inleiding - Associatie voor interactiebegeleiding en thuisbehandeling

advertisement
OPLEIDING
VIDEO INTERACTIE BEGELEIDING
(VIB)
Associatie voor Interactiebegeleiding en Thuisbehandeling (AIT)
www.aitnl.org
2013
1
INLEIDING
2.
AIT
Algemeen
AIT-steunpunten
Landelijk Bureau
3.
VHT en VIB
Wat is video-hometraining (VHT)
Wat is video-interactiebegeleiding (VIB)
Mengvorm VHT en VIB
Specifieke toepassingsvorm VIB
4.
OPLEIDINGSSTRUCTUUR
Introductiecursus
Vorm van de opleiding
Evaluatie en certificering
5.
INHOUD OPLEIDINGSPLAN VIB
Opleidingsvoorwaarden en –wensen
Screening
Introductiecursus
Opleidingstraject
Certificering
Kwaliteitsborging
6.
TIJDSINVESTERING OPLEIDING
7.
KOSTEN OPLEIDING
8.
INTERVISIEKRINGEN EN WOK’s
9.
STUDIEDAGEN
10.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN
Methodiekontwikkeling per werksoort
Afstemming met andere methodes
11.
IPT BASISOPLEIDING EN VERVOLGMODULES
12.
SAMENVATTING
2
1.
INLEIDING
In dit opleidingsplan wordt beschreven hoe de Associatie voor Interactiebegeleiding en
Thuisbehandeling (AIT) vorm geeft aan opleiding, kwaliteitszorg na opleiding en werkontwikkeling van
video-interactiebegeleiding ( VIB) voor professionals in welzijn, zorg en hulpverlening. In dit
opleidingsplan wordt de algemene structuur beschreven van opleiding, kwaliteitszorg na opleiding en
werkontwikkeling op het gebied van VIB. Informatie over de specifieke uitwerking per werksoort kan
opgevraagd worden via de AIT- expertisecentra per werksoort.
2.
AIT
Algemeen
AIT ( een non-profit stichting) is methodiekeigenaar en merkeigenaar van ( varianten van) videohometraining ( VHT) en video-interactiebegeleiding ( VIB) en verantwoordelijk voor de
kwaliteitsborging, werkontwikkeling en onderbouwing van de methodes. AIT is een zogenaamde
netwerkorganisatie; opleiding en bijscholing wordt voor AIT verzorgd door opleiders vanuit 22
steunpunten; allen organisaties met veel ervaring op het gebied van VHT en VIB in verschillende
werkvelden. Een klein landelijk bureau realiseert de coördinatie van de activiteiten en geeft
ondersteuning door middel van het produceren van handleidingen, video-voorlichtingsmateriaal,
opleidingsprotocollen etc. etc. De methodes VHT en VIB zijn oorspronkelijk ontwikkeld vanuit SPIN,
een landelijke gesubsidieerde Stichting voor de Promotie van Intensieve thuisbehandeling in
Nederland. Toen deze spreiding na bijna 10 jaar werkontwikkeling, voldoende was gerealiseerd is de
subsidie van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur stopgezet en zijn de rechten en
de plichten m.b.t. VHT en VIB in 1998 formeel overgedragen aan AIT ( destijds Associatie Intensieve
Thuisbehandeling). Sindsdien is AIT is o.a. merkhouder van, video-hometraining (VHT) , videointeractiebegeleiding (VIB) en school-video-interactiebegeleiding (S-VIB) en is als zodanig ook
verantwoordelijk voor zowel de borging als de werkontwikkeling van deze hulpvormen. Uiteraard is
AIT ook officieel erfgenaam van het merk SPIN ( nationaal en internationaal) en de aan deze naam
verbonden producten & diensten.
Organisatie van AIT
De AIT-steunpunten verzorgen onder leiding van het landelijk bureau van AIT, opleiding,
kwaliteitszorg na opleiding en participeren aan werkontwikkeling met betrekking tot VHT en VIB. Alle
steunpunten behartigen een eigen werkgebied. Er zijn steunpunten met een regionale taakstelling en
steunpunten die de landelijke ontwikkeling behartigen voor een specifieke werksoort. Landelijk wordt
het beleid geformuleerd door het bestuur van AIT en uitgevoerd o.l.v. de directeur van AIT.
Afstemming en besluitvorming met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats
op het overleg van de AIT-opleidingscoördinatoren. Een overzicht van de AIT-steunpunten en de AITopleidingscoördinatoren, vindt u op de ‘AIT-steunpuntenlijst’ op www.aitnl.org
Landelijk Bureau
Het landelijk bureau van de AIT, vervult een coördinerende en ondersteunende functie. Het wordt
gefinancierd middels de jaarlijkse afdracht die de steunpunten en de aangesloten instellingen betalen.
De inkomsten van de twee landelijke studiedagen die per jaar worden georganiseerd worden zo veel
mogelijk, besteed aan werkontwikkeling o.a.de productie van nieuwe handleidingen, materialen en
DVD’s
Taken van het landelijk bureau zijn o.a.
 organiseren en voorbereiden van de bestuursvergadering en het AITopleidingscoördinatorenoverleg
 participeren aan nationale en internationale uitwisseling en werkontwikkeling
 beschrijven van de methodes volgens de algemeen geldende kwaliteitseisen zoals die van de
databank Effectieve Interventies van het Nederlands Jeugd Instituut
 opleidingsprotocollen en certificeringseisen up-to-date houden
 accreditering en certificering en daarbij afstemmen op de eisen van betrokken
beroepsverenigingen
 behartigen van onderbouwing en onderzoek naar de methodes
 communiceren van resultaten uit onderzoek en van werkgroepen
 bekendheid geven aan de mogelijkheden van AIT, VHT & (S)VIB
3





3.
‘wegwijzer’ voor al diegenen die vragen hebben ten aanzien van opleidingen, trainingen,
nascholing en werkontwikkeling
registratie in de certificeringsbank
literatuurlijst met artikelen over VIB/VHT en met VIB gecombineerde toepassingen
nieuwsbrief
website
WAT IS VHT EN VIB
Video-hometraining (VHT) is een vorm van professionele begeleiding/hulpverlening aan gezinnen met
problemen in de opvoeding, in de thuissituatie. Door analyse van korte video-opnames van de
alledaagse omgang, wordt zichtbaar wat nog goed loopt in de communicatie en wat verbeterd kan
worden. De video-opnames worden door de begeleiders samen met de ouders besproken en
geanalyseerd, met als doel de ouders helder zicht te geven op het functioneren en de behoeftes van
het kind. Hierdoor kunnen de ouders beter afgestemd (responsief) reageren op hun kind en zijn de
ouders (weer) beter in staat hun kind op een positieve manier te ondersteunen bij zijn ontwikkeling.
De ervaring wijst uit, dat de meeste ouders bij het terugkijken van de beelden, zelf heel snel zien wat
hun kind nodig heeft en zelf ook goed kunnen formuleren hoe zij hun eigen handelen daar op af
kunnen stemmen. Opvoeding kan (tijdelijk) problemen geven doordat bijv.:
* tempo van de ouders onvoldoende is afgestemd op dat van het kind
* het kind extra kwetsbaar is door specifieke ontwikkelingsproblemen
* ouders niet duidelijk hebben wat het kind nodig heeft aan ondersteuning en leiding
* broertjes en zusjes extra steun nodig hebben om samen te kunnen spelen en praten
* er door allerlei tegenslag onvoldoende aandacht en energie is voor de opvoeding
Er kan ook sprake zijn van een combinatie van problemen; bijv. in de communicatie tussen ouders en
kinderen, in de organisatie van het dagelijks gezinsleven en in het functioneren op school.
De micro-analyse van video-beelden geeft ouders vrijwel altijd weer een helder beeld van datgene
wat nog wel goed loopt in de opvoeding en maakt het mogelijk dat zij hun kind met ‘andere ogen’
bekijken. In overleg met de begeleider kunnen zij vervolgens concreet formuleren hoe zij hun
kinderen de stimulans, steun en leiding kunnen gaan geven, die nodig is. In de vervolg videoopname(s) krijgen ouders letterlijk en figuurlijk de ontwikkeling van hun kinderen ‘in beeld’. Een
belangrijk nevenaspect daarbij is dat het genieten ook weer op gang komt.
Video-hometraining kan zowel geboden worden door professionele instellingen als door pedagogen en
psychologen die werken vanuit een eigen praktijk. Video-hometraining wordt zowel kortdurend
ingezet bij lichte opvoedingsproblemen, als langduriger bij complexe problematiek.
Informatie over de mogelijkheid om video-hometraining aan te vragen, kunt u krijgen bij de
steunpunten van AIT. U kunt daarvoor het beste het regionale steunpunt benaderen, dat het dichtst
bij u in de buurt zit. U vindt de knop ‘steunpunten’ op de startpagina van www.aitnl.org
Video-interactiebegeleiding (VIB)
Video-interactiebegeleiding heeft zich ontwikkeld naast de methode video-hometraining. Videointeractiebegleiding ( VIB) wordt ingezet in de professionele werksituatie, met name om de
communicatie tussen opvoeders en kinderen te verbeteren. Het kan hierbij gaan om leidsters in de
kinderopvang, verpleging in het ziekenhuis, leerkrachten op school of groepsleiders in de daghulp,
crisisopvang, residentiële zorg of begeleid wonen. Evenals bij video-hometraining worden bij videointeractiebegeleiding korte video-opnames gemaakt van de alledaagse omgang tussen de
professionele opvoeders en kind(eren). Deze worden geanalyseerd en besproken met betrokken
professionals. Indien ook de ouders thuis vragen hebben met betrekking tot het functioneren van het
kind of hun aanpak van het kind, kunnen ook ouders in de begeleiding worden betrokken. Goed
afstemmen op de behoeftes en de ontwikkeling van het kind is het vertrekpunt, vervolgens wordt er
overlegd hoe de volwassenen positief leiding kunnen geven aan de ontwikkeling van het kind.
VIB wordt ook benut om de kwaliteit van werkbegeleiding te verbeteren, door werkbegeleiders en
gedragswetenschappers toe te rusten om effectief samen met de professionals die ze begeleiden
video-opnames van de professionele begeleiding te bekijken, te analyseren en te bespreken. Zowel bij
de analyse als bij de review worden de principes van empowerment benut.
4
Video Interactie Begeleiding (VIB) is een verzamelnaam voor een variatie aan methodische vormen
van begeleiding waarbij professionele werkers in hun handelen en communicatie worden ondersteund
door video-feedback. Bij analyse van de video-opnames wordt met name gekeken naar de
‘basiscommunicatie’. VIB gaat uit van de aanwezige capaciteiten van zowel de cliënt als de begeleider;
geslaagde communicatie is hierbij het vertrekpunt als voorwaarde voor groei. Het sensitief maken van
de professionals voor de initiatieven van de cliënt en daaruit voortvloeiend het zich kunnen afstemmen
op de behoeftes van de cliënt zonder de leiding over het contact te verliezen, is de basis van VIB.
Binnen de VIB wordt aangesloten bij de mogelijkheden die de professionals en hulpvragers hebben,
hetgeen nieuwe impulsen kan geven aan het hulpverleningsproces. In Nederland zijn verschillende
varianten van VIB ontwikkeld, als antwoord op de diverse begeleidingsvragen binnen instellingen. Elke
variant kenmerkt zich door specifieke deskundigheid, zo zijn er ten behoeve van de begeleiding aan
kinderen/jeugdigen varianten specifiek ontwikkeld t.b.v. de kinderopvang, het onderwijs, de
ziekenhuizen, de consultatiebureau’s, daghulp, crisisopvang, residentiële zorg en begeleid wonen. Ook
zijn er bijv. varianten ontwikkeld t.b.v. de begeleiding van volwassenen met niet aangeboren
hersenletsel en t.b.v. ouderen in verpleeghuizen.
De diverse VIB-toepassingen hebben met elkaar gemeen dat er gestart wordt met een algemene
overdracht van informatie over de ‘interactieprincipes in de basiscommunicatie’. Vervolgens wordt met
de professionals gekeken hoe zij deze interactieprincipes adequaat kunnen benutten in de begeleiding
die ze geven. Het spreekt vanzelf dat de wijze waarop de interactieprincipes toegepast worden
afhankelijk is van de doelgroep waarmee gewerkt wordt. Door de VIB af te stemmen op de specifieke
behoeftes van de doelgroep ontstaat er een aanbod op maat. Ieder werkveld heeft eigen specifieke
aandachtspunten. Dit is ook de reden dat AIT, naast regionale steunpunten voor opleiding en
kwaliteitszorg na opleiding, ook landelijke steunpunten kent t.b.v. de expertise specifiek m.b.t.
Kinderopvang, Onderwijs, Gezondheidszorg, Adoptiezorg en Gehandicaptenzorg. Informatie over de
verschillende opleidingen is aan te vragen bij het landelijk bureau van AIT of de verschillende
steunpunten. Zie: www.aitnl.org
Specifieke toepassingsvormen VIB
De opleiding VIB geeft een brede algemene basis voor de inzet van VIB binnen kinderopvang,
onderwijs, welzijn, zorg en hulpverlening. Uiteraard is het zo dat er per doelgroep en werkvorm
specifieke aandachtspunten zijn. Deze meer specifieke informatie wordt, tijdens de opleiding door de
opleider ingebracht.
4.
OPLEIDINGSSTRUCTUUR
Opleiding wordt aangeboden door de AIT-steunpunten , volgens landelijk vastgestelde
opleidingsprotocollen en normering t.b.v. evaluaties en certificering. Opleidings-aanvragen worden
gericht aan de AIT-opleidingscoördinatoren, de gewestcoördinatoren of aan het landelijk bureau.
De opleidingscoördinatoren verzorgen de opleidingen deels zelf, deels worden deze uitgevoerd door
instellingsopleiders. AIT is er een voorstander van dat in instellingen die veel gebruik maken van VIB
één of meerdere instellingsopleiders worden opgeleid voor de interne opleidingsvragen van de
betreffende instelling. Gebruikelijk is dat een instelling die 10 of meer opgeleide VHT-ers of vIB-ers in
dienst heeft, een opleider laat opleiden t.b.v. het verzorgen van de interne ( bij) scholing. De AITopleidingscoördinator blijft betrokken bij evaluaties en certificeringen als gecommitteerde en verzorgt
de bijscholing van de opleiders.
VIB-opleiders zijn altijd professionals met ruime ervaring in de praktijk van VIB, die na de
basisopleiding tot VIB-er en na tenminste 2 jaar praktijkervaring, de opleiding tot opleider VIB hebben
afgerond. De AIT-opleidingen onderscheiden zich van veel andere opleidingen doordat het vak al
werkende wordt geleerd. De kandidaat VIB-er voert onder supervisie van de opleider 10 begeleidingen
uit met goed resultaat. Video-opnames van deze begeleidingen worden op de supervisies besproken.
De opleidingen S-VIB worden aangeboden via de drie OSO-opleidingen en HCO, zie www.aitnl.org
Introductiecursus
Aan de opleiding gaat meestal het volgen van de introductiecursus vooraf ( die bestaat uit 1 of 2
dagdelen), waarin de theorie en praktijk mede aan de hand van video-beelden wordt toegelicht; ook
kan er geoefend worden met het zelf toepassen van de interactie-principes. Voordeel van de start via
5
een introductiecursus is, dat men een brede kijk krijgt op de verschillende toepassingen. In de
opleiding start men immers direct met de uitvoering van VIB in de eigen praktijk.
Vorm van de opleiding
De opleiding kan individueel worden gegeven, of in kleine groepjes. Voordeel van individuele
begeleiding is dat meerdere begeleidingssituaties van dezelfde werker in de supervisie kunnen worden
besproken. Voor deze vorm wordt meestal gekozen indien de aspirant VIB-er cliënten met
ingewikkelde of zware problematiek begeleidt. De vragen van de aspirant VIB-er kunnen dan in alle
rust aan bod komen en gewaarborgd kan worden dat in de begeleiding alle aspecten die voor de hulp
van belang zijn, aan bod kunnen komen. Indien het gaat om minder zware begeleidingsvormen, bijv.
VIB op het consultatiebureau of in de kinderopvang, heeft het meestal een meerwaarde als in
groepjes gewerkt kan worden. Meestal brengen de betrokkenen, bijv. artsen, verpleegkundigen,
leidsters, per persoon maar 1 of maximaal 2 opnames in. Individuele supervisie is dan niet altijd
nodig. Door de inbreng van collega’s in de groep, kunnen de betrokkenen leren aan de hand van meer
situaties dan alleen de ene begeleiding die door henzelf wordt ingebracht.
Bij het groepsgewijs opleiden is van belang dat diegene die het beeldmateriaal inbrengt de eerste
beurt krijgt en met zijn of haar vragen voorrang krijgt op de andere deelnemers. Afstemming op
diegene die de beelden inbrengt, wordt zowel van de opleider als van alle deelnemers gevraagd. Het
gaat immers niet om een theoretische opleiding, waar men vrij kan discussiëren over allerlei
mogelijkheden. De opleiding gebeurt aan de hand van de begeleiding van cliënten, deze dienen
allereerst goed geholpen te worden.
Indien een professional een VIB opleiding start, wordt dit altijd aan betrokken cliënten en collega’s
toegelicht en wordt toestemming gevraagd de beelden in de opleiding te bespreken. Soms gebeurt
deze uitleg schriftelijk middels een algemene aankondiging; bijv. in de kinderopvang of onderwijs. De
organisatie maakt dan kenbaar dat VIB onderdeel uitmaakt van het kwaliteitsbeleid van de instelling.
Ouders die bezwaar maken tegen het filmen van hun kind, kunnen dit kenbaar maken. Hier wordt
rekening mee gehouden.
Evaluatie en certificering
Na 10 supervisies vindt een evaluatie plaats, waarin besproken wordt aan de hand van het
opleidingsprotocol, hoever de aspirant VIB-er al is gevorderd. Bij twijfel of bij stagnatie in de
opleiding, wordt de betrokken AIT-opleidingscoördinator gevraagd aanwezig te zijn, zodat deze mee
kan denken of en op welke wijze toegewerkt kan worden naar certificering.
De opleider dient altijd een gecommitteerde te vragen bij zowel de evaluatie als de certificering.
Meestal is dit de betrokken gewestcoördinator of ( een collega) opleidingscoördinator.
Na certificering volgt registratie in de certificeringsbank van het landelijk bureau van de AIT.
Een certificaat is 3 jaar geldig. Daarna dient het verlengd te worden. Dit gebeurt indien de VIB-er nog
actief werkt met VIB en voldoende geparticipeerd heeft aan werkontwikkelingskringen en bijscholing.
Criteria verschillen per werksoort en zijn te verkrijgen via de AIT-opleidingscoördinatoren.
Een cursus of deelopleiding van 10 bijeenkomsten wordt bij voldoende aanwezigheid en inbreng
afgerond met een deelcertificaat. Dit deelcertificaat geeft toegang tot een vervolgopleiding VIB,
waarin toegewerkt kan worden naar het volledige VIB-certificaat.
6
5. INHOUD OPLEIDINGSPLAN VIB
Algemeen
Dit opleidingsplan is vastgesteld door de Associatie voor Interactiebegeleiding en Thuisbehandeling en
wordt door alle AIT- opleiders gehanteerd. Alhoewel de structuur hetzelfde is, wordt op inhoud ruimte
gemaakt voor ‘afstemming op maat’ van de doelgroep die wordt begeleid. Het betreft een intensief
opleidingstraject dat afgesloten wordt met een certificaat. Tenminste twee jaar werkervaring zijn
vereist om te kunnen starten.
Opleidingsvoorwaarden en -wensen
Om de opleiding tot VIB-er met succes te kunnen voltooien moet er voldaan worden aan een aantal
voorwaarden: de VIB-er in opleiding (i.o.)
 is tijdens de opleiding per week voldoende vrijgesteld om bezig te kunnen zijn met VIBactiviteiten. Daaronder vallen: de contacten met diegenen die worden begeleid, de reistijden,
het voorbereiden van de video-sessies, het voorbereiden van de supervisie, participeren aan
de regionale werkontwikkelingskringen (WOKs) en supervisietijd
 werkt gedurende de gehele opleidingsprocedure per moment met minimaal 2 systemen
(opleidingsgarantie), wenselijk is 3 systemen1 of meer
 kan beschikken over opnameapparatuur van goede kwaliteit, vooral bij stilstaand beeld en
slow-motion
 kan over voldoende digitale opslagruimte beschikken ; per opvoedingssituatie één disk
 heeft de beschikking over een monitor met goede beeld- en geluidskwaliteit
 heeft de beschikking over apparatuur om het overleg tijdens de review op te kunnen nemen
Tenslotte: de instelling waar de VIB-er werkzaam is heeft een protocol m.b.t. videogebruik en privacy
Screening
Screening van kandidaten kan wenselijk zijn en is in sommige werkvelden standaard. Informatie
hierover kan worden verkregen bij de AIT-opleidingscoördinator. Inhoud en procedure staan
beschreven in de notitie: ‘Screening van kandidaten voor de VHT en VIB opleidingen’.
Inhoud introductiecursus
Tijdens de introductie staat het kennismaken met de uitgangspunten van de methode centraal,
evenals uitleg m.b.v. video-beelden op de toepassing in de praktijk. Voorbeelden worden afgestemd
op de achtergrond van de deelnemers. Thema’s die in elk geval aan de orde komen zijn:
* theorie en wetenschappelijke fundering
* het analyseren van beelden
* techniek; kennismaken met de camera, advies t.a.v. het maken van geschikte opnames
* het belang van een goed protocol m.b.t. videogebruik en privacy
* verschillende toepassingsmogelijkheden bij voor de deelnemers relevante doelgroepen
* opleiding: informatie, voorbereiding, start etc.
1
Onder systeem wordt verstaan een gezin en/of begeleider(s) met cliënt(en)
7
Opbouw van de VIB-opleiding in drie fases:
FASE 1 Leren analyseren van videomateriaal, 6 bijeenkomsten.
Deze bijeenkomsten kunnen zowel groepsgewijs plaatsvinden als individueel. Het aantal genoemde
bijeenkomsten per fase is een indicatie. In de praktijk kan het per persoon verschillend zijn hoeveel
bijeenkomsten per fase gewenst zijn. Ook zullen in de praktijk de fases niet altijd zo helder van elkaar
te onderscheiden zijn als in dit opleidingsprotocol, maar op een aantal punten ‘verweven’ zijn. De
opleider is er verantwoordelijk voor dat de VIB-er in opleiding alle fases goed doorloopt en zich de
gewenste know-how eigen heeft gemaakt.
Leerdoelen:
* beeld-voor-beeldanalyse leren aan de hand van de basiscommunicatie-principes
* het zich eigen maken van de interactieprincipes
* vertalen van de gesignaleerde leerpunten naar informatie voor de opvoeders2
* informatie overdragen aan de hand van videobeelden
* verschil ervaren tussen informatie geven/voorlichten, ondersteunen en begeleiden
* aansluiten en invoegen
* positieve ontwikkeling bij de opvoeders in contact met de kinderen benoemen
* implementatievragen herkennen
Werkwijze:
De VIB-er i.o. brengt alle beelden in die hij heeft gemaakt t.b.v. de VIB. Aan de hand van deze
beelden zal de opleider alle benodigde kennis omtrent de interactie-analyse en basiscommunicatie
overdragen. De eerste vier bijeenkomsten zullen vooral in het teken staan van het aanreiken van het
kader van de ‘basiscommunicatie’ en de VIB-er i.o. hiermee vertrouwd maken. Het nauwkeurig kijken
naar de beelden (= “beeld-voor-beeld analyse”) staat centraal.
Na de eerste vier bijeenkomsten bereidt de VIB-er i.o. het materiaal voor en maakt zelf de analyses.
De opleider zal deze analyses doornemen, checken en waar nodig informatie toevoegen. Het leren
hanteren van de specifieke taal die hoort bij de interactie-analyse komt hierin centraler te staan.
FASE 2 Basiscommunicatie van de VIB-er i.o., 8 bijeenkomsten.
(uitgaande van groepssupervisie)
Leerdoelen:
* leren maken van een interactieanalyse van de eigen basiscommunicatie
* tijdens review diegenen die begeleid worden helpen de aangeboden informatie te verwerken
* zich richten op de krachten van de begeleiders zonder de leerpunten uit het oog te verliezen
* afgestemd taalgebruik en attitude
* doelen vaststellen en vertalen naar een ondersteuningsaanbod
Werkwijze:
De VIB-er i.o. laat korte fragmenten zien van de video-opnamen die hij heeft gemaakt van opvoeder
en kind, begeleider/hulpverlener en cliënt3. Hij toetst tijdens de bijeenkomsten de analyse zoals hij die
heeft gemaakt. Niet alle video-opnamen worden meer ingebracht in de opleiding, de VIB-er i.o. maakt
zelf een selectie De VIB-er i.o. maakt video-opnamen van het overleg dat hij heeft met de ouders of
de begeleiders tijdens de review. Met behulp van deze video-opnamen worden bovenstaande
leerpunten tijdens de supervisie doorgenomen. Het proces dat hiermee in gang wordt gezet staat
centraal in de tweede fase van de opleiding. Tijdens de eerste twee bijeenkomsten brengt de VIB-er
i.o. alle opnamen in die gemaakt zijn van de overlegmomenten en worden de leermomenten van de
VIB-er i.o. vastgesteld. Hierna bereidt de VIB-er i.o. de video-opnamen voor en selecteert deze op de
groei die hij doormaakt. De opleider voegt, daar waar nodig, informatie toe en activeert de VIB-er i.o.
de leerdoelen om te gaan zetten in handelen en communicatie.
2
Als opvoeder kan in dit verband verstaan worden, alle volwassenen die betrokken zijn bij het
opvoedingsproces.
3
In dit stuk wordt meestal gesproken over opvoeder en kind. Hiervoor kan ook gelezen worden begeleider en
cliënt. Omwille van de leesbaarheid wordt dit onderscheid niet steeds opnieuw gemaakt.
8
FASE 3 Invoegen van VIB binnen het begeleidingstraject, 6 bijeenkomsten.
Leerdoelen:
* zelfstandig VIB uit kunnen voeren
* zelfstandig beeld-voor-beeldanalyse uitvoeren en ondersteuningsdoeleinden formuleren, zowel voor
het contact opvoeder-kind als voor het contact van de cliënt (opvoeder) met de VIB-er
* verslaglegging en evaluatie VIB begeleidingen
* implementatievraagstukken kunnen herkennen en er oplossingsgericht in de organisatie mee
kunnen werken
* vertaling/integratie van het VIB aanbod naar het begeleidingsaanbod van de organisatie
* bijdrage kunnen leveren aan verdere ontwikkeling van VIB voor de eigen doelgroep
Werkwijze:
De VIB-er i.o. analyseert het videomateriaal dat ingebracht wordt door de professionals die hij/zij
begeleidt als van de eigen communicatie tijdens de review met diegenen die hij/zij begeleidt. Tijdens
de supervisiebijeenkomsten stelt de VIB-er i.o. gerichte vragen over datgene waar hij steun bij wil en
gebruikt de analyse van video-materiaal hierbij ter verduidelijking.
Met de VIB-er i.o. wordt doorgenomen op welke wijze VIB op dat moment geïntegreerd is in het
totale begeleidingstraject. Eventuele knelpunten worden gesignaleerd en samen met de VIB-er wordt
gekeken op welke wijze deze knelpunten op te lossen zijn. Goed overleg met de leidinggevende(n) is
in deze fase van belang.
TUSSENTIJDSE EVALUATIE
Na ca. 10 bijeenkomsten vindt er een tussentijdse evaluatie plaats met de VIB-er i.o. en de opleider.
Een collega-opleider wordt bij deze evaluatie betrokken. Deze collega-opleider kan bij de tussentijdse
evaluatie aanwezig zijn, maar ook op een ander wijze in staat worden gesteld om het leerproces te
volgen. Tijdens deze evaluatie komt aan de orde of de gevolgde leerroute terug te vinden is in het
opleidingsplan en of de VIB-er i.o. de leerdoelen, zoals die in fase 2 geformuleerd zijn, heeft gehaald.
De doorgemaakte groei wordt vastgesteld en tevens de specifieke leerdoelen voor de komende
periode. Doorgenomen wordt op welke wijze deze specifieke leerdoelen binnen de opleiding
uitgewerkt zullen worden. Tevens wordt het gevolgde implementatietraject binnen de instelling aan de
orde gesteld.
Deze evaluatie heeft een tweeledig doel:
Het geeft de VIB-er i.o. de mogelijkheid om kritisch te kijken naar het gevolgde opleidingstraject en
de behaalde leerdoelen. De aanwezigheid van een gecommitteerde geeft de kans om eventuele blinde
vlekken in kaart te brengen zodat deze alsnog in de opleiding meegenomen kunnen worden.
Borging van de kwaliteit van de opleiding. De gecommitteerde kijkt of de leerroute, zoals die door de
opleider is uitgezet, voldoet aan de vastgestelde criteria.
De VIB-er i.o. maakt een kort verslag (max. 1 A4) van de evaluatie.
9
CERTIFICERING
Wanneer alle drie de fases zijn doorlopen wordt de opleiding afgesloten met een certificaat “Video
Interactie Begeleider”.
De certificering vindt plaats tijdens een aparte bijeenkomst, waar naast de opleider en de VIB-er ook
een gecommitteerde van de AIT en een leidinggevende en collega’s van de organisatie aanwezig zijn.
Tijdens deze bijeenkomst geeft de VIB-er een videopresentatie waarin helder wordt op welke wijze de
kandidaat VIB-er de relatie opvoeder-kind ondersteunt en waarin ook het eigen leerproces van de
VIB-er zichtbaar wordt.
Tijdens deze bijeenkomst wordt bekeken of de kandidaat VIB-er voldoet aan de volgende kwalitatieve
criteria:
* selecteren van relevante fragmenten uit video-opnamen
* maken van een nauwkeurige interactie-analyse
* kunnen formuleren van adequate leerdoelen voor alle betrokkenen
* kunnen benoemen en beschrijven van het ontwikkelingsproces van diegenen die door hem/haar
worden begeleid als de eigen rol daarin
* inzicht hebben in eigen basiscommunicatie en het voldoende adequaat kunnen benutten van de
eigen basis-communicatie in de begeleiding met VIB
* activerende houding tijdens begeleidingsgesprekken
* kunnen beschrijven van het implementatieproces van de VIB binnen de eigen organisatie: welke
stappen zijn al gezet en hoe ziet het vervolg er uit.
Daarnaast geldt als kwantitatief criterium dat de kandidaat VIB-er in 10 begeleidingssituaties ervaring
heeft opgedaan met VIB.
Het VIB-certificaat wordt opgenomen in de landelijke certificeringsbank van de AIT en bij adequaat
functioneren en het actief participeren aan het verplichte bijscholingsprogramma, drie-jaarlijks
verlengd.
KWALITEITSBORGING
Na de opleiding blijft kwaliteitszorg bestaan in de vorm van: 1 (individuele of groeps-) supervisie per
jaar , participatie aan 2 werkontwikkelingskringen ( WOK’s) per jaar en bezoek aan 2 AITstudiedagen in drie jaar tijd. . Het volgen van dit bijscholingstraject is een voorwaarde voorde driejaarlijkse verlenging van het certificaat.
10
6. TIJDSINVESTERING VOOR DE OPLEIDING PER PERSOON
Uitgaande van individuele supervisie
Introductiecursus (gemiddeld aantal uren)
Individuele supervisie 1 x per 2 weken 1 uur
Voorbereiding, per supervisie 1 uur
Certificering
Voorbereiding certificering
Totaal
6 uur
20 uur
20 uur
1 uur
5 uur
52 uur
Uitgaande van groepssupervisie
Introductiecursus
Groepssupervisie, 2 personen, 1 x per 2 weken 1 ½ uur
Voorbereiding, per supervisie 1 uur
Certificering
Voorbereiding certificering
Totaal
6 uur
30 uur
20 uur
2 uur
5 uur
63 uur
Voor groepssupervisie van meer dan 2 personen wordt als supervisietijd gehanteerd:
3 personen, 1 x per 2 weken 2 uur
40 uur
4 personen, 1 x per 2 weken 2 ½ uur
50 uur
5 personen, 1 x per 2 weken 3 uur
60 uur
Daarnaast vraagt het eventueel bijwonen van elkaars certificering extra tijd.
In dit overzicht is NIET meegenomen:
* maken van de video-opnamen
* voorbereiden en analyseren van de video-opnamen
* bespreken van de video-opnamen.
Hoeveel (extra) tijd dit kost is sterk afhankelijk van factoren als: functie van de VIB-er i.o., aantal
systemen die begeleid worden, wijze waarop opnamen gemaakt worden enz.
Dit kan samen met de opleider nader worden geconcretiseerd.
7. KOSTEN
Voor kosten zie www.aitnl.org
11
8.
SUPERVISIE EN WERKONTWIKKELINGSKRINGEN
Ook na opleiding is het belangrijk dat de VIB-ers zich blijven ontwikkelen in het benutten van de
basiscommunicatie in de hulpverlening en begeleiding. In de praktijk blijkt dat ook ervaren VIB-ers
van tijd tot tijd behoefte hebben aan feedback, zij willen zelf toetsen of ze VIB optimaal benutten in
de begeleiding en hulp die ze bieden en is er behoefte aan het doornemen van ingewikkelde
begeleidingsvragen. De werkbegeleiding die men uit hoofde van zijn functie op de instelling krijgt is
allereerst taakgericht, tijdens supervisie en op werkontwikkelingskringen kan men zich onder leiding
van een VIB-opleider of AIT-opleidingscoördinator echt richten op de verfijning van de methodiek. De
supervisie is met name gericht op de persoonlijke professionele werkontwikkeling. De
werkontwikkelingskringen zijn gericht op de ontwikkeling van de kwaliteit van de hulpverlening of
begeleiding. Gebruikelijk is dat de VIB-er per jaar 1 werksoortspecifieke WOK volgt en 1 regionale (
intersectorale WOK). Het genoemde aantal betreft een minimum aantal; door turbulente op het werk
of in het (professionele) leven van de VIB-er en/of moeilijke en risicovolle begeleidingssituaties, kan
(tijdelijk) een uitbreiding van het aantal supervisies of WOK’s gewenst zijn. Indien dit het geval is
vindt overleg plaats met betrokken leidinggevenden en met de gewestcoördinator of landelijk bureau.
We spreken van interne WOK’s indien het de VIB-ers betreft van eenzelfde instelling, die uitwisselen
onder leiding van de instellingsopleider. We spreken van externe WOK’s, indien er wordt deelgenomen
door VIB-ers vanuit verschillende instellingen. De WOK’s staan meestal onder leiding van een AITopleidingscoördinator. Bij certificering wordt aangegeven wie de supervisor wordt en welke WOK’s
interessant en relevant zijn voor de VIB-er.
9.
STUDIEDAGEN
Twee maal per jaar organiseert het landelijk bureau van de AIT een landelijke studiedag met een
brede programmering. Hieraan nemen altijd honderden VIB-ers (en VHT-ers) deel. De studiedagen
zijn ook toegankelijk voor overige professionals. Deze studiedagen vormen een bijdrage aan de
bijscholing van de VIB-ers. Ontwikkelingen die succesvol zijn gebleken, worden gepresenteerd en
relevante kennis vanuit bijv. onderzoek wordt aangereikt. De ochtend bestaat meestal uit een plenair
programma met inleiders die relevante informatie aanreiken vanuit beleid, onderzoek en praktijk die
voor VIB-ers (en VHT-ers) uit verschillende werkvelden interessant is. In de middag wordt meestal
gewerkt in kleine(re) groepen, waarbij er verdiepend aandacht is voor de begeleiding van specifieke
doelgroepen inclusief die van de professionals zelf.
10.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN
Methodiekontwikkeling per werkveld.
Methodische werkontwikkeling vindt met name plaats in de verschillende werkvelden, doordat de
toepassing van VIB wordt toegespitst op de specifieke doelgroep en op de mogelijkheden binnen dit
werkveld. Voorbeelden hiervan zijn bijv. de ontwikkeling van VIB t.b.v. de Kinderopvang, (Jeugd)
Gezondheidszorg, Onderwijs, Maatschappelijk Werk, Adoptiezorg, en de Gehandicaptenzorg. Andere
voorbeelden: de ontwikkeling van VIB t.b.v. hechtingsproblemen en t.b.v. cliënten met autisme.
Afstemming met andere methodische werkvormen.
Binnen de meeste instellingen waar VIB wordt geïntroduceerd, worden ook andere methodische
begeleidingsvormen ingezet; VIB krijgt dan een plek naast andere methodes. Soms kiest men er ook
voor dat werkers zich meerdere methodes eigen maken; een ontwikkeling van specialist naar
generalist. Het zal duidelijk zijn dat het uit oogpunt van methodische helderheid gemakkelijker is de
kwaliteit te waarborgen bij een specialist dan een generalist. Risico is dat gecombineerde werkvormen
hun kracht verliezen en verwateren in een onduidelijke mix. Toch ontkomen we er niet aan om goede
vormen te ontwikkelen voor methodische combi’s of voor de combinatie van VIB met verschillende
werkvormen. Juist omdat de invalshoek van de communicatie benut kan worden bij vrijwel alle
begeleidingsvormen, is er veel vraag naar het combineren van andere methodes met de
mogelijkheden van VIB. AIT stelt zich tot doel om hierover verantwoord advies uit te kunnen brengen.
Per werkveld wordt hiermee ervaring opgedaan. Het is echter een uitdaging voor de komende jaren,
om te onderzoeken welke combinaties vruchtbaar zijn en eventueel tot een meerwaarde kunnen
leiden.
12
TOEKOMST VAN DE AIT, VHT EN VIB
Bepalend voor het begeleidings en hulpverleningsaanbod de komende jaren is de transitie van de
(jeugd) zorg naar de gemeenten. Het belang dat daarbij wordt gehecht aan preventie en aan het
versterken van mogelijkheden in de 1e lijn, is een goede zaak mits er goede toegankelijkheid wordt
gerealiseerd voor gespecialiseerde ( 2e) lijns hulp wanneer gewenst en nodig. Voorkomen moet
worden dat er een nieuwe verwijsketen ontstaat binnen de 1 e lijn.Zowel vHT als VIB wordt benut in
alle werkvelden die betrokken zijn bij educatie, welzijn, zorg en hulpverlening. Toch vereist de
herpositionering van de methodes in de transitie en transformatie een grote inspanning. Uiteraard is
het gewenst om de opgebouwde kwaliteit en capaciteit te behouden, teneinde dit te realiseren dienen
hiervoor echter wel ( deels) nieuwe werkvormen te worden ontwikkeld die passen binnen het nieuwe
beleid. Implementatie is niet alleen van belang op instellingsniveau, maar ook op lokaal en regionaal
niveau. Dit stelt ook de VIB-ers voor nieuwe opgaven.
Belangrijke eis bij het nieuwe beleid is de inzet van methodes die goed zijn onderbouwd en bij
voorkeur bewezen effectief zijn. AIT heeft in dit kader diverse varianten van de methodes beschreven
en aangemeld bij de Databank Effectieve Interventies ( DEI) van het Nederlands Jeugd Instituut (NJi).
Ook behartigt het landelijk bureau van AIT i.s.m. bij AIT aangesloten organisaties het realiseren van
effectonderzoek.
Professionalisering van medewerkers vereist ook dat opleiding en bijscholing aansluit of de eisen van
betrokken beroepsverenigingen. Het landelijk bureau van AIT werkt hieraan.
Info via de nieuwsbrief en www.aitnl.org
12.
SAMENVATTING
Video-interactiebegeleiding ( VIB) kent evenals video-hometraining ( VHT) een unieke
opleidingsstructuur. Opleidingen worden gecoördineerd en georganiseerd door de AIT, (methodiek en
merkeigenaar van VHT en VIB) en aangeboden middels een kring van 22 ‘AIT-steunpunten’.
Opleidingen, kwaliteitszorg na opleiding en werkontwikkeling worden gecoördineerd en georganiseerd
door de AIT-gewestcoördinatoren en opleidingscoördinatoren. Dit zijn ervaren VIB-ers en VHT-ers die
later de opleiding tot opleider hebben gevolgd en veel ervaring hebben opgebouwd in het opleiden.
De AIT-coördinatoren voeren de opleidingen deels zelf uit, deels worden deze uitgevoerd door de ruim
100 instellingsopleiders die in het land actief zijn met (bij) scholing binnen hun eigen instelling. AIT
acht het een gezonde zaak indien instellingen die veel gebruik maken van VIB (en VHT) zelf één of
meerdere instellingsopleiders laten opleiden door de AIT-opleidingscoördinatoren. Deze
instellingsopleiders leiden collega’s op binnen de eigen instelling. AIT-opleidingscoördinatoren
behartigen de overige aanvragen en leiden opleiders op. AIT werkt niet samen met commerciële
aanbieders, of voormalige opleiders die opleiding (willen) aanbieden vanuit een eigen
trainingspraktijk. Een commerciële gerichtheid blijkt het zuiver hanteren van de principes van
basiscommunicatie in de weg te staan. De meeste AIT-opleiders combineren hun opleidingstaken met
hun functie als hulpverlener, werkbegeleider, gedragswetenschapper e.d. Opleiden wordt op deze
wijze nooit een doel op zich en de opleiders blijven zichzelf ook ontwikkelen in direct cliëntencontact
of als begeleider ‘op de werkvloer’. AIT kent een integrale kwaliteitsstructuur: de VIB-er (en VHT-er)
wordt na opleiding, gesteund en gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen in het toepassen van de
methode(s). Dit kan op interne WOK’s onder leiding van de instellingssupervisor, of op externe WOK’s
onder leiding van een AIT-opleidingscoördinator. Ook voor de opleiders worden
werkontwikkelingskringen georganiseerd, per regio of werksoort. Deze staan onder leiding van een
AIT-gewestcoördinator. Aanvullend worden studiedagen georganiseerd en wordt informatie aangereikt
via de nieuwsbrief en web-site. Info: www.aitnl.org
13
Download