Voeding als medicijn Metabool syndroom Mirjam Bakker en Ria Penders Mirjam Bakker (links) is orthomoleculair en natuurvoedingsdiëtiste en heeft een praktijk in Den Haag en Oude Wetering. www.dietavoedingsadviezen.nl Ria Penders (rechts) is orthomoleculair en natuurvoedingsdiëtiste en heeft een praktijk in Heiloo. www.orthodietist.nl Het metabool syndroom is een toenemend probleem in de westerse wereld en komt op een steeds jongere leeftijd voor. Het metabool syndroom kenmerkt zich door verschijnselen als vetopslag in de buikholte (visceraal vet), verhoogde waarden van nuchtere bloedglucose, serum triglyceriden, verhoogde bloeddruk, ontstekingsgevoeligheid en een verlaagd HDL-spiegel. Deze kenmerken gaan samen met een laaggradig ontstekingsbeeld dat zich onder andere uit in een verhoogd hsCRP (hoog sensitief C-reactief proteïne). Onbehandeld kunnen hieruit ziekten voortkomen zoals overgewicht, diabetes-type-2, hypertensie en hart- en vaatziekten. Tevens zijn er relaties met psychische aandoeningen, kanker, hersendegeneratie, hormonale verstoringen, huidaandoeningen en jicht. Eén van de oorzaken van het metabool syndroom is de toename van koolhydraatrijke producten met een hoge glycemische index (GI) en glycemische lading (GL). Bijna de helft van ons voedsel bestaat uit producten met een hoge glycemische lading en voedsel dat de insulineproductie stimuleert. Er zijn ook voedingsmiddelen met een lage glycemische index en glycemische lading die toch de insulineproductie stimuleren. Dit zijn melkproducten en fructosebevattende voedingsmiddelen. Het consumeren van deze voedingsmiddelen verhoogt de insulinespiegel en bevordert insulineresistentie. Fructose Fructose, ofwel vruchtensuiker, komt voor in fruit, groente, honing en Recent onderzoek toont aan dat ook bij slanke mensen te veel vet in en suiker. Sacharose (suiker) bestaat voor 50% uit glucose en 50% fructose. rond de buikorganen kan gaan zitten. Daarnaast beïnvloedt fructose de Bijna alle groenten en vruchten hebben een lage glycemische lading. leptine- en ghrelinewaarden waardoor het verzadigingsgevoel vermin- Evolutionair zijn mensen ingesteld op het eten van groenten en fruit, dert. Het gevolg is dat men meer gaat eten dan nodig is en men maakt dit betekent dagelijks een beperkte hoeveelheid fructose. Deze fructose daarbij doorgaans een keuze uit het ongezonde voedsel gericht op de kan het lichaam echter goed verwerken omdat de fructose samengaat smaken zoet, vet en zout. Dit leidt onvermijdelijk tot gewichtstoename. met de gehele matrix van bijvoorbeeld het fruit en de vezels die daar in zitten. Vetten Een vetrijke voeding zelfs als de voeding uit 83% vet bestaat, geeft geen Tegenwoordig worden veel voedingsmiddelen gezoet met High Fruc- insulineresistentie, mits de energie-intake gelijk blijft aan de energie- tose Corn Syrup (HFCS, zie ook nieuwsbericht op pag. 4). Het gehalte behoefte. Alleen bij een hypercalorische voeding ontstaat insulinere- aan fructose in deze siroop bedraagt 42% (HFCS-42), 55% (HFCS-55) sistentie als gevolg van het overgewicht wat ontstaat. De vetzuren in of 95%(HFSC-95) en wordt aangevuld met glucose. De 42%-variant ongeraffineerde producten bevatten van nature de meest gunstige wordt voor zoetigheden zoals koeken en repen gebruikt. De 55%- en vetzuren, te weten omega-9-vetzuren en meervoudig onverzadigde 95%-variant wordt voor frisdranken benut en hard snoep (o.a. lolly’s) vetzuren. Voor het menselijk lichaam is de balans tussen de verschil- en bevat ook een hoeveelheid ongebonden fructose. De fructosecon- lende meervoudig onverzadigde vetzuren van belang. Voor de meeste sumptie was in 1800 circa 15-40 gram per dag. In 2000 was de inname mensen is de meest ideale verhouding omega-3:omega-6 als 1:5. Door gestegen tot zo’n 70-100 gram per dag per persoon. Hoewel de glyce- een ruim gebruik van vette vis, wild en sommige noten en zaden wordt mische index van fructose op 23 ligt (relatief laag), leidt fructosegebruik de inname van omega-3-vetzuren vergroot. tot insulineresistentie. Dit komt omdat de glucosespiegel al enigszins verhoogd is. Fructose verhoogt tevens de triglyceridewaarden en VLDL- Antinutriënten: lectinen en saponinen concentraties. De lever zet fructose om in vet. Dit leidt tot opslag van vet Ieder voedingsmiddel herbergt waarschijnlijk ook een negatief effect op in de lever (Non Alcoholic Fatty Liver Disease) en de buik (visceraal vet). onze stofwisseling. Nieuwe gegevens wijzen daarbij vooral op stoffen als lectinen en saponinen, die beschouwd worden als antinutriënten. Deze 30 Van Nature nr. 14 - 2009 VOEDING ALS MEDICIJN Gehalte aan lectinen mg/kg Soja-saponinen mg/kg Tarwekiemen 300-350 soja-eiwitisolaat 10.600 volkoren tarwemeel 30-50 tempeh 1.530 wit meel 4,4 tofu 590 nierbonen 1.000-10.000 sojamelk 470 sojabonen 200-2.000 tomaten 10 Peulvrucht-saponinen mg/kg pinda’s 110 alfalfa 8.000 witte bonen 4.100 nierbonen 3.500 alfa-tomatine mg/kg linzen 1.100 onrijpe groene tomaten 548 sperziebonen 100 rijpe tomaten 0,3 Gehalte aan saponinen: Zie voor meer informatie het artikel “Voeding als medicijn” in magazine nr. 9 (2008). Hierin treft u onder andere uitgebreide informatie over de glycemische index en lading en de rol van (andere) bioactieve substanties. antinutriënten zijn in de plant nodig om zichzelf te weren tegen micro- sumeerd wordt. De schil van de aardappel bevat het hoogste gehalte aan organismen. Of een voedingsmiddel door de antinutriënten gezond- saponinen. Ook vroege aardappels bevatten veel meer saponinen dan heidsbedreigend is, is afhankelijk van de hoeveelheid antinutriënten de rijper geoogste aardappel. Amaranth bevat 7900 mg/kg en quinoa in relatie tot de hoeveelheid nutriënten en de voedselbewerking die de 5930 mg/kg saponinen. (anti-)nutriënten teniet doet. Binnen dit kader kunnen we stellen dat granen en peulvruchten in principe geen ideaal voedingsmiddel zijn Praktijk voor de mens. Het is even wennen, maar zoals de recepten laten zien is ook een voeding met zo min mogelijk lectinen en saponinen, een laag gehalte Lectinen aan koolhydraten, een ruime hoeveelheid eiwitten en goede vetten, Lectinen zijn eiwitten die een binding aangaan met mono- en oligo- gezond en lekker! Veel bioactieve substanties zijn beschreven in het sachariden. Het zijn toxische stoffen, die een plant nodig heeft om als artikel Voeding als medicijn in Van Nature nummer 9 (2008). Een plant te overleven. Lectinen beschadigen het darmweefsel en passeren belangrijke nieuwkomer is de bioactieve stof in broccolikiemen. Vooral de darmwand waarna ze in de circulatie de erythrocyten laten samen- tijdens het ontkiemen ontstaan er veel glucosinolaten in broccoli. Deze klonteren. Onderzoek met arachide-olie (pindalectine) gaf aan dat de stoffen werken gunstig bij ontstekingen, auto-immuniteit, cardiovascu- lectinen binnen een half uur na het eten in het bloed aantoonbaar zijn laire aandoeningen. In de recepten zijn diverse producten verwerkt met [1]. Zij passeren de darmwand via aangetaste tight-junctions tussen de een specifiek effect op de problematiek van het metabool syndroom. enterocyten. De omega-3-, -6- en -9-vetzuren komen vooral voor in de ingrediënten Lectinen stimuleren ontstekingsbevorderende cytokinen zoals IL-12, avocado, sesamzaad en -olie, walnoten en amandelen, olijfolie en de IL-2, TNF-alfa, IL-1-bèta en IL-6. De lectinen kunnen een influx van wilde zalm. Avocado bevat ook vanadium, vitamine E, glutathion en leucocyten in de celwand van de bloedvaten bewerkstelligen en daar een foliumzuur. Zowel de vitamine B3 uit het sesamzaad en de noten als de rol spelen in het ontstaan van ontstekingen. Behalve pinda’s bevatten lovostatine uit de paddestoelen hebben een cholesterolverlagend effect. ook granen, vooral tarwe, peulvruchten en onrijpe tomaten schadelijke De allylgroep in de knoflook versterkt het effect van de glucosinolaten lectinen voor de mens. Alleen het graan gierst bevat geen lectinen. van de broccoli. Prei bevat alliine dat zowel een ACE-remmer is als ook het LDL verlaagt. Vooral de salicylzuren uit bramen, bosbessen, salie Saponinen en tijm hebben een ontstekingsremmend effect. Het hydrokinone en Saponinen zijn glycolalkaloïden, die in de plant een beschermende rol arbutine uit deze bosvruchten zorgen voor inhibitie endotheelactivatie. spelen. Saponinen breken celmembranen van micro-organismen af. In Fenegriek en kaneel kunnen zowel het cholesterol als de bloedglucose zoogdieren verhogen zij de darmpermeabiliteit en kunnen enterocyten helpen verlagen. << kapot maken. Hiervoor zijn vooral de saponinen uit onrijpe tomaten, aardappels, soja, quinoa, amaranth en alfalfa verantwoordelijk. Vooral als planten zowel lectinen als saponinen bevatten, wordt dit effect Referentie versterkt. (Zie artikel 'Saponinen' op pag. 34). 1. Het gehalte aan alfa-solanine en alfa-chaconine in aardappelproducten is sterk afhankelijk van de soort en de vorm waarin de aardappel gecon- Wang Q, Yu LG, Campbell BJ, et al. Identification of intact peanut lectin in peripheral venous blood. Lancet 1998;352:1831-32. HET DOSSIER Van Nature nr. 14 - 2009 31