Chanson, une belle histoire Betoog Vanaf de middelbare school heeft het Franse lied en de Franse film mij altijd getrokken. Ik was geen groot fan, maar greep de kans als het mogelijk was. Ik analyseerde Franse liedjes voor het vak muziek, luisterde naar Wende Sneijders op YouTube, ging op vakantie naar Frankrijk, zong het lied Milord van Edith Piaf tijdens het eindexamenconcert op de middelbare school en schreef een recensie over de film ‘la vie en rose’, over het leven van Edith Piaf, voor het vak Frans. Sinds het eerste college van Bart van Loo bij DWDD staat ook zijn boek in mijn kast, dankzij een oom met dezelfde voorliefde en twee jaar geleden stond ik vooraan tijdens het concert van Stromae op Lowlands. Maar naast mijn oom kende ik verder niemand met dezelfde guilty pleasure, laat staan mijn leeftijdsgenoten. Dit onderzoek was voor mij de uitgelezen kans om eens wat meer over het chanson te weten te komen. En om erachter te komen of het chanson nog leeft in Nederland start ik mijn zoektocht dan ook in ons eigen kikkerlandje en laat Parijs nog even op zich wachten. Een lastige opgave; de aanwezigheid van een niet-tastbaar goed meten. (In hoeverre leeft het traditionele chanson nog in Nederland?) Om toch een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het antwoord ben ik gaan observeren. De chansonliefhebbers bleken vooral “mensen met veel levenservaring” te zijn. Het chanson wordt vaak in verband gebracht met nostalgische herinneringen en een goede tijd; de seksuele revolutie, de tijd van de hippies, vrijheid en blijheid. Ooit was heel Nederland liefhebber, we waren toen een Francofiel land. Nu zijn de Francofielen nog maar zeldzaam. Een enkeling stort zich nog met gemak en liefde op de Franse helden van toen. Tess van der Zwet propageert online Nederland met haar website Chanson Offensief, Bart van Loo laat dendert door de televisie met zijn chansoncolleges en Frances Gramende probeert alle Franstalige zangtalenten op een podium krijgen tijdens het Concours de la Chanson. De winnaars krijgen letterlijk een (eenmalig) podium in Parijs, Tess knalt ze op Google en ze staan binnen no-time op de voorpagina van magazine En Route. Maar is het genoeg? Chanteuse Davine won het concours in 2012. Ze heeft wel een idee hoe ze de Nederlandse luisteraars om haar vingers kan winden. Ze denkt dat de chansonluisteraars wel zitten te wachten op iets nieuws en verfrissends. Daarom heeft ze sinds haar overwinning al drie Franstalige singles opgenomen. Ze laat haar liedjes expres de popkant op gaan, zodat het ook een wat breder publiek trekt. Dat is precies wat je nu bij bijvoorbeeld Stromae en Christine and the Queens ziet gebeuren, bij de nouvelle chansons. Het is de Franse taal die het chanson maakt. Volgens Tess is er altijd een invloed geweest van wat populair was. Altijd stonden de chansons van toen het in verband met het genre wat destijds in de hitlijsten te vinden. Het is een beweging dat zeker de moeite waard is om in de gaten te blijven houden. Het zijn juist de zeldzamen als Bart van Loo, Tess van der Zwet en Frances Gramende die zorgen dat het chanson niet verdwijnt als een nostalgische herinnering van de Nederlandse geschiedenis.