Brandweerkazerne Wilrijk Happel Cornelisse

advertisement
Bra ndweerkazer ne W i l r ijk
Happel Cor nel is se Verhoe ven
In Wilrijk wordt een nieuwe brandweerkazerne
gebouwd. De brandweervoorpost is nodig om
een gelijkwaardige dekking op het grondgebied
van de stad Antwerpen te verzekeren. Happel
Cornelisse Verhoeven, een Nederlands bureau met
zetel in Rotterdam, maakt deel uit van de pool van
architecten van de stad en heeft in de zomer van
2014 de ontwerpwedstrijd gewonnen.
We hebben een gesprek met Paul Verhoeven van het
architectenbureau over hun ontwerp.
Hoe werd de opdracht onthaald op het bureau?
Paul Verhoeven: “Happel Cornelisse Verhoeven
is een jong bureau met een breed portfolio. We
hebben ervaring in verschillende programma’s
zoals scholen, sociale woningbouw, een
museumuitbreiding en zelfs een paardenpension.
We waren dus heel enthousiast over deze opdracht
voor een brandweerkazerne.
Een brandweerkazerne is een bijzonder
gebouw met een bijzondere gebruiker. Er gaat
een soort magische wereld schuil achter een
brandweerkazerne. We vinden het enorm boeiend
om dit soort programma te vertalen naar een
vormgeving. We moeten goed nadenken over
de plattegrond in functie van het dagritme, de
ploegdienst, de korte looplijnen,...
Bovendien krijgt het nieuwe gebouw een plaats in
een typische woonwijk van de 20ste-eeuwse gordel,
gekenmerkt door een combinatie van wonen en
bedrijvigheid en vlakbij een drukke straat.
De brandweer praat ook vol overgave over hun
vak en is een heel interessante gesprekspartner
gebleken in deze architectuuropdracht.”
Jullie gebruiken de begrippen ‘architecture parlante’
en ‘functionele schoonheid’ om het ontwerp te
beschrijven. Kan je dit toelichten?
Paul Verhoeven: “We wilden een gebouw maken dat
duidelijk herkenbaar is als brandweerkazerne.
We hebben onderzoek gedaan naar de typologie
van een brandweerkazerne. De begane grond is
altijd heel functioneel uitgewerkt: een robuuste
plint met grote openingen. Dit is de werkplint waar
de arbeid gebeurt: de remise, de kantoren, de
kleedruimtes en de werkplaats. De dikke kolommen,
de zogenaamde ‘olifantenpoten’, drukken de
degelijkheid van een garage uit. Daarbovenop
is het woon-en verblijfsgedeelte waar de
brandweermannen zich kunnen terugtrekken met
de keuken, woonkamer, slaapkamer en douches.
Dit is een meer huiselijke verdieping die
een verfijning kent in de architectuur en
kleinere raamopeningen. Tenslotte heeft de
brandweertypologie steeds een verticaal accent.
De slangentoren is er vandaag niet meer, maar
wij hebben geprobeerd om via een verhoogde
dakopbouw waar de installatie verborgen zit een
duidelijk signaal aan de buurt te geven.
Bijzondere aandacht gaat dus uit naar de
tektonische afleesbaarheid van de gevels waarbij
uitdrukking wordt gegeven aan de typologische
stapeling van remise, woonhuis en toren.
1
Perspectief van de Jules Moretuslei
Een rood-genuanceerde materialisering van
verglaasde baksteen zorgt voor een signalement in
de wijk; een ‘architecture parlante’ waarbij vorm
en verschijning onherroepelijk herinneren aan de
functie van de brandweer.
Met functionele schoonheid of wat we ook graag
‘nobele eenvoud’ noemen, mikken we op een
functionaliteit die ook architectonisch wordt
ingezet. In het interieur is de keuze voor materialen
vanuit dit principe ingegeven. De begane grond
met de remise, de kleedkamers en de entree wordt
uitgevoerd in schoonwerk beton, waarbij we willen
zoeken naar naadverdeling en een nette opbouw
van de installatietechnieken zodat hier ook een
soort functionele esthetiek uit spreekt.
De bovengelegen verdiepingen met de
kantoorfunctie, vergaderplek, lockerruimtes en
de woonetage worden uitgevoerd in massief hout
dat onafgewerkt is gelaten. Hierdoor ontstaat een
warme aangename ruimte met een huiselijke sfeer.
Er is een duidelijke detaillering die herhaald wordt
op verschillende plaatsen.
De installatietechnieken zitten verwerkt in de
wand of in de kasten. We streven er altijd naar
om een interieuropgave te combineren met de
integratie van de installaties. Het slaapvertrek van
de brandweerlui is uitgerust met matraskasten
waarbij de matras overdag geventileerd wordt in
de kast. Deze kasten gebruiken we dan ook voor de
installatietechnieken voor de andere ruimtes.”
De brandweer heeft een hoog ambitieniveau met
betrekking tot duurzaamheid. Welke maatregelen
hebben jullie genomen?
“Een duurzaam gebouw is een gebouw met een
lange levensduur. We kiezen in ons ontwerp altijd
voor een eenvoudige en heldere structuur zodat
functioneel zaken kunnen worden gewisseld.
Dat is één aspect van duurzaamheid. Een ander
aspect is de materiaalkeuze. Baksteen en massief
hout zijn milieuvriendelijke materialen die lang
meegaan. De raamkozijnen worden in aluminium
uitgevoerd. Dit zijn eerlijke producten die weinig
onderhoud vergen. Verder werken we met pv cellen
op het dak, zonneboilers, grijswaterrecuperatie
en gebalanceerde ventilatietechnieken.
Alle ontwerpbeslissingen zijn getoetst in de
duurzaamheidsmeter die ons een heel goede score
heeft opgeleverd.”
Hoe kan een nieuw programma als een
brandweerkazerne in een woonwijk worden
geïntegreerd?
2
De achterplaats: een plek van samenkomst, oefening en sport
Interieur van de tweede verdieping (ontspanningsruimte). Het massief hout zorgt voor een huiselijk karakter
3
“We wilden een herkenbaar gebouw maken, maar
toch aansluiting zoeken met de omgeving. Dit doen
we door de schaal en de materialisatie. De rode
baksteen zien we terug in huizen in de buurt. Ook
zit er een zodanige verfijning in de schaal dat het
gebouw zich niet vervreemdt van zijn omgeving.
Omdat een brandweerkazerne 24u/24u in gebruik
is, zal er ‘s avonds ook licht branden en erg zichtbaar
zijn in de buurt. We hebben ook gezorgd voor een
bepaalde openheid. Door de grote ramen is er inkijk
in de garage. De brandweer wenst zich echt als
nieuwe bewoner in de buurt te vestigen.”
plannen met woningen in het groen op eigen hoven,
verbonden door een netwerk van paden en hagen.
Het parkeren wordt voorzien in twee collectieve
parkeerkoffers aan de randen van de wijk. Het
ommuurde domein van de brandweerkazerne voegt
zich in deze wijkstructuur. Er kunnen ook relaties
gelegd worden naar de nieuwe woonwijk, onder
andere door het sportveld van de brandweer open
te stellen voor de buurt.”
De bouw van de brandweerkazerne begint
waarschijnlijk vóór de zomer 2016.
Tijdens de wedstrijd werd er ook een extra opdracht
gevraagd om een stedenbouwkundige visie te maken
op het volledige bouwblok. Wat was jullie voorstel?
“De percelen in het groene binnengebied van het
bouwblok zijn eigendom van AG VESPA en kunnen
in de toekomst ontwikkeld worden als woonwijk.
Daarom was de vraag gesteld om een visie op
binnenstedelijk wonen in een groen binnengebied
te formuleren, zonder de kwaliteiten van het groene
gebied teniet te doen.
Ons voorstel was om een autoluwe woonwijk in te
Maquette : groene woonwijk met een duidelijke haagstructuur
4
Tekst: Valerie Van de Velde
Beelden: Happel Cornelisse Verhoeven
Voor meer info over dit artikel: [email protected]
5
Download