Probleem-analyse Inleiding https://www.youtube.com/watch?v=t6oFRDqDw8U (vanaf 7.26min.): Matthijs van Nieuwkerk: ‘Ach, al die wonderschone Franse chansons. Wie kent ze nog? Wie koopt ze nog? Wie zingt ze nog?’ Charles Aznavour, La Bohème 1965. Bart van Loo: ‘Wat zit er allemaal in dit lied? Dit is het lied van een jongen, ambitieuze provinciaal, die naar Parijs trekt om carrière te maken. Een man die schilder is. Die daar met zijn schilderijen als VISA-kaart, avant à lettre, in de cafés betaalt. Bovendien, op het einde van dit lied gaat die man terug, herkent Parijs niet meer. Het Parijs van zijn jeugd is verdwenen. En wanneer Aznavour dit zingt, haalt hij ook altijd een zakdoek boven, waar hij getormenteerd, amechtig in zit te kneden, omdat hij ook hoopt dat hij zo de tijd die – de wereld draait door, dat weten we allemaal – en dat kan hij niet tegenhouden. Maar toch speelt hij dat hij heel kwaad is op het lot en gooit die zakdoek dan op de grond en loopt af. Het applaus zwelt aan. En dan zijn er altijd mensen die recht springen, niet waar? En ik was erbij vorig jaar 11 december in Rijssel. En ik dacht, gaat hij dat nu doen? La Bohème begint en ik denk die zakdoek die komt boven. Maar een nieuwe angst maakt zich van mij meester. Want ik denk, stel dat hij die zakdoek nu niet weggooit, dan is heel mijn mythe naar de knoppen. Maar hij gooit die zakdoek weg en terwijl die zakdoek traag naar beneden zakt, zie ik al die oude mensen in de zaal zitten en denk ik: die gaan nooit met hun oude knokken recht springen om die zakdoek te pakken. Maar ik garandeer u. Niet een, niet twee, niet drie, maar een horde, een roedel, een bataljon van mensen die overduidelijk zeer lang geleden geboren waren, kwamen daar aan. Met krukken, met looprekken, met rolstoelen om die zakdoek van Aznavour te pakken. En ik was geroerd. En dit is het chanson. Het chanson gaat over die ambitie, over de tijd die voorbij gaat maar ook over emotie, vandaag de dag.’1 Dit was een van de eerste momenten waarop het chanson mij raakte, op 8 oktober 2012, het eerste chansoncollege van Bart van Loo bij De Wereld Draait Door. Ik hoefde zijn volgende colleges niet te zien om te weten dat dit de manier was om mensen enthousiast en warm te maken voor het Franse lied; met een bom energie en goede verhalen bij de liedjes en chansonniers/ères. Maar wordt dat nog wel gedaan in Nederland, naast Van Loo? En zo ja, wie worden daar enthousiast en warm van? Zijn mijn leeftijdsgenoten er nog voor te paaien? Of is er met de komst van Stromae en Christine and the Queens een chanson 2.0 ontstaan voor mijn leeftijdsgenoten? En om erachter te komen of het chanson nog leeft in Nederland start ik mijn zoektocht dan ook in ons eigen kikkerlandje en laat Parijs nog even op zich wachten. Om mijn onderzoek in goede banen te leiden, ga ik op zoek naar het antwoord op deze hoofdvraag: In hoeverre leeft het traditionele chanson nog in Nederland? Deze deelvragen gaan mij hopelijk helpen om mijn hoofdvraag te beantwoorden: 1. Wat is het chanson? Hierbij ga ik uit van Franstalige nummers. Binnen het genre chanson zijn er verschillende stijlen en vertalingen te ontdekken. 2. Hoe word je in Nederland een professionele chansonnier/e? 3. Wie zijn vandaag de dag Nederlandse liefhebbers van chansons? 4. Hoe populair is het chanson nog in Frankrijk en België? 1 https://www.youtube.com/watch?v=t6oFRDqDw8U 1. Wat is het chanson? Chansons, chanteurs en chanteuses Het chanson wordt vaak in verband gebracht met woorden als nostalgie, romantiek en tragiek. Volgens Frances Gramende, organisator van Concours de la Chanson, is het heel simpel. ‘Chanson betekent letterlijk “liedje” in het Frans.’ Maar voor de echte definitie verwijst ze naar Cornald Maas. De schrijver en televisiepersoonlijkheid vertelt tijdens het Concours de la Chanson van 2013 tegen de camera: ‘Het chanson is een lied dat met overtuigingskracht, zoetgevooisd vaak en met rafelen ook als het even kan, de diepere zielenroerselen (liefde, verdriet, dood, vrijheid, revolutie, oorlog, red.) van de menselijke psyche blootlegt. Althans, over de echte dingen in het leven gaat zonder op een platte manier te vervallen tot clichés.’ In datzelfde filmpje komt ook Liesbeth List in beeld: ‘Het chanson gaat over onderwerpen. Niet alleen maar van ik hou van jou en ik blijf je trouw. Het is echt emoties geven, meer niet.’ En musicus Tonny Eyk: ‘Het chanson is eigenlijk een luisterlied.’ Om gelijk nog iets duidelijk te stellen: Iemand die chansons zingt is niet, zoals meestal gezegd wordt in Nederland, een chansonnier(e) maar een chanteur of chanteuse. Dat komt van het woord chanter. Dat betekent zingen in het Frans. In het Frans wordt een chansonnier(e) dan weer vertaald als een stand-up comedien. Ontstaan De eerste chansons werden al honderden jaren geleden gezongen. In het boek van francofiel Bart van Loo vertelt hij dat de minstrelen (rondreizende zangers, red.) in de Middeleeuwen al chansons de geste zongen: heldendichten, een populair episch genre waarin historische personen een hoofdrol hadden. De teksten hadden een duidelijke liedstructuur: het rijm was eenvoudig en de regels waren kort.2 In de jaren 1630 krijgt het chanson er een zusje bij: pontneufs. Dat waren korte liedjes over een herkenbaar of pikant thema. De pont-neufs werden gezongen door zangers op de Parijse brug Pont Neuf. De liedjes werden gezongen op een bekende melodie. Dat was ook wel belangrijk, omdat de zangers geen eeuwigheid op de brug konden blijven staan en toch de aandacht van de voorbijganger wilde trekken en even vast te houden voor zo’n twee à drie minuten. Van Loo suggereert dat de voorganger van het singletje toen geboren is. 3 Het Franse chanson zit stevig geworteld in de literatuur. Frankrijk is niet zomaar het land waar de eerste vrouw van het land een gedicht van de nationale schrijver nummer één op muziek zet. La possibilité d’une île (2008: De mogelijkheid van een eiland) van Carla Bruni is een muzikale uitvoering van een gedicht van schrijver en regisseur Michel Houellebecq.4 Nederland was francofiel Langzaam maar zeker brak in de twintigste eeuw ook het chanson in Nederland door. ‘Onze generatie was francofiel. Alles wat Frans was, was goddelijk. De Franse kaas, de wijn, het chanson, de filmsterren, de films, de zangers, de zangeressen. We kenden ze allemaal’, zegt Liesbeth List daarover. ‘In Nederland was het vak Frans ook verplicht op school’, verklaart Frances Gramende. ‘Toen begrepen we wat er gezongen werd. Nu is het een keuzevak en kiezen jongeren toch vaak voor Duits, omdat dat makkelijker lijkt. Nu snappen we niet meer wat er gezongen wordt.’ 2 Wikipedia (december 2013) Chanson de geste. Geraadpleegd op 29 juni 2016 via: https://nl.wikipedia.org/wiki/Chanson_de_geste 3 Loo, B. van. (2012). Chanson Illustrée. De Bezige Bij Antwerpen. 4 Loo, B. van. (2012). Chanson Illustrée. De Bezige Bij Antwerpen. Om het Franse lied in Nederland levend te houden, organiseert Alliance Française ieder jaar het Concours de la Chanson. Een zoektocht naar artiesten die Franstalig zingen. Er worden tijdens het concours zowel traditionele en moderne chansons gezongen. De wedstrijd blijkt vaak een springplank voor een chansoncarrière voor vele Nederlandse en Vlaamse artiesten. 5Wende Snijders (winnaar 2001), Alderliefste (winnaar 2005) en het trio Zazi (winnaar 2009) vulden theaters en werden zo een soort ambassadeurs voor het chanson. Wie ook naar het ambassadeurschap solliciteert is chanteuse Davine. Zij won het Concours de la Chanson in 2012. Ze heeft inmiddels drie singles opgenomen en timmert nog steeds hard aan de weg. ‘Ik zie het chanson als een Frans levenslied. Een chanson is eigenlijk een kort verhaaltje, een luisterliedje. Als je erop gaat letten, hoor je dat alle liedjes echt een verhaal zijn en vaak een kop en een staart hebben. 5 Alliance Française (mei 2016). Concours de la Chanson. Geraadpleegd op 29 juni 2016 via: http://www.concoursdelachanson.nl/over/concours-de-la-chanson/ 2. Hoe word je in Nederland een professionele chanteur/euse? Davine ‘Het is bij Frida Boccara begonnen’, vertelt de Groningse Davine. ‘Mijn moeder had altijd een LP van haar en ik ben op een gegeven moment met nieuwe oren daarnaar gaan luisteren en ik vond dat toen in één keer zo mooi. Ik ben toen heel de avond bezig geweest om hem in te studeren, ik wilde het helemaal kennen.’ Na het vwo ging ze Frans studeren, maar dat hield ze maar vier weken vol. ‘Ik wilde zingen en toen heb ik de overstap naar het conservatorium gemaakt.’ Het eerste jaar studeerde ze voor de grap een Frans chanson in, maar dat beviel zo goed dat ze ermee aan de slag ging. ‘Ik denk wel dat ik de enige ben van mijn lichting die er mee door is gegaan.’ Davine laat haar stem vaak (letterlijk) horen in het buitenland. ‘Parijs, België, Duitsland. We gaan dit najaar naar China, want daar leeft het chanson kennelijk ook en in Australië schijnt het ook te leven.’ Zingen in Parijs vindt ze het spannendst. ‘Het is natuurlijk hun taal en dan voel ik me toch wel een vreemde eend in de bijt. Maar het wordt goed ontvangen. Ik denk wel dat het in Frankrijk meer leeft om de kant van de nieuwe chansons op te gaan, want ik heb wel de indruk dat ze de oude wel een beetje gehoord hebben nu. Dus als je met iets nieuws en verfrissends komt, dan vinden ze dat heel erg leuk.’ En dat doet Davine. Ze heeft inmiddels drie singles opgenomen. In het kader van de Tour de France bracht ze een bewerking van Yves Montands A Bicyclette uit. ‘We hebben het liedje expres meer de popkant op laten gaan, zodat het ook voor een wat breder publiek toegankelijk is. Ik denk dat je door de klank aan te passen aan het heden, je mensen kunt trekken.’ Een gouden zet, want tijdens de Grand Départ ging ze langs Mart Smeets, Bart Kranenbarg en Harry Mens om haar chanson te zingen. Maria Pedano De nog maar dertienjarige Maria Pedano won dit jaar het Concours de la Chanson. Ik sprak haar tijdens een repetitie voor het Concours. Maria vond thuis ooit eens een cd in de cd-lade met het handschrift van haar opa. Ze zette de cd op en dat bleken chansons te zijn. ‘Vanaf dat moment ben ik verliefd op de Franse chansons’, zegt ze. ‘Frans is natuurlijk niet echt een taal die ik spreek’, legt ze uit. Om de teksten te begrijpen schrijft ze ieder woord op. Ook voor Maria is het chanson een bijzonder lied. ‘De meeste liedjes gaan van bladiebladiebla, maar chansons zijn echte verhalen. Ze raken mensen heel erg, in ieder geval mij raken ze heel erg.’ Ook de melodieën en de Franse taal spreken haar aan. Op de vraag wat ze later wil worden zegt ze: ‘Ik wil in ieder geval in de muziek (ze speelt ook hobo). Mijn doel is om mensen zo gelukkig mogelijk te maken en dat ik mijn gevoelens kan delen. Ik wil emoties die ik zelf in de muziek speel of zing overbrengen aan de mensen.’ Maria won het Concours in maart dit jaar. Ze werd door jurylid Bart van Loo de Sandra Kim (ook 13 jaar toen ze meedeed aan het Eurovisie Songfestival met J’aime la vie) van de avond genoemd. Ze is inmiddels in Parijs geweest voor een optreden en was te gast in het tv-programma van Paul Witteman. Tess van der Zwet De Haagse Tess van der Zwet zingt sinds haar 20e Franse liedjes. Ze studeerde ondertussen Music Management. Aan haar opvoeding heeft ze de liefde voor chansons niet te danken. ‘Mijn ouders hebben me totaal geen muzikale opvoeding gegeven, het was dramatisch. Mijn moeder luisterde naar 2unlimited, Ruth Jacott en de Red Hot Chilipeppers en dan het liefste door elkaar heen. Dus ik heb dat zelf moeten ontwikkelen. Samen met haar band Tess et les Moutons Magnefiques treedt ze inmiddels in hele het land op. Bij het ontstaan van de band zocht ze een platform waarop ze zichzelf konden promoten, maar dat was er niet. ‘Ik vond dat heel frustrerend. Want waar zet je een chanson neer? Het hoort niet in de popmuziekhoek en theater is het ook niet, want het is gewoon muziek. Kleinkunst zou ik het ook niet willen noemen. Het chanson is gewoon chanson en het hoort overal een beetje bij. Zoals je in de popmuziek allemaal verschillende muziekblogs en recensies hebt, bestaat dat niet voor het chanson. Dus ik dacht: Als het er niet is, dan doe ik het wel.’ En zo geschiedde het. In mei 2014 lanceerde Tess de website het Chanson Offensief, een verzamelplaats voor het Franse lied en haar liefhebbers met achtergrondverhalen, interviews, nieuws, tips en chansonanalyses.6 De ambities van Tess liggen vooral bij het enthousiast maken van het publiek. ‘Ik merk nu ook dat over de grenzen van Den Haag of van Zuid-Holland mensen ons leren kennen als chansonband. Ik hoop dat we de chansonband van Nederland worden, maar ik hoop stiekem ook dat mijn chansonwebsite de chansonwebsite van Nederland wordt. Wat ik niet hoop is dat ik de chansongoeroe van Nederland wordt, want daar ben ik gewoon nog lang niet aan toe en zoveel weet ik nog helemaal niet.’ Concours de la Chanson Wat de beste manier is om een goede chanteur of chanteuse te worden, staat niet vast. Wel staat vast dat Frances Gramende met haar Concours de la Chanson veel talent laat opstaan. Want naast Davine en Maria Pedano hebben ook bekende namen als Wende Snijders, Alderliefste, Sjors van der Panne, Job Bovelander en het trio Zazi op hetzelfde podium gestaan. En nog steeds treden ze allemaal op in het Frans. 3. Wie zijn vandaag de dag Nederlandse liefhebbers van chansons? 6 Wangko, K. (mei 2014) Tess van der Zwet: “Het Chanson Offensief is mijn eigen leerschool”. Geraadpleegd op 29 juni 2016 via: http://3voor12.vpro.nl/lokaal/den-haag/nieuws/2014/sniester/Interview-Tess-van-derZwet.html Vive la France In maart 2015 ging ik naar de voorstelling ‘Vive la France’ in het Chassétheater. Ik was veruit de jongste. De hele voorstelling werden er Franse chansons gezongen door Philippe Elan, Renée van Wegberg en Job Bovelander. Het was anderhalf uur lang zitten, meeklappen en meezingen wat je meezingen kon. Ik was veruit de jongste uit het publiek. Tess van der Zwet was bij dezelfde voorstelling en was kritisch. ‘In de voorstelling werd het chanson neergezet als “hier passeren alle chansons de revue, lekker meezingen met z’n allen.” De jongeren die in dat theater zaten dachten vast: jezus het is inderdaad wel een stoffig gebeuren, de manier waarop het vertolkt wordt. Het ging altijd over die nostalgische vakanties en dat vond ik tenenkrommend.’ Nostalgische herinneringen ‘Mensen, zeker oudere mensen, zijn nogal geneigd om zich het chanson toe te eigenen als een soort nostalgische herinnering van vroeger,’ gaat ze verder. Als voorbeeld noemt ze de Beatles. ‘De Beatles zijn ook niet alleen maar “weet je wel die herinneringen aan de jaren ’60, toen was het ook zo leuk”. Nee de Beatles zijn ondertussen legendes geworden en dat is natuurlijk ook wat het chanson moet worden of zijn. Kijk wat er nu gebeurt met Ramses Shaffy, die krijgt ook een podium, postuum. En ik denk dat zo’n Stromae en een Christine and the Queens ook heel erg helpen. Het moeten gewoon goede liedjes zijn en als 3FM het oppakt en grijs draait, dan merk je dat het redelijk loopt. De drempel is wel hoger, omdat het in het Frans is natuurlijk. Ik heb altijd de indruk dat Amerikaanse of Engelse artiesten er veel meer gebaat bij zijn dat hun liedjes in Nederland of Europa rondgaan. Terwijl de Fransen, dat zijn een stelletje chauvinisten waar je bij staat, het allemaal wel prima vinden als het goed gaat in het eigen land. Ze hebben genoeg optreedmogelijkheden.’ Tess heeft natuurlijk ook haar eigen publiek. ‘De ouderen vinden het vaak al fantastisch omdat ze veel herkennen. De jongeren mensen zeggen in de eerste instantie: ‘ik heb helemaal niks met het chanson. En ook niet met het Frans. Ze hadden vaak een hekel aan de taal, aan het vak en aan de leraar.’ Maar de manier waarop wij het brengen vinden ze vaak zo tof. Dat is precies wat ik wil bereiken.’ Ook Davine ziet veel ouder publiek. ‘Ons publiek is meestal 40 plus, maar we zien steeds meer jongeren. Mensen die na afloop naar me toe komen omdat hun moeder een liedje vroeger altijd zong. Of huilende mensen, die huilen niet van verdriet maar van al die klanken en melodieën van vroeger.’ Chanson, une belle histoire Een andere manier om het Franse lied in de theaters te zien (in Nederland én België) de afgelopen tijd was de voorstelling ‘Chanson, une belle histoire’ van Bart van Loo. Daar was de gemiddelde leeftijd al iets minder hoog. Bart van Loo kennen de Nederlanders natuurlijk vooral van zijn chansonscolleges in het televisieprogramma De Wereld Draait Door. Kijk alleen al naar het publiek wat DWDD dagelijks bijwoont in de studio. Hij zingt zelf geen noot, maar stond tijdens de voorstellingen samen met de band Eddie et les Vedettes op het podium. Van Loo bracht zijn chansoncolleges op een uptempo en hilarische manier en de band was daar voor de muzikale illustratie. Er werd net als ‘Vive la France’ meegezongen en –geklapt, maar ruimte voor een feestje was er toch meer. De kreet “Ha” uit het nummer Alexandrie Alexendra werd uitgeroepen tot cultureel erfgoed van Frankrijk en het publiek mocht de kreet gelijk vol vuur en inclusief bijbehorende gebaren meedoen. 4. Hoe populair is het chanson nog in Frankrijk en België? Volgens Tess is er in Frankrijk een explosie aan verzamelcd’s van klassieke chansons, uitgevoerd door hedendaagse artiesten. ‘Daar is het al algemeen cultureel erfgoed, dus dat zit er ingebakken.’ De meeste chansons zijn gemaakt in de jaren ’50, ’60, ’70 en een enkeling in de jaren ’80. Davine: ‘Vanaf de jaren ’90 kreeg je een heel ander soort muziek, meer elektronisch. Langzaam ebde het chanson een beetje weg. Ik denk dat het nooit helemaal is verdwenen, maar wel voor de grote massa in de landen rondom Frankrijk. Onze Franse roots verdwijnen steeds verder. Een mooi voorbeeld is Clouseau. Ze zeiden in DWDD: ‘Wij zijn nooit weggeweest, alleen jullie kochten onze platen niet.’ In België waren ze onverminderd populair.’ Industrie Als je de radio aanzet in Frankrijk hoor je gegarandeerd een chanson voorbij komen. In Frankrijk geldt nog een muziekquota. De radiostations zijn verplicht om minimaal 40% Franstalige muziek te draaien. Ook moet de helft van die 40% bestaan uit nieuwe producties die niet ouder zijn dan 9 maanden.7 ‘De industrie bepaalt wat je hoort,’ gaat Davine verder. ‘Ieder land heeft zijn eigen label, ook in Spotify bijvoorbeeld. Je kunt niks horen wat in Frankrijk wordt uitgebracht, alleen wat er in Nederland wordt uitgebracht.’ Vlaanderen vs. Wallonië Volgens de Antwerpse platenbaar Yves Vaes is de muzikale tweedeling tussen Wallonië en Vlaanderen aan het dichtgroeien. ‘Veel Vlaamse bands nemen bewust Franstalige bands mee op tour. En je ziet het in de hitlijsten. Vlaanderen versus Wallonië is toch een beetje Germaanse versus Romaanse cultuur, waardoor je op Waalse radiostations vooral Franse chansons, rap en r&b hoorde.’ 8 Nouvelle chanson Tess vindt dat Stromae ook chansons zingt. ‘De vraag is wat je onder het chanson verstaat,’ begint ze. ‘Mensen scharen al heel snel iets onder het chanson. Michel Delpech met Pour un flirt is ook chanson, maar het is eigenlijk een vrolijk popliedje. Als je dat chanson vindt, vind ik Stromae ook chanson. Het is de Franse taal die het chanson maakt.’ Ze denkt hardop na: ‘New age chanson… Carla Bruni (de vrouw van Nicolas Sarkozy) en Mélanie Laurent (Franse actrice en zangeres) worden dan een soort nouvelle chanson genoemd. Er is altijd een invloed geweest van wat populair was. Johnny Hallyday die er met de rock and roll vandoor ging en in de jaren ’70 werd er ook onwijs veel disco ingepompt. Altijd stond het in verband met het genre wat destijds in de hitlijsten te vinden was. 7 Medianieuws (februari 2014). Franse radiostations protesteren tegen muziekquota. Geraadpleegd op 29 juni 2016 via: http://radio.nl/787556/franse-radiostations-protesteren-tegen-muziekquota 8 Belgers, J. (april 2015) Belgische bands zijn gewoon beter. Geraadpleegd op 29 juni 2016 via: http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/3978206/2015/04/24/Belgische-bands-zijn-gewoonbeter.dhtml