Boomkwekerij September 2008

advertisement
De locaties en geproduceerde producten worden
onafhankelijk gecertificeerd door certificatieinstelling ECAS.
Valse meeldauw op bladhoudende Prunus
Dossier voedingselementen
Alle Basacote Plus formuleringen zijn
sinds oktober 2007 RHP gecertificeerd.
Vanaf nu bestaat er een redelijke kans dat de valse
meeldauw, Pseudoperonospora sparsa zich vestigt
op bepaalde bladhoudende Prunussen. Vooral
Prunus laurocerasus en enkele cultivars, zoals bijvoorbeeld P. l. ‘Etna’ blijken voor deze schimmelziekte erg gevoelig. Wie enigszins thuis is in de
wetenschappelijke namen van schimmelziekten,
zal opmerken dat rozen voor precies dezelfde
schimmel gevoelig zijn! Ook op rozen veroorzaakt
Pseudoperonospora sparsa valse meeldauw.
De ziekte was al jarenlang bekend op rozen, maar
is dat nauwelijks tot niet op Prunus. Toch zien wij
dat de aantastingen op Prunus zich de laatste jaren
(sterk) uitbreiden. Vooral een somber, nat, maar
zacht najaar leidt snel tot aantastingen.
IIn onze nieuwsbrieven bezorgen wij u een
overzicht van de belangrijkste voedingselementen. Per element wordt de functie
besproken, het belang van het betrokken element, de noodzakelijke aanvoer en de
gebrek- en eventuele overmaatsymptomen.
In de editie april werd een hoofdelement
besproken (stikstof), in de editie juni een sporenelement (mangaan). In deze nieuwsbrief
wordt opnieuw een hoofdelement besproken
dat een grote rol speelt in het metabolisme
van een plant in het algemeen en in de vorstgevoeligheid in het bijzonder: kalium.
Voor meer informatie:
Rob ten Lohuis,
Technisch adviseur RHP,
www.rhp.nl.
Certified for
Horticulture
Actualiteiten uit de markt
Deelname aan Groot Groen
COMPO Benelux neemt andermaal deel aan de
vakbeurs GROOT GROEN, dat plaats vindt te
Zundert van woensdag 1 tot en met vrijdag 3
oktober 2008.
In 2007 breidde COMPO haar sierteelt- en boomkwekerijteam uit met enkele gedreven vakmensen. Voor Nederland vervoegde assortiments- en
handelskenner Albert Sijtzema het team en voor
België kwam Noortje Plinke erbij. Overkoepelend
voor Nederland en België kwam ook Paul Mertens
bij COMPO. Paul Mertens was jarenlang een erg
gewaardeerde voorlichter boomkwekerij én
auteur van een lijvig boek over ziekten en plagen
in de boomkwekerij.
En wij kunnen terugkijken op een geslaagde campagne en op een succesvolle ontwikkeling van
Basacote Plus in Nederland en België.
Maar dit alles kwam niet zomaar uit de lucht
gevallen. De lancering van Basacote Plus als een
prima gecoate meststof, ondersteund door regelmatige bezoeken bij de gebruikers en door extra
informatie, zoals interessante nieuwsbrieven en
twee zeer geslaagde studienamiddagen te
Boskoop (Nl) en te Deerlijk (B) liggen hieraan ten
basis. En COMPO is zinnens om op dit elan verder
te gaan.
Redenen genoeg dus om met ons kennis te
maken. COMPO nodigt u daarom uit om een
bezoek te brengen aan haar stand. Daar kunt u
kennis maken met onze vakmensen en met onze
producten.
In geval van een aantasting zullen grote, lichtbruine vlekken tot ontwikkeling komen op de jongere
tot jongste bladeren. Met enige moeite is aan de
bladonderzijde een vuil, lichtbruin, warrig schimmelpluis te vinden. Kenmerkend hierbij is de snelle uitbreiding van de ziekte. Bovendien kan een
aantasting snel leiden tot zwaar beschadigde planten (bladvlekken) die in het slechtste geval zullen
moeten terug gesnoeid worden. Verwar de aantasting niet met andere schimmelaantastingen, zoals
bij Phytophthora, Botrytis of Alternaria. De symptomen van deze schimmelziekten lijken bijzonder
sterk op deze van Pseudoperonospora sparsa,
maar de bestrijding ervan vraagt de inzet van
andere fytofarmaceutische middelen.
Controleer daarom vanaf nu regelmatig uw
Prunus-gewas op de aanwezigheid van deze valse
meeldauw.
In geval van twijfel en voor de juiste bestrijding
van Pseudoperonospora sparsa is het raadzaam
om uw teeltbegeleider of uw fyto-adviseur te
raadplegen.
Pseudoperonospora sparsa op Prunus
Een tip: bewaar deze en de vorige nieuwsbrieven! Op die manier verzamel je van onze
inforeeks over voedingselementen een schat
aan informatie.
Kalium (K2O)
Nu de zomer stilaan op zijn einde loopt, is het
interessant om eens een element onder de loep te
nemen dat jaarrond van groot belang is, maar
zeker in het najaar extra moet opgevolgd worden: kalium. In Vlaanderen wordt kalium ook wel
eens potas genoemd. Verwar overigens kalium (K)
niet met calcium (= Ca, kalk).
Kalium (K)
belang voor de plant
Kalium rekent men tot de hoofdelementen in de
plantenvoeding. Dat houdt in dat planten
behoorlijke hoeveelheden kalium opnemen en bij
voldoende hoog aanbod zelfs kunnen overgaan
tot een luxeconsumptie. Vooral in het celsap en in
de meristemen worden de grootste hoeveelheden
kalium terug gevonden.
In een plant vervult kalium meerdere, essentiële
functies bij o.a.:
de ademhaling van de planten,
het fotosyntheseproces,
de bouw van de chlorofylmolecule,
het transport van stikstof in de plant,
de activering van bepaalde enzymen die van
belang zijn voor de opbouw van eiwitten,
de waterretentie door de plantencellen.
En in het bijzonder deze laatste functie is van
groot belang voor planten, vooral dan met het
oog op:
verwelkingen en/of verdrogingen en zelfs verbrandingen door watertekorten,
de afweer tegen ziekten en plagen,
vorstgevoeligheid.
In telerskringen is het algemeen bekend om planten in het najaar af te harden met extra kaliumbemestingen om ze weerbaarder te maken tegen
vorst. Maar wat is hiervoor de achterliggende
reden?
Wij zagen al dat kalium vooral terug te vinden is
in de cellen zelf. De eerst door de wortels en later
door de cel opgenomen K-ionen veroorzaken een
stijgende zoutconcentratie in deze cellen. Stijgt
de zoutconcentratie in een cel omdat zij voedingszouten vanuit haar omgeving heeft opgenomen, dan stijgt hierdoor de osmotische druk van
de cel, Maar deze cel zal er ook naar streven om
de hoge zoutconcentratie af te zwakken door
water op te nemen tot de osmotische waarde van
de cel gelijk is aan deze buiten de cel. Hierdoor
neemt het osmotische verschil tussen de cel en
haar omgeving af tot uiteindelijk zelfs nul. Het
gevolg van de wateropname door de cel is dat de
celspanning stijgt, wat ten goede komt aan de
celfysiologie, haar stevigheid, haar waterregulatie, haar afweer tegen ziekten en dergelijke. Deze
gewenste fase van de cel noemt men de turgortoestand. Het belangrijkste element om deze turgortoestand te bereiken is kalium. En tijdens de
winter behouden cellen met een optimale Kinhoud voldoende water om uitdroging te voorkomen. Bovendien werkt een voldoende hoge
zoutconcentratie van het celsap als een soort van
‘antivries’. Wij weten allemaal uit ervaring dat
zuiver water sneller zal bevriezen dan zout water.
Plantencellen met een lage K-inhoud zullen dus
gemakkelijk bevriezen. En het bevriezende water
zet uit met zware en definitieve celvernieting tot
gevolg. En zo heeft een plant dus winter én
zomer een behoorlijke behoefte aan kalium.
Ter vervollediging: mocht echter om één of andere reden de osmotische druk buiten de cel hoger
zijn dan binnen de cel, dan gebeurt de omgekeerde osmotische beweging.
De cel zal dan water afstaan aan de omgeving. Dit
proces noemt men plasmolyse. Dit leidt tot een
geleidelijke uitdroging van de cellen. Vooral de
cellen die de opening van de huidmondjes regelen verslappen (hun turgortoestand neemt
immers af), waardoor de huidmondjes sluiten.
Hierdoor neemt de gewasverdamping en dus de
afkoeling van de plant af en kunnen de temperaturen van de weefsels oplopen met rechtstreekse
verbrandingen tot gevolg.
Bovendien valt de opname van water en voedingzouten door de wortels nagenoeg stil. En omdat
ook de CO2-opname daalt, vermindert ook de
droge stof productie en stagneert de groei.
En in al deze processen speelt de aan- of afwezigheid van kalium een vooraanstaande rol.
Nieuwsbrief
BOOMKWEKERIJ
Bevat een plant te weinig kalium, dan kunnen
verwelkingen en zelfs verbrandingen optreden,
omdat door de lage osmotische druk van de cellen
gemakkelijk plasmolyse zal plaats vinden.
Zuigende insecten (wantsen, bladluizen, bladvlooien, schildluizen,…) penetreren dan gemakkelijker dergelijke weefsels met hun harde chitine-zuigznavel en schimmels dringen vlotter de
verzwakte plant binnen.
Bij aanhoudende tekorten zullen de bladpunten
en/of -randen tenslotte verdrogen en afsterven
(necrose)
ACTUELE INFORMATIE VOOR DE VOORUITSTREVENDE BOOMKWEKER - SEPT. 2008
Advies & Voorlichting : Albert Sijtzema
Tel. +31 (0) 6 557 785 68
[email protected]
Kalium in de boomkwekerij
de streefwaarden
In de containerteelt moeten – tijdens het groeiseizoen en afhankelijk van de teelt – toch bepaalde
hoeveelheden kalium aanwezig zijn.
Onderstaande tabel geeft de streefwaarden mee
die toch zouden moeten gerespecteerd worden
om een goede en gezonde groei van het gewas te
realiseren tijdens de groei- en afrijpingsmaanden
(2e helft april – winter).
K-gebrek bij Ribes
K-gebrek bij Pinus strobus
Tijdstip
Onbemest
Licht
bemest
Matig
bemest
Zwaar
bemest
Daarom noemt men kaliumgebrek wel eens ‘de
randjesziekte’.
En in dit stadium lijkt kaliumgebrek dan weer op
natriumovermaat. Natriumovermaat kan zich
voordoen wanneer gietwaters worden gebruikt
die te rijk aan natrium zijn. Maar kalium doet zich
vooral voor op de oudste bladeren, natriumovermaat op zowat alle bladeren en op de groeipunten. Kaliumgebrek leidt tot kleinere planten met
korte internodiën.
Voorjaar
0,4
0,5 – 1,0
0,9 – 1,4
1,4 – 2,0
Kalium
Zomer –
vroege najaar
0,5
0,7 – 1,0
1,0 – 1,6
1,6 – 2,2
Late najaar winter
0,5
0,6 – 1,0
1,0 – 1,5
1,5 – 2,0
Nederlandse analysemethode: 1 / 1,5.
Streefcijfer voor K2O in millimol/l
Nederlandse analysemethode: 1/ 5.
Streefcijfer voor K2O in mg/l
Tijdstip
Voorjaar
Onbemest
Licht
bemest
Matig
bemest
Zwaar
bemest
< 50
50 – 75
75 – 150
150 – 200
175 – 250
150 – 200
Zomer –
vroege najaar
<75
75 – 125
125
175
Late najaar winter
<75
50 – 125
100
150
Kalium in de boomkwekerij
de gebreksymptomen
Kaliumgebrek veroorzaakt bij een plant symptomen die relatief gemakkelijk herkenbaar zijn.
Bij kaliumtekorten zullen de bladranden van de
oudste bladeren aanvankelijk vergelen (chlorose).
Die bladrandvergeling kan zich eventueel uitbreiden tot tussen de hoofdnerven van de bladeren.
Verwar overigens kaliumgebrek in dit stadium
niet met magnesiumgebrek, waar het in eerste
instantie wel op lijkt. Magnesiumgebrek heeft
echter eerder de neiging om bladranden niet te
laten vergelen.
antagonismen en synergismen
Waar men zeker rekening moet mee houden in
de bemesting, is het mogelijke optreden van
antagonismen, waarbij bepaalde elementen
elkaar gaan tegenwerken en synergismen, waarbij elementen elkaar gaan steunen, waardoor
zelfs overmaat van een element kan ontstaan. Je
kunt dus zeker niet ongestraft grote hoeveelheden kalium bijmesten, zonder negatieve effecten
te krijgen op een aantal andere voedingsstoffen.
Zo lopen magnesium (Mg), calcium (Ca, kalk) en
boor (B) kansen door antagonistische werkingen
in gebrek te gaan bij een overdosis kalium.
Anderzijds zullen grote dosissen stikstof (N), vooral dan ammonium (NH4+), fosfor (P), kalk (Ca) en
magnesium (Mg) leiden tot mogelijke K-tekorten.
Dank zij de synergistische werking van kalium kan
een verzorgde K-bemesting leiden tot een verbeterde opname van ijzer (Fe).
Kalium
inhoud K van de COMPOmeststoffen
Voor de K2O-inhoud van onze professionele COMPO-producten verwijzen wij
naar de bijgevoegde declaraties.
In deze uitgave
RHP
Actualiteiten uit de markt
- Deelname Groot Groen
- Valse meeldauw op Prunus
- Verslag studiedagen Compo
Dossier: voedingselementen
- Kalium
RHP - keurmerk
In deze nieuwsbrief wordt het keurmerk
RHP besproken. In de volgende nieuwsbrief zal het Belgische systeem, namelijk
Quality Professional, aan bod komen.
Stichting RHP; kenniscentrum voor
substraten
De Stichting RHP is in de substraatsector een
bekend keurmerk en kent een lange geschiedenis.
Door het toepassen van diverse “slechte” grondstoffen in de potgrondsector nam in het verleden
het aantal schades bij de professionele kweker
toe.
In 1964 is een begin gemaakt met kwaliteitscontrole van potgronden door het Proefstation te
Naaldwijk. Dit systeem van kwaliteitscontrole was
opgezet voor de professionele kweker. Bij de start
van het RHP systeem van kwaliteitscontrole in
1964 was er sprake van uitsluitend eindcontrole,
waarbij elke twee weken een monster potgrond
werd onderzocht op chemische en later ook op
fysische parameters. Dit vrijwillige controlesysteem werkte echter onvoldoende.
Er was te weinig controle op de herkomst van de
grondstoffen en de analyses van alleen het eindproduct waren niet voldoende om problemen bij
Noortje Plinke
Tel. +32 (0)497 58 89 13
[email protected]
Paul Mertens
Tel. +32 (0)497 58 89 02
[email protected]
de tuinders te voorkomen.
Vrij snel daarna werd het systeem uitgebreid met
bedrijfscontroles waarbij de kwaliteit van de
grondstoffen, de opslagsituatie, het mengproces
en de bedrijfshygiëne in het controlesysteem werden opgenomen. Hierbij werd de start gemaakt
met het controleren van de veenvelden i.v.m. allerlei kwaliteitsaspecten zoals onkruid in het veen. In
1986 hebben de Tuinbouwproefstations de RHP
kwaliteitscontrole geprivatiseerd en is het werk
overgenomen door de Stichting RHP. De stichting is
ontstaan met medewerking van de potgrondindustrie en grondstofleveranciers.
Op basis van alle ervaringen vanuit het verleden
heeft de Stichting RHP uiteindelijk gekozen voor
een gecertificeerd keurmerk, met als principe dat
een kwaliteitskeurmerk voor een substraat pas
gegeven kan worden als alle onderdelen van de
keten gecontroleerd worden. Voor een potgrond
die bestaat uit een aantal producten van verschillende herkomst (veen, kokos, schors), aangevuld
met toeslagstoffen (klei, perlite etc.), kalk en meststoffen, kan uitsluitend het RHP-keurmerk worden
afgegeven als alle grondstoffen gecontroleerd
worden.
Inmiddels is het werkterrein van de RHP verbreed
en wordt er advies verstrekt en onderzoekprojecten uitgevoerd. Hierbij staat centraal het verbeteren van de eigenschappen en kwaliteit van grondstoffen en substraten met als doel het verhogen
van teeltzekerheid en opbrengst voor de gebruiker. Sinds eind 2007 worden ook CRF (Controlled
Release Fertilizers) meststoffen onder RHP keurmerk geproduceerd en geleverd.
Hiervoor geldt een aantal belangrijke eisen:
de processen op de productielocatie worden
geregistreerd en gecontroleerd;
de producten moeten voldoen aan de chemische
specificaties zoals opgegeven;
de release (het vrijkomen) van de verschillende
elementen in de meststoffen wordt gecontroleerd;
monsters worden onafhankelijk genomen, geanalyseerd en bewaard.
0,5
0
2,5 (**)
0
5,0 (**)
13 (**)
2,5 (**)
0
0,5
0
0
0
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Hortrilon
Fetrilon® 13
0,0
0,0
0,0
0,0
Wateroplosbare meststoffen en sporenelementen
®
(*) 0,15% gechelateerd met EDTA
(**) Volledig EDTA-gechelateerd
(***) EDTA en EDDHA gechelateerd. Bevat sporenelementen waarbij het ijzer onder de vorm van verschillende chelaten gebonden is, waardoor het werkzaam blijft bij een hoge pH.
0,5 (**)
0
0,7-2,8
0,007
0,015
0,1
0,1
0,04
0,01
4,0
12,0
8,0
5,0
/
Langzaamwerkende NPK-meststof 16-8-12 (+4) bevattende crotonylideendiureum, magnesium, zwavel en sporenelementen
16,0
Triabon
®
0,002
0
0
0
0,01
0
0,5
0,002
0
0,01
0
0
2,0
0,0
15,0
0,0
7,0
0,0
7,9
2,1
16,0
32,0
Floranid® Permanent
Floranid® 32
0
0
0
0
0
5
NPK meststoffen met (langzaamwerkende) Isodur-stikstof en magnesium 16-7-15 (+2) en sporenelementen
0,7-2,8
0,7-2,8
1,43
1,28
1,1
0,91
1,35
1,46
1,18
1,07
1,21
0,01(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,001
0,001
0,05
0,001
0,001
0,001
0,001
0,001
0,001
0,05(**)
0,05(**)
0,05(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,05(**)
0,05(**)
0,15(**)
0,07(**)
0,07(**)
0,07(**)
0,07(**)
0,07(**)
0,07(**)
0,01(**)
0,01(**)
0,019(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,002(**)
0,01
0,01
0,03
0,01
0,01
0,01
0,01
0,01
0,01
2,0
4,0
3,0
0,0
4,0
4,0
2,0
3,0
0,0
10,0
24,0
22,0
10,0
33,0
12,0
35,0
36,0
28,0
5,0
12,0
8,0
50,0
8,0
8,0
12,0
23,0
11,0
13,0
5,5
5,5
1,8
1,5
9,0
0,0
0,0
0,0
7,0
2,5
10,5
8,2
9,5
11,0
7,0
5,0
7,0
20,0
8,0
16,0
10,0
11,0
20,0
7,0
5,0
7,0
Hakaphos® Groen
Hakaphos® Rood
Hakaphos® Speciaal
Algospeed® 10+50+10
Algospeed® 11+8+33+4
Algospeed® 20+8+12+4
Algospeed® 7+12+35+2
Algospeed® 5+23+36+3
Algospeed® 7+11+28
2,5-3,5
2,5-3,5
2,5-3,5
2,5-3,5
2,0-3,15
2,0-3,15
2,5-3,5
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
0,015
0,015
0,015
0,015
0,015
0,015
0,015
0,06
0,06
0,06
0,06
0,06
0,06
0,06
0,4(*)
0,4(*)
0,4(*)
0,4(*)
0,4(*)
0,4(*)
0,4(*)
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
0,02
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
12,0
12,0
12,0
12,0
19,0
19,0
12,0
8,0
8,0
8,0
8,0
9,0
9,0
8,0
8,6
8,6
8,6
8,0
4,5
4,5
8,6
7,4
7,4
7,4
7,0
6,5
6,5
7,4
16,0
16,0
16,0
15,0
11,0
11,0
16,0
Basacote® Plus 3M
Basacote® Plus 6M
Basacote® Plus 9M
Basacote® Plus 12M
Basacote® Plus 6M K
Basacote® Plus 9M K
Basacote® Tabs
Met kunsthars omhulde samengestelde meststoffen (bevattende magnesium, zwavel en sporenelementen)
Samengestelde meststoffen NPK (bevattende magnesium en sporenelementen), volledig wateroplosbare meststoffen voor vloeibare bemesting en bladvoeding
EC
(mS/cm)
Korrel-grootte
mm
Zink
(Zn) %
Molybdeen
(Mo) %
Mangaan
(Mn) %
IJzer
(Fe) %
Koper
(Cu) %
Boor
(B) %
CaO
%
MgO
%
K2O
oplosbaar
in water
P2O5
%
NH4-N
%
NO3-N
%
N totaal
%
Product
ASSORTIMENT COMPO-MESTSTOFFEN VOOR
BOOMKWEKERIJ EN SIERTEELT.
COMPO hield interessante
studiedagen!
Op donderdag 14 augustus was België aan de
beurt: bij nv Vandeputte, Driesknocklaan te
Deerlijk hield COMPO een bijzonder interessante
infonamiddag.
COMPO hield op donderdag 24 juli een studienamiddag te Boskoop op het terrein van de
Proeftuin van Holland, Rijneveld. Als eerste spreker behandelde Albert Sijtzema van COMPO de
gecoate meststof Basacote Plus en de eventuele
bijbemestingen met de reeks oplosmeststoffen
van Hakaphos. Met deze combinatie is een complete bemesting van de containerteelten mogelijk. Daarna hield Paul Mertens, eveneens van
COMPO, een betoog over de mogelijke redenen
van de opvallende verschuivingen die zich voordoen bij ziekten en plagen. Vooral het wijzigende
klimaat en de verschuivingen naar meer containerteelten en verder door naar glasteelten wees
Paul als oorzaak aan.
Als 1e spreker bracht Paul Mertens een overzicht
van de diverse mogelijkheden om containerplanten tijdens het groeiseizoen bij te mesten. Een
keuze van de meststof in geval van een bijbemesting moet immers gebaseerd zijn op een grondige
productkennis.
Als 2e spreker was wetenschapper Luc
Debontridder van het KMI uitgenodigd, met als
thema ‘Klimaat in crisis’. De heer Debontridder
relativeerde de invloed van de mens op het wijzigende klimaat, overliep de mogelijke wereldwijde
klimaatsveranderingen en de oorzaken ervan en
ten slotte wat België mag verwachten:
milde, maar natte winters met intensere neerslaghoeveelheden
toenemende kansen op hete zomers, met een
stijging van 2 °C tot 2050
een geringe stijging van het zeeniveau met
1 – 3 mm/jaar
de kansen op zware stormen nemen af
Tijdens de pauze kreeg iedereen, na de toelichting door Piero Vandeputte, de gelegenheid dit
prachtige bedrijf te bezoeken.
Aansluitend op het thema van de klimaatsveranderingen bracht Ronald Houtman zijn visie op het
plantensortiment dat als gevolg van de warmere
omstandigheden populairder zou kunnen worden. Ronald besprak de gebruikswaarde van heel
wat plantensoorten die het misschien kunnen
maken, zoals Solanum, Rhaphiolepis, Vitex,
Abelia,
Cistus,
Coprosma,
Pittosporum,
Eucalyptus, Lagerstroemia en zelfs enkele palmensoorten.
Na de klassieke koffie gaf Rob ten Lohuis van RHP
een duidelijk overzicht van de historiek en de huidige functie van RHP onder de merkwaardige
titel: meststoffen en potgrond, van B naar A, of
hoe RHP evolueerde van een controleorgaan van
het eindproduct (potgrond) tot een stichting ter
controle van de integrale keten, met bijhorende
adviesverstrekking en onderzoek.
De laatste lezing werd eveneens gegeven door
Paul Mertens, die de essentiële sporenelementen
behandelde. Hij gaf hierbij telkens een duidelijk
overzicht van de noodzaak van het betrokken element, de mogelijke oorzaken tot tekorten en
welke symptomen hiermee gepaard gaan.
En mocht juli weinig mooie avonden geboden
hebben, donderdagavond 24 juli was wel degelijk
prachtig. De afsluitende barbecue viel dan ook bij
iedereen in de smaak.
Als laatste spreker gaf Noortje Plinke van COMPO
een gesmaakt overzicht van de essentiële sporenelementen, de oorzaken van mogelijke tekorten,
de symptomen ervan en het gebruik van de sporenmix Hortrilon.
Als ontspannend moment na deze infosessies, had
COMPO een wijnproeverij met bijhorende uitleg
en quiz voorzien. De eerste 2 bubbelwijnen werden nog heel ernstig geproefd, maar al vanaf de
roséwijntjes en zeker tijdens de witte en rode wijnen namen het enthousiasme voor en de vrolijkheid over de opgedane wijnkennis merkwaardig
snel toe en de voorraad geserveerde broodjes
evenredig af.
Geslaagde COMPO-namiddagen, waarbij de
afwezigen weeral ongelijk hadden!!!
Download