Bewijsstukken onderzoeker

advertisement
Onderzoeksverslag
Analyse en beoordeling voedingsdagboeken
Jaimy Struijk
Isabel Spruit
Stephanie Terpstra
Gabriëlla Sobczak
Cristy Verlek
12025399
12061492
12077100
12039012
12027545
Datum: 10-10-1012
Inhoud
Inleiding ...................................................................................................................................... 2
Methode ..................................................................................................................................... 2
Resultaten .................................................................................................................................. 3
Vergelijking pabo studenten met de Nederlandse bevolking in het algemeen..................... 3
Richtlijnen ............................................................................................................................... 4
Gevolgen voor de gezondheid................................................................................................ 6
Advies ..................................................................................................................................... 7
Conclusie .................................................................................................................................... 9
Discussie ..................................................................................................................................... 9
Bronnen .................................................................................................................................... 10
Bijlage 1 .................................................................................................................................... 11
1
Inleiding
Studenten staan erom bekend dat zij een ongezond eetpatroon hebben. Veel zoete
tussendoortjes, snacks en junkfood komt voor in hun dagelijkse voeding. Zo ook bij de
pabostudenten. Het is belangrijk dat hun toekomstige leerlingen van de basisschool dit niet
over gaan nemen. Daarom moeten zij zich bewust worden van hun eigen eetpatroon en dit
eventueel verbeteren.
Om een goed voedingsadvies te kunnen geven aan deze pabostudenten is het belangrijk om
een beeld te hebben van wat zij exact binnenkrijgen per dag. Daarom hebben zij twee
doordeweekse dagen en één weekenddag een eetdagboek bijgehouden.
De onderzoeksvraag luidt: ‘In hoeverre komt de inname van voedingsstoffen van
pabostudenten overeen met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden?’
Methode
Om een representatief verslag te kunnen maken is het belangrijk om goed vooronderzoek te
doen en betrouwbare bronnen te gebruiken. De resultaten worden verwerkt in het verslag
en zo kan er een goed advies vastgesteld worden voor de pabostudenten.
Om te beginnen is er vooronderzoek gedaan naar verschillende voedingsstoffen, namelijk:
vetten, natrium, koolhydraten, eiwitten en vitamine C. Van deze voedingstoffen zijn de
verschillende eigenschappen en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) opgezocht.
De pabostudenten hebben een voedingsdagboek bijgehouden van drie dagen waarin zij alles
wat zij consumeerden hebben genoteerd. Met deze gegevens hebben wij van elke leerling
de energieprocenten van verschillende voedingsstoffen kunnen berekenen (Bijlage 1).
Daarnaast hebben we de voedingsdagboeken naast de schijf van vijf en de richtlijnen goede
voeding gelegd en deze vervolgens vergeleken. Zo is er een advies tot stand gekomen om de
pabostudenten te laten inzien hoe een gezond eetpatroon eruit ziet en hoe zij eventueel hun
eigen eetpatroon kunnen verbeteren.
2
Resultaten
Vergelijking pabostudenten met de Nederlandse bevolking in het algemeen
Voor de gegevens over de voeding van de algemene Nederlandse bevolking is de
voedselconsumptiepeiling 2003 geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de Nederlandse bevolking
voor een groot deel voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, als er gekeken
wordt naar de macronutriënten. Als er gekeken wordt naar de onderzochte micronutriënten,
natrium en vitamine C, is dit echter niet het geval. Meer dan 85% van de gemiddelde
Nederlandse bevolking krijgt een teveel aan natrium binnen, namelijk 8,7 gram natrium per
dag terwijl de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 6 gram per dag bedraagt. Vitamine C
daarentegen wordt onder de gemiddelde Nederlandse bevolking te weinig geconsumeerd.
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C bedraagt 70 milligram per dag, maar het
merendeel van de gemiddelde Nederlandse bevolking komt lang niet aan deze
hoeveelheidnorm. (1)
Na het vergelijken van de eetpatronen van de pabostudenten en de
voedselconsumptiepeiling van de Nederlandse bevolking is gebleken dat ook de
pabostudenten voldoen aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van de
macronutriënten, maar als er gekeken wordt naar micronutriënten, natrium en vitamine C,
blijkt dat de pabostudenten hier te weinig van binnenkrijgen per dag.
Gemiddelde inname macronutriënten onder
pabostudenten in en%
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezel
Gemiddelde inname macronutriënten onder
de Nederlandse bevolking in en%
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
3
Richtlijnen
Belangrijke richtlijnen voor een gezond leefpatroon zijn de schijf van vijf en de richtlijnen
goede voeding. De schijf van vijf dient als hulpmiddel bij het geven van advies over gezonde
voeding. Hij bestaat uit verschillende groepen met voedingsstoffen. Belangrijk is om uit elk
van deze groep per dag genoeg binnen te krijgen.
De vijf verschillende groepen zijn:
- De koolhydraten en vezel groep, die kan je binnenkrijgen via brood, pasta, rijst etc.
- De vitaminen en mineralen groep, die kan je binnenkrijgen via groente en fruit
- De eiwitten en ijzer groep, die kan je binnenkrijgen via vlees, vis, zuivel etc.
- De essentiële vetzuren groep, die kan je binnenkrijgen via olie en boter
- De vocht groep, dit kan je binnenkrijgen via alle soorten drank
In 2004 zijn er bij deze schijf van vijf ook vijf regels vastgesteld om een nog gezonder
eetpatroon te krijgen. Deze regels zijn:
- Eet gevarieerd
- Eet niet te veel en beweeg
- Eet minder verzadigd vet
- Eet veel groente fruit en brood
- Eet veilig
Naast de schijf van vijf bestaan de richtlijnen goede voeding. Deze richtlijnen zijn vooral
bedoeld om chronische ziekten zoals overgewicht, hart en vaatziekten, diabetes type 2 en
sommige vormen van kanker te voorkomen. De voeding is hierbij belangrijk maar er wordt
ook veel gelet op bewegen, dit moet minimaal een half uur per dag zijn. Voor mensen met
overgewicht is dit zelfs minimaal een uur per dag. De richtlijnen verschillen per
leeftijdsgroep en per geslacht. De richtlijnen voor de gehele bevolking in Nederland zijn:
- Zorg voor een gevarieerde voeding
- Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging
- Gebruik dagelijks ruim groente, fruit en volkoren graanproducten
- Eet regelmatig (vette) vis
- Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigde vetzuren en
enkelvoudig trans-onverzadigde vetzuren
Daarnaast verschillen enkele specifiekere richtlijnen ook nog per leeftijd en geslacht. De
gemiddelde leeftijd van pabo leerlingen is 18 jaar en een verschil tussen jongens en meisjes
is hier bijna niet. Een voorbeeld van deze richtlijnen is:
- Eet 200 gram groente en 200 gram fruit
- Eet 245 gram brood, rijst, pasta etc.
- Eet 20 gram kaas, 115 gram vis of vlees en drink 600 ml melk
4
- Eet 15 gram bak en braad producten, 35 gram halvarine
- Drink 1000-1500 ml vocht
Na het vergelijken van de eetpatronen van de paboleerlingen met de schijf van vijf en de
richtlijnen goede voeding zijn er een aantal zaken opgevallen. De leerlingen kregen over het
algemeen genoeg vocht, melk of kaas en vlees of vis binnen. Daarnaast komen zij ook aan de
30 minuten beweging per dag door bijvoorbeeld naar het station te fietsen en/of trappen te
lopen.
Daarentegen viel op dat bijna niemand aan twee stuks fruit per dag kwam en maar een
enkeling at twee ons groenten. Ook de brood-, aardappel-, rijst- of pasta inname is
grotendeels te laag. Door veel snacks en ongezonde maaltijden krijgt een groot gedeelte van
de leerlingen een te hoog gehalte aan verzadigde vetten binnen. (2)
5
Gevolgen voor de gezondheid
De tekorten en overschotten van bepaalde voedingsstoffen hebben vaak negatieve effecten.
Uit het onderzoek is gebleken dat de paboleerlingen door te weinig groente en fruit te eten
een tekort hebben aan vitamine c. Daarnaast hebben ze een tekort aan koolhydraatrijke
producten zoals aardappelen, rijst, pasta en brood en hebben echter een overschot aan
verzadigde vetten door ongezonde snacks en maaltijden.
Een tekort aan vitaminen c kan de weerstand verminderen waardoor je vatbaarder bent
voor ziektes. Daarnaast kan het de genezing van wonden trager doen verlopen. In extreme
gevallen kan men zelfs de ziekte scheurbuik krijgen. (3)
Een ander tekort bij de paboleerlingen is het tekort aan koolhydraten. Als het lichaam te
weinig ‘goede’ koolhydraten binnenkrijgt kan dit slecht zijn voor de gezondheid. Het lichaam
zal eiwitten en/of vetten gebruiken als energiebron, wat ten koste van onder andere de
spieren gaat. Daarbij kan het tekort leiden tot een te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie)
en dit is schadelijk voor de gezondheid. (4)
Het laatste probleem wat voorkomt bij de paboleerlingen is het overschot aan verzadigde
vetten. Verzadigde vetzuren hebben een nadelig effect op het cholesterolgehalte in het
bloed. Dit zuur verhoogt het slechte cholesterol, namelijk LDL. Een te hoog gehalte van dit
cholesterol verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Een ander nadelig effect van te veel
verzadigd vet is overgewicht, een probleem wat de laatste jaren steeds groter wordt in
Nederland. Dit overgewicht wordt veroorzaakt doordat er te veel overtollig vet wordt
opgeslagen in het lichaam. (5)
Omdat deze effecten allemaal schadelijk zijn voor de gezondheid en de paboleerlingen nog
jong zijn is het erg belangrijk om het voedingspatroon aan te passen. Hierdoor wordt de kans
op negatieve effecten minder groot.
6
Advies
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is gebleken dat de studenten, ten opzichte
van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en de Richtlijnen goede voeding, te weinig
fruit, groenten, brood-, aardappel-, rijst- of pastaproducten binnenkrijgen. Daarnaast krijgen
zij vaak te veel van verzadigde vetten binnen door ongezonde snacks en maaltijden.
Aan de hand van deze resultaten wordt daarom geadviseerd dat de pabostudenten meer
fruit moeten eten. Dit betreft minimaal twee stuks fruit per dag. Door bijvoorbeeld een
appel mee naar school te nemen en 's ochtends bij het ontbijt of ’s avonds na de maaltijd
een ander stuk fruit te nemen is dit probleem makkelijk op te lossen.
Ook wordt aangeraden om minimaal 200 gram groenten per dag en 245 gram brood-,
aardappel-, rijst- of pastaproducten te consumeren. Dit kan gedaan worden door bij de
avondmaaltijd vaker groente te eten en dit te combineren met een koolhydraatrijk product
zoals aardappel, rijst of pasta.
Het laatste probleem is het te veel aan verzadigde vetten. Dit is op te lossen door als snack
in plaats van een kaasbroodje of ander vetrijk product te kiezen voor een gezonder
tussendoortje zoals een extra boterham te eten. Dit lost tegelijkertijd het probleem van de
tekorten aan koolhydraten op.
Als er voldaan wordt aan deze aanbevolen dagelijkse hoeveelheden krijgen de
pabostudenten voldoende voedingsstoffen binnen die nodig zijn het voor het optimaal
functioneren van het lichaam.
7
De gezondste persoon
Na het analyseren van de voedingsdagboeken van de onderzochte pabostudenten kwam er
duidelijk de persoon met het gezondste eetpatroon naar boven. Om te bepalen wie het
gezondste eetpatroon heeft, is er gekeken naar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden in
energieprocenten en het aantal kcal dat de desbetreffende persoon ingenomen heeft.
In Nederland is er een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per voedingsstof vastgesteld. In
het vooronderzoek zijn de in de onderstaande tabel genoemde voedingsstoffen nader
onderzocht. Met deze voedingstoffen is rekening gehouden tijdens het bestuderen van de
voedingsdagboeken.
Eiwitten
Vetten
Koolhydraten
Voedingsvezel
Vitamine C
Natrium
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
10 - 25 en%
20 – 40 en%
40 – 70 en%
40 gram
Minimaal 70 mg
2,4 – 6 gram
De persoon met het gezondste eetpatroon is Charmaine van de Polder. Dit blijkt vooral uit
haar eetpatroon, welke voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Het valt op dat
ze zeer gevarieerd eet en dit ook op vaste tijdstippen doet. Ook is het belangrijk dat er niet
te veel schommelingen plaatsvinden in het caloriegehalte per dag. Het valt op dat
Charmaine voldoende beweegt. Als resultaat van dit gezonde eetpatroon blijkt dat ze een
gezond BMI heeft. Haar BMI is 21, dit duidt op een gezond gewicht.
Een tip voor Charmaine om aan een nog gezonder eetpatroon te voldoen, is het consumeren
van minstens twee stuks fruit per dag.
8
Conclusie
De onderzoeksvraag die in dit verslag centraal stond, luidt: ‘In hoeverre komt de inname van
voedingsstoffen van pabostudenten overeen met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden?’
Aan de hand van de resultaten uit ons onderzoek kunnen wij concluderen dat de
pabostudenten, ten opzichte van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en de Richtlijnen
goede voeding, te weinig fruit, groenten en koolhydraatrijke producten binnenkrijgen.
Hierdoor voldoen zij niet aan de ADH van de micronutriënten natrium en vitamine C. Dit kan
nadelige gevolgen hebben voor het optimaal functioneren van het lichaam en daarom
adviseren wij om meer hiervan binnen te krijgen.
Ook zijn wij tot de conclusie gekomen dat de studenten van de overige macronutriënten wel
genoeg binnenkrijgen. Er is zelfs een overschot aan verzadigde vetten aanwezig in hun
dagelijkse voeding. Dit kan nadelige effecten hebben voor de gezondheid en op ten duur
leiden tot ziektes.
Discussie
Uit het onderzoek blijkt dat de natrium-inname van de gemiddelde Nederlandse bevolking
een stuk hoger ligt dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Terwijl de natrium-inname
van de pabostudenten ver onder de norm van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden ligt.
Dit kan verklaard worden door het feit dat de pabostudenten vaak niet het toevoegen van
zout bij de maaltijden hebben vermeld in hun voedingsdagboeken.
Ook wordt de betrouwbaarheid van de voedingsdagboekjes sterk in twijfel getrokken,
doordat er voedingsdagboeken ontbreken en veel studenten de voedingsdagboeken naar
alle waarschijnlijkheid niet altijd realistisch hebben ingevuld. Ook kwam het een enkele keer
voor dat er bij een student een dag ontbrak.
Ten slotte wordt er nog één punt ter discussie gesteld waarbij het gaat om het feit dat
studenten wel het product hebben vermeld, maar niet het soort product. Kennis hebben van
het soort product is van groot belang bij het berekenen van de voedingswaarde.
9
Bronnen
1. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu.
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/V/Voedselconsumptiepeiling/Overzicht_p
eilingen/Basis_7_69_jaar/Resultaten_VCP_Basis_7_69_jaar/Resultaten_macronutriënten_V
CP_Basis_7_69_jaar
2. Voedingscentrum, de schijf van vijf.
http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx
3. Voedingscentrum, vitamine C:
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-c.aspx Geraadpleegd
4. Gezondheidsnet
http://www.gezondheidsnet.nl/alles-over-afvallen/artikelen/7371/de-koolhydraat-held-ofboosdoener
5. Voedingscentrum, verzadigde vetten.
http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/verzadigd-vet.aspx
10
Bijlage 1
Persoon 1 – Dorien
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1542
37 g
243 g
48 g
2,2 g
40 mg
17 g
0g
Dag 2
1235
33 g
202 g
25 g
1,4 g
22 mg
12 g
0g
Dag 3
1061
12 g
195 g
27 g
1,2 g
3 mg
6g
0g
Gemiddelde
Dag 1
21 en%
64 en%
13 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
24 en%
66 en%
8 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
10 en%
78 en%
11 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
18 en%
69 en%
11 en%
2 en%
0 en%
Dag 1
2600
103 g
282 g
124 g
2,9 g
52 mg
18 g
0g
Dag 2
4032
177 g
453 g
137 g
8g
101 mg
29 g
0g
Dag 3
4228
195 g
437 g
167 g
5,8 g
100 mg
24 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
35 en%
44 en%
20 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
39 en%
46 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
41 en%
42 en%
16 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
38 en%
44 en%
17 en%
1 en%
0 en%
1,6 g
22 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 2 – Femke
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
5,6 g
84 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
11
Persoon 3 – Ikrame
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1899
72 g
229 g
77g
3,3 g
4 mg
10 g
0g
Dag 2
1742
82 g
184 g
61 g
2,1 g
23 mg
9g
0g
Dag 3
2484
105 g
313 g
62 g
3,6 g
71 mg
17 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
33 en%
49 en%
17 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
42 en%
43 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
38 en%
51 en%
10 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
37 en%
48 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Dag 1
1463
64 g
164 g
49 g
2,7 g
79 mg
12 g
0g
Dag 2
2233
86 g
274 g
82 g
4,8 g
60 mg
14 g
0g
Dag 3
1278
34 g
195 g
41 g
2,3 g
102 mg
11 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
39 en%
46 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
34 en%
50 en%
15 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
23 en%
62 en%
13 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
32 en%
53 en%
14 en%
1 en%
0 en%
3,0 g
33 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 4 - Judith
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
3,2 g
80 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
12
Persoon 5 – Joey
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1912
41 g
278 g
98 g
0,8 g
115 mg
30 g
0g
Dag 2
1969
35 g
316 g
81 g
0,8 g
118 mg
41 g
0g
Dag 3
714
14 g
89 g
61 g
0,6 g
33 mg
8g
0g
Gemiddelde
Dag 1
19 en%
58 en%
20 en%
3 en%
0 en%
Dag 2
16 en%
64 en%
16 en%
4 en%
0 en%
Dag 3
17 en%
48 en%
33 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
17 en%
57 en%
23 en%
3 en%
0 en%
Dag 1
1437
59 g
164 g
55 g
1,3 g
71 mg
16 g
0g
Dag 2
1812
46 g
256 g
79 g
2,5 g
221 mg
21 g
0g
Dag 3
1935
42 g
324 g
59 g
1,5 g
93 mg
12 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
36 en%
46 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
22 en%
58 en%
18 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
19 en%
67 en%
12 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
26 en%
57 en%
15 en%
2 en%
0 en%
0,7 g
89 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 6 – Tessa
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
1,8 g
128 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
13
Persoon 7 – Maik
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1555
60 g
170 g
75 g
3,1 g
84 mg
13 g
0g
Dag 2
1144
25 g
179 g
44 g
2,0 g
90 mg
14 g
0g
Dag 3
2874
99 g
355 g
96 g
5,9 g
123 mg
22 g
18 mg
Gemiddelde
Dag 1
34 en%
44 en%
20 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
19 en%
63 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
32 en%
53 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
28 en%
53 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Dag 1
2436
80 g
371 g
52 g
4,0 g
20 mg
15 g
0g
Dag 2
1749
63 g
260 g
31 g
1,2 g
20 mg
13 g
0g
Dag 3
Gemiddelde
Dag 1
29 en%
61 en%
9 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
32 en%
60 en%
7 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
3,7 g
99 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 8 – Kaoutar
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
2,6 g
20 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Gemiddelde
31 en%
60 en%
8 en%
1 en%
0 en%
14
Persoon 9 – Habibe
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
2573
65 g
427 g
68 g
2,8 g
4 mg
9g
0g
Dag 2
2932
84 g
416 g
116 g
3,0 g
11 mg
28 g
0g
Dag 3
1290
46 g
177 g
36 g
2,4 g
0 mg
8g
0g
Gemiddelde
Dag 1
22 en%
66 en%
11 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
25 en%
57 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
32 en%
56 en%
11 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
26 en%
60 en%
13 en%
1 en%
0 en%
Dag 1
1389
60 g
138 g
62 g
1,1 g
43 mg
18 g
0g
Dag 2
326
15 g
25 g
21 g
2,2 g
0 mg
4g
0g
Dag 3
1226
39 g
114 g
90 g
1,8 g
220 mg
20 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
38 en%
41 en%
18 en%
3 en%
0 en%
Dag 2
41 en%
31 en%
26 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
29 en%
38 en%
30 en%
3 en%
0 en%
Gemiddelde
36 en%
37 en%
25 en%
2 en%
0 en%
2,7 g
5 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 10 – Kim
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
1,7 g
88 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
15
Persoon 11 – Ilham
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
803
22 g
108 g
39 g
1,1 g
16 mg
10 g
0g
Dag 2
1017
41 g
124 g
32 g
1,6 g
12 mg
12 g
0g
Dag 3
1408
59 g
152 g
59 g
1,9 g
54 mg
15 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
24 en%
54 en%
20 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
36 en%
49 en%
13 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
37 en%
44 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
32 en%
49 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Dag 1
2021
76 g
218 g
107 g
2,7 g
157 mg
16 g
0g
Dag 2
2345
95 g
210 g
159 g
3,8 g
20 mg
10 g
0g
Dag 3
1023
29 g
145 g
44 g
1,9 g
12 mg
7g
0g
Gemiddelde
Dag 1
33 en%
44 en%
21 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
36 en%
36 en%
27 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
25 en%
57 en%
17 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
31 en%
46 en%
22 en%
1 en%
0 en%
1,5 g
27 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 12 – Marleen
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
2,8 g
63 mg
Energieprocent
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
16
Persoon 13 – Nuran
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1290
47 g
142 g
72 g
3,1 g
41 mg
5g
0g
Dag 2
2060
78 g
290 g
44 g
1,7 g
34 mg
12 g
0g
Dag 3
2301
107 g
271 g
55 g
1,9 g
12 mg
11 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
32 en%
44 en%
23 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
33 en%
57 en%
9 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
41 en%
48 en%
10 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
35 en%
50 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Dag 1
1715
52 g
230 g
70 g
1,2 g
112 mg
25 g
0g
Dag 2
2162
64 g
294 g
89 g
1,7 g
162 mg
24 g
0g
Dag 3
2285
93 g
265 g
88 g
3,0 g
22 mg
15 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
27 en%
54 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
26 en%
55 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
36 en%
47 en%
16 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
29 en%
52 en%
17 en%
2 en%
0 en%
2,2 g
29 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 14 – Charmaine
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
2,0 g
99 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
17
Persoon 15 – Daisy
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
3011
127g
374 g
83 g
3,0 g
29 mg
20 g
0g
Dag 2
1349
43 g
192 g
41 g
2,2 g
28 mg
16 g
0g
Dag 3
1746
50 g
253 g
59 g
3,5 g
331 mg
21 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
37 en%
50 en%
11 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
28 en%
58 en%
12 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
25 en%
59 en%
14 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
30 en%
56 en%
12 en%
2 en%
0 en%
Dag 1
1233
42 g
141 g
66 g
1,2 g
65 mg
13 g
0g
Dag 2
1125
41g
125 g
60 g
1,8 g
37 mg
8g
0g
Dag 3
1617
40 g
240 g
65 g
3,5 g
22 mg
16 g
0g
Gemiddelde
Dag 1
30 en%
46 en%
22 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
32 en%
45 en%
22 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
22 en%
60 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
28 en%
50 en%
20 en%
2 en%
0 en%
2,9 g
129 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Persoon 16 – Delilah
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
2,2 g
41 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
18
Persoon 17 – Arianne
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1443
38 g
215 g
49 g
2,0 g
73 mg
20 g
0 mg
Dag 2
2528
84 g
363 g
68 g
3,5 g
122 mg
23 g
0 mg
Dag 3
1975
60 g
273 g
75 g
2,7 g
232 mg
17 g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
27 en%
56 en%
15 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
27 en%
58 en%
13 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
1631
72 g
174 g
65 g
1,8 g
17 mg
10 g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
39 en%
44 en%
16 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
35 en%
51 en%
13 en%
1 en%
0 en%
2,3 g
142 mg
Energieprocent
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
23 en%
60 en%
14 en%
3 en%
0 en%
Dag 2
29 en%
58 en%
11 en%
2 en%
0 en%
Persoon 18 – Yacintha
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
2325
78 g
331 g
63 g
3,5 g
122 mg
23 g
0 mg
Dag 2
2795
120 g
346 g
71 g
3,1 g
100 mg
20 g
0 mg
2,8 g
80 mg
Energieprocent
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
29 en%
58 en%
11 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
38 en%
50 en%
11 en%
1 en%
0 en%
19
Persoon 19 – Sharia
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1421
54 g
172 g
58 g
1,8 g
1 mg
12 g
0 mg
Dag 2
1192
40 g
137 g
65 g
1,8 g
40 mg
9g
0 mg
Dag 3
1771
61 g
223 g
71 g
2,0 g
31 mg
17 g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
31 en%
51 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
31 en%
49 en%
18 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
2577
62 g
340 g
66 g
3,0 g
290 mg
12 g
48 mg
Gemiddelde
Dag 3
25 en%
62 en%
12 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
28 en%
57 en%
14 en%
1 en%
0 en%
1,9 g
24 mg
Energieprocent
Dag 1
33 en%
49 en%
16 en%
2 en%
0 en%
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 2
30 en%
47 en%
22 en%
1 en%
0 en%
Persoon 20 – Lisette
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1376
44 g
205 g
34 g
1,7 g
161 mg
9g
0 mg
Dag 2
1960
72 g
231 g
93 g
3,0 g
75 mg
8g
0 mg
2,6 g
175 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
28 en%
61 en%
10 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
32 en%
48 en%
19 en%
1 en%
0 en%
20
Persoon 21 – Jessica
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1470
58 g
200 g
31 g
1,4 g
37 mg
9g
0 mg
Dag 2
1574
35 g
269 g
33 g
2,0 g
57 mg
18 g
0 mg
Dag 3
2593
83 g
281 g
80 g
3,6 g
33 mg
14 g
50 mg
Gemiddelde
Dag 3
33 en%
51 en%
15 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
29 en%
59 en%
11 en%
1 en%
0 en%
Dag 3
1994
118 g
174 g
51 g
2,6 g
2 mg
14 g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
53 en%
36 en%
10 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
37 en%
49 en%
12 en%
2 en%
0 en%
2,3 g
42 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
35 en%
55 en%
9 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
20 en%
70 en%
8 en%
2 en%
0 en%
Persoon 22 – Luca
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
2097
86 g
259 g
59 g
3,1 g
43 mg
24 g
0 mg
Dag 2
1976
49 g
301 g
68 g
3,7 g
43 mg
24 g
0 mg
3,1 g
29 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
36 en%
50 en%
12 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
22 en%
62 en%
14 en%
2 en%
0 en%
21
Persoon 23 – Sanne
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1165
47 g
128 g
48 g
2,7 g
68 mg
13 g
0 mg
Dag 2
1412
50 g
189 g
44 g
2,1 g
122 mg
11 g
0 mg
Dag 3
1286
47 g
167 g
45 g
2,1 g
10 mg
8g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
32 en%
53 en%
14 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
33 en%
51 en%
14 en%
2 en%
0 en%
Dag 3
1030
57 g
107 g
18 g
1,1 g
21 mg
7g
0 mg
Gemiddelde
Dag 3
49 en%
43 en%
7 en%
1 en%
0 en%
Gemiddelde
33 en%
55 en%
11 en%
1 en%
0 en%
2,3 g
67 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
36 en%
45 en%
17 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
31 en%
54 en%
13 en%
2 en%
0 en%
Persoon 24 – Aydin
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1646
52 g
224 g
64 g
4,0 g
57 mg
11 g
0 mg
Dag 2
1079
27 g
179 g
26 g
1,0 g
27 mg
9g
0 mg
2,0 g
35 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
28 en%
55 en%
16 en%
1 en%
0 en%
Dag 2
22 en%
67 en%
10 en%
1 en%
0 en%
22
Persoon 25 – Anne-Claire
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1400
39 g
227 g
28 g
1,6 g
54 mg
10 g
0 mg
Dag 2
1381
38 g
211 g
39 g
1,8 g
77 mg
13 g
0 mg
Dag 2
Gemiddelde
3,4 g
66 mg
Energieprocenten
Dag 1
25 en%
66 en%
8 en%
1 en%
0 en%
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 2
24 en%
62 en%
12 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
25 en%
64 en%
10 en%
1 en%
0 en%
Persoon 26 – Maaike
Kcal
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Natrium
Vitamine C
Vezels
Alcohol
Dag 1
1376
58 g
139 g
69 g
4,0 g
14 mg
12 g
0 mg
Dag 2
3271
114 g
332 g
104 g
5,0 g
21 mg
19 g
66 mg
Dag 3
1779
64 g
208 g
62 g
1,9 g
19 mg
14 g
14 mg
Gemiddelde
Dag 3
33 en%
20 en%
15 en%
2 en%
0 en%
Gemiddelde
35 en%
46 en%
17 en%
2 en%
0 en%
3,6 g
18 mg
Energieprocenten
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Dag 1
37 en%
41 en%
20 en%
2 en%
0 en%
Dag 2
36 en%
48 en%
15 en%
1 en%
0 en%
23
Gemiddelde pabo leerlingen
Vet
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
Alcohol
Natrium
Vitamine C
30 en%
53 en%
15 en%
2 en%
0 en%
2,6 g
66 mg
Toelichting berekeningen
De standaardnormen van elke voedingsstof in kJ zijn:
Vet:
37 kJ per gram
Koolhydraten:
17 kJ per gram
Eiwitten:
17 kJ per gram
Voedingsvezel:
8 kJ per gram
Alcohol:
29 kJ per gram
De inname in grammen van elke voedingsstof per pabostudent is berekend door de
eetmeter van het voedingscentrum. Aan de hand van deze uitkomsten konden de
energieprocenten per dag berekend worden door middel van de volgende berekening:
Aantal gram vet per dag x 37 kJ = aantal kJ vet per dag.
Aantal gram koolhydraten per dag x 17 kJ = aantal kJ koolhydraten per dag.
Aantal gram eiwitten per dag x 17 kJ = aantal kJ eiwitten per dag.
Aantal gram voedingsvezel per dag x 8 kJ = aantal kJ voedingsvezel per dag.
Aantal gram alcohol per dag x 29 kJ = aantal kJ alcohol per dag.
Wanneer het aantal kJ per voedingsstof berekend is, kan het totaal aan kJ voor de
betreffende dag berekend worden door de uitkomsten per voedingsstof bij elkaar op te
tellen.
(aantal kJ vet + aantal kJ koolhydraten + aantal kJ eiwitten + aantal kJ voedingsvezel + aantal
kJ alcohol = het totaal aan kJ wat iemand per dag binnenkrijgt.)
Daarna volgt het berekenen van de energieprocenten (en%):
Aantal kJ per voedingsstof / totale hoeveelheid kJ x 100% = de betreffende hoeveelheid
voedingsstof in en%.
24
Na deze berekening zijn de gemiddelde energieprocenten per student berekend door de
energieprocenten van twee/drie dagen bij elkaar op te tellen en de uitkomst hiervan te
delen door 3 (in sommige gevallen door 2, door het bijhouden van maar twee dagen.)
Het gemiddelde van alle pabostudenten bij elkaar is berekend door de gemiddeldes van elke
student bij elkaar op te tellen en te delen door 26 personen (de klas bestaat uit 26
studenten).
Natrium en vitamine C
Ook de inname van de hoeveelheid natrium en vitamine C is door de eetmeter van het
voedingscentrum berekend. De hoeveelheid natrium per persoon werd door de eetmeter in
milligram gegeven, maar voor het vergelijken met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is
het makkelijker om de hoeveelheid natrium in grammen weer te geven. De gemiddelde
hoeveelheid natrium die per persoon wordt ingenomen, is berekend door de hoeveelheid
natrium van drie dagen bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door 3. Het gemiddelde
van alle pabostudenten bij elkaar is berekend door de gemiddeldes van elke student bij
elkaar te tellen en te delen door 26 personen. Het gemiddelde van de inname van vitamine C
is dezelfde manier berekend, maar deze hoeveelheid wordt wel in milligram gegeven.
25
Onderzoeksverslag
Kwalitatief onderzoek 1.4
VD1D2
St
Cristy Verlek
Rianne de Wit
Kim Niesen
26
Steph
anie
Beoordelingslijst Onderzoeksverslag Interview – blok 1.4 2012-2013
Jullie hebben een onvoldoende voor het verslag. Verbeter de punten die in de
beoordelingslijst onvoldoende zijn.
Verslag bevat maximaal 4 pagina’s (exclusief bijlage).
V
O
Voorwaardelijke eisen:
- Correct Nederlands; formulering, zinsopbouw, grammatica en spelling.
- Lettertype 11 Calibri
Inleiding
-
beschrijving aanleiding van het onderzoek
beschrijving doel van het onderzoek
beschrijving centrale onderzoeksvraag
beschrijving deelvragen
X
x
x
x
Methode
-
beschrijving soort onderzoek (literatuuronderzoek/
kwalitatief: interviews, wijze van labelen)
beschrijving keuze en verantwoording interviewtopics/
interviewvragen
beschrijving condities afname interview (introductie/
opname/ verwerking (uitgeschreven) /locatie etc.)
X
X
x
Resultaten
beschrijving van de resultaten van de interviewtopics/
interviewvragen: per topic resultaten weergeven
Conclusie, discussie en aanbevelingen
-
-
x
herhaling onderzoeksvraag en deelvragen
antwoord op de deelvraag/ deel van de centrale vraag
evaluatie van interviewtopics en condities
kritische blik op eigen onderzoek met argumenten
aanbevelingen voor vervolgonderzoek
X
X
X
x
27
x
Bijlagen
-
uitgetypte interviewverslagen
x
TOTAAL
Toelichting:
Inleiding, Methode, Conclusie en discussie moeten Voldoende zijn.
Resultaten mag Onvoldoende zijn als de discussie kritisch is.
28
Inleiding
Uit onderzoek (1) is gebleken dat de prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij de Turkse
bevolking in Nederland 2,5 tot 4,5 keer zo hoog is dan de Nederlanders. Diëtistenpraktijk
2GETHER IN BALANCE wil Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse Hagenaars graag overtuigen
van de noodzaak om zich te laten testen op diabetes en daarvoor moet een voorlichtingsplan
opgesteld worden. Ter ondersteuning van dit voorlichtingsplan is er een kwalitatief onderzoek
uitgevoerd door de eerstejaars studenten van de opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Haagse
Hogeschool. Het doel van het onderzoek is er achter komen hoe wij Turkse vrouwen tussen
de40-65 jaar uit het Transvaalkwartier in Den Haag kunnen overtuigen om zich te laten testen
op diabetes mellitus type 2. Het Transvaalkwartier is als aandachtswijk gekozen, omdat hier de
meeste achterstand is geconstateerd (2). Dit onderzoek richt zich op de manier waarop we dit
doel gaan bereiken. De centrale vraag luidt dan ook: “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75
Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?”. Deze
vraag zal beantwoord worden aan de hand van verschillende deelvragen. De deelvragen die
binnen onze centrale vraag passen zijn:







Hoe ziet de leefsituatie van de doelgroep eruit?
Wat zijn de eetgewoontes van de doelgroep?
Welke factoren beïnvloeden het gedrag van de doelgroep?
Hoe is het met de gezondheid van de doelgroep gesteld?
Wat is de kennis van onze doelgroep over diabetes mellitus type 2?
Hoe is de houding van de doelgroep tegenover diabetes mellitus type 2?
In hoeverre is de doelgroep bereid om zich te laten testen?
De topics van deze deelvragen zijn de leefsituatie, eetgewoontes, factoren die de eetgewoontes
beïnvloeden, gezondheid en ervaring, de kennis en de bereidheid om zich te laten testen. Er is
voor deze topics gekozen, omdat ze de deelvragen dekken en omdat alle antwoorden op deze
deelvragen ons een uiteindelijk antwoord op de hoofdvraag zullen geven.
In de methode zal besproken worden hoe we dit onderzoek hebben aangepakt en in de
resultaten zullen de behandelde deelvragen worden beantwoord. Ten slotte trekken we een
conclusie en beantwoorden we de centrale vraag.
Methode
Tijdens de eerste bijeenkomst is de aandachtswijk meteen bezocht met als doel om te ervaren
hoe het er in de wijk aan toe gaat. Er is op zoek gegaan naar een buurtcentrum om hier een
kwalitatief onderzoek uit te voeren door middel van interviews. Deze interviews werden met de
Turkse vrouwen in het buurtcentrum gehouden door middel van een gesprek. De gesprekken
waren niet één op één, maar werden in groepjes van 4-5 personen (focusgroep) gehouden,
omdat niet iedereen Nederlands sprak en de vrouwen elkaar op deze manier konden helpen met
communiceren. Het effect hiervan was dat er een gezellig gesprek ontstond waar wij de vragen
in verwerkten en ondertussen notuleerden wat voor antwoorden er gegeven werden. Er is
gekozen voor deze methode, omdat de onderzoekers hierdoor een goede indruk konden krijgen
29
van de situatie. Hierdoor kon de doelgroep zelf vertellen hoe ze tegen de hele situatie aankijken
en hoe zij daarin staan.
De topics en de daarop gebaseerde interviewvragen die aan bod kwamen (zoals beschreven in
de inleiding), zijn gekozen omdat er aan de hand van deze topics en interviewvragen een beeld
geschetst kon worden over de situatie van de doelgroep. Pas als er een beeld is van de situatie
kan er worden overgegaan op een interventie. De topics “leefsituatie”, “eetgewoontes” en
“factoren die de eetgewoontes beïnvloeden” zijn gekozen, omdat deze drie termen de lading
dekken wat betreft het eetgedrag van de doelgroep. Doordat deze factoren veel invloed
uitoefenen op het ontstaan van ziektes zoals diabetes, vonden wij het belangrijk om ons hierin te
verdiepen. Daarbij komt ook het feit dat deze factoren ontzettend verschillen vergeleken met de
leefsituatie, eetgewoontes en factoren die de eetgewoontes beïnvloeden van ons (de
onderzoekers). Omdat de situatie van de doelgroep totaal verschilt van onze eigen situatie en
omdat wij weinig weten van de situatie van de doelgroep, was het extra belangrijk om hiernaar
te vragen. De interviewvragen die deze topics dekken zijn dan ook:
1.
Hoe is uw leefsituatie?
2.
Wat voor eetgewoontes heeft u?
3.
Welke factoren beïnvloeden uw eetgedrag?
De topics “gezondheid en ervaring”, “de kennis” en “bereidheid om zich te laten testen” zijn
gekozen om een beter inzicht te krijgen in de persoonlijke beleving van de doelgroep ten
opzichte van de situatie waar ze zich in bevinden. Hierbij is erop gelet of de geïnterviewde
vrouwen zich wel beseften wat voor invloed hun gedrag uitoefent op hun gezondheid en
waardoor het komt dat ze wel, amper of niet over deze kennis beschikken. De interviewvragen
die deze topics dekken zijn:
1.
Hoe is het met uw gezondheid gesteld?
2.
Wat weet u over Diabetes Mellitus type 2?
3.
Wat is uw houding tegenover Diabetes Mellitus type 2?
4.
Heeft u ervaring met Diabetes Mellitus type 2?
5.
Zou u zich willen laten testen?
In het buurtcentrum is gevraagd naar informatie over de Turkse bevolking in de wijk. Er werd
contact opgenomen met Marianne, een Nederlandse vrouw die al sinds haar 13e in de Turkse
cultuur zit door haar man. Ze werkt in het buurtcentrum nauw samen met de Turkse vrouwen
van de doelgroep die in het buurtcentrum langskomen. Ze praat Turks en weet veel van de
cultuur en het gedrag van de vrouwen. Zelf heeft ze ook diabetes en de meerderheid van de
30
vrouwen die langskomen in het buurtcentrum ook. Marianne wilde graag als
ervaringsdeskundige meewerken aan het onderzoek.
Er is een afspraak gemaakt waarbij wij de kans hebben gekregen om de doelgroep te
interviewen en er zo achter te komen hoe de doelgroep tegenover diabetes staat. Deze
interviews worden gebruikt voor het kwalitatieve onderzoek. Er waren ongeveer acht vrouwen
uit de doelgroep aanwezig, waarvan er zes zijn geïnterviewd. Hiernaast is er aanvullende
informatie verkregen via Marianne. Na afloop van de bijeenkomst in het buurtcentrum zijn de
interviews uitgewerkt en van labels voorzien, zodat deze voor het onderzoek gebruikt konden
worden. Verder is er voor het beantwoorden van de deelvragen primaire wetenschappelijke
literatuur gebruikt, deze bronnen zijn in de literatuurlijst vermeld.
De interviews voor het onderzoek zijn zoals eerder beschreven, gehouden in een buurtcentrum
van de wijk Transvaalkwartier. Voor het onderzoek zijn er zes personen van onze doelgroep
geïnterviewd. De vrouwen van onze doelgroep bevonden zich in een Turks ingerichte
woonkamer, waardoor zij zich erg op hun gemak voelden. Er werd traditioneel Turks gekookt en
we werden verwelkomt met typisch Turkse thee. Geen van de zes vrouwen kon de Nederlandse
taal goed spreken, waardoor we verschillende vrouwen nodig hadden die konden vertalen van
Turks naar Nederlands en andersom. Deze situatie was lastig, maar de vrouwen die ons hebben
geholpen met het vertalen, hebben het onderzoek erg geholpen.
3. Resultaten
3.1 De leefsituatie van de doelgroep
Alle zes ondervraagde vrouwen hebben een Turkse afkomst en zijn later in hun leven naar
Nederland geëmigreerd, omdat hun man hier makkelijker werk kon krijgen dan in Turkije. Ze
hebben alle zes een inburgeringscursus gedaan. De vrouwen wonen al 10-56 jaar in Nederland,
maar beheersen de taal nauwelijks. Het uiteindelijke idee is dan ook om later weer terug te gaan
naar Turkije met het in Nederland verdiende geld, om daar een leven van goede kwaliteit op te
bouwen. Ze voelen zich in Turkije toch meer thuis. De vrouwen zijn tussen de 52 en de 63 jaar
oud en hebben gemiddeld vier kinderen. Ze hebben geen betaalde baan en richten zich op het
onderhouden van het gezin en het huishouden. Eén van de vrouwen was echter alleenstaand.
Haar vijf kinderen zijn het huis al uit en haar man is overleden. Zij woont in een flat waar weinig
andere Turkse mensen wonen.
3.2 De eetgewoontes van de doelgroep
In eerste instantie gaven de Turkse vrouwen aan goed op hun gezondheid te letten. Dit doen ze
door te letten op hun suiker- en vetinname, zodat ze niet te zwaar worden. Na doorgevraagd te
hebben, kwamen er echter andere dingen aan het licht, namelijk dat ze ontzettend veel eten
wanneer er bezoek komt of wanneer ze op bezoek gaan. De intentie is er dus wel, maar de
kennis van de doelgroep ligt niet op één lijn met wat nou echt gezond is.
31
Het is in de Turkse cultuur onbeleefd om eten af te slaan. Overal waar ze op bezoek gaan, zijn ze
‘verplicht’ veel te eten. Ook wordt er niet gekozen voor één maaltijd, maar is het altijd “en en en”.
Er worden veel koolhydraatcomponenten tegelijk op tafel geserveerd, dus rijst én brood én
aardappelen. Er wordt van alles een beetje gegeten. Door het geloof wordt er geen varkensvlees
gegeten, maar verder wel elk soort vlees en vis. Het vlees wordt bereid op de Halal manier en
ook dit heeft met de religie te maken. Er wordt veel rekening gehouden met het gezin, maar als
er een speciale maaltijd moet worden bereid voor een gezinslid met diabetes dan wordt dit vaak
niet gedaan omdat het teveel tijd en geld kost.
Het verschilt per gezin of er veel Nederlands of Turks wordt gegeten. In het zorgcentrum wordt
traditioneel Turks gegeten en per dag worden er twee maaltijden warm geserveerd.
3.3 De factoren die het eetgedrag van de doelgroep beïnvloeden
Uit de interviews bleek dat de factoren die de grootste invloed hebben op het eetgedrag vooral
cultuur, geloof en familie zijn. Door het geloof van de moslima’s mogen de vrouwen geen
varkensvlees eten en het vlees dat ze wel eten, moet volgens de Halal bereidingswijze bereid
zijn. Traditionele gebeurtenissen uit de cultuur zoals de Ramadan en het daarop volgende
suikerfeest zijn belangrijke factoren die invloed hebben op het eetgedrag van de doelgroep.
Wel worden er uitzonderingen gemaakt voor mensen die diabetes hebben. Eén van de
ondervraagde vrouwen gaf aan dat ze door haar diabetes niet hoefde te vasten tijdens de
Ramadan, maar dan moest ze wel een boete van €300 euro betalen en de vast periode later in
haar leven inhalen. Echter verschilt deze boete per gemeenschap en hoeft deze soms zelfs
helemaal niet betaald te worden, maar in de gemeenschap van deze vrouw is het dus wel
gebruikelijk dat zij een boete van €300 euro moet betalen als zij niet vast tijdens de Ramadan.
Ook visite en vrienden spelen een grote rol in het gedrag van de doelgroep. De vrouwen zijn erg
afhankelijk van hun gezin en familie en dit heeft invloed op hun eigen gezondheid.
3.4 De gezondheid en ervaring van de doelgroep
Drie van de zes geïnterviewde vrouwen heeft al diabetes mellitus type 2. Hiervan had één van de
vrouwen al twee jaar een pacemaker en heeft ze last van slecht zicht en moeilijk lopen. Een
andere vrouw zit net op het randje, maar heeft geen galblaas meer. Ook was er een vrouw die
apparatuur had gekregen om haar diabetes te behandelen, maar geen idee had hoe deze
apparatuur werkt. Ze had niet begrepen wat de dokter had uitgelegd en doet nu niks met de
apparatuur. Ook in de omgeving van de doelgroep komt veel diabetes voor.
32
3.5 Wat weet de doelgroep al over diabetes mellitus type 2 en wat is hun houding
tegenover de ziekte?
Tijdens de interviews is duidelijk geworden dat de zes ondervraagde vrouwen geen idee hebben
waar diabetes vandaan komt. Ze beseffen zich absoluut niet hoe ernstig de ziekte is en blijven
vaak met de klachten rondlopen. Ze zijn zich niet bewust van de gevaren van diabetes. Twee
vrouwen denken dat het komt omdat ze dik zijn, één denkt dat het erfelijk is. Er is weinig kennis
over de ziekte en ook weinig interesse voor het verdiepen in deze ziekte.
De drie vrouwen waarbij diabetes is vastgesteld, hebben een dieet gekregen van de diëtist. Het
lukt ze echter alle drie niet om dit dieet op te volgen door invloeden van de rest van het gezin. De
eetgewoontes veranderen vaak niet, nadat diabetes is vastgesteld en de voorgeschreven insuline
wordt vaak niet gebruikt. De ziekte wordt dus niet erg serieus genomen en de houding
tegenover de ziekte wordt beïnvloed door externe factoren zoals het gezin en omgeving. De
traditie van het vele eten is belangrijker dan de ziekte en de vrouwen maken zich er niet zoveel
zorgen om wat voor gevolgen dit met zich meebrengt. De medicatie en insuline worden ook niet
serieus genomen, waardoor de vrouwen dus eigenlijk niet behandeld worden. Vanaf het 45e
levensjaar heeft 26% van de Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland diabetes mellitus
type 2 (3). Omdat het een veelvoorkomende ziekte is binnen de doelgroep zitten de vrouwen er
niet heel erg mee dat ze diabetes hebben; ze vinden het niet raar omdat ze niet alleen zijn.
3.6 In hoeverre staat de doelgroep open om zich op diabetes te laten testen?
De helft van de ondervraagde vrouwen heeft zich al laten testen op diabetes. Bij deze vrouwen is
ook diabetes geconstateerd. De vrouwen gaven aan dat ze zelf naar de dokter zijn gegaan, nadat
ze klachten ondervonden. De overige vrouwen gaven aan wel open te staan voor het laten testen
op diabetes.
4. Conclusie
Om de onderzoeksvraag “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 4065 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?” te kunnen beantwoorden zullen we
eerst de eerder besproken deelvragen beantwoorden.
De eerste deelvraag luidt: Hoe ziet de leefsituatie van de doelgroep eruit? Uit het onderzoek is
gebleken dat de zes ondervraagde vrouwen oorspronkelijk uit Turkije komen en later naar
Nederland zijn verhuisd, zodat hun man in Nederland kon werken en zo dus geld kon verdienen
met als plan om later weer terug te gaan naar Turkije. De meeste vrouwen hebben een groot
gezin en onderhouden dit gezin en het huishouden zelf, terwijl de man werkt.
De tweede deelvraag luidt: Wat zijn de eetgewoontes van de doelgroep? De vrouwen blijken
weinig kennis over gezond eten te hebben, waardoor ze veel en ongezond eten. Er staat altijd
eten op tafel en eten wordt eerder als “gezellig” gezien dan als “functie voor het lichaam”. Ze eten
33
van alles wat, niet één zetmeelcomponent per maaltijd maar meerdere, zoals brood, rijst, pasta
én aardappelen.
De derde deelvraag luidt: Welke factoren beïnvloeden het gedrag van de doelgroep? Cultuur en
religie hebben een grote invloed op de eetgewoonten. Een dieet wordt door de vrouwen niet
opgevolgd, omdat dit teveel moeite kost. De vrouw zal, naast het bereiden van maaltijden voor
haar familie, niet een aparte aangepaste maaltijd voor zichzelf bereiden.
De vierde deelvraag luidt: Hoe is het met de gezondheid van de doelgroep gesteld? Drie van de
zes geïnterviewde vrouwen heeft al diabetes type 2. De overige drie vrouwen hebben nog geen
diabetes, maar zijn wel aan de zwaardere kant en hebben dezelfde eetgewoontes als de vrouwen
die al wel diabetes hebben.
De vijfde deelvraag luidt: Wat is de kennis van onze doelgroep over diabetes mellitus type 2? Er
is weinig kennis over diabetes mellitus type 2. Ze weten niet waar de ziekte vandaan komt en
denken dat het alleen maar erfelijk is en dat ze er zelf niets aan kunnen doen. Twee van de
ondervraagde vrouwen weten wel dat voeding invloed heeft op hun gezondheid en hebben ook
de intentie om gezond te eten, maar in het dagelijks leven wordt deze intentie nauwelijks
nagestreefd.
De zesde deelvraag luidt: Hoe is de houding van de doelgroep tegenover diabetes mellitus type
2? De ondervraagden zijn laks in de behandeling van diabetes mellitus type 2. Ze begrijpen de
dokter die hen behandelen vaak niet en weten daardoor soms niet eens hoe ze hun eigen
medicatie toe kunnen passen. Ook wat betreft voeding doet de doelgroep niet hun best om de
gewoontes te veranderen. Dit staat waarschijnlijk in verband met het gebrek aan kennis over de
invloed van voeding op de gezondheid.
De zevende en laatste deelvraag luidt: In hoeverre is de doelgroep bereid om zich te laten
testen? De drie vrouwen met diabetes hebben zich al laten testen, nadat ze klachten
ondervonden. De overige drie vrouwen staan ervoor open om zich te laten testen.
Door de bovenstaande antwoorden kunnen we de hoofdvraag “Hoe krijgen wij als projectgroep
50-75 Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?”
beantwoorden. Om de vrouwen te laten testen, willen we de doelgroep eerst bewust maken van
de ziekte, de complicaties en de risico’s. Ook willen we de drempel lager maken, zodat de
vrouwen zich op hun gemak voelen om zich te laten testen. Dit gaan we doen door de dag
cultureel in te vullen met activiteiten en hapjes. Ook kunnen we concluderen dat de vrouwen
door het gebrek aan kennis niet geheel verstandig omgaan met de ziekte. Om hier verandering in
te brengen, zullen de vrouwen meer moeten leren over de ziekte. Dit leerproces nemen we mee
34
in de voorlichting door de vrouwen op een leuke manier kennis te laten maken met diabetes
mellitus type 2.
5. Discussie
De topics die we gekozen hebben, waren relevant voor de onderzoeksvraag. Door de topics zijn
we erachter gekomen wat het antwoord is op de centrale vraag en dus hoe we de Turkse
bevolking het beste kunnen bereiken. Voor het kwalitatieve onderzoek is er gebruik gemaakt
van interviews. Hierbij zijn zes Turkse vrouwen ondervraagd met een leeftijd van 40-65 jaar.
Voor het houden van deze interviews is er van te voren een afspraak gemaakt met het
buurtcentrum, zodat de Turkse vrouwen voorbereid waren op de interviews die er die dag
gehouden werden. Echter waren wij bij het maken van deze afspraak niet bekend met het feit
dat drie van de zes ondervraagde vrouwen zich al hadden laten testen op diabetes mellitus type
2 en dat zij dit ook daadwerkelijk hadden. Omdat de centrale vraag van ons onderzoek luidt:
“Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te
laten testen voor diabetes type 2?”, was het voor het onderzoek beter geweest als we meer
Turkse vrouwen hadden kunnen interviewen die nog geen diabetes type 2 hebben en zich nog
niet getest hebben. Toch was het ook voordelig dat we vrouwen hebben gesproken die zich al
hadden laten testen. Door een gesprek met deze mensen aan te gaan konden wij achterhalen wat
voor hun een belangrijke reden was om zich wel te laten testen en wat zij minder fijn vonden
aan de gang van zaken gedurende het testen.
De interviewtopics die we gekozen hebben, dekten de informatie die we nodig hadden voor het
beantwoorden van de onderzoeksvraag. Daarom denken we dat deze topics erg nuttig zijn
geweest en dat we door deze topics te gebruiken een compleet inzicht hebben gekregen over de
situatie van de doelgroep.
Voor een volgend onderzoek zouden de aanbevelingen zijn dat we meer mensen willen spreken
die zich nog niet hebben laten testen op diabetes om zo tot een goede conclusie te komen die bij
deze doelgroep aansluit. Desondanks hebben we een goede indruk gekregen van de situatie
waarin de doelgroep zich bevindt en kunnen wij goed verder werken met de resultaten.
6. Literatuurlijst
1. Kriegsman D, Langen van J, Valk G, Stalman W & Boeke J. Hoge prevalentie van diabetes
mellitus type 2 bij Turken en Marokkanen. Amsterdam: Huisarts en Wetenschap, 2003. Rapport:
10.1007/BF03083393.
2. Gezondheidsmonitor 2010. Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Den Haag: 2010.
35
3. Diabetes Fonds. Allochtone bevolkingsgroepen en diabetes. Diabetes fonds, versie augustus
2007.
7. Bijlagen
Bijlage 1: uitgetypte interviewuitslagen
1. Hoe is uw leefsituatie?
Vrouw 63; man 3 kinderen, in 1989 naar NL gekomen
Label: huisvrouw, gezin, verhuisd
Vrouw 52; man 3 kinderen, in 1967 naar Nederland gekomen, geen werk
Label: huisvrouw, gezin, verhuisd, ingeburgerd
Ik woon sinds 39 jaar in Nederland en mijn 5 kinderen zijn het huis uit. Mijn man
is overleden en ik woon alleen. Ik woon in een flat waar bijna geen andere Turkse
mensen wonen.
Labels: Alleenstaand, flatwoning.
Vrouw van 58 jaar. Heeft een man en 4 kinderen. Is naar Nederland gekomen in
2002, heeft een inburgeringscursus gevolgd. Geen werk. Heeft 6 broers en 7
zussen.
Label: huisvrouw, immigreren, gezin.
Label: leefsituatie
2. Wat voor eetgewoontes heeft u?
Eet alles, eet ook veel zout. Eten geen varkensvlees. Verder elk vlees. Ook veel vis.
Proberen minder vet te eten, minder suiker, dat soort dingen. Opletten dat je het
lichaam niet te dik maakt en gezond te eten.
Label: cultuur, intentie, zout
Is bewust bezig met de gezondheid (minder vetten en zuiker), maar kookt dingen
die haar gezin ook lust want wilt niet 2 keer koken. Eet van alles, maar geen
varkensvlees. Vind vis ook er lekker. Probeert ook gezond te eten om niet dikker
te worden. Eet weinig omdat ze anders moet overgeven. Eet vaak 2 keer per dag
warm. Eet niet vaak typisch Turks.
Label: cultuur, intentie, gezondheid, gemak
Ik eet van alles, maar wel van alles een klein beetje. Ik eet groente, zoals
bloemkool, tomaat en sla. Ook eet ik light-producten. Yoghurt eet ik ook wel eens.
Veel echte Turkse dingen eet ik niet meer, behalve als ik in het zorgcentrum ben.
Ik eet geen varkensvlees, dit is niet halal.
Labels: Groente, halal.
36
Ik probeer erop te letten dat mijn eten weinig vet en suiker bevat. Mijn lichaam
moet niet te dik worden. Ze heeft van de diëtist een dieet gehad maar deze volgt
ze niet aangezien ze voor het hele gezin moet koken, ze wil niet apart koken. Eet
geen varkensvlees. Eet vaak 2 keer per dag warm en vooral de Hollandse pot.
Label: dieet, gezondheid, gemak.
Label: gezondheid, eten is belangrijk, cultuur
3. Welke factoren beïnvloeden uw eetgedrag?
Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie.
Label: invloeden, afhankelijk
Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie.
Label: invloeden, afhankelijk
Ik ben Muslima, dus ik eet geen varkensvlees. Doordat ik suikerziekte heb, hoef ik
niet mee te doen aan de ramadan. Soms komen mijn kinderen langs om te koken,
of nemen ze lekkere patat mee.
Labels: Geloof, afhankelijk
Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie.
Label: invloeden, afhankelijk
Label: Invloed cultuur op eetgedrag
4. Hoe is het met uw gezondheid gesteld?
Heeft diabetes type 2.
Label: diabetes
Heeft geen diabetes type 2, maar zit wel op het randje. Heeft geen galblaas.
Label: bedreiging
Ik heb sinds 15 jaar suikerziekte en ik heb sinds 2 jaar een pacemaker. Daarnaast
kan ik moeilijk lopen en slecht zien.
Labels: hart- en vaatziekte, Diabetes
Heeft diabetes type 2. Heeft spullen gekregen waarmee ze bloedsuikergehalte
kan meten en insuline kan spuiten maar ze weet niet hoe het werkt.
Label: diabetes, medicijnen.
Label: diabetes, overgewicht, klachten
5. Wat weet u over Diabetes Mellitus type 2?
Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Weet wel dat ze veel eet en dik is
maar het interesseert haar niet echt.
Label: onwetendheid, besef
Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Wanneer je veel suiker en vet
een wordt je dik en hierdoor kan je diabetes krijgen. Weet dat ze zich door
middel van bloed afnemen kan laten testen. Ken de gevaren van diabetes niet.
Label: onwetendheid, besef
Het is suikerziekte. Hoe het komt weet ik niet, maar mijn moeder had het ook.
Labels: onbekendheid.
37
Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Wanneer je veel suiker en vet eet
wordt je dik en hierdoor kan je diabetes krijgen. Weet dat ze zich door middel
van bloed afnemen kan laten testen. Ken de gevaren van diabetes niet.
Label: onwetendheid, besef, testen.
Label: weinig kennis
6. Wat is uw houding tegenover Diabetes Mellitus type 2?
Naar de diëtist geweest, dieet gekregen maar niet gelukt om op te volgen omdat
ze ook voor haar gezin moest zorgen en niet ook nog voor haar zelf anders kon
gaan koken. Heeft haar eetgewoonten niet veranderd nadat ze gehoord heeft dat
ze diabetes had. Gebruikt ook geen insuline.
Label: externe factoren, neemt het niet serieus
Ziet het niet als een besmettelijk iets, vind het lastig om de kans op diabetes tegen
te gaan omdat je op visite eet, anders is het onbeleefd. Ze zegt dus eigenlijk dat
eten belangrijker is dan de kans op diabetes. Maakt zich niet veel zorgen.
Label: externe factoren, neemt het niet serieus, maak zich geen zorgen.
Ze vind het vervelend maar niet heel erg dat de diabetes heeft. Heel veel mensen
in haar omgeving hebben het. Ze houdt zich niet aan het dieet of aan de voeding
om diabetes goed te laten verlopen. wanneer er mensen op visite komen komt er
ontzettend veel eten op tafel en is het onbeleefd om dingen af te slaan dus ze
moet wel veel eten dan. Ze weet niet hoe haar medicijnen/prikapparaatje werkt.
Label: voeding, visite, beleefdheid, onwetendheid, herkenning.
Label: weinig kennis, onwetendheid
7. Heeft u ervaring met Diabetes Mellitus type 2?
Heeft het zelf
Label: ervaring
Heeft het zelf niet, veel vrienden en familie hebben het wel.
Label: ervaring van vrienden
Ik heb het zelf, en bijna iedereen die ik ken heeft het.
Labels: hoge prevalentie,
Ja, ik heb het zelf. Heel veel mensen in mijn omgeving hebben het ook.
Label: omgeving, bekendheid.
Label: genetisch
8. Zou u zich willen laten testen?
Zelf klachten ondervonden, toen naar dokter gegaan en getest op diabetes. Toen
bleek het dat ze diabetes had.
Label: klachten, dokter
Ja, heeft zich al laten testen bij de dokter, wegen poly-urie en veel drinken. Hierna
is ze naar een diëtiste gegaan voor dieetadviezen.
Label: klachten, dokter, diëtist, dieetadviezen
38
Ik heb me al laten testen. Doordat ik me niet lekker voelde ben ik naar de huisarts
gegaan.
Label: testen, klachten.
Label: bereid om zich te laten testen
9. Heeft u nog vragen/opmerkingen?
Ontzettend gastvrij, altijd veel eten (eten is dus heel sociaal en gezellig). Typische
Turkse maaltijd: Eigenlijk altijd ui, vlees, tomaat, groente zijn de vaste maaltijd
componenten. Dan nog rijst en brood (brood is altijd vast). Salade, yoghurt, het is
allemaal en en en. Voeding veranderd totaal als ze naar Nederland gaan. Met
fastfood enzo. Incontinentie daar schamen ze zich voor, wordt niet veel over
gepraat. Over diabetes wordt wel veel over gepraat.
Label: gastvrij, gezelligheid, veel, alles, communicatie
Ontzettend gastvrij, altijd veel eten (eten is dus heel sociaal en gezellig). Typische
Turkse maaltijd: Eigenlijk altijd ui, vlees, tomaat, groente zijn de vaste maaltijd
componenten. Dan nog rijst en brood (brood is altijd vast). Salade, yoghurt, het is
allemaal en en en. Voeding veranderd totaal als ze naar Nederland gaan. Met
fastfood enzo. Incontinentie daar schamen ze zich voor, wordt niet veel over
gepraat. Over diabetes wordt wel veel over gepraat.
Label: gastvrij, gezelligheid, veel, alles, communicatie
39
40
Inleiding
In dit onderzoeksrapport zijn drie onderdelen opgenomen. Vanuit het bedrijf Sanutriënt
Nederland is de vraag gekomen om een nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding te
ontwikkelen voor oncologische patiënten. De voedingskundige onderzoekers van de
researchteams op de afdeling Research en Development hebben verschillende onderzoeken
uitgevoerd en samengewerkt met de marketingafdeling van Sanutriënt Nederland om
uiteindelijk een nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding te kunnen ontwikkelen voor
oncologische patiënten.
Allereerst is er literatuuronderzoek gedaan om erachter te komen wat de specifieke
(voedings) behoeften zijn voor oncologische patiënten. Er is research gedaan naar
de medische achtergrond van deze ziekte, de voedingsproblematiek en de
voedingsbehoefte bij kanker, de risicogroep/doelgroep en de noodzakelijke
kenmerken voor het te ontwikkelen product.
Daarnaast is vanuit marketing de vraag gekomen een aantal concurrerende
drinkvoedingen sensorisch te onderzoeken om dit te kunnen gebruiken voor de
ontwikkeling van het nieuwe product. De smaak, kleur en geur van drinkvoeding is
van groot belang voor drinkvoeding. In dit onderzoeksrapport is dus ook het verslag
van het sensorisch onderzoek terug te vinden.
Tot slot is er een onderzoeksopzet gemaakt voor het klinisch onderzoek voor de
nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding.
41
Literature research
oncology
42
Index
Summary ..................................................................... Error! Bookmark not defined.
Introduction .................................................................. Error! Bookmark not defined.
Method......................................................................... Error! Bookmark not defined.
Results...................................................................................................................... 47
Medical background .............................................................................................. 47
Nutritional Problems ............................................................................................. 47
Nutritional needs ................................................................................................... 47
Risk group / target group....................................................................................... 48
Description of necessary characteristics of the future product .............................. 49
Conclusion ................................................................................................................ 50
Discussion ................................................................................................................ 50
Reference ................................................................................................................. 50
Appendixes ............................................................................................................... 51
Appendix 1 ............................................................................................................ 51
Appendix 2 ........................................................................................................... 52
Appendix 3 ........................................................................................................... 54
Appendix 4 ........................................................................................................... 55
Appendix 5 ........................................................................................................... 58
Appendix 6 ........................................................................................................... 60
43
44
Summary
The chances of developing tumors of the colon are related to genetic factors or/as well as
maintaining a western lifestyle. The types of problems that develop from having a colonic
tumor depend on its location. For example, a tumor located on the left side of the colon will
cause obstructive problems by nearly blocking passage completely. Some symptoms related
to colorectal stenosis are abdominal pain, cramps and constipation and fecal blood loss (
Wierdsma & van Bodegraven, 2013)
A colonoscopy is used to diagnose colonic cancer. The treatment options are surgery,
chemotherapy and radiotherapy ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013).
Thirty to ninety percent of all cancer patients suffer involuntary weight loss. Experiences such
as loss of appetite and changes in smell and taste lead to malnutrition. Of 213 cancer
patients, 10,3% suffer from malnutrition. Tumors in the digestive tract often cause satiation to
occur after eating small amounts of food as well as nausea and vomiting. Treatments such
as chemotherapy and radiotherapy often have side effects that affect the digestive tract (
Wierdsma & van Bodegraven, 2013).
Nutritional advice for cancer patients is to ingest 25-35 kcal/kg bodyweight a day. Aside from
the energy provided by proteins, patients will need 100-200 percent of the daily energy
recommendation to receive appropriate energy from nutrition. The ideal fat to carbohydrate
ratio for obtaining and keeping an optimal nutritional status is 40 percent fat to 60 percent
carbohydrates (Nitenberg & Raynard, 2000).
In the Netherlands, one in three men and one in four women get cancer. Every year over
12.000 people get colon cancer. The age group affected most by colon cancer are 55 to 75
year old (Ferlay , Autier , & Boniol , 2007)
The production of an energy and protein enriched product is necessary to improve the
nutritional status. The calorimetric method proves to be the best way to calculate energy
needs. The use of the calorimetric method reduces the risk of malnutrition but it also reduces
the risk of overfeeding the patient. Possible surgery or chemotherapy need not to be taken
into account (Arash , Tucker, & Taylor, 2009).
45
Introduction
Sanutriënt Nederland is a company that operates on the enteral nutrition market. The
company produces several standard drip feed and drink sip feeds. The company is now
looking to introducing a drink sip feed targeted towards specific illnesses, aimed at nutritional
problems produced by cancer. The specific cancer type for this drink sip feed is colon
cancer.
Today, around 60.000 people are suffering from colon cancer in the Netherlands. Every year
13.000 people join this group (Poos, Gommer, & RIVM, 2013). Studies by the Integraal
Kankercentrum Nederland show a rise in the number of colon cancer patients in the
Netherlands (Intergraal Kankercentrum Nederland , 2011). Which leads to the conclusion
that the group of people suffering from colon cancer is growing. This causes a need for a
specific drink sip feed targeted towards colon cancer patients.
The development of a quality specific drink sip feed targeted towards colon cancer requires
proper research on the illness and its nutritional problems related to it. The research question
is: To what extent is the nutritional status of colon cancer patients affected. Several topics
are studied to formulate an answer to this question. The topics are: the medical background,
nutritional problems, the nutritional requirements and the riskgroup of colon cancer. The
results of this research show the necessary characteristics of the future product.
Method
The research question and its topics will be answered by means of a literature study.
Scientific articles have been analyzed with the help of tables (see appendix). Some Dutch as
well as English articles are used for this research. The following subject matters and
combinations of these have been used: food, colon cancer, nutrition, nutritional status,
voeding, dikke darmkanker, dikke darmaandoeningen, voedingstoestand, voedingsbehoefte,
risicogroep, medisch.
Information was selected in this manner. The articles are evaluated with the use of the
evidence based method, the articles were also evaluated for their suitability to answering the
research question.
46
Results
Medical background
Malignant colonic tumors have different underlying causes. It can be hereditary or it can be
related to an unhealthy lifestyle. Different causes being overweight, a lack of exercise,
smoking and an excessive use of alcohol. The most common type of tumor of the colon is
the adenocarcinoma, which are malignant tumors in the glandular tissue.
Tumors on different locations cause different types of symptoms. Tumors that only cause
symptoms in an advanced stage are tumors in the caecum, the colon ascendens and the
transverse colon. Typical symptoms are a poor appetite, weight loss and anemia. Obstipation
is developed in a very advanced stage being that food is still runny in this part of the colon.
When the left side of the colon is mostly closed off, obstipation also occurs. The stricture of
the colon causes symptoms such as diarrhea or obstipation, abdominal pain and fecal blood
loss.
Treatment
A colonoscopy is oftentimes used to diagnose colon cancer. Surgery (colectomy or hemi
colectomy) is inevitable in most cases. Followed by a temporary ileo- or colostomy
depending on the patient’s condition as well as the condition of the colon. Chemo or
radiotherapy or a combination of both forms a part of the treatment for many patients.
In the cases of tumors that cannot be removed completely by means of surgery or lymph
node metastasis supplementary chemotherapy is given as a standard procedure. To prevent
metastasis and to benefit the success of surgery, pre surgery chemotherapy is given in the
case of certain types of cancer ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013).
Nutritional Problems
Cancer patients oftentimes suffer from weight loss and malnutrition. Thirty to ninety percent
of all cancer patients suffer from weight loss, the type of cancer, the location of the cancer,
the grade, metastasis and treatment all play an important role.
Loss of appetite is usually the underlying cause for weight loss and malnutrition. Changes in
the sense of smell and taste and the individual’s sensitivity also play a part. Research
performed on 213 patients suffering from stomach, colon, lung, and prostate cancer showed
10,3 percent of this group suffered from malnutrition. Mental wellbeing is another important
factor in maintaining a healthy appetite during when suffering from cancer. Depression also
changes the appetite. Half of all patients develop a taste and smell aversion. Research
shows all these factors play a major part in malnutrition. Tumors in the digestive tract cause
satiation, nausea and possibly vomiting after small amounts of food have been ingested.
Cancer treatments like chemotherapy also cause malnutrition. Chemotherapy is known for
causing side effects such as nausea, vomiting, feeling bloated, cramps, malabsorption and
the ceasing of peristalsis. Radiotherapy causes similar side effects as well as causing a need
to alleviate oneself more frequently. Both treatments affect the digestive system (Nitenberg &
Raynard, 2000).
Nutritional needs
The energy needs of cancer patients depend on whether they are undergoing therapy or
surgery and what state the cancer is in. In the article a range is given of 25-35 kcal/kg a day.
The energy acquired apart from proteins should be between 100 and 200 percent of the daily
energy intake to preserve an adequate energy status. If the patient can still receive nutrition
47
orally, the daily energy acquired should not be lowered. In the case of metabolic problems
restrictions should be made. There are no specific recommendations for patients who
exclusively receive clinical nutrition. The fat to carbohydrate intake ratio mentioned is 40% fat
to 60% carbohydrates for preserving a proper nutritional status. Excessive nitrogen intake
does not seem to improve the metabolic state of the patient but instead poses a risk to
patient’s health with chances of blood urea buildup coming into play (Nitenberg & Raynard,
2000).
The daily micronutrient requirement for people in the age group of 51-70 differs from
people in other age groups. Vitamine-info.nl provides a list of all the micronutrients in
the following table 1.1 (Vitamine Informatie Bureau, 2014).
Table 1.1 (Vitamine Informatie Bureau, 2014).
Risk group / target group
Cancer is very common in the Netherlands. The probability that a Dutchman gets cancer is
one in three male and one in four female. Colon cancer is in the top three of the most
common type of cancer. In the Netherlands colon cancer seems to appear more often than in
other European countries. There are more than 12.000 people per year diagnosed with colon
cancer in the Netherlands which means that about one in twenty Dutchman are faced with
this disease in their lifetime (Ferlay , Autier , & Boniol , 2007).
Women have 5,6% chance to get colon cancer in their lifetime and men 6,3%. Every year
there are more cases of colon cancer, it increases about 3% per year. This could be the
result of the increasing life expectancy and an aging population in the Netherlands (table
1.2). Colon cancer is the most common at the age of 55 to 75 years old ( Kiemeney, et al.,
2008). Currently there are about 30.000 Dutchman between 55 and 75 years old who have
colon cancer but aren’t diagnosed yet. Unfortunately colon cancer can develop with few
obvious symptoms what makes it diagnosed too late for treatment ( Jansen , Laheij, & van
Rossum, 2010)
48
Necessary characteristics of the future product
For the development of the new product it’s necessary that it connects with the nutritional
needs of the patients who are diagnosed with colon cancer. In addition it’s important that the
product is enriched in energy and protein to improve the nutritional status of the patients (
Wierdsma & van Bodegraven, 2013).
The requirement of energy can best be calculated by means of the indirect calorimetric
method. This is an accurate method and research has shown that this method gives the least
risk of malnutrition and over nutrition (Arash , Tucker, & Taylor, 2009).
During the development of the product it’s not necessary to take account with therapies such
as surgery or chemotherapy. This was shown by a study of the UCLA School of Medicine in
Torrance (UCLA School of Medicine, department Medicine, 1989).
Research has shown that probiotics and prebiotics presumably have the beneficial
carcinogenic effect. Adding this pro- and prebiotics to the product would make the product
more unique, better and also have a preventive role ( Pool-Zobel & Rechkemmer, 2001).
49
Conclusion
For the development of a new product of Sanutriënt it’s necessary to have a good
point of view on the problems of colon cancer. Colon cancer can originate by
hereditary predisposition or an unhealthy way of living. This kind of cancer is the
most common at people between 55 and 75 years old. Colon cancer is often
discovered late because it shows little to non-symptoms in an early stage. People
who have cancer appear to be underfed or lose weight which is due to a higher
nutritional need or a decreased appetite because of the treatment. People who have
colon cancer also need a higher intake energy and protein. Elderly people also need
some extra vitamins and minerals which also should be integrated in the new
product.
Discussion
There are many researches done about nutrition and colon cancer but there hasn’t
been a lot scientifically proven. So they say that fibers, omega 3 and extra vitamin D
are probably having a slightly protective effect. Only because this isn’t really
investigated yet, it can’t be used in the development of the new product.
References
Jansen , J. B., Laheij, R. J., & van Rossum, L. G. (2010, May). Bevolkingsonderzoek naar
darmkanker. Opgeroepen op February 2014, van www.ntvt.nl:
www.ntvt.nl/artikel/117/5/bevolkingsonderzoek-naar-darmkanker?...1
Kiemeney, L. A., Lemmers, F. A., Verhoeven, R. H., Aben, K. K., Honing, C., de Nooijer, J.,
et al. (2008, Octobre). Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde, ‘De kans op kanker
voor Nederlanders’, oktober 2008. Opgeroepen op February 2014, van
http://www.ntvg.nl: http://www.ntvg.nl/publicatie/de-kans-op-kanker-voornederlanders/volledig
Pool-Zobel, B. L., & Rechkemmer, G. I. (2001). Protective role of probiotics and prebiotics in
colon cancer. Opgeroepen op February 2014, van http://ajcn.nutrition.org:
http://ajcn.nutrition.org/content/73/2/451s.full
Wierdsma, N. J., & van Bodegraven, A. A. (2013, December). Voeding bij dikke
darmaandoeningen. Opgeroepen op February 2014, van http://www2.bsl.nl:
http://www2.bsl.nl/corp/common/framecreator.asp?ak=paramedisch&ap=vakb
Arash , P., Tucker, A. M., & Taylor, K. A. (2009, April). Comparison of Measured Versus
Predicted Energy Requirements in Critically Ill Cancer Patients. Opgeroepen op
February 2014, van http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl:
http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?vid=7&si
d=8de60704-8faa-4b8f-b173-e825
Ferlay , J., Autier , P., & Boniol , M. (2007, March 18). Estimates of the cancer incidence and
mortality in Europe in 2006. Opgeroepen op February 2014, van
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17287242
Intergraal Kankercentrum Nederland , (. (2011). Dataset 2. Opgeroepen op Ferbruary 2014,
van www.cijfersoverkanker.nl:
http://www.cijfersoverkanker.nl/selecties/Dataset_2/img531efab69b356
Nitenberg, G., & Raynard, B. (2000, December). Nutritional support of the cancer patient:
issues and dilemmas. Opgeroepen op February 2014, van http://www.croh-
50
online.com: http://www.croh-online.com/article/S1040-8428%2800%29000482/fulltext?refuid=S0261-5614%2812%2900234-8&refissn=0261-5614#BIB4
Poos, M. J., Gommer, A. M., & RIVM. (2013, September 26). Hoe vaak komt
dikkedarmkanker voor en hoeveel mensen sterven eraan? Opgeroepen op February
2014, van http://www.nationaalkompas.nl:
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/kanker/dikkedarmkanker/omvang/
UCLA School of Medicine, department Medicine. (1989, January 15). Symptoms Potentially
Influencing Weight Loss in a Cancer Population. Opgeroepen op February 2014, van
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2910438
Vitamine Informatie Bureau. (2014). Hoeveel heb ik nodig? Opgeroepen op February 2014,
van www.vitamine-info.nl: http://www.vitamine-info.nl/hoeveel-heb-ik-nodig/51-70jaar/
Bijlagen
Bijlage 1
Ir. N.J. Wierdsma , Dr. A.A. van Bodegraven, Voeding bij dikke
darmaandoeningen Informatorium voor Voeding en Diëtetiek (december 2013)
Via de vakbibliotheek is er gezocht op de zoekterm darmkanker. Hieruit volgde veel
artikelen die hiermee te maken hadden. Het artikel ‘Voeding bij
dikkedarmaandoeningen’ leek geschikt vanwege de bronnen die voor dit artikel
gebruikt waren en sloot het meest aan op de onderzoeksvraag.
Kenmerken van het onderzoek
Endoscopie (bij voorkeur coloscopie) is
het voorkeursonderzoek wanneer er
gedacht wordt aan colorectale kanker.
Diagnostische technieken omvatten
endoscopie en beeldvormende
technieken, zoals colon-röntgenfoto met
bariumcontrast. Virtuele colonoscopie
met behulp van CT-scan of MRI worden
eveneens ingezet. Voor tumorstagering
zijn CT-scan, MRI en PET-CT
diagnostische onderzoeken.
Resultaten
Kankercellen in het klierweefsel
(adenocarcinomen) zijn veruit de meest
voorkomende kwaadaardige tumoren van de
dikke darm. Van de colorectale tumoren
bevindt 60 procent zich in het linkszijdige
deel van de dikke darm. De kwaadaardige
tumoren in de dikke darm kunnen een
genetische en niet-genetische factor
hebben. Colonkanker is gerelateerd aan de
westerse leefstijl. Obesitas en een gebrek
aan lichaamsbeweging dragen bij aan de
51
ontwikkeling van colorectale kanker, evenals
roken en overmatig alcoholgebruik. Een
andere risicofactor is IBD.
De symptomen van colorectale kanker zijn
afhankelijk van de locatie van de tumor.
Tumoren in het coecum, het colon
ascendens en het colon transversum geven
alleen lokale klachten in een vergevorderd
stadium. Obstructie ontstaat pas laat doordat
de darminhoud in dit gedeelte van het maagdarmkanaal vloeibaar is. Meestal worden
ijzergebreksanemie, een verminderde
eetlust en afvallen eerder gemeld. Ook een
tumor in het distale (linkszijdige) deel van de
dikke darm geeft wonderlijk genoeg pas
obstructieklachten als de darm bijna volledig
afgesloten is. Colorectale stenoses geven
buikpijn, krampen en een veranderd
defecatiepatroon (diarree of obstipatie) en
soms verhoogde aandrang. Rectaal
bloedverlies is een veelzeggend teken.
Bijlage 2
Critical Reviews in Oncology:Hematology 34 (2000) 137–168, Nutritional
support of the cancer patient: issues and dilemmas Ge´rard Nitenberg *, Bruno
Raynard Intensive Care Unit, Institut Gustave Roussy, 39, rue Camille Desmoulins,
94805 Villejuif, France Accepted 12 January 2000
What are the nutritional needs of cancer patients?
The characteristics of the research
This article is a critical review on the
latest nutrition recommendations for
cancer patients by two researchers, one
of them is a medical doctor. The
research on energy requirements
mentioned in the review is a descriptive
research on 21 colorectal cancer patients
(103 in the glossary section). The
research on protein intake is a
randomized research on 12 colorectal
cancer patients.
Results
Calorie requirements 25-35 Kcal:kg:day
Glucose55 g/kg/day
Lipids (LCT or LCT_MCT) 0.5–1
52
g:kg:day
24 h continuous perfusion is better
tolerated
Protein requirements 0.25-0.35
gN:kg:day
Standard amino acid solutions (PN) or
whole protein diets (EN)
Vitamins Balanced standard solutions
Vitamin K (\6 10 mg:day)
Vitamins B1 and B6 (\100 mg:day)
Antioxidants (vitamins A, C and E)
Trace elements Complete standard
solutions
Zn (15–20 mg:day) , Se (120 mg:day)
Electrolytes Daily adaptation (Na_, K_,
Ca__)
P(\16 mMol:day) , Mg(\200 mg:day)
Strengths
The reviewers are careful to consider
newer findings to be valid.
Weaknesses
The source for energy recommendations
stems from 1988. It is a descriptive
study. The research subjects group is
quite small compared to the large group
of existing colon cancer patients (source
number 103 in the glossary).
Level of evidence
C
Describe the working method
The energy requirements for colorectal cancer patients are derived from a descriptive
study on 21 colorectal cancer patients. The recommendations for protein intake were
derived from a randomized research on 12 colorectal cancer patients ( source
number 36 in the glossary). The recommendations for carbohydrate intake seem to
53
miss a source of research.
Results
The energy needs of cancer patients depend on whether they are undergoing
therapy or surgery and what state the cancer is in. In the article a range is given of
25-35 kc/Kg a day. The energy acquired apart from proteins should be between 100
and 200 percent of the daily energy intake to preserve an adequate energy status. If
the patient can still receive nutrition orally, the daily energy acquired should not be
lowered. In the case of metabolic problems restrictions should be made. There are no
specific recommendations for patients who exclusively receive clinical nutrition. The
fat to carbohydrate balance mentioned is 40% fat against 60% carbohydrates to
preserve a proper nutritional status. Excessive nitrogen intake does not seem to
improve the metabolic state of the patient but instead poses a risk to patients health
with chances of blood urea buildup coming into play.
Conclusions
The conclusion is that cancer patients need more energy, have a similar fat to
carbohydrate balance to healthy people and that an excessive protein intake doesn’t
necessarily result in a higher nitrogen intake. The amount of sources for the
recommendations for colorectal cancer patients are limited. And they are also either
randomized or descriptive studies. More A2 level studies are needed for this group.
Bijlage 3
Estimates of the cancer incidence and mortality in Europe in 2006.
Author: Ferlay J, Autier P, Boniol M.
Kenmerken van het onderzoek
Monitoring the evolution of the cancer
burden in Europe is of great value.
Estimates of the cancer burden in
Europe have been published for 2004
and estimates are now being presented
for cancer incidence and mortality in
Europe for 2006.
Resultaten
In 2006 in Europe, there were an
estimated 3,191,600 cancer cases
diagnosed (excluding nonmelanoma skin
cancers) and 1,703,000 deaths from
cancer. The most common form of
cancers was breast cancer (429,900
cases, 13.5% of all cancer cases),
followed by colorectal cancers (412,900,
54
12.9%) and lung cancer (386,300,
12.1%). Lung cancer, with an estimated
334,800 deaths (19.7% of total), was the
most common cause of death from
cancer, followed by colorectal (207,400
deaths), breast (131,900) and stomach
(118,200) cancers.
Sterke punten
/
Zwakke punten
/
Level of evidence
A2
Beschrijf de aanpak
The most recent sources of cancer incidence and mortality data have been collected
and projections have been carried out using short-term prediction methods to
produce estimated rates for 2006. Additional estimation was required where national
incidence data were not available, and the method involved the projection of the
aggregations of cancer incidence and mortality data from representative cancer
registries. The estimated 2006 rates were applied to the corresponding estimated
country population to obtain the best estimates of the cancer incidence and mortality
in Europe in 2006.
Conclusies
The total number of new cases of cancer in Europe appears to have increased by
300,000 since 2004. With an estimated 3.2 million new cases (53% occurring in men,
47% in women) and 1.7 million deaths (56% in men, 44% in women) each year,
cancer remains an important public health problem in Europe and the ageing of the
European population will cause these numbers to continue to increase even if agespecific rates remain constant. Evidence-based public health measures exist to
reduce the mortality of breast and colorectal cancer while the incidence of lung
cancer, and several other forms of cancer, could be diminished by improved tobacco
control.
Bijlage 4
‘Comparison of Measured Versus Predicted Energy Requirements in Critically Ill
Cancer Patients’
55
Auteurs: Arash Pirat, Anne M Tucker, Kim A Taylor, Rashida Jinnah, Clarence G Finch, Todd
D en Joseph L Nates
Database: CINAHL with Full Text
Zoektermen: cancer, food, requirements
Link:
http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?vid=7&sid=8de6
0704-8faa-4b8f-b173-e825cfc9280b%40sessionmgr4005&hid=4114
Samenvatting in tabel vorm:
Kenmerken van het onderzoek
-
-
-
Resultaten
34 oncologiepatiënten die op de
Intensive Care afdeling in kritieke
toestand verkeerden tussen maart
2004 en juli 2005.
Vond plaats in het MD Anderson
Cancer Center’s medical and
surgical oncology Intensive Care
Unit
Onderzoekers gebruikten 3
methodes voor het bepalen van
de energieverbruik- en behoefte.
1. De klinische benaderingsmethode
resulteerde in 15% ondervoeding,
15% passende voeding en 71%
overvoeding.
2. Harris & Benedict resulteerde in 29%
ondervoeding, 41% passende
voeding en 29% overvoeding.
3. De indirecte calorimetrie methode
heeft dezelfde resultaten als Harris &
Benedict waarbij men niet rekening
houdt met de stress- en activiteiten
factor.
4. Harris & Benedict en de indirecte
calorimetrie methode kwamen beide
lager uit dan de klinische
benaderingsmethode.
Sterke punten
Het onderzoek maakte gebruik van veel
gegevens en het was specifiek: de
onderzoeksgroep moest aan een
bepaald criterium voldoen wilde men in
aanmerking komen voor het onderzoek.
Zwakke punten
De gegevens werden in tabellen
geordend, maar het was niet altijd even
overzichtelijk en duidelijk wat er precies
56
mee bedoeld werd.
Level of evidence
A2
Beschrijf de aanpak
In totaal waren er 34 patiënten die deelnamen aan het onderzoek. Zij voldeden aan
een bepaald protocol wat van tevoren was opgesteld door de onderzoekers. Er
moest tijdens hun voedingsassessment gebruikgemaakt zijn van de indirecte
calorimetrie methode. Deze methode wordt alleen bij een assessment gebruikt, als
de patiënt langer dan zeven dagen kunstmatig wordt beademd.
De indirecte calorimetrie methode werd uitgevoerd door speciaal getrainde
therapeuten. Echter werd het niet uitgevoerd bij de patiënt als er een van de
volgende symptomen optrad: hemoglobine instabiliteit (als er weinig hemoglobine is,
kan er weinig getransporteerd worden), een positieve uitademing wat betreft druk
(>10cm H20), een maximale druk van >60cm H20, gebruik van neuromuscular
blockers, een lek in het ventilatiecircuit, onderbreking van voeding binnen 24 uur voor
het meetmoment. De gemeten energieverbruik werd aangeduid in kcal/d. Tijdens de
meting moest de patiënt in stabiele toestand verkeren. Lukte dit niet, dan werd de
meting ongeldig verklaard.
Alle patiënten kregen dus een voedingsassessment. Dit assessment bestond het
meten van de lengte, het wegen van het gewicht en het berekenen van de BMI.
Daarnaast werd het ideale gewicht berekend en het dagelijkse energie verbruik.
Naast de indirecte calorimetriemethode werden de klinische benaderingsmethode en
de Harris & Benedict methode gehanteerd. De klinische benadering berekent het
energieverbruik in rust en houdt er rekening mee dat de persoon wakker in bed ligt
en zich bewust is van zijn omgeving. Daarnaast werd de Harris & Benedict methode
gebruikt om het basale energieverbruik vast te stellen. Er werd hierbij niet rekening
gehouden met stress- en activiteitfactoren.
Na al deze gegevens te hebben verzameld, werden de gemeten uitkomsten van de
indirecte calorimetrie methode vergeleken met de geschatte uitkomsten van de
andere twee methodes. Zo kon er vastgesteld worden of er sprake was van
ondervoeding, passende voeding of overvoeding. Ondervoeding werd vastgesteld als
het energieverbruik dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische
benadering <90% was van de gemeten energieverbruik met de indirecte
caloriemetrie methode. Passende voeding werd vastgesteld als het energieverbruik
dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische benadering <10% verschilde
met de uitkomst van de indirecte calorimetrimethode. Overvoeding werd vastgesteld
als het energieverbruik dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische
benadering >110% was van de gemeten energieverbruik met de indirectie
calorimetriemethode.
57
Bevindingen
De klinische benaderingsmethode resulteerde in 15% ondervoeding, 15% passende
voeding en 71% overvoeding.
De Harris & Benedict methode resulteerde in 29% ondervoeding, 41% passende
voeding en 29% overvoeding.
De indirecte calorimetrie methode heeft dezelfde resultaten als Harris & Benedict, als
men niet rekening houdt met de stress- en activiteitfactoren.
Harris & Benedict en de indirecte calorimetrie methode kwamen beide lager uit dan
de klinische benaderingsmethode wat betreft het energieverbruik.
Conclusie
Voor het vaststellen van de energiebehoefte bij een oncologiepatiënt kan er het best
gebruik gemaakt worden van de indirecte calorimetrie methode. Dit is een meetbare
methode en daarom erg nauwkeurig. Als meten niet mogelijk is, dan gaat de
voorkeur uit naar de Harris & Benedict methode. Deze methode geeft ook
nauwkeurige resultaten.
Bijlage 5
Symptoms Potentially Influencing Weight Loss in a Cancer Population
Kenmerken van het onderzoek
254 patiënten
In Clinical Research Center in het
Harbor-UCLA Medical Center.
Resultaten
Bij 170 patiënten met gewichtsverlies
was de calorie-inname gelijk, vergeleken
met 84 patiënten zonder gewichtsverlies.
Symptomen die door multivariate
analyse als significant vaker
voorkwamen in
populaties met gewichtsverlies waren:
opgeblazen gevoel (P <0.001),
smaakverandering (P <0.002), braken (P
<0,005), en droge mond (P <0.02).
Er was geen verschil in de frequentie van
symptomen tussen patiënten met of
zonder voorafgaande chemotherapie.
Sterke punten
/
58
Zwakke punten
Geen rekening gehouden met de plaats
waar het carcinoom zich bevindt,
eventuele chemotherapie of
bestralingstherapie.
Level of evidence
A2
Beschrijf de aanpak
254 patienten met kanker, waarvan 93 longkanker, 50 dikke darm kanker, 23 prostaatkanker,
18 keelkanker, 15 borstkanker, 13 kanker in maag-darmkanaal en 42 overig.
De patiënten moesten aan bepaalde criteria voldoen: ze moesten een histologisch
bevestigde diagnose van een inoperabel carcinoom hebben, ouder zijn de 20 jaar,
een ECOG prestatie score tussen 0-2, een adequate lever functie hebben (serum
bilirubine nivea <2,0mg/dl) en een adequate nierfunctie hebben (creatineklaring
<2,0mg/dl). Patiënten met andere chronische ziektes, die mogelijk van invloed
kunnen zijn op het onderzoek, werden uitgesloten. Alle patiënten hadden een
levensverwachting van 8 weken of meer.
Eerst werd van alle patiënten de toekomstige voedingstoestand bepaald (met
inbegrip van een dieet en gewicht geschiedenis en antropometrische en
biochemische variabelen van de voedingstoestand) en een gestandaardiseerd
overzicht van symptomen die mogelijk van invloed zijn op gewichtsverlies.
Dit werd allemaal vastgesteld toen de patiënten opgenomen waren in de Clinical
Research Center in de Harbor-UCLA Medical Center. Evaluaties werden door de
voedingskundigen van het Clinical Research Center uitgevoerd.
De voeding en gewicht geschiedenis omvatte een 24 hours recall met
voedselfrequentie en een geschiedenis van preillness-gewicht variabelen. Het
wenselijke lichaamsgewicht werd berekend met behulp van de Metropolitan Life
Insurance tabellen. Antropometrische metingen zijn gedaan, waaronder: huidige
gewicht, lengte, huidplooi triceps en armomtrek. De norm voor de huidplooi meting
werd berekende met de aanbeveling van Jelliffe. Het gewicht van de patiënten werd
bepaald met kleding aan, zonder schoenen. Alle patiënten werden gewogen op
dezelfde balansweegschaal.
Bij de patiënten werd een gestandaardiseerde symptoom enquête afgenomen tijdens
een interview, waarin gevraagd werd naar symptomen die mogelijk van invloed zijn
op gewichtsverlies. Patiënten werden gevraagd te melden of ze elk symptoom tijdens
de dag waarop het interview werd afgenomen hadden ervaren . Bijvoorbeeld , een
patiënt die 1 week misselijkheid had ervaren na chemotherapie in het verleden, die
ervoer geen misselijkheid gedurende de dag van het gesprek. Dit werd als een
negatieve reactie op het onderzoek naar misselijkheid beschouwd.
Statistisch significante verschillen tussen de patiëntengroepen werden gezocht met
59
behulp van chi-kwadraat kruistabel analyses en de Student’s t -test. Analyses van de
symptomen die kunnen worden geassocieerd met gewichtsverlies werden uitgevoerd
met de Cox regressie model voor multivariate analyse .
Bevindingen
Bij 170 patiënten met gewichtsverlies was de calorie-inname gelijk, vergeleken met
84 patiënten zonder gewichtsverlies.
Symptomen die door multivariate analyse als significant vaker voorkwamen in
populaties met gewichtsverlies waren: opgeblazen gevoel (P <0.001),
smaakverandering (P <0.002), braken (P <0,005), en droge mond (P <0.02).
Er was geen verschil in de frequentie van symptomen tussen patiënten met of zonder
voorafgaande chemotherapie.
Conclusie
De resultaten geven aan dat de maagdarm / orale symptomen die mogelijk van
invloed zijn gewichtsverlies komen overwegend vroeg voor in het beloop van
kankerpatiënten met inoperabele ziektes, ongeacht de huidige voedingstoestand,
calorie-inname of een voorafgaande therapie ervaring.
Bijlage 6
Protective role of probiotics and prebiotics in colon cancer
Gezocht via Google Scholar, zoekterm: probiotics colon cancer
Kenmerken van het onderzoek
Ingestion of viable probiotics or
prebiotics is associated with
anticarcinogenic effects, one mechanism
of which is the detoxification of
genotoxins in the gut. This mechanism
was shown experimentally in animals
with use of the rat colon carcinogen 1,2dimethylhydrazine and by determining
endpoints that range from tumorigenesis
to induction of DNA damage.
Resultaten
Newer studies showed that short-lived
metabolite mixtures isolated from milk
that was fermented with strains of
Lactobacillus
bulgaricus
and
Streptococcus thermophilus are more
effective in deactivating etiologic risk
factors of colon carcinogenesis than are
cellular components of microorganisms.
Ingestion of prebiotics results in a
different spectrum of fermentation
60
products, including the production of high
concentrations of short-chain fatty acids.
Gut flora, especially after the ingestion of
resistant
starch,
induces
the
chemopreventive enzyme glutathione
transferase π in the colon of the rat.
Together, these factors lead to a reduced
load of genotoxic agents in the gut and to
an increased production of agents that
deactivate toxic components. Butyrate is
one such protective agent and is
associated with lowering cancer risk. It
was recently shown that buytrate may
inhibit
the
genotoxic
activity
of
nitrosamides and hydrogen peroxide in
human colon cells. In humans, the
ingestion of probiotics leads to the
excretion of urine with low concentrations
of components that are genotoxic in
human
colon
cells
and
high
concentrations of components that
induce oxidized DNA bases.
Sterke punten
The ingestion of viable prebiotics or
probiotics are associated with the
carcinogenic effect that will lower the risk
of cancer.
Zwakke punten
It’s tested on animals not specifically on
humans and therefore further research is
necessary .
Level of evidence
C
Bevindingen
There were multiple experiments on animals (rats) were they measured the
anticarcinogenic effect of various prebiotics or probiotics in the colon cells. When the
rats were inserted with carcinogens it was resulted in DNA damage. However when
the carcinogens were inserted with LAB or yoghurt DNA damage was prevented.
Conclusie
In conclusion, colon cancer, which in a high proportion of the population is due to
somatic mutations occurring during the lifetime of an individual, could be retarded or
61
prevented by preventing these mutations. LAB and prebiotics that enhance LAB have
been shown to deactivate genotoxic carcinogens. In model systems in vitro they have
been shown to prevent mutations. DNA damage has been prevented and
chemopreventive systems may be stimulated in vivo in colon tissues. From a
mechanistic point of view, LAB offer potential as chemoprotective agents and thus
further research is clearly needed to quantify the beneficial effects for prevention of
human colon cancer.
Sensorisch Onderzoek
62
Inhoudsopgave
Samenvatting............................................................................................................ 64
Inleiding .................................................................................................................... 65
Methode.................................................................................................................... 66
Resultaten ................................................................................................................ 68
Conclusie .................................................................................................................. 72
Discussie .................................................................................................................. 73
Literatuurlijst ............................................................................................................. 73
Bijlagen ..................................................................................................................... 73
Bijlage 1 ................................................................................................................ 73
63
Samenvatting
Voor het bedrijf Sanutriënt wordt er een ziekte- specifieke drinkvoeding ontwikkeld,
vooral gericht op patiënten met dikke darmkanker. Het is belangrijk om een
sensorisch onderzoek te doen. In een sensorische onderzoek wordt er onderzoek
gedaan naar de smaak, geur en textuur van een product. Er is gekozen om het
sensorisch onderzoek te doen naar drie bestaande producten. De producten zijn
gekozen na het doen van een markonderzoek over de concurrentie. De bestaande
drinkvoedingen die getest zijn bevatten de smaak: appel (op sap basis), vanille (op
yoghurt basis) en perzik/sinaasappel (op yoghurt basis). Het doel wat er Het doel
van het sensorisch onderzoek is het achterhalen van de smaakvoorkeur van het
64
testpanel. Het testpanel bestaat uit personen van 55 jaar of ouder. Dit is gekozen
door het doen van een literatuuronderzoek. Het testpanel test de smaken met behulp
van een formulier met verschillende sensorische vragen die gaan over de smaak,
textuur en geur.
De voorkeurssmaak van het testpanel is perzik-sinaasappel. Deze smaak is dan ook
gekozen voor het maken van het nieuw te ontwikkelen product. Dit product kwam ook
het beste uit de test. Deze smaak vindt het testpanel het meest lekker, aantrekkelijk
en het uiterlijk zag er het beste uit.
Inleiding
Voor het ontwikkelen van een nieuwe voeding voor Sanutriënt is een sensorisch
onderzoek nodig. Sanutriënt is een bedrijf wat al enterale sondevoedingen en
drinkvoedingen op de markt aanbiedt. Het nieuw te ontwikkelen product is specifiek
gericht op patiënten met dikke darm. Om een nieuw product in de markt te kunnen
65
brengen is er onderzoek nodig naar de smaak, geur en textuur van het product. Door
het literatuuronderzoek is er meer kennis opgedaan over dikke darmkanker
patiënten. Ook is er een marktonderzoek gedaan naar de concurrentie voor het
nieuwe te ontwikkelen product. Naar aanleiding hiervan zijn er drie producten
gekozen die worden getest.
In dit sensorisch onderzoek worden de kleur, geur, smaak en textuur van
verschillende bestaande enterale drinkvoedingen getest. De eigenschappen van de
producten worden geanalyseerd met de zintuigen van de mens. De bestaande
drinkvoedingen die getest zijn bevatten de smaak: appel (op sap basis), vanille (op
yoghurt basis) en perzik/sinaasappel (op yoghurt basis). De uitkomsten van het
sensorisch onderzoek wordt meegenomen in de resultaten van het nieuw te
ontwikkelen product. Het doel van het sensorisch onderzoek is het achterhalen van
de smaakvoorkeur van het testpanel.
Het testpanel bestaat uit personen van 55 jaar of ouder. De smaakgevoeligheid
neemt bij het toenemen van de leeftijd waarneembaar af. Gemiddeld wordt door
ouderen de zoute en zoete smaak minder goed waargenomen dan jongeren (1). Dit
is van belang voor het sensorisch onderzoek. Daarom is er gekozen voor de
onderzoeksvraag is: Welke smaak drinkvoeding(vanille, appel of perzik-sinaasappel)
vinden personen van 55+ het lekkerst? De resultaten hiervan bepalen de smaak van
het nieuw te ontwikkelen product.
Methode
Voor dit sensorisch onderzoek is de meest geschikte onderzoeksopzet hedonisch
onderzoek. Dit omdat de producten subjectief worden beoordeeld. Het is belangrijk
voor het onderzoek wat de consumenten lekker vinden en wat niet, zodat er een
lekkere en doelgerichte drinkvoeding kunnen ontwikkeld kan worden.
Het onderzoekstype is een eenvoudige verschiltest toets door consumenten. Dit is
gekozen omdat hiermee aan te tonen is hoe de producten met elkaar verschillen.
Hiermee kan ook de voorkeursmaak worden aangetoond worden wat belangrijk is
voor de smaak keuze voor het te ontwikkelen product.
Er worden drie verschillende drinkvoedingen aangeboden in cupjes genummerd met
A (Nestlé Resource Energy Fruit Appel), B (Abbott Ensure Plus Vanille) en C
66
(Nutricia Nutridrink yoghurt perzik/sinaasappel). Het panel is niet op de hoogte van
het merk of de smaak. Tijdens het proeven wordt er een smaaktestformulier ingevuld
waarop sensorische vragen staan geformuleerd. De vragen gaan over de smaak,
geur en de associatie hiervan. Het smaaktestformulier staat uitgebreid beschreven in
bijlage 1. Het is belangrijk dat het panel de verpakking niet ziet omdat ze daardoor
kunnen worden beïnvloed. Het onderzoek is uitgevoerd bij de testpanel leden thuis.
De gegevens die worden geworven uit het sensorisch onderzoek worden eerst overzichtelijk
in Excel gezet. Als de gegevens compleet zijn wordt dit overgezet in SPSS. In SPSS worden
de gegevens verwerkt. De resultaten die hieruit volgen zijn te lezen bij de resultaten.
Testpanel
Het testpanel bestaat uit 35 personen in de leeftijd van 55 jaar en ouder waaronder
20 mannen en 15 vrouwen. Deze groep is gekozen omdat uit het literatuur
onderzoek blijkt dat dikke darmkanker in deze leeftijdscategorie het meest voorkomt.
In het literatuuronderzoek is gebleken dat personen met dikke darmkanker geen
aversie krijgt van bepaalde smaken, daarom is het van belang dat deze personen
gezond zijn en niet onder behandeling zijn.
67
Resultaten
De smaaktestformulieren zijn verwerkt in SPSS. Hieruit zijn er een aantal resultaten
naar voren gekomen. De panelleden variëren van de leeftijden 55 jaar tot 74 jaar. De
resultaten worden beschreven per sensorische vraag. De belangrijkste vraag was:
‘welke smaak heeft de voorkeur’. Deze wordt als eerste uitgewerkt.
Welke smaak heeft de voorkeur?
Na het doen van het sensorisch onderzoek is gebleken dat de smaak yoghurt
perzik/sinaasappel van Nutricia Nutridrink de voorkeur heeft 9 van de mannen en 7
vrouwen gaf deze voorkeur aan (tabel 1.1). De voorkeur voor de smaak van vanille
van Abott Ensure Plus was 8 van de mannen en 1 van de vrouwen. De
voorkeursmaak appel van
Nestlé Resource was bij de
vrouwen populairder dan bij
de mannen. Er is gekeken
met de chi-square test of er
een verband is tussen het
geslacht en de
voorkeurssmaak. Er is een
verband want het laatste
getal op de Pearson ChiSquare regel (de p-waarde)
bedraagt 0,948, dit is dan
0,05. Dit is te zien in tabel 1.2
68
Uiterlijk van de drank
Het uiterlijk van de drank is belangrijk. Dit omdat het geconsumeerd moet worden zonder dat
de persoon afschrikt van het uiterlijk. De drank vanille was beige/bruin van kleur, de smaak
appel ziet eruit als appelsap en de smaak perzik- sinaasappel is oranje van kleur. De
personen hadden een keuze uit de antwoorden: 1: Onaantrekkelijk, 2: Neutraal, 3:
Aantrekkelijk. In SPSS
is hier een
overzichtelijke tabel van
gemaakt. De
gemiddelden zijn
uitgerekend van de
mannen en de
vrouwen. De scores
komen op hetzelfde
neer. Het beste scoort
de smaak perziksinaasappel met een
gemiddelde van 2,3.
(tabel 1.3)
De geur van de drank
Als een product lekker ruikt,
smaakt het ook lekker. Een
goede geur stimuleert een
persoon om het product te
kopen of te nuttigen (2). De
producten scoren allemaal
een 2 of hoger. Dit houdt in
69
dat de geur van alle producten neutraal is.
Smaak van de drank
De smaak van de drank is ook belangrijk. Om te bepalen wat de gemiddelde score is
van de smaak van de drinkvoeding zijn er in SPSS 3 cirkeldiagrammen gemaakt.
Hierin staan procenten vermeldt van hoeveel personen er voor de optie:
onaantrekkelijk, neutraal en aantrekkelijk. De hoogste score (40%) van de optie
aantrekkelijk is bij de smaak perzik-sinaasappel. Het valt op dat de smaak vanille het
hoogst scoort op optie onaantrekkelijk.
70
Associatie van de geur met de smaak
Veel geuren worden door de mens opgeslagen en er wordt een gevoel aan
gekoppeld, dit is een automatisch proces. Iemand die bijvoorbeeld spinazie niet
lekker vindt en die geur ruikt, associeert het direct met vies. Dit terwijl diezelfde geur
voor iemand anders iets lekkers wil zeggen(3). Voor het te ontwikkelen product is het
belangrijk dat de geur met de smaak lekker wordt geassocieerd. Bij drie geteste
producten wordt de geur appel geheel geassocieerd met appelsmaak. De smaak
vanille wordt bij meer dan de helft van de test personen niet geassocieerd met de
smaak. Meer dan de helft van de testpersonen associeerde de smaak perziksinaasappel met de geur.
71
Conclusie
De hoofdvraag van het sensorisch onderzoek was: Welke smaak
drinkvoeding(vanille, appel of perzik-sinaasappel) vinden personen van 55+ het
lekkerst? Na het doen van het sensorisch onderzoek is gebleken dat de smaak
perzik-sinaasappel het beste uit de test kwam. Deze smaak vindt het testpanel het
meest lekker, aantrekkelijk en het uiterlijk zag er het beste uit. Het viel wel op dat bij
de vrouwen de smaak vanille laag scoorde en bij de mannen juist hoog. Bij de vraag
over de geur is er bij alle producten gemiddeld gescoord, er werd het meest voor het
antwoord ‘neutraal’ gekozen. De smaak appel scoorde het best op de vraag of de
geur met de smaak werd geassocieerd. Het is na dit sensorisch onderzoek duidelijk
geworden dat het nieuw te ontwikkelen product de smaak perzik-sinaasappel krijgt.
72
Discussie
Na het invoeren van de resultaten in SPSS, is het duidelijk geworden dat met het
antwoord ‘neutraal’ op het testformulier niet gerekend kan worden. Hier is
onvoldoende over nagedacht.
Literatuurlijst
(1) Gezond oud worden is topsport, 2009
http://www.suikerinfo.nl/nieuwsbrief/sip13/Smaakverlies_door_reukverlies.html
Bekeken op 2-4-2014
(2) Geur versterkt smaakt, 2010
http://www.aromasolutions.eu/shop/geuradvies/geurverspreiding-retailfood.html
Bekeken op 11-04-2014
(3) Mens en samenleving, 2012
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/92629-wat-geuren-met-jedoen.html
Bijlagen
Bijlage 1
Smaaktestformulier
Geachte heer/mevrouw,
73
In kader van een onderzoek naar de smaak van een nieuw te ontwikkelen product, vragen
wij u de bestaande drinkvoedingen te testen. Het is de bedoeling dat u per cupje (A, B en C)
de inhoud beoordeeld op uiterlijk, geur en smaak. Bijgevoegd vindt u het formulier waar u de
gegevens kan noteren. Wanneer u dit heeft ingevuld mag u het formulier weer inleveren.
Bij voorbaat dank,
Studenten Voeding en Diëtetiek
Geslacht:
Leeftijd:
1. Wat vind u van het uiterlijk van de drank in het cupje?
1: Onaantrekkelijk
2: Neutraal
3: Aantrekkelijk
2. Wat vind u van de geur?
1: Onaantrekkelijk
2: Neutraal
3: Aantrekkelijk.
3. Wat vind u van de smaak?
1: Onaantrekkelijk
2: Neutraal
3: Aantrekkelijk
Algemene vragen:
1. Welke smaak heeft u voorkeur?
Appel, vanille en perzik/sinaasappel?
2. Associeert u de geur met de smaak?
Ja / Nee
74
75
Onderzoeksopzet
klinisch onderzoek
Klinisch onderzoek
Sanidrink
13/04/2014
Sanutriënt
76
Helen Solomon (11073896), Gabriëlla Sobczak (12039012),
Jaimy Struijk (12025399), Melissa ten Napel (10038256),
Germa de Vries (12011371), Suzanne Klerks (11001852),
Floor Dieben (12005541)
77
Rationale
Vandaag de dag zijn er ongeveer 60.000 mensen in Nederland die lijden aan
darmkanker en elk jaar komen daar 13.000 mensen bij. (Poos & Gommer, 2013)
Studies van het Integraal Kankercentrum Nederland tonen een toename van het
aantal colonkanker patiënten in Nederland. (IKL, 2011) Dit leidt tot de conclusie dat
de groep van mensen die aan darmkanker lijden, snel groeit . Dit is de reden waarom
er zo’n grote vraag is naar een ziektespecifieke drinkvoeding, in dit geval speciaal
gericht op colonkankerpatiënten. Er zijn al verschillende onderzoeken verricht naar
speciale enterale voeding. (Society, 2013) Om van een effectieve ziekte specifieke
drinkvoeding te kunnen spreken is meer wetenschappelijk onderzoek nodig.
De ontwikkeling van een specifieke drinkvoeding gericht op darmkanker vereist gedegen
onderzoek over de ziekte in het algemeen en de voedingsproblemen die deze ziekte met
zich meebrengt. Allereerst is er daarom literatuuronderzoek gedaan om zo een duidelijk
overzicht te krijgen van de huidige stand van zaken. De resultaten van dit onderzoek tonen
uiteindelijk noodzakelijke eigenschappen voor het toekomstige product .
De kans op het ontwikkelen van tumoren in de dikke darm liggen ten grondslag in genetische
factoren en/of het hebben van een westerse levensstijl. De klachten en problemen die
patiënten met colonkanker hebben, kunnen van elkaar verschillen. Dit is afhankelijk van de
locatie waar de colontumor in de dikke darm zich bevindt. Wel komen er in de meeste
gevallen klachten als buikpijn, krampen, obstipatie en fecaal bloedverlies voor. Darmkanker
wordt gediagnosticeerd door middel van een coloscopie. Nadat deze diagnose is gesteld,
komen behandelingsmogelijkheden als chemotherapie, radiotherapie en chirurgie het meest
voor. (Wierdsma & van Bodegraven, 2013)
Daarbij bestaat het feit dat dertig tot negentig procent van alle patiënten met kanker last
hebben van onvrijwillig gewichtsverlies. Verlies van eetlust en veranderingen in geur en
smaak leiden tot ondervoeding. Zo lijdt er 10,3% van een groep van 213 colon
kankerpatiënten aan ondervoeding. Tumoren in het spijsverteringskanaal veroorzaken vaak
al snel verzadiging na het eten van kleine hoeveelheden voedsel, waardoor de patiënt in
kwestie niet méér wilt eten. Ook misselijkheid en braken zijn veel voorkomende klachten,
waardoor de patiënt niet meer wil, kan of durft te eten. Ook behandelingen, zoals
chemotherapie en radiotherapie hebben vaak bijwerkingen die het spijsverteringskanaal
sterk beïnvloeden. (Nitenberg & Raynard, 2000)
Het voedingsadvies voor kankerpatiënten is om 25-35 kcal/kg lichaamsgewicht per dag tot
zich te nemen te nemen 25-35 kcal / kg lichaamsgewicht per dag. Afgezien van de energie
geleverd door eiwitten, zullen patiënten 100-200 procent van de dagelijkse aanbeveling
energie nodig hebben om een goede voedingstoestand te behouden. Voor het verkrijgen en
behouden van een optimale voedingstoestand is het ook belangrijk om rekening te houden
met de ideale vet/koolhydraat verhouding (40% vet/60% koolhydraten). (Nitenberg &
Raynard, 2000)
In Nederland krijgt één op de drie mannen en een op de vier vrouwen kanker. Elk jaar krijgen
meer dan 12.000 mensen darmkanker. De leeftijdsgroep die het meest getroffen wordt door
78
deze ziekte behoort tot de leeftijdsgroep van 55-75 jaar. (Jansen, Laheij, & van Rossum,
2009)
Om al deze redenen is de ontwikkeling en productie van een energie- en eiwit verrijkt
product noodzakelijk, zodat de voedingstoestand van deze ernstig zieke mensen
geoptimaliseerd kan worden. De colorimetrische methode blijkt de beste manier om de
energiebehoefte te berekenen. Het gebruik van de calorimetrische methode vermindert
namelijk het risico van ondervoeding, maar het vermindert ook het risico op overvoeding van
de patiënt. Met mogelijke chirurgie of chemotherapie hoeft hierbij geen rekening te worden
gehouden.
Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag die in dit klinisch onderzoek centraal staat, luidt: ‘Draagt
Sanidrink bij aan het behouden van een goede voedingstoestand bij patiënten met
colonkanker?’ De hypothese luidt: ‘Colon kanker patiënten die Sanidrink krijgen
naast de dagvoeding hebben een betere voedingstoestand dan patiënten die geen
Sanidrink naast de dagvoeding krijgen.’ De voedingstoestand wordt in dit onderzoek
gemeten aan de hand van de volgende criteria: lichaamsgewicht, BMI, eiwitten,
energie, vitamines en mineralen. (Department of Surgery, 2011)
Onderzoeksplan
Studie-opzet
Het onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een gerandomiseerde klinische trial.
Dit is een type wetenschappelijk onderzoek waarbij het belangrijk is antwoord te
krijgen op de onderzoeksvraag. Tijdens dit onderzoek krijgt de helft van de patiënten
Sanidrink aangeboden naast de algemene dagelijkse voeding en de andere helft van
de patiënten krijgt alleen de algemene dagelijkse voeding aangeboden. Het is daarbij
belangrijk om te weten dat de algemene dagelijkse voeding van beide groepen
dezelfde samenstelling heeft. Zo moeten beide groepen kankerpatiënten 25-35
kcal/kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen. Ook zullen alle patiënten uit beide
groepen 100-200 procent van de dagelijkse aanbeveling energie nodig hebben om
een goede voedingstoestand te verkrijgen en/of te behouden. Voor het verkrijgen en
behouden van een optimale voedingstoestand is het ook belangrijk om rekening te
houden met de ideale vet/koolhydraat verhouding (40% vet / 60% koolhydraten) bij
beide groepen. (Nitenberg & Raynard, 2000)
Populatie
De onderzoekspopulatie voor dit klinisch onderzoek bestaat uit 200 patiënten met
colonkanker die (nog) niet zijn geopereerd. Van de 200 patiënten krijgt iedereen een
volwaardige dagvoeding en de helft hiervan (100 patiënten) krijgt hiernaast de
Sanidrink als toevoeging volgens de gebruiksindicaties. De uitsluitingscriteria voor dit
onderzoek is dat de deelnemende patiënten naast de colonkanker geen andere
(chronische) ziektes hebben en een gezond BMI, tussen 20-25
(www.nutritionalassessment.azm.nl). De patiënten behoren tot de leeftijdsgroep van
55-65 jaar. De patiënten worden zorgvuldig uitgekozen door de betrokken oncologen
79
en verpleegkundigen uit het ziekenhuis voor het onderzoek, mits zij hiermee
instemmen.
Metingen en procedures
In het begin van het onderzoek worden de leeftijd, geslacht, datum van opname,
gewicht, lengte, BMI, eiwitten, energie, vitamines en mineralen van de patiënten
gemeten en genoteerd. De patiënten krijgen onwillekeurig een volwaardige
dagvoeding, of een volwaardige dagvoeding in combinatie met Sanidrink
toegewezen. De verpleegkundigen zorgen ervoor dat de geselecteerde 100
patiënten Sanidrink volgens de gebruiksindicaties tot zich nemen. Ook zorgen de
verpleegkundigen ervoor dat van alle 200 patiënten wekelijks het gewicht wordt
gemeten en genoteerd. Daarnaast wordt iedere drie weken de voedingstoestand
van alle 200 patiënten genoteerd. Alle gegevens worden bijgehouden totdat de
patiënt klaar is met de behandeling in het ziekenhuis. Deze gegevens worden
verwerkt door de hiervoor aangewezen onderzoekers van Sanutriënt. De
determinanten van de uitkomstmaten zijn voor lichaamsgewicht een gewichtsverlies
van minimaal 5 % binnen 1 maand of een gewichtsverlies van minimaal 10 % binnen
6 maanden. (Doornink)
Analysemethode
De gegevens worden gedurende de hele periode verwerkt in het statistische
programma SPSS. De gegevens van de twee groepen (de 200 patiënten) worden
vergeleken met behulp van het gemiddelde en de standaarddeviatie. Wanneer het
verschil tussen twee groepen een p had die kleiner is dan 0.05 dan werd het verschil
als statistisch significant aangemerkt. (Department of Surgery, 2011)
Tijdsplanning
Voorbereiding
Het selecteren van de patiënten start op 1 augustus 2014 en zal over een periode
van 1 jaar plaats vinden. Het eerste half jaar voor de startdatum van het onderzoek
zullen de artsen en de verpleegkundigen worden ingelicht zodat ze in deze periode
voorbereidingen kunnen treffen op het selecteren van de patiënten dat in het tweede
deel van het jaar plaats zal vinden.
Uitvoer
Na de periode van 1 jaar zullen de verpleegkundigen starten met het uitvoeren van
de onderzoekswerkzaamheden, zoals de metingen en het wel of niet verstrekken van
de Sanidrink. Hierbij wordt met een duur van 3 jaar rekening gehouden (inclusief
eventuele uitloop), omdat de duur van de behandeling afhankelijk is van de patiënt.
Verwerking
Alle verzamelde gegevens worden in een periode van een half jaar door de
toegewezen onderzoekers van Sanutriënt tegen elkaar uitgezet in het statistische
programma SPSS. Hieruit kunnen grafieken een duidelijk beeld geven over de
80
samenhang van het wel of niet toedienen van Sanidrink en het behouden van een
goede voedingstoestand.
Rapportage resultaten
De uitkomst van de determinanten worden afzonderlijk verwerkt met behulp van
statistische toetsen. Hierna wordt onderzocht of er sprake is van significante
verschillen tussen de interventie groep en de controle groep. (Department of Surgery,
2011)
Literatuurlijst
Department of Surgery, S. H. (2011, april 7). www.pubmed.com. Opgeroepen op 2014, van
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21483641
Doornink, N. (sd). www.artsenwijzer.nl. Opgeroepen op 2014, van
http://www.artsenwijzer.info/site/index.php?page=18&lg=nl
IKL. (2011). Integraal Kankercentrum Nederland (IKL). Opgeroepen op 2014, van
http://www.cijfersoverkanker.nl/selecties/Dataset_2/img531efab69b356
Jansen, J. B., Laheij, R. J., & van Rossum, L. G. (2009, juli). http://link.springer.com.
Opgeroepen op 2014, van http://link.springer.com/article/10.1007/BF03087670#
Nitenberg, G., & Raynard, B. (2000, januari 12). Opgeroepen op 2014, van www.crohonline.com: http://www.croh-online.com/article/S1040-8428%2800%29000482/fulltext?refuid=S0261- 5614%2812%2900234-8&refissn=0261-5614#BIB4
Poos, M. J., & Gommer, A. M. (2013, september 26). www.nationaalkompas.nl. Opgeroepen
op 2014, van Nationaal kompas: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-enziekte/ziekten-en-aandoeningen/kanker/dikkedarmkanker/omvang/
Society, A. C. (2013, juni 13). The Hague University. Opgeroepen op 2014, van
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/cncr.28197/abstract
Wierdsma, N. J., & van Bodegraven, A. A. (2013, december). Informatorium voor voeding en
dietetiek. Opgeroepen op 2014, van
http://www2.bsl.nl/corp/common/framecreator.asp?ak=paramedisch&ap=vakb
www.nutritionalassessment.azm.nl. (sd). Opgeroepen op 2014, van
http://www.nutritionalassessment.azm.nl/algoritme+na/screening/bmi.htm
81
Sanutriënt
Marketingplan
Ziekte-specifieke enterale drinkvoeding
Floor Dieben 1205541
82
Suzanne Klerks 11001852
Melissa ten Napel 10038256
Gabriella Sobczak 12039012
Helen Solomon 11073896
Jaimy Struijk 12025399
Germa de Vries 12011371
Tutor: B.S. Wildeboer
Groep: 4
Osiris code: VD-H310-11
Klas: VD2C2
Datum: 11-04-2014, Den Haag
Executive summary
At the moment Sanutriënt does not have a disease-specific drink sip food on the market. To
introduce a specific drink sip food, Sanutriënt hopes to raise their market share within three
years from three to a five percent. Research states that the present market competitors are
Nestlé, Abbott, Nutricia and Fresenius Kabi. To research the necessary characteristics of a
new disease-specific drink, a literature research has taken place. For the chosen flavor a
sensory research was done for the flavor preference of the test panel.
SWOT-analyses showed that concrete goals formulated strengths, weaknesses, threats and
opportunities. By introducing more flavors revenue and market share can be increased.
The sales department can advise doctors, dietitians and health insurgencies with the
choosing of products and by this advice choices can be influenced.
Swot-analyses showed the following concrete goals:
- Within three months the research and development and the Nutritional Sciences produced
a product with relevant nutrients and flavors for patients with colon cancer above 55 years.
- Within six months the marketing department at Sanutriënt has developed flyers, a website
and brochures to introduce Sanidrink to increase it’s brand awareness.
- Within a year more flavors must be produced for Sanidrink.
- Within three years the market share must increase from 3 to 5 percent.
Product strategy
Sanidrink is a drink sip food with energy and protein enrichment. The product contains preand probiotics. The product is produced on a yoghurt bases with a peach
and orange flavor. The package is made of a plastic bottle with a index of 125 ml. The design
is based on the intestinal wall. The name Sanidrink is chosen because it’s based on the
company’s name.
Sanidrink is available online in a package of 6 bottles and there will be no shipping cost
included. A hotline will available from nine to nine at 7 days a week. When a product doesn't
live up the consumers desires, it’s possible to return the product without extra expenses.
Promotie strategy
83
The goal with the communication is raise the brand awareness to 60 percent the above
mentioned advisement groups and the sales management of the hospitals. This will be done
by producing flyers and brochures. Also doctors and dietitians will be informed about the
product by visits where they will be informed about the positive effects of Sanidrink.
The message that Sanidrink stand for is: By using Sanidrink will increase nutrition status of the
patient who diagnosed with colon cancer. The promotional material will contain advertisements in
medical magazines such as the Dutch magazine for healthcare, the magazine Medical Oncology and
the Dutch magazine for Food and Dietetic.
When Sanidrink will be ordered. The seller gets a price discount of 25 percent for the firs six months.
84
Contents
Executive summary .................................................................................................................... 83
Inleiding ........................................................................................................................................ 86
SWOT-analyse ............................................................................................................................ 87
Strengths .................................................................................................................................. 87
Weaknesses ............................................................................................................................ 88
Opportunities ........................................................................................................................... 88
Threats ..................................................................................................................................... 89
Conclusie SWOT-analyse ..................................................................................................... 90
Concrete doelen SWOT-analyse ......................................................................................... 90
Productstrategie .......................................................................................................................... 91
Voedingskundige samenstelling ........................................................................................... 91
Productvorm ............................................................................................................................ 93
Verpakking ............................................................................................................................... 93
Productnaam ........................................................................................................................... 94
USP’s ........................................................................................................................................ 94
Positionering ............................................................................................................................ 95
Promotiestrategie........................................................................................................................ 95
Communicatiedoelstellingen ................................................................................................. 95
Communicatiedoelgroep........................................................................................................ 96
Centrale boodschap ............................................................................................................... 96
Promotiemiddelen ................................................................................................................... 97
Medische tijdschriften ........................................................................................................ 97
Flyers en brochures............................................................................................................ 98
Artsen en diëtisten bezoeken ........................................................................................... 99
Acties .................................................................................................................................... 99
Activiteitenplan ........................................................................................................................ 99
Bijlage ......................................................................................................................................... 101
Bijlage 1: Marktonderzoek ................................................................................................... 102
85
Inleiding
Sanutriënt is een speler op de markt voor enterale voeding met een marktaandeel
van drie procent. Het bedrijf produceert momenteel nog geen ziekte-specifieke
voedingen. Door het introduceren van een ziekte-specifieke enterale drinkvoeding,
wil het bedrijf binnen drie jaar het marktaandeel vergroten naar vijf procent. Echter
heeft het bedrijf te maken met concurrentie. Dit is onderzocht door middel van een
marktonderzoek. Uit het onderzoek is gebleken dat de huidige concurrentie bestaat
uit bedrijven zoals Nestlé, Abbott, Nutricia en Fresenius Kabi. De pionier op de markt
voor enterale voeding is Nutricia met een marktaandeel van 78%. Er is tijdens dit
onderzoek gekeken naar de samenstelling van de verschillende producten die deze
bedrijven aanbieden op de markt voor enterale voeding (zie bijlage 1:
marktonderzoek).
Om de samenstelling te bepalen voor de nieuwe ziekte-specifieke enterale
drinkvoeding heeft er een literatuuronderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek
is de voedingsbehoefte bij colonkanker onderzocht. Hieruit wordt een conclusie
getrokken waaraan het nieuwe product van Sanutriënt moet voldoen. De
drinkvoeding zal energie- en eiwitverrijkt zijn en een vet/koolhydraatverhouding
hebben van 40% vet en 60% koolhydraten. Tevens bevat het product probiotica.
Door middel van een SWOT-analyse zijn de kansen en bedreigingen van Sanutriënt
blootgelegd. Hierop kan het bedrijf inspelen en het marktaandeel vergroten.
86
SWOT-analyse
In de SWOT-analyse zijn de interne en externe factoren van Sanutriënt onderzocht.
Het bedrijf kan de interne sterke punten gebruiken om de interne zwakke punten om
te buigen. De externe kansen van Sanutriënt kunnen gebruikt worden om door te
groeien op de enterale voedingsmarkt. Externe bedreigingen kunnen minimaal
worden aangepakt, maar zouden verminderd kunnen worden door interne sterke
punten en externe kansen te benutten (zie tabel 1: SWOT-analyse).
Tabel 1 SWOT-analyse
Intern
Strengths

Weaknesses
Ziekte specifiek &

Productie
Voedingsbehoefte

Beperkte

Professioneel uiterlijk

Wetenschappelijk
smaakkeuze
onderbouwd
Extern
Opportunities

Afdeling Nutritional Sciences

Afdeling Productontwikkeling

Afdeling Marketing

Afdeling Sales

Afdeling Onderzoek en Ontwikkeling

Groei mogelijkheden
Threats

Klein marktaandeel en
Concurrentie

Keuze afhankelijk van
professional

Smaakverschil
Strengths

Ziekte specifiek & voedingsbehoefte: Het product is een ziekte specifieke
enterale drinkvoeding, wat voldoet aan de voedingsbehoefte van patiënten
waarbij colonkanker is gediagnosticeerd. Hierdoor sluit het goed aan op de
voeding van de patiënten. De behoefte komt naar voren in het
literatuuronderzoek.

Professioneel uiterlijk: er wordt rekening gehouden met het feit dat het om een
medische dieetvoeding gaat. Daarom krijgt de verpakking een neutrale
uitstraling. Ook is het van belang dat de porties niet te groot worden
aangeboden, dit om te voorkomen dat men afziet van de drinkvoeding.
87
Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat de flesjes goed te hersluiten zijn, zodat men
niet alles in één op hoeft te drinken.

Wetenschappelijk onderbouwd: uit het literatuuronderzoek is gebleken waaraan
het ziekte specifieke product voor patiënten met colonkanker moet voldoen.
Hiervoor zijn verschillende wetenschappelijke bronnen geraadpleegd die het
product onderbouwen.
(de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014)
Weaknesses

Productie: het product bevat veel nutriënten die speciaal zijn toegevoegd voor
patiënten met colonkanker, waaronder vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines
en mineralen. Dit zijn er echter zoveel dat het moeilijk is om dit tot een smakelijk
geheel te bereiden. De nutriënten kunnen de geur, kleur, smaak en de
consistentie van het product beïnvloeden.

Beperkte smaakkeuze: het product wordt slechts in een smaak geproduceerd,
waardoor het aanbod beperkt is. Dit zou kunnen leiden tot verminderde afzet,
men maakt graag een eigen keuze, want over smaak valt niet te twisten.
(de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014)
Opportunities

Afdeling Nutritional Sciences: deze afdeling bestaat uit voedingskundige en
diëtisten die altijd op de hoogte zijn van de laatste wetenschappelijke
onderzoeken, betreft enterale voeding. Op deze manier kunnen zij inspelen op
de laatste ontwikkelingen. Verder voeren de voedingskundige en diëtisten zelf
klinische onderzoeken uit, waardoor de kennis up-to-date blijft en vergroot wordt.
Door deze kennis en ervaring zullen zij een goede bijdrage kunnen leveren bij
het ontwikkelen van het product.

Afdeling Productontwikkeling: deze afdeling is verantwoordelijk voor het
ontwikkelen van het fysieke product. Hierbij wordt rekening gehouden met het
type product en de samenstelling van het product. Daarnaast voeren zij
sensorische onderzoeken uit om de stabiliteit van het product te testen. Ook dit
zal bijdrage aan het ontwikkelen van een smaakvol en egaal product.
88

Afdeling Marketing: deze afdeling heeft direct contact met de klant, wat zou
kunnen bijdragen aan het inspelen op de vraag van de klant. Daarnaast zijn zij
op de hoogte van wat de concurrenten uitvoeren op de markt, hierdoor kunnen zij
de kans grijpen om de concurrentie voor te blijven op het gebied van enterale
voeding.

Afdeling Sales: deze afdeling is verantwoordelijk voor het contact met de artsen
en diëtisten die enterale voeding adviseren aan hun patiënten. Op deze manier
kan Sanutriënt een goede naam opbouwen in de medische wereld en het
marktaandeel doen vergroten.

Afdeling Onderzoek en Ontwikkeling: deze afdeling ondersteunt diverse
onderzoeken die kunnen bijdrage aan productinnovatie. Hierdoor zal het product
beter aansluiten op de specifieke behoefte van de consument.

Groei mogelijkheden: aangezien het product slechts in één smaak wordt
geproduceerd, ligt hier de kans om verder uit te breiden in het aanbod van
Sanutriënt. Er kunnen van het nieuwe product verschillende smaken op de markt
gebracht worden, hierdoor heeft de consument meer keuze op het gebied van
ziekte specifieke enterale drinkvoeding. Verder heeft Sanutriënt een doel
opgesteld om binnen drie jaar het marktaandeel van 3% naar 5% te vergroten,
door middel van het produceren van ziekte specifieke enterale drinkvoeding.
(de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014)
Threats

Klein marktaandeel en Concurrentie: het marktaandeel in de totale (sonde en
drink) enterale markt van Sanutriënt is klein (3%). Nutricia is de grootste
concurrent van Sanutriënt, met een marktaandeel van 78%.

Keuze afhankelijk van professional: de keuze van de ziekte specifieke
drinkvoeding wordt bepaald door wat artsen voorschrijven,
ziektekostenverzekeraars vergoeden en het inkoopmanagement van
ziekenhuizen inkopen. Wanneer het product niet goed wordt geprofileerd, heeft
het geen kans op de markt van ziekte specifieke enterale voeding.

Smaakverschil: het product wordt slechts in een smaak geproduceerd. Echter,
niet elke colonkanker patiënt prefereert dezelfde smaak, daarom zal niet
iedereen de smaak van de ziekte specifieke enterale voeding waarderen.
89
(de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014)
Conclusie SWOT-analyse
Het bedrijf Sanutriënt kan invloed uitoefenen op verschillende factoren uit de SWOTanalyse.
Zo kan Sanutriënt de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling in combinatie met de
afdeling Nutritional Sciences inzetten om alle nutriënten samen te voegen en tot een
smakelijk geheel te bereiden. Verder zouden er meer smaken geïntroduceerd
kunnen worden, zodat aanbod groeit en er voor elke patiënt een smaak naar keuze
is. Dit zou kunnen leiden tot een verhoogde omzet en zou een positieve invloed
kunnen hebben op het marktaandeel van Sanutriënt. Het doel van Sanutriënt, om
binnen drie jaar het marktaandeel van 3% naar 5% te vergroten, zou hiermee bereikt
kunnen worden.
De keuze van een drinkvoeding ligt bij de professional en daar zou het bedrijf op
kunnen inspelen door de afdeling Sales in te zetten. Deze afdeling verbetert relaties
met artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars. Dit zou een positieve invloed
kunnen hebben op de adviseringskeuze van artsen, diëtisten en
ziektekostenverzekeraars. Ook zou dit een positieve invloed kunnen hebben op het
inkoopgedrag van het inkoopmanagement van ziekenhuizen.
De merkbekendheid van Sanutriënt zou kunnen worden vergroot door de afdeling
Marketing in te schakelen. Deze afdeling zou Sanutriënt onder de aandacht kunnen
brengen door reclame te maken bij artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het
inkoopmanagement van ziekenhuizen. Dit zou gedaan kunnen worden door middel
van de introductie van een internetwebsite, flyers en brochures. Ook hier kan de
afdeling Sales een belangrijke bijlage kunnen leveren door deze flyers en brochures
te verstrekken aan de artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het
inkoopmanagement van ziekenhuizen.
Concrete doelen SWOT-analyse
1. Binnen drie maanden moeten de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling en de
afdeling Nutritional Sciences een product ontwikkeld hebben waarbij rekening
wordt gehouden met alle relevante voedingsstoffen en de smaak voor de
patiënten met colonkanker vanaf 55 jaar. Dit doel is bereikt wanneer er een
90
aantrekkelijke ziekte-specifieke enterale drinkvoeding is ontwikkeld die positief
wordt beoordeeld door patiënten met colonkanker vanaf 55 jaar.
2. Binnen zes maanden moet de afdeling Marketing van Sanutriënt een
internetwebsite, flyers en brochures introduceren om de merkbekendheid van
Sanutriënt te vergroten. Dit doel is bereikt wanneer zestig procent van de artsen,
diëtisten en ziektekostenverzekeraars producten van Sanutriënt adviseren. Ook
de afdeling Sales van Sanutriënt speelt hierbij een belangrijke rol. Deze afdeling
zal de flyers en brochures aan artsen, diëtisten, zorgverzekeraars en het
inkoopmanagement van ziekenhuizen verstrekken.
3. Binnen één jaar moet Sanutriënt meer smaken op de markt hebben gebracht.
Hierdoor zal er meer keuze zijn voor de patiënt, het gevolg hiervan is dat de
afzetmarkt wordt vergroot. Het doel is bereikt wanneer Sanutriënt binnen één jaar
minstens drie extra smaken heeft geïntroduceerd bij artsen, diëtisten,
zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen.
4. Binnen drie jaar moet Sanutriënt het marktaandeel van 3% naar 5% vergroten.
Dit doel kan bereikt worden door meer smaken aan te bieden, de
merkbekendheid te vergroten en de adviseringskeuze van artsen, diëtisten en
ziektekostenverzekeraars positief te beïnvloeden. Ook het inkoopmanagement
kan op deze manier beïnvloedt worden.
Productstrategie
In dit onderdeel wordt de toekomstige ziekte-specifieke enterale drinkvoeding van
Sanutriënt toegelicht op diverse aspecten. De toelichtingen hebben betrekking op de
voedingskundige samenstelling, de vorm, de verpakking, de naam, de USP’s en de
positionering van het product.
Voedingskundige samenstelling
De voedingskundige samenstelling is gebaseerd op de resultaten uit het
literatuuronderzoek (zie tabel 2). Daaruit is gebleken dat de energie- en
eiwitverrijking nodig is. Voor vet en koolhydraten is de verhouding 40% vet en 60%
koolhydraten.
Tabel 2 Voedingskundige samenstelling per 100 ml
Energie
150 kcal
91
Eiwit
10 gram
Vet
8 gram
Koolhydraten
20 gram
Vezels
2 gram
Lactobacillus
10 miljard
casei Shirota
bacteriën
bacteriën
Inulinevezels
4,5 gram
Vitamine A
133 mcg
Vitamine B1
0.2 mg
Vitamine B2
0.2 mg
Vitamine B3
2.2 mg
Vitamine B5
0.8 mg
Vitamine B6
0.25 mg
Vitamine B11 50 mcg
Vitamine B12 0.5 mcg
Vitamine C
11.7 mg
Vitamine D
1.7 mcg
Vitamine E
1.33 mg
Calcium
166 mg
Magnesium
50 mg
Natrium
-
Kalium
92
Chloride
-
Fosfor
191 mg
IJzer
1,33 mg
Zink
1,5 mg
Koper
0.6 mg
Jodium
-
Seleen
25 mcg
Productvorm
De ziekte-specifieke enterale drinkvoeding wordt aangeboden in vloeibare
consistentie met een geel/oranje kleur. Het product zal aangeboden worden op
yoghurtbasis in de smaak perzik-sinaasappel, omdat uit het sensorisch onderzoek
blijkt dat deze smaak de voorkeur heeft bij de doelgroep. Er is voor een vloeibare
consistentie gekozen omdat uit literatuuronderzoek blijkt dat colonkanker patiënten
problemen kunnen ondervinden bij het eten van normale voeding. Hierbij kan
gedacht worden aan aversie of eventuele bijwerkingen zoals misselijkheid. Door de
voeding aan te bieden in vloeibare vorm, kan de patiënt op een gemakkelijkere
manier zijn of haar voedingsstoffen aanvullen naast de reguliere voeding die wordt
aangeboden. Er wordt aanbevolen om vier flesjes te nuttigen naast de reguliere
voeding.
Verpakking
In tegenstelling tot de huidige drinkvoedingen die Sanutriënt op de markt aanbiedt in
tetrapakjes, zal deze ziekte-specifieke enterale drinkvoeding per zes verpakt worden
in plastic flesjes van 125 ml (zie afbeelding 1: Drinkvoeding verpakking) Hiervoor is
gekozen omdat hiermee de smaak en de geur van het product beter behouden blijft.
Bij tetrapakjes is het mogelijk dat de geur en smaak negatief wordt beïnvloed door
voedingsmiddelen uit de omgeving (Karakterisering van de geur van (bedrukte)
papier- en kartonverpakkingen bestemd voor de voedingsindustrie , 2009).
93
Afbeelding 1: Drinkvoeding verpakking
De nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zal gaan vallen onder de
Warenwetregeling ‘Dieetvoeding voor medisch gebruik’. Dit zal op de verpakking
worden vermeld. Daarnaast eist de Warenwetregeling ‘Dieetvoeding voor medisch
gebruik’ ook dat er op de verpakking wordt vermeld dat het gebruik onder medisch
toezicht plaatsvindt (Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik, 2000).
Verder is het van belang dat er op de verpakking vermeld staat dat het gaat om een
energie- en eiwitverrijkte drinkvoeding. Ook zal er op de verpakking vermeldt worden
dat de ziekte-specifieke enterale drinkvoeding op yoghurtbasis is en dus lactose
bevat. Tot slot wordt er op het etiket vermeld: bevat pre- en probiotica.
Productnaam
Er is gekozen om het nieuwe product de naam Sanidrink te geven. Hiervoor is
gekozen omdat een deel van de bedrijfsnaam erin terugkomt en het de vorm
aanduidt waarin de ziekte-specifieke enterale drinkvoeding wordt aangeboden.
USP’s
Het eerste punt waar de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zich in
onderscheidt is het feit dat het product speciaal gericht is op de voedingsbehoefte
van patiënten met colonkanker. Het tweede punt waarin onderscheid wordt gemaakt
94
is de toevoeging van pre- en probiotica. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat pre- en
probiotica mogelijk een anticarcinogeen effect kan hebben. Het laatste punt waar de
ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zich in onderscheidt is de unieke verpakking.
De verpakking is geïnspireerd op het uiterlijk van het colon. De darmwand is geplooid
en dit is terug te zien in de vorm van het flesje.
Positionering
Sanidrink is eenvoudig online te bestellen via de website van Sanutriënt, hierbij
worden geen verzendkosten in rekening gebracht. Voor vragen en klachten is er een
telefonische servicelijn die zeven dagen per week van negen tot negen te bereiken
is. Ook is het mogelijk om het product te retourneren als het niet aan de eisen van de
afnemer voldoet zonder bijkomende kosten. Er wordt dan gratis een nieuwe
verpakking opgestuurd naar de afnemer. Daarnaast is Sanidrink voor de afnemer
een uniek product omdat het zowel pre- als probiotica bevat. Het is daarom niet meer
noodzakelijk om meerdere medische producten in te kopen, hierdoor kan het een
gunstig effect hebben op de inkoopkosten.
Promotiestrategie
In dit onderdeel staat beschreven hoe de nieuwe ziekte-specifieke enterale
drinkvoeding van Sanutriënt onder de aandacht wordt gebracht. Hierin worden de
communicatiedoelstellingen, de communicatiedoelgroep en de
communicatiemiddelen besproken en wordt er een centrale boodschap
geformuleerd. Tot slot is er een activiteitenplan opgesteld waar specifiek in staat
welke media wordt toegepast en op welk moment.
Communicatiedoelstellingen
Voor de promotie zijn voorafgaand doelstellingen opgesteld. Als deze doelstellingen
worden behaald, is de merkbekendheid gestegen met zestig procent bij de
communicatiedoelgroep. Eén van de doelstellingen is om binnen zes maanden de
merkbekendheid te vergroten door middel van flyers, brochures en een
internetwebsite. Deze taak is voorbehouden aan de afdeling Marketing van
95
Sanutriënt. Dit doel is bereikt wanneer zestig procent van de artsen, diëtisten en
ziektekostenverzekeraars producten van Sanutriënt adviseren.
Een andere doelstelling die is voorbehouden aan de afdeling Sales van Sanutriënt, is
het verstrekken van de flyers en brochures aan artsen, diëtisten, zorgverzekeraars
en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Ook voor deze doelstelling geldt dat
het doel is behaald wanneer zestig procent van de artsen, diëtisten,
zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen binnen zes maanden
Sanidrink adviseren en inkopen.
Communicatiedoelgroep
De communicatie zal gericht zijn op de primaire doelgroep. Hieronder vallen de
artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het inkoopmanagement van
ziekenhuizen. Hiervoor is gekozen omdat artsen en diëtisten uiteindelijk bepalen
welke ziekte-specifieke enterale drinkvoeding er wordt voorgeschreven. Echter
kunnen deze specialisten beïnvloed worden door ziektekostenverzekeraars en het
inkoopmanagement van ziekenhuizen. Ziektekostenverzekeraars bepalen namelijk
welk soort drinkvoeding wordt vergoed. Indien het niet vergoed wordt, kan de diëtist
ervoor kiezen een andere drinkvoeding voor te schrijven, die wel wordt vergoed. Het
inkoopmanagement van ziekenhuizen kan de keuze beïnvloeden omdat zij bepalen
wat er wel of niet wordt ingekocht.
Tot de secundaire doelgroep behoren de 55-plussers met colonkanker. De
afdelingen Sales en Marketing zullen zich hier niet direct op richten. De doelgroep
kan in contact komen met de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding door de
keuze die de primaire communicatie doelgroep maakt en door mond-opmondreclame via lotgenoten.
Centrale boodschap
Door gebruik van deze ziekte-specifieke enterale drinkvoeding bij colonkanker zou de
voedingstoestand verbeterd en/of gehandhaafd kunnen worden.
96
Promotiemiddelen
Om het product onder de aandacht te brengen, wordt er gebruik gemaakt van
verschillende media en strategieën. Dit kan er toe leiden dat het nieuwe product
bekender wordt in de enterale voedingsmarkt en dat het meer wordt gebruikt binnen
de medische wereld.
Medische tijdschriften
Om het product onder de aandacht te brengen bij artsen, diëtisten en andere specialisten, is
er gekozen om een advertentie te (zie afbeelding 2: advertentie) plaatsen in het Nederlandse
tijdschrift voor Geneeskunde, het tijdschrift Medische Oncologie en het Nederlandse
tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek. Hiermee zal een grote groep medische specialisten
worden bereikt en kan dit ervoor zorgen dat zij dit zullen gaan gebruiken- of gaan inkopen.
Hieronder staat een tabel met informatie over kosten, oplages, doelgroep en publicatie per
tijdschrift.
Tabel 3 Overzicht medische tijdschriften
Tijdschrift
Advertentiekosten Aantal
Doelgroep
Publicatie
per A4
oplages
NTVG:
10X 1 pagina
22000
Medische
Verschijnt
Nederlandse
3.960 euro
abonnees en
specialisten,
wekelijks
tijdschrift voor
30000
huisartsen,
geneeskunde
meelezende
verpleeghuisartsen,
artsen
basisartsen, aio’s en
studenten
geneeskunde
Medische
1 pagina 3.161
oncologie
euro
3600
Internist-oncologen,
Verschijnt 8x
ziekenhuisapothekers per jaar
en klinische genetici
NVTD:
1 pagina
Gemiddeld
Professionals met als
6X per jaar + 1
Nederlandse
ongeveer 2100
aantal 3.535
achtergrond voeding
themanummer
tijdschrift voor
euro
en diëtetiek
voeding en
diëtetiek
97
(Nederlandse Tijdschrift Voor Geneeskunde) (Adverteren in het vakblad Medische
Oncologie) (Mediakaart 2014, 2014)
Afbeelding 2: Advertentie
Flyers en brochures
Een andere manier om de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding te
promoten, is door gebruik te maken van flyers en brochures. Deze flyers en
brochures kunnen worden gebruikt tijdens het bezoeken van artsen en diëtisten en
kunnen ook op deze plek worden neergelegd. Daarnaast kunnen ook apotheken en
ziektekostenverzekeraars hiermee benaderd worden. De flyers en brochures zullen
98
worden besteld bij Vistaprint.nl. De flyers worden afgedrukt in 216 mm x 279 mm
formaat. De kosten voor 25 stuks bedraagt 11,49 euro. Er is gekozen voor 5000
flyers, hiervoor rekent Vistaprint.nl een bedrag van 660,98 euro. De brochures
worden in hetzelfde formaat afgedrukt. Voor 25 brochures wordt 48,49 euro
gerekend. Ook hier is gekozen om 5000 brochures te laten drukken voor een bedrag
van 665,99 euro (Vistaprint, 2014).
Artsen en diëtisten bezoeken
De laatste manier om de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding te promoten,
is door de artsen en diëtisten te bezoeken. Dit bezoek zal per arts of diëtist ongeveer
een half uur duren. Tijdens dit bezoek zal het product worden toegelicht. Er wordt
gesproken over de samenstelling, het gebruik en de effectiviteit van het product.
Daarnaast wordt het onderscheid met concurrerende ziekte-specifieke enterale
drinkvoeding benadrukt. De bezoeken zullen de eerste drie maanden intensief
plaatsvinden. Dagelijks zal de afdeling Sales zich inzetten om zoveel mogelijk artsen
en diëtisten in het hele land te bezoeken.
Acties
De eerste zes maanden wordt Sanidrink aangeboden met een korting van 25%. Dit
wordt gedaan zodat de merkbekendheid kan worden vergroot. Hierdoor kan ook de
afzet toenemen.
Activiteitenplan
In tabel 4 staat weergegeven wanneer welk media wordt gebruikt om een advertentie
te plaatsen. Ook staat weergegeven wanneer de artsen en diëtisten worden bezocht.
In het tijdschrift de NTVG kan meerdere malen per maand worden geadverteerd
omdat dit tijdschrift wekelijks verschijnt. Artsen en diëtisten zullen de eerste drie
maanden intensief bezocht worden. De daaropvolgende maanden zal de intensiteit
van de bezoeken afnemen.
Tabel 4 Activiteitenplan advertentie
Jan
Feb Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
Okt Nov
Dec
99
NTVG:
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Nederlands
tijdschrift
voor
geneeskun
de
Medische
oncologie
NVTD:
X
X
Nederlands
e tijdschrift
voor
voeding en
diëtetiek
Artsen en
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
diëtisten
bezoeken
Actie
100
Literatuurlijst
Adverteren in het vakblad Medische Oncologie. (sd). Opgeroepen op April 11, 2014, van Cross media:
http://www.crossmedianederland.com/portfolio/advertising/medische-oncologie/2011-07-19/9
de Haas, Y., Lerink-Mulderink, M., & van der Giessen, B. (2014). Studiehandleiding Blok2.3. Haagse
Hogeschool.
Karakterisering van de geur van (bedrukte) papier- en kartonverpakkingen bestemd voor de
voedingsindustrie . (2009, Oktober 1). Opgeroepen op April 11, 2014, van Vlaams
Innovatienetwerk: http://www.innovatienetwerk.be/projects/1422
Mediakaart 2014. (2014). Opgeroepen op April 11, 2014, van De Nederlandse Vereniging van
Diëtisten: http://www.nvdietist.nl/temp/1024308508/NTVD_mediakaart_DEF_200214.pdf
Nederlandse Tijdschrift Voor Geneeskunde. (sd). Opgeroepen op april 11, 2014, van
http://www.ntvg.nl/over_ntvg/adverteren
Vistaprint. (2014). Opgeroepen op april 11, 2014, van
http://www.vistaprint.nl/vp/ns/default.aspx?dr=1&GP=4%2f11%2f2014+7%3a31%3a45+AM&
GPS=3155385245&GNF=1
Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik. (2000, Mei 1). Opgeroepen op April 11, 2014,
van Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0010600/geldigheidsdatum_17-02-2012.
Bijlage
101
Bijlage 1: Marktonderzoek
Tabel 1 Globale weergave van concurrenten
Product
Smaak
Volume
Hoofd
Claims
ingrediënten
ProSure
Vanille,
(Abbott)
220 ml
Koolhydraten,
Complete
banaan,
eiwit, EPA,
energie en
koffie,
vezels en vet.
eiwitrijke
chocolade en
voeding met
sinaasappel.
EPA.
Resource
Perzik-Vanille, 125 ml
Energie, eiwit
Verrijkt met
SUPPORT
Pruim-Mango
en Omega 3
omega-3
PLUS
en Neutral
vetzuren.
vetzuren
Eiwit, EPA,
Apotheek
(nestle)
FortiCare
Cappuccinno,
125 ml
(Nutricia)
perzik-gember
antioxidanten
en
en
sinaasappel-
voedingsvezels.
citroen
Supportan
Cappuccino
drink
(fresenius-
200 ml
Eiwit,
Verrijkt EPA
en tropische
prebiotische
en DHA.
vruchten
vezels, MCT,
kabi)
EPA, DHA,
omga-3 en 6
vetzuren.
Peptamen
Vanille
200 ml
(Nestle)
Isocalorische
100% wei
(wei-) eiwitrijk
eiwt. Bevat
MCT om de
absorptie te
bevorderen.
Clinutren
Vanille en
Protect
tropical
(Nestle)
Blik 450 gram
Eiwit, glutamine
Aanvullende
en TGF-B.
energie- en
eiwitrijke
102
dieetvoeding
in poedervorm
met glutamine
en TGF-B.
Tabel 2 Voedingskundige samenstelling van de concurrenten
Voedingsto Concurrent
Concurre
Concurre
Concurre
Concurre
Concurre
ffen
1
nt 2
nt 3
nt 4
nt 5
nt 6
Per 100 ml
ProSure
Resource
FortiCare
Supportan
Peptamen
Clunutren
SUPPORT
drink
Protect
PLUS
Energy
127 kcal
155 kcal
160 kcal
150 kcal
100 kcal
460 kcal
Eiwit
6,65 gram
9 gram
9 gram
10 gram
4 gram
29 gram
gram
EPA
0,44 gram
-
DHA
0,2 gram
-
Vezels
2,07 gram
1,6 gram
Koolhydrate
18,33 gram
Vetten
0,6 gram
0,5 gram
-
-
0,21 gram
-
-
2,1 gram
1,5 gram
-
-
17,9 gram
19,1 gram
12,4 gram
12,7 gram
47 gram
2,56 gram
1,6 gram
5,3 gram
6,7 gram
3,7 gram
18,2 gram
Omega 3
-
1,05 gram
-
-
-
-
Glutamine
-
-
-
-
-
10 mg
Claims
Tacti
n
Tabel 3 Activiteiten van de concurrenten
Product
ProSure
Present
Positioner
Hoofd
atie
ing
ingrediënten
Sterkten
Zwakten
ek
Koolhydrate
Energieverijkt
Moderne
Veel tekst op
n, eiwit,
drinkvoeding,
uitstraling.
verpakking
verrijkt met
Veel
EPA, met
Smaakvariat
vezels inc.
ie.
EPA, vezels
en vet.
103
FOS, 1,25
Wereldwijd.
kcal/ml
Resourc
Energie,
Energie,
Neutrale
Uit de handel
e
eiwit en
eiwit en
smaak
genomen.
SUPPO
Omega 3
Omega 3
RT
vetzuren.
vetzuren.
FortiCar
Eiwit, EPA,
Eiwit, EPA,
Wereldwijd.
Alleen
e
antioxidante
antioxidante
Veel
verkrijgbaar
n en
n en
productgroe
bij apotheek.
aanwezig.
PLUS
pen.
Hogere
voedingsvez voedingsvez
Overzichtelij
prijsklasse.
els.
ke website.
els.
Chatten
voor vragen.
Gluten vrij.
Online
patiëntenfol
der
verkrijgbaar.
Afstemming
gebaseerd
op
smaakbelevi
ng van
kankerpatië
nt. Kleine
verpakking
waardoor
het
makkelijk is
in te nemen.
Support
Eiwit,
Eiwit,
Laag
Moeilijke
an drink
prebiotische
prebiotische
lactosegehal
productinfor
vezels,
vezels,
te en
matie bij
glutenvrij.
product.
MCT, EPA,
MCT, EPA,
Beperkt in
DHA, omga- DHA, omga-
smaak
3 en 6
verkrijgbaar.
3 en 6
104
vetzuren.
Geen
vetzuren.
medicatie
aan voeding
toevoegen.
Glutenvrij.
Weinig keuze
Peptam
Isocalorisch
Isocalorisch
en
e (wei-)
e (wei-)
eiwitrijk
eiwitrijk
Clinutre
Eiwit,
Aanvullende
Zelf
Moet nog
n
glutamine
energie- en
aanmaken,
aangemaakt
Protect
en TGF-B.
eiwitrijke
dus langer
worden.
in smaak.
houdbaar.
Niet duidelijk
dieetvoedin
Beperkt in
welke
g in
smaak.
fabrikant het
poedervorm
produceert.
met
Weinig
glutamine
en TGF-B.
informatie
over te
vinden.
105
Download