Arbeidsovereenkomst bedienden MODEL ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEDIENDEN VOOR EEN ONBEPAALDE TIJD Tussen eenerzijds: ………………………………………………………………………………………………………………… …….. (naam), Met zetel te: …………………………………………………………………………………………………… (adres), Vertegenwoorddigd door ………………………………………………. (naam als het gaat om vennootschap) hierna genoemd “de werkgever”, en Anderzijds: De heer/mevrouw ………………………………………………………………………………………… (naam), ………………………………………………………………………………………………………………… ……. (adres), hierna genoemd “ de bediende”, is het volgende overeengekomen: Artikel 1 De werkgever neemt de bediende in dienst vanaf ……………… (begindatum) in de functie van ………………………………. (titel). De functie zal voornamelijk bestaan uit:………………………………………………… (omschrijving) De functiecategorie van de bediende is: ……………………………………………….. (aanduiding) (In bepaalde paritaire comités is functieomschrijving en/of functiecategorie verplicht te vermelden) Er is tussen de partijen uitdrukkelijk overeengekomen dat deze omschrijving slechts indicatief is, zodat de werkgever de bediende steeds met andere taken kan belasten indien de noodzaak hiertoe zich doet voelen binnen de onderneming en voor zover dit overeenstemt met de functies en de genoten opleiding van de bediende. Artikel 2 – duur De overeenkomst betreft een fulltime betrekking en is gesloten voor onbepaalde tijd. Artikel 3 – proefperiode De overeenkomst vangt aan met een proefperiode van ………….. (gebruikelijk 6) maanden. Gedurende de proefperiode kan de overeenkomst op elk ogenblik beëindigd worden door elk van beide partijen, mits een opzeggingstermijn van 7 dagen, gegeven ten vroegste 7 dagen vóór het einde van de eerste maand en ten laatste 7 dagen vóór het einde van de zesde maand of mits de betaling van een vergoeding die overeenstemt met het loon van voornoemde opzeggingstermijn. Artikel 4 – plaats van dienstbetrekking De bediende zal tewerkgesteld worden te ………… Zij kan echter om strikte dienstredenen, opgeroepen worden om opdrachten te vervullen buiten de bedrijfsgebouwen. Artikel 5 - loon De brutomaandbezoldiging van de bediende is vastgesteld op €…………. . Het nettobedrag zal betaald worden op bankrekening nr. IBAN: ………………………………………; BIC: …………………….. Optioneel: Bovendien kan de werknemer genieten van de voordelen verbonden aan een groepsverzekering (na het verstrijken van de proefperiode), alsmede van maaltijdcheques van €……. per gepresteerde volledige werkdag met ingang vanaf ………………………. Er is uitdrukkelijk overeengekomen dat elke andere bezoldiging of gratificatie, die de werkgever bij uitzondering of periodiek aan de werknemer mocht toekennen buiten het loon, zoals vermeld in artikel 5, alinea 1, en behoudens tegenstrijdige bepalingen, een gift zal uitmaken en dat hier nooit rechten aan verbonden zijn of kunnen ontstaan voor de toekomst. Artikel 6 - uurregeling De werknemer onderwerpt zich aan het door de werkgever opgesteld uurrooster: maandag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur dinsdag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur woensdag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur donderdag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur vrijdag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur zaterdag van …… uur tot …… uur en van ……. uur tot …… uur (gepresteerde uren/week en zaterdag werk in functie van de collectieve arbeidsovereenkomst) Artikel 7 - vakantie De bediende zal gerechtigd zijn op jaarlijkse vakantie en vakantiegeld, overeenkomstig de desbetreffend van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. De vakantie zal opgenomen worden op de met de werkgever overeen te komen tijdstippen. Andere voorzienbare afwezigheden moeten eveneens voorafgaandelijk bij de werkgever aangevraagd worden. Artikel 8 - arbeidsongeschiktheid De arbeidsovereenkomst kan worden geschorst ingeval van ziekte, ongeval, bevalling of enige andere vorm bepaald in de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978. De bediende verbindt er zich toe zijn werkgever zo spoedig mogelijk te verwittigen om deze in staat te stellen de nodige schikkingen te treffen om de goede gang van zaken van de onderneming te verzekeren. Daarenboven rechtvaardigt de bediende steeds zijn afwezigheden wegens bovenvermelde redenen door een medisch getuigschrift. Dit getuigschrift moet de werkgever bereiken binnen de 48 uren na de dag van ongeschiktheid en moet eveneens het begin en de vermoedelijke duur van de ongeschiktheid vermelden. Tevens zal de bediende zijn werkgever onmiddellijk verwittigen ingeval van verlenging van de arbeidsongeschiktheid en een nieuw medisch getuigschrift laten geworden binnen de 48 uren. Gedurende de arbeidsongeschiktheid mag de bediende niet weigeren zich te begeven bij een door de werkgever afgevaardigde en bezoldigde geneesheer, om zich te laten onderzoeken. Indien de behandelende geneesheer de verplaatsing mogelijk acht, mag de bediende het bezoek van de door de werkgever afgevaardigde en betaalde geneesheer niet weigeren. Een voor een periode van drie werkdagen niet gerechtvaardigde afwezigheid zal door de werkgever beschouwd worden als een dringende reden tot ontslag. Artikel 9 - discretie De bediende verbindt zich ertoe zijn arbeidstijd uitsluitend aan de uitvoering van deze arbeidsovereenkomst te wijden en naar best vermogen in het belang van de werkgever de hem toevertrouwde taken uit te voeren. Hij verbindt zich er eveneens toe tijdens de duur van deze overeenkomst noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks al dan niet bezoldigd voor eigen rekening of voor om het even welke derde enige activiteit uit te oefenen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de werkgever. In alle omstandigheden zal de bediende zowel tijdens de duur als na de beëindiging van de overeenkomst, de bedrijfsgeheimen alsmede in het algemeen alle gegevens of informatie die de bediende betreffende de werkgever zou verkrijgen, waaronder, maar niet beperkt tot, klantenlijsten, verkoopsvoorwaarden, werkmethodes, commerciële organisatie alsmede documenten en plannen die hem door de werkgever of een derde zouden zijn overgemaakt en die de werkgever aanbelangen, een strikte geheimhouding te bewaren en op geen enkel ogenblik aan te wenden voor doeleinden andere dan de rechtmatige behartiging van de belangen van de werkgever, of deze aan enige derde mede te delen. Alle documenten, materiaal en gegevens die de bediende in de loop van zijn tewerkstelling ter beschikking gesteld worden door de werkgever blijven de uitsluitende eigendom van de werkgever en zullen bij het beëindigen van het dienstverband om welke reden dan ook op eerste verzoek moeten worden teruggegeven. Artikel 10 – verbreking arbeidsovereenkomst Beide partijen kunnen de arbeidsovereenkomst beëindigen wegens dringende reden, zonder naleving van een opzeggingstermijn. Voor het overige kan de arbeidsovereenkomst worden beëindigd volgens de opzeggingsformaliteiten en termijnen bepaald in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Artikel 11 – concurrentie beding (optioneel) In de maanden ……… die volgen op het einde van deze arbeidsovereenkomst, zal de werknemer zich onthouden van gelijkwaardige werkzaamheden, zowel voor eigen rekening als voor rekening van derden, rechtstreeks of onrechtstreeks en wel in het gebied………………… De werkgever betaalt een vervangende éénmalige vergoeding, gelijkgesteld aan de helft van het loon dat de werknemer zou ontvangen voor de vastgestelde periode van geen-concurrentie, hetzij ……….. maanden en dit ondervoorbehoud dat binnen een periode van 15 dagen na het verbreken van de arbeidsovereenkomst, van het concurrentie beding niet afgezien wordt. Wordt deze overeenkomst geneegeerd door de werknemer, zal door deze laatste de betaalde éénmalige vergoeding terugbetaald worden, verhoogd met een schadevergoeding van…… maanden loon, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid tot vergoeding voor veroorzaakte schade. Artikel 12 Voor hetgeen in deze overeenkomst niet is voorzien, blijft het contract onderworpen aan de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten voor bedienden, het gemeen recht en de interne reglementering van de onderneming, o.m. het arbeidsreglement. Zijn van toepassing voor onderhavige verbintenis: a) de bepalingen van de Wet op de Arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 b) de collectieve arbeidsovereenkomsten van ……………… (paritair comité waaronder het bedrijf resorteert). Artikel 13 – bevoegde rechtbank Enkel de rechtbanken in het arrondissement van de plaats van tewerkstelling zijn bevoegd om uitspraak te doen oer betwisting voortvloeiend uit deze overeenkomst. Artikel 14 - arbeidsreglement De bediende erkent een exemplaar van deze arbeidsovereenkomst en van het arbeidsreglement ontvangen te hebben. Opgemaakt in tweevoud, te ………………… op……………………. Handtekening van de bediende Handtekening van de werkgever. (voorafgegaan van de met de hand geschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd".) TOELICHTING 1. Algemene opmerkingen 1.1. De arbeidsovereenkomst voor bedienden is de overeenkomst waarbij een bediende zich verbindt tegen loon, onder gezag, leiding en toezicht van een werkgever, in hoofdzaak geen handen arbeid, te verrichten. 1.2. De gelijke behandeling van mannen en vrouwen moet gewaarborgd zijn in alle bepalingen van en in de toepassing van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen. 1.3. Het opstellen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is niet aan vormvereisten gebonden. Mondelinge wilsovereenstemming tussen werkgever en bediende is in principe voldoende. (Noteer: Alle andere types van arbeidsovereenkomsten moeten steeds schriftelijk worden afgesloten.) Er moet echter op gewezen worden dat bepaalde bedingen ook in de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd schriftelijk moeten opgesteld zijn. Dit is o.m. het geval met het proefbeding en het concurrentiebeding. Daarenboven kan het bewijs van de inhoud van een mondelinge arbeidsovereenkomst problemen scheppen. Een schriftelijke arbeidsovereenkomst moet steeds worden opgesteld in twee exemplaren, waarvan één bestemd voor de werkgever en één voor de bediende. 1.4. De betrekkingen tussen de contracterende partijen worden niet alleen in de wet geregeld. Naast de wetten en reglementen, bestaan er ontelbare teksten van contractuele aard. Tot deze laatste groep behoren enerzijds de collectieve arbeidsovereenkomsten die algemeen verbindend zijn verklaard bij Koninklijk Besluit en anderzijds de vele overeenkomsten die op ondernemingsvlak zijn afgesloten. Daarom is het aangeraden bij het bevoegde paritair comité de specifieke C.A.O.'s (Collectieve Arbeidsovereenkomsten) voor de betreffende bedrijfstak op te vragen. 2. Duur Een arbeidsovereenkomst voor bedienden kan worden afgesloten voor onbepaalde tijd, bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk. De meest voorkomende overeenkomst is deze van onbepaalde duur. 3. Proefperiode Het proefbeding is een clausule in de arbeidsovereenkomst krachtens dewelke de partijen gedurende een proeftijd kunnen nagaan of de gesloten overeenkomst wel aan hun verlangens beantwoordt. Gedurende deze proeftijd kan elk van hen op een soepele manier een einde aan de overeenkomst maken. Een proefbeding is slechts geldig indien zulks uitdrukkelijk en schriftelijk is vastgelegd. Het moet individueel voor elke werknemer afzonderlijk worden vastgesteld: een bepaling in een arbeidsreglement volstaat dus niet. Het proefbeding moet worden overeengekomen ten laatste op het tijdstip waarop de werknemer in dienst treedt, d.w.z. eventueel na het sluiten van de overeenkomst maar wel vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst. Het is niet toegelaten een overeengekomen proeftijd te verlengen of een tweede proeftijd overeen te komen. Voor bedienden mag de proeftijd niet minder dan één maand duren. Werd een kortere termijn overeengekomen, dan bedraagt de proeftijd van rechtswege één maand. De maximale lengte van de proeftijd is afhankelijk van het brutojaarloon van de bediende. - Voor bedienden waarvan het brutojaarloon de €36.604. niet overschrijdt mag het proefbeding maximaal zes maanden bedragen; - Indien het brutojaarloon van de bediende hoger is dan €36.604 mag het proefbeding maximaal twaalf maanden bedragen. De vermelde brutobedragen zijn jaarlijks indexeerbaar. Het bedrag van €36.604 is het bedrag vooropgesteld voor 2011. Als jaarloon neemt men het loon dat met zekerheid bekend is bij indienstreding. (vb: jaarloon is maandloon x 12 + eindejaarspremie + dubbelvakantiegeld + jaarlijkse werkgeverbijdrage maaltijdcheque) Wordt een langere proefperiode bepaald, dan wordt de proeftijd van rechtswege herleid tot zes of twaalf maanden, naar gelang van het geval. Werd geen termijn bepaald, dan duurt de proeftijd één maand. Indien de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd wordt geschorst, om welke reden dan ook, wordt de proeftijd verlengd met een periode gelijk aan die van de schorsing. Is slechts een proeftijd van één maand bepaald, dan kan geen der partijen de arbeidsovereenkomst eenzijdig beëindigen, tenzij om een dringende reden. Is er een proeftijd van meer dan één maand, kan geen der partijen de arbeidsovereenkomst beëindigen gedurende de eerste maand tenzij om een dringende reden. Na de periode van één maand, is een beëindiging tijdens de proeftijd mogelijk met een opzeggingstermijn van zeven dagen. Diegene die aan de overeenkomst een einde wil maken, beslist zelf wanneer de termijn begint te lopen. Het einde van de termijn van zeven dagen moet nochtans steeds binnen de proeftijd vallen. Diegene die de arbeidsovereenkomst beëindigt zonder inachtneming van een opzeggingstermijn of met een opzeggingstermijn van minder dan zeven dagen, is een opzeggingsvergoeding verschuldigd, die gelijk is aan het lopende loon en de voordelen verworven krachtens de overeenkomst, overeenstemmend hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterend gedeelte van die termijn. Verloopt de proeftijd zonder dat één der partijen de overeenkomst overeenkomstig de hierna bepaalde regels heeft beëindigd, dan kan aan de overeenkomst nog slechts een einde gemaakt worden volgens de gewone regels van verbreking van arbeidsovereenkomsten. 4. Plaats van tewerkstelling - Wijziging van de arbeidsvoorwaarden Volgens de wet op de arbeidsovereenkomsten is de bediende verplicht zijn werk te verrichten op de tijd, de plaats en de wijze zoals overeengekomen. Wanneer overeengekomen is dat het werk op een bepaalde plaats zal uitgevoerd worden, mag de werkgever de werknemer niet verplichten op een andere plaats te werken. Door een dergelijk bevel wijzigt de werkgever eenzijdig de arbeidsovereenkomst. Daarenboven bepaalt de Belgische wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 dat de werkgever zich niet het recht kan voorbehouden om de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Essentiële arbeidsvoorwaarden kunnen enkel door een nieuwe arbeidsovereenkomst gewijzigd worden. De werknemer moet er zich mee akkoord verklaren. Wanneer de werkgever de wijziging doordrukt zonder het akkoord van de werknemer, aanvaardt de Belgische rechtspraak dat de werkgever de arbeidsovereenkomst onrechtmatig verbreekt. Hij kan dan veroordeeld worden tot het betalen van een verbrekingsvergoeding. Bijkomstige arbeidsvoorwaarden kunnen door de werkgever slechts gewijzigd worden voor zover de partijen daarover geen overeenkomst gesloten hebben. In het belang van een flexibel personeelsbeleid geniet het bijgevolg meestal de voorkeur om de functieomschrijving niet al te gedetailleerd voor te stellen. 5. Arbeidsduur en overuren Arbeidsduur: De bepalingen i.v.m. de arbeidsduur en overuren zijn opgenomen in de arbeidswet van 16 maart 1971. De mogelijkheid bestaat om in sectoren en ondernemingen alternatieve regelingen i.v.m. de arbeidsduur en arbeidsorganisatie uit te werken. In het algemeen mag de arbeidsduur in België niet meer bedragen dan 8 uur per dag en 38 uur per week. Beide grenzen spelen tegelijk. In bepaalde situaties kunnen de grenzen van de arbeidstijd echter verlegd worden. Dit is zowel mogelijk voor de daggrens als voor de weekgrens. Sommige bedrijven kiezen er voor om 40-uur/week te werken. Zj compenseren dit met 12 extra vakantiedagen, waardoor het werkgemiddelde (over het hele jaar) op 38 uren/week komt. Overuren: Volgens de arbeidswet van 16 maart 1971 zijn overuren uit den boze, al zijn er wel enkele uitzonderingen op deze regel. In sommige situaties mogen overuren wel: - Bij werken aan inventarissen en balansen - Als het werk plots enorm is toegenomen - Als er plots iets is tussengekomen - Als de machines of het materieel dit vragen - Er dreigt een ongeval in het bedrijf of bij de klant -… Ook voor sommige categorieën van werknemers gelden de regels rond arbeidsduur en overurenreglementering niet. Vogende beroepsgroepen mogen wel overuren doen: - Werknemers met een leidinggevende of een vertrouwensfunctie - Dienstboden - Handelsvertegenwoordigers 6. Jaarlijkse vakantie - Vakantiegeld In beginsel is al wie onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving voor werknemers meteen ook onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers. Jaarlijkse vakantie betekent dat de werknemer gedurende een bepaald aantal arbeidsdagen door zijn werkgever niet mag tewerkgesteld worden, zelfs niet indien hij dat zelf zou verlangen. De werknemer ontvangt voor deze dagen een vakantiegeld. De voordelen die aan de werknemer worden toegekend door de vakantiewetgeving zijn slechts een minimum en kunnen bijgevolg uitgebreid worden, bv. bij collectieve arbeidsovereenkomst. De werkgever die de wetgeving overtreedt, stelt zich bloot aan correctionele straffen en administratieve geldboeten. De werknemer heeft gedurende zijn vakantie recht op zijn normaal loon, en zal bovendien een zgn. "dubbel vakantiegeld" ontvangen, dat gelijk is aan een 92 % van zijn normale brutomaandloon. . Aan de bediende die vakantie neemt, betaalt de werkgever aldus 92 % op zijn normale brutomaandloon in de maand dat de vakantie opgenomen wordt 7. Schorsing van de arbeidsovereenkomst De wet op de arbeidsovereenkomsten van 1978 bepaalt dat een arbeidsovereenkomst kan worden geschorst in bepaalde wettelijk opgesomde gevallen, zoals sluiting van de onderneming, jaarlijks verlof, ziekte, ongeval, slecht weer, enz. De schorsing van de arbeidsovereenkomst heeft tot gevolg dat indien men in zijn proeftijd is, de proeftijd met de duur van de schorsing wordt verlengd, of indien men in de normale opzeggingstermijn is, de opzeggingstermijn wordt verlengd met de normale duur van de schorsing. 8. Concurrentiebeding Volgens de Belgische arbeidsovereenkomstenwet moet de werknemer er zich, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na het beëindigen ervan, van onthouden daden van oneerlijke concurrentie te verrichten of eraan mee te werken. In welbepaalde gevallen is het mogelijk om eveneens het verrichten van eerlijke concurrentie na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te verhinderen. Zulks kan door een beding op te nemen in de arbeidsovereenkomst dat elke concurrentie na het einde van de overeenkomst verbiedt. (Max 12 maanden) Een concurrentiebeding is aan strenge voorwaarden onderworpen vermits het een inbreuk uitmaakt op het principe van de vrijheid van handel en beroep. Het kan overigens enkel en alleen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde functies worden ingelast. Daarenboven moet het schriftelijk worden vastgelegd. Het concurrentiebeding is niet geldig in de arbeidsovereenkomsten waarin het bruto-jaarloon €30.535 (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2011) niet overschrijdt op het ogenblik van de verbreking van de overeenkomst; zelfs indien het beding hierin toch voorkomt, heeft het geen enkel gevolg. Wanneer het bruto-jaarloon ligt tussen €30.535 en €61.071 (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2011), is het beding nietig tenzij een collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten die de functies aanduidt waarvoor het beding wel geldig is (bijvoorbeeld hotelbedrijf). Wanneer het jaarloon €61.071 (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2011) overschrijdt, is het beding geldig, behalve voor de functies die bij collectieve arbeidsovereenkomst werden uitgesloten. Een concurrentiebeding is bovendien aan vier bijkomende geldigheidsvoorwaarden onderworpen: het moet betrekking hebben op soortgelijke activiteiten van de bediende; het moet geografisch beperkt zijn tot de plaatsen waar de bediende de werkgever werkelijk concurrentie kan aandoen, gelet op de aard van het actieterrein van de onderneming, en het mag niet verder reiken dan het Belgisch grondgebied; het mag niet langer lopen dan twaalf maanden vanaf het einde van de arbeidsovereenkomst; het moet voorzien in een compenserende vergoeding te betalen door de werkgever die het beding wil laten toepassen. Indien de werkgever binnen vijftien dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst laat weten dat hij van het concurrentiebeding afziet, is er geen vergoeding verschuldigd. De vergoeding moet minstens gelijk zijn aan de helft van het brutoloon van de werknemer, dat overeenstemt met de toepassingsduur van het beding. Het is het brutoloon van de maand die aan het einde van de overeenkomst voorafgaat dat als basis dient. Zelfs indien de arbeidsovereenkomst in de toepassing van een concurrentiebeding voorziet, zal het beding slechts uitwerking hebben in de volgende situaties: indien de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt wegens dringende reden in hoofde van de werknemer; indien de werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigt na de proeftijd met opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding. Het concurrentiebeding zal derhalve nooit uitwerking hebben tijdens de proeftijd, noch bij de normale beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, noch bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer wegens dringende reden in hoofde van de werkgever. Wanneer de bediende het concurrentiebeding overtreedt, moet hij aan de werkgever de compenserende vergoeding die hij ontvangen heeft terugbetalen en eenzelfde bedrag als schadevergoeding betalen. De rechter kan dit laatste bedrag wel verhogen of verlagen. 9. Uitvindingen door werknemers Indien de bediende in de research-afdeling van een onderneming zou werken, kan het van belang zijn een bepaling i.v.m. uitvindingen door de bediende in de arbeidsovereenkomst op te nemen. In België bestaat nog geen enkele wettelijke reglmentering om de werknemer-uitvinder te beschermen. Het principe van contractuele vrijheid geldt nog steeds. Dit betekent dat de werkgever in de arbeidsovereenkomst met de werknemer volledig rechtsgeldig zou kunnen stipuleren dat alle uitvindingen die de werknemer, ook buiten zijn dienstbetrekking heeft gedaan, aan de werkgever toekomen. Een mogelijke bepaling zou als volgt kunnen luiden: "De werknemer verbindt er zich toe alle projecten, tekeningen, scheppingen, technische verbeteringen, nieuwe procédés, (...), kortom alle uitvindingen van welke aard ook, waarvan hij tijdens en/of ingevolge zijn tewerkstelling de auteur of mede-auteur zou kunnen worden, te beschouwen als onherroepelijk toebehorend aan de werkgever zonder dat uit dien hoofde enige vergoeding verschuldigd is." Bij afwezigheid van contractuele bepaling ter zake kan men zich baseren op een door rechtsleer en rechtspraak vrijwel unaniem aangenomen classificatie: "Dienstuitvinding": dit is een uitvinding in het kader van een inventieve opdracht uitgevoerd. De uitvinding resulteert dus uit een onderzoek waartoe de werknemer expliciet (arbeidscontract) of stilzwijgend (voortvloeiend uit de opdracht) werd aangesteld. De opdracht kan zowel algemeen als particulier zijn: in het eerste geval gaat het om een algemene opdracht, voorzien in het arbeidsconctract, in het tweede geval om specifieke instructies, gegeven aan de werknemer. In dit geval komt de uitvinding zonder vergoeding aan de werkgever toe: het salaris wordt geacht de tegenprestatie te zijn voor gedane uitvindingen. De werkgever kan wel eisen dat zijn naam in het octrooi vermeld wordt. "Afhankelijke uitvinding": is de uitvinding die gedaan werd door een werknemer, die niet specifiek voor (dat soort) research werd aangeworven. De uitvinding werd echter gerealiseerd met behulp van middelen (geld, materiaal, personeel) geleverd door de werkgever. M.b.t. deze categorie bestaat de grootste onenigheid en onzekerheid: komt de eigendom t.a.v. de uitvinding toe aan de werkgever, aan de werknemer, of aan beiden (in medeëigendom)? Is de werknemer, wanneer hij de eigendom t.a.v. de uitvinding verkrijgt, verplicht een licentie te verlenen aan de werkgever? De formule van de medeëigendom stelt het probleem dat de bijdragen van werknemer en werkgever niet van dezelfde orde zijn. De werkgever, die zich in een economische machtspositie bevindt, kan bijvoorbeeld beslissen geen licenties toe te staan, waardoor het recht van de werknemer tot niets wordt herleid. Wanneer het eigendomsrecht t.a.v. de uitvinding aan de werknemer wordt verleend, ontstaan eventueel concurrentieproblemen met de werkgever. "De vrije uitvinding" of "persoonlijke uitvinding": wanneer de uitvinding door de werknemer werd gedaan zonder enig verband met zijn dienstbetrekking en met eigen middelen, dan komt de uitvinding aan de werknemer toe. 10. Beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor bedienden van onbepaalde duur na de proefperiode 10.1. Zowel de werkgever als de werknemer hebben het recht een arbeidsovereenkomst te beëindigen door opzegging. Dit is de meest klassieke manier om een arbeidsovereenkomst te beëindigen. Zo een opzegging moet noodzakelijk schriftelijk gegeven worden. Een mondelinge opzegging is nietig. Het recht van iedere partij om de arbeidsovereenkomst te beëindigen door opzegging is uitdrukkelijk voorzien voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Dit recht bestaat niet voor een duidelijk omschreven werk. De opzegging moet schriftelijk en individueel gebeuren. Op straffe van nietigheid dient de opzegging als volgt gegeven te worden: opzegging door de werkgever: betekening bij een ter post aangetekende brief, die slechts uitwerking zal hebben vanaf de derde werkdag na datum van verzending; betekening bij gerechtsdeurwaardersexploot, met onmiddellijke ingang. opzegging door de werknemer: overhandiging aan de werkgever van een geschrift waarvan het dubbel ondertekend wordt door deze laatste; betekening bij een ter post aangetekende brief, die slechts uitwerking zal hebben vanaf de derde werkdag na datum van verzending; betekening bij gerechtsdeurwaardersexploot, met onmiddellijke ingang. De opzeggingsbrief moet daarenboven een juiste inhoud hebben en moet ondubbelzinnig de bedoeling uitdrukken om de arbeidsovereenkomst tegen een bepaalde datum te beëindigen. Een geldige opzegging moet gepaard gaan met de nodige opzeggingstermijn. Het begin en de duur van deze opzeggingstermijn moeten in de opzeggingsbrief vermeld worden. 10.2. De duur van de opzeggingstermijn verschilt naar gelang van de situatie. Hij is anders wanneer de werkgever opzegt dan wanneer de werknemer opzegt. In België is de duur van de opzeggingstermijn afhankelijk van de hoogte van het loon van de partij die opzegt en van de anciënniteit van de bediende. Indien het brutojaarloon van de bediende lager is dan €30.535 (bedrag van toepassing vanaf 1/01/2011), kan de werkgever de bediende opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maand per vijf jaar anciënniteit. Elke nieuw begonnen periode van vijf jaar telt als een volledig afgewerkte periode. De bediende van zijn kant kan in deze situatie de arbeidsovereenkomst beëindigen mits een opzeggingstermijn gelijk aan de helft van de termijnen hierboven zonder dat de termijn maximaal boven drie maanden mag gaan. Indien het brutojaarloon van de bediende €30.535 op jaarbasis overschrijdt, kan de opzeggingstermijn die door de werkgever moet gegeven worden enkel bepaald worden door een overeenkomst tussen de partijen ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven. Ter bepaling van de opzeggingstermijn zal rekening moeten gehouden worden met de leeftijd van de bediende, zijn anciënniteit binnen het bedrijf, zijn functie en zijn brutojaarloon. In elk geval mag zijn opzeggingstermijn niet minder bedragen dan voor bedienden met een brutojaarloon dat €30.535 niet overschrijdt. voor de bedienden met een jaarloon van meer dan €61.071 (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2011) op het ogenblik van de indienstneming, is het mogelijk om de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn vast te stellen door een overeenkomst, gesloten ten laatste op het ogenblik van de indienstneming, met dien verstande evenwel dat de hierboven vermelde minimale opzeggingstermijnen moeten gerespecteerd worden; wanneer het ontslag van de bediende uitgaat mag de opzeggingstermijn 4,5 maand niet overschrijden indien het bruto-jaarloon ligt tussen €30.535 en €61.071 en 6 maanden niet overschrijden indien het loon hoger is dan €61.071 (bedragen van toepassing vanaf 1 januari 2011). 10.3. Wanneer een arbeidsovereenkomst beëindigd wordt zonder dat de voorschriften inzake opzegging en opzeggingstermijnen worden nageleefd, moet een opzeggingsvergoeding betaald worden. Deze vergoeding moet gelijk zijn aan het loon van de opzeggingstermijn of het nog resterende gedeelte van die termijn. Om het bedrag van de vergoeding te kennen, moet men dus eerst de duur van de te respecteren opzeggingstermijn kennen. De opzeggingsvergoeding wordt berekend op het lopend loon, inbegrepen de voordelen verworven krachtens de overeenkomst. 10.4. Naast de eenzijdige wilsuitdrukking die de opzegging is, kan de arbeidsovereenkomst te allen tijde beëindigd worden door de wederzijdse toestemming van partijen. 10.5. Ten slotte heeft elke partij het recht om een arbeidsovereenkomst onmiddellijk te beëindigen, zonder voorafgaande opzegging, om een dringende reden. Deze beëindigingswijze geldt voor elk type van arbeidsovereenkomst. Zij kan daarenboven in elk stadium van de arbeidsovereenkomst worden toegepast. Een ontslag om dringende reden moet worden berekend binnen de 3 werkdagen nadat de partij die er zich wil op beroepen, er kennis van heeft gekregen. Binnen de 3 werkdagen na het ontslag moet de dringende reden van het ontslag worden meegedeeld, op één van de volgende manieren: bij een ter post aangetekende brief bij gerechtsdeurwaardersexploot bij afgifte aan de andere partij van een geschrift, waarvan het dubbel door deze laatste ondertekend wordt. Wanneer de ingeroepen dringende reden achteraf door de rechter niet erkend wordt, dan heeft de afgedankte partij recht op schadevergoeding wegens contractbreuk. 10.6. Solicitatie verlof: Tijdens de opzeggingstermijn heeft de bediende het recht om met behoud van loon van het werk weg te blijven om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken (ongeacht of het gaat om een ontslag door de werkgever of door de werknemer). Hij mag één- of tweemaal per week afwezig blijven, mits de duur van de totale afwezigheid één arbeidsdag per week niet overschrijdt. Opgemerkt weze dat de bediende deze afwezigheid slechts mag aanwenden voor het doel waarvoor het wettelijk bestemd is, zijnde het zoeken naar een andere dienstbetrekking. Zoniet kan de werkgever hem het loon voor de betrokken arbeidsuren ontzeggen, mits hij het bewijs van het tegendeel voorlegt. 11. Arbeidsreglement Ongeveer elke werkgever die in de privé sector werknemers tewerkstelt, moet een arbeidsreglement hebben. Deze verplichting rust niet op familieondernemingen en op werkgevers die enkel dienstboden tewerkstellen. Het arbeidsreglement bevat een aantal concrete bepalingen over de loons- en arbeidsvoorwaarden zoals zij in de onderneming van toepassing zijn. De bepalingen die verplichtend dienen te worden opgenomen in het arbeidsreglement zijn voorgeschreven bij de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. De werkgever moet een afschrift van het arbeidsreglement aan elke werknemer overhandigen. Indien de werknemer geen arbeidsreglement ontving, is dit voor hem niet bindend. Het is steeds mogelijk om in de indivduele arbeidsovereenkomst af te wijken van de bepalingen van het arbeidsreglement. 12. Taalgebruik In België is er een stringente wetgeving van toepassing op het taalgebruik in de "sociale betrekkingen" en in alle sociale documenten en bescheiden. Het taalgebruik wordt geregeld enerzijds door de nationale wetgeving en anderzijds door de decreten van de cultuurraden. a. Wanneer de werkgever een exploitatiezetel in het Nederlands taalgebied heeft, bepaalt het Nederlandse taaldecreet van 19 juli 1973 dat het Nederlands verplichtend is in alle sociale betrekkingen tussen werkgever en werknemer alsmede voor alle wettelijk voorgeschreven akten en bescheiden. Eventueel kan een vertaling worden toegevoegd. b. Het Franse taaldecreet van 30 juni 1982 is van toepassing op de werkgevers die hun exploitatiezetel hebben in het Franstalig gewest. Het gebruik van het Frans is verplichtend in de sociale betrekkingen tussen werkgever en werknemer alsook voor de wettelijk voorgeschreven akten en documenten. Het bijkomend gebruik van een andere taal is mogelijk na gemeen overleg tussen de partijen. c. De ondernemingen gevestigd in Brussel-hoofdstad, de gemeenten met faciliteiten en het Duitse taalgebied, vallen onder het toepassingsgebied van de nationale wetgeving. Deze is neergelegd in het koninklijk besluit van 18 juli 1966 op het gebruik van talen in bestuurszaken. De documenten en bescheiden worden opgesteld in de taal van het gebied waar hun exploitatiezetel gevestigd is. Voor Brussel-hoofdstad geldt een aparte regeling: het Nederlands wordt gebruikt wanneer de documenten bestemd zijn voor het Nederlandssprekend personeel en het Frans wanneer zij bestemd zijn voor het Franssprekend personeel. Met "sociale betrekkingen" worden alle mondelinge of schriftelijke, collectieve of individuele contacten tussen werkgever en werknemers bedoeld, die enig verband hebben met de tewerkstelling. Het gaat om een zeer ruim begrip. Zo zullen bv. alle formulieren, documenten en stukken die met de tewerkstelling verband houden, hieronder vallen. De niet-naleving van de voorgeschreven taalreglementering, heeft de nietigheid van de betreffende documenten voor gevolg. 13. Toepasselijk recht De Belgische rechtspraak is van oordeel dat arbeidsovereenkomsten met een vreemd element, waarin geen rechtskeuze is voorzien, worden beheerst door het recht van het land waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht. Dit principe wordt trouwens bevestigd door het Europees Verdrag inzake het recht van toepassing op verbintenissen uit overeenkomst, ondertekend op 19 juni 1980. Het staat de partijen echter in principe vrij een vreemd rechtsstelsel te kiezen. Maar, van zodra een arbeidsovereenkomst hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk in België wordt uitgevoerd, zijn de Belgische wetten van politie en veiligheid toepasselijk, ongeacht de contractuele keuze van een ander rechtsstelsel. "Wetten van politie en veiligheid" zijn o.m. de wettelijke bepalingen betreffende minimum opzeggingstermijnen, lonen, enz. 14. Keuze van jurisdictie Tenslotte is het eveneens mogelijk in de arbeidsovereenkomst reeds de bevoegde Rechtbank aan te duiden. Ingevolge Art. 17 van het Europees Executieverdrag van 27 september 1968, moet dergelijk bevoegdheidsbeding uitdrukkelijk schriftelijk worden bepaald en aanvaard door de werknemer. Naar Belgisch recht is het echter onmogelijk een arbitragebeding te voorzien in een arbeidsovereenkomst voor bedienden, waarvan het jaarloon lager is dan €61.071 bedragen van toepassing vanaf 1/01/2011). Indien het brutojaarloon dit bedrag overschrijdt, kan een arbitragebeding enkel worden opgenomen voor bedienden die belast zijn met het dagelijks beheer van de onderneming of een bedrijfseenheid. De werkgever zal vaak willen bepalen dat mogelijke betwistingen i.v.m. de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor de rechtbank van de zetel van de vennootschap zullen worden beslecht.