aftrekbaar en
onder welke
voorwaarden ?
75% regel niet
van toepassing
75% regel van
toepassing
Onderhoudsuitkeringen
Ja
Ja
Giften
Ja
Ja
Uitgaven voor kinderopvang
Neen
Ja
Bijkomende interestaftrek voor nieuwbouw en vernieuwbouw 1
Neen
Ja
Bezoldigingen van huisbedienden
Neen
Ja
Uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde onroerende goederen 1
Neen
Ja
Enkel de onderhoudsuitkeringen die u betaalt aan een inwoner van België
zijn aftrekbaar en voor zover de volgende voorwaarden zijn vervuld :
De begunstigde mag geen deel uitmaken van uw gezin.
De onderhoudsuitkering moet verschuldigd zijn op grond van het
Belgische Burgerlijk Wetboek of het Gerechtelijk Wetboek of een gelijkgestelde bepaling in het buitenland.
De betaling moet regelmatig gebeuren of moet op grond van een
gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht gebeurd zijn in
een later belastbaar tijdperk dan dat waarvoor de uitkering verschuldigd is.
De betaling moet door bewijsstukken worden gerechtvaardigd.
De aftrek is beperkt tot 80% van de gestorte sommen.
Welke giften zijn
aftrekbaar ?
Giften aan bepaalde in België erkende of in de wet opgesomde instellingen.
Voor de aftrek van deze giften geldt een minimum van 30,00 EUR per begunstigde instelling. Het aftrekbare bedrag mag niet hoger zijn dan 10% van
de netto-inkomsten en mag niet meer bedragen dan 304.550,00 EUR.
________________________________
1
Deze kosten zijn in principe aftrekbaar in hoofde van belastingplichtige niet-inwoners maar in de praktijk worden
dergelijke fiscale aftrekken zelden toegepast.
- 16 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Uitgaven voor
kinderoppas
Uitgaven voor kinderoppas zijn in België enkel aftrekbaar als uw kind in
België wordt opgevangen en op voorwaarde dat ze betaald zijn :
aan instellingen die erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd worden
door Kind en Gezin, door het Office de la Naissance et de l’ Enfance of
door de Executieve van de Duitstalige gemeenschap; of
aan zelfstandige onthaalgezinnen of kinderdagverblijven die onder toezicht staan van voormelde instellingen.
Opgelet ! Vanaf aanslagjaar 2006 (inkomsten 2005) worden de uitgaven
voor kinderoppas in aanmerking genomen voor kinderen tot de leeftijd van 12
jaar evenals uitgaven betaald aan kleuter- of lagere scholen.
- 17 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.6
Belastingverminderingen
2.6.1 Op welke
belastingverminderingen
heb ik recht?
Als inwoner van Duitsland met belastbare beroepsinkomsten in België heeft
u in voorkomend geval recht op een belastingvermindering voor de onderstaande uitgaven.
Voor meer informatie aangaande uitgaven die hierna niet in detail besproken
zijn, kan u steeds terecht bij de controle buitenland of op de website van de
FOD Financiën (www.minfin.fgov.be).
Belastingverminderingen
75% regel niet
van toepassing
75% regel van
toepassing
Premies van een individueel levensverzekeringsconrtract
Ja
Ja
Stortingen voor het verwerven van
werkgeversaandelen
Ja
Ja
Energiebesparende uitgaven
Ja
Ja
Neen
Ja
Kapitaalaflossingen van een
hypothecaire lening 2
Ja
Ja
Betalingen voor prestaties in het kader
van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen 2
Ja
Ja
Dienstencheques 2
Ja
Ja
Grootstedelijk beleid 2
Ja
Ja
Verwerving van obligaties van het
kringloopfonds 2
Ja
Ja
Verwerving van obligaties van het
starterfonds 2
Ja
Ja
Pensioensparen 2
2.6.2 Premies
van een individueel levensverzekeringscontract
2
De premies van een individueel levensverzekeringscontract komen in aanmerking voor belastingvermindering op voorwaarde dat :
u het levensverzekeringscontract zelf hebt aangegaan - vóór de leeftijd
van 65 jaar - en u daarbij alleen uzelf heeft verzekerd;
het levensverzekeringscontract een minimumlooptijd heeft van 10 jaar
wanneer het in voordelen bij leven voorziet;
de voordelen zijn vastgelegd, in geval van leven, ten bate van uzelf of, in
geval van overlijden, ten bate van uw echtgenoot of bloedverwanten tot
de tweede graad;
de premies definitief in België zijn betaald.
Niet-inwoners kunnen in principe ook genieten van deze belastingverminderingen. In de praktijk worden ze echter
zelden toegepast in de BNI
- 18 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.6.3 Stortingen
voor het verwerven van
werkgeversaandelen
Bedragen die u als gewone werknemer (arbeider, bediende of kaderlid) heeft
besteed aan de inschrijving en de storting in geld op kapitaalaandelen van
een aan de vennootschapsbelasting onderworpen onderneming waarin u
werknemer bent of waarvan de onderneming die u tewerkstelt, een dochterof kleindochteronderneming is, komen in aanmerking voor een belastingvermindering. Daartoe moet u bij uw aangifte het bewijs van de aanschaffing
van de effecten voegen en aantonen dat die effecten op 31 december (van
het belastbare tijdperk) nog steeds in uw bezit waren.
Het bedrag dat recht geeft op de belastingvermindering, is vastgesteld op
maximaal 610,00 EUR per belastbaar tijdperk en per echtgenoot. Deze belastingvermindering is onverenigbaar met die voor pensioensparen.
2.6.4
Betalingen voor
pensioensparen
De belastingvermindering voor betalingen die u verricht in het kader van het
pensioensparen, wordt enkel toegekend als u bij het openen van een collectieve of individuele spaarrekening of bij het sluiten van een spaarverzekering,
inwoner was van België.
De storting mag ten hoogste 610,00 EUR bedragen per belastbaar tijdperk.
Echtgenoten kunnen elk afzonderlijk aanspraak maken op dat maximumbedrag, op voorwaarde dat zij elk houder zijn van een (collectieve of individuele) spaarrekening of van een spaarverzekering.
Deze belastingvermindering is onverenigbaar met de belastingvermindering
voor de stortingen voor het verwerven van werkgeversaandelen.
2.6.5 EnergieEen belastingvermindering kan worden verleend voor de volgende uitgaven
besparende uit- die u tijdens het belastbare tijdperk werkelijk heeft betaald voor een rationeler
gaven
energiegebruik in een (in België of in het buitenland gelegen) woning waar-
van u eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker bent:
1. uitgaven voor de vervanging van oude stookketels;
2. uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door
middel van zonne-energie;
3. uitgaven voor de plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van
zonne-energie in elektrische energie;
4. uitgaven voor de plaatsing van dubbele beglazing;
5. uitgaven voor de isolatie van daken;
6. uitgaven voor de plaatsing van een warmteregeling van een installatie
van centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door
een kamerthermostaat met tijdsinschakeling;
7. uitgaven voor een energie-audit van de woning.
- 19 -
Wonen in Duitsland, werken in België
De werken moeten uitgevoerd zijn door een geregistreerd aannemer.
De belastingvermindering is evenwel niet van toepassing op uitgaven die :
in aanmerking genomen zijn als werkelijke beroepskosten;
recht geven op de in artikel 69 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde investeringsaftrek (dit puntje betreft alleen zelfstandigen).
De belastingvermindering is gelijk aan het volgende percentage van de
werkelijk gedane uitgaven :
15% voor de uitgaven vermeld in de punten 1 tot en met 3;
40% voor de overige uitgaven.
Het totaal van de verschillende belastingverminderingen mag per belastbaar
tijdperk niet meer dan 610,00 EUR per woning bedragen.
2.7
Diversen
2.7.1 Ben ik een
aanvullende belasting verschuldigd op
mijn in België
belastbare beroepsinkomsten?
De belasting die u in België verschuldigd bent als niet-inwoner van België,
wordt verhoogd met 7% opcentiemen. Die opcentiemen worden op dezelfde
wijze berekend als de aanvullende gemeente- en agglomeratiebelastingen
op de personenbelasting, die verschuldigd is door inwoners van België.
2.7.2 Speelt het
feit dat ik met
een partner
samenleef een
rol voor mijn
belastingheffing in België?
Hoewel beide echtgenoten hun inkomsten op een gezamenlijk aangifteformulier moeten aangeven, geldt vanaf aanslagjaar 2005 (inkomstenjaar 2004)
een decumul van alle inkomsten. Dit betekent dat alle inkomsten afzonderlijk
worden belast. Voor ongehuwde partners geldt dat wettelijk samenwonenden vanaf aanslagjaar 2005 (inkomstenjaar 2004) voor de toepassing van
de inkomstenbelastingen volledig worden gelijkgesteld met gehuwden. De
ongehuwde partners die niet als wettelijk samenwonenden worden aangemerkt, blijven fiscaal als alleenstaanden beschouwd.
2.7.3 Wanneer
wordt een huwelijksquotiënt
toegerekend?
Als uw echtgenoot geen of slechts geringe eigen beroepsinkomsten heeft,
wordt hem een deel van uw beroepsinkomsten toegerekend. Dit is het huwelijksquotiënt. Door de toerekening van een huwelijksquotiënt wordt een deel
van uw beroepsinkomen dat normaliter belast zou worden tegen een hoger
belastingtarief, overgeheveld naar een in principe lager tarief bij uw echtgenoot. Het bedrag dat kan worden toegerekend, is beperkt tot een maximum
van 8.160 EUR. Voor de berekening van die grens worden alle beroepsinkomsten (binnenlandse en buitenlandse) van u en uw echtgenoot in aanmerking genomen.
- 20 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.7.4 Wanneer
worden gehuwde belastingplichtigen als
alleenstaande
belast?
Voor de berekening van de BNI/nat.pers. in België wordt u - als gehuwde
niet-inwoner van België - fiscaal toch als alleenstaande aangemerkt wanneer :
uitsluitend uzelf inkomsten verkrijgt die in België aan de BNI/nat.pers.
zijn onderworpen; en
uw echtgenoot Belgische beroepsinkomsten heeft die door de toepassing van het Belgisch-Duitse dubbelbelastingverdrag zijn vrijgesteld, of
buitenlandse beroepsinkomsten heeft van meer dan 8.160 EUR.
Opgelet ! Als u voor de berekening van de BNI/nat.pers. fiscaal als alleenstaande wordt aangemerkt, wordt de verhoging van de belastingvrije som
wegens gezinslasten slechts verleend als uw beroepsinkomsten meer bedragen dan de beroepsinkomsten van uw echtgenoot.
2.7.5 Eigen
woning in
Duitsland
Word ik in België
belast voor mijn
eigen woning in
Duitsland ?
In België wordt u niet belast voor uw eigen woning in Duitsland. Enkel de inkomsten van in België gelegen onroerende goederen die voortvloeien uit
eigendom, bezit, erfpacht, opstal of vruchtgebruik, zijn in principe in België
belastbaar. Als u bijvoorbeeld eigenaar bent van een in België gelegen
tweede woning, dan bent u hiervoor in België belastbaar.
Kan ik voor mijn
eigen woning in
Duitsland enig
fiscaal voordeel
in België verkrijgen ?
Aangezien u voor uw in Duitsland gelegen eigen woning niet belastbaar bent
in België in de BNI/nat.pers., geniet u in België evenmin enig fiscaal voordeel
voor uw in Duitsland gelegen eigen woning (zoals aftrekbaarheid van interest
of kosten). Wel kan u - onder bepaalde voorwaarden - een belastingvermindering verkrijgen voor energiebesparende uitgaven voor uw in Duitsland gelegen woning (zie punt 2.6.5 hiervoor).
2.7.6
Bedrijfswagen
Ik heb een bedrijfswagen die ik
ook persoonlijk
gebruik. Wat zijn
de gevolgen hiervan voor de belasting ?
Wanneer uw Belgische werkgever u een bedrijfswagen ter beschikking stelt,
die u ook persoonlijk gebruikt, verkrijgt u een belastbaar voordeel. Onder
‘persoonlijk gebruik’ wordt niet alleen verstaan het privé gebruik (buiten de
werkuren, in de weekends, tijdens de vakantie, enz.), maar ook het gebruik
voor de woon-werkverplaatsing. Dat voordeel wordt forfaitair geraamd op
basis van het fiscaal vermogen van de wagen (fiscale PK). De fiscale PK van
de bedrijfswagen is onder meer vermeld op het betalingsbericht inzake verkeersbelasting.
Bij de berekening van het te belasten voordeel wordt het aantal voor privégebruik afgelegde kilometers (inclusief woon-werkverkeer) vermenigvuldigd
met het voordeel per afgelegde kilometer. In de volgende tabel vindt u dat
voordeel per afgelegde kilometer.
- 21 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Voordeel per afgelegde kilometer
Belastbare
kracht in PK
Basisbedrag in EUR
Geïndexeerd bedrag
voor inkomstenjaar
2004 in EUR
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19 en meer
0,1380
0,1620
0,1790
0,1980
0,2160
0,2350
0,2600
0,2850
0,3020
0,3210
0,3330
0,3470
0,3570
0,3640
0,3730
0,3800
0,1554
0,1824
0,2016
0,2230
0,2433
0,2647
0,2928
0,3210
0,3401
0,3615
0,3750
0,3908
0,4021
0,4099
0,4201
0,4280
- 22 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Aantal kilometerforfaitaire raming
Voor de bepaling van het aantal voor persoonlijk gebruik gereden kilometers,
wordt gekeken naar het aantal gereden kilometers woon-werkverkeer : is de
afstand (enkel) in kilometers tussen de woonplaats en de vaste plaats van
tewerkstelling minder dan of gelijk aan 25 km, dan bedraagt dit aantal 5.000
km op jaarbasis. Is de afstand groter dan 25 km, dan bedraagt het aantal
7.500 km. Indien u geen vaste plaats van tewerkstelling hebt, dan geldt het
minimum van 5.000 km.
Eens u het aantal kilometer bepaald hebt, vermenigvuldigt u dit met het geindexeerde bedrag dat overeenstemt met de fiscale PK van uw wagen. Hebt
u de wagen maar een gedeelte van het jaar in uw bezit, dan mag u het kilometerforfait prorata temporis verminderen.
Rekent uw werkgever u reeds een bedrag aan voor het gebruik van de wagen, dan mag u dit bedrag in mindering brengen van het voordeel.
Opgelet : indien u uw woon-werkverkeer inbrengt als bewezen beroepskost,
dan moet u bij de berekening van het voordeel rekening houden met de werkelijke kilometeraantallen die in aanmerking worden genomen voor de
bewezen kosten.
Zo u op jaarbasis 8.000 km woon-werkverkeer als kost inbrengt, dan zal u
ook het voordeel van uw wagen moeten berekenen uitgaande van die 8.000
km. Voor de vaststelling van het voordeel uit het persoonlijk gebruik van een
auto van de zaak (inclusief het woon-werkverkeer) mag het aantal kilometer
voor een jaar echter niet lager zijn dan 5000.
Geldt het aantal
afgelegde kilometer tussen
mijn woning en
mijn plaats van
tewerkstelling als
beroepsverplaatsing of persoonlijke verplaatsing ?
Wanneer uw werkgever u een bedrijfswagen ter beschikking stelt, wordt het
aantal kilometer van uw woning naar uw vaste plaats van tewerkstelling voor
de berekening van het belastbare voordeel beschouwd als persoonlijke verplaatsing.
Geldt voor
bestelwagens
dezelfde regeling
als voor personenauto’s ?
Ook voor de terbeschikkingstelling van een bestelauto wordt voor persoonlijk
gebruik (met inbegrip van het woon-werkverkeer) een belastbaar voordeel
berekend. Dit voordeel wordt evenwel niet forfaitair berekend, maar moet op
de werkelijke waarde worden geraamd.
- 23 -
Wonen in Duitsland, werken in België
2.7.7 Welke fiscale regeling is
in België van
toepassing op
aandelenopties?
De toekenning van aandelenopties wordt in België als een voordeel van alle
aard beschouwd, dat belastbaar is op het ogenblik van de toekenning
van de opties. Een optie wordt uit fiscaal oogpunt geacht te zijn toegekend
op de zestigste dag na de datum van het aanbod (mits de begunstigde binnen deze termijn schriftelijk te kennen heeft gegeven dit aanbod te aanvaarden).
De waarde van het belastbare voordeel wordt (tenzij in het uitzonderlijke geval dat de optie zelf op een beurs genoteerd of verhandeld wordt), forfaitair
vastgesteld op een percentage van de waarde die de aandelen waarop de
optie betrekking heeft, bezitten op het ogenblik van het aanbod.
De waarde van een aandeel dat op een beurs genoteerd of verhandeld
wordt, wordt bepaald door de beurswaarde. Naar keuze van de aanbieder is
dit de gemiddelde slotkoers gedurende de 30 dagen die het aanbod voorafgaan of de laatste slotkoers die de dag van het aanbod voorafgaat. Gaat het
om een niet-beursgenoteerd aandeel, dan bepaalt de aanbieder zelf de
waarde, op advies van een hiertoe gerechtigd financieel expert.
Het belastbare voordeel van een optie wordt vervolgens vastgesteld op 15%
van de aldus berekende waarde van de onderliggende aandelen, te verhogen met 1% van deze waarde per jaar (of gedeelte van een jaar) dat de uitoefenperiode vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van het aanbod, overschrijdt. Als een aandelenoptieplan dus voorziet dat de optie kan worden uitgeoefend tot 7 jaar na het aanbod, dan wordt het voordeel van alle aard vastgesteld op 17% van de waarde die de aandelen hebben op het ogenblik van
het aanbod.
Deze percentages worden gehalveerd wanneer al de volgende voorwaarden
vervuld zijn :
De uitoefenprijs moet definitief worden vastgesteld op het ogenblik van
het aanbod.
De optie mag niet worden uitgeoefend vóór het einde van het derde
kalenderjaar, noch ná het einde van het tiende kalenderjaar volgend op
dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden.
De optie mag niet onder levenden worden overgedragen.
Het risico van waardevermindering van de aandelen mag niet door de
aanbieder of een hiermee verbonden partij gedekt zijn.
De optie moet betrekking hebben op aandelen van de vennootschap
waarvoor de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend, of op aandelen
van een moedermaatschappij daarvan.
Op voordelen van alle aard uit de toekenning van aandelenopties zijn de gewone regels voor de bedrijfsvoorheffing van toepassing. De begunstigde
moet (normaal gesproken aan de hand van zijn exemplaar van de fiscale
fiche) het belastbare bedrag aangeven in zijn aangifte in de personenbelasting of belasting van niet-inwoners over het inkomstenjaar waarin het voordeel werd toegekend. Voordelen uit aandelenopties zijn belastbaar tegen het
gewone, progressieve tarief. De gevestigde aanslag is definitief.
Latere voordelen (naar aanleiding van de vervreemding van de optie, de uitoefening van die optie of de vervreemding van aandelen, verworven bij de
uitoefening van de opties) zijn niet belastbaar.
- 24 -
Wonen in Duitsland, werken in België
3.
Uw belastingregeling in Duitsland
3.1
Algemeenheden
Wanneer u in Duitsland woont bent u als inwoner in principe aan de belasting
onderworpen (unbeschränkte Steuerpflicht - § 1, al.1 EstG/Duitse wet houdende inkomstenbelastingen). Dit betekent dat al uw inkomsten normaal in
Duitsland belastbaar zijn, ongeacht of ze uit Duitsland of uit het buitenland
voortkomen. Dit is het zogenaamde principe van het wereldinkomen. Het
komt evenwel vaak voor dat inkomsten van buitenlandse oorsprong ook nog
eens belast worden in het land waaruit ze afkomstig zijn. Dit zou impliceren
dat uw buitenlandse inkomsten twee maal zouden belast worden. Om dergelijke dubbele belasting te vermijden, heeft Duitsland met veel landen overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting (DBV) afgesloten. Natuurlijk werd er ook tussen Duitsland en België een dergelijke overeenkomst
afgesloten. In hoofdstuk 1. Het dubbelbelastingverdrag tussen België en
Duitsland vindt u hierover meer informatie.
De toestand wordt ingewikkelder wanneer u in beide landen, dus zowel in
Duitsland als in België, een woonplaats hebt. In dat geval moet eerst vastgesteld worden in welk van de twee landen u als inwoner beschouwd wordt.
Meer inlichtingen hieromtrent vindt u onder punt 3.4 Dubbele woonplaats
3.2
Recht om belasting te heffen van uw inkomsten
3.2.1
Inkomsten van
Duitse
oorsprong
Het feit dat u inkomsten van vreemde oorsprong verkrijgt heeft in eerste instantie geen invloed op de belastingheffing van uw Duitse inkomsten. Wanneer u een salaris ontvangt van een Duits werkgever waarvoor u in Duitsland
werkt, wordt de belasting normaal geheven bij wege van inhouding bij de
bron (Lohnsteuerabzugsverfahren). Die inhouding geschiedt door middel van
de "inhoudingskaart" (Lohnsteuerkarte). Ook andere inkomstenscategorieën
volgen het gewoon belastingregime (bvb. inkomsten uit kapitaal). Op het
einde van het jaar kunt u (en in bepaalde gevallen moet u) een belastingaangifte indienen en daarin de inkomsten vermelden die u in de loop van het afgelopen kalenderjaar verworven hebt.
- 25 -
Wonen in Duitsland, werken in België
3.2.1.1
Activiteit in
België voor een
Duitse werkgever
Voorbeeld
Indien u voor rekening van uw Duitse werkgever een dienstreis naar België
maakt, rijst de vraag welk van de twee landen het loon mag belasten dat betrekking heeft op die dienstreis. Volgens art. 15 van het Belgisch-Duitse DBV
wordt de heffingsbevoegdheid toegekend aan België in de mate waarin de
beroepsactiviteit in dat land wordt uitgeoefend (heffingsbevoegdheid van de
werkstaat). Op dit principe bestaat er evenwel een uitzondering wanneer de
183-dagenregel van toepassing is. Wanneer de voorwaarden van art. 15, §
2, van het Belgisch-Duitse DBV gelijktijdig vervuld zijn, behoudt Duitsland de
heffingsbevoegdheid. Met andere woorden, indien u voor rekening van een
Duitse werkgever in België werkt gedurende een tijdvak dat 183 dagen niet
te boven gaat, blijven de beloningen die betrekking hebben op die activiteit
belastbaar in Duitsland, op voorwaarde evenwel dat uw activiteit in België
niet wordt uitgeoefend in een vaste inrichting waarover uw werkgever aldaar
beschikt. In dat geval blijft het loon dat betrekking heeft op de in België uitgeoefende activiteit belastbaar in Duitsland net zoals het loon dat betrekking
heeft op uw activiteit in Duitsland.
Een Duitse werkgever zendt zijn werknemer van 1/1/2004 tot 15/3/2004 naar
België om er een klantendienst te verrichten. De jaarwedde bedraagt 60.000
EUR.
De activiteit in België wordt gedurende minder dan 183 dagen uitgeoefend.
Het loon is volledig belastbaar in Duitsland.
Indien de activiteit in België in de loop van het jaar gedurende meer dan 183
dagen wordt uitgeoefend, wordt de heffingsbevoegdheid toegekend aan België. Het loon dat verband houdt met de in België uitgeoefende activiteit wordt
dan in Duitsland vrijgesteld van de Lohnsteuer. Daartoe moet een aanvraag
worden ingediend bij de Betriebsstättenfinanzamt van de werkgever. Het
loon dat verband houdt met de in België uitgeoefende activiteit wordt uitbetaald zonder inhouding bij de bron. Zie hoofdstuk 2. Belasting der nietinwoners - uw fiscale situatie in België om te weten hoe dat loon in België
be-last wordt.
Voorbeeld
Een Duitse werkgever zendt zijn werknemer van 1/1/2004 tot 30/9/2004 naar
België om er een klantendienst te verrichten. De jaarwedde bedraagt 60.000
EUR.
De activiteit in België wordt gedurende meer dan 183 dagen uitgeoefend. Het
gedeelte van het loon dat verband houdt met die activiteit, hetzij 45.000
EUR, is belastbaar in België en wordt vrijgesteld van Duitse belasting.
- 26 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Door de vrijstelling van de Duitse Lohnsteuer bent u verplicht om op het
einde van het kalenderjaar een belastingaangifte in te dienen in Duitsland. Bij
het onderzoek van die aangifte zullen de Duitse belastingdiensten in het bijzonder nagaan of de activiteit in België gedurende meer dan 183 dagen werd
uitgeoefend. Dus is de vrijstelling van de Lohnsteuer slechts voorlopig.
Indien bij het onderzoek van de aangifte blijkt dat het gedeelte van het loon
dat verband houdt met de activiteit in België werkelijk belastbaar is in België,
zal er bij de belastingheffing in Duitsland enkel rekening worden gehouden
met dat gedeelte voor de toepassing van het progressievoorbehoud. Dat gedeelte van het loon zal dus het belastingtarief verhogen dat van toepassing is
op de inkomsten die belastbaar zijn in Duitsland. Bij de vaststelling van het
bedrag dat onderworpen is aan het progressievoorbehoud, kan de belastingplichtige uiteraard de beroepskosten inroepen die betrekking hebben op de
in België uitgeoefende activiteit. Zo kunnen bijvoorbeeld de kosten voor de
verplaatsingen in België afgetrokken worden tot een bedrag dat gelijk is aan
de forfaitaire sommen waarin de Duitse wetgeving voorziet. Vermits die uitgaven betrekking hebben op inkomsten die vrijgesteld zijn op grond van het
Belgisch-Duitse DBV (§ 3c EstG), kunnen ze niet in mindering gebracht worden van de inkomsten van Duitse oorsprong.
Voorbeeld
Een Duitse werkgever zendt zijn werknemer van 1/1/2004 tot 30/9/2004 naar
België om er een klantendienst te verrichten. De jaarwedde bedraagt 60.000
EUR. De aftrekbare beroepskosten die met deze activiteit verband houden
bedragen 5.000 EUR.
De activiteit in België wordt gedurende meer dan 183 dagen uitgeoefend. Het
gedeelte van het loon dat verband houdt met die activiteit, hetzij 45.000
EUR, is belastbaar in België en vrijgesteld van Duitse belasting. Voor de toepassing van het progressievoorbehoud wordt slechts 40.000 EUR in
aanmerking genomen aangezien er rekening wordt gehouden met de
aftrekbare beroepskosten.
3.2.1.2
Activiteit voor
een Belgische
werkgever
Indien u in België voor een Belgische en niet voor een Duitse werkgever
werkt, is uw volledig loon belastbaar in België. Duitsland heeft niet het recht
om dat inkomen te belasten. De belastingheffing in België geschiedt zonder
rekening te houden met de 183-dagenregel. Wanneer u voor een Belgische
werkgever werkt, kent art. 15, § 2, de heffingsbevoegdheid immers toe aan
België en dit vanaf de eerste werkdag in België. In dat geval wordt in Duitsland rekening gehouden met uw volledige loon voor de toepassing van het
progressievoorbehoud. Indien u naast die beloningen van Belgische oorsprong nog inkomsten van Duitse oorsprong geniet, zal het belastingtarief
dat van toepassing is op die Duitse inkomsten hoger liggen. De beroepskosten die verband houden met de inkomsten van Belgische oorsprong zijn ook
hier aftrekbaar. Wat bijvoorbeeld uw verplaatsingen naar uw werkplaats in
België betreft kunt u gebruik maken van het forfait voor woon-werkverkeer
(Entfernungspauschale).
- 27 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Voorbeeld
Een werknemer woont in Aken en werkt voor een Belgische werkgever in
Eupen. In 2004 bedraagt zijn loon 60.000 EUR. De afstand naar zijn plaats
van tewerkstelling bedraagt 35 km. Tijdens het jaar 2004 heeft hij 220 dagen
gewerkt in Eupen.
De heffingsbevoegdheid van het volledige loon is toegekend aan België
(werkstaat) aangezien de werknemer inwoner van België is. Het loon is
vrijgesteld van belasting in Duitsland. Voor de toepassing van het
progressievoorbehoud mogen de verplaatsingskosten afgetrokken worden
tot een bedrag dat gelijk is aan het forfait "Entfernungspauschale" :
220 dagen x 35 km x 0,30 EUR = 2.310 EUR.
Voor het progressievoorbehoud worden de vrijgestelde inkomsten dus in
aanmerking genomen voor een bedrag van 57.690 EUR (60.000 EUR 2.310 EUR.
3.2.1.3
Andere inkomsten in België
Het is ook het Belgisch-Duitse DBV dat vastlegt welk van de twee landen het
recht heeft om belastingen te heffen van andere inkomsten dan het loon. Dat
punt zal hier slechts in het kort besproken worden. Voor meer inlichtin-gen
dienaangaande verwijzen wij naar het Belgisch-Duitse DBV.
Inkomsten die
belastbaar zijn in
België
België is bevoegd om belastingen te heffen van volgende inkomsten :
inkomsten uit de verhuring of verpachting van een in België gelegen
onroerend goed (art. 6 Belgisch-Duitse DBV), met inbegrip van de eventuele meerwaarde die wordt verwezenlijkt bij de vervreemding van dat
goed;
ondernemingswinst, in de mate waarin deze kan toegerekend worden
aan een Belgische vestiging van de onderneming (art. 7 Belgisch-Duitse
DBV);
inkomsten uit een zelfstandige werkzaamheid indien uitgeoefend door
middel van een in België gelegen vaste basis (art. 7 Belgisch-Duitse
DBV);
inkomsten van zelfstandige artiesten en sportbeoefenaars indien de
werkzaamheid wordt uitgeoefend in België (art. 17 Belgisch-Duitse
DBV);
Belgische pensioenen tot uitvoering van de sociale wetgeving (art. 19,
§3, Belgisch-Duitse DBV);
uit België afkomstige overheidspensioenen, op voorwaarde dat u de
Belgische nationaliteit bezit (art. 19, §1, Belgisch-Duitse DBV). Indien u
enkel de Duitse nationaliteit bezit, wordt de heffingsbevoegdheid van die
pensioenen toegekend aan Duitsland.
Voornoemde inkomsten worden in Duitsland evenwel in aanmerking genomen in het kader van het progressievoorbehoud. Die inkomsten, die vrijgesteld zijn op grond van het DBV, verhogen dus het belastingtarief dat van
toepassing is op uw in Duitsland belastbare inkomsten.
- 28 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Inkomsten die
belastbaar zijn in
Duitsland
Als woonstaat heeft Duitsland het recht om belastingen te heffen van
volgende inkomsten van Belgische oorsprong :
dividenden betaald door een Belgische vennootschap (art. 10 BelgischDuitse DBV);
interest uit Belgische kapitalen (art. 11 Belgisch-Duitse DBV).
In beide gevallen heeft België het recht om bij de bron een belasting in te
houden die over het algemeen 15 % bedraagt. Indien in België dergelijke
bronbelasting wordt geheven kan ze, op grond van bewijsstukken, verrekend
worden bij de belastingheffing in Duitsland.
De opsomming van de inkomsten van buitenlandse oorsprong is niet volledig. Meer informatie kunt u vinden in het Belgisch-Duitse DBV.
3.3
Werkwijze om dubbele belasting in Duitsland te vermijden
3.3.1
Vrijstellingsmethode
Om dubbele belasting te vermijden past Duitsland, als woonstaat, in principe
de vrijstellingsmethode toe (art. 23, § 1, 1°, Belgisch-Duitse DBV). Dit betekent dat de inkomsten waarvoor België (onbeperkte) heffingsbevoegdheid
heeft, in Duitsland vrijgesteld worden van belasting.
3.3.2
Verrekeningsmethode
Voornoemde regel is niet van toepassing voor dividenden en interest van
Belgische oorsprong, waarvan België het recht heeft om een beperkte bronbelasting te heffen. Die inkomsten zijn volledig belastbaar in Duitsland en de
Belgische belasting die bij de bron werd ingehouden wordt met de Duitse
belasting verrekend.
Vrijstelling van
het Belgische
loon
De vrijstelling van het loon kan worden aangevraagd bij de toepassing van
de methode van de bronbelasting (Lohnsteuerabzugsverfahren). Daartoe
moet u een aanvraag indienen bij het Betriebsstättenfinanzamt van uw Duitse werkgever. Deze werkwijze is evenwel niet verplicht. De vrijstelling kan
ook uitsluitend in de aangifte in de inkomstenbelasting worden aangevraagd.
In dat geval wordt de Duitse Lohnsteuer eerst ingehouden van uw loon en
daarna terugbetaald bij de vestiging van de belasting. Het vrijgestelde loon
moet worden vermeld in bijlage N van de aangifte, onder de rubriek "Vrijgesteld loon" ("Steuerfreier Arbeitslohn"), regel 13 :
- 29 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Overeenkomstig het met België (of een ander land) afgesloten DBV,
moet de belastingplichtige vanaf het jaar 2004 bewijzen dat er in België
(of een ander land) daadwerkelijk belasting werd geheven en betaald
van het loon dat werd aangegeven onder de rubriek "Steuerfreier Arbeitslohn".
Voor de andere inkomsten kan de vrijstelling van de Duitse belasting enkel
verkregen worden in het kader van de vestiging van de belasting (Einkommensteuerveranlagung). De inkomsten van Belgische oorsprong moeten in
de aangifte worden vermeld. Ze zijn vrijgesteld van Duitse belasting op grond
van de bepalingen van het Belgisch-Duitse DBV. Daartoe moeten die inkomsten worden aangegeven op pagina 2 van de aangifte AUS (regel 39 en volgende) :
Zoals hierboven reeds verduidelijkt werd worden de vrijgestelde inkomsten in
aanmerking genomen voor het progressievoorbehoud. Ze verhogen dus het
belastingtarief dat van toepassing is op de andere inkomsten die in Duitsland
belastbaar zijn. De vrijgestelde inkomsten worden vastgesteld overeenkomstig de Duitse wetgeving, zelfs indien het gaat om inkomsten van buitenlandse oorsprong. Er werd reeds gewezen op de mogelijkheid om gebruik te maken van het forfait voor woon-werkverkeer (Entfernungspauschale). Voor
huurinkomsten moeten dezelfde afschrijvings-percentages worden toegepast als die welke in Duitsland worden gebruikt voor het afschrijven van kosten die zijn gemaakt voor het verwerven of bouwen van onroerende goederen. De Belgische afschrijvingspercentages mogen niet worden toegepast.
In voorkomend geval moeten de inkomsten twee maal worden vastgesteld :
volgens de Belgische wetgeving voor de belastingheffing van de inkomsten
in België en volgens de Duitse wetgeving voor de toepassing van het progressievoorbehoud in Duitsland.
Indien u in België interest ontvangt of indien u dividenden krijgt van een Belgische kapitaalvennootschap, moeten die inkomsten eerst worden aangegeven in de bijlage KAP (regel 34 en volgende) als inkomsten uit kapitalen van
Duitse oorsprong :
- 30 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Om de verrekening te genieten van de Belgische bronbelasting die wordt ingehouden van die roerende inkomsten, moet u die inkomsten ook aangeven
in de bijlage AUS (regel 5 en volgende) :
De Belgische bronbelasting moet tevens vermeld worden op blz. 1 van de
bijlage AUS :
Voor het indienen van de aangifte in de inkomstenbelasting is de gewone
termijn van toepassing. Gewoonlijk verstrijkt die termijn op 31 mei van het
jaar dat volgt op het inkomstenjaar. De termijn kan wegens wettige redenen
verlengd worden, bvb. wanneer u nog niet in het bezit bent van de attesten
die vereist zijn voor de verrekening van de Belgische bronbelasting.
- 31 -
Wonen in Duitsland, werken in België
3.4
Dubbele woonplaats
Het toekennen van de heffingsbevoegdheid is minder eenvoudig wanneer u
zowel in Duitsland als in België over een woonplaats beschikt. In dat geval
moet er - conform artikel 4 van het Belgisch-Duitse DBV - bepaald worden of
u inwoner bent van België of van Duitsland.
Een woonplaats in de twee landen betekent vooreerst dat u, als inwoner, in
beide landen aan de belasting onderworpen bent (unbeschränkte Steuerpflicht in Duitsland - personenbelasting in België). Dat wil zeggen dat u in
principe in beide landen belastbaar bent over het geheel van uw wereldinkomen. Teneinde dubbele belasting te vermijden, moet eerst uitgemaakt worden of u inwoner van Duitsland of van België bent. Wanneer iemand een
woonplaats in beide landen heeft, is het aangewezen om na te gaan met
welk van beide landen zijn persoonlijke en economische betrekkingen het
nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen). In dat verband zijn volgende elementen van belang : de plaats waar het gezin gevestigd is, het land
waar uw gemeenschapsleven zich afspeelt (bvb. lidmaatschap van een
club) of de plaats waar u gewoonlijk verblijft. Indien het niet mogelijk is om
uw woonstaat te bepalen op grond van voornoemde criteria, zal er beslist
worden op grond van uw nationaliteit. Indien u over de nationaliteit van de
twee landen beschikt, moeten België en Duitsland de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming regelen.
Het vaststellen van de fiscale woonplaats is zeer belangrijk voor zover het
Belgisch-Duitse DBV een gedeelte van de heffingsbevoegdheid toekent aan
de woonstaat. Indien de uitdrukking "verblijfplaats" gelijkgesteld zou worden
met "woonplaats", zou een dubbele woonplaats gelijk staan met dubbele belasting. Het probleem is vooral van belang voor de roerende inkomsten. De
bevoegdheid om belasting te heffen van interest en dividenden is toegekend
aan de woonstaat. De andere Staat mag enkel bronbelasting heffen op voorwaarde dat de inkomsten voortkomen uit bronnen die in die andere Staat
gevestigd zijn. Bij de vestiging van de belasting in de woonstaat verrekent
deze enkel het in het DBV bepaalde percentage van de bronbelasting. Indien de inhouding aan de bron meer bedraagt dan het bij overeenkomst
vastgelegde percentage, moet dat bedrag door de bronstaat worden terugbetaald. Indien u informatie wenst over een eventuele terugbetaling van
bronbelasting, raden wij u aan u in verbinding te stellen met de Belgische
belastingadministratie.
- 32 -
Wonen in Duitsland, werken in België
4.
Sociale zekerheid bij grensarbeid
4.1. Vaststelling van de toestand inzake sociale zekerheid
4.1.1 Hoe is de coördinatie van de wettelijke
sociale zekerheid gereglementeerd ?
De wettelijke sociale zekerheid voor grensarbeiders wordt in het bijzonder geregeld door de aanwijsregels van Europese Verordening
1408/71. Uitgangspunt hierbij is dat een grensarbeider slechts in
één land sociaal verzekerd is.
4.1.2 Wat verstaat Verordening 1408/71 onder “grensarbeider” ?
Volgens Verordening 1408/71 is een grensarbeider een werknemer
die voldoet aan de volgende voorwaarden :
4.1.3 Waar ben ik als
grensarbeider sociaal
verzekerd ?
Volgens de grondregel van Verordening 1408/71 bent u als grensarbeider in principe sociaal verzekerd in het land waar u daadwerkelijk
werkt.
4.1.4 Zijn er uitzonderingen op de grondregel van Verordening
1408/71 ?
Onder anderen voor ambtenaren, zeevarenden en rijdend, varend of
vliegend personeel gelden er andere aanwijsregels. Dienaangaande
kunt u contact opnemen met de FOD Sociale Zekerheid (zie hoofdstuk 5 : nuttige adressen)
4.1.5 Waar ben ik sociaal verzekerd als ik
ook in Duitsland
werk ?
Ten minste één dag per maand.
hij oefent beroepswerkzaamheden uit in België.
hij woont in Duitsland.
hij keert in principe dagelijks, maar minstens eenmaal per week
terug naar Duitsland.
Als u regelmatig in twee landen werkt, bent u sociaal verzekerd in het
land waar u woont. Indien u ten minste één dag per maand georganiseerde en te verwachten werkzaamheden heeft in Duitsland, bent u
sociaal verzekerd in Duitsland. Regelmatig thuiswerk tijdens de kantooruren telt hierbij ook mee. In dit geval moet u voor de in Duitsland
uitgeoefende werkzaamheden een formulier E-101 aanvragen bij de
Krankenkasse (ziekenfonds). Met dit formulier kunt u in België aantonen dat u de sociale zekerheidsbijdragen betaalt in Duitsland.
Minder dan één dag per maand
Ook als u voor rekening van dezelfde werkgever minder dan één dag
per maand, maar ten minste één dag per kwartaal in Duitsland werkt,
kan de Duitse wetgeving inzake sociale zekerheid onder bepaalde
voorwaarden van toepassing zijn. Indien u zich in deze situatie bevindt, kunt u contact opnemen met de FOD Sociale Zekerheid.
4.1.6 Waar ben ik sociaal verzekerd als ik
als loontrekker en als
zelfstandige zowel in
België als in Duitsland
werk ?
Als u als loontrekker en als zelfstandige zowel in België als in Duitsland werkt, zijn er verschillende mogelijkheden. Het is niet mogelijk
om binnen het bestek van deze brochure al deze mogelijkheden te
bespreken. U kunt daaromtrent contact opnemen met de FOD Sociale Zekerheid.
- 33 -
Wonen in Duitsland, werken in België
4.1.7 Waar ben ik sociaal verzekerd als ik
naast mijn Belgische
loon ook nog een Belgische of Duitse arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvang ?
Als u ook nog een Belgische of Duitse arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, bent u sociaal verzekerd in het land waar u werkt : België.
- 34 -
Wonen in Duitsland, werken in België
4.2
Percentage van de bijdragen
4.2.1 Welke socialezekerheidsbijdragen
moet ik betalen ?
In de volgende tabel kunt u zien welke socialezekerheidsbijdragen u
moet betalen.
Percentage van de bijdragen op 1 januari 2005
Percentage
Werknemer
1
Werkgever
Pensioenen (rust- en overlevingspensioenen)
7,50
8,86
Ziekte en invaliditeit :
- Geneeskundige verzorging
- Uitkeringen
3,55
3,80
1,15
2,35
Kinderbijslagen
-
7,00
Werkloosheid
0,87
1,46
-
1,10
-
0,30
Beroepsziekten
Arbeidsongevallen
2
Subtotaal
13,07
24,79
3
3
Jaarlijkse vakantie
-
6,00
Betaald educatief verlof
-
0,04
-
7,48
Kinderopvang
-
0,05
Tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen
-
0,10
-
1,69
- Minder dan 20 werknemers of,
-
0,25
- 20 of meer werknemers
-
0,29
Bijzondere bijdrage :
-
0,22
- begeleiding van jongeren naar de arbeidsmarkt
-
0,05
Loonmatiging
4
Bijzondere werkloosheidsbijdrage
5
Sluiting van ondernemingen : basisbijdrage :
6
Algemeen totaal :
1
2
3
4
5
6
- Minder dan 10 werknemers
13,07
38,98
- 10 tot 20 werknemers
13,07
40,67
- 20 of meer werknemers
13,07
40,71
Percentages worden van het volledige brutoloon geheven (bij arbeiders over 108% van
het volledige brutoloon).
Hiernaast moet iedere werkgever een arbeidsongevallenpolis afsluiten bij een (erkende)
verzekeraar. Het bedrag van de particuliere premie is onder meer afhankelijk van het bedrijfsrisico.
Dit wordt alleen geheven van loon van arbeiders: 6% per periode van uitbetaling (per
week, vier weken of maand), 10,27% - van 108% van het jaarloon - per jaar in april.
Te betalen door elke werkgever die werknemers tewerkstelt voor wie RSZ-bijdragen verschuldigd zijn.
Dit geldt alleen voor werkgevers die ten minste tien werknemers in dienst hebben.
Dit is het gemiddelde aantal werknemers tewerkgesteld tijdens het voorafgaand kalenderjaar.
- 35 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Bovendien kan de werkgever bijdragen inhouden voor een bedrijfspensioen,
een aanvullend nabestaandenpensioen, een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering enzovoort.
De Belgische belastingadministratie int daarnaast nog een bijzondere socialezekerheidsbijdrage ten laste van de werknemers : de Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid (BBSZ). De bijdrage is afhankelijk van het bruto-loon over
een kwartaal (na aftrek van werknemersbijdragen en bedrijfsvoorheffing) en
van de gezinssituatie.
4.3. Rustpensioen
4.3.1 Welke
rechten geeft
het rustpensioen mij ?
Door het rustpensioen heeft u recht op een maandelijkse uitkering als u met
pensioen gaat. Indien u tijdens uw loopbaan ook in Duitsland pensioenrechten opgebouwd hebt, dan heeft u deels recht op een Belgisch pensioen en
deels recht op een Duits pensioen. Mannen hebben recht op een rustpensioen vanaf hun 65ste. Met ingang van 1 januari 2005 hebben vrouwen recht
op een rustpensioen vanaf hun 63ste, per 1 januari 2006 vanaf hun 64ste en
per 1 januari 2009 vanaf hun 65ste. Alle werknemers met een loopbaan van
een bepaald aantal jaren hebben recht op het vervroegd pensioen vanaf 60
jaar. Vanaf 2005 moet u hiervoor bewijzen dat u een Europese loopbaan van
ten minste 35 jaar heeft. Het bedrag van het rustpensioen is afhankelijk van :
het aantal jaren tijdens dewelke u pensioenrechten heeft opgebouwd;
uw persoonlijke en uw gezinstoestand;
het bedrag van uw jaarinkomen tijdens de opbouw van uw pensioen;
de leeftijd waarop u met pensioen gaat;
uw andere inkomsten naast het rustpensioen;
het vakantiegeld.
Aantal jaren
tijdens dewelke
u pensioenrechten heeft opgebouwd
Uw persoonlike
en gezinstoestand
Bedrag van uw
jaarinkomen tijdens de opbouw
van uw pensioen
De leeftijd waarop u met pensioen gaat
Per jaar dat u pensioenrechten heeft opgebouwd, heeft u recht op 1/45 deel
van het pensioen. In 2005 hebben vrouwen recht op 1/43 voor ieder verzekerd jaar. Voor vrouwen zal de breuk mee evolueren met de normale pensioenleeftijd. De breuk zal dus in 2006 1/44 en in 2009 1/45 bedragen.
Er zijn twee soorten rustpensioenen :
het gezinspensioen (75% van het pensioenbedrag). U heeft alleen recht
op het gezinspensioen als uw echtgenoot geen of weinig inkomsten heeft.
Er is geen gelijkstelling voor samenwonenden;
het alleenstaandenpensioen (60% van het pensioenbedrag).
Uw brutojaarinkomen wordt geplafonneerd en geherwaardeerd naargelang
de prijsindex die gehanteerd wordt op de datum waarop het pensioen ingaat.
Bij vervroegde pensionering is uw loopbaan korter en heeft u dan ook maar
recht op een lager pensioen.
- 36 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Uw andere
inkomsten naast
het rustpensioen
Indien de inkomsten uit arbeid meer bedragen dan 10.845,35 EUR
(of 14.556,14 EUR met een kind ten laste), wordt geen rustpensioen uitbetaald. Bij een vervroegd pensioen mag u 7.421,57 EUR bijverdienen (of
11.132,37 EUR met een kind ten laste). Het rustpensioen wordt verlaagd of
zelfs ingetrokken wanneer de inkomsten uit arbeid te hoog zijn. Een ziekte-,
invaliditeits- of werkloosheidsuitkering heeft eveneens een invloed op het bedrag van het rustpensioen.
Vakantiegeld
Vanaf het tweede pensioenjaar heeft u recht op vakantiegeld. Dat mag nooit
hoger zijn dan het maandbedrag van het rustpensioen en bedraagt maximaal
631,33 EUR (gezinspensioen) of 505,06 EUR (alleenstaandenpensioen).
4.3.2 Moet ik
nog iets regelen voor het
verzekeren van
het rustpensioen ?
U hoeft verder niets te regelen. Doordat u bijdragen voor het rustpensioen
betaalt, zijn de verzekerde tijdvakken automatisch geregistreerd. Om een
rustpensioen aan te vragen, moet u te zijner tijd een verzoek indienen via de
bevoegde instelling van uw woonplaats.
4.4
Overlevingspensioen
4.4.1 Welke rechten verschaft het
overlevingspensioen ?
Uw partner heeft recht op een overlevingspensioen wanneer u op de datum van uw overlijden verzekerd was in België of een andere EU-lidstaat.
Bouwt u tijdens uw loopbaan ook in Duitsland een nabestaandenpensioen
op, dan heeft u deels recht op een Belgisch overlevingspensioen en deels
op een Duits nabestaandenpensioen.
Alleen een gehuwd persoon kan aanspraak maken op een overlevingspensioen. Samenwonenden kunnen geen aanspraak maken op een overlevingspensioen. Om recht te hebbben op een Belgisch overlevingspensioen moet de gehuwde echtgenoot voldoen aan de volgende voorwaarden:
De nabestaande moet: :
- ten minste 45 jaar oud zijn; of
- een kind opvoeden; of
- ten minste voor 66% arbeidsongeschikt zijn.
De nabestaande moet op de datum van overlijden ten minste een jaar
getrouwd zijn geweest. Deze laatste voorwaarde vervalt echter wanneer :
- uit het huwelijk een kind werd geboren; of
- er op de datum van overlijden een kind ten laste is waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen; of
- het overlijden het gevolg is van een ongeval of een beroepsziekte,
dat/die zich heeft voorgedaan na de huwelijksdatum.
- 37 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Voldoet de nabestaande niet aan de gestelde voorwaarden, dan kan er
onder bepaalde voorwaarden en gedurende maximaal twaalf maanden
toch een tijdelijk overlevingspensioen worden uitbetaald. Wanneer de nabestaande 45 jaar wordt en op dat tijdstip aan alle voorwaarden voldoet,
wordt het overlevingspensioen alsnog uitbetaald. Het volledige overlevingspensioen bedraagt 80% van het rustpensioen (gezinspensioen) waarop de overledene recht zou hebben gehad indien hij op het tijdstip van
overlijden de pensioenleeftijd bereikt had en indien hij 45 jaar gewerkt had
(42 jaar voor vrouwen).
Het overlevingspensioen wordt stopgezet in volgende gevallen :
De nabestaande heeft recht op een ziekte-, invaliditeits- of werkloosheidsuitkering.
De nabestaande hertrouwt, of is jonger dan 45 jaar en voldoet niet
meer aan de gestelde voorwaarden.
De nabestaande heeft een inkomen uit arbeid boven 14.843,13 EUR
(18.553,93 EUR indien er een kind ten laste is).
Bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd loopt het recht op overlevingspensioen door. Het Duitse persoonlijke rustpensioen wordt hiervan
wel in mindering gebracht.
Vanaf het tweede jaar heeft u recht op vakantiegeld. Dat mag nooit hoger
zijn dan het maandbedrag van het overlevingspensioen en bedraagt maximaal 505,06 EUR.
4.4.2 Moet ik nog
iets regelen voor
het verzekeren
van het overlevingspensioen ?
4.5
U hoeft verder niets te regelen. Doordat u bijdragen voor het overlevingspensioen betaalt, zijn de verzekerde tijdvakken automatisch geregistreerd.
Om een overlevingspensioen aan te vragen, moet u te zijner tijd een verzoek indienen via de bevoegde instelling van uw woonplaats.
Kinderbijslag en andere voor kinderen bestemde stelsels
4.5.1 Heb ik recht
op kinderbijslag ?
U heeft recht op Belgische kinderbijslag tot 31 augustus van het jaar waarin uw kind 18 jaar wordt. Daarna kunt u nog recht op kinderbijslag hebben
in de volgende gevallen :
Uw kind is voor ten minste 66% gehandicapt (tot 21 jaar of zonder
leeftijdsbeperking voor zeer ernstig gehandicapten).
Uw kind heeft een erkende leerovereenkomst (tot 25 jaar).
Uw kind volgt hoger onderwijs (tot 25 jaar).
Uw kind is werkzoekende na zijn studies (tot 25 jaar).
- 38 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Als de andere ouder van het kind in Duitsland werkt, kan het kind ook recht
hebben op Duitse kinderbijslag. Verordening 1408/71 stelt dat slechts één
land kinderbijslag betaalt. Welk land uiteindelijk kinderbijslag betaalt, wordt
als volgt bepaald :
Het recht op kinderbijslag in de werkstaat van de ouder gaat voor op
het recht op kinderbijslag in de woonstaat van het kind.
Als een van de ouders in de woonstaat van het kind werkt, gaat dit
recht voor.
Als de kinderbijslag in een van beide landen hoger is, wordt het verschil aangevuld door het land met de hoogste kinderbijslag. Omdat de
Belgische kinderbijslag doorgaans hoger is dan de Duitse, komt het
niet vaak voor dat er aanvullende Duitse kinderbijslag wordt betaald.
Het bedrag van de kinderbijslag is afhankelijk van de leeftijd en het aantal
kinderen. Men heeft recht op een basisbedrag met een bijkomende leeftijdstoeslag voor kinderen vanaf zes jaar.
Let op! Een aantal uitkeringen, zoals een werkloosheidsuitkering en een
uitkering wegens ziekte, worden gelijkgesteld met werken.
Basiskinderbijslagen
Nettobedrag per kind per maand
Rangorde
Eerste kind
Tweede kind
Derde en volgende kinderen
75,54 EUR
139,78 EUR
208,70 EUR
Naast de rangorde wordt er in België ook rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Kinderen vanaf zes jaar hebben recht op een leeftijdstoeslag.
Leeftijdstoeslagen
voor het eerste
kind
Leeftijdscategorie
Nettobedrag per kind per maand
Kind geboren na 31 december 1990
- 6 tot 12 jaar
- 12 tot 18 jaar
- 18 jaar of ouder
13,16 EUR
20,04 EUR
23,10 EUR
Kind geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990
- minder dan 18 jaar
- 18 jaar of ouder
26,24 EUR
28,19 EUR
Kind geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984
- 18 jaar of ouder
42,04 EUR
Kind geboren vóór 1 januari 1981
- 18 jaar of ouder
44,25 EUR
- 39 -
Wonen in Duitsland, werken in België
Leeftijdstoeslagen
vanaf het tweede
kind
Leeftijdscategorie
Nettobedrag per kind per maand
- 6 tot 12 jaar
- 12 tot 18 jaar
- 18 jaar of ouder
26,24 EUR
40,10 EUR
50,99 EUR
Onder bepaalde voorwaarden worden er hogere bedragen toegekend voor
kinderen van personen die arbeidsongeschikt, gehandicapt of werkloos
zijn. Ook voor wezen, halve wezen, gehandicapte kinderen en buiten het
gezin geplaatste kinderen gelden hogere bedragen. Voor meer informatie
hieromtrent kunt u contact opnemen met de FOD Sociale Zekerheid.
4.6
Ziekte
4.6.1 Hoe ben ik
verzekerd tegen
ziekte en arbeidsongeschiktheid ?
De verzekering tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid omvat :
een ziekte- en invaliditeitsverzekering;
een arbeidsongevallenverzekering;
een beroepsziekteverzekering.
De ziekte- en invaliditeitsverzekering geldt enkel voor ziekten en ongevallen die zich voordoen in de privésfeer. Is de oorzaak van de ziekte of invaliditeit het directe gevolg van een arbeidsongeval of van de werkomstandigheden, dan kunt u een beroep doen op de arbeidsongevallenverzekering of
op de beroepsziekteverzekering.
4.6.2 Wat zijn
mijn rechten en
plichten ?
U moet zich in België bij een ziekenfonds laten inschrijven. Met het formulier E-106 kunt u zich vervolgens “ten laste van België” laten inschrijven bij
een Duits ziekenfonds.
Bovenop de Belgische ziekenfondsbijdrage die van het loon wordt ingehouden, is er ook nog een rechtstreeks aan het Belgische ziekenfonds te betalen ledenbijdrage. U bent echter geen nominale bijdrage verschuldigd in
Duitsland.
4.6.3 Wat houdt
de ziekte- en invaliditeitsverzeke
ring in ?
De ziekte- en invaliditeitsverzekering omvat de geneeskundige verstrekkingen en de uitkeringen wegens ziekte.
Hoewel U niet verzekerd bent voor de Duitse ziekteverzekering, heeft u wel
recht op geneeskundige verstrekkingen, omdat u in Duitsland woont. Die
verstrekkingen worden u door de bevoegde Duitse inrichting toegekend
alsof u daar verzekerd was. U kunt aanspraak maken op medische hulp in
Duitsland en België. De kosten worden vergoed volgens de regels die gelden in het land waar u van de diensten gebruik maakt. Gezinsleden mogen
in principe alleen in hun woonstaat gebruik maken van de diensten.
- 40 -
Wonen in Duitsland, werken in België
U heeft recht op een uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
wanneer u als gevolg van een ziekte of ongeval in de privésfeer arbeidsongeschikt bent. De graad van de arbeidsongeschiktheid moet ten minste
66% bedragen. Als u niet voldoet aan deze voorwaarde maar toch uw werk
niet kan verrichten, kunt u ontslagen worden met recht op een werkloosheidsuitkering. Arbeidsongeschiktheid bestaat uit twee periodes, met name
de primaire arbeidsongeschiktheid en de invaliditeit.
Tijdens de eerste 30 ziektedagen wordt uw loon meestal doorbetaald door
uw werkgever (behalve voor eventuele wachtdagen) op grond van de reglementering voor het “gewaarborgd loon”. Na 30 dagen betaalt het Belgische ziekenfonds een uitkering die 60% van het laatstverdiende brutoloon bedraagt (begrensd tot 105,3055 EUR per dag bij een zesdaagse
werkweek en tot 126,3666 EUR per dag bij een vijfdaagse werkweek; indien de arbeidsongeschiktheid zich heeft voorgedaan vóór 1 januari 2005
wordt het brutoloon begrensd tot 103,2407 EUR per dag bij een zesdaagse
werkweek en tot 123,8888 EUR per dag bij een vijfdaagse werkweek).
Vanaf de 31ste dag wordt het ziekengeld verlaagd tot 55% voor de rechthebbende waarvan de partner een eigen inkomen heeft (namelijk de
samenwonende). Vanaf de zesde maand wordt minstens het bedrag van
het Belgische leefloon uitbetaald.
Na een jaar ziekte eindigt het recht op ziekengeld. U heeft dan recht op
een invaliditeitsuitkering als het arbeidsongeschiktheidspercentage ten
minste 66% bedraagt. Als u niet aan die voorwaarde voldoet maar uw werk
toch niet kan verrichten, kunt u ontslagen worden met recht op een werkloosheidsuitkering.
De invaliditeitsuitkering bedraagt :
65% van het begrensde loon voor werknemers met personen ten laste
(partner, kinderen en bloed- of aanverwanten tot de derde graad met
een begrensd loon);
50% van het begrensde loon voor werknemers zonder personen ten
laste wanneer het om een verlies van het enige inkomen gaat (alleenstaanden);
40% van het begrensde loon voor werknemers zonder personen ten
laste wanneer het niet om het verlies van het enige inkomen gaat
(samenwonenden).
De invaliditeitsuitkering mag nooit minder bedragen dan het Belgische leefloon.
4.6.4 Wat houdt
de arbeidsongevallenverzekering
in ?
De arbeidsongevallenverzekering is een privé-verzekeringsovereenkomst
die de Belgische werkgever verplicht moet afsluiten. De verzekering geeft
onder andere recht op een uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid die
is veroorzaakt door een arbeidsongeval. Ongevallen op weg van en naar
het werk vallen hier ook onder.
- 41 -
Wonen in Duitsland, werken in België
De verzekering verleent :
bij volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid : een uitkering van 90%
van het ge middelde geplafonneerde jaarloon (25.386,29 EUR);
bij blijvende arbeidsongeschiktheid : een uitkering die gelijk is aan het
gemiddelde geplafonneerde loon vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage
tussen de 5% en 10% wordt de uitkering verminderd met 25%, en bij
een arbeidsongeschiktheidspercentage onder de 5% wordt de uitkering
verminderd met 50%;
terugbetaling van de kosten voor geneeskundige verzorging;
uitkeringen bij overlijden (onder andere een gedeeltelijke terugbetaling
van begrafeniskosten en een uitkering aan de nabestaanden);
een vergoeding voor reiskosten.
4.6.5 Wat houdt
de beroepsziekteverzekering in ?
De beroepsziekteverzekering is een privé-verzekeringsovereenkomst die
de Belgische werkgever verplicht moet afsluiten. Deze verzekering geeft
recht op een uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid die is veroorzaakt door het werk dat wordt uitgevoerd. Er is een lijst met erkende beroepsziekten die voor schadeloosstelling in aanmerking komen. Bij de beroepsziekteverzekering worden in principe dezelfde uitkeringen toegekend
als bij de arbeidsongevallenverzekering. De arbeidsongeschiktheidsgraad
kan echter worden herzien. Bovendien schuilt er nog een belangrijk verschil in het feit dat de beroepsziekteverzekering wel een vergoeding voor
begrafeniskosten toekent, maar geen uitkering aan de nabestaanden.
4.6.6 Moet ik nog
iets regelen voor
de verzekering
tegen ziekte en
arbeidsongeschiktheid ?
Zoals reeds uitgelegd moet u zich aansluiten bij een Belgisch ziekenfonds
omdat het Belgisch ziekenfonds de uitkering betaalt. Wanneer u niet kunt
werken wegens ziekte, moet u dat melden bij uw werkgever.
4.7
Werkloosheid
4.7.1 Hoe ben ik
verzekerd tegen
werkloosheid ?
De verzekering tegen werkloosheid is verplicht. Op grond van Verordening 1408/71 heeft u recht op een Belgische werkloosheidsuitkering bij
tijdelijke werkloosheid en op een Duitse werkloosheidsuitkering bij definitieve werkloosheid.
- 42 -
Wonen in Duitsland, werken in België
4.7.2 Moet ik nog
iets regelen voor
de verzekering
tegen werkloosheid ?
U hoeft verder niets te doen omdat de bijdragen voor de verzekering tegen
werkloosheid automatisch van het loon worden ingehouden en doorgestort.
4.7.3 Wanneer is
er sprake van gedeeltelijke werkloosheid en waar
heb ik dan recht
op ?
Er is sprake van gedeeltelijke werkloosheid als het dienstverband gehandhaafd blijft. Het is hierbij niet van belang of het om gehele of gedeeltelijke
werkloosheid gaat (werktijdverkorting, vorstverlet enzovoort). Bij gedeeltelijke werkloosheid heeft u recht op een Belgische werkloosheidsuitkering
indien u aan de volgende voorwaarden voldoet :
Er is sprake van werkloosheid die men u niet kan verwijten.
U ontvangt geen loon meer.
U bent beschikbaar voor de arbeidsmarkt.
Vanaf 01.07.2003 hebt u automatisch recht op uitkeringen voor tijdelijke
werkloosheid. Het is dus niet nodig dat u, alvorens u uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid kunt ontvangen, eerst een wachttijd voleindigt die overeenkomt met een aantal arbeidsdagen in loondienst.
Indien u vóór 01.07.2003 reeds uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid genoot binnen het stelsel van de wachtuitkeringen, moet u vanaf de eerste
tijdelijke werkloosheid die na 30 juni 2003 valt een nieuwe uitkeringsaanvraag indienen met het formulier C 3.2-WERKGEVER.
Voor mannen kan de uitkering doorlopen tot het 65ste levensjaar, voor
vrouwen tot het 63ste levensjaar. Het bedrag van de Belgische werkloosheidsuitkering :
is gelijk aan een percentage van het gemiddelde geplafonneerde dagloon;
is afhankelijk van de gezinssituatie;
neemt af met de werkloosheidsduur (behalve voor een werknemer
met gezinslast).
In volgende tabel staan de bedragen van de uitkeringen.
Werkloosheidsuitkeringen
4.7.4 Hoe vraag ik
bij tijdelijke werkloosheid een uitkering aan ?
Categorie
Bedrag van de uitkering per dag
Minimum
Maximum
Werknemer
met gezinslast
33,74 EUR
42,74 EUR
Alleenstaande
werknemer
28,34 EUR
42,74 EUR
Samenwonende
werknemer
21,25 EUR
39,46 EUR
Bij tijdelijke werkloosheid kunt u een werkloosheidsuitkering aanvragen bij
een Hulpkas voor Werkloosheidsuitkering of bij een Werkloosheidskas van
een Belgische vakbond. U moet zich binnen de acht dagen inschrijven als
werkzoekende bij de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.
- 43 -
Wonen in Duitsland, werken in België
4.7.5 Wanneer is
er sprake van definitieve werkloosheid en waar
heb ik dan recht
op ?
Er is sprake van definitieve werkloosheid bij volledige beëindiging van uw
dienstverband. Bij definitieve werkloosheid heeft u recht op een Duitse
werkloosheidsuitkering. Hoewel u in België verzekerd bent en in België bijdragen betaalt, heeft u toch recht op een Duitse werkloosheidsuitkering. In
dat geval is de Duitse werkloosheidswetgeving van toepassing. De werkloosheidsverzekering wordt beheerd door het Federale Arbeidsbureau
(Bundesanstalt für Arbeit). Dit bureau is ook bevoegd voor het toekennen
van de werkloosheidsuitkeringen.
4.7.6 Hoe vraag ik
een uitkering aan
bij definitieve
werkloosheid ?
Bij definitieve werkloosheid kunt u een uitkering aanvragen bij het Arbeidsbureau (Arbeitsamt) van uw woonplaats. U moet een bewijs van ontslag en
een formulier E-301 afgeven. Formulier E-301 geeft een overzicht van de
tijdvakken waarvoor u in België werkloosheidbijdragen betaald heeft. Het
formulier wordt afgegeven door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening die
bevoegd is voor uw werkgever. U moet zich bij het Arbeidsbureau inschrijven als werkzoekende.
4.8
Stoppen met werken vóór de wettelijke pensioenleeftijd
4.8.1 Kan ik vóór
de wettelijke
pensioenleeftijd
stoppen met
werken ?
Vóór de wettelijke pensioenleeftijd stoppen met werken kan door :
een vervroegd rustpensioen;
een brugpensioen.
Vervroegd
rustpensioen
Alle werknemers met een loopbaan van een bepaald aantal jaren, kunnen
kiezen voor een vervroegd rustpensioen vanaf 60 jaar. Voor 2005 moet u
hiervoor een Europese loopbaan van 35 jaar volbracht hebben.
Brugpensioenen
Het brugpensioen is een werkloosheidsuitkering met daarbij een aanvulling
van de werkgever. De aanvulling van de werkgever heeft geen invloed op
het bedrag van de werkloosheidsuitkering. Om voor brugpensioen in aanmerking te komen, moet u minstens 50 jaar zijn. Afhankelijk van uw leeftijd,
de duur van uw loopbaan, de bedrijfstak, de CAO en van het feit of het een
bedrijf in moeilijkheden betreft, gelden er verschillende voorwaarden voor
de werkloosheidsuitkering. Bovendien kunt u kiezen voor een voltijds of
een halftijds brugpensioen.
Een brugpensioen is mogelijk bij vrijwillig of onvrijwillig ontslag. Bij vrijwillig
en definitief ontslag kunt u, als grensarbeider, te maken krijgen met het
probleem dat u recht heeft op een werkloosheidsuitkering in de woonstaat.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot het Arbeidsbureau van uw
woonplaats.
- 44 -
Wonen in Duitsland, werken in België
5.
Nuttige adressen
5.1
Belastingen
IBB TEAM
Informatiecentrum Belastingdienst Buitenland in Heerlen (NL)
Tel : vanuit België : 0800 /90 220 (gratis)
of 0031/ 30 275 38 12 (betalend).
vanuit Duitsland : 08 00/10 11 352 (gratis).
Het IBB is bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.
In Duitsland
Heeft u nog vragen met betrekking tot uw belastingstelsel in Duitsland, dan
kunt u terecht bij de belastingdienst van uw woonplaats in Duitsland (Wohnsitzfinanzamt). Het voor u bevoegde Finanzamt kunt u vinden op de website
www.finanzamt.de.
In België
AIOF – BELINTAX
Centrale dienst BELINTAX
North Galaxy
Koning Albert II-laan, 33 - bus 22
1030 BRUSSEL
Tel : vanuit België : 02/336 48 62 of 02/336 27 20
vanuit Duitsland : 00 32/2 336 48 62 of 00 32/ 2 336 27 20
Deze nummers zijn bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur.
U kunt uw vragen ook per e-mail toezenden aan het volgende adres :
[email protected].
Vergeet niet uw telefoonnummer te vermelden voor het geval er bijkomende
inlichtingen moeten ingewonnen worden.
Meer informatie vindt u op de volgende sites :
www.minfin.fgov.be
www.fisconet.fgov.be
www.fiscus.fgov.be
- 45 -
Wonen in Duitsland, werken in België
In België
Buitendiensten
Waar meld ik mij aan als buitenlands belastingplichtige in België om een
aangifteformulier in de Belasting der Niet-inwoners te verkrijgen?
U ontvangt bezoldigingen als werknemer
Uw werkgever is in België gevestigd
De onderneming die uw loon betaalt, heeft haar maatschappelijke zetel in:
- Brussel-hoofdstad
- Randgemeenten : Drogenbos,
Kraainem, Linkebeek, SintGenesiusrode, Wemmel en
Wezembeek-Oppem
- Taalgrensgemeenten:Anderlecht,
Evere, Ganshoren, Jette,
Koekelberg, Oudergem,
Schaarbeek, Sint-JansMolenbeek, Sint-LambrechtsWoluwe, Sint-Pieters-Woluwe en
Watermaal-Bosvoorde.
Controle Brussel “Buitenland”
North Galaxy – toren B,
6de verd.
Koning Albert II-laan 33 bus 327
1030 Brussel
Tel. 02 336 58 20
contr.db.brussel.buitenland
@minfin.fed.be
Provincies
Provincies
Provincies
Provincies
- Antwerpen
- Limburg
- OostVlaanderen: enkel
- Vlaams-Brabant (o.a.
Zaventem)
- Oost-Vlaanderen
(uitgezonderd de
hiernaast vermelde
gemeenten)
- West-Vlaanderen
- Luik
- Luxemburg
- Waals-Brabant
- Namen
- Henegouwen
de gemeenten
Beveren, Hamme,
Kruibeke, St.-Gillis
Waas, St.-Niklaas,
Stekene, Temse en
Waasmunster
Controle Antwerpen
“Buitenland”
Italiëlei 4 bus 1
2000 Antwerpen
Tel. 03 203 29 16
contr.db.antw-buitenland
@minfin.fed.be
- 46 -
Controle Gent
“Buitenland”
Savaanstraat 11
bus 11
9000 Gent
Tel. 09 266 21 09
contr.db.gent.buitenland
@minfin.fed.be
Controle Luik
“Buitenland”
Rue Rutxhiel 8
4000 Luik
Tel. 04 250 78 41
Controle Namen
“Buitenland”
Rue Pépin 22
5000 Namen
Tel. 081 42 03 10
contr.cd.liege.etr@
minfin.fed.be
contr.cd.namur.etr
@minfin.fed.be
Wonen in Duitsland, werken in België
5.2
Sociale zekerheid
In België
FOD Sociale Zekerheid
Directie-generaal Sociaal Beleid
Internationale relaties
Eurostation II
Victor Horta Plein 40 - bus 20
1060 Brussel
Tel : + 32 (0)2509 81 97
e-mail :: [email protected]
hhtp://socialsecurity.fgov.be
In Duitsland
Bevoegde Duitse organen van de sociale zekerheid
Ziekte- en moederschapsverzekering
In de meeste gevallen is het algemeen plaatselijk ziekenfonds (Allgemeine
Ortskrankenkasse, AOK) bevoegd. U kunt evenwel ook verzekerd zijn bij
een aanvullend ziekenfonds (Ersatzkasse), een bedrijfsziekenfonds (Betriebskrankenkasse, BKK), een ziekenfonds voor specifieke beroepen (Innungskrankenkasse, IKK), de federale verzekeringsinstelling voor mijnwerkers (Bundesknappschaft) of het ziekenfonds voor de zeelieden (SeeKrankenkasse). Nadere inlichtingen krijgt u van de desbetreffende ziekenfondsen.
Verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten
Naargelang de bedrijfstak waaronder uw beroep of functie valt, bent u verzekerd bij een Berufsgenossenschaft voor de productiesector, de landbouw
of de zeevaart.
Pensioenverzekering
Voor invaliditeit, ouderdom en overlijden zijn de volgende verzekeringsorganen bevoegd :
een van de regionale verzekeringsbureaus (Landesversicherungsanstalten) voor arbeiders en bepaalde categorieën van zelfstandigen, met
name de zelfstandige ambachtslieden;
de federale verzekeringsdienst voor bedienden (Bundesversicherungsanstalt für Angestellte), die de verzekering regelt van bedienden, zelfstandig werkende kunstenaars en publicisten, en bepaalde categorieën
van zelfstandigen;
het federaal verzekeringsfonds voor mijnwerkers (Bundesknappschaft),
voor de arbeiders en de bedienden van de mijnbouw,
het verzekeringsfonds voor zeelieden (Seekasse) voor het personeel
van de zeevaart, bedienden en loodsen,
de verzekeringsdienst voor het spoor (Bahnversicherungsanstalt) voor
arbeiders en bedienden van de Duitse spoorwegen (Deutsche Bahn
AG).
Werkloosheidsverzekering
De werkloosheidsuitkeringen worden beheerd door het Federaal Arbeidsbureau (Bundesanstalt für Arbeit) en zijn regionale arbeidsbureaus (Arbeitsämter).
- 47 -
Download