Onderzoeksverslag Analyse en beoordeling voedingsdagboeken Jaimy Struijk Isabel Spruit Stephanie Terpstra Gabriëlla Sobczak Cristy Verlek 12025399 12061492 12077100 12039012 12027545 Datum: 10-10-1012 Inhoud Inleiding ...................................................................................................................................... 2 Methode ..................................................................................................................................... 2 Resultaten .................................................................................................................................. 3 Vergelijking pabo studenten met de Nederlandse bevolking in het algemeen..................... 3 Richtlijnen ............................................................................................................................... 4 Gevolgen voor de gezondheid................................................................................................ 6 Advies ..................................................................................................................................... 7 Conclusie .................................................................................................................................... 9 Discussie ..................................................................................................................................... 9 Bronnen .................................................................................................................................... 10 Bijlage 1 .................................................................................................................................... 11 1 Inleiding Studenten staan erom bekend dat zij een ongezond eetpatroon hebben. Veel zoete tussendoortjes, snacks en junkfood komt voor in hun dagelijkse voeding. Zo ook bij de pabostudenten. Het is belangrijk dat hun toekomstige leerlingen van de basisschool dit niet over gaan nemen. Daarom moeten zij zich bewust worden van hun eigen eetpatroon en dit eventueel verbeteren. Om een goed voedingsadvies te kunnen geven aan deze pabostudenten is het belangrijk om een beeld te hebben van wat zij exact binnenkrijgen per dag. Daarom hebben zij twee doordeweekse dagen en één weekenddag een eetdagboek bijgehouden. De onderzoeksvraag luidt: ‘In hoeverre komt de inname van voedingsstoffen van pabostudenten overeen met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden?’ Methode Om een representatief verslag te kunnen maken is het belangrijk om goed vooronderzoek te doen en betrouwbare bronnen te gebruiken. De resultaten worden verwerkt in het verslag en zo kan er een goed advies vastgesteld worden voor de pabostudenten. Om te beginnen is er vooronderzoek gedaan naar verschillende voedingsstoffen, namelijk: vetten, natrium, koolhydraten, eiwitten en vitamine C. Van deze voedingstoffen zijn de verschillende eigenschappen en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) opgezocht. De pabostudenten hebben een voedingsdagboek bijgehouden van drie dagen waarin zij alles wat zij consumeerden hebben genoteerd. Met deze gegevens hebben wij van elke leerling de energieprocenten van verschillende voedingsstoffen kunnen berekenen (Bijlage 1). Daarnaast hebben we de voedingsdagboeken naast de schijf van vijf en de richtlijnen goede voeding gelegd en deze vervolgens vergeleken. Zo is er een advies tot stand gekomen om de pabostudenten te laten inzien hoe een gezond eetpatroon eruit ziet en hoe zij eventueel hun eigen eetpatroon kunnen verbeteren. 2 Resultaten Vergelijking pabostudenten met de Nederlandse bevolking in het algemeen Voor de gegevens over de voeding van de algemene Nederlandse bevolking is de voedselconsumptiepeiling 2003 geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de Nederlandse bevolking voor een groot deel voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, als er gekeken wordt naar de macronutriënten. Als er gekeken wordt naar de onderzochte micronutriënten, natrium en vitamine C, is dit echter niet het geval. Meer dan 85% van de gemiddelde Nederlandse bevolking krijgt een teveel aan natrium binnen, namelijk 8,7 gram natrium per dag terwijl de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 6 gram per dag bedraagt. Vitamine C daarentegen wordt onder de gemiddelde Nederlandse bevolking te weinig geconsumeerd. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C bedraagt 70 milligram per dag, maar het merendeel van de gemiddelde Nederlandse bevolking komt lang niet aan deze hoeveelheidnorm. (1) Na het vergelijken van de eetpatronen van de pabostudenten en de voedselconsumptiepeiling van de Nederlandse bevolking is gebleken dat ook de pabostudenten voldoen aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van de macronutriënten, maar als er gekeken wordt naar micronutriënten, natrium en vitamine C, blijkt dat de pabostudenten hier te weinig van binnenkrijgen per dag. Gemiddelde inname macronutriënten onder pabostudenten in en% Vet Koolhydraten Eiwit Vezel Gemiddelde inname macronutriënten onder de Nederlandse bevolking in en% Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 3 Richtlijnen Belangrijke richtlijnen voor een gezond leefpatroon zijn de schijf van vijf en de richtlijnen goede voeding. De schijf van vijf dient als hulpmiddel bij het geven van advies over gezonde voeding. Hij bestaat uit verschillende groepen met voedingsstoffen. Belangrijk is om uit elk van deze groep per dag genoeg binnen te krijgen. De vijf verschillende groepen zijn: - De koolhydraten en vezel groep, die kan je binnenkrijgen via brood, pasta, rijst etc. - De vitaminen en mineralen groep, die kan je binnenkrijgen via groente en fruit - De eiwitten en ijzer groep, die kan je binnenkrijgen via vlees, vis, zuivel etc. - De essentiële vetzuren groep, die kan je binnenkrijgen via olie en boter - De vocht groep, dit kan je binnenkrijgen via alle soorten drank In 2004 zijn er bij deze schijf van vijf ook vijf regels vastgesteld om een nog gezonder eetpatroon te krijgen. Deze regels zijn: - Eet gevarieerd - Eet niet te veel en beweeg - Eet minder verzadigd vet - Eet veel groente fruit en brood - Eet veilig Naast de schijf van vijf bestaan de richtlijnen goede voeding. Deze richtlijnen zijn vooral bedoeld om chronische ziekten zoals overgewicht, hart en vaatziekten, diabetes type 2 en sommige vormen van kanker te voorkomen. De voeding is hierbij belangrijk maar er wordt ook veel gelet op bewegen, dit moet minimaal een half uur per dag zijn. Voor mensen met overgewicht is dit zelfs minimaal een uur per dag. De richtlijnen verschillen per leeftijdsgroep en per geslacht. De richtlijnen voor de gehele bevolking in Nederland zijn: - Zorg voor een gevarieerde voeding - Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging - Gebruik dagelijks ruim groente, fruit en volkoren graanproducten - Eet regelmatig (vette) vis - Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigde vetzuren en enkelvoudig trans-onverzadigde vetzuren Daarnaast verschillen enkele specifiekere richtlijnen ook nog per leeftijd en geslacht. De gemiddelde leeftijd van pabo leerlingen is 18 jaar en een verschil tussen jongens en meisjes is hier bijna niet. Een voorbeeld van deze richtlijnen is: - Eet 200 gram groente en 200 gram fruit - Eet 245 gram brood, rijst, pasta etc. - Eet 20 gram kaas, 115 gram vis of vlees en drink 600 ml melk 4 - Eet 15 gram bak en braad producten, 35 gram halvarine - Drink 1000-1500 ml vocht Na het vergelijken van de eetpatronen van de paboleerlingen met de schijf van vijf en de richtlijnen goede voeding zijn er een aantal zaken opgevallen. De leerlingen kregen over het algemeen genoeg vocht, melk of kaas en vlees of vis binnen. Daarnaast komen zij ook aan de 30 minuten beweging per dag door bijvoorbeeld naar het station te fietsen en/of trappen te lopen. Daarentegen viel op dat bijna niemand aan twee stuks fruit per dag kwam en maar een enkeling at twee ons groenten. Ook de brood-, aardappel-, rijst- of pasta inname is grotendeels te laag. Door veel snacks en ongezonde maaltijden krijgt een groot gedeelte van de leerlingen een te hoog gehalte aan verzadigde vetten binnen. (2) 5 Gevolgen voor de gezondheid De tekorten en overschotten van bepaalde voedingsstoffen hebben vaak negatieve effecten. Uit het onderzoek is gebleken dat de paboleerlingen door te weinig groente en fruit te eten een tekort hebben aan vitamine c. Daarnaast hebben ze een tekort aan koolhydraatrijke producten zoals aardappelen, rijst, pasta en brood en hebben echter een overschot aan verzadigde vetten door ongezonde snacks en maaltijden. Een tekort aan vitaminen c kan de weerstand verminderen waardoor je vatbaarder bent voor ziektes. Daarnaast kan het de genezing van wonden trager doen verlopen. In extreme gevallen kan men zelfs de ziekte scheurbuik krijgen. (3) Een ander tekort bij de paboleerlingen is het tekort aan koolhydraten. Als het lichaam te weinig ‘goede’ koolhydraten binnenkrijgt kan dit slecht zijn voor de gezondheid. Het lichaam zal eiwitten en/of vetten gebruiken als energiebron, wat ten koste van onder andere de spieren gaat. Daarbij kan het tekort leiden tot een te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie) en dit is schadelijk voor de gezondheid. (4) Het laatste probleem wat voorkomt bij de paboleerlingen is het overschot aan verzadigde vetten. Verzadigde vetzuren hebben een nadelig effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Dit zuur verhoogt het slechte cholesterol, namelijk LDL. Een te hoog gehalte van dit cholesterol verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Een ander nadelig effect van te veel verzadigd vet is overgewicht, een probleem wat de laatste jaren steeds groter wordt in Nederland. Dit overgewicht wordt veroorzaakt doordat er te veel overtollig vet wordt opgeslagen in het lichaam. (5) Omdat deze effecten allemaal schadelijk zijn voor de gezondheid en de paboleerlingen nog jong zijn is het erg belangrijk om het voedingspatroon aan te passen. Hierdoor wordt de kans op negatieve effecten minder groot. 6 Advies Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is gebleken dat de studenten, ten opzichte van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en de Richtlijnen goede voeding, te weinig fruit, groenten, brood-, aardappel-, rijst- of pastaproducten binnenkrijgen. Daarnaast krijgen zij vaak te veel van verzadigde vetten binnen door ongezonde snacks en maaltijden. Aan de hand van deze resultaten wordt daarom geadviseerd dat de pabostudenten meer fruit moeten eten. Dit betreft minimaal twee stuks fruit per dag. Door bijvoorbeeld een appel mee naar school te nemen en 's ochtends bij het ontbijt of ’s avonds na de maaltijd een ander stuk fruit te nemen is dit probleem makkelijk op te lossen. Ook wordt aangeraden om minimaal 200 gram groenten per dag en 245 gram brood-, aardappel-, rijst- of pastaproducten te consumeren. Dit kan gedaan worden door bij de avondmaaltijd vaker groente te eten en dit te combineren met een koolhydraatrijk product zoals aardappel, rijst of pasta. Het laatste probleem is het te veel aan verzadigde vetten. Dit is op te lossen door als snack in plaats van een kaasbroodje of ander vetrijk product te kiezen voor een gezonder tussendoortje zoals een extra boterham te eten. Dit lost tegelijkertijd het probleem van de tekorten aan koolhydraten op. Als er voldaan wordt aan deze aanbevolen dagelijkse hoeveelheden krijgen de pabostudenten voldoende voedingsstoffen binnen die nodig zijn het voor het optimaal functioneren van het lichaam. 7 De gezondste persoon Na het analyseren van de voedingsdagboeken van de onderzochte pabostudenten kwam er duidelijk de persoon met het gezondste eetpatroon naar boven. Om te bepalen wie het gezondste eetpatroon heeft, is er gekeken naar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden in energieprocenten en het aantal kcal dat de desbetreffende persoon ingenomen heeft. In Nederland is er een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per voedingsstof vastgesteld. In het vooronderzoek zijn de in de onderstaande tabel genoemde voedingsstoffen nader onderzocht. Met deze voedingstoffen is rekening gehouden tijdens het bestuderen van de voedingsdagboeken. Eiwitten Vetten Koolhydraten Voedingsvezel Vitamine C Natrium Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 10 - 25 en% 20 – 40 en% 40 – 70 en% 40 gram Minimaal 70 mg 2,4 – 6 gram De persoon met het gezondste eetpatroon is Charmaine van de Polder. Dit blijkt vooral uit haar eetpatroon, welke voldoet aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Het valt op dat ze zeer gevarieerd eet en dit ook op vaste tijdstippen doet. Ook is het belangrijk dat er niet te veel schommelingen plaatsvinden in het caloriegehalte per dag. Het valt op dat Charmaine voldoende beweegt. Als resultaat van dit gezonde eetpatroon blijkt dat ze een gezond BMI heeft. Haar BMI is 21, dit duidt op een gezond gewicht. Een tip voor Charmaine om aan een nog gezonder eetpatroon te voldoen, is het consumeren van minstens twee stuks fruit per dag. 8 Conclusie De onderzoeksvraag die in dit verslag centraal stond, luidt: ‘In hoeverre komt de inname van voedingsstoffen van pabostudenten overeen met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden?’ Aan de hand van de resultaten uit ons onderzoek kunnen wij concluderen dat de pabostudenten, ten opzichte van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en de Richtlijnen goede voeding, te weinig fruit, groenten en koolhydraatrijke producten binnenkrijgen. Hierdoor voldoen zij niet aan de ADH van de micronutriënten natrium en vitamine C. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het optimaal functioneren van het lichaam en daarom adviseren wij om meer hiervan binnen te krijgen. Ook zijn wij tot de conclusie gekomen dat de studenten van de overige macronutriënten wel genoeg binnenkrijgen. Er is zelfs een overschot aan verzadigde vetten aanwezig in hun dagelijkse voeding. Dit kan nadelige effecten hebben voor de gezondheid en op ten duur leiden tot ziektes. Discussie Uit het onderzoek blijkt dat de natrium-inname van de gemiddelde Nederlandse bevolking een stuk hoger ligt dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Terwijl de natrium-inname van de pabostudenten ver onder de norm van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden ligt. Dit kan verklaard worden door het feit dat de pabostudenten vaak niet het toevoegen van zout bij de maaltijden hebben vermeld in hun voedingsdagboeken. Ook wordt de betrouwbaarheid van de voedingsdagboekjes sterk in twijfel getrokken, doordat er voedingsdagboeken ontbreken en veel studenten de voedingsdagboeken naar alle waarschijnlijkheid niet altijd realistisch hebben ingevuld. Ook kwam het een enkele keer voor dat er bij een student een dag ontbrak. Ten slotte wordt er nog één punt ter discussie gesteld waarbij het gaat om het feit dat studenten wel het product hebben vermeld, maar niet het soort product. Kennis hebben van het soort product is van groot belang bij het berekenen van de voedingswaarde. 9 Bronnen 1. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/V/Voedselconsumptiepeiling/Overzicht_p eilingen/Basis_7_69_jaar/Resultaten_VCP_Basis_7_69_jaar/Resultaten_macronutriënten_V CP_Basis_7_69_jaar 2. Voedingscentrum, de schijf van vijf. http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx 3. Voedingscentrum, vitamine C: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-c.aspx Geraadpleegd 4. Gezondheidsnet http://www.gezondheidsnet.nl/alles-over-afvallen/artikelen/7371/de-koolhydraat-held-ofboosdoener 5. Voedingscentrum, verzadigde vetten. http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/verzadigd-vet.aspx 10 Bijlage 1 Persoon 1 – Dorien Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1542 37 g 243 g 48 g 2,2 g 40 mg 17 g 0g Dag 2 1235 33 g 202 g 25 g 1,4 g 22 mg 12 g 0g Dag 3 1061 12 g 195 g 27 g 1,2 g 3 mg 6g 0g Gemiddelde Dag 1 21 en% 64 en% 13 en% 2 en% 0 en% Dag 2 24 en% 66 en% 8 en% 2 en% 0 en% Dag 3 10 en% 78 en% 11 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 18 en% 69 en% 11 en% 2 en% 0 en% Dag 1 2600 103 g 282 g 124 g 2,9 g 52 mg 18 g 0g Dag 2 4032 177 g 453 g 137 g 8g 101 mg 29 g 0g Dag 3 4228 195 g 437 g 167 g 5,8 g 100 mg 24 g 0g Gemiddelde Dag 1 35 en% 44 en% 20 en% 1 en% 0 en% Dag 2 39 en% 46 en% 14 en% 1 en% 0 en% Dag 3 41 en% 42 en% 16 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 38 en% 44 en% 17 en% 1 en% 0 en% 1,6 g 22 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 2 – Femke Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 5,6 g 84 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 11 Persoon 3 – Ikrame Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1899 72 g 229 g 77g 3,3 g 4 mg 10 g 0g Dag 2 1742 82 g 184 g 61 g 2,1 g 23 mg 9g 0g Dag 3 2484 105 g 313 g 62 g 3,6 g 71 mg 17 g 0g Gemiddelde Dag 1 33 en% 49 en% 17 en% 1 en% 0 en% Dag 2 42 en% 43 en% 14 en% 1 en% 0 en% Dag 3 38 en% 51 en% 10 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 37 en% 48 en% 14 en% 1 en% 0 en% Dag 1 1463 64 g 164 g 49 g 2,7 g 79 mg 12 g 0g Dag 2 2233 86 g 274 g 82 g 4,8 g 60 mg 14 g 0g Dag 3 1278 34 g 195 g 41 g 2,3 g 102 mg 11 g 0g Gemiddelde Dag 1 39 en% 46 en% 14 en% 1 en% 0 en% Dag 2 34 en% 50 en% 15 en% 1 en% 0 en% Dag 3 23 en% 62 en% 13 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 32 en% 53 en% 14 en% 1 en% 0 en% 3,0 g 33 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 4 - Judith Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 3,2 g 80 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 12 Persoon 5 – Joey Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1912 41 g 278 g 98 g 0,8 g 115 mg 30 g 0g Dag 2 1969 35 g 316 g 81 g 0,8 g 118 mg 41 g 0g Dag 3 714 14 g 89 g 61 g 0,6 g 33 mg 8g 0g Gemiddelde Dag 1 19 en% 58 en% 20 en% 3 en% 0 en% Dag 2 16 en% 64 en% 16 en% 4 en% 0 en% Dag 3 17 en% 48 en% 33 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 17 en% 57 en% 23 en% 3 en% 0 en% Dag 1 1437 59 g 164 g 55 g 1,3 g 71 mg 16 g 0g Dag 2 1812 46 g 256 g 79 g 2,5 g 221 mg 21 g 0g Dag 3 1935 42 g 324 g 59 g 1,5 g 93 mg 12 g 0g Gemiddelde Dag 1 36 en% 46 en% 16 en% 2 en% 0 en% Dag 2 22 en% 58 en% 18 en% 2 en% 0 en% Dag 3 19 en% 67 en% 12 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 26 en% 57 en% 15 en% 2 en% 0 en% 0,7 g 89 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 6 – Tessa Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 1,8 g 128 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 13 Persoon 7 – Maik Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1555 60 g 170 g 75 g 3,1 g 84 mg 13 g 0g Dag 2 1144 25 g 179 g 44 g 2,0 g 90 mg 14 g 0g Dag 3 2874 99 g 355 g 96 g 5,9 g 123 mg 22 g 18 mg Gemiddelde Dag 1 34 en% 44 en% 20 en% 2 en% 0 en% Dag 2 19 en% 63 en% 16 en% 2 en% 0 en% Dag 3 32 en% 53 en% 14 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 28 en% 53 en% 17 en% 2 en% 0 en% Dag 1 2436 80 g 371 g 52 g 4,0 g 20 mg 15 g 0g Dag 2 1749 63 g 260 g 31 g 1,2 g 20 mg 13 g 0g Dag 3 Gemiddelde Dag 1 29 en% 61 en% 9 en% 1 en% 0 en% Dag 2 32 en% 60 en% 7 en% 1 en% 0 en% Dag 3 3,7 g 99 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 8 – Kaoutar Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 2,6 g 20 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Gemiddelde 31 en% 60 en% 8 en% 1 en% 0 en% 14 Persoon 9 – Habibe Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 2573 65 g 427 g 68 g 2,8 g 4 mg 9g 0g Dag 2 2932 84 g 416 g 116 g 3,0 g 11 mg 28 g 0g Dag 3 1290 46 g 177 g 36 g 2,4 g 0 mg 8g 0g Gemiddelde Dag 1 22 en% 66 en% 11 en% 1 en% 0 en% Dag 2 25 en% 57 en% 16 en% 2 en% 0 en% Dag 3 32 en% 56 en% 11 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 26 en% 60 en% 13 en% 1 en% 0 en% Dag 1 1389 60 g 138 g 62 g 1,1 g 43 mg 18 g 0g Dag 2 326 15 g 25 g 21 g 2,2 g 0 mg 4g 0g Dag 3 1226 39 g 114 g 90 g 1,8 g 220 mg 20 g 0g Gemiddelde Dag 1 38 en% 41 en% 18 en% 3 en% 0 en% Dag 2 41 en% 31 en% 26 en% 2 en% 0 en% Dag 3 29 en% 38 en% 30 en% 3 en% 0 en% Gemiddelde 36 en% 37 en% 25 en% 2 en% 0 en% 2,7 g 5 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 10 – Kim Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 1,7 g 88 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 15 Persoon 11 – Ilham Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 803 22 g 108 g 39 g 1,1 g 16 mg 10 g 0g Dag 2 1017 41 g 124 g 32 g 1,6 g 12 mg 12 g 0g Dag 3 1408 59 g 152 g 59 g 1,9 g 54 mg 15 g 0g Gemiddelde Dag 1 24 en% 54 en% 20 en% 2 en% 0 en% Dag 2 36 en% 49 en% 13 en% 2 en% 0 en% Dag 3 37 en% 44 en% 17 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 32 en% 49 en% 17 en% 2 en% 0 en% Dag 1 2021 76 g 218 g 107 g 2,7 g 157 mg 16 g 0g Dag 2 2345 95 g 210 g 159 g 3,8 g 20 mg 10 g 0g Dag 3 1023 29 g 145 g 44 g 1,9 g 12 mg 7g 0g Gemiddelde Dag 1 33 en% 44 en% 21 en% 2 en% 0 en% Dag 2 36 en% 36 en% 27 en% 1 en% 0 en% Dag 3 25 en% 57 en% 17 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 31 en% 46 en% 22 en% 1 en% 0 en% 1,5 g 27 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 12 – Marleen Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 2,8 g 63 mg Energieprocent Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 16 Persoon 13 – Nuran Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1290 47 g 142 g 72 g 3,1 g 41 mg 5g 0g Dag 2 2060 78 g 290 g 44 g 1,7 g 34 mg 12 g 0g Dag 3 2301 107 g 271 g 55 g 1,9 g 12 mg 11 g 0g Gemiddelde Dag 1 32 en% 44 en% 23 en% 1 en% 0 en% Dag 2 33 en% 57 en% 9 en% 1 en% 0 en% Dag 3 41 en% 48 en% 10 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 35 en% 50 en% 14 en% 1 en% 0 en% Dag 1 1715 52 g 230 g 70 g 1,2 g 112 mg 25 g 0g Dag 2 2162 64 g 294 g 89 g 1,7 g 162 mg 24 g 0g Dag 3 2285 93 g 265 g 88 g 3,0 g 22 mg 15 g 0g Gemiddelde Dag 1 27 en% 54 en% 17 en% 2 en% 0 en% Dag 2 26 en% 55 en% 17 en% 2 en% 0 en% Dag 3 36 en% 47 en% 16 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 29 en% 52 en% 17 en% 2 en% 0 en% 2,2 g 29 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 14 – Charmaine Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 2,0 g 99 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 17 Persoon 15 – Daisy Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 3011 127g 374 g 83 g 3,0 g 29 mg 20 g 0g Dag 2 1349 43 g 192 g 41 g 2,2 g 28 mg 16 g 0g Dag 3 1746 50 g 253 g 59 g 3,5 g 331 mg 21 g 0g Gemiddelde Dag 1 37 en% 50 en% 11 en% 2 en% 0 en% Dag 2 28 en% 58 en% 12 en% 2 en% 0 en% Dag 3 25 en% 59 en% 14 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 30 en% 56 en% 12 en% 2 en% 0 en% Dag 1 1233 42 g 141 g 66 g 1,2 g 65 mg 13 g 0g Dag 2 1125 41g 125 g 60 g 1,8 g 37 mg 8g 0g Dag 3 1617 40 g 240 g 65 g 3,5 g 22 mg 16 g 0g Gemiddelde Dag 1 30 en% 46 en% 22 en% 2 en% 0 en% Dag 2 32 en% 45 en% 22 en% 1 en% 0 en% Dag 3 22 en% 60 en% 16 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 28 en% 50 en% 20 en% 2 en% 0 en% 2,9 g 129 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Persoon 16 – Delilah Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol 2,2 g 41 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol 18 Persoon 17 – Arianne Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1443 38 g 215 g 49 g 2,0 g 73 mg 20 g 0 mg Dag 2 2528 84 g 363 g 68 g 3,5 g 122 mg 23 g 0 mg Dag 3 1975 60 g 273 g 75 g 2,7 g 232 mg 17 g 0 mg Gemiddelde Dag 3 27 en% 56 en% 15 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 27 en% 58 en% 13 en% 2 en% 0 en% Dag 3 1631 72 g 174 g 65 g 1,8 g 17 mg 10 g 0 mg Gemiddelde Dag 3 39 en% 44 en% 16 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 35 en% 51 en% 13 en% 1 en% 0 en% 2,3 g 142 mg Energieprocent Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 23 en% 60 en% 14 en% 3 en% 0 en% Dag 2 29 en% 58 en% 11 en% 2 en% 0 en% Persoon 18 – Yacintha Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 2325 78 g 331 g 63 g 3,5 g 122 mg 23 g 0 mg Dag 2 2795 120 g 346 g 71 g 3,1 g 100 mg 20 g 0 mg 2,8 g 80 mg Energieprocent Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 29 en% 58 en% 11 en% 2 en% 0 en% Dag 2 38 en% 50 en% 11 en% 1 en% 0 en% 19 Persoon 19 – Sharia Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1421 54 g 172 g 58 g 1,8 g 1 mg 12 g 0 mg Dag 2 1192 40 g 137 g 65 g 1,8 g 40 mg 9g 0 mg Dag 3 1771 61 g 223 g 71 g 2,0 g 31 mg 17 g 0 mg Gemiddelde Dag 3 31 en% 51 en% 16 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 31 en% 49 en% 18 en% 2 en% 0 en% Dag 3 2577 62 g 340 g 66 g 3,0 g 290 mg 12 g 48 mg Gemiddelde Dag 3 25 en% 62 en% 12 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 28 en% 57 en% 14 en% 1 en% 0 en% 1,9 g 24 mg Energieprocent Dag 1 33 en% 49 en% 16 en% 2 en% 0 en% Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 2 30 en% 47 en% 22 en% 1 en% 0 en% Persoon 20 – Lisette Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1376 44 g 205 g 34 g 1,7 g 161 mg 9g 0 mg Dag 2 1960 72 g 231 g 93 g 3,0 g 75 mg 8g 0 mg 2,6 g 175 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 28 en% 61 en% 10 en% 1 en% 0 en% Dag 2 32 en% 48 en% 19 en% 1 en% 0 en% 20 Persoon 21 – Jessica Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1470 58 g 200 g 31 g 1,4 g 37 mg 9g 0 mg Dag 2 1574 35 g 269 g 33 g 2,0 g 57 mg 18 g 0 mg Dag 3 2593 83 g 281 g 80 g 3,6 g 33 mg 14 g 50 mg Gemiddelde Dag 3 33 en% 51 en% 15 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 29 en% 59 en% 11 en% 1 en% 0 en% Dag 3 1994 118 g 174 g 51 g 2,6 g 2 mg 14 g 0 mg Gemiddelde Dag 3 53 en% 36 en% 10 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 37 en% 49 en% 12 en% 2 en% 0 en% 2,3 g 42 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 35 en% 55 en% 9 en% 1 en% 0 en% Dag 2 20 en% 70 en% 8 en% 2 en% 0 en% Persoon 22 – Luca Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 2097 86 g 259 g 59 g 3,1 g 43 mg 24 g 0 mg Dag 2 1976 49 g 301 g 68 g 3,7 g 43 mg 24 g 0 mg 3,1 g 29 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 36 en% 50 en% 12 en% 2 en% 0 en% Dag 2 22 en% 62 en% 14 en% 2 en% 0 en% 21 Persoon 23 – Sanne Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1165 47 g 128 g 48 g 2,7 g 68 mg 13 g 0 mg Dag 2 1412 50 g 189 g 44 g 2,1 g 122 mg 11 g 0 mg Dag 3 1286 47 g 167 g 45 g 2,1 g 10 mg 8g 0 mg Gemiddelde Dag 3 32 en% 53 en% 14 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 33 en% 51 en% 14 en% 2 en% 0 en% Dag 3 1030 57 g 107 g 18 g 1,1 g 21 mg 7g 0 mg Gemiddelde Dag 3 49 en% 43 en% 7 en% 1 en% 0 en% Gemiddelde 33 en% 55 en% 11 en% 1 en% 0 en% 2,3 g 67 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 36 en% 45 en% 17 en% 2 en% 0 en% Dag 2 31 en% 54 en% 13 en% 2 en% 0 en% Persoon 24 – Aydin Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1646 52 g 224 g 64 g 4,0 g 57 mg 11 g 0 mg Dag 2 1079 27 g 179 g 26 g 1,0 g 27 mg 9g 0 mg 2,0 g 35 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 28 en% 55 en% 16 en% 1 en% 0 en% Dag 2 22 en% 67 en% 10 en% 1 en% 0 en% 22 Persoon 25 – Anne-Claire Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1400 39 g 227 g 28 g 1,6 g 54 mg 10 g 0 mg Dag 2 1381 38 g 211 g 39 g 1,8 g 77 mg 13 g 0 mg Dag 2 Gemiddelde 3,4 g 66 mg Energieprocenten Dag 1 25 en% 66 en% 8 en% 1 en% 0 en% Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 2 24 en% 62 en% 12 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 25 en% 64 en% 10 en% 1 en% 0 en% Persoon 26 – Maaike Kcal Vet Koolhydraten Eiwit Natrium Vitamine C Vezels Alcohol Dag 1 1376 58 g 139 g 69 g 4,0 g 14 mg 12 g 0 mg Dag 2 3271 114 g 332 g 104 g 5,0 g 21 mg 19 g 66 mg Dag 3 1779 64 g 208 g 62 g 1,9 g 19 mg 14 g 14 mg Gemiddelde Dag 3 33 en% 20 en% 15 en% 2 en% 0 en% Gemiddelde 35 en% 46 en% 17 en% 2 en% 0 en% 3,6 g 18 mg Energieprocenten Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Dag 1 37 en% 41 en% 20 en% 2 en% 0 en% Dag 2 36 en% 48 en% 15 en% 1 en% 0 en% 23 Gemiddelde pabo leerlingen Vet Koolhydraten Eiwit Vezels Alcohol Natrium Vitamine C 30 en% 53 en% 15 en% 2 en% 0 en% 2,6 g 66 mg Toelichting berekeningen De standaardnormen van elke voedingsstof in kJ zijn: Vet: 37 kJ per gram Koolhydraten: 17 kJ per gram Eiwitten: 17 kJ per gram Voedingsvezel: 8 kJ per gram Alcohol: 29 kJ per gram De inname in grammen van elke voedingsstof per pabostudent is berekend door de eetmeter van het voedingscentrum. Aan de hand van deze uitkomsten konden de energieprocenten per dag berekend worden door middel van de volgende berekening: Aantal gram vet per dag x 37 kJ = aantal kJ vet per dag. Aantal gram koolhydraten per dag x 17 kJ = aantal kJ koolhydraten per dag. Aantal gram eiwitten per dag x 17 kJ = aantal kJ eiwitten per dag. Aantal gram voedingsvezel per dag x 8 kJ = aantal kJ voedingsvezel per dag. Aantal gram alcohol per dag x 29 kJ = aantal kJ alcohol per dag. Wanneer het aantal kJ per voedingsstof berekend is, kan het totaal aan kJ voor de betreffende dag berekend worden door de uitkomsten per voedingsstof bij elkaar op te tellen. (aantal kJ vet + aantal kJ koolhydraten + aantal kJ eiwitten + aantal kJ voedingsvezel + aantal kJ alcohol = het totaal aan kJ wat iemand per dag binnenkrijgt.) Daarna volgt het berekenen van de energieprocenten (en%): Aantal kJ per voedingsstof / totale hoeveelheid kJ x 100% = de betreffende hoeveelheid voedingsstof in en%. 24 Na deze berekening zijn de gemiddelde energieprocenten per student berekend door de energieprocenten van twee/drie dagen bij elkaar op te tellen en de uitkomst hiervan te delen door 3 (in sommige gevallen door 2, door het bijhouden van maar twee dagen.) Het gemiddelde van alle pabostudenten bij elkaar is berekend door de gemiddeldes van elke student bij elkaar op te tellen en te delen door 26 personen (de klas bestaat uit 26 studenten). Natrium en vitamine C Ook de inname van de hoeveelheid natrium en vitamine C is door de eetmeter van het voedingscentrum berekend. De hoeveelheid natrium per persoon werd door de eetmeter in milligram gegeven, maar voor het vergelijken met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is het makkelijker om de hoeveelheid natrium in grammen weer te geven. De gemiddelde hoeveelheid natrium die per persoon wordt ingenomen, is berekend door de hoeveelheid natrium van drie dagen bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door 3. Het gemiddelde van alle pabostudenten bij elkaar is berekend door de gemiddeldes van elke student bij elkaar te tellen en te delen door 26 personen. Het gemiddelde van de inname van vitamine C is dezelfde manier berekend, maar deze hoeveelheid wordt wel in milligram gegeven. 25 Onderzoeksverslag Kwalitatief onderzoek 1.4 VD1D2 St Cristy Verlek Rianne de Wit Kim Niesen 26 Steph anie Beoordelingslijst Onderzoeksverslag Interview – blok 1.4 2012-2013 Jullie hebben een onvoldoende voor het verslag. Verbeter de punten die in de beoordelingslijst onvoldoende zijn. Verslag bevat maximaal 4 pagina’s (exclusief bijlage). V O Voorwaardelijke eisen: - Correct Nederlands; formulering, zinsopbouw, grammatica en spelling. - Lettertype 11 Calibri Inleiding - beschrijving aanleiding van het onderzoek beschrijving doel van het onderzoek beschrijving centrale onderzoeksvraag beschrijving deelvragen X x x x Methode - beschrijving soort onderzoek (literatuuronderzoek/ kwalitatief: interviews, wijze van labelen) beschrijving keuze en verantwoording interviewtopics/ interviewvragen beschrijving condities afname interview (introductie/ opname/ verwerking (uitgeschreven) /locatie etc.) X X x Resultaten beschrijving van de resultaten van de interviewtopics/ interviewvragen: per topic resultaten weergeven Conclusie, discussie en aanbevelingen - - x herhaling onderzoeksvraag en deelvragen antwoord op de deelvraag/ deel van de centrale vraag evaluatie van interviewtopics en condities kritische blik op eigen onderzoek met argumenten aanbevelingen voor vervolgonderzoek X X X x 27 x Bijlagen - uitgetypte interviewverslagen x TOTAAL Toelichting: Inleiding, Methode, Conclusie en discussie moeten Voldoende zijn. Resultaten mag Onvoldoende zijn als de discussie kritisch is. 28 Inleiding Uit onderzoek (1) is gebleken dat de prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij de Turkse bevolking in Nederland 2,5 tot 4,5 keer zo hoog is dan de Nederlanders. Diëtistenpraktijk 2GETHER IN BALANCE wil Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse Hagenaars graag overtuigen van de noodzaak om zich te laten testen op diabetes en daarvoor moet een voorlichtingsplan opgesteld worden. Ter ondersteuning van dit voorlichtingsplan is er een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door de eerstejaars studenten van de opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool. Het doel van het onderzoek is er achter komen hoe wij Turkse vrouwen tussen de40-65 jaar uit het Transvaalkwartier in Den Haag kunnen overtuigen om zich te laten testen op diabetes mellitus type 2. Het Transvaalkwartier is als aandachtswijk gekozen, omdat hier de meeste achterstand is geconstateerd (2). Dit onderzoek richt zich op de manier waarop we dit doel gaan bereiken. De centrale vraag luidt dan ook: “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?”. Deze vraag zal beantwoord worden aan de hand van verschillende deelvragen. De deelvragen die binnen onze centrale vraag passen zijn: Hoe ziet de leefsituatie van de doelgroep eruit? Wat zijn de eetgewoontes van de doelgroep? Welke factoren beïnvloeden het gedrag van de doelgroep? Hoe is het met de gezondheid van de doelgroep gesteld? Wat is de kennis van onze doelgroep over diabetes mellitus type 2? Hoe is de houding van de doelgroep tegenover diabetes mellitus type 2? In hoeverre is de doelgroep bereid om zich te laten testen? De topics van deze deelvragen zijn de leefsituatie, eetgewoontes, factoren die de eetgewoontes beïnvloeden, gezondheid en ervaring, de kennis en de bereidheid om zich te laten testen. Er is voor deze topics gekozen, omdat ze de deelvragen dekken en omdat alle antwoorden op deze deelvragen ons een uiteindelijk antwoord op de hoofdvraag zullen geven. In de methode zal besproken worden hoe we dit onderzoek hebben aangepakt en in de resultaten zullen de behandelde deelvragen worden beantwoord. Ten slotte trekken we een conclusie en beantwoorden we de centrale vraag. Methode Tijdens de eerste bijeenkomst is de aandachtswijk meteen bezocht met als doel om te ervaren hoe het er in de wijk aan toe gaat. Er is op zoek gegaan naar een buurtcentrum om hier een kwalitatief onderzoek uit te voeren door middel van interviews. Deze interviews werden met de Turkse vrouwen in het buurtcentrum gehouden door middel van een gesprek. De gesprekken waren niet één op één, maar werden in groepjes van 4-5 personen (focusgroep) gehouden, omdat niet iedereen Nederlands sprak en de vrouwen elkaar op deze manier konden helpen met communiceren. Het effect hiervan was dat er een gezellig gesprek ontstond waar wij de vragen in verwerkten en ondertussen notuleerden wat voor antwoorden er gegeven werden. Er is gekozen voor deze methode, omdat de onderzoekers hierdoor een goede indruk konden krijgen 29 van de situatie. Hierdoor kon de doelgroep zelf vertellen hoe ze tegen de hele situatie aankijken en hoe zij daarin staan. De topics en de daarop gebaseerde interviewvragen die aan bod kwamen (zoals beschreven in de inleiding), zijn gekozen omdat er aan de hand van deze topics en interviewvragen een beeld geschetst kon worden over de situatie van de doelgroep. Pas als er een beeld is van de situatie kan er worden overgegaan op een interventie. De topics “leefsituatie”, “eetgewoontes” en “factoren die de eetgewoontes beïnvloeden” zijn gekozen, omdat deze drie termen de lading dekken wat betreft het eetgedrag van de doelgroep. Doordat deze factoren veel invloed uitoefenen op het ontstaan van ziektes zoals diabetes, vonden wij het belangrijk om ons hierin te verdiepen. Daarbij komt ook het feit dat deze factoren ontzettend verschillen vergeleken met de leefsituatie, eetgewoontes en factoren die de eetgewoontes beïnvloeden van ons (de onderzoekers). Omdat de situatie van de doelgroep totaal verschilt van onze eigen situatie en omdat wij weinig weten van de situatie van de doelgroep, was het extra belangrijk om hiernaar te vragen. De interviewvragen die deze topics dekken zijn dan ook: 1. Hoe is uw leefsituatie? 2. Wat voor eetgewoontes heeft u? 3. Welke factoren beïnvloeden uw eetgedrag? De topics “gezondheid en ervaring”, “de kennis” en “bereidheid om zich te laten testen” zijn gekozen om een beter inzicht te krijgen in de persoonlijke beleving van de doelgroep ten opzichte van de situatie waar ze zich in bevinden. Hierbij is erop gelet of de geïnterviewde vrouwen zich wel beseften wat voor invloed hun gedrag uitoefent op hun gezondheid en waardoor het komt dat ze wel, amper of niet over deze kennis beschikken. De interviewvragen die deze topics dekken zijn: 1. Hoe is het met uw gezondheid gesteld? 2. Wat weet u over Diabetes Mellitus type 2? 3. Wat is uw houding tegenover Diabetes Mellitus type 2? 4. Heeft u ervaring met Diabetes Mellitus type 2? 5. Zou u zich willen laten testen? In het buurtcentrum is gevraagd naar informatie over de Turkse bevolking in de wijk. Er werd contact opgenomen met Marianne, een Nederlandse vrouw die al sinds haar 13e in de Turkse cultuur zit door haar man. Ze werkt in het buurtcentrum nauw samen met de Turkse vrouwen van de doelgroep die in het buurtcentrum langskomen. Ze praat Turks en weet veel van de cultuur en het gedrag van de vrouwen. Zelf heeft ze ook diabetes en de meerderheid van de 30 vrouwen die langskomen in het buurtcentrum ook. Marianne wilde graag als ervaringsdeskundige meewerken aan het onderzoek. Er is een afspraak gemaakt waarbij wij de kans hebben gekregen om de doelgroep te interviewen en er zo achter te komen hoe de doelgroep tegenover diabetes staat. Deze interviews worden gebruikt voor het kwalitatieve onderzoek. Er waren ongeveer acht vrouwen uit de doelgroep aanwezig, waarvan er zes zijn geïnterviewd. Hiernaast is er aanvullende informatie verkregen via Marianne. Na afloop van de bijeenkomst in het buurtcentrum zijn de interviews uitgewerkt en van labels voorzien, zodat deze voor het onderzoek gebruikt konden worden. Verder is er voor het beantwoorden van de deelvragen primaire wetenschappelijke literatuur gebruikt, deze bronnen zijn in de literatuurlijst vermeld. De interviews voor het onderzoek zijn zoals eerder beschreven, gehouden in een buurtcentrum van de wijk Transvaalkwartier. Voor het onderzoek zijn er zes personen van onze doelgroep geïnterviewd. De vrouwen van onze doelgroep bevonden zich in een Turks ingerichte woonkamer, waardoor zij zich erg op hun gemak voelden. Er werd traditioneel Turks gekookt en we werden verwelkomt met typisch Turkse thee. Geen van de zes vrouwen kon de Nederlandse taal goed spreken, waardoor we verschillende vrouwen nodig hadden die konden vertalen van Turks naar Nederlands en andersom. Deze situatie was lastig, maar de vrouwen die ons hebben geholpen met het vertalen, hebben het onderzoek erg geholpen. 3. Resultaten 3.1 De leefsituatie van de doelgroep Alle zes ondervraagde vrouwen hebben een Turkse afkomst en zijn later in hun leven naar Nederland geëmigreerd, omdat hun man hier makkelijker werk kon krijgen dan in Turkije. Ze hebben alle zes een inburgeringscursus gedaan. De vrouwen wonen al 10-56 jaar in Nederland, maar beheersen de taal nauwelijks. Het uiteindelijke idee is dan ook om later weer terug te gaan naar Turkije met het in Nederland verdiende geld, om daar een leven van goede kwaliteit op te bouwen. Ze voelen zich in Turkije toch meer thuis. De vrouwen zijn tussen de 52 en de 63 jaar oud en hebben gemiddeld vier kinderen. Ze hebben geen betaalde baan en richten zich op het onderhouden van het gezin en het huishouden. Eén van de vrouwen was echter alleenstaand. Haar vijf kinderen zijn het huis al uit en haar man is overleden. Zij woont in een flat waar weinig andere Turkse mensen wonen. 3.2 De eetgewoontes van de doelgroep In eerste instantie gaven de Turkse vrouwen aan goed op hun gezondheid te letten. Dit doen ze door te letten op hun suiker- en vetinname, zodat ze niet te zwaar worden. Na doorgevraagd te hebben, kwamen er echter andere dingen aan het licht, namelijk dat ze ontzettend veel eten wanneer er bezoek komt of wanneer ze op bezoek gaan. De intentie is er dus wel, maar de kennis van de doelgroep ligt niet op één lijn met wat nou echt gezond is. 31 Het is in de Turkse cultuur onbeleefd om eten af te slaan. Overal waar ze op bezoek gaan, zijn ze ‘verplicht’ veel te eten. Ook wordt er niet gekozen voor één maaltijd, maar is het altijd “en en en”. Er worden veel koolhydraatcomponenten tegelijk op tafel geserveerd, dus rijst én brood én aardappelen. Er wordt van alles een beetje gegeten. Door het geloof wordt er geen varkensvlees gegeten, maar verder wel elk soort vlees en vis. Het vlees wordt bereid op de Halal manier en ook dit heeft met de religie te maken. Er wordt veel rekening gehouden met het gezin, maar als er een speciale maaltijd moet worden bereid voor een gezinslid met diabetes dan wordt dit vaak niet gedaan omdat het teveel tijd en geld kost. Het verschilt per gezin of er veel Nederlands of Turks wordt gegeten. In het zorgcentrum wordt traditioneel Turks gegeten en per dag worden er twee maaltijden warm geserveerd. 3.3 De factoren die het eetgedrag van de doelgroep beïnvloeden Uit de interviews bleek dat de factoren die de grootste invloed hebben op het eetgedrag vooral cultuur, geloof en familie zijn. Door het geloof van de moslima’s mogen de vrouwen geen varkensvlees eten en het vlees dat ze wel eten, moet volgens de Halal bereidingswijze bereid zijn. Traditionele gebeurtenissen uit de cultuur zoals de Ramadan en het daarop volgende suikerfeest zijn belangrijke factoren die invloed hebben op het eetgedrag van de doelgroep. Wel worden er uitzonderingen gemaakt voor mensen die diabetes hebben. Eén van de ondervraagde vrouwen gaf aan dat ze door haar diabetes niet hoefde te vasten tijdens de Ramadan, maar dan moest ze wel een boete van €300 euro betalen en de vast periode later in haar leven inhalen. Echter verschilt deze boete per gemeenschap en hoeft deze soms zelfs helemaal niet betaald te worden, maar in de gemeenschap van deze vrouw is het dus wel gebruikelijk dat zij een boete van €300 euro moet betalen als zij niet vast tijdens de Ramadan. Ook visite en vrienden spelen een grote rol in het gedrag van de doelgroep. De vrouwen zijn erg afhankelijk van hun gezin en familie en dit heeft invloed op hun eigen gezondheid. 3.4 De gezondheid en ervaring van de doelgroep Drie van de zes geïnterviewde vrouwen heeft al diabetes mellitus type 2. Hiervan had één van de vrouwen al twee jaar een pacemaker en heeft ze last van slecht zicht en moeilijk lopen. Een andere vrouw zit net op het randje, maar heeft geen galblaas meer. Ook was er een vrouw die apparatuur had gekregen om haar diabetes te behandelen, maar geen idee had hoe deze apparatuur werkt. Ze had niet begrepen wat de dokter had uitgelegd en doet nu niks met de apparatuur. Ook in de omgeving van de doelgroep komt veel diabetes voor. 32 3.5 Wat weet de doelgroep al over diabetes mellitus type 2 en wat is hun houding tegenover de ziekte? Tijdens de interviews is duidelijk geworden dat de zes ondervraagde vrouwen geen idee hebben waar diabetes vandaan komt. Ze beseffen zich absoluut niet hoe ernstig de ziekte is en blijven vaak met de klachten rondlopen. Ze zijn zich niet bewust van de gevaren van diabetes. Twee vrouwen denken dat het komt omdat ze dik zijn, één denkt dat het erfelijk is. Er is weinig kennis over de ziekte en ook weinig interesse voor het verdiepen in deze ziekte. De drie vrouwen waarbij diabetes is vastgesteld, hebben een dieet gekregen van de diëtist. Het lukt ze echter alle drie niet om dit dieet op te volgen door invloeden van de rest van het gezin. De eetgewoontes veranderen vaak niet, nadat diabetes is vastgesteld en de voorgeschreven insuline wordt vaak niet gebruikt. De ziekte wordt dus niet erg serieus genomen en de houding tegenover de ziekte wordt beïnvloed door externe factoren zoals het gezin en omgeving. De traditie van het vele eten is belangrijker dan de ziekte en de vrouwen maken zich er niet zoveel zorgen om wat voor gevolgen dit met zich meebrengt. De medicatie en insuline worden ook niet serieus genomen, waardoor de vrouwen dus eigenlijk niet behandeld worden. Vanaf het 45e levensjaar heeft 26% van de Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland diabetes mellitus type 2 (3). Omdat het een veelvoorkomende ziekte is binnen de doelgroep zitten de vrouwen er niet heel erg mee dat ze diabetes hebben; ze vinden het niet raar omdat ze niet alleen zijn. 3.6 In hoeverre staat de doelgroep open om zich op diabetes te laten testen? De helft van de ondervraagde vrouwen heeft zich al laten testen op diabetes. Bij deze vrouwen is ook diabetes geconstateerd. De vrouwen gaven aan dat ze zelf naar de dokter zijn gegaan, nadat ze klachten ondervonden. De overige vrouwen gaven aan wel open te staan voor het laten testen op diabetes. 4. Conclusie Om de onderzoeksvraag “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 4065 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?” te kunnen beantwoorden zullen we eerst de eerder besproken deelvragen beantwoorden. De eerste deelvraag luidt: Hoe ziet de leefsituatie van de doelgroep eruit? Uit het onderzoek is gebleken dat de zes ondervraagde vrouwen oorspronkelijk uit Turkije komen en later naar Nederland zijn verhuisd, zodat hun man in Nederland kon werken en zo dus geld kon verdienen met als plan om later weer terug te gaan naar Turkije. De meeste vrouwen hebben een groot gezin en onderhouden dit gezin en het huishouden zelf, terwijl de man werkt. De tweede deelvraag luidt: Wat zijn de eetgewoontes van de doelgroep? De vrouwen blijken weinig kennis over gezond eten te hebben, waardoor ze veel en ongezond eten. Er staat altijd eten op tafel en eten wordt eerder als “gezellig” gezien dan als “functie voor het lichaam”. Ze eten 33 van alles wat, niet één zetmeelcomponent per maaltijd maar meerdere, zoals brood, rijst, pasta én aardappelen. De derde deelvraag luidt: Welke factoren beïnvloeden het gedrag van de doelgroep? Cultuur en religie hebben een grote invloed op de eetgewoonten. Een dieet wordt door de vrouwen niet opgevolgd, omdat dit teveel moeite kost. De vrouw zal, naast het bereiden van maaltijden voor haar familie, niet een aparte aangepaste maaltijd voor zichzelf bereiden. De vierde deelvraag luidt: Hoe is het met de gezondheid van de doelgroep gesteld? Drie van de zes geïnterviewde vrouwen heeft al diabetes type 2. De overige drie vrouwen hebben nog geen diabetes, maar zijn wel aan de zwaardere kant en hebben dezelfde eetgewoontes als de vrouwen die al wel diabetes hebben. De vijfde deelvraag luidt: Wat is de kennis van onze doelgroep over diabetes mellitus type 2? Er is weinig kennis over diabetes mellitus type 2. Ze weten niet waar de ziekte vandaan komt en denken dat het alleen maar erfelijk is en dat ze er zelf niets aan kunnen doen. Twee van de ondervraagde vrouwen weten wel dat voeding invloed heeft op hun gezondheid en hebben ook de intentie om gezond te eten, maar in het dagelijks leven wordt deze intentie nauwelijks nagestreefd. De zesde deelvraag luidt: Hoe is de houding van de doelgroep tegenover diabetes mellitus type 2? De ondervraagden zijn laks in de behandeling van diabetes mellitus type 2. Ze begrijpen de dokter die hen behandelen vaak niet en weten daardoor soms niet eens hoe ze hun eigen medicatie toe kunnen passen. Ook wat betreft voeding doet de doelgroep niet hun best om de gewoontes te veranderen. Dit staat waarschijnlijk in verband met het gebrek aan kennis over de invloed van voeding op de gezondheid. De zevende en laatste deelvraag luidt: In hoeverre is de doelgroep bereid om zich te laten testen? De drie vrouwen met diabetes hebben zich al laten testen, nadat ze klachten ondervonden. De overige drie vrouwen staan ervoor open om zich te laten testen. Door de bovenstaande antwoorden kunnen we de hoofdvraag “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?” beantwoorden. Om de vrouwen te laten testen, willen we de doelgroep eerst bewust maken van de ziekte, de complicaties en de risico’s. Ook willen we de drempel lager maken, zodat de vrouwen zich op hun gemak voelen om zich te laten testen. Dit gaan we doen door de dag cultureel in te vullen met activiteiten en hapjes. Ook kunnen we concluderen dat de vrouwen door het gebrek aan kennis niet geheel verstandig omgaan met de ziekte. Om hier verandering in te brengen, zullen de vrouwen meer moeten leren over de ziekte. Dit leerproces nemen we mee 34 in de voorlichting door de vrouwen op een leuke manier kennis te laten maken met diabetes mellitus type 2. 5. Discussie De topics die we gekozen hebben, waren relevant voor de onderzoeksvraag. Door de topics zijn we erachter gekomen wat het antwoord is op de centrale vraag en dus hoe we de Turkse bevolking het beste kunnen bereiken. Voor het kwalitatieve onderzoek is er gebruik gemaakt van interviews. Hierbij zijn zes Turkse vrouwen ondervraagd met een leeftijd van 40-65 jaar. Voor het houden van deze interviews is er van te voren een afspraak gemaakt met het buurtcentrum, zodat de Turkse vrouwen voorbereid waren op de interviews die er die dag gehouden werden. Echter waren wij bij het maken van deze afspraak niet bekend met het feit dat drie van de zes ondervraagde vrouwen zich al hadden laten testen op diabetes mellitus type 2 en dat zij dit ook daadwerkelijk hadden. Omdat de centrale vraag van ons onderzoek luidt: “Hoe krijgen wij als projectgroep 50-75 Turkse vrouwen tussen de 40-65 jaar zo ver om zich te laten testen voor diabetes type 2?”, was het voor het onderzoek beter geweest als we meer Turkse vrouwen hadden kunnen interviewen die nog geen diabetes type 2 hebben en zich nog niet getest hebben. Toch was het ook voordelig dat we vrouwen hebben gesproken die zich al hadden laten testen. Door een gesprek met deze mensen aan te gaan konden wij achterhalen wat voor hun een belangrijke reden was om zich wel te laten testen en wat zij minder fijn vonden aan de gang van zaken gedurende het testen. De interviewtopics die we gekozen hebben, dekten de informatie die we nodig hadden voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Daarom denken we dat deze topics erg nuttig zijn geweest en dat we door deze topics te gebruiken een compleet inzicht hebben gekregen over de situatie van de doelgroep. Voor een volgend onderzoek zouden de aanbevelingen zijn dat we meer mensen willen spreken die zich nog niet hebben laten testen op diabetes om zo tot een goede conclusie te komen die bij deze doelgroep aansluit. Desondanks hebben we een goede indruk gekregen van de situatie waarin de doelgroep zich bevindt en kunnen wij goed verder werken met de resultaten. 6. Literatuurlijst 1. Kriegsman D, Langen van J, Valk G, Stalman W & Boeke J. Hoge prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij Turken en Marokkanen. Amsterdam: Huisarts en Wetenschap, 2003. Rapport: 10.1007/BF03083393. 2. Gezondheidsmonitor 2010. Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Den Haag: 2010. 35 3. Diabetes Fonds. Allochtone bevolkingsgroepen en diabetes. Diabetes fonds, versie augustus 2007. 7. Bijlagen Bijlage 1: uitgetypte interviewuitslagen 1. Hoe is uw leefsituatie? Vrouw 63; man 3 kinderen, in 1989 naar NL gekomen Label: huisvrouw, gezin, verhuisd Vrouw 52; man 3 kinderen, in 1967 naar Nederland gekomen, geen werk Label: huisvrouw, gezin, verhuisd, ingeburgerd Ik woon sinds 39 jaar in Nederland en mijn 5 kinderen zijn het huis uit. Mijn man is overleden en ik woon alleen. Ik woon in een flat waar bijna geen andere Turkse mensen wonen. Labels: Alleenstaand, flatwoning. Vrouw van 58 jaar. Heeft een man en 4 kinderen. Is naar Nederland gekomen in 2002, heeft een inburgeringscursus gevolgd. Geen werk. Heeft 6 broers en 7 zussen. Label: huisvrouw, immigreren, gezin. Label: leefsituatie 2. Wat voor eetgewoontes heeft u? Eet alles, eet ook veel zout. Eten geen varkensvlees. Verder elk vlees. Ook veel vis. Proberen minder vet te eten, minder suiker, dat soort dingen. Opletten dat je het lichaam niet te dik maakt en gezond te eten. Label: cultuur, intentie, zout Is bewust bezig met de gezondheid (minder vetten en zuiker), maar kookt dingen die haar gezin ook lust want wilt niet 2 keer koken. Eet van alles, maar geen varkensvlees. Vind vis ook er lekker. Probeert ook gezond te eten om niet dikker te worden. Eet weinig omdat ze anders moet overgeven. Eet vaak 2 keer per dag warm. Eet niet vaak typisch Turks. Label: cultuur, intentie, gezondheid, gemak Ik eet van alles, maar wel van alles een klein beetje. Ik eet groente, zoals bloemkool, tomaat en sla. Ook eet ik light-producten. Yoghurt eet ik ook wel eens. Veel echte Turkse dingen eet ik niet meer, behalve als ik in het zorgcentrum ben. Ik eet geen varkensvlees, dit is niet halal. Labels: Groente, halal. 36 Ik probeer erop te letten dat mijn eten weinig vet en suiker bevat. Mijn lichaam moet niet te dik worden. Ze heeft van de diëtist een dieet gehad maar deze volgt ze niet aangezien ze voor het hele gezin moet koken, ze wil niet apart koken. Eet geen varkensvlees. Eet vaak 2 keer per dag warm en vooral de Hollandse pot. Label: dieet, gezondheid, gemak. Label: gezondheid, eten is belangrijk, cultuur 3. Welke factoren beïnvloeden uw eetgedrag? Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie. Label: invloeden, afhankelijk Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie. Label: invloeden, afhankelijk Ik ben Muslima, dus ik eet geen varkensvlees. Doordat ik suikerziekte heb, hoef ik niet mee te doen aan de ramadan. Soms komen mijn kinderen langs om te koken, of nemen ze lekkere patat mee. Labels: Geloof, afhankelijk Cultuur, geloof, vrienden/visite en gezin/familie. Label: invloeden, afhankelijk Label: Invloed cultuur op eetgedrag 4. Hoe is het met uw gezondheid gesteld? Heeft diabetes type 2. Label: diabetes Heeft geen diabetes type 2, maar zit wel op het randje. Heeft geen galblaas. Label: bedreiging Ik heb sinds 15 jaar suikerziekte en ik heb sinds 2 jaar een pacemaker. Daarnaast kan ik moeilijk lopen en slecht zien. Labels: hart- en vaatziekte, Diabetes Heeft diabetes type 2. Heeft spullen gekregen waarmee ze bloedsuikergehalte kan meten en insuline kan spuiten maar ze weet niet hoe het werkt. Label: diabetes, medicijnen. Label: diabetes, overgewicht, klachten 5. Wat weet u over Diabetes Mellitus type 2? Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Weet wel dat ze veel eet en dik is maar het interesseert haar niet echt. Label: onwetendheid, besef Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Wanneer je veel suiker en vet een wordt je dik en hierdoor kan je diabetes krijgen. Weet dat ze zich door middel van bloed afnemen kan laten testen. Ken de gevaren van diabetes niet. Label: onwetendheid, besef Het is suikerziekte. Hoe het komt weet ik niet, maar mijn moeder had het ook. Labels: onbekendheid. 37 Niet veel, weet ook niet waar het vandaan komt. Wanneer je veel suiker en vet eet wordt je dik en hierdoor kan je diabetes krijgen. Weet dat ze zich door middel van bloed afnemen kan laten testen. Ken de gevaren van diabetes niet. Label: onwetendheid, besef, testen. Label: weinig kennis 6. Wat is uw houding tegenover Diabetes Mellitus type 2? Naar de diëtist geweest, dieet gekregen maar niet gelukt om op te volgen omdat ze ook voor haar gezin moest zorgen en niet ook nog voor haar zelf anders kon gaan koken. Heeft haar eetgewoonten niet veranderd nadat ze gehoord heeft dat ze diabetes had. Gebruikt ook geen insuline. Label: externe factoren, neemt het niet serieus Ziet het niet als een besmettelijk iets, vind het lastig om de kans op diabetes tegen te gaan omdat je op visite eet, anders is het onbeleefd. Ze zegt dus eigenlijk dat eten belangrijker is dan de kans op diabetes. Maakt zich niet veel zorgen. Label: externe factoren, neemt het niet serieus, maak zich geen zorgen. Ze vind het vervelend maar niet heel erg dat de diabetes heeft. Heel veel mensen in haar omgeving hebben het. Ze houdt zich niet aan het dieet of aan de voeding om diabetes goed te laten verlopen. wanneer er mensen op visite komen komt er ontzettend veel eten op tafel en is het onbeleefd om dingen af te slaan dus ze moet wel veel eten dan. Ze weet niet hoe haar medicijnen/prikapparaatje werkt. Label: voeding, visite, beleefdheid, onwetendheid, herkenning. Label: weinig kennis, onwetendheid 7. Heeft u ervaring met Diabetes Mellitus type 2? Heeft het zelf Label: ervaring Heeft het zelf niet, veel vrienden en familie hebben het wel. Label: ervaring van vrienden Ik heb het zelf, en bijna iedereen die ik ken heeft het. Labels: hoge prevalentie, Ja, ik heb het zelf. Heel veel mensen in mijn omgeving hebben het ook. Label: omgeving, bekendheid. Label: genetisch 8. Zou u zich willen laten testen? Zelf klachten ondervonden, toen naar dokter gegaan en getest op diabetes. Toen bleek het dat ze diabetes had. Label: klachten, dokter Ja, heeft zich al laten testen bij de dokter, wegen poly-urie en veel drinken. Hierna is ze naar een diëtiste gegaan voor dieetadviezen. Label: klachten, dokter, diëtist, dieetadviezen 38 Ik heb me al laten testen. Doordat ik me niet lekker voelde ben ik naar de huisarts gegaan. Label: testen, klachten. Label: bereid om zich te laten testen 9. Heeft u nog vragen/opmerkingen? Ontzettend gastvrij, altijd veel eten (eten is dus heel sociaal en gezellig). Typische Turkse maaltijd: Eigenlijk altijd ui, vlees, tomaat, groente zijn de vaste maaltijd componenten. Dan nog rijst en brood (brood is altijd vast). Salade, yoghurt, het is allemaal en en en. Voeding veranderd totaal als ze naar Nederland gaan. Met fastfood enzo. Incontinentie daar schamen ze zich voor, wordt niet veel over gepraat. Over diabetes wordt wel veel over gepraat. Label: gastvrij, gezelligheid, veel, alles, communicatie Ontzettend gastvrij, altijd veel eten (eten is dus heel sociaal en gezellig). Typische Turkse maaltijd: Eigenlijk altijd ui, vlees, tomaat, groente zijn de vaste maaltijd componenten. Dan nog rijst en brood (brood is altijd vast). Salade, yoghurt, het is allemaal en en en. Voeding veranderd totaal als ze naar Nederland gaan. Met fastfood enzo. Incontinentie daar schamen ze zich voor, wordt niet veel over gepraat. Over diabetes wordt wel veel over gepraat. Label: gastvrij, gezelligheid, veel, alles, communicatie 39 40 Inleiding In dit onderzoeksrapport zijn drie onderdelen opgenomen. Vanuit het bedrijf Sanutriënt Nederland is de vraag gekomen om een nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding te ontwikkelen voor oncologische patiënten. De voedingskundige onderzoekers van de researchteams op de afdeling Research en Development hebben verschillende onderzoeken uitgevoerd en samengewerkt met de marketingafdeling van Sanutriënt Nederland om uiteindelijk een nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding te kunnen ontwikkelen voor oncologische patiënten. Allereerst is er literatuuronderzoek gedaan om erachter te komen wat de specifieke (voedings) behoeften zijn voor oncologische patiënten. Er is research gedaan naar de medische achtergrond van deze ziekte, de voedingsproblematiek en de voedingsbehoefte bij kanker, de risicogroep/doelgroep en de noodzakelijke kenmerken voor het te ontwikkelen product. Daarnaast is vanuit marketing de vraag gekomen een aantal concurrerende drinkvoedingen sensorisch te onderzoeken om dit te kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van het nieuwe product. De smaak, kleur en geur van drinkvoeding is van groot belang voor drinkvoeding. In dit onderzoeksrapport is dus ook het verslag van het sensorisch onderzoek terug te vinden. Tot slot is er een onderzoeksopzet gemaakt voor het klinisch onderzoek voor de nieuwe ziektespecifieke drinkvoeding. 41 Literature research oncology 42 Index Summary ..................................................................... Error! Bookmark not defined. Introduction .................................................................. Error! Bookmark not defined. Method......................................................................... Error! Bookmark not defined. Results...................................................................................................................... 47 Medical background .............................................................................................. 47 Nutritional Problems ............................................................................................. 47 Nutritional needs ................................................................................................... 47 Risk group / target group....................................................................................... 48 Description of necessary characteristics of the future product .............................. 49 Conclusion ................................................................................................................ 50 Discussion ................................................................................................................ 50 Reference ................................................................................................................. 50 Appendixes ............................................................................................................... 51 Appendix 1 ............................................................................................................ 51 Appendix 2 ........................................................................................................... 52 Appendix 3 ........................................................................................................... 54 Appendix 4 ........................................................................................................... 55 Appendix 5 ........................................................................................................... 58 Appendix 6 ........................................................................................................... 60 43 44 Summary The chances of developing tumors of the colon are related to genetic factors or/as well as maintaining a western lifestyle. The types of problems that develop from having a colonic tumor depend on its location. For example, a tumor located on the left side of the colon will cause obstructive problems by nearly blocking passage completely. Some symptoms related to colorectal stenosis are abdominal pain, cramps and constipation and fecal blood loss ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013) A colonoscopy is used to diagnose colonic cancer. The treatment options are surgery, chemotherapy and radiotherapy ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013). Thirty to ninety percent of all cancer patients suffer involuntary weight loss. Experiences such as loss of appetite and changes in smell and taste lead to malnutrition. Of 213 cancer patients, 10,3% suffer from malnutrition. Tumors in the digestive tract often cause satiation to occur after eating small amounts of food as well as nausea and vomiting. Treatments such as chemotherapy and radiotherapy often have side effects that affect the digestive tract ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013). Nutritional advice for cancer patients is to ingest 25-35 kcal/kg bodyweight a day. Aside from the energy provided by proteins, patients will need 100-200 percent of the daily energy recommendation to receive appropriate energy from nutrition. The ideal fat to carbohydrate ratio for obtaining and keeping an optimal nutritional status is 40 percent fat to 60 percent carbohydrates (Nitenberg & Raynard, 2000). In the Netherlands, one in three men and one in four women get cancer. Every year over 12.000 people get colon cancer. The age group affected most by colon cancer are 55 to 75 year old (Ferlay , Autier , & Boniol , 2007) The production of an energy and protein enriched product is necessary to improve the nutritional status. The calorimetric method proves to be the best way to calculate energy needs. The use of the calorimetric method reduces the risk of malnutrition but it also reduces the risk of overfeeding the patient. Possible surgery or chemotherapy need not to be taken into account (Arash , Tucker, & Taylor, 2009). 45 Introduction Sanutriënt Nederland is a company that operates on the enteral nutrition market. The company produces several standard drip feed and drink sip feeds. The company is now looking to introducing a drink sip feed targeted towards specific illnesses, aimed at nutritional problems produced by cancer. The specific cancer type for this drink sip feed is colon cancer. Today, around 60.000 people are suffering from colon cancer in the Netherlands. Every year 13.000 people join this group (Poos, Gommer, & RIVM, 2013). Studies by the Integraal Kankercentrum Nederland show a rise in the number of colon cancer patients in the Netherlands (Intergraal Kankercentrum Nederland , 2011). Which leads to the conclusion that the group of people suffering from colon cancer is growing. This causes a need for a specific drink sip feed targeted towards colon cancer patients. The development of a quality specific drink sip feed targeted towards colon cancer requires proper research on the illness and its nutritional problems related to it. The research question is: To what extent is the nutritional status of colon cancer patients affected. Several topics are studied to formulate an answer to this question. The topics are: the medical background, nutritional problems, the nutritional requirements and the riskgroup of colon cancer. The results of this research show the necessary characteristics of the future product. Method The research question and its topics will be answered by means of a literature study. Scientific articles have been analyzed with the help of tables (see appendix). Some Dutch as well as English articles are used for this research. The following subject matters and combinations of these have been used: food, colon cancer, nutrition, nutritional status, voeding, dikke darmkanker, dikke darmaandoeningen, voedingstoestand, voedingsbehoefte, risicogroep, medisch. Information was selected in this manner. The articles are evaluated with the use of the evidence based method, the articles were also evaluated for their suitability to answering the research question. 46 Results Medical background Malignant colonic tumors have different underlying causes. It can be hereditary or it can be related to an unhealthy lifestyle. Different causes being overweight, a lack of exercise, smoking and an excessive use of alcohol. The most common type of tumor of the colon is the adenocarcinoma, which are malignant tumors in the glandular tissue. Tumors on different locations cause different types of symptoms. Tumors that only cause symptoms in an advanced stage are tumors in the caecum, the colon ascendens and the transverse colon. Typical symptoms are a poor appetite, weight loss and anemia. Obstipation is developed in a very advanced stage being that food is still runny in this part of the colon. When the left side of the colon is mostly closed off, obstipation also occurs. The stricture of the colon causes symptoms such as diarrhea or obstipation, abdominal pain and fecal blood loss. Treatment A colonoscopy is oftentimes used to diagnose colon cancer. Surgery (colectomy or hemi colectomy) is inevitable in most cases. Followed by a temporary ileo- or colostomy depending on the patient’s condition as well as the condition of the colon. Chemo or radiotherapy or a combination of both forms a part of the treatment for many patients. In the cases of tumors that cannot be removed completely by means of surgery or lymph node metastasis supplementary chemotherapy is given as a standard procedure. To prevent metastasis and to benefit the success of surgery, pre surgery chemotherapy is given in the case of certain types of cancer ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013). Nutritional Problems Cancer patients oftentimes suffer from weight loss and malnutrition. Thirty to ninety percent of all cancer patients suffer from weight loss, the type of cancer, the location of the cancer, the grade, metastasis and treatment all play an important role. Loss of appetite is usually the underlying cause for weight loss and malnutrition. Changes in the sense of smell and taste and the individual’s sensitivity also play a part. Research performed on 213 patients suffering from stomach, colon, lung, and prostate cancer showed 10,3 percent of this group suffered from malnutrition. Mental wellbeing is another important factor in maintaining a healthy appetite during when suffering from cancer. Depression also changes the appetite. Half of all patients develop a taste and smell aversion. Research shows all these factors play a major part in malnutrition. Tumors in the digestive tract cause satiation, nausea and possibly vomiting after small amounts of food have been ingested. Cancer treatments like chemotherapy also cause malnutrition. Chemotherapy is known for causing side effects such as nausea, vomiting, feeling bloated, cramps, malabsorption and the ceasing of peristalsis. Radiotherapy causes similar side effects as well as causing a need to alleviate oneself more frequently. Both treatments affect the digestive system (Nitenberg & Raynard, 2000). Nutritional needs The energy needs of cancer patients depend on whether they are undergoing therapy or surgery and what state the cancer is in. In the article a range is given of 25-35 kcal/kg a day. The energy acquired apart from proteins should be between 100 and 200 percent of the daily energy intake to preserve an adequate energy status. If the patient can still receive nutrition 47 orally, the daily energy acquired should not be lowered. In the case of metabolic problems restrictions should be made. There are no specific recommendations for patients who exclusively receive clinical nutrition. The fat to carbohydrate intake ratio mentioned is 40% fat to 60% carbohydrates for preserving a proper nutritional status. Excessive nitrogen intake does not seem to improve the metabolic state of the patient but instead poses a risk to patient’s health with chances of blood urea buildup coming into play (Nitenberg & Raynard, 2000). The daily micronutrient requirement for people in the age group of 51-70 differs from people in other age groups. Vitamine-info.nl provides a list of all the micronutrients in the following table 1.1 (Vitamine Informatie Bureau, 2014). Table 1.1 (Vitamine Informatie Bureau, 2014). Risk group / target group Cancer is very common in the Netherlands. The probability that a Dutchman gets cancer is one in three male and one in four female. Colon cancer is in the top three of the most common type of cancer. In the Netherlands colon cancer seems to appear more often than in other European countries. There are more than 12.000 people per year diagnosed with colon cancer in the Netherlands which means that about one in twenty Dutchman are faced with this disease in their lifetime (Ferlay , Autier , & Boniol , 2007). Women have 5,6% chance to get colon cancer in their lifetime and men 6,3%. Every year there are more cases of colon cancer, it increases about 3% per year. This could be the result of the increasing life expectancy and an aging population in the Netherlands (table 1.2). Colon cancer is the most common at the age of 55 to 75 years old ( Kiemeney, et al., 2008). Currently there are about 30.000 Dutchman between 55 and 75 years old who have colon cancer but aren’t diagnosed yet. Unfortunately colon cancer can develop with few obvious symptoms what makes it diagnosed too late for treatment ( Jansen , Laheij, & van Rossum, 2010) 48 Necessary characteristics of the future product For the development of the new product it’s necessary that it connects with the nutritional needs of the patients who are diagnosed with colon cancer. In addition it’s important that the product is enriched in energy and protein to improve the nutritional status of the patients ( Wierdsma & van Bodegraven, 2013). The requirement of energy can best be calculated by means of the indirect calorimetric method. This is an accurate method and research has shown that this method gives the least risk of malnutrition and over nutrition (Arash , Tucker, & Taylor, 2009). During the development of the product it’s not necessary to take account with therapies such as surgery or chemotherapy. This was shown by a study of the UCLA School of Medicine in Torrance (UCLA School of Medicine, department Medicine, 1989). Research has shown that probiotics and prebiotics presumably have the beneficial carcinogenic effect. Adding this pro- and prebiotics to the product would make the product more unique, better and also have a preventive role ( Pool-Zobel & Rechkemmer, 2001). 49 Conclusion For the development of a new product of Sanutriënt it’s necessary to have a good point of view on the problems of colon cancer. Colon cancer can originate by hereditary predisposition or an unhealthy way of living. This kind of cancer is the most common at people between 55 and 75 years old. Colon cancer is often discovered late because it shows little to non-symptoms in an early stage. People who have cancer appear to be underfed or lose weight which is due to a higher nutritional need or a decreased appetite because of the treatment. People who have colon cancer also need a higher intake energy and protein. Elderly people also need some extra vitamins and minerals which also should be integrated in the new product. Discussion There are many researches done about nutrition and colon cancer but there hasn’t been a lot scientifically proven. So they say that fibers, omega 3 and extra vitamin D are probably having a slightly protective effect. Only because this isn’t really investigated yet, it can’t be used in the development of the new product. References Jansen , J. B., Laheij, R. J., & van Rossum, L. G. (2010, May). Bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Opgeroepen op February 2014, van www.ntvt.nl: www.ntvt.nl/artikel/117/5/bevolkingsonderzoek-naar-darmkanker?...1 Kiemeney, L. A., Lemmers, F. A., Verhoeven, R. H., Aben, K. K., Honing, C., de Nooijer, J., et al. (2008, Octobre). Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde, ‘De kans op kanker voor Nederlanders’, oktober 2008. Opgeroepen op February 2014, van http://www.ntvg.nl: http://www.ntvg.nl/publicatie/de-kans-op-kanker-voornederlanders/volledig Pool-Zobel, B. L., & Rechkemmer, G. I. (2001). Protective role of probiotics and prebiotics in colon cancer. Opgeroepen op February 2014, van http://ajcn.nutrition.org: http://ajcn.nutrition.org/content/73/2/451s.full Wierdsma, N. J., & van Bodegraven, A. A. (2013, December). Voeding bij dikke darmaandoeningen. Opgeroepen op February 2014, van http://www2.bsl.nl: http://www2.bsl.nl/corp/common/framecreator.asp?ak=paramedisch&ap=vakb Arash , P., Tucker, A. M., & Taylor, K. A. (2009, April). Comparison of Measured Versus Predicted Energy Requirements in Critically Ill Cancer Patients. Opgeroepen op February 2014, van http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl: http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?vid=7&si d=8de60704-8faa-4b8f-b173-e825 Ferlay , J., Autier , P., & Boniol , M. (2007, March 18). Estimates of the cancer incidence and mortality in Europe in 2006. Opgeroepen op February 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17287242 Intergraal Kankercentrum Nederland , (. (2011). Dataset 2. Opgeroepen op Ferbruary 2014, van www.cijfersoverkanker.nl: http://www.cijfersoverkanker.nl/selecties/Dataset_2/img531efab69b356 Nitenberg, G., & Raynard, B. (2000, December). Nutritional support of the cancer patient: issues and dilemmas. Opgeroepen op February 2014, van http://www.croh- 50 online.com: http://www.croh-online.com/article/S1040-8428%2800%29000482/fulltext?refuid=S0261-5614%2812%2900234-8&refissn=0261-5614#BIB4 Poos, M. J., Gommer, A. M., & RIVM. (2013, September 26). Hoe vaak komt dikkedarmkanker voor en hoeveel mensen sterven eraan? Opgeroepen op February 2014, van http://www.nationaalkompas.nl: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/kanker/dikkedarmkanker/omvang/ UCLA School of Medicine, department Medicine. (1989, January 15). Symptoms Potentially Influencing Weight Loss in a Cancer Population. Opgeroepen op February 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2910438 Vitamine Informatie Bureau. (2014). Hoeveel heb ik nodig? Opgeroepen op February 2014, van www.vitamine-info.nl: http://www.vitamine-info.nl/hoeveel-heb-ik-nodig/51-70jaar/ Bijlagen Bijlage 1 Ir. N.J. Wierdsma , Dr. A.A. van Bodegraven, Voeding bij dikke darmaandoeningen Informatorium voor Voeding en Diëtetiek (december 2013) Via de vakbibliotheek is er gezocht op de zoekterm darmkanker. Hieruit volgde veel artikelen die hiermee te maken hadden. Het artikel ‘Voeding bij dikkedarmaandoeningen’ leek geschikt vanwege de bronnen die voor dit artikel gebruikt waren en sloot het meest aan op de onderzoeksvraag. Kenmerken van het onderzoek Endoscopie (bij voorkeur coloscopie) is het voorkeursonderzoek wanneer er gedacht wordt aan colorectale kanker. Diagnostische technieken omvatten endoscopie en beeldvormende technieken, zoals colon-röntgenfoto met bariumcontrast. Virtuele colonoscopie met behulp van CT-scan of MRI worden eveneens ingezet. Voor tumorstagering zijn CT-scan, MRI en PET-CT diagnostische onderzoeken. Resultaten Kankercellen in het klierweefsel (adenocarcinomen) zijn veruit de meest voorkomende kwaadaardige tumoren van de dikke darm. Van de colorectale tumoren bevindt 60 procent zich in het linkszijdige deel van de dikke darm. De kwaadaardige tumoren in de dikke darm kunnen een genetische en niet-genetische factor hebben. Colonkanker is gerelateerd aan de westerse leefstijl. Obesitas en een gebrek aan lichaamsbeweging dragen bij aan de 51 ontwikkeling van colorectale kanker, evenals roken en overmatig alcoholgebruik. Een andere risicofactor is IBD. De symptomen van colorectale kanker zijn afhankelijk van de locatie van de tumor. Tumoren in het coecum, het colon ascendens en het colon transversum geven alleen lokale klachten in een vergevorderd stadium. Obstructie ontstaat pas laat doordat de darminhoud in dit gedeelte van het maagdarmkanaal vloeibaar is. Meestal worden ijzergebreksanemie, een verminderde eetlust en afvallen eerder gemeld. Ook een tumor in het distale (linkszijdige) deel van de dikke darm geeft wonderlijk genoeg pas obstructieklachten als de darm bijna volledig afgesloten is. Colorectale stenoses geven buikpijn, krampen en een veranderd defecatiepatroon (diarree of obstipatie) en soms verhoogde aandrang. Rectaal bloedverlies is een veelzeggend teken. Bijlage 2 Critical Reviews in Oncology:Hematology 34 (2000) 137–168, Nutritional support of the cancer patient: issues and dilemmas Ge´rard Nitenberg *, Bruno Raynard Intensive Care Unit, Institut Gustave Roussy, 39, rue Camille Desmoulins, 94805 Villejuif, France Accepted 12 January 2000 What are the nutritional needs of cancer patients? The characteristics of the research This article is a critical review on the latest nutrition recommendations for cancer patients by two researchers, one of them is a medical doctor. The research on energy requirements mentioned in the review is a descriptive research on 21 colorectal cancer patients (103 in the glossary section). The research on protein intake is a randomized research on 12 colorectal cancer patients. Results Calorie requirements 25-35 Kcal:kg:day Glucose55 g/kg/day Lipids (LCT or LCT_MCT) 0.5–1 52 g:kg:day 24 h continuous perfusion is better tolerated Protein requirements 0.25-0.35 gN:kg:day Standard amino acid solutions (PN) or whole protein diets (EN) Vitamins Balanced standard solutions Vitamin K (\6 10 mg:day) Vitamins B1 and B6 (\100 mg:day) Antioxidants (vitamins A, C and E) Trace elements Complete standard solutions Zn (15–20 mg:day) , Se (120 mg:day) Electrolytes Daily adaptation (Na_, K_, Ca__) P(\16 mMol:day) , Mg(\200 mg:day) Strengths The reviewers are careful to consider newer findings to be valid. Weaknesses The source for energy recommendations stems from 1988. It is a descriptive study. The research subjects group is quite small compared to the large group of existing colon cancer patients (source number 103 in the glossary). Level of evidence C Describe the working method The energy requirements for colorectal cancer patients are derived from a descriptive study on 21 colorectal cancer patients. The recommendations for protein intake were derived from a randomized research on 12 colorectal cancer patients ( source number 36 in the glossary). The recommendations for carbohydrate intake seem to 53 miss a source of research. Results The energy needs of cancer patients depend on whether they are undergoing therapy or surgery and what state the cancer is in. In the article a range is given of 25-35 kc/Kg a day. The energy acquired apart from proteins should be between 100 and 200 percent of the daily energy intake to preserve an adequate energy status. If the patient can still receive nutrition orally, the daily energy acquired should not be lowered. In the case of metabolic problems restrictions should be made. There are no specific recommendations for patients who exclusively receive clinical nutrition. The fat to carbohydrate balance mentioned is 40% fat against 60% carbohydrates to preserve a proper nutritional status. Excessive nitrogen intake does not seem to improve the metabolic state of the patient but instead poses a risk to patients health with chances of blood urea buildup coming into play. Conclusions The conclusion is that cancer patients need more energy, have a similar fat to carbohydrate balance to healthy people and that an excessive protein intake doesn’t necessarily result in a higher nitrogen intake. The amount of sources for the recommendations for colorectal cancer patients are limited. And they are also either randomized or descriptive studies. More A2 level studies are needed for this group. Bijlage 3 Estimates of the cancer incidence and mortality in Europe in 2006. Author: Ferlay J, Autier P, Boniol M. Kenmerken van het onderzoek Monitoring the evolution of the cancer burden in Europe is of great value. Estimates of the cancer burden in Europe have been published for 2004 and estimates are now being presented for cancer incidence and mortality in Europe for 2006. Resultaten In 2006 in Europe, there were an estimated 3,191,600 cancer cases diagnosed (excluding nonmelanoma skin cancers) and 1,703,000 deaths from cancer. The most common form of cancers was breast cancer (429,900 cases, 13.5% of all cancer cases), followed by colorectal cancers (412,900, 54 12.9%) and lung cancer (386,300, 12.1%). Lung cancer, with an estimated 334,800 deaths (19.7% of total), was the most common cause of death from cancer, followed by colorectal (207,400 deaths), breast (131,900) and stomach (118,200) cancers. Sterke punten / Zwakke punten / Level of evidence A2 Beschrijf de aanpak The most recent sources of cancer incidence and mortality data have been collected and projections have been carried out using short-term prediction methods to produce estimated rates for 2006. Additional estimation was required where national incidence data were not available, and the method involved the projection of the aggregations of cancer incidence and mortality data from representative cancer registries. The estimated 2006 rates were applied to the corresponding estimated country population to obtain the best estimates of the cancer incidence and mortality in Europe in 2006. Conclusies The total number of new cases of cancer in Europe appears to have increased by 300,000 since 2004. With an estimated 3.2 million new cases (53% occurring in men, 47% in women) and 1.7 million deaths (56% in men, 44% in women) each year, cancer remains an important public health problem in Europe and the ageing of the European population will cause these numbers to continue to increase even if agespecific rates remain constant. Evidence-based public health measures exist to reduce the mortality of breast and colorectal cancer while the incidence of lung cancer, and several other forms of cancer, could be diminished by improved tobacco control. Bijlage 4 ‘Comparison of Measured Versus Predicted Energy Requirements in Critically Ill Cancer Patients’ 55 Auteurs: Arash Pirat, Anne M Tucker, Kim A Taylor, Rashida Jinnah, Clarence G Finch, Todd D en Joseph L Nates Database: CINAHL with Full Text Zoektermen: cancer, food, requirements Link: http://web.a.ebscohost.com.ezproxy.hhs.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?vid=7&sid=8de6 0704-8faa-4b8f-b173-e825cfc9280b%40sessionmgr4005&hid=4114 Samenvatting in tabel vorm: Kenmerken van het onderzoek - - - Resultaten 34 oncologiepatiënten die op de Intensive Care afdeling in kritieke toestand verkeerden tussen maart 2004 en juli 2005. Vond plaats in het MD Anderson Cancer Center’s medical and surgical oncology Intensive Care Unit Onderzoekers gebruikten 3 methodes voor het bepalen van de energieverbruik- en behoefte. 1. De klinische benaderingsmethode resulteerde in 15% ondervoeding, 15% passende voeding en 71% overvoeding. 2. Harris & Benedict resulteerde in 29% ondervoeding, 41% passende voeding en 29% overvoeding. 3. De indirecte calorimetrie methode heeft dezelfde resultaten als Harris & Benedict waarbij men niet rekening houdt met de stress- en activiteiten factor. 4. Harris & Benedict en de indirecte calorimetrie methode kwamen beide lager uit dan de klinische benaderingsmethode. Sterke punten Het onderzoek maakte gebruik van veel gegevens en het was specifiek: de onderzoeksgroep moest aan een bepaald criterium voldoen wilde men in aanmerking komen voor het onderzoek. Zwakke punten De gegevens werden in tabellen geordend, maar het was niet altijd even overzichtelijk en duidelijk wat er precies 56 mee bedoeld werd. Level of evidence A2 Beschrijf de aanpak In totaal waren er 34 patiënten die deelnamen aan het onderzoek. Zij voldeden aan een bepaald protocol wat van tevoren was opgesteld door de onderzoekers. Er moest tijdens hun voedingsassessment gebruikgemaakt zijn van de indirecte calorimetrie methode. Deze methode wordt alleen bij een assessment gebruikt, als de patiënt langer dan zeven dagen kunstmatig wordt beademd. De indirecte calorimetrie methode werd uitgevoerd door speciaal getrainde therapeuten. Echter werd het niet uitgevoerd bij de patiënt als er een van de volgende symptomen optrad: hemoglobine instabiliteit (als er weinig hemoglobine is, kan er weinig getransporteerd worden), een positieve uitademing wat betreft druk (>10cm H20), een maximale druk van >60cm H20, gebruik van neuromuscular blockers, een lek in het ventilatiecircuit, onderbreking van voeding binnen 24 uur voor het meetmoment. De gemeten energieverbruik werd aangeduid in kcal/d. Tijdens de meting moest de patiënt in stabiele toestand verkeren. Lukte dit niet, dan werd de meting ongeldig verklaard. Alle patiënten kregen dus een voedingsassessment. Dit assessment bestond het meten van de lengte, het wegen van het gewicht en het berekenen van de BMI. Daarnaast werd het ideale gewicht berekend en het dagelijkse energie verbruik. Naast de indirecte calorimetriemethode werden de klinische benaderingsmethode en de Harris & Benedict methode gehanteerd. De klinische benadering berekent het energieverbruik in rust en houdt er rekening mee dat de persoon wakker in bed ligt en zich bewust is van zijn omgeving. Daarnaast werd de Harris & Benedict methode gebruikt om het basale energieverbruik vast te stellen. Er werd hierbij niet rekening gehouden met stress- en activiteitfactoren. Na al deze gegevens te hebben verzameld, werden de gemeten uitkomsten van de indirecte calorimetrie methode vergeleken met de geschatte uitkomsten van de andere twee methodes. Zo kon er vastgesteld worden of er sprake was van ondervoeding, passende voeding of overvoeding. Ondervoeding werd vastgesteld als het energieverbruik dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische benadering <90% was van de gemeten energieverbruik met de indirecte caloriemetrie methode. Passende voeding werd vastgesteld als het energieverbruik dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische benadering <10% verschilde met de uitkomst van de indirecte calorimetrimethode. Overvoeding werd vastgesteld als het energieverbruik dat berekend was met Harris & Benedict of de klinische benadering >110% was van de gemeten energieverbruik met de indirectie calorimetriemethode. 57 Bevindingen De klinische benaderingsmethode resulteerde in 15% ondervoeding, 15% passende voeding en 71% overvoeding. De Harris & Benedict methode resulteerde in 29% ondervoeding, 41% passende voeding en 29% overvoeding. De indirecte calorimetrie methode heeft dezelfde resultaten als Harris & Benedict, als men niet rekening houdt met de stress- en activiteitfactoren. Harris & Benedict en de indirecte calorimetrie methode kwamen beide lager uit dan de klinische benaderingsmethode wat betreft het energieverbruik. Conclusie Voor het vaststellen van de energiebehoefte bij een oncologiepatiënt kan er het best gebruik gemaakt worden van de indirecte calorimetrie methode. Dit is een meetbare methode en daarom erg nauwkeurig. Als meten niet mogelijk is, dan gaat de voorkeur uit naar de Harris & Benedict methode. Deze methode geeft ook nauwkeurige resultaten. Bijlage 5 Symptoms Potentially Influencing Weight Loss in a Cancer Population Kenmerken van het onderzoek 254 patiënten In Clinical Research Center in het Harbor-UCLA Medical Center. Resultaten Bij 170 patiënten met gewichtsverlies was de calorie-inname gelijk, vergeleken met 84 patiënten zonder gewichtsverlies. Symptomen die door multivariate analyse als significant vaker voorkwamen in populaties met gewichtsverlies waren: opgeblazen gevoel (P <0.001), smaakverandering (P <0.002), braken (P <0,005), en droge mond (P <0.02). Er was geen verschil in de frequentie van symptomen tussen patiënten met of zonder voorafgaande chemotherapie. Sterke punten / 58 Zwakke punten Geen rekening gehouden met de plaats waar het carcinoom zich bevindt, eventuele chemotherapie of bestralingstherapie. Level of evidence A2 Beschrijf de aanpak 254 patienten met kanker, waarvan 93 longkanker, 50 dikke darm kanker, 23 prostaatkanker, 18 keelkanker, 15 borstkanker, 13 kanker in maag-darmkanaal en 42 overig. De patiënten moesten aan bepaalde criteria voldoen: ze moesten een histologisch bevestigde diagnose van een inoperabel carcinoom hebben, ouder zijn de 20 jaar, een ECOG prestatie score tussen 0-2, een adequate lever functie hebben (serum bilirubine nivea <2,0mg/dl) en een adequate nierfunctie hebben (creatineklaring <2,0mg/dl). Patiënten met andere chronische ziektes, die mogelijk van invloed kunnen zijn op het onderzoek, werden uitgesloten. Alle patiënten hadden een levensverwachting van 8 weken of meer. Eerst werd van alle patiënten de toekomstige voedingstoestand bepaald (met inbegrip van een dieet en gewicht geschiedenis en antropometrische en biochemische variabelen van de voedingstoestand) en een gestandaardiseerd overzicht van symptomen die mogelijk van invloed zijn op gewichtsverlies. Dit werd allemaal vastgesteld toen de patiënten opgenomen waren in de Clinical Research Center in de Harbor-UCLA Medical Center. Evaluaties werden door de voedingskundigen van het Clinical Research Center uitgevoerd. De voeding en gewicht geschiedenis omvatte een 24 hours recall met voedselfrequentie en een geschiedenis van preillness-gewicht variabelen. Het wenselijke lichaamsgewicht werd berekend met behulp van de Metropolitan Life Insurance tabellen. Antropometrische metingen zijn gedaan, waaronder: huidige gewicht, lengte, huidplooi triceps en armomtrek. De norm voor de huidplooi meting werd berekende met de aanbeveling van Jelliffe. Het gewicht van de patiënten werd bepaald met kleding aan, zonder schoenen. Alle patiënten werden gewogen op dezelfde balansweegschaal. Bij de patiënten werd een gestandaardiseerde symptoom enquête afgenomen tijdens een interview, waarin gevraagd werd naar symptomen die mogelijk van invloed zijn op gewichtsverlies. Patiënten werden gevraagd te melden of ze elk symptoom tijdens de dag waarop het interview werd afgenomen hadden ervaren . Bijvoorbeeld , een patiënt die 1 week misselijkheid had ervaren na chemotherapie in het verleden, die ervoer geen misselijkheid gedurende de dag van het gesprek. Dit werd als een negatieve reactie op het onderzoek naar misselijkheid beschouwd. Statistisch significante verschillen tussen de patiëntengroepen werden gezocht met 59 behulp van chi-kwadraat kruistabel analyses en de Student’s t -test. Analyses van de symptomen die kunnen worden geassocieerd met gewichtsverlies werden uitgevoerd met de Cox regressie model voor multivariate analyse . Bevindingen Bij 170 patiënten met gewichtsverlies was de calorie-inname gelijk, vergeleken met 84 patiënten zonder gewichtsverlies. Symptomen die door multivariate analyse als significant vaker voorkwamen in populaties met gewichtsverlies waren: opgeblazen gevoel (P <0.001), smaakverandering (P <0.002), braken (P <0,005), en droge mond (P <0.02). Er was geen verschil in de frequentie van symptomen tussen patiënten met of zonder voorafgaande chemotherapie. Conclusie De resultaten geven aan dat de maagdarm / orale symptomen die mogelijk van invloed zijn gewichtsverlies komen overwegend vroeg voor in het beloop van kankerpatiënten met inoperabele ziektes, ongeacht de huidige voedingstoestand, calorie-inname of een voorafgaande therapie ervaring. Bijlage 6 Protective role of probiotics and prebiotics in colon cancer Gezocht via Google Scholar, zoekterm: probiotics colon cancer Kenmerken van het onderzoek Ingestion of viable probiotics or prebiotics is associated with anticarcinogenic effects, one mechanism of which is the detoxification of genotoxins in the gut. This mechanism was shown experimentally in animals with use of the rat colon carcinogen 1,2dimethylhydrazine and by determining endpoints that range from tumorigenesis to induction of DNA damage. Resultaten Newer studies showed that short-lived metabolite mixtures isolated from milk that was fermented with strains of Lactobacillus bulgaricus and Streptococcus thermophilus are more effective in deactivating etiologic risk factors of colon carcinogenesis than are cellular components of microorganisms. Ingestion of prebiotics results in a different spectrum of fermentation 60 products, including the production of high concentrations of short-chain fatty acids. Gut flora, especially after the ingestion of resistant starch, induces the chemopreventive enzyme glutathione transferase π in the colon of the rat. Together, these factors lead to a reduced load of genotoxic agents in the gut and to an increased production of agents that deactivate toxic components. Butyrate is one such protective agent and is associated with lowering cancer risk. It was recently shown that buytrate may inhibit the genotoxic activity of nitrosamides and hydrogen peroxide in human colon cells. In humans, the ingestion of probiotics leads to the excretion of urine with low concentrations of components that are genotoxic in human colon cells and high concentrations of components that induce oxidized DNA bases. Sterke punten The ingestion of viable prebiotics or probiotics are associated with the carcinogenic effect that will lower the risk of cancer. Zwakke punten It’s tested on animals not specifically on humans and therefore further research is necessary . Level of evidence C Bevindingen There were multiple experiments on animals (rats) were they measured the anticarcinogenic effect of various prebiotics or probiotics in the colon cells. When the rats were inserted with carcinogens it was resulted in DNA damage. However when the carcinogens were inserted with LAB or yoghurt DNA damage was prevented. Conclusie In conclusion, colon cancer, which in a high proportion of the population is due to somatic mutations occurring during the lifetime of an individual, could be retarded or 61 prevented by preventing these mutations. LAB and prebiotics that enhance LAB have been shown to deactivate genotoxic carcinogens. In model systems in vitro they have been shown to prevent mutations. DNA damage has been prevented and chemopreventive systems may be stimulated in vivo in colon tissues. From a mechanistic point of view, LAB offer potential as chemoprotective agents and thus further research is clearly needed to quantify the beneficial effects for prevention of human colon cancer. Sensorisch Onderzoek 62 Inhoudsopgave Samenvatting............................................................................................................ 64 Inleiding .................................................................................................................... 65 Methode.................................................................................................................... 66 Resultaten ................................................................................................................ 68 Conclusie .................................................................................................................. 72 Discussie .................................................................................................................. 73 Literatuurlijst ............................................................................................................. 73 Bijlagen ..................................................................................................................... 73 Bijlage 1 ................................................................................................................ 73 63 Samenvatting Voor het bedrijf Sanutriënt wordt er een ziekte- specifieke drinkvoeding ontwikkeld, vooral gericht op patiënten met dikke darmkanker. Het is belangrijk om een sensorisch onderzoek te doen. In een sensorische onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar de smaak, geur en textuur van een product. Er is gekozen om het sensorisch onderzoek te doen naar drie bestaande producten. De producten zijn gekozen na het doen van een markonderzoek over de concurrentie. De bestaande drinkvoedingen die getest zijn bevatten de smaak: appel (op sap basis), vanille (op yoghurt basis) en perzik/sinaasappel (op yoghurt basis). Het doel wat er Het doel van het sensorisch onderzoek is het achterhalen van de smaakvoorkeur van het 64 testpanel. Het testpanel bestaat uit personen van 55 jaar of ouder. Dit is gekozen door het doen van een literatuuronderzoek. Het testpanel test de smaken met behulp van een formulier met verschillende sensorische vragen die gaan over de smaak, textuur en geur. De voorkeurssmaak van het testpanel is perzik-sinaasappel. Deze smaak is dan ook gekozen voor het maken van het nieuw te ontwikkelen product. Dit product kwam ook het beste uit de test. Deze smaak vindt het testpanel het meest lekker, aantrekkelijk en het uiterlijk zag er het beste uit. Inleiding Voor het ontwikkelen van een nieuwe voeding voor Sanutriënt is een sensorisch onderzoek nodig. Sanutriënt is een bedrijf wat al enterale sondevoedingen en drinkvoedingen op de markt aanbiedt. Het nieuw te ontwikkelen product is specifiek gericht op patiënten met dikke darm. Om een nieuw product in de markt te kunnen 65 brengen is er onderzoek nodig naar de smaak, geur en textuur van het product. Door het literatuuronderzoek is er meer kennis opgedaan over dikke darmkanker patiënten. Ook is er een marktonderzoek gedaan naar de concurrentie voor het nieuwe te ontwikkelen product. Naar aanleiding hiervan zijn er drie producten gekozen die worden getest. In dit sensorisch onderzoek worden de kleur, geur, smaak en textuur van verschillende bestaande enterale drinkvoedingen getest. De eigenschappen van de producten worden geanalyseerd met de zintuigen van de mens. De bestaande drinkvoedingen die getest zijn bevatten de smaak: appel (op sap basis), vanille (op yoghurt basis) en perzik/sinaasappel (op yoghurt basis). De uitkomsten van het sensorisch onderzoek wordt meegenomen in de resultaten van het nieuw te ontwikkelen product. Het doel van het sensorisch onderzoek is het achterhalen van de smaakvoorkeur van het testpanel. Het testpanel bestaat uit personen van 55 jaar of ouder. De smaakgevoeligheid neemt bij het toenemen van de leeftijd waarneembaar af. Gemiddeld wordt door ouderen de zoute en zoete smaak minder goed waargenomen dan jongeren (1). Dit is van belang voor het sensorisch onderzoek. Daarom is er gekozen voor de onderzoeksvraag is: Welke smaak drinkvoeding(vanille, appel of perzik-sinaasappel) vinden personen van 55+ het lekkerst? De resultaten hiervan bepalen de smaak van het nieuw te ontwikkelen product. Methode Voor dit sensorisch onderzoek is de meest geschikte onderzoeksopzet hedonisch onderzoek. Dit omdat de producten subjectief worden beoordeeld. Het is belangrijk voor het onderzoek wat de consumenten lekker vinden en wat niet, zodat er een lekkere en doelgerichte drinkvoeding kunnen ontwikkeld kan worden. Het onderzoekstype is een eenvoudige verschiltest toets door consumenten. Dit is gekozen omdat hiermee aan te tonen is hoe de producten met elkaar verschillen. Hiermee kan ook de voorkeursmaak worden aangetoond worden wat belangrijk is voor de smaak keuze voor het te ontwikkelen product. Er worden drie verschillende drinkvoedingen aangeboden in cupjes genummerd met A (Nestlé Resource Energy Fruit Appel), B (Abbott Ensure Plus Vanille) en C 66 (Nutricia Nutridrink yoghurt perzik/sinaasappel). Het panel is niet op de hoogte van het merk of de smaak. Tijdens het proeven wordt er een smaaktestformulier ingevuld waarop sensorische vragen staan geformuleerd. De vragen gaan over de smaak, geur en de associatie hiervan. Het smaaktestformulier staat uitgebreid beschreven in bijlage 1. Het is belangrijk dat het panel de verpakking niet ziet omdat ze daardoor kunnen worden beïnvloed. Het onderzoek is uitgevoerd bij de testpanel leden thuis. De gegevens die worden geworven uit het sensorisch onderzoek worden eerst overzichtelijk in Excel gezet. Als de gegevens compleet zijn wordt dit overgezet in SPSS. In SPSS worden de gegevens verwerkt. De resultaten die hieruit volgen zijn te lezen bij de resultaten. Testpanel Het testpanel bestaat uit 35 personen in de leeftijd van 55 jaar en ouder waaronder 20 mannen en 15 vrouwen. Deze groep is gekozen omdat uit het literatuur onderzoek blijkt dat dikke darmkanker in deze leeftijdscategorie het meest voorkomt. In het literatuuronderzoek is gebleken dat personen met dikke darmkanker geen aversie krijgt van bepaalde smaken, daarom is het van belang dat deze personen gezond zijn en niet onder behandeling zijn. 67 Resultaten De smaaktestformulieren zijn verwerkt in SPSS. Hieruit zijn er een aantal resultaten naar voren gekomen. De panelleden variëren van de leeftijden 55 jaar tot 74 jaar. De resultaten worden beschreven per sensorische vraag. De belangrijkste vraag was: ‘welke smaak heeft de voorkeur’. Deze wordt als eerste uitgewerkt. Welke smaak heeft de voorkeur? Na het doen van het sensorisch onderzoek is gebleken dat de smaak yoghurt perzik/sinaasappel van Nutricia Nutridrink de voorkeur heeft 9 van de mannen en 7 vrouwen gaf deze voorkeur aan (tabel 1.1). De voorkeur voor de smaak van vanille van Abott Ensure Plus was 8 van de mannen en 1 van de vrouwen. De voorkeursmaak appel van Nestlé Resource was bij de vrouwen populairder dan bij de mannen. Er is gekeken met de chi-square test of er een verband is tussen het geslacht en de voorkeurssmaak. Er is een verband want het laatste getal op de Pearson ChiSquare regel (de p-waarde) bedraagt 0,948, dit is dan 0,05. Dit is te zien in tabel 1.2 68 Uiterlijk van de drank Het uiterlijk van de drank is belangrijk. Dit omdat het geconsumeerd moet worden zonder dat de persoon afschrikt van het uiterlijk. De drank vanille was beige/bruin van kleur, de smaak appel ziet eruit als appelsap en de smaak perzik- sinaasappel is oranje van kleur. De personen hadden een keuze uit de antwoorden: 1: Onaantrekkelijk, 2: Neutraal, 3: Aantrekkelijk. In SPSS is hier een overzichtelijke tabel van gemaakt. De gemiddelden zijn uitgerekend van de mannen en de vrouwen. De scores komen op hetzelfde neer. Het beste scoort de smaak perziksinaasappel met een gemiddelde van 2,3. (tabel 1.3) De geur van de drank Als een product lekker ruikt, smaakt het ook lekker. Een goede geur stimuleert een persoon om het product te kopen of te nuttigen (2). De producten scoren allemaal een 2 of hoger. Dit houdt in 69 dat de geur van alle producten neutraal is. Smaak van de drank De smaak van de drank is ook belangrijk. Om te bepalen wat de gemiddelde score is van de smaak van de drinkvoeding zijn er in SPSS 3 cirkeldiagrammen gemaakt. Hierin staan procenten vermeldt van hoeveel personen er voor de optie: onaantrekkelijk, neutraal en aantrekkelijk. De hoogste score (40%) van de optie aantrekkelijk is bij de smaak perzik-sinaasappel. Het valt op dat de smaak vanille het hoogst scoort op optie onaantrekkelijk. 70 Associatie van de geur met de smaak Veel geuren worden door de mens opgeslagen en er wordt een gevoel aan gekoppeld, dit is een automatisch proces. Iemand die bijvoorbeeld spinazie niet lekker vindt en die geur ruikt, associeert het direct met vies. Dit terwijl diezelfde geur voor iemand anders iets lekkers wil zeggen(3). Voor het te ontwikkelen product is het belangrijk dat de geur met de smaak lekker wordt geassocieerd. Bij drie geteste producten wordt de geur appel geheel geassocieerd met appelsmaak. De smaak vanille wordt bij meer dan de helft van de test personen niet geassocieerd met de smaak. Meer dan de helft van de testpersonen associeerde de smaak perziksinaasappel met de geur. 71 Conclusie De hoofdvraag van het sensorisch onderzoek was: Welke smaak drinkvoeding(vanille, appel of perzik-sinaasappel) vinden personen van 55+ het lekkerst? Na het doen van het sensorisch onderzoek is gebleken dat de smaak perzik-sinaasappel het beste uit de test kwam. Deze smaak vindt het testpanel het meest lekker, aantrekkelijk en het uiterlijk zag er het beste uit. Het viel wel op dat bij de vrouwen de smaak vanille laag scoorde en bij de mannen juist hoog. Bij de vraag over de geur is er bij alle producten gemiddeld gescoord, er werd het meest voor het antwoord ‘neutraal’ gekozen. De smaak appel scoorde het best op de vraag of de geur met de smaak werd geassocieerd. Het is na dit sensorisch onderzoek duidelijk geworden dat het nieuw te ontwikkelen product de smaak perzik-sinaasappel krijgt. 72 Discussie Na het invoeren van de resultaten in SPSS, is het duidelijk geworden dat met het antwoord ‘neutraal’ op het testformulier niet gerekend kan worden. Hier is onvoldoende over nagedacht. Literatuurlijst (1) Gezond oud worden is topsport, 2009 http://www.suikerinfo.nl/nieuwsbrief/sip13/Smaakverlies_door_reukverlies.html Bekeken op 2-4-2014 (2) Geur versterkt smaakt, 2010 http://www.aromasolutions.eu/shop/geuradvies/geurverspreiding-retailfood.html Bekeken op 11-04-2014 (3) Mens en samenleving, 2012 http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/92629-wat-geuren-met-jedoen.html Bijlagen Bijlage 1 Smaaktestformulier Geachte heer/mevrouw, 73 In kader van een onderzoek naar de smaak van een nieuw te ontwikkelen product, vragen wij u de bestaande drinkvoedingen te testen. Het is de bedoeling dat u per cupje (A, B en C) de inhoud beoordeeld op uiterlijk, geur en smaak. Bijgevoegd vindt u het formulier waar u de gegevens kan noteren. Wanneer u dit heeft ingevuld mag u het formulier weer inleveren. Bij voorbaat dank, Studenten Voeding en Diëtetiek Geslacht: Leeftijd: 1. Wat vind u van het uiterlijk van de drank in het cupje? 1: Onaantrekkelijk 2: Neutraal 3: Aantrekkelijk 2. Wat vind u van de geur? 1: Onaantrekkelijk 2: Neutraal 3: Aantrekkelijk. 3. Wat vind u van de smaak? 1: Onaantrekkelijk 2: Neutraal 3: Aantrekkelijk Algemene vragen: 1. Welke smaak heeft u voorkeur? Appel, vanille en perzik/sinaasappel? 2. Associeert u de geur met de smaak? Ja / Nee 74 75 Onderzoeksopzet klinisch onderzoek Klinisch onderzoek Sanidrink 13/04/2014 Sanutriënt 76 Helen Solomon (11073896), Gabriëlla Sobczak (12039012), Jaimy Struijk (12025399), Melissa ten Napel (10038256), Germa de Vries (12011371), Suzanne Klerks (11001852), Floor Dieben (12005541) 77 Rationale Vandaag de dag zijn er ongeveer 60.000 mensen in Nederland die lijden aan darmkanker en elk jaar komen daar 13.000 mensen bij. (Poos & Gommer, 2013) Studies van het Integraal Kankercentrum Nederland tonen een toename van het aantal colonkanker patiënten in Nederland. (IKL, 2011) Dit leidt tot de conclusie dat de groep van mensen die aan darmkanker lijden, snel groeit . Dit is de reden waarom er zo’n grote vraag is naar een ziektespecifieke drinkvoeding, in dit geval speciaal gericht op colonkankerpatiënten. Er zijn al verschillende onderzoeken verricht naar speciale enterale voeding. (Society, 2013) Om van een effectieve ziekte specifieke drinkvoeding te kunnen spreken is meer wetenschappelijk onderzoek nodig. De ontwikkeling van een specifieke drinkvoeding gericht op darmkanker vereist gedegen onderzoek over de ziekte in het algemeen en de voedingsproblemen die deze ziekte met zich meebrengt. Allereerst is er daarom literatuuronderzoek gedaan om zo een duidelijk overzicht te krijgen van de huidige stand van zaken. De resultaten van dit onderzoek tonen uiteindelijk noodzakelijke eigenschappen voor het toekomstige product . De kans op het ontwikkelen van tumoren in de dikke darm liggen ten grondslag in genetische factoren en/of het hebben van een westerse levensstijl. De klachten en problemen die patiënten met colonkanker hebben, kunnen van elkaar verschillen. Dit is afhankelijk van de locatie waar de colontumor in de dikke darm zich bevindt. Wel komen er in de meeste gevallen klachten als buikpijn, krampen, obstipatie en fecaal bloedverlies voor. Darmkanker wordt gediagnosticeerd door middel van een coloscopie. Nadat deze diagnose is gesteld, komen behandelingsmogelijkheden als chemotherapie, radiotherapie en chirurgie het meest voor. (Wierdsma & van Bodegraven, 2013) Daarbij bestaat het feit dat dertig tot negentig procent van alle patiënten met kanker last hebben van onvrijwillig gewichtsverlies. Verlies van eetlust en veranderingen in geur en smaak leiden tot ondervoeding. Zo lijdt er 10,3% van een groep van 213 colon kankerpatiënten aan ondervoeding. Tumoren in het spijsverteringskanaal veroorzaken vaak al snel verzadiging na het eten van kleine hoeveelheden voedsel, waardoor de patiënt in kwestie niet méér wilt eten. Ook misselijkheid en braken zijn veel voorkomende klachten, waardoor de patiënt niet meer wil, kan of durft te eten. Ook behandelingen, zoals chemotherapie en radiotherapie hebben vaak bijwerkingen die het spijsverteringskanaal sterk beïnvloeden. (Nitenberg & Raynard, 2000) Het voedingsadvies voor kankerpatiënten is om 25-35 kcal/kg lichaamsgewicht per dag tot zich te nemen te nemen 25-35 kcal / kg lichaamsgewicht per dag. Afgezien van de energie geleverd door eiwitten, zullen patiënten 100-200 procent van de dagelijkse aanbeveling energie nodig hebben om een goede voedingstoestand te behouden. Voor het verkrijgen en behouden van een optimale voedingstoestand is het ook belangrijk om rekening te houden met de ideale vet/koolhydraat verhouding (40% vet/60% koolhydraten). (Nitenberg & Raynard, 2000) In Nederland krijgt één op de drie mannen en een op de vier vrouwen kanker. Elk jaar krijgen meer dan 12.000 mensen darmkanker. De leeftijdsgroep die het meest getroffen wordt door 78 deze ziekte behoort tot de leeftijdsgroep van 55-75 jaar. (Jansen, Laheij, & van Rossum, 2009) Om al deze redenen is de ontwikkeling en productie van een energie- en eiwit verrijkt product noodzakelijk, zodat de voedingstoestand van deze ernstig zieke mensen geoptimaliseerd kan worden. De colorimetrische methode blijkt de beste manier om de energiebehoefte te berekenen. Het gebruik van de calorimetrische methode vermindert namelijk het risico van ondervoeding, maar het vermindert ook het risico op overvoeding van de patiënt. Met mogelijke chirurgie of chemotherapie hoeft hierbij geen rekening te worden gehouden. Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag die in dit klinisch onderzoek centraal staat, luidt: ‘Draagt Sanidrink bij aan het behouden van een goede voedingstoestand bij patiënten met colonkanker?’ De hypothese luidt: ‘Colon kanker patiënten die Sanidrink krijgen naast de dagvoeding hebben een betere voedingstoestand dan patiënten die geen Sanidrink naast de dagvoeding krijgen.’ De voedingstoestand wordt in dit onderzoek gemeten aan de hand van de volgende criteria: lichaamsgewicht, BMI, eiwitten, energie, vitamines en mineralen. (Department of Surgery, 2011) Onderzoeksplan Studie-opzet Het onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een gerandomiseerde klinische trial. Dit is een type wetenschappelijk onderzoek waarbij het belangrijk is antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag. Tijdens dit onderzoek krijgt de helft van de patiënten Sanidrink aangeboden naast de algemene dagelijkse voeding en de andere helft van de patiënten krijgt alleen de algemene dagelijkse voeding aangeboden. Het is daarbij belangrijk om te weten dat de algemene dagelijkse voeding van beide groepen dezelfde samenstelling heeft. Zo moeten beide groepen kankerpatiënten 25-35 kcal/kg lichaamsgewicht per dag tot zich nemen. Ook zullen alle patiënten uit beide groepen 100-200 procent van de dagelijkse aanbeveling energie nodig hebben om een goede voedingstoestand te verkrijgen en/of te behouden. Voor het verkrijgen en behouden van een optimale voedingstoestand is het ook belangrijk om rekening te houden met de ideale vet/koolhydraat verhouding (40% vet / 60% koolhydraten) bij beide groepen. (Nitenberg & Raynard, 2000) Populatie De onderzoekspopulatie voor dit klinisch onderzoek bestaat uit 200 patiënten met colonkanker die (nog) niet zijn geopereerd. Van de 200 patiënten krijgt iedereen een volwaardige dagvoeding en de helft hiervan (100 patiënten) krijgt hiernaast de Sanidrink als toevoeging volgens de gebruiksindicaties. De uitsluitingscriteria voor dit onderzoek is dat de deelnemende patiënten naast de colonkanker geen andere (chronische) ziektes hebben en een gezond BMI, tussen 20-25 (www.nutritionalassessment.azm.nl). De patiënten behoren tot de leeftijdsgroep van 55-65 jaar. De patiënten worden zorgvuldig uitgekozen door de betrokken oncologen 79 en verpleegkundigen uit het ziekenhuis voor het onderzoek, mits zij hiermee instemmen. Metingen en procedures In het begin van het onderzoek worden de leeftijd, geslacht, datum van opname, gewicht, lengte, BMI, eiwitten, energie, vitamines en mineralen van de patiënten gemeten en genoteerd. De patiënten krijgen onwillekeurig een volwaardige dagvoeding, of een volwaardige dagvoeding in combinatie met Sanidrink toegewezen. De verpleegkundigen zorgen ervoor dat de geselecteerde 100 patiënten Sanidrink volgens de gebruiksindicaties tot zich nemen. Ook zorgen de verpleegkundigen ervoor dat van alle 200 patiënten wekelijks het gewicht wordt gemeten en genoteerd. Daarnaast wordt iedere drie weken de voedingstoestand van alle 200 patiënten genoteerd. Alle gegevens worden bijgehouden totdat de patiënt klaar is met de behandeling in het ziekenhuis. Deze gegevens worden verwerkt door de hiervoor aangewezen onderzoekers van Sanutriënt. De determinanten van de uitkomstmaten zijn voor lichaamsgewicht een gewichtsverlies van minimaal 5 % binnen 1 maand of een gewichtsverlies van minimaal 10 % binnen 6 maanden. (Doornink) Analysemethode De gegevens worden gedurende de hele periode verwerkt in het statistische programma SPSS. De gegevens van de twee groepen (de 200 patiënten) worden vergeleken met behulp van het gemiddelde en de standaarddeviatie. Wanneer het verschil tussen twee groepen een p had die kleiner is dan 0.05 dan werd het verschil als statistisch significant aangemerkt. (Department of Surgery, 2011) Tijdsplanning Voorbereiding Het selecteren van de patiënten start op 1 augustus 2014 en zal over een periode van 1 jaar plaats vinden. Het eerste half jaar voor de startdatum van het onderzoek zullen de artsen en de verpleegkundigen worden ingelicht zodat ze in deze periode voorbereidingen kunnen treffen op het selecteren van de patiënten dat in het tweede deel van het jaar plaats zal vinden. Uitvoer Na de periode van 1 jaar zullen de verpleegkundigen starten met het uitvoeren van de onderzoekswerkzaamheden, zoals de metingen en het wel of niet verstrekken van de Sanidrink. Hierbij wordt met een duur van 3 jaar rekening gehouden (inclusief eventuele uitloop), omdat de duur van de behandeling afhankelijk is van de patiënt. Verwerking Alle verzamelde gegevens worden in een periode van een half jaar door de toegewezen onderzoekers van Sanutriënt tegen elkaar uitgezet in het statistische programma SPSS. Hieruit kunnen grafieken een duidelijk beeld geven over de 80 samenhang van het wel of niet toedienen van Sanidrink en het behouden van een goede voedingstoestand. Rapportage resultaten De uitkomst van de determinanten worden afzonderlijk verwerkt met behulp van statistische toetsen. Hierna wordt onderzocht of er sprake is van significante verschillen tussen de interventie groep en de controle groep. (Department of Surgery, 2011) Literatuurlijst Department of Surgery, S. H. (2011, april 7). www.pubmed.com. Opgeroepen op 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21483641 Doornink, N. (sd). www.artsenwijzer.nl. Opgeroepen op 2014, van http://www.artsenwijzer.info/site/index.php?page=18&lg=nl IKL. (2011). Integraal Kankercentrum Nederland (IKL). Opgeroepen op 2014, van http://www.cijfersoverkanker.nl/selecties/Dataset_2/img531efab69b356 Jansen, J. B., Laheij, R. J., & van Rossum, L. G. (2009, juli). http://link.springer.com. Opgeroepen op 2014, van http://link.springer.com/article/10.1007/BF03087670# Nitenberg, G., & Raynard, B. (2000, januari 12). Opgeroepen op 2014, van www.crohonline.com: http://www.croh-online.com/article/S1040-8428%2800%29000482/fulltext?refuid=S0261- 5614%2812%2900234-8&refissn=0261-5614#BIB4 Poos, M. J., & Gommer, A. M. (2013, september 26). www.nationaalkompas.nl. Opgeroepen op 2014, van Nationaal kompas: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-enziekte/ziekten-en-aandoeningen/kanker/dikkedarmkanker/omvang/ Society, A. C. (2013, juni 13). The Hague University. Opgeroepen op 2014, van http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/cncr.28197/abstract Wierdsma, N. J., & van Bodegraven, A. A. (2013, december). Informatorium voor voeding en dietetiek. Opgeroepen op 2014, van http://www2.bsl.nl/corp/common/framecreator.asp?ak=paramedisch&ap=vakb www.nutritionalassessment.azm.nl. (sd). Opgeroepen op 2014, van http://www.nutritionalassessment.azm.nl/algoritme+na/screening/bmi.htm 81 Sanutriënt Marketingplan Ziekte-specifieke enterale drinkvoeding Floor Dieben 1205541 82 Suzanne Klerks 11001852 Melissa ten Napel 10038256 Gabriella Sobczak 12039012 Helen Solomon 11073896 Jaimy Struijk 12025399 Germa de Vries 12011371 Tutor: B.S. Wildeboer Groep: 4 Osiris code: VD-H310-11 Klas: VD2C2 Datum: 11-04-2014, Den Haag Executive summary At the moment Sanutriënt does not have a disease-specific drink sip food on the market. To introduce a specific drink sip food, Sanutriënt hopes to raise their market share within three years from three to a five percent. Research states that the present market competitors are Nestlé, Abbott, Nutricia and Fresenius Kabi. To research the necessary characteristics of a new disease-specific drink, a literature research has taken place. For the chosen flavor a sensory research was done for the flavor preference of the test panel. SWOT-analyses showed that concrete goals formulated strengths, weaknesses, threats and opportunities. By introducing more flavors revenue and market share can be increased. The sales department can advise doctors, dietitians and health insurgencies with the choosing of products and by this advice choices can be influenced. Swot-analyses showed the following concrete goals: - Within three months the research and development and the Nutritional Sciences produced a product with relevant nutrients and flavors for patients with colon cancer above 55 years. - Within six months the marketing department at Sanutriënt has developed flyers, a website and brochures to introduce Sanidrink to increase it’s brand awareness. - Within a year more flavors must be produced for Sanidrink. - Within three years the market share must increase from 3 to 5 percent. Product strategy Sanidrink is a drink sip food with energy and protein enrichment. The product contains preand probiotics. The product is produced on a yoghurt bases with a peach and orange flavor. The package is made of a plastic bottle with a index of 125 ml. The design is based on the intestinal wall. The name Sanidrink is chosen because it’s based on the company’s name. Sanidrink is available online in a package of 6 bottles and there will be no shipping cost included. A hotline will available from nine to nine at 7 days a week. When a product doesn't live up the consumers desires, it’s possible to return the product without extra expenses. Promotie strategy 83 The goal with the communication is raise the brand awareness to 60 percent the above mentioned advisement groups and the sales management of the hospitals. This will be done by producing flyers and brochures. Also doctors and dietitians will be informed about the product by visits where they will be informed about the positive effects of Sanidrink. The message that Sanidrink stand for is: By using Sanidrink will increase nutrition status of the patient who diagnosed with colon cancer. The promotional material will contain advertisements in medical magazines such as the Dutch magazine for healthcare, the magazine Medical Oncology and the Dutch magazine for Food and Dietetic. When Sanidrink will be ordered. The seller gets a price discount of 25 percent for the firs six months. 84 Contents Executive summary .................................................................................................................... 83 Inleiding ........................................................................................................................................ 86 SWOT-analyse ............................................................................................................................ 87 Strengths .................................................................................................................................. 87 Weaknesses ............................................................................................................................ 88 Opportunities ........................................................................................................................... 88 Threats ..................................................................................................................................... 89 Conclusie SWOT-analyse ..................................................................................................... 90 Concrete doelen SWOT-analyse ......................................................................................... 90 Productstrategie .......................................................................................................................... 91 Voedingskundige samenstelling ........................................................................................... 91 Productvorm ............................................................................................................................ 93 Verpakking ............................................................................................................................... 93 Productnaam ........................................................................................................................... 94 USP’s ........................................................................................................................................ 94 Positionering ............................................................................................................................ 95 Promotiestrategie........................................................................................................................ 95 Communicatiedoelstellingen ................................................................................................. 95 Communicatiedoelgroep........................................................................................................ 96 Centrale boodschap ............................................................................................................... 96 Promotiemiddelen ................................................................................................................... 97 Medische tijdschriften ........................................................................................................ 97 Flyers en brochures............................................................................................................ 98 Artsen en diëtisten bezoeken ........................................................................................... 99 Acties .................................................................................................................................... 99 Activiteitenplan ........................................................................................................................ 99 Bijlage ......................................................................................................................................... 101 Bijlage 1: Marktonderzoek ................................................................................................... 102 85 Inleiding Sanutriënt is een speler op de markt voor enterale voeding met een marktaandeel van drie procent. Het bedrijf produceert momenteel nog geen ziekte-specifieke voedingen. Door het introduceren van een ziekte-specifieke enterale drinkvoeding, wil het bedrijf binnen drie jaar het marktaandeel vergroten naar vijf procent. Echter heeft het bedrijf te maken met concurrentie. Dit is onderzocht door middel van een marktonderzoek. Uit het onderzoek is gebleken dat de huidige concurrentie bestaat uit bedrijven zoals Nestlé, Abbott, Nutricia en Fresenius Kabi. De pionier op de markt voor enterale voeding is Nutricia met een marktaandeel van 78%. Er is tijdens dit onderzoek gekeken naar de samenstelling van de verschillende producten die deze bedrijven aanbieden op de markt voor enterale voeding (zie bijlage 1: marktonderzoek). Om de samenstelling te bepalen voor de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding heeft er een literatuuronderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek is de voedingsbehoefte bij colonkanker onderzocht. Hieruit wordt een conclusie getrokken waaraan het nieuwe product van Sanutriënt moet voldoen. De drinkvoeding zal energie- en eiwitverrijkt zijn en een vet/koolhydraatverhouding hebben van 40% vet en 60% koolhydraten. Tevens bevat het product probiotica. Door middel van een SWOT-analyse zijn de kansen en bedreigingen van Sanutriënt blootgelegd. Hierop kan het bedrijf inspelen en het marktaandeel vergroten. 86 SWOT-analyse In de SWOT-analyse zijn de interne en externe factoren van Sanutriënt onderzocht. Het bedrijf kan de interne sterke punten gebruiken om de interne zwakke punten om te buigen. De externe kansen van Sanutriënt kunnen gebruikt worden om door te groeien op de enterale voedingsmarkt. Externe bedreigingen kunnen minimaal worden aangepakt, maar zouden verminderd kunnen worden door interne sterke punten en externe kansen te benutten (zie tabel 1: SWOT-analyse). Tabel 1 SWOT-analyse Intern Strengths Weaknesses Ziekte specifiek & Productie Voedingsbehoefte Beperkte Professioneel uiterlijk Wetenschappelijk smaakkeuze onderbouwd Extern Opportunities Afdeling Nutritional Sciences Afdeling Productontwikkeling Afdeling Marketing Afdeling Sales Afdeling Onderzoek en Ontwikkeling Groei mogelijkheden Threats Klein marktaandeel en Concurrentie Keuze afhankelijk van professional Smaakverschil Strengths Ziekte specifiek & voedingsbehoefte: Het product is een ziekte specifieke enterale drinkvoeding, wat voldoet aan de voedingsbehoefte van patiënten waarbij colonkanker is gediagnosticeerd. Hierdoor sluit het goed aan op de voeding van de patiënten. De behoefte komt naar voren in het literatuuronderzoek. Professioneel uiterlijk: er wordt rekening gehouden met het feit dat het om een medische dieetvoeding gaat. Daarom krijgt de verpakking een neutrale uitstraling. Ook is het van belang dat de porties niet te groot worden aangeboden, dit om te voorkomen dat men afziet van de drinkvoeding. 87 Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat de flesjes goed te hersluiten zijn, zodat men niet alles in één op hoeft te drinken. Wetenschappelijk onderbouwd: uit het literatuuronderzoek is gebleken waaraan het ziekte specifieke product voor patiënten met colonkanker moet voldoen. Hiervoor zijn verschillende wetenschappelijke bronnen geraadpleegd die het product onderbouwen. (de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014) Weaknesses Productie: het product bevat veel nutriënten die speciaal zijn toegevoegd voor patiënten met colonkanker, waaronder vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen. Dit zijn er echter zoveel dat het moeilijk is om dit tot een smakelijk geheel te bereiden. De nutriënten kunnen de geur, kleur, smaak en de consistentie van het product beïnvloeden. Beperkte smaakkeuze: het product wordt slechts in een smaak geproduceerd, waardoor het aanbod beperkt is. Dit zou kunnen leiden tot verminderde afzet, men maakt graag een eigen keuze, want over smaak valt niet te twisten. (de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014) Opportunities Afdeling Nutritional Sciences: deze afdeling bestaat uit voedingskundige en diëtisten die altijd op de hoogte zijn van de laatste wetenschappelijke onderzoeken, betreft enterale voeding. Op deze manier kunnen zij inspelen op de laatste ontwikkelingen. Verder voeren de voedingskundige en diëtisten zelf klinische onderzoeken uit, waardoor de kennis up-to-date blijft en vergroot wordt. Door deze kennis en ervaring zullen zij een goede bijdrage kunnen leveren bij het ontwikkelen van het product. Afdeling Productontwikkeling: deze afdeling is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van het fysieke product. Hierbij wordt rekening gehouden met het type product en de samenstelling van het product. Daarnaast voeren zij sensorische onderzoeken uit om de stabiliteit van het product te testen. Ook dit zal bijdrage aan het ontwikkelen van een smaakvol en egaal product. 88 Afdeling Marketing: deze afdeling heeft direct contact met de klant, wat zou kunnen bijdragen aan het inspelen op de vraag van de klant. Daarnaast zijn zij op de hoogte van wat de concurrenten uitvoeren op de markt, hierdoor kunnen zij de kans grijpen om de concurrentie voor te blijven op het gebied van enterale voeding. Afdeling Sales: deze afdeling is verantwoordelijk voor het contact met de artsen en diëtisten die enterale voeding adviseren aan hun patiënten. Op deze manier kan Sanutriënt een goede naam opbouwen in de medische wereld en het marktaandeel doen vergroten. Afdeling Onderzoek en Ontwikkeling: deze afdeling ondersteunt diverse onderzoeken die kunnen bijdrage aan productinnovatie. Hierdoor zal het product beter aansluiten op de specifieke behoefte van de consument. Groei mogelijkheden: aangezien het product slechts in één smaak wordt geproduceerd, ligt hier de kans om verder uit te breiden in het aanbod van Sanutriënt. Er kunnen van het nieuwe product verschillende smaken op de markt gebracht worden, hierdoor heeft de consument meer keuze op het gebied van ziekte specifieke enterale drinkvoeding. Verder heeft Sanutriënt een doel opgesteld om binnen drie jaar het marktaandeel van 3% naar 5% te vergroten, door middel van het produceren van ziekte specifieke enterale drinkvoeding. (de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014) Threats Klein marktaandeel en Concurrentie: het marktaandeel in de totale (sonde en drink) enterale markt van Sanutriënt is klein (3%). Nutricia is de grootste concurrent van Sanutriënt, met een marktaandeel van 78%. Keuze afhankelijk van professional: de keuze van de ziekte specifieke drinkvoeding wordt bepaald door wat artsen voorschrijven, ziektekostenverzekeraars vergoeden en het inkoopmanagement van ziekenhuizen inkopen. Wanneer het product niet goed wordt geprofileerd, heeft het geen kans op de markt van ziekte specifieke enterale voeding. Smaakverschil: het product wordt slechts in een smaak geproduceerd. Echter, niet elke colonkanker patiënt prefereert dezelfde smaak, daarom zal niet iedereen de smaak van de ziekte specifieke enterale voeding waarderen. 89 (de Haas, Lerink-Mulderink, & van der Giessen, 2014) Conclusie SWOT-analyse Het bedrijf Sanutriënt kan invloed uitoefenen op verschillende factoren uit de SWOTanalyse. Zo kan Sanutriënt de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling in combinatie met de afdeling Nutritional Sciences inzetten om alle nutriënten samen te voegen en tot een smakelijk geheel te bereiden. Verder zouden er meer smaken geïntroduceerd kunnen worden, zodat aanbod groeit en er voor elke patiënt een smaak naar keuze is. Dit zou kunnen leiden tot een verhoogde omzet en zou een positieve invloed kunnen hebben op het marktaandeel van Sanutriënt. Het doel van Sanutriënt, om binnen drie jaar het marktaandeel van 3% naar 5% te vergroten, zou hiermee bereikt kunnen worden. De keuze van een drinkvoeding ligt bij de professional en daar zou het bedrijf op kunnen inspelen door de afdeling Sales in te zetten. Deze afdeling verbetert relaties met artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars. Dit zou een positieve invloed kunnen hebben op de adviseringskeuze van artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars. Ook zou dit een positieve invloed kunnen hebben op het inkoopgedrag van het inkoopmanagement van ziekenhuizen. De merkbekendheid van Sanutriënt zou kunnen worden vergroot door de afdeling Marketing in te schakelen. Deze afdeling zou Sanutriënt onder de aandacht kunnen brengen door reclame te maken bij artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Dit zou gedaan kunnen worden door middel van de introductie van een internetwebsite, flyers en brochures. Ook hier kan de afdeling Sales een belangrijke bijlage kunnen leveren door deze flyers en brochures te verstrekken aan de artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Concrete doelen SWOT-analyse 1. Binnen drie maanden moeten de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling en de afdeling Nutritional Sciences een product ontwikkeld hebben waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante voedingsstoffen en de smaak voor de patiënten met colonkanker vanaf 55 jaar. Dit doel is bereikt wanneer er een 90 aantrekkelijke ziekte-specifieke enterale drinkvoeding is ontwikkeld die positief wordt beoordeeld door patiënten met colonkanker vanaf 55 jaar. 2. Binnen zes maanden moet de afdeling Marketing van Sanutriënt een internetwebsite, flyers en brochures introduceren om de merkbekendheid van Sanutriënt te vergroten. Dit doel is bereikt wanneer zestig procent van de artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars producten van Sanutriënt adviseren. Ook de afdeling Sales van Sanutriënt speelt hierbij een belangrijke rol. Deze afdeling zal de flyers en brochures aan artsen, diëtisten, zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen verstrekken. 3. Binnen één jaar moet Sanutriënt meer smaken op de markt hebben gebracht. Hierdoor zal er meer keuze zijn voor de patiënt, het gevolg hiervan is dat de afzetmarkt wordt vergroot. Het doel is bereikt wanneer Sanutriënt binnen één jaar minstens drie extra smaken heeft geïntroduceerd bij artsen, diëtisten, zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. 4. Binnen drie jaar moet Sanutriënt het marktaandeel van 3% naar 5% vergroten. Dit doel kan bereikt worden door meer smaken aan te bieden, de merkbekendheid te vergroten en de adviseringskeuze van artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars positief te beïnvloeden. Ook het inkoopmanagement kan op deze manier beïnvloedt worden. Productstrategie In dit onderdeel wordt de toekomstige ziekte-specifieke enterale drinkvoeding van Sanutriënt toegelicht op diverse aspecten. De toelichtingen hebben betrekking op de voedingskundige samenstelling, de vorm, de verpakking, de naam, de USP’s en de positionering van het product. Voedingskundige samenstelling De voedingskundige samenstelling is gebaseerd op de resultaten uit het literatuuronderzoek (zie tabel 2). Daaruit is gebleken dat de energie- en eiwitverrijking nodig is. Voor vet en koolhydraten is de verhouding 40% vet en 60% koolhydraten. Tabel 2 Voedingskundige samenstelling per 100 ml Energie 150 kcal 91 Eiwit 10 gram Vet 8 gram Koolhydraten 20 gram Vezels 2 gram Lactobacillus 10 miljard casei Shirota bacteriën bacteriën Inulinevezels 4,5 gram Vitamine A 133 mcg Vitamine B1 0.2 mg Vitamine B2 0.2 mg Vitamine B3 2.2 mg Vitamine B5 0.8 mg Vitamine B6 0.25 mg Vitamine B11 50 mcg Vitamine B12 0.5 mcg Vitamine C 11.7 mg Vitamine D 1.7 mcg Vitamine E 1.33 mg Calcium 166 mg Magnesium 50 mg Natrium - Kalium 92 Chloride - Fosfor 191 mg IJzer 1,33 mg Zink 1,5 mg Koper 0.6 mg Jodium - Seleen 25 mcg Productvorm De ziekte-specifieke enterale drinkvoeding wordt aangeboden in vloeibare consistentie met een geel/oranje kleur. Het product zal aangeboden worden op yoghurtbasis in de smaak perzik-sinaasappel, omdat uit het sensorisch onderzoek blijkt dat deze smaak de voorkeur heeft bij de doelgroep. Er is voor een vloeibare consistentie gekozen omdat uit literatuuronderzoek blijkt dat colonkanker patiënten problemen kunnen ondervinden bij het eten van normale voeding. Hierbij kan gedacht worden aan aversie of eventuele bijwerkingen zoals misselijkheid. Door de voeding aan te bieden in vloeibare vorm, kan de patiënt op een gemakkelijkere manier zijn of haar voedingsstoffen aanvullen naast de reguliere voeding die wordt aangeboden. Er wordt aanbevolen om vier flesjes te nuttigen naast de reguliere voeding. Verpakking In tegenstelling tot de huidige drinkvoedingen die Sanutriënt op de markt aanbiedt in tetrapakjes, zal deze ziekte-specifieke enterale drinkvoeding per zes verpakt worden in plastic flesjes van 125 ml (zie afbeelding 1: Drinkvoeding verpakking) Hiervoor is gekozen omdat hiermee de smaak en de geur van het product beter behouden blijft. Bij tetrapakjes is het mogelijk dat de geur en smaak negatief wordt beïnvloed door voedingsmiddelen uit de omgeving (Karakterisering van de geur van (bedrukte) papier- en kartonverpakkingen bestemd voor de voedingsindustrie , 2009). 93 Afbeelding 1: Drinkvoeding verpakking De nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zal gaan vallen onder de Warenwetregeling ‘Dieetvoeding voor medisch gebruik’. Dit zal op de verpakking worden vermeld. Daarnaast eist de Warenwetregeling ‘Dieetvoeding voor medisch gebruik’ ook dat er op de verpakking wordt vermeld dat het gebruik onder medisch toezicht plaatsvindt (Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik, 2000). Verder is het van belang dat er op de verpakking vermeld staat dat het gaat om een energie- en eiwitverrijkte drinkvoeding. Ook zal er op de verpakking vermeldt worden dat de ziekte-specifieke enterale drinkvoeding op yoghurtbasis is en dus lactose bevat. Tot slot wordt er op het etiket vermeld: bevat pre- en probiotica. Productnaam Er is gekozen om het nieuwe product de naam Sanidrink te geven. Hiervoor is gekozen omdat een deel van de bedrijfsnaam erin terugkomt en het de vorm aanduidt waarin de ziekte-specifieke enterale drinkvoeding wordt aangeboden. USP’s Het eerste punt waar de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zich in onderscheidt is het feit dat het product speciaal gericht is op de voedingsbehoefte van patiënten met colonkanker. Het tweede punt waarin onderscheid wordt gemaakt 94 is de toevoeging van pre- en probiotica. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat pre- en probiotica mogelijk een anticarcinogeen effect kan hebben. Het laatste punt waar de ziekte-specifieke enterale drinkvoeding zich in onderscheidt is de unieke verpakking. De verpakking is geïnspireerd op het uiterlijk van het colon. De darmwand is geplooid en dit is terug te zien in de vorm van het flesje. Positionering Sanidrink is eenvoudig online te bestellen via de website van Sanutriënt, hierbij worden geen verzendkosten in rekening gebracht. Voor vragen en klachten is er een telefonische servicelijn die zeven dagen per week van negen tot negen te bereiken is. Ook is het mogelijk om het product te retourneren als het niet aan de eisen van de afnemer voldoet zonder bijkomende kosten. Er wordt dan gratis een nieuwe verpakking opgestuurd naar de afnemer. Daarnaast is Sanidrink voor de afnemer een uniek product omdat het zowel pre- als probiotica bevat. Het is daarom niet meer noodzakelijk om meerdere medische producten in te kopen, hierdoor kan het een gunstig effect hebben op de inkoopkosten. Promotiestrategie In dit onderdeel staat beschreven hoe de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding van Sanutriënt onder de aandacht wordt gebracht. Hierin worden de communicatiedoelstellingen, de communicatiedoelgroep en de communicatiemiddelen besproken en wordt er een centrale boodschap geformuleerd. Tot slot is er een activiteitenplan opgesteld waar specifiek in staat welke media wordt toegepast en op welk moment. Communicatiedoelstellingen Voor de promotie zijn voorafgaand doelstellingen opgesteld. Als deze doelstellingen worden behaald, is de merkbekendheid gestegen met zestig procent bij de communicatiedoelgroep. Eén van de doelstellingen is om binnen zes maanden de merkbekendheid te vergroten door middel van flyers, brochures en een internetwebsite. Deze taak is voorbehouden aan de afdeling Marketing van 95 Sanutriënt. Dit doel is bereikt wanneer zestig procent van de artsen, diëtisten en ziektekostenverzekeraars producten van Sanutriënt adviseren. Een andere doelstelling die is voorbehouden aan de afdeling Sales van Sanutriënt, is het verstrekken van de flyers en brochures aan artsen, diëtisten, zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Ook voor deze doelstelling geldt dat het doel is behaald wanneer zestig procent van de artsen, diëtisten, zorgverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen binnen zes maanden Sanidrink adviseren en inkopen. Communicatiedoelgroep De communicatie zal gericht zijn op de primaire doelgroep. Hieronder vallen de artsen, diëtisten, ziektekostenverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Hiervoor is gekozen omdat artsen en diëtisten uiteindelijk bepalen welke ziekte-specifieke enterale drinkvoeding er wordt voorgeschreven. Echter kunnen deze specialisten beïnvloed worden door ziektekostenverzekeraars en het inkoopmanagement van ziekenhuizen. Ziektekostenverzekeraars bepalen namelijk welk soort drinkvoeding wordt vergoed. Indien het niet vergoed wordt, kan de diëtist ervoor kiezen een andere drinkvoeding voor te schrijven, die wel wordt vergoed. Het inkoopmanagement van ziekenhuizen kan de keuze beïnvloeden omdat zij bepalen wat er wel of niet wordt ingekocht. Tot de secundaire doelgroep behoren de 55-plussers met colonkanker. De afdelingen Sales en Marketing zullen zich hier niet direct op richten. De doelgroep kan in contact komen met de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding door de keuze die de primaire communicatie doelgroep maakt en door mond-opmondreclame via lotgenoten. Centrale boodschap Door gebruik van deze ziekte-specifieke enterale drinkvoeding bij colonkanker zou de voedingstoestand verbeterd en/of gehandhaafd kunnen worden. 96 Promotiemiddelen Om het product onder de aandacht te brengen, wordt er gebruik gemaakt van verschillende media en strategieën. Dit kan er toe leiden dat het nieuwe product bekender wordt in de enterale voedingsmarkt en dat het meer wordt gebruikt binnen de medische wereld. Medische tijdschriften Om het product onder de aandacht te brengen bij artsen, diëtisten en andere specialisten, is er gekozen om een advertentie te (zie afbeelding 2: advertentie) plaatsen in het Nederlandse tijdschrift voor Geneeskunde, het tijdschrift Medische Oncologie en het Nederlandse tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek. Hiermee zal een grote groep medische specialisten worden bereikt en kan dit ervoor zorgen dat zij dit zullen gaan gebruiken- of gaan inkopen. Hieronder staat een tabel met informatie over kosten, oplages, doelgroep en publicatie per tijdschrift. Tabel 3 Overzicht medische tijdschriften Tijdschrift Advertentiekosten Aantal Doelgroep Publicatie per A4 oplages NTVG: 10X 1 pagina 22000 Medische Verschijnt Nederlandse 3.960 euro abonnees en specialisten, wekelijks tijdschrift voor 30000 huisartsen, geneeskunde meelezende verpleeghuisartsen, artsen basisartsen, aio’s en studenten geneeskunde Medische 1 pagina 3.161 oncologie euro 3600 Internist-oncologen, Verschijnt 8x ziekenhuisapothekers per jaar en klinische genetici NVTD: 1 pagina Gemiddeld Professionals met als 6X per jaar + 1 Nederlandse ongeveer 2100 aantal 3.535 achtergrond voeding themanummer tijdschrift voor euro en diëtetiek voeding en diëtetiek 97 (Nederlandse Tijdschrift Voor Geneeskunde) (Adverteren in het vakblad Medische Oncologie) (Mediakaart 2014, 2014) Afbeelding 2: Advertentie Flyers en brochures Een andere manier om de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding te promoten, is door gebruik te maken van flyers en brochures. Deze flyers en brochures kunnen worden gebruikt tijdens het bezoeken van artsen en diëtisten en kunnen ook op deze plek worden neergelegd. Daarnaast kunnen ook apotheken en ziektekostenverzekeraars hiermee benaderd worden. De flyers en brochures zullen 98 worden besteld bij Vistaprint.nl. De flyers worden afgedrukt in 216 mm x 279 mm formaat. De kosten voor 25 stuks bedraagt 11,49 euro. Er is gekozen voor 5000 flyers, hiervoor rekent Vistaprint.nl een bedrag van 660,98 euro. De brochures worden in hetzelfde formaat afgedrukt. Voor 25 brochures wordt 48,49 euro gerekend. Ook hier is gekozen om 5000 brochures te laten drukken voor een bedrag van 665,99 euro (Vistaprint, 2014). Artsen en diëtisten bezoeken De laatste manier om de nieuwe ziekte-specifieke enterale drinkvoeding te promoten, is door de artsen en diëtisten te bezoeken. Dit bezoek zal per arts of diëtist ongeveer een half uur duren. Tijdens dit bezoek zal het product worden toegelicht. Er wordt gesproken over de samenstelling, het gebruik en de effectiviteit van het product. Daarnaast wordt het onderscheid met concurrerende ziekte-specifieke enterale drinkvoeding benadrukt. De bezoeken zullen de eerste drie maanden intensief plaatsvinden. Dagelijks zal de afdeling Sales zich inzetten om zoveel mogelijk artsen en diëtisten in het hele land te bezoeken. Acties De eerste zes maanden wordt Sanidrink aangeboden met een korting van 25%. Dit wordt gedaan zodat de merkbekendheid kan worden vergroot. Hierdoor kan ook de afzet toenemen. Activiteitenplan In tabel 4 staat weergegeven wanneer welk media wordt gebruikt om een advertentie te plaatsen. Ook staat weergegeven wanneer de artsen en diëtisten worden bezocht. In het tijdschrift de NTVG kan meerdere malen per maand worden geadverteerd omdat dit tijdschrift wekelijks verschijnt. Artsen en diëtisten zullen de eerste drie maanden intensief bezocht worden. De daaropvolgende maanden zal de intensiteit van de bezoeken afnemen. Tabel 4 Activiteitenplan advertentie Jan Feb Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec 99 NTVG: X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Nederlands tijdschrift voor geneeskun de Medische oncologie NVTD: X X Nederlands e tijdschrift voor voeding en diëtetiek Artsen en X X X X X X X X X X X X X X X X X X diëtisten bezoeken Actie 100 Literatuurlijst Adverteren in het vakblad Medische Oncologie. (sd). Opgeroepen op April 11, 2014, van Cross media: http://www.crossmedianederland.com/portfolio/advertising/medische-oncologie/2011-07-19/9 de Haas, Y., Lerink-Mulderink, M., & van der Giessen, B. (2014). Studiehandleiding Blok2.3. Haagse Hogeschool. Karakterisering van de geur van (bedrukte) papier- en kartonverpakkingen bestemd voor de voedingsindustrie . (2009, Oktober 1). Opgeroepen op April 11, 2014, van Vlaams Innovatienetwerk: http://www.innovatienetwerk.be/projects/1422 Mediakaart 2014. (2014). Opgeroepen op April 11, 2014, van De Nederlandse Vereniging van Diëtisten: http://www.nvdietist.nl/temp/1024308508/NTVD_mediakaart_DEF_200214.pdf Nederlandse Tijdschrift Voor Geneeskunde. (sd). Opgeroepen op april 11, 2014, van http://www.ntvg.nl/over_ntvg/adverteren Vistaprint. (2014). Opgeroepen op april 11, 2014, van http://www.vistaprint.nl/vp/ns/default.aspx?dr=1&GP=4%2f11%2f2014+7%3a31%3a45+AM& GPS=3155385245&GNF=1 Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik. (2000, Mei 1). Opgeroepen op April 11, 2014, van Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0010600/geldigheidsdatum_17-02-2012. Bijlage 101 Bijlage 1: Marktonderzoek Tabel 1 Globale weergave van concurrenten Product Smaak Volume Hoofd Claims ingrediënten ProSure Vanille, (Abbott) 220 ml Koolhydraten, Complete banaan, eiwit, EPA, energie en koffie, vezels en vet. eiwitrijke chocolade en voeding met sinaasappel. EPA. Resource Perzik-Vanille, 125 ml Energie, eiwit Verrijkt met SUPPORT Pruim-Mango en Omega 3 omega-3 PLUS en Neutral vetzuren. vetzuren Eiwit, EPA, Apotheek (nestle) FortiCare Cappuccinno, 125 ml (Nutricia) perzik-gember antioxidanten en en sinaasappel- voedingsvezels. citroen Supportan Cappuccino drink (fresenius- 200 ml Eiwit, Verrijkt EPA en tropische prebiotische en DHA. vruchten vezels, MCT, kabi) EPA, DHA, omga-3 en 6 vetzuren. Peptamen Vanille 200 ml (Nestle) Isocalorische 100% wei (wei-) eiwitrijk eiwt. Bevat MCT om de absorptie te bevorderen. Clinutren Vanille en Protect tropical (Nestle) Blik 450 gram Eiwit, glutamine Aanvullende en TGF-B. energie- en eiwitrijke 102 dieetvoeding in poedervorm met glutamine en TGF-B. Tabel 2 Voedingskundige samenstelling van de concurrenten Voedingsto Concurrent Concurre Concurre Concurre Concurre Concurre ffen 1 nt 2 nt 3 nt 4 nt 5 nt 6 Per 100 ml ProSure Resource FortiCare Supportan Peptamen Clunutren SUPPORT drink Protect PLUS Energy 127 kcal 155 kcal 160 kcal 150 kcal 100 kcal 460 kcal Eiwit 6,65 gram 9 gram 9 gram 10 gram 4 gram 29 gram gram EPA 0,44 gram - DHA 0,2 gram - Vezels 2,07 gram 1,6 gram Koolhydrate 18,33 gram Vetten 0,6 gram 0,5 gram - - 0,21 gram - - 2,1 gram 1,5 gram - - 17,9 gram 19,1 gram 12,4 gram 12,7 gram 47 gram 2,56 gram 1,6 gram 5,3 gram 6,7 gram 3,7 gram 18,2 gram Omega 3 - 1,05 gram - - - - Glutamine - - - - - 10 mg Claims Tacti n Tabel 3 Activiteiten van de concurrenten Product ProSure Present Positioner Hoofd atie ing ingrediënten Sterkten Zwakten ek Koolhydrate Energieverijkt Moderne Veel tekst op n, eiwit, drinkvoeding, uitstraling. verpakking verrijkt met Veel EPA, met Smaakvariat vezels inc. ie. EPA, vezels en vet. 103 FOS, 1,25 Wereldwijd. kcal/ml Resourc Energie, Energie, Neutrale Uit de handel e eiwit en eiwit en smaak genomen. SUPPO Omega 3 Omega 3 RT vetzuren. vetzuren. FortiCar Eiwit, EPA, Eiwit, EPA, Wereldwijd. Alleen e antioxidante antioxidante Veel verkrijgbaar n en n en productgroe bij apotheek. aanwezig. PLUS pen. Hogere voedingsvez voedingsvez Overzichtelij prijsklasse. els. ke website. els. Chatten voor vragen. Gluten vrij. Online patiëntenfol der verkrijgbaar. Afstemming gebaseerd op smaakbelevi ng van kankerpatië nt. Kleine verpakking waardoor het makkelijk is in te nemen. Support Eiwit, Eiwit, Laag Moeilijke an drink prebiotische prebiotische lactosegehal productinfor vezels, vezels, te en matie bij glutenvrij. product. MCT, EPA, MCT, EPA, Beperkt in DHA, omga- DHA, omga- smaak 3 en 6 verkrijgbaar. 3 en 6 104 vetzuren. Geen vetzuren. medicatie aan voeding toevoegen. Glutenvrij. Weinig keuze Peptam Isocalorisch Isocalorisch en e (wei-) e (wei-) eiwitrijk eiwitrijk Clinutre Eiwit, Aanvullende Zelf Moet nog n glutamine energie- en aanmaken, aangemaakt Protect en TGF-B. eiwitrijke dus langer worden. in smaak. houdbaar. Niet duidelijk dieetvoedin Beperkt in welke g in smaak. fabrikant het poedervorm produceert. met Weinig glutamine en TGF-B. informatie over te vinden. 105