Jan Vermeulen & Christine Busch Zoete Romantiek Franz Schubert, Clara & Robert Schumann Sint Jozefskerk Overpelt-Fabriek Vrijdag 17 oktober 2014 Programma Franz Schubert (1797-1828) 3 sonatines voor viool en piano, opus 137 (1816) Sonatine nr. 1 in D, D384 -Allegro molto -Andante -Allegro vivace Sonatine nr. 2 in a, D385 -Allegro moderato -Andante -Menuetto: Allegro -Allegro Sonatine nr. 3 in g, D408 -Allegro giusto -Andante -Menuetto -Allegro moderato Robert Schumann (1810-1856) Papillons op. 2 (1832) Clara Schumann (1819-1896) Drei Romanzen voor viool en piano, opus 22 (1853) -Andante molto -Allegretto -Leidenschaftlich schnell Toelichting programma Franz Schubert - 3 sonatines voor viool en piano, opus 137 (1816) In 1816 komen de drie sonaten voor fortepiano en viool, later ‘sonatines’ genoemd, tot stand. Ze werden in amper twee maanden gecomponeerd en waren klaarblijkelijk bedoeld om als bundel te worden gepubliceerd. Schuberts sonatines zijn jeugdwerken, hij was amper 19 jaar. Ze zijn geschreven voor hemzelf aan de piano en zijn broer Ferdinand als violist. Schuberts sonatines bleven tijdens zijn korte leven nagenoeg onbekend, maar ook na zijn dood bleven deze composities wat vergeten. Want in een tijd waarin adembenemende virtuositeit voorrang kreeg, werd er over deze intieme kamermuziekwerkjes wat al te vaak heengekeken. Elke frase en melodie bezitten echter een onmiskenbaar Weense charme en we horen in deze werken een typisch Schubertiaanse elegantie. Zo wordt opzichtige virtuositeit van de kant van de violist vervangen door echte kamermuziek waarbij pianist en violist elkaar ruimte geven en op gepaste momenten een stapje terug kunnen nemen om de andere door te laten. Voor wie van Schuberts muziek houdt ademen deze werken dan ook een lieflijke en huiselijke sfeer van een Schubertiade uit. Muziekuitgever Diabelli benoemde de drie werken als “Sonatines” in plaats van “Sonates” in een poging om de uitgave interessanter te maken voor musici uit amateurkringen, maar Diabelli heeft er de muziek zelf uiteindelijk geen dienst mee bewezen. De term wekte gemakkelijk associaties met lichtgewichtigheid en onbeduidendheid, en lange tijd zijn de Sonates opus 137 dan ook verschoppelingen binnen het instrumentale oeuvre van Schubert gebleven. Daar waar Sonatine 1 van sfeer en uitwerking erg Mozartiaans is dragen Sonatine 2 en 3 wel degelijk in elke maat de stempel van Schuberts individualiteit en genialiteit. Het is dan ook volkomen terecht dat musici de drie sonates sinds enige decennia in hun hart hebben gesloten en dat deze werken nu regelmatig te horen zijn op de concertpodia. Robert Schumann - Papillons op. 2 (1832) Schumanns vroege pianowerken bestaan vooral uit karakterstukjes, reeksen van korte beschrijvende variaties, als karakterschetsen van personen als het ware. 'Papillons' is daar een goed voorbeeld van. In dit werk portretteert de toonmeester belangrijke stijlfiguren uit het toenmalige muzikale landschap. Schumann vergeleek zichzelf weleens met een pop, iemand in een tussenstadium, en hij had het ook over zijn eerste inspiraties als waren dat vlinders: motieven die ineens opduiken en dan meteen weer fladderend verdwijnen in een dwarreling van kleuren en onduidelijke vormen. Dat beeld past prachtig bij zijn opus 2, Papillons, zelfs naar vlinders genoemd. Papillons gaat om een suite van twaalf walsen die door Die Flegeljahre (roman van Jean Paul) werd geïnspireerd. Het werk begint met een motief dat tegen het slot haast nog verder dan het verdwijnpunt weg raakt. De muziek is heel capricieus. Een fraai voorbeeld van kunst die kunst verhult. Het in 1832 voltooide werk was het resultaat van vele jaren zwoegen via schetsen en nieuwe arrangementen. Robert Schumann was groot in het kleine: zijn pianowerken zijn lange ketens van wisselende stemmingen, variërend van lieflijke dromerijen tot stormachtige razernij. Clara Schumann-Wieck - 3 Romances voor viool en pianoforte op. 22 (1853) De drie romances opus 22 componeerde Clara Schumann in 1853. Ze behoren tot de laatste composities van Clara. Na de dood van haar man Robert Schumann in 1856 hield Clara het componeren voor bekeken, terwijl ze actief het werk van haar man en dat van Brahms bleef verspreiden en verdedigen. In de 19de eeuw verwees de wat vage term romance gewoon naar een kort stukje voor de piano, of naar een stukje voor een ander instrument, met begeleiding van de piano. Clara droeg haar opus 22 op aan de toen wereldvermaarde violist Joseph Joachim, vriend van Brahms. Toen ze een kopie van de kersverse publicatie aan hem doorstuurde eind 1855 was ze zegezeker: “Je zult terecht gevleid zijn met wat je te wachten staat’’, schreef ze Joachim. Samen met Joachim speelde Clara die werkjes zelf verscheidene keren. De romances zijn fantasierijke werkjes, met lange, onregelmatige melodieflarden en een vrij samenspel tussen viool en piano. Elke romance drukt een eigen gemoedsgesteldheid uit. Een prachtige nobele dromerige opener, gevolgd door een lieflijk scherzoachtig allegretto en als laatste deel een passievolle, rijke vioolmelodie, ondersteund door een kabbelende pianobegeleiding. De romances zijn betoverend door hun lyrisme. Op basis van de ingewikkelde schriftuur van de pianopartijen en ook van de viool, kunnen we afleiden dat Clara een uitzonderlijke pianiste was. Over Clara Schumann-Wieck, en de driehoeksverhouding tussen Robert, Clara Schumann en Brahms). Clara Wieck (1819-1896) werd door haar vader Friedrich Wieck (hij was ook de leraar van Robert Schumann) gecoacht en opgeleid om tot een gevierde podiumpianiste uit te groeien. Vanaf haar negende trad ze op. Als 16-jarige was ze een gevierde pianovirtuoze. Onder haar bewonderaars op dat terrein: Goethe, Mendelssohn, Chopin, Paganini én Schumann. Liszt prees haar om haar technisch vakmanschap en haar diepgevoelige en eerlijke interpretaties. Ze schreef geen pianostukken om ze zelf te vertolken, maar gaf de voorkeur aan het werk van Beethoven, Mendelssohn, en vooral aan dat van Robert Schumann, die haar man werd, en van haar goede vriend Johannes Brahms. Ze nam ook iedere gelegenheid te baat om het werk van deze laatste twee te promoten. Componeren als vrouw was niet evident in die tijd, ook al vond Robert Schumann dat zijn vrouw erg getalenteerd was als componiste. Zelfs schreef ze ooit dat vrouwen niet hoorden te componeren. Maar ze deed het dus wel, zij het met mondjesmaat en maar tot in 1856. Acht kinderen, een kritische echtgenoot aan wiens compositorische talenten ze amper kon tippen, een man die ook mentaal erg labiel was en veel aanmoediging nodig had (en uiteindelijk vroeg overleed), voldoende omstandigheden die haar aan het huis kluisterden. Na hun verhuis naar Düsseldorf begin 1853 was er voldoende ruimte om piano te spelen en te componeren. De echtelieden hadden elk een werkkamer. Robert mocht helemaal niet gestoord worden tijdens het componeren. De 20-jarige Johannes Brahms werd vriend aan huis in dat gezegende jaar 1853, 13 jaar na het huwelijk van Clara en Robert. Hij werd Clara’s grote steun tijdens de ziekte en na de dood van Robert. De driehoeksverhouding tussen Robert, Clara Schumann en Brahms zorgde voor heel wat insinuaties maar ook voor veel werken van een eeuwige schoonheid. Uitvoerders Jan Vermeulen - pianoforte Jan Vermeulen wordt beschouwd als één van de meest invloedrijke artiesten in zijn vakgebied. Na zijn pianostudies aan het conservatorium te Brussel duwt zijn drang naar authenticiteit hem al snel in de richting van de historische instrumenten. Zijn grensverleggende opname van de sonates van von Weber betekende in het begin van de negentiger jaren de start van een bloeiende loopbaan als fortepianist. In dezelfde periode richt hij het Fortepianotrio Florestan op (later omgedoopt tot Tröndlin Trio). Jan Vermeulen kan terugblikken op een indrukwekkende discografie van meer dan dertig titels. Zo oogst hij momenteel wereldwijde faam met de integrale opname van Schuberts klavierwerk voor het Nederlandse Et’cetera, een magnum opus dat hij in 2010 voltooide. Naar aanleiding van dit project werd hij in hetzelfde jaar verkozen tot ‘Musicus van het jaar’. In tal van internationale vakbladen wordt hij ‘de ideale Schubert-vertolker’ genoemd en gelden zijn interpretaties als de nieuwe referentie. Ook zijn laatste dubbel-CD met werk van Robert Schumann wordt internationaal alom geprezen en onthaald als één van de belangrijkste bijdragen tot het Schumannjaar 2010. Zijn voorliefde voor de kamermuziek bracht hem samen met musici als Wieland Kuijken, Paul Dombrecht, Christine Busch, Roel Dieltiens, Marcel Ponseele, de ensembles Explorations en Il Gardellino en tal van vocale artiesten. Naast zijn loopbaan als vertolker is Jan Vermeulen ook een gedreven pedagoog. Hij doceert piano, fortepiano en kamermuziek aan het Lemmensinstituut te Leuven. Jan Vermeulen speelt vanavond op een pianoforte J.N. Tröndlin, Leipzig, 1830. Christine Busch - viool Christine Busch studeerde in Freiburg bij Rainer Kussmaul, in Wenen bij Boris Kuschnir en in Winterthur bij Nora Chastain. Reeds tijdens haar studies werkte zij samen met Concentus Musicus Wien, Freiburger Barockorchester en Chamber Orchestra of Europe. Als concertmeester speelde ze onder leiding van Philippe Herreweghe en Thomas Hengelbrock. Christine Busch treedt geregeld op als soliste en in kamermuziekverband in Europa, Amerika, Japan en Australië. Ze nam verschillende cd’s op met onder meer de Akademie für Alte Musik Berlin en met het Ensemble Explorations. In 2004 verscheen een opname van de sonates voor viool en klavecimbel van J.S. Bach op het label Carus. Christine Busch is docente aan de Hochschule der Künste in Berlijn en aan de Musikhochschule van Stuttgart. De violiste kreeg de eer om als eerste op het platenlabel Phi van Philippe Herreweghe een plaat uit te brengen waar Herreweghe zelf niets mee te maken heeft. Busch is evenwel de concertmeester van het orkest van Collegium Vocale Gent en als het ware in osmose met het denken over de muziek van Bach door Philippe Herreweghe. Komende concerten - Klassiek in Noord-Limburg In Lommel Vrijdag 7 november 2014 – 20.15 uur Het Raadhuis Toon Fret & Veronika Iltchenko – Rien n’est impossible Werk van Debussy, Zemlinsky, Bartók, Enescu, Jongen,… Tickets: € 12 / € 10.20 In Overpelt Vrijdag 27 maart 2015 – 20.30 uur Sint Jozefskerk Rosetta Ensemble – Franse finesse, Hongaarse zigeunerliederen en Roemeenss dansen Werk van Kreisler, Liszt, Dvorak, Bartók, Kodály Tickets: € 12 / € 10.20 Info & Tickets Cultuurcentrum Palethe – 011/645952 – [email protected] Cultuurcentrum De Adelberg – 011/553511 – [email protected]