geneesmiddelen op het landbouwbedrijf

advertisement
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf
voor de
Federaal Agentschap
voor de Veiligheid
van de Voedselketen
Eindredactie
Herman Vanbeckevoort
Vormgeving
Opmaak : Gert Van Kerckhove, Jan Germonpré
Fotografie : Eveline De Vidts
Verantwoordelijke uitgever
Piet Vanthemsche
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
WTC III, e verdieping
Simon Bolivarlaan 
 Brussel
Wettelijk depot : D///
© FAVV, 
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf
vademecum
voor de veehouder
Inhoud
Vooraf 
. Verantwoording van de aanwezige geneesmiddelen
. De keuze van een dierenarts

. Geneesmiddelengebruik op het landbouwbedrijf

.. Welke geneesmiddelen mogen aanwezig zijn en wie mag ze afgeven?
.. Hoeveel geneesmiddelen mogen aanwezig zijn op een bedrijf?
.. Hoe geneesmiddelen bewaren?




.. Hoe het gebruik van de geneesmiddelen verantwoorden? 
. Bedrijf zonder diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding
. Bedrijf met diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding


.Verhandelen van dieren die recent behandeld werden
. Documenten

.. Bestellen van de documenten

.. Bewaren van de documenten

. Handel in geneesmiddelen ?

Bijlagen
Welk geneesmiddel in welke situatie ?
Lijst van de aangifteplichtige dierziekten



Vooraf
De voorbije jaren werd heel wat gediscussieerd over de verdeling van diergeneesmiddelen. Door de vele politieke en administratieve hinderpalen in dit dossier is er nogal wat verwarring
ontstaan over de juiste toepassing van de reglementering over
diergeneesmiddelen. Als veehouder hebt u er echter alle belang
bij te weten waar u staat en wat u kan doen (en wat niet).
Daarom nam het FAVV het initiatief om een informatiecampagne
op te starten ten behoeve van de praktijkdierenartsen én voor
veehouders. We hebben een vademecum uitgegeven voor dierenartsen, en deze folder voor de veehouders.
Uw dierenarts ontving een volledige map over het correct
gebruik van diergeneesmiddelen. Als u vragen hebt kan u dan
ook best eerst en vooral bij hem terecht. Aarzel echter niet ons te
De bepalingen van deze brochure voor de
veehouder zijn enkel van toepassing op de
voorschriftplichtige geneesmiddelen
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
contacteren als u er niet uit geraakt.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf
vademecum
voor de veehouder
. Verantwoording van de
aanwezige geneesmiddelen
Geldend voor alle veehouders
Elk op een bedrijf aanwezig voorschriftplichtig diergeneesmiddel
moet verantwoord kunnen worden door een document:
•
een toedienings- en verschaffingsdocument (afgekort TVD),
opgesteld door de dierenarts
of
• een kopie van het diergeneeskundig voorschrift dat de verantwoordelijke (veehouder) samen met de geneesmiddelen
ontvangt bij de apotheker.
Wanneer de verantwoordelijke dergelijke documenten ontvangt,
samen met een geneesmiddel, moeten deze documenten :
• gerangschikt worden op datum
•
hernummerd worden (eigen volgnummer
te beginnen met )
• bewaard worden gedurende minstens  jaar.
is een verplichting voor elke verantwoordelijke van dieren (veehouder), onafhankelijk van het feit of hij al dan niet deelneemt
aan een diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Deze verzameling van documenten wordt het REGISTER IN
genoemd. Het bijhouden van deze documenten in dit register
. De keuze van een dierenarts
Elke verantwoordelijke (veehouder) van runderen en varkens is
verplicht om een overeenkomst af te sluiten met een erkende
dierenarts die op zijn bedrijf instaat voor de epidemiologische
bewaking (de bedrijfsdierenarts).
Dit wil zeggen dat bij verdenking van een aangifteplichtige
ziekte (vb. varkenspest, mond- & klauwzeer, …) deze dierenarts
moet geraadpleegd worden.
Elke verantwoordelijke (veehouder) van pluimvee is verplicht om
een overeenkomst af te sluiten met een erkende dierenarts die
op zijn bedrijf instaat voor de opvolging van de gezondheidskwalificatie (de bedrijfsdierenarts).
Elke verantwoordelijke van gelijk welke diersoort (voedselproducerend) die zelf over een voorraad geneesmiddelen wil beschikken, moet een overeenkomst van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding afsluiten met een erkende dierenarts. De keuze voor de
diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding is vrijwillig. De gekozen
dierenarts is de bedrijfsbegeleidende dierenarts)
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
OPGELET!
Op de bedrijven waar een bedrijfsdierenarts verplicht is (voor de
epidemiologische bewaking of bij pluimvee) en waar men kiest
om deel te nemen aan diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding,
kan enkel de bedrijfsdierenarts gekozen worden als bedrijfsbegeleidende dierenarts. In deze gevallen is de bedrijfsdierenarts
ook de bedrijfsbegeleidende dierenarts.
Bij verdenking van een aangifteplichtige ziekte moet de verantwoordelijke steeds zijn bedrijfsdierenarts raadplegen.
In elk ander geval van ziekte, probleem of ingreep, mag de verantwoordelijke op gelijk welk moment op gelijk welke dierenarts
een beroep doen om een behandeling of ingreep uit te voeren
bij zijn dieren, zelfs als er een overeenkomst van bedrijfsbegeleiding bestaat. Enkel de bedrijfsbegeleidende dierenarts mag
echter een groter volume geneesmiddelen dan voor  dagen
voorschrijven of verschaffen voor een behandeling..
De epidemiologische bewaking
De kwalificatie pluimvee
Bedrijfsbegeleiding
Is verplicht voor:
Is niet verplicht
Runderen
Varkens
Pluimvee
Kan voor alle soorten landbouwdieren
(voedselproducerende dieren)
De dierenarts wordt genoemd:
bedrijfsdierenarts
De dierenarts wordt genoemd:
bedrijfsbegeleidende dierenarts
Voor elke diersoort op het bedrijf een
aparte overeenkomst
Voor elke diersoort op het bedrijf een
aparte overeenkomst
Per diersoort op het bedrijf mag dezelfde
of een verschillende dierenarts aangeduid
worden
Bij keuze van dierenarts voor
rund, varken, pluimvee:
dezelfde dierenarts kiezen als voor de
epidemiologische bewaking
Het aanduiden van een plaatsvervangend
bedrijfsdierenarts is
verplicht
Het aanduiden van een plaatsvervangend
bedrijfsbegeleidende dierenarts is
niet verplicht
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Samengevat in onderstaande tabel:
. Geneesmiddelengebruik
op het landbouwbedrijf
.. Welke geneesmiddelen mogen aanwezig zijn
en wie mag ze afgeven?
Het is de verantwoordelijkheid van de dierenarts om te bepalen
welke geneesmiddelen hij in welke hoeveelheid al dan niet mag
voorschrijven of verschaffen aan de verantwoordelijke.
Uw dierenarts kan u hierover meer uitleg verschaffen.
De dierenarts die zelf de dieren behandelt (zelf geneesmiddelen
toedient), mag hiervoor alle geregistreerde geneesmiddelen
aanwenden die volgens de geneesmiddelenwetgeving voor hem
beschikbaar zijn.
De dierenarts heeft de keuze:
•
De geneesmiddelen zelf verschaffen ( = achterlaten)
•
De geneesmiddelen voorschrijven (niet in alle gevallen).
Echter, niet elke dierenarts mag zomaar alle geneesmiddelen
voorschrijven of verschaffen om een nabehandeling verder te
zetten. Afhankelijk van de situatie kan zowel de hoeveelheid van
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
deze geneesmiddelen als het soort geneesmiddel verschillend
zijn.
Deze situaties zijn (zie ook tabel in bijlage) :
.
sommige geneesmiddelen mogen ENKEL door dierenartsen
gebruikt worden.
.
sommige geneesmiddelen mogen niet voorgeschreven
worden door de dierenarts
.
sommige geneesmiddelen mogen ENKEL op een landbouwbedrijf aanwezig zijn indien er een overeenkomst van
diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding bestaat. In deze gevallen mogen die geneesmiddelen enkel voorgeschreven of
verschaft worden door de bedrijfsbegeleidende dierenarts.
. sommige geneesmiddelen mogen op een landbouwbedrijf
aanwezig zijn zonder bijkomende voorwaarden.
Wanneer de dierenarts:
•
verschaft, zal hij een TVD opmaken
• voorschrijft, zal hij een voorschrift opstellen
dat door een apotheker wordt uitgevoerd.
-
Een voorschrift is slechts vijftien dagen geldig
-
De verantwoordelijke ondertekent het voorschrift:
- bij de opmaak ervan door de dierenarts
-
bij de uitvoering ervan door de apotheker.
De hoeveelheid van de voorgeschreven of verschafte
geneesmiddelen wordt bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van een overeenkomst van diergeneeskundige
bedrijfsbegeleiding.
•
Zonder overeenkomst: hoeveelheid maximaal voor  dagen
•
Met overeenkomst: hoeveelheid voor maximaal  maanden
(voorraad of reserve)
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
.. Hoeveel geneesmiddelen mogen aanwezig zijn op een bedrijf?
.. Hoe geneesmiddelen bewaren?
Al de diergeneesmiddelen dienen op het bedrijf bewaard te
worden in een lokaal dat gescheiden is van de dieren en de
woonvertrekken.
De geneesmiddelen moeten op gepaste wijze worden bewaard
(indien nodig in de koelkast) in de originele verpakking waarop
de identiteit van de verschaffer (apotheker of dierenarts) en een
nummer (van voorschrift of TVD) vermeld zijn.
.. Hoe het gebruik van de geneesmiddelen verantwoorden?
. Bedrijf zonder diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding
Het gebruik van geneesmiddelen die na tussenkomst van
een dierenarts voorgeschreven of verschaft worden voor een
nabehandeling van  dagen, moet niet verantwoord worden in
een register UIT. Het is voldoende dat de verantwoordelijke de
instructies in het TVD of in het voorschrift nauwgezet opvolgt.
. Bedrijf met diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding
Op elk bedrijf dat deelneemt aan de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding, moet een register UIT aanwezig zijn voor de betrokken diersoort waarvoor de begeleiding geldt.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
•
De registratie van het gebruik van geneesmiddelen gebeurt per diersoort in een apart register.
De verantwoording van het gebruik van de aanwezige geneesmiddelen geldt in de volgende situatie:
•
Elk gebruik van geneesmiddelen tijdens de risicoperiode
(zie tabel hierna) moet steeds worden ingeschreven in het
geneesmiddelenregister van het bedrijf.
De risicoperiode
De risicoperiode hangt af van de diersoort en stelt een periode voor voorafgaand aan het tijdstip
waarop de dierlijke producten in de voedselketen terechtkomen
Runderen en varkens
Twee maand voor het slachten
Pluimvee, konijnen, hertachtigen, geiten,
schapen, paarden en vissen
Eén maand voor het slachten
Vleeskalveren
Vanaf de leeftijd van 16 weken
Pluimvee in de legperiode (eieren voor
menselijke consumptie)
Altijd
Bijen in de periode waarin voor menselijke
consumptie bestemde honing wordt
geproduceerd
Altijd
Het is dus wettelijk niet verplicht de behandelingen bij voedselproducerende dieren in te schrijven tijdens de volgende fasen:
•
dieren in de opfokperiode ;
•
melkkoeien, tenzij deze die in de mestfase terechtkomen
(reforme koeien)
Om dezelfde redenen is ook de dierenarts niet verplicht een
TVD op te maken bij de toediening van geneesmiddelen aan de
dieren buiten de risicoperiode.
De dierenarts moet daarentegen steeds een TVD opstellen wanvan geneesmiddelen op het bedrijf te allen tijde kan worden
verantwoord.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
neer geneesmiddelen worden verschaft opdat de aanwezigheid
. Verhandelen van dieren
die recent behandeld werden
Telkens wanneer een dier (of groep dieren) verhandeld wordt
vóór het verstrijken van de wachttijd van een behandeling met
geneesmiddelen die werd ingezet door de dierenarts of uitgevoerd door de verantwoordelijke, moet de overlater (= bij wie
de dieren afgevoerd worden) een attest in tweevoud opmaken
dat door beide partijen (overlater en overnemer) wordt ondertekend. Elke partij krijgt een exemplaar van het attest.
Het attest levert het bewijs dat de overlater de overnemer correct heeft ingelicht over het feit dat het dier of de producten
ervan gedurende een welbepaalde periode niet voor menselijke
consumptie bestemd mogen zijn (gevaar voor aanwezigheid van
residuen van geneesmiddelen).
De overlater die het attest heeft opgemaakt, moet zijn exemplaar
gedurende  jaar op het bedrijf bewaren en het toevoegen aan:
• ofwel het register UIT voor geneesmiddelengebruik
• ofwel het register IN als er geen diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding gebeurt voor de desbetreffende diersoort.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Een dergelijk attest moet NIET worden opgemaakt bij het verhandelen van :
• kalveren jonger dan  dagen oud ;
•
biggen van minder dan  kg.
. Documenten
.. Bestellen van de documenten
De documenten die nodig zijn om deze wetgeving te
kunnen toepassen, zijn beschikbaar bij Dierengezondheidszorg
Vlaanderen (DGZ, in Wallonië bij ARSIA).
Voor dierenartsen zijn dat : het TVD, de vignetten en de twee
verschillende modellen van voorschriften .
Voor de verantwoordelijken gaat het om het uitgaand register
voor geneesmiddelengebruik.
.. Bewaren van de documenten
Register-IN (TVD en voorschriften) (punt 1)
Registers voor geneesmiddelengebruik (punt 3.4)
5 jaar
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Attesten (punt 4)
. Handel in geneesmiddelen ?
Elk geneesmiddel dat in België wordt gebruikt, moet steeds
geregistreerd zijn (= vergunning voor het in de handel brengen).
Het aankopen in het buitenland van geneesmiddelen (al dan niet
voorschriftplichtig), zelfs als ze identiek zijn aan de Belgische, is
verboden.
Immers bij het binnenbrengen van deze geneesmiddelen in
België spreekt men van “invoer” van geneesmiddelen. Hiervoor is
een specifieke vergunning vereist. Noch de dierenarts, noch de
veehouder heeft een dergelijke vergunning.
Dit verbod op invoer zonder vergunning geldt ook voor de geneesmiddelen die in het buitenland vrij (= niet voorschriftplichtig) worden aangeboden. Dit geneesmiddel zou in België immers
als voorschriftplichtig kunnen geklasseerd zijn, wat de tussenkomst van een dierenarts en een bewijs van het verwerven (in
het register IN) vereist.
Wanneer dergelijke buitenlandse geneesmiddelen op een landbouwbedrijf worden aangetroffen, riskeert men beschuldigd te
worden van het bezit van illegale geneesmiddelen.
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Hierop staan zware sancties: H-statuut van het bedrijf en/of
gerechtelijke vervolging.
Het beoordelen van het al dan niet voorschriftplichtig zijn van
een geneesmiddel is voor de burger en veehouder niet steeds
gemakkelijk. De dierenarts en apotheker zijn hiervan wel op de
hoogte en zij kunnen u hierover de juiste informatie verschaffen.
Dit zijn dan ook de beste informatiebronnen om te voorkomen
dat men later voor dure verrassingen zou komen te staan.
Wees dus steeds op uw hoede wanneer op de “vrije” markt geneesmiddelen worden aangeboden !
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf
vademecum
voor de veehouder
Bijlage
In de tabel hierna staat uiteengezet welke geneesmiddelen in
welke situatie in welk volume door welke dierenarts al dan niet
voorgeschreven of verschaft kunnen worden aan de verantwoor-
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Type geneesmiddel
Reserve
(2 maanden)
1
Productiestimulerende middelen
X
2
(Anti)-hormonale producten of met
beta-adrenergische werking behalve
deze van bijlage II van het KB van 23
mei 2000 (zie 3)
X
3
Hormonale producten vermeld in
bijlage II van het KB van 23 mei 2000
4
Geneesmiddelen enkel geregistreerd
voor intraveneuze toediening
(ook antibiotica)
5
Antimicrobiële middelen (behalve 4)
Aanwezig en verantwoord door een TVD of voorschrift, opgesteld
door een dierenarts voor een nabehandeling van max 5 dagen
Enkel aanwezig in kader van de diergeneeskundige
bedrijfsbegeleiding, enkel voor te schrijven of te verschaffen door
de bedrijfsbegeleidende dierenarts
Nooit aanwezig op bedrijf, nooit voorschrijven/afleveren
delijke van de dieren.
Behandeling
(5 dagen)
X
(2 maanden)
X
X (2 maanden)
X (5 dagen)
6
Immunologische geneesmiddelen in
toepassing van de gereglementeerde
dierenziekten (verboden voor te
schrijven, KB 30/11/02)
X
Aujeszky
7
Immunologische geneesmiddelen,
toegepast buiten punt 6 (niet
gereglementeerde dierenziekten)
X
8
Nsaid’s = ontstekingsremmende en
koortswerende geneesmiddelen
(behalve 4)
X
(2 maanden)
9
Verdovende geneesmiddelen,
en ook psychotropen, analgetica,
anaesthetica, neuroleptica
10
Kalmerende geneesmiddelen
(tranquilantia) (behalve 4)
X
(2 maanden)
11
Anti-parasitaire middelen
(ontwormingsmiddelen) (behalve 4)
X
(2 maanden)
X
(5 dagen)
12
Overige voorschriftplichtige
geneesmiddelen (vitaminen,
ijzerpreparaten, …..)
X
(2 maanden)
X
(5 dagen)
13
Buitenlandse geneesmiddelen
(grensdierenartsen)
X
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
X
Bijlage
Lijst van de aangifteplichtige dierenziekten
Bepaalde dierenziekten zijn onderworpen aan een meldingsplicht
zodat het risico op de verspreiding ervan zoveel mogelijk beperkt
kan worden. Aangifte moet gedaan worden bij het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
In de Belgische wetgeving wordt melding gemaakt van deze ziekten
in de dierengezondheidswet van  maart . De dierenziekten die
onder de toepassing vallen van hoofdstuk  van de dierengezondheidswet van  maart , zijn :
Bij alle zoogdieren :
•
miltvuur
•
boutvuur
•
hondsdolheid
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Bij paardachtigen :
•
infectieuze anemie
•
dourine
•
sarcoptes- en psoroptes schurft
•
epizoötische lymfangitis
•
enzoötische meningo-encefalo-myelitis
•
besmettelijke baarmoederontsteking
•
malleus en worm
•
paardenpest
•
vesiculaire stomatitis
Bij herkauwers :
•
mond- en klauwzeer
•
blauwe tongziekte (Blue Tongue)
•
runderpest
•
pest bij kleine herkauwers
•
Rift Valley Fever
Bij runderen :
•
runderbrucellose (B. abortus)
•
nodulaire dermatose
•
sarcoptes- en psoroptes schurft
•
enzoötische runderleucose
•
besmettelijke pleuropneumonie
•
vesiculaire stomatitis
• trichomoniase en vibriose
•
klinische tuberculose
•
bovine spongiforme encephalopathie (BSE)
Bij schapen en geiten :
•
brucellosen (B. abortus, B. melitensis en B. ovis)
•
schapenpokken
•
sarcoptes-, psoroptes- en chorioptes schurft
•
rotkreupel bij schapen
•
scrapie
Bij varkens :
•
enzoötische encephalomeylitis (ziekte van Teschen)
•
mond- en klauwzeer
•
vesiculaire varkensziekte
•
Afrikaanse varkenspest
•
klassieke varkenspest
•
ziekte van Aujeszky
•
varkensbrucellose (B. suis)
•
Mysterious Reproductive Syndrome (M.R.S.)
•
vesiculaire stomatitis
Bij knaagdieren :
•
myxomatose
•
tularemie
•
virale hemorragische ziekte van het konijn
Bij nertsen :
•
virale enteritis bij nertsen
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
• trichinose
Bij pluimvee en gevogelte :
•
vogelcholera (pasteurellosis)
•
infectieuze laryngotracheïtis
•
ziekte van Marek
•
vogelpest (in verschillende vormen)
•
pseudo-vogelpest (Newcastle disease)
•
psittacose - ornithose
Bij bijen :
•
acariose
•
amerikaans vuilbroed
•
europees vuilbroed
•
varroase
•
kleine bijenkastkever (Aethina tumida)
(Verordening (EG) Nr. /)
•
tropilaelapsmijt (tropilaelaps spp.)
(Verordening (EG) Nr. /)
Bij vissen :
•
infectieuze hematopoïetische necrose
•
Infectieuze zalmanemie
• Virale hemorragische septicemie
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Bij weekdieren :
•
Bonamiosis (Bonamia Ostrea)
•
Marteiliosis (Marteilla refringens)
Bij hertachtigen :
•
Enzoötische hemorragische ziekte bij herten.
(KB    tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder
de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van
 maart )
geneesmiddelen op het landbouwbedrijf — 
Federaal Agentschap
voor de Veiligheid
van de Voedselketen
WTC III
Simon Bolivarlaan, 
 Brussel
Tel. :    
Fax :    
[email protected]
www.favv.be
Download