EMERITIFORUM K.U.LEUVEN p.a. Senaat K.U.Leuven “Eygen Heerd” Minderbroedersstraat 5 B-3000 Leuven KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN EMERITIFORUM Forumgesprek nr. 70 ONS KENMERK UW KENMERK Robert Schumann en zijn muziek LEUVEN, (met partners) Sprekers: - em. prof. Ignace Bossuyt, over de componist Schumann - em. prof. Franz Baro, over de psychiatrische patiënt Schumann Plaats: Willem van Croÿzaal, Convent van Chièvres Datum: donderdag 22 december 2011 Aantal ingeschrevenen: 136 Aantal verontschuldigden: 20 Aantal deelnemers aan de lunch: 79 _____ Ter beschikking gestelde documentatie - Robert Schumann (1810-1856) - Biografische nota, em. prof. Bossuyt - Lijst van door em. prof. Bossuyt ten gehore gebrachte muziekfragmenten - Robert Schumann - Een zieke geest? Pdf-document, em. prof. Baro - Gesualdo, Wolf, Schumann: drie gestoorde persoonlijkheden (Tempo Medical, nr.280, Neuropsychiatrie - juni-juli 2006, overdruk december 2007, 5 pp.), em. prof. Baro - Kerst- en nieuwjaarswensen, em. prof. De Ranter _____ Secretariaat : tel. 016/32 07 77 - Fax 016/32 37 38 e-mail : [email protected] BLAD NR. 2 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, De voorzitter van het Emeritiforum leidt de beide inleidende sprekers in die de persoon en het werk Robert Schumann, een weliswaar geestgestoorde maar geniale componist, zullen voorstellen: de collega’s Bossuyt, een eminent en veel gevraagde musicoloog, en Baro, psychiater (nog steeds actief met projecten over slachtoffers van foltering en zelfdoding bij jongeren), maar ook een fervent muziekliefhebber. Em. prof. Bossuyt herinnert er aan dat 2010 het Schumannjaar was, 200 jaar na diens geboorte, en laat een deel horen uit de zeer gekende melodie ‘ Träumerei’, uit de cyclus ‘Kinderszenen’. Het is typisch romantisch, vol nostalgie naar de onschuld van de kindertijd, een vlucht uit het verleden, en vervuld van ‘Weltschmerz’… Daarmee knoopte Schumann terug aan bij Palestrina, Bach, Händel, … en hun utopie naar de verre toekomst. In die geest schreef hij samen met de jonge Brahms en Albert Dietrich de sonate F-A-E met het prominente gebruik van de noten F, A en E, als eerbetoon aan hun vriend violist Joseph Joachim (F.A.E. staat ook voor diens lijfspreuk ‘Frei aber einsam’). De romantiek is het houvast van stabiliteit kwijt (al sinds de Franse revolutie!) en lijdt om het nu… Niet alleen de melodie met enkele akkoorden is belangrijk, ook de binnen- en baspartij: een gelijktijdigheid van verschillende elementen dus. De nadruk ligt wel op het melodische, veel minder in de pianosonaten maar eerder in het improvisatorische waarbij de melodie met een aantal variaties herhaald wordt. De spreker overloopt de biografische nota van Schumann met zijn jeugdjaren in Zwickau met zijn aanvankelijke aarzeling tussen muziek en literatuur…, de invloed van het werk van Schubert (en daarna voor hem belangrijke ontmoetingen met o.m. Paganini en Chopin), zijn moeilijke verhouding met Friedrich Wieck (wiens dochter Clara hij later zou huwen), en het omwille van verlammingsverschijnselen in de hand gedwongen opgeven van zijn droom pianovirtuoos te worden . Hij richt er het fictieve genootschap ‘Davidsbund’ op (cfr. David tegen de Filistijnen), met de eerste dialogen tussen de persoonlijkheden Florestan, de grillige extravert en Eusebius, de dromerige introvert, met Wieck in de rol van Meister Raro. Die figuren komen tot uiting in het werk ‘Carnaval’ (ten gehore gebracht: Préambule en A-(E)S-C-H./4 noten, een heel volle klavierstijl) - waar nota bene Chiarina staat voor Clara. Tot 1839 kan men spreken van zijn pianoperiode, nadien begint de periode van het componeren van andere genres: nu volgen het liederenjaar in 1840, het symfonisch jaar in 1841 (obsessioneel perfectionistisch!), het kamermuziekjaar in 1842 en het oratoriumjaar in 1843: telkens één jaar geconcentreerd op één genre. Ondertussen zijn er de contacten met Wagner, Mendelssohn (revival van Bach!) en Berlioz, die toen vooral in Duitsland veel succes kende. Uit ‘Dichterliebe’ (met de teksten van de door hem bewonderde Heinrich Heine) wordt geluisterd naar: 2 BLAD NR. 3 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, - ‘Im wunderschönen Monat Mai’ (waarin de tekst een zo belangrijke plaats inneemt, met interpretatie op het klavier) met op het einde een samenklank die nog een oplossing vraagt (Mein Sehnen und Verlangen); - ‘Aus meinen Tränen spriessen’, heel declamatorisch; - ‘Wenn ich in deine Augen seh’’, … met het ‘wenn du sprichts…’ en het reflecterende naspel, dat men ook vindt in de ironische dodenmars ‘Die alten, bösen Lieder’. De romantiek verlegt de grenzen (= die Entgrenzung), en wat ook typisch is, ze streeft naar een fusie van de kunsten, i.c. literatuur en muziek (zie later ook het Gesamtkunstwerk bij Wagner). De piano wordt de interpretator van de tekst en een pianopartij wordt minstens even belangrijk als een zangstem. Een gedicht vormt de inspiratie en de samenhang wordt een obsessie. Er wordt ook geluisterd naar ‘Das Paradis und die Peri (d.i. de Perzische fee)’ uit het oratoriumjaar, met als thema verlossing en schuld. 1844, het begin van zijn jaren in Dresden, is meteen ook de aanvang van de psychische en fysische inzinking van Schumann. Vooral zijn inspiratie van Bach is hier belangrijk, en daarbij aansluitend klaviercomposities als ‘Vier Fugen’ en ‘Sechs Fugen über B-A-C-H’ (4 noten) en zijn ontmoeting met Liszt. Hij componeert er ook zijn enige opera ‘Genoveva’, en beleeft er zijn productiefste jaar (1849) met zijn kamermuziek als protest tegen de toenemende vervlakking. Schumann voltooit er ook het laatste deel uit Kinderszenen, ‘Der Dichter spricht’, N° 13, over het onuitgesprokene. In zijn jaren in Düsseldorf en Endenich (bij Bonn) zien nog een aantal werken het licht, die jaren bieden hem weliswaar ook nog succes, maar leiden finaal naar zijn afzondering in een psychiatrisch instituut en uiteindelijk naar zijn dood. De kwaliteiten van Schumann en de omstandigheden daartoe zou men, volgens em. prof.Bossuyt, onder de volgende items kunnen samenvatten:hij moest aanvankelijk kiezen tussen muziek en literatuur, en slaagde er in beide te combineren; er was altijd al het conflict tussen virtuozendom en kwaliteitscomponist; zijn carrière tegenover die van Clara; de conflicten met zijn schoonvader: zijn slecht zicht; zijn labiele psychiatrische toestand; het conflict tussen het prozaïsche en de droomwereld; het conflict tussen de expressie en de toch technische volmaaktheid. Volgens em. prof. Baro, met zijn PowerPointpresentatie ter zake, kan de persoon Schumann beter begrepen worden vanuit de geestelijke gezondheidszorg; vanuit de ziektegebieden kan een diagnose gesteld worden. Het biedt ook de gelegenheid te vergelijken met voorbeelden van vandaag: wie heeft dezelfde problematiek als Schumann? Schumann leefde in de context van nostalgie naar de onschuld, de vlucht naar vroeger (= regressie) en het streven naar de utopie van het ideale paradijs, iets wat per definitie tot mislukken gedoemd was. Hij beoogt het perfecte, had nood aan goedkeuring door anderen, en stelde zijn eigen falen tegenover het kritisch optreden van die anderen: ‘Maar misschien kan hij (Mendelssohn) ook van mij leren. Wanneer 3 BLAD NR. 4 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, ik in dezelfde omstandigheden als hij was opgegroeid… dan zou ik boven iedereen zijn uitgestegen’ (1838, bovenvermeld artikel Baro, p.4). Zijn ziekte op het einde van zijn leven, was lang aan het broeien, en het verloop ervan werd ook bijgehouden in zijn dagboek. Uit zijn geschriften komen zijn 4 idealen naar voor: die van recensent (schrijver), pianovirtuoos, componist en goed mens. Als recensent stond hij tegenover het leven als zijn geestelijke vader, de dichter E.T.A. Hoffmann, met zijn drang om een goed mens te zijn. De door Schumann tot leven gebrachte figuren Florestan, Raro en Eusebius geven een bepaalde benaderingswijze weer. Dit laatste was geen uiting van een gesplitste persoonlijkheid, wel van 3 verschillende invalshoeken. Als componist - zijn tweede aspiratie dus - in de lijn van Beethoven, Mendelssohn en Brahms, ziet hij zichzelf als muziekschrijver, ‘toon’-dichter, die aan conflictbeheersing doet. Uit zijn teksten blijkt de moeite die hij heeft om erkenning te missen. Het is altijd een wisselwerking op de rand van het falen, van een bijzonder kwetsbaar mens, zonder weerstand. Als pianovirtuoos dan was hij in 1828 in de leer bij de beste pedagoog van zijn tijd, Friedrich Wieck die ‘van hem in drie jaar één van de grootste nu levende pianisten zou maken’, maar hem in 1835 als ‘mislukt, lui, grillig, drankzuchtig, arm’ omschreef en hem letterlijk kapot wilde maken omdat Schumann zijn oog had laten vallen op Clara, zijn dochter die hij als eigendom beschouwde - en de latere pseudoverzoening hielp Schumann niet. Maar toen kwam de verlamming in de vinger bij het rekken ervan tijdens de slaap [of was het toch omwille van het gebruik van giftige metalen in een korte syfilisperiode? - wel niet vermeld in zijn gedetailleerde dagboek, en Clara was kerngezond!] Schumann bouwt een enorme afhankelijkheid op tegenover een 18-jarige Clara, en heeft dat ook nodig. Onophoudelijk vechtend schreef hij haar in 1837: ‘Ik heb het gevoel dat ik dood ben… Zeg mij wat ik moet doen. Ik zal u als een kind gehoorzamen’. De tegenslagen hoopten zich op in zijn/hun leven, maar Clara liet hem nooit in de steek ook al moest zij vechten om niet vervreemd van hem te geraken. Door de jaren heen, en zeker vanaf de periode in Düsseldorf, implodeerde Schumann (zie notitie Russische criticus in 1844, bovenvermeld artikel Baro, p.5). In 1854 deed hij een suïcidepoging, hij leed aan een ernstige decompensatie. Door de opname in een psychiatrische instelling kreeg hij bovendien het stigma mee dat een geesteszieke niets van waarde kon schrijven. Hij leed misschien aan hematrofie op het einde van zijn leven, maar was zeker niet dementerend (nog heldere momenten!), had waarschijnlijk toch geen syfilis, en leed evenmin aan intoxicatie of schizofrenie, want hij werkte nog met stukken uit de realiteit, zij het incoherent. Schumann was een gestoorde persoonlijkheid, met de beide extremen ‘alleen met zichzelf bezig’ en ‘alleen van anderen afhangend’, en die beide extremen botsten in de (op de perfectie ingestelde) Schumann. De gevolgen waren dan ook faalangsten, obsessioneel handelen, depressies, … Zulke extreem obsessieve persoonlijkheden zijn er nu uiteraard nog. De spreker geeft voorbeelden van een rechter, een schooldirecteur, een student in het noviciaat. 4 BLAD NR. 5 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, Maar Schumann heeft het, met zijn problemen die hem uiteindelijk stuk gekregen hebben, toch waargemaakt! Ten slotte wordt een uittreksel uit de DVD met de (Rheinische) Symfonie nr. 3 uitgevoerd door de Wiener Philharmoniker o.l.v. Leonard Bernstein getoond. Opnieuw contrapuntisch meesterschap, en inderdaad… zeer ‘feierlich’ voor de Keulse dom Em. prof. De Ranter biedt op het einde van de vergadering, namens de Emeritiforum K.U.Leuven en namens hemzelf, iedereen de best kerst- en nieuwjaarswensen aan, opgebouwd rond het begrip standvastigheid - los van de bovenbeschreven romantische gedachtewereld dus… 5