ETIKETTERING VAN VOORVERPAKTE LEVENSMIDDELEN

32
INFORMATIEF
ETIKETTERING VAN VOORVERPAKTE LEVENSMIDDELEN
VLEES VAN VARKENS, SCHAPEN, GEITEN EN PLUIMVEE
V
anaf 1 april 2015 moet het etiket van de
voorverpakte
voedingsmiddelen
bestemd voor de eindconsument en de
grote cateraars (*) eveneens het land van
oorsprong of de plaats van herkomst vermelden voor wat betreft vers, gekoeld of bevroren vlees van varkens, schapen, geiten en
pluimvee.
Een soortgelijke informatieplicht bestaat
reeds lang voor het rundvlees maar wordt nu
uitgebreid.
Deze verplichte vermeldingen die bovenop
de reeds bestaande etiketteringsplicht voor
voorverpakte levensmiddelen moeten aangebracht worden betreffen de oorsprong (in
voorkomend geval opgesplitst in landen
waar de dieren gehouden werden en het
land waar het dier geslacht werd) en door de
vermelding van een partijcode (vb lotnumer)
die zorgt voor een samenhang tussen de binnenkomende en uitgaande levensmiddelen,
wordt de traceerbaarheid mogelijk gemaakt
Als oorsprong volstaat de naam van de lidstaat of van het derde land indien het vlees
verkregen is van dieren die in één enkele lidstaat of een enkel derde land zijn geboren,
gehouden en geslacht. Dit dient als volgt
vermeld te worden:
Oorsprong: (naam van de lidstaat of van het
derde land)
Is dit NIET het geval dat moet in de plaats van
de oorsprong zoals hierboven beschreven de
lidstaat of het derde land waar de dieren zijn
gehouden en geslacht afzonderlijk op het
etiket vermeld worden. De verschillende
mogelijkheden vindt u terug in onderstaande
kader.
Wanneer verschillende stukken vlees, van
dezelfde soort of van verschillende soorten,
overeenkomen met verschillende vermeldingen overeenkomstig hetgeen hierboven vermeld wat betreft de oorsprong en de plaats
waar het dier gehouden en geslacht, in
dezelfde verpakking aan de consument of
grootcateraar worden aangeboden, vermeldt
het etiket het volgende:
Gehouden in: niet-EU en Geslacht in: EU wanneer gehakt vlees of afsnijdsels uitsluitend
wordt/worden geproduceerd van vlees dat
verkregen is van dieren die in de Unie zijn
ingevoerd met het oog op de slacht en die in
één of verschillende lidstaten zijn geslacht
Gehouden en geslacht in: EU en niet-E”, wanneer gehakt vlees of afsnijdsels is/zijn geproduceerd van:
a)de lijst van betrokken lidstaten of derde
landen voor elke soort;
b)de partijcode (vb. lotnummer) aan de hand
waarvan het vlees dat aan de consument
of de grootcateraar wordt geleverd, wordt
geïdentificeerd.
- vlees verkregen van dieren die zijn gehouden en geslacht in één of verschillende
lidstaten en van in de Unie ingevoerd vlees,
of
- vlees verkregen van dieren die in de Unie
zijn ingevoerd en in één of verschillende
lidstaten zijn geslacht.
AFWIJKENDE REGELING VOOR GEHAKT
VLEES EN AFSNIJDSELS
Voor gehakt vlees en afsnijdsels mogen de
hierna vermelde vermeldingen worden toegepast:
Oorsprong: EU, wanneer het gehakt vlees of
de afsnijdsels (**) uitsluitend wordt/worden
geproduceerd van vlees dat is verkregen van
dieren die in verschillende lidstaten zijn
geboren, gehouden en geslacht
Gehouden en geslacht in: EU, wanneer het
gehakt vlees of de afsnijdsels uitsluitend
wordt/worden geproduceerd van vlees van
dieren die in verschillende lidstaten zijn
gehouden en geslacht
Gehouden en geslacht in: niet-EU”, wanneer
het gehakt vlees of de afsnijdsels uitsluitend
wordt/worden geproduceerd van vlees dat in
de Unie is geïmporteerd;
Als het vlees betreft van dieren die NIET in één enkele lidstaat of in één enkel derde land zijn gehouden en geslacht,
dan moeten de landen waar dit plaatsvond afzonderlijk op het etiket worden vermeld.
GEHOUDEN IN
situatie
I De betekenis van "gehouden in " verschilt naargelang het dier:
DIER
BIJ SLACHTEN
LEVEND
GEWICHT
ouder dan 6 maanden
VARKENS
SCHAPEN &
GEITEN
PLUIMVEE
jonger dan 6 maanden
ouder dan 6 maanden
LIDSTAAT OF DERDE LAND VERMELDEN OP BASIS VAN
DE PLAATS VAN DE HOUDERIJPERIODE (HP)
laatste HP waar het varken ten minste 4 maanden verbleef
≥ 80 kg
HP waar het varken verbleef nadat het 30 kg woog
< 80 kg
waar de hele HP plaatsvond
laatste HP waar het dier ten minste 6 maanden verbleef
jonger dan 6 maanden
waar de hele HP plaatsvond
ouder dan 1 maand
laatste HP waar het dier ten minste 1 maand verbleef
jonger dan 1 maand
waar de hele HP plaatsvond
Gehouden in: (naam van de lidstaat of het derde land)
situatie
Gehouden in: niet-EU en Geslacht in (naam
van het derde land waar het dier is geslacht)
De hierboven uiteengezette toepasselijke
reglementering lijkt ingewikkeld omdat voor
de volledigheid al de mogelijke gevallen
beschreven moeten worden maar zal in de
praktijk best meevallen aangezien in de
ambachtelijke slagerij het aangekochte vlees
meestal afkomstig zal zijn van dieren die in 1
enkel land zijn geboren, gehouden en
geslacht.
De volledige tekst van de uitvoeringsverordening kan geconsulteerd worden op onze
website www.bb-bb.be in de rubriek wetgeving van de ledenpagina’s
(*) Grote cateraars zijn bedrijven of instellingen (inclusief voertuigen en vaste of mobiele
kramen), zoals restaurants, kantines, scholen,
ziekenhuizen en cateringbedrijven waarin in
het kader van een bedrijfsactiviteit voedsel
wordt bereid dat klaar is voor consumptie
door de eindverbruiker.
II Als geen van de hoger vermelde houderijperiodes van toepassing is, vermelden naargelang het geval:
Gehouden in: verschillende EU-lidstaten
Gehouden in: verschillende niet-EU-lidstaten
Gehouden in: verschillende EU-lidstaten en niet-EU-lidstaten
situatie
AFWIJKENDE REGELING VOOR VLEES
UIT DERDE LANDEN
Indien de informatie zoals vermeld in mogelijkheid 1 niet beschikbaar voor vlees dat
ingevoerd wordt uit een derde land dan
dient het volgende vermeld te worden:
III Als de exploitant in situatie II kan aantonen in welke (niet-)EU-lidstaten het dier gehouden werd, vermelden:
Gehouden in: (namen van de EU-lidstaten en niet-EU-lidstaten waar het dier werd gehouden)
GESLACHT IN
Ook het land waar het dier geslacht werd, moet als volgt worden vermeld:
Geslacht in: (naam van de lidstaat of het derde land)
(**) Afsnijdsels zijn kleine stukken vlees die
geschikt zijn voor menselijke consumptie en
die uitsluitend verkregen zijn tijdens de
opmaak, bij het uitbenen van karkassen of
het uitsnijden van vlees.