De locaties en geproduceerde producten worden onafhankelijk gecertificeerd door certificatieinstelling ECAS. Valse meeldauw op bladhoudende Prunus Dossier voedingselementen Alle Basacote Plus formuleringen zijn sinds oktober 2007 RHP gecertificeerd. Vanaf nu bestaat er een redelijke kans dat de valse meeldauw, Pseudoperonospora sparsa zich vestigt op bepaalde bladhoudende Prunussen. Vooral Prunus laurocerasus en enkele cultivars, zoals bijvoorbeeld P. l. ‘Etna’ blijken voor deze schimmelziekte erg gevoelig. Wie enigszins thuis is in de wetenschappelijke namen van schimmelziekten, zal opmerken dat rozen voor precies dezelfde schimmel gevoelig zijn! Ook op rozen veroorzaakt Pseudoperonospora sparsa valse meeldauw. De ziekte was al jarenlang bekend op rozen, maar is dat nauwelijks tot niet op Prunus. Toch zien wij dat de aantastingen op Prunus zich de laatste jaren (sterk) uitbreiden. Vooral een somber, nat, maar zacht najaar leidt snel tot aantastingen. IIn onze nieuwsbrieven bezorgen wij u een overzicht van de belangrijkste voedingselementen. Per element wordt de functie besproken, het belang van het betrokken element, de noodzakelijke aanvoer en de gebrek- en eventuele overmaatsymptomen. In de editie april werd een hoofdelement besproken (stikstof), in de editie juni een sporenelement (mangaan). In deze nieuwsbrief wordt opnieuw een hoofdelement besproken dat een grote rol speelt in het metabolisme van een plant in het algemeen en in de vorstgevoeligheid in het bijzonder: kalium. Voor meer informatie: Rob ten Lohuis, Technisch adviseur RHP, www.rhp.nl. Certified for Horticulture Actualiteiten uit de markt Deelname aan Groot Groen COMPO Benelux neemt andermaal deel aan de vakbeurs GROOT GROEN, dat plaats vindt te Zundert van woensdag 1 tot en met vrijdag 3 oktober 2008. In 2007 breidde COMPO haar sierteelt- en boomkwekerijteam uit met enkele gedreven vakmensen. Voor Nederland vervoegde assortiments- en handelskenner Albert Sijtzema het team en voor België kwam Noortje Plinke erbij. Overkoepelend voor Nederland en België kwam ook Paul Mertens bij COMPO. Paul Mertens was jarenlang een erg gewaardeerde voorlichter boomkwekerij én auteur van een lijvig boek over ziekten en plagen in de boomkwekerij. En wij kunnen terugkijken op een geslaagde campagne en op een succesvolle ontwikkeling van Basacote Plus in Nederland en België. Maar dit alles kwam niet zomaar uit de lucht gevallen. De lancering van Basacote Plus als een prima gecoate meststof, ondersteund door regelmatige bezoeken bij de gebruikers en door extra informatie, zoals interessante nieuwsbrieven en twee zeer geslaagde studienamiddagen te Boskoop (Nl) en te Deerlijk (B) liggen hieraan ten basis. En COMPO is zinnens om op dit elan verder te gaan. Redenen genoeg dus om met ons kennis te maken. COMPO nodigt u daarom uit om een bezoek te brengen aan haar stand. Daar kunt u kennis maken met onze vakmensen en met onze producten. In geval van een aantasting zullen grote, lichtbruine vlekken tot ontwikkeling komen op de jongere tot jongste bladeren. Met enige moeite is aan de bladonderzijde een vuil, lichtbruin, warrig schimmelpluis te vinden. Kenmerkend hierbij is de snelle uitbreiding van de ziekte. Bovendien kan een aantasting snel leiden tot zwaar beschadigde planten (bladvlekken) die in het slechtste geval zullen moeten terug gesnoeid worden. Verwar de aantasting niet met andere schimmelaantastingen, zoals bij Phytophthora, Botrytis of Alternaria. De symptomen van deze schimmelziekten lijken bijzonder sterk op deze van Pseudoperonospora sparsa, maar de bestrijding ervan vraagt de inzet van andere fytofarmaceutische middelen. Controleer daarom vanaf nu regelmatig uw Prunus-gewas op de aanwezigheid van deze valse meeldauw. In geval van twijfel en voor de juiste bestrijding van Pseudoperonospora sparsa is het raadzaam om uw teeltbegeleider of uw fyto-adviseur te raadplegen. Pseudoperonospora sparsa op Prunus Een tip: bewaar deze en de vorige nieuwsbrieven! Op die manier verzamel je van onze inforeeks over voedingselementen een schat aan informatie. Kalium (K2O) Nu de zomer stilaan op zijn einde loopt, is het interessant om eens een element onder de loep te nemen dat jaarrond van groot belang is, maar zeker in het najaar extra moet opgevolgd worden: kalium. In Vlaanderen wordt kalium ook wel eens potas genoemd. Verwar overigens kalium (K) niet met calcium (= Ca, kalk). Kalium (K) belang voor de plant Kalium rekent men tot de hoofdelementen in de plantenvoeding. Dat houdt in dat planten behoorlijke hoeveelheden kalium opnemen en bij voldoende hoog aanbod zelfs kunnen overgaan tot een luxeconsumptie. Vooral in het celsap en in de meristemen worden de grootste hoeveelheden kalium terug gevonden. In een plant vervult kalium meerdere, essentiële functies bij o.a.: de ademhaling van de planten, het fotosyntheseproces, de bouw van de chlorofylmolecule, het transport van stikstof in de plant, de activering van bepaalde enzymen die van belang zijn voor de opbouw van eiwitten, de waterretentie door de plantencellen. En in het bijzonder deze laatste functie is van groot belang voor planten, vooral dan met het oog op: verwelkingen en/of verdrogingen en zelfs verbrandingen door watertekorten, de afweer tegen ziekten en plagen, vorstgevoeligheid. In telerskringen is het algemeen bekend om planten in het najaar af te harden met extra kaliumbemestingen om ze weerbaarder te maken tegen vorst. Maar wat is hiervoor de achterliggende reden? Wij zagen al dat kalium vooral terug te vinden is in de cellen zelf. De eerst door de wortels en later door de cel opgenomen K-ionen veroorzaken een stijgende zoutconcentratie in deze cellen. Stijgt de zoutconcentratie in een cel omdat zij voedingszouten vanuit haar omgeving heeft opgenomen, dan stijgt hierdoor de osmotische druk van de cel, Maar deze cel zal er ook naar streven om de hoge zoutconcentratie af te zwakken door water op te nemen tot de osmotische waarde van de cel gelijk is aan deze buiten de cel. Hierdoor neemt het osmotische verschil tussen de cel en haar omgeving af tot uiteindelijk zelfs nul. Het gevolg van de wateropname door de cel is dat de celspanning stijgt, wat ten goede komt aan de celfysiologie, haar stevigheid, haar waterregulatie, haar afweer tegen ziekten en dergelijke. Deze gewenste fase van de cel noemt men de turgortoestand. Het belangrijkste element om deze turgortoestand te bereiken is kalium. En tijdens de winter behouden cellen met een optimale Kinhoud voldoende water om uitdroging te voorkomen. Bovendien werkt een voldoende hoge zoutconcentratie van het celsap als een soort van ‘antivries’. Wij weten allemaal uit ervaring dat zuiver water sneller zal bevriezen dan zout water. Plantencellen met een lage K-inhoud zullen dus gemakkelijk bevriezen. En het bevriezende water zet uit met zware en definitieve celvernieting tot gevolg. En zo heeft een plant dus winter én zomer een behoorlijke behoefte aan kalium. Ter vervollediging: mocht echter om één of andere reden de osmotische druk buiten de cel hoger zijn dan binnen de cel, dan gebeurt de omgekeerde osmotische beweging. De cel zal dan water afstaan aan de omgeving. Dit proces noemt men plasmolyse. Dit leidt tot een geleidelijke uitdroging van de cellen. Vooral de cellen die de opening van de huidmondjes regelen verslappen (hun turgortoestand neemt immers af), waardoor de huidmondjes sluiten. Hierdoor neemt de gewasverdamping en dus de afkoeling van de plant af en kunnen de temperaturen van de weefsels oplopen met rechtstreekse verbrandingen tot gevolg. Bovendien valt de opname van water en voedingzouten door de wortels nagenoeg stil. En omdat ook de CO2-opname daalt, vermindert ook de droge stof productie en stagneert de groei. En in al deze processen speelt de aan- of afwezigheid van kalium een vooraanstaande rol. Nieuwsbrief BOOMKWEKERIJ Bevat een plant te weinig kalium, dan kunnen verwelkingen en zelfs verbrandingen optreden, omdat door de lage osmotische druk van de cellen gemakkelijk plasmolyse zal plaats vinden. Zuigende insecten (wantsen, bladluizen, bladvlooien, schildluizen,…) penetreren dan gemakkelijker dergelijke weefsels met hun harde chitine-zuigznavel en schimmels dringen vlotter de verzwakte plant binnen. Bij aanhoudende tekorten zullen de bladpunten en/of -randen tenslotte verdrogen en afsterven (necrose) ACTUELE INFORMATIE VOOR DE VOORUITSTREVENDE BOOMKWEKER - SEPT. 2008 Advies & Voorlichting : Albert Sijtzema Tel. +31 (0) 6 557 785 68 [email protected] Kalium in de boomkwekerij de streefwaarden In de containerteelt moeten – tijdens het groeiseizoen en afhankelijk van de teelt – toch bepaalde hoeveelheden kalium aanwezig zijn. Onderstaande tabel geeft de streefwaarden mee die toch zouden moeten gerespecteerd worden om een goede en gezonde groei van het gewas te realiseren tijdens de groei- en afrijpingsmaanden (2e helft april – winter). K-gebrek bij Ribes K-gebrek bij Pinus strobus Tijdstip Onbemest Licht bemest Matig bemest Zwaar bemest Daarom noemt men kaliumgebrek wel eens ‘de randjesziekte’. En in dit stadium lijkt kaliumgebrek dan weer op natriumovermaat. Natriumovermaat kan zich voordoen wanneer gietwaters worden gebruikt die te rijk aan natrium zijn. Maar kalium doet zich vooral voor op de oudste bladeren, natriumovermaat op zowat alle bladeren en op de groeipunten. Kaliumgebrek leidt tot kleinere planten met korte internodiën. Voorjaar 0,4 0,5 – 1,0 0,9 – 1,4 1,4 – 2,0 Kalium Zomer – vroege najaar 0,5 0,7 – 1,0 1,0 – 1,6 1,6 – 2,2 Late najaar winter 0,5 0,6 – 1,0 1,0 – 1,5 1,5 – 2,0 Nederlandse analysemethode: 1 / 1,5. Streefcijfer voor K2O in millimol/l Nederlandse analysemethode: 1/ 5. Streefcijfer voor K2O in mg/l Tijdstip Voorjaar Onbemest Licht bemest Matig bemest Zwaar bemest < 50 50 – 75 75 – 150 150 – 200 175 – 250 150 – 200 Zomer – vroege najaar <75 75 – 125 125 175 Late najaar winter <75 50 – 125 100 150 Kalium in de boomkwekerij de gebreksymptomen Kaliumgebrek veroorzaakt bij een plant symptomen die relatief gemakkelijk herkenbaar zijn. Bij kaliumtekorten zullen de bladranden van de oudste bladeren aanvankelijk vergelen (chlorose). Die bladrandvergeling kan zich eventueel uitbreiden tot tussen de hoofdnerven van de bladeren. Verwar overigens kaliumgebrek in dit stadium niet met magnesiumgebrek, waar het in eerste instantie wel op lijkt. Magnesiumgebrek heeft echter eerder de neiging om bladranden niet te laten vergelen. antagonismen en synergismen Waar men zeker rekening moet mee houden in de bemesting, is het mogelijke optreden van antagonismen, waarbij bepaalde elementen elkaar gaan tegenwerken en synergismen, waarbij elementen elkaar gaan steunen, waardoor zelfs overmaat van een element kan ontstaan. Je kunt dus zeker niet ongestraft grote hoeveelheden kalium bijmesten, zonder negatieve effecten te krijgen op een aantal andere voedingsstoffen. Zo lopen magnesium (Mg), calcium (Ca, kalk) en boor (B) kansen door antagonistische werkingen in gebrek te gaan bij een overdosis kalium. Anderzijds zullen grote dosissen stikstof (N), vooral dan ammonium (NH4+), fosfor (P), kalk (Ca) en magnesium (Mg) leiden tot mogelijke K-tekorten. Dank zij de synergistische werking van kalium kan een verzorgde K-bemesting leiden tot een verbeterde opname van ijzer (Fe). Kalium inhoud K van de COMPOmeststoffen Voor de K2O-inhoud van onze professionele COMPO-producten verwijzen wij naar de bijgevoegde declaraties. In deze uitgave RHP Actualiteiten uit de markt - Deelname Groot Groen - Valse meeldauw op Prunus - Verslag studiedagen Compo Dossier: voedingselementen - Kalium RHP - keurmerk In deze nieuwsbrief wordt het keurmerk RHP besproken. In de volgende nieuwsbrief zal het Belgische systeem, namelijk Quality Professional, aan bod komen. Stichting RHP; kenniscentrum voor substraten De Stichting RHP is in de substraatsector een bekend keurmerk en kent een lange geschiedenis. Door het toepassen van diverse “slechte” grondstoffen in de potgrondsector nam in het verleden het aantal schades bij de professionele kweker toe. In 1964 is een begin gemaakt met kwaliteitscontrole van potgronden door het Proefstation te Naaldwijk. Dit systeem van kwaliteitscontrole was opgezet voor de professionele kweker. Bij de start van het RHP systeem van kwaliteitscontrole in 1964 was er sprake van uitsluitend eindcontrole, waarbij elke twee weken een monster potgrond werd onderzocht op chemische en later ook op fysische parameters. Dit vrijwillige controlesysteem werkte echter onvoldoende. Er was te weinig controle op de herkomst van de grondstoffen en de analyses van alleen het eindproduct waren niet voldoende om problemen bij Noortje Plinke Tel. +32 (0)497 58 89 13 [email protected] Paul Mertens Tel. +32 (0)497 58 89 02 [email protected] de tuinders te voorkomen. Vrij snel daarna werd het systeem uitgebreid met bedrijfscontroles waarbij de kwaliteit van de grondstoffen, de opslagsituatie, het mengproces en de bedrijfshygiëne in het controlesysteem werden opgenomen. Hierbij werd de start gemaakt met het controleren van de veenvelden i.v.m. allerlei kwaliteitsaspecten zoals onkruid in het veen. In 1986 hebben de Tuinbouwproefstations de RHP kwaliteitscontrole geprivatiseerd en is het werk overgenomen door de Stichting RHP. De stichting is ontstaan met medewerking van de potgrondindustrie en grondstofleveranciers. Op basis van alle ervaringen vanuit het verleden heeft de Stichting RHP uiteindelijk gekozen voor een gecertificeerd keurmerk, met als principe dat een kwaliteitskeurmerk voor een substraat pas gegeven kan worden als alle onderdelen van de keten gecontroleerd worden. Voor een potgrond die bestaat uit een aantal producten van verschillende herkomst (veen, kokos, schors), aangevuld met toeslagstoffen (klei, perlite etc.), kalk en meststoffen, kan uitsluitend het RHP-keurmerk worden afgegeven als alle grondstoffen gecontroleerd worden. Inmiddels is het werkterrein van de RHP verbreed en wordt er advies verstrekt en onderzoekprojecten uitgevoerd. Hierbij staat centraal het verbeteren van de eigenschappen en kwaliteit van grondstoffen en substraten met als doel het verhogen van teeltzekerheid en opbrengst voor de gebruiker. Sinds eind 2007 worden ook CRF (Controlled Release Fertilizers) meststoffen onder RHP keurmerk geproduceerd en geleverd. Hiervoor geldt een aantal belangrijke eisen: de processen op de productielocatie worden geregistreerd en gecontroleerd; de producten moeten voldoen aan de chemische specificaties zoals opgegeven; de release (het vrijkomen) van de verschillende elementen in de meststoffen wordt gecontroleerd; monsters worden onafhankelijk genomen, geanalyseerd en bewaard. 0,5 0 2,5 (**) 0 5,0 (**) 13 (**) 2,5 (**) 0 0,5 0 0 0 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Hortrilon Fetrilon® 13 0,0 0,0 0,0 0,0 Wateroplosbare meststoffen en sporenelementen ® (*) 0,15% gechelateerd met EDTA (**) Volledig EDTA-gechelateerd (***) EDTA en EDDHA gechelateerd. Bevat sporenelementen waarbij het ijzer onder de vorm van verschillende chelaten gebonden is, waardoor het werkzaam blijft bij een hoge pH. 0,5 (**) 0 0,7-2,8 0,007 0,015 0,1 0,1 0,04 0,01 4,0 12,0 8,0 5,0 / Langzaamwerkende NPK-meststof 16-8-12 (+4) bevattende crotonylideendiureum, magnesium, zwavel en sporenelementen 16,0 Triabon ® 0,002 0 0 0 0,01 0 0,5 0,002 0 0,01 0 0 2,0 0,0 15,0 0,0 7,0 0,0 7,9 2,1 16,0 32,0 Floranid® Permanent Floranid® 32 0 0 0 0 0 5 NPK meststoffen met (langzaamwerkende) Isodur-stikstof en magnesium 16-7-15 (+2) en sporenelementen 0,7-2,8 0,7-2,8 1,43 1,28 1,1 0,91 1,35 1,46 1,18 1,07 1,21 0,01(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,001 0,001 0,05 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,001 0,05(**) 0,05(**) 0,05(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,05(**) 0,05(**) 0,15(**) 0,07(**) 0,07(**) 0,07(**) 0,07(**) 0,07(**) 0,07(**) 0,01(**) 0,01(**) 0,019(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,002(**) 0,01 0,01 0,03 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 2,0 4,0 3,0 0,0 4,0 4,0 2,0 3,0 0,0 10,0 24,0 22,0 10,0 33,0 12,0 35,0 36,0 28,0 5,0 12,0 8,0 50,0 8,0 8,0 12,0 23,0 11,0 13,0 5,5 5,5 1,8 1,5 9,0 0,0 0,0 0,0 7,0 2,5 10,5 8,2 9,5 11,0 7,0 5,0 7,0 20,0 8,0 16,0 10,0 11,0 20,0 7,0 5,0 7,0 Hakaphos® Groen Hakaphos® Rood Hakaphos® Speciaal Algospeed® 10+50+10 Algospeed® 11+8+33+4 Algospeed® 20+8+12+4 Algospeed® 7+12+35+2 Algospeed® 5+23+36+3 Algospeed® 7+11+28 2,5-3,5 2,5-3,5 2,5-3,5 2,5-3,5 2,0-3,15 2,0-3,15 2,5-3,5 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 0,015 0,015 0,015 0,015 0,015 0,015 0,015 0,06 0,06 0,06 0,06 0,06 0,06 0,06 0,4(*) 0,4(*) 0,4(*) 0,4(*) 0,4(*) 0,4(*) 0,4(*) 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 0,05 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 0,02 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 12,0 12,0 12,0 12,0 19,0 19,0 12,0 8,0 8,0 8,0 8,0 9,0 9,0 8,0 8,6 8,6 8,6 8,0 4,5 4,5 8,6 7,4 7,4 7,4 7,0 6,5 6,5 7,4 16,0 16,0 16,0 15,0 11,0 11,0 16,0 Basacote® Plus 3M Basacote® Plus 6M Basacote® Plus 9M Basacote® Plus 12M Basacote® Plus 6M K Basacote® Plus 9M K Basacote® Tabs Met kunsthars omhulde samengestelde meststoffen (bevattende magnesium, zwavel en sporenelementen) Samengestelde meststoffen NPK (bevattende magnesium en sporenelementen), volledig wateroplosbare meststoffen voor vloeibare bemesting en bladvoeding EC (mS/cm) Korrel-grootte mm Zink (Zn) % Molybdeen (Mo) % Mangaan (Mn) % IJzer (Fe) % Koper (Cu) % Boor (B) % CaO % MgO % K2O oplosbaar in water P2O5 % NH4-N % NO3-N % N totaal % Product ASSORTIMENT COMPO-MESTSTOFFEN VOOR BOOMKWEKERIJ EN SIERTEELT. COMPO hield interessante studiedagen! Op donderdag 14 augustus was België aan de beurt: bij nv Vandeputte, Driesknocklaan te Deerlijk hield COMPO een bijzonder interessante infonamiddag. COMPO hield op donderdag 24 juli een studienamiddag te Boskoop op het terrein van de Proeftuin van Holland, Rijneveld. Als eerste spreker behandelde Albert Sijtzema van COMPO de gecoate meststof Basacote Plus en de eventuele bijbemestingen met de reeks oplosmeststoffen van Hakaphos. Met deze combinatie is een complete bemesting van de containerteelten mogelijk. Daarna hield Paul Mertens, eveneens van COMPO, een betoog over de mogelijke redenen van de opvallende verschuivingen die zich voordoen bij ziekten en plagen. Vooral het wijzigende klimaat en de verschuivingen naar meer containerteelten en verder door naar glasteelten wees Paul als oorzaak aan. Als 1e spreker bracht Paul Mertens een overzicht van de diverse mogelijkheden om containerplanten tijdens het groeiseizoen bij te mesten. Een keuze van de meststof in geval van een bijbemesting moet immers gebaseerd zijn op een grondige productkennis. Als 2e spreker was wetenschapper Luc Debontridder van het KMI uitgenodigd, met als thema ‘Klimaat in crisis’. De heer Debontridder relativeerde de invloed van de mens op het wijzigende klimaat, overliep de mogelijke wereldwijde klimaatsveranderingen en de oorzaken ervan en ten slotte wat België mag verwachten: milde, maar natte winters met intensere neerslaghoeveelheden toenemende kansen op hete zomers, met een stijging van 2 °C tot 2050 een geringe stijging van het zeeniveau met 1 – 3 mm/jaar de kansen op zware stormen nemen af Tijdens de pauze kreeg iedereen, na de toelichting door Piero Vandeputte, de gelegenheid dit prachtige bedrijf te bezoeken. Aansluitend op het thema van de klimaatsveranderingen bracht Ronald Houtman zijn visie op het plantensortiment dat als gevolg van de warmere omstandigheden populairder zou kunnen worden. Ronald besprak de gebruikswaarde van heel wat plantensoorten die het misschien kunnen maken, zoals Solanum, Rhaphiolepis, Vitex, Abelia, Cistus, Coprosma, Pittosporum, Eucalyptus, Lagerstroemia en zelfs enkele palmensoorten. Na de klassieke koffie gaf Rob ten Lohuis van RHP een duidelijk overzicht van de historiek en de huidige functie van RHP onder de merkwaardige titel: meststoffen en potgrond, van B naar A, of hoe RHP evolueerde van een controleorgaan van het eindproduct (potgrond) tot een stichting ter controle van de integrale keten, met bijhorende adviesverstrekking en onderzoek. De laatste lezing werd eveneens gegeven door Paul Mertens, die de essentiële sporenelementen behandelde. Hij gaf hierbij telkens een duidelijk overzicht van de noodzaak van het betrokken element, de mogelijke oorzaken tot tekorten en welke symptomen hiermee gepaard gaan. En mocht juli weinig mooie avonden geboden hebben, donderdagavond 24 juli was wel degelijk prachtig. De afsluitende barbecue viel dan ook bij iedereen in de smaak. Als laatste spreker gaf Noortje Plinke van COMPO een gesmaakt overzicht van de essentiële sporenelementen, de oorzaken van mogelijke tekorten, de symptomen ervan en het gebruik van de sporenmix Hortrilon. Als ontspannend moment na deze infosessies, had COMPO een wijnproeverij met bijhorende uitleg en quiz voorzien. De eerste 2 bubbelwijnen werden nog heel ernstig geproefd, maar al vanaf de roséwijntjes en zeker tijdens de witte en rode wijnen namen het enthousiasme voor en de vrolijkheid over de opgedane wijnkennis merkwaardig snel toe en de voorraad geserveerde broodjes evenredig af. Geslaagde COMPO-namiddagen, waarbij de afwezigen weeral ongelijk hadden!!!