Les 3 Social media: “Een groep internet applicaties die

advertisement
Les 3
Social media:
“Een groep internet applicaties die gebruikmaken van de ideologie en de technologie van Web 2.0 en
de creatieve uitwisseling van User Generated Content.”
Verzamelnaam voor online diensten die onderlinge communicatie in de breedste zin van het woord
faciliteren, stimuleren en verrijken.
Web 2.0 = zelf ook dingen uploaden, bv video’s op youtube, facebookpagina aanmaken, bloggen,
zulke dingen.
Drie Deelgebieden (van Web 2.0 gelinkt aan Social Media!)
 Communicatiediensten = Site voor blog maken, Twitter, Foursquare, Facebook, Hyves,
MeetUp, etc.
 Collaboratie = Quora (vragen stellen en beantwoorden), Wikipedia, Digg (sociale nieuwssite,
je kunt er nieuws plaatsen), NU jij, del.icio.us (website bookmarken en dat komt op die site
terecht, zodat mensen kunnen zien welke pagina’s je bezoekt en interessant vind)
 Multimedia = YouTube, Vimeo, Flickr, Justin.tv (eigen TV kanaal opzetten met je eigen
video’s), Last.FM (mensen op de hoogte brengen van waar je naar luistert, nieuwe liedjes
ontdekken), Slideshare (PPT’s delen)
Social Media Marketing: Het vermarketen van producen of diensten door gebruik van social media.
Social Media zijn S.O.C.I.A.L:
S = Speed  Social media zijn snel, vaak sneller dan traditionele media (tv, krant, radio). Maar sneller
wil niet altijd zeggen “meer betrouwbaar” (zien Alphen a/d Rijn). (Veel informatie snel verspreid via
FB en Twitter zonder feiten te checken, waardoor veel info niet juist was.)
O = Organic  Organische structuur, regels worden onderling gemaakt en gaan uit van onderlinge
gelijkheid. Iedereen is gelijk, of je veel of weinig volgers op Twitter hebt maakt niet uit over hoeveel
je te zeggen hebt.
C = Collaboratie  Samen met de gebruikers worden diensten verder ontwikkeld. Veel diensten
stellen bedrijven in staat om “The Crowd” in the zetten. Bv Facebook vraagt gebruikers wat ze van de
nieuwe privacy maatregelen vinden, of je Facebook fans vragen om een nieuwe naam voor chips te
bedenken.
I = Intelligence  Wisdom of the Crowds, met zn allen weet je meer dan ieder individueel persoon.
Hoe meer informatie je deelt, hoe “Intelligenter” het medium wordt (dit is de toekomst van web 3.0 ,
dat social media kan analyseren wat je content betekent, dus of iets negatief of positief)
A = Anti-Structure  Gebruikers van/ aanwezigen op het platform bepalen onderwerp en inhoud.
Sturen is mogelijk, bepalen wordt niet gewaardeerd. Bv je kan niet zeggen dat mensen moeten
twitteren over coca cola, maar namens coca cola wel zeggen “RT dit bericht en maak kans op …”
L = Learning  Sociaal gedrag wordt beloond. Deel je kennis, krijg je ook tips van anderen
aangereikt! #Durftevragen bv, of op blog site promoten, of via social media. Geven en nemen!
Social Media: 3 levels van Controle  ZIE IMEDIA!!!!!
Marketing Tool?
 Zeer gericht adverteren!
o Hyves, Facebook, LinkedIn, Netlog, etc (veel data van gebruikers staat online!
Adverteerders kunnen van die info profiteren door gericht te adverteren
 Persoonlijke Interactie / Direct Marketing
o Twitter, Facebook, Hyves (wie checkt er in bij iets en zegt dat ie iets gaat doen)
 Monitoring:
o Klout, SocialMention, Social Media Check
o Je kunt zien hoeveel er op je tweets/posts etc wordt gereageerd, wie dat doen, zulke
dingen
 Viral Marketing:
o Youtube, Hyves, FB, Twitter
 Gebruik maken van The Crowd:
o Communities, blogs, etc.
16 stappen voor als je een social media marketingplan in elkaar gaat zetten!
1. Doelstelling: is inzet SMM onderdeel van je (e)marketingplannen of is het een zelfstandig
plan?
a. Bereik  wil je veel mensen bereiken?
b. Reputatie
c. Engagement  betrokkenheid bij je merk
d. Innovatie  laten zien hoe innovatief je bent als bedrijf
e. Loyaliteit zorgen dat mensen bij jou bedrijf klant willen blijven
f. Acquisitie relatie opgebouwd met klanten, daardoor zijn ze meer geneigd om
dingen van je aan te nemen, interactie met je te krijgen, en spullen bij je te kopen (in
het geval van een webwinkel)
g. Verkoop
2. Waarom Social Media?
a. “iedereen doet het” is geen reden. “Meegaan met de tijd” en “Mee met
Concurrentie” kunnen wel, mits in combinatie met stap 1
b. Beter:
i. Je concurrent zit er
ii. Beperkt budget
iii. Imago verbeteren
iv. Meetbaarheid (kijken hoeveel mensen er op je link drukken via Twitter)
v. Zichtbaarheid verbeteren (SEM)
vi. Dialoog opzoeken (contact met klant)
vii. Extra Saleskanaal
viii. Kennisdeling
3. Hoe ziet je doelgroep er uit? Wie wil je bereiken met je inspanningen? Doelgroep
segmenteren. Minimale info: hoe actief online? Hoe actief op sociale netwerken? Meer
specifiek:
a. Bekendheid met je product
b. Klant of niet?
c. Houdt van lezen
d. Kijkt veel video
e. BIJVOORBEELD
4. Hoe gebruikt je doelgroep Social Media? Bestudeer je doelgroep. Zoek ze online op en
observeer het gedrag. In welke netwerken zijn ze? Wie zijn “opinion leaders”? Wat is hun
huidige attitude? Symbolen? Nog niet met ze in discussie gaan!!
5. Je imago. Wat weet je doelgroep van je? Hoe ziet je doelgroep je? Hierdoor krijg je meer
inzicht in je doelgroep, en kun je je voorbereiden op vragen / reacties die je kunt krijgen. Wat
weten ze van je product/bedrijf?
a. Niks
b. Heeft van je gehoord, nooit actie ondernomen
c. Heeft al een actie ondernomen
d. Veel actie, enthousiast  potentiële ambassadeurs
e. Ambassadeurs
6. Wat is je waardepropositie?
a. Je waardepropositie is hetgeen je aan waarde kunt toevoegen. Er wordt vastgesteld
wat jouw toegevoegde waarde is op de markt.
b. Wat heeft jouw doelgroep aan jouw aanwezigheid op Social Media? Voor wie ga je
waarde toevoegen? Op welke manier?
i. Helpdeskfunctie, altijd bereikbaar?
ii. Primeurs/aanbiedingen?
7. Budget bepalen. Social media marketing is vaak goedkoper dan traditionele marketing. Toch
wil je een duidelijk budget hebben, want:
a. Je steekt al gauw te veel tijd in SMM als je geen duidelijke afspraken maakt
b. Je wilt later je ROI (return on Investment) berekenen
c. Twitter is gratis, maar de werknemer die het bijhoudt niet…
8. Kies en implementeer monitoring tools
Monitoring tools:
 Conversocial  concurrentie met jezelf vergelijken
 Pagemonitor.nl
 Tweetdeck
 Forumgrazer.net (merk invoeren en dan komen er websites/forums aan waarin je
merk/product genoemd wordt.
 Buzzmetrics
9. Maak je aanwezigheid compleet. Denk aan Youtube, Flickr, Twitter, Facebook, Hyves,
LinkedIn, Google+.
10. Bouw een publicatiesysteem. Filmpje geplaatst op Youtube? Autotweet aanzetten. Coole
foto op Facebook? Autopubliceer op Twitter aanvinken. Koppel bestaande platformen aan
elkaar, maar probeer te veel overlap te voorkomen. Anders krijg je veel dezelfde info op 2
verschillende platformen en heeft het weinig nut om op 2 platformen te volgen. Moet wel
toegevoegde waarde hebben!
11. Ga delen! Wederkerigheid is enorm belangrijk op social media. Wat krijgen mensen er voor
terug als ze jou volgen op Twitter/Facebook (remuneration)? Vuistregels:
12.
13.
14.
15.
a. Geef meer dan je ontvangt
b. Gedraag je “normaal”
c. Voeg waarde toe
d. Wees authentiek
e. Bouw kwalitatieve relaties op
f. Luister naar anderen
g. Noem bij quotes altijd de bron
Engage! Het echte werk kan beginnen. Zorg voor voldoende capaciteit om binnenkomende
feedback snel af te handelen! (zeker als je jezelf als Helpdesk wil promoten op Twitter!)
a. Twitter: ga actief anderen volgen die je interessant vindt.
b. Twitter: Zorg voor een goede afhandeling van RT/DM/Mentions.
c. Facebook, Hyves, LinkedIn: kijk actief in discussielijsten. Kun je vragen
beantwoorden?
d. Youtube, Slideshare, Flickr: zorg dat je altijd reageert op reacties, zowel positieve en
negatieve reacties.
Call to action (beïnvloeding). Probeer je doelstellingen te bereiken door gebruik te maken
van de basisprincipes van beïnvloeding:
a. Wederkerigheid: Ik doe iets voor jou, dan jij later iets voor mij. Eerst veel delen,
daarna pas vragen om bijvoorbeeld deelname aan marktonderzoekje.
b. Consistentie: mensen zijn geneigd te handelen zoals ze eerder hebben gedaan.
Mensen die al een keer hebben meegeholpen aan een marktonderzoekje vragen om
een enquete in te vullen
c. Autoriteit: mensen zijn eerder geneigd te handelen op basis van informatie die ze
hebben gekregen van een autoriteit of “expert”. Probeer zelf die expertstatus te
verkrijgen, of vraag andere experts je product te promoten.
d. Aantrekkelijk: mensen zullen eerder iets doen voor personen die ze aantrekkelijk
vinden. Breed: fysiek, mentaal, karakter, macht, bekendheid. Zorg voor een
aantrekkelijke profielfoto, maar ook: zorg voor een interessant netwerk om je heen.
e. Sociale bewijskracht: als anderen het doen zal het wel goed zijn. Zorg dat je content
die hoog gewaardeerd wordt goed onder de anadacht brengt. Denk ook aan
recommendations op LinkedIn
f. Schaarste: zorg voor het idee van exclusiviteit.
Meet je resultaten! Wil je ROI bepalen, moet je meten. KPI (key performance indicatoren):
a. Website statistieken (hoe zijn mensen op je site gekomen)
b. Weblogstatistieken (comments + sentiment)
c. IPM/IPM+ (interactions per minute, hoeveel comments, likes, delen per minute)
d. Doorclicks naar door jou genoemde sites
e. Aantal RT’s
f. Kloutscore.
Stuur bij. Mochten zaken niet lopen zoals je dat gewild had, moet je even bijsturen. Dus bv
meer promotie, of doelstellingen bijschaven indien ze niet realistisch zijn.
a. Negatieve comments? Ga bij jezelf te rade. Kloppen ze?
b. Te weinig reacties? Ga er gericht naar vragen!
c. Kost het te veel tijd? Automatiseer en delegeer (bv Autotweet, berichten timen hoe
laat ze online komen, etc.)
16. Bepaal je ROI. Dit is lastig, volgens sommigen onmogelijk. Meten kan wel, waarde bepalen is
lastiger. Je kunt meten hoeveel RT je hebt gehad, maar hoeveel is dat waard?
Adverteren op social media
 Facebook Advertising
o Kansen en mogelijkheden om doelgroepen met de juiste boodschappen op het juiste
moment te bereiken (gericht adverteren op geslacht, plaats, leeftijd,
relatiestatus,taal,fans, opleiding/werk)
o Facebook advertising heeft impact op offline sales
o 93% groei uitgaven aan facebook advertising in 2012
o 7,4 miljoen unieke gebruikers in NL!
o Precies zien welke advertenties je hebt lopen, hoeveel mensen het sindsdien leuk
vinden, doelgroep, etc.
o Afrekening:
 CPC(kosten per klik) €0,68
 CPM (kosten per duizend vertoningen) €0,28
 Sociale Context
o Vrienden die onderling producten aanprijzen werkt veel beter dan wanneer je als
merk harder probeert te roepen dan de anderen.
o Dus hoe meer vrienden merk/product liken op Facebook, hoe groter de kans dat het
in jouw newsfeed voorbijkomt en dat je advertenties van dat merk ziet.
 Hyves
o 4,4m unieke bezoekers per maand
o Gem leeftijd jong
o Segmentatie op geografie, fans, geslacht, leeftijd, woonsituatie, relatie, werk,
opleiding, interesses, leden van groepen
o Afrekenmodel
 Vaste prijs van €0,40 CPM
 LinkedIn
o 3,4 m unieke bezoekers per maand
o Totaal 150 m leden wereldwijd
o Premium Ads
o Segmentatie: geslacht, leeftijd, bedrijfsgrootte, functie, sector, geografisch gebied
o Afrekenmodel: CPC, CPM beiden minstens $2 .
o Doelstellingen: Branding/naamsbekendheid, promotie van producten, diensten,
bedrijven
 Youtube
o 2e zoekmachine ter wereld na Google
o Meer dan 60 u aan video per minuut geupload
o Helft van ww internetverkeer komt van youtube
o Groeiend aantal advertentiemogelijkheden:
 Video laten sponseren (komt bovenaan pagina te staan
 InVideo Overlay, dus onderin video.
 Banner (ook onderin)
 Als achtergrond promotie van films, liedjes, artiesten, albums, etc.

In rechterbalk ook veel advertenties
 Twitter
o
o
o
o
o
4,3m actieve unieke bezoekers per maand in NL
Promoten van Tweets (specifieke doelgroep)
Promoten van Accounts (meer volgers genereren)
Kosten OBV ‘Costs per engagement’ (per RT of nieuwe volger)
Advertentiemogelijkheden
 Branding/naamsbekendheid
 Promotie
 Inspelen op actuele nieuws dingen
 Google+
o Adverteren nog niet mogelijk…
 Verwachting! Google zal haar advertentiemogelijkheden uitbreiden naar
persoonlijke segmentatie via Google+
 Dus gericht op leeftijd, geslacht, etc.
 Dan als je via Google zoekt krijg je automatisch gerichte advertenties.
Branding:
 Hard: avatar/Logo: zorg dat je op alle sites dezelfde profielfoto/avatar/logo gebruikt
 Hard: gebruikersnaam: ook hier consistentie!!!
 Hard: Bio: Mini CV + propositie. Bijna “elevator Pitch”
 Zacht: Tone of Voice: Probeer een open, betrokken tone of voice te creëren, blijf trouw aan
je identiteit
 Zacht: Onderscheidend vermogen: hoe val je op tussen de rest?
 Zacht: Authenticiteit: Hoe “echt” is je aanwezigheid?
Vrienden die onderling producten aanprijzen werkt veel beter dan wanneer je als merk harder
probeert te roepen dan de anderen.
Download