PERSBERICHT Getuigen Verhalen In najaar première documentaire ‘Herinneringen aan mijn Joods zusje/broertje’ Aangrijpende verhalen van ‘kinderen van toen’ over Joodse onderduikertjes Het LGOG Venray en de Meerlo-Wanssumse projectgroep Getuigen Verhalen heeft deze week een bijzonder project afgesloten, genaamd: Herinneringen aan mijn Amsterdams Joods zusje/broertje. De afgelopen maanden hebben negen Noordlimburgse oorlogskinderen voor de camera verhaald over de komst en het verblijf van een Joods Amsterdams jongetje of meisje in hun gezinnen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat is gebeurd op initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport dat geld beschikbaar stelde om herinneringen van toen nu vast te leggen voor het nageslacht in het kader van het project Erfgoed van de Oorlog. Volgens het LGOG en de projectgroep zijn het stuk voor stuk boeiende en aangrijpende verhalen. De herinneringen zijn zeer verschillend en dat geldt ook voor de dankbaarheid na de oorlog. Sommige families hebben nog steeds goede contacten met de Joodse families terwijl anderen na de kinderrazzia nooit meer iets hebben vernomen. “Het is bovendien ook een hommage aan de vele ouders die tijdens de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven en belangeloos Joodse kinderen een veilig onderdak hebben gegeven”, aldus de projectgroep. Filmmaker Marijn Poels uit Swolgen en journalist René Poels uit Meerlo maakten ook deel uit van de projectgroep waarin verder actief waren Sjang Smits en Sjang Ewalds (LGOG Venray), Harrie Raymakers (historicus Tienray), Max Schrijver (in de oorlog ondergedoken en in Blitterswijck blijven wonen) en Frans Koch uit Meerlo als projectleider. Het filmduo bezocht negen ‘kinderen van toen’ die voor de camera hun herinneringen ophaalde. Ze wonen thans in Blerick, Venlo, Grubbenvorst, Horst, Venray, Tienray en Meerlo. De opgenomen gesprekken worden opgeborgen in het archief in Den Haag zodat tot in lengte van dagen wetenschappers en andere geïnteresseerden kunnen horen en zien wat er in de jaren 1943 tot en met 1945 in de regio Noord-Limburg heeft plaats gevonden met Joodse onderduikers. Filmmaker Marijn Poels is voornemen om aan de hand van de verhalen van de betrokkenen die in leeftijd variëren van 69 tot 91 jaar een documentaire te maken over de Joodse kinderen in Noordlimburgse gezinnen. Daarin wil hij bepaalde aangrijpende verhalen gaan reconstrueren die in de interviews worden verteld. De verwachting is dat deze documentaire eind 2010 in première gaat en via de provinciale en landelijke tv wordt uitgezonden. *Hanna van de Voort Gedurende de oorlogsjaren 1943-1944 werden circa 123 Joodse kinderen door een Amsterdamse Studentenverzetsgroep onder leiding van Piet Meerburg uit Amsterdam gesmokkeld en ondergebracht bij gezinnen in Noord-Limburg. In deze streek was de onderduikorganisatie voor deze kinderen in handen van de toen 38-jarige vroedvrouw Hanna van de Voort uit Tienray. Zij kreeg daarbij hulp van de 22-jarige Nijmeegse student Nico Dohmen, die in Tienray was ondergedoken omdat hij niet bereid was om de z.g. loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Voor deze Joodse onderduikers is Tienray en omgeving van levensreddende betekenis geweest. Onderzoek naar welke omstandigheden en op welke wijze deze kinderen hun reis van Amsterdam naar Noord-Limburg hebben gemaakt en hoe zij hun onderduiktijd aldaar hebben beleefd is al gedaan. Maar hoe hebben de ‘eigen’ kinderen op de onderduikadressen het destijds ervaren dat ze hun ouders moesten delen met jonge Joodse onderduikers die in hun gezin als huisgenoot werden opgenomen is nooit vastgelegd. Dat is nu gebeurd. Foto’s : Hanna van de Voort en het monument ter herinneringen aan de Joodse kinderen op het Hanna van de Voortplein in Tienray. Niet voor publicatie: Nadere informatie: Frans Koch, tel: 0478698066 of René Poels, tel: 0478698241