Das Museuminsel

advertisement
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
Das Museuminsel
1. Het Museuminsel
Doorheen Berlijn stroomt de rivier Spree. Op deze rivier ligt, behoorlijk centraal gelegen, het
Spreeinsel (Spree-eiland). Dat eiland heeft twee zeer distinctieve helften: in het zuiden heb je het
Fischerinsel (visserseiland) en in het noorden heb je het Museuminsel (museumeiland).
Het zuidelijke deel van het eiland was vroeger (vanaf ca. de 13e eeuw) het dorpje Cölln, dat zich
doorheen de eeuwen samen met vele andere dorpjes zou samenvoegen om uiteindelijk Berlijn te
vormen. Het noordelijke deel was een kruidentuin voor het Stadschloss, het koninklijk paleis (nu het
Palast der Republik).
In de 17e eeuw werd een kanaal aangelegd genaamd Kupfergaben. Tussen de Kupfergaben en de
Spree heb je nog altijd de Lustgarten, het park van het paleis. In 1797 werd er voor het eerst
voorzichtig het idee geopperd van een verzameling musea voor oude en nieuwe kunsten. Het zou
nog tot 1822 duren, door de inspanningen van Karl Friedrich Schinkel, dat er concrete plannen voor
musea en bruggen zouden komen.
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
2. De musea
2.1. Het neoclassicisme
Om deze term te begrijpen moeten we teruggaan naar het “gewoon” classicisme. Dat begon in de
renaissance in Italië toen, dankzij handel met de Moren en de val van het Byzantijnse rijk er meer
info en nieuwsgierigheid vrijkwam over de in Middeleeuwen zo barbaars geachte Klassieke Oudheid
(uitzonderingen: wijsgeren waar nog mee gedweept werd, werden beschouwd als christenen avantla-lettre). Dat uitte zich in alle kunstvormen, en dus ook de bouwkunst.
In het midden van de achttiende eeuw maakte het classicisme een comeback, als protest tegen de
rococo en diens “onnatuurlijk” overdreven en frivole stijl. Gekoppeld met opgravingen in
Herculaneum (1738) en Pompei (’48), leken de omstandigheden perfect. Het zogenaamde
neoclassicisme predikte een terugkeer naar de formaliteit en structuur van het classicisme en
daarmee ook de Oudheid.
Neoclassicistische gebouwen kun je herkennen aan een gebruik van strakke lijnen en een
onverbiddelijke geometrie. Er zullen weinig tierlantijntjes aan zo’n gebouw zijn. Harmonie, balans en
goede proporties waren drie sleuteltermen van de stijl.
2.2. Het Altes Museum
Het oudste museum op het Insel is het toepasselijk genoemde Altes Museum. Het werd afgemaakt in
1830 door architect Karl Friedrich Schinkel, een beroemde neoclassicist. De voorkant is een
zuilengang of Stoa in het Grieks. De zuilen zijn in Ionische stijl, dat zie je aan de krulletjes aan de
zijkant. Dat is echter alleen aan de voorkant: de andere kanten zijn gewoon brik. Het hele gebouw
rust op een plint, zodat de Spree niet zo’n probleem vormt qua overstromingen en vochtigheid. In
het museum zelf vind je vooral Griekse en Romeinse artefacten.
2.3. Het Neues Museum
In ’59 opende het Neues Museum, door Schinkels leerling Friedrich August Stüler. Het is net ten
noorden (achter) het Altes Museum. In dit (eveneens neoclassicistisch) museum vind je vooral
Egyptische schatten, waaronder de bekende buste van Nefertiti. Het werd zo zwaar vernietigd in
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
WOII dat de restauratie pas in ’86 fatsoenlijk kon beginnen. Die zijn nog steeds bezig onder leiding
van Britse architect David Chipperfield en het museum zou normaal in 2009 weer heropenen.
2.4. De Alte Nationalgalerie
Stüler ontwierp ook de Alte Nationalgalerie, bedoeld om een grote collectie kunst uit de Oudheid en
Byzantium te huisvesten. Die werd geschonken door rijke bankier Joachim Wagener. Ze hebben één
van de grootste collecties 19e eeuwse beelden en schilderijen in Duitsland. De neoclassicistische stijl
zie je hier ook nog eens aan de apsis, de rondboog vooraan, die de stijl van een Romeinse tempel
moet benaderen. Zwaar gebombardeerd geweest in WOII en gerestaureerd van ’49-’69.
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
2.5. Het Bodemuseum
In ’04 opende het Kaiser-Friedrich-Museum door Ernst von Ihne. Dat werd echter in 1956 genoemd
naar het Bodemuseum naar Wilhelm von Bode, de eerste curator. Het is van 1997 tot 2006 gesloten
geweest voor renovaties. Het is vooral de thuis van heel wat christelijke kunstwerken uit het nabije
oosten (vooral Koptisch Egypte), Byzantijnse kunst, oude munten en medailles, maar ook
Middeleeuwse beeldhouwwerken en beelden uit de vroege Renaissance.
2.6. Het Pergamonmuseum
Het jongste museum werd gebouwd van 1910 tot 1930 naar plannen van Alfred Messel en Ludwig
Hoffman. Het is het Pergamonmuseum: het populairste museum van Duitsland.
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
3. Het Pergamonmuseum
3.1. Geschiedenis
In de vroege 20e eeuw was de Duitse archeologische sector zeer druk. Opgravingen in Babylon, Uruk,
Assur, Milete, Priene and Egypte zorgden ervoor dat de raad van bestuur van het Kaiser-Friedrichmuseum (tegenwoordig het Bodemuseum) wel wisten dat ze er simpelweg niet genoeg plaats voor
zouden hebben. Daarom huurde curator Wilhelm von Bode de architect Alfred Messel in om een
nieuw complex te creëren dat vooral bedoeld zou zijn om antieke architectuur, Islamitische kunst en
werken uit het Nabije Oosten te huisvesten. Toen Messel in ’09 stierf, werd het werk overgedragen
aan zijn vriend en leerling Ludwig Hoffman. De constructie begon in ’10. De werken gingen door
terwijl WOI en later de Grote Depressie door het land raasden, om uiteindelijk te culmineren in de
grote opening in ’30.
Tijdens WOII werd het museum vrij zwaar beschadigd (hoewel andere gebouwen op het
Museuminsel er erger aan toe waren), maar vele kunstvoorwerpen waren naar veilige plaatsen
gebracht. De grote onverplaatsbare stukken zoals de Pergamonaltaar werden dichtgemetseld om ze
enigszins te beschermen van de bommen van de geallieerden. In ’58 gaf de Sovjet-Unie een groot
deel van de schatten terug, hoewel er nog steeds in het Poesjkin-museum in Moskou zitten.
3.2. De drie vleugels
3.2.1. De Antikensammlung
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
Het Pergamonaltaar is van deze vleugel zeker het bekendste stuk. Het is een reconstructie van een
altaar van Zeus dat dateert uit de 2e eeuw voor Christus in Pergamon (het huidige Bergama) in
Turkije. Op z’n 113 meter lange fries wordt de strijd tussen de Griekse goden van Olympos en de
Giganten (oftewel de Gigantomachie) afgebeeld.
In de Griekse mythologie waren de Giganten reuzen die door de aarde (Gaia) werden gebaard nadat
zij bevrucht werd door het bloed van de hemel (Oeranos) nadat deze door hun zoon Kronos
gecastreerd werd. Leuk detail: de penis zelf werd in zee gegooid en vormde later de liefdesgodin
Aphrodite. Kronos was de aanvoerder van de titanen en regeerde over de wereld, tot hij uiteindelijk
door zijn zoon Zeus en andere Olympische goden werd afgezet en in de onderwereld Tartarus werd
opgesloten. Dit conflict wordt de titanomachie genoemd.
Gaia was hier niet blij mee en jutte de Giganten op om de goden af te zetten en de titanen in hun
macht te herstellen. De reuzen met slangenstaarten (of slangen als benen, afhangende van je bron)
trokken ten strijde onder leiding van Alcyoneus en Porphyrion in een conflict dat, toepasselijk
genoeg, de Gigantomachie werd genoemd.
Zeus riep hierbij de hulp in van de bekendste van zijn zonen: Heracles. Het werd een waarlijk epische
strijd: de giganten stapelden bergketens op elkaar om aan de top van Olympus te komen. Heracles
doodde Alcyoneus in de strijd en maakte Porphyrion af nadat hij verzwakt werd door
bliksemschichten die Zeus afvuurde. De overgebleven Giganten werden, net als de Titanen,
opgesloten in de onderwereld.
De zuilen zijn in Ionische stijl. De datum van exacte oprichting wordt betwist. Eén theorie is dat het
altaar werd opgericht ter ere van koning Eumenes II van Pergamon zijn victorie over het naburige
gebied Galatea. In het bovenste reliëf zie je Telephos, de mythische stichter van Pergamon.
In deze vleugel heb je ook de marktpoort van Milete; ze werd vooral gebruikt om standbeelden van
Romeinse keizers tentoon te stellen in diens nissen. De poort wordt geschat rond het jaar 120. De
poort werd rond 1100 vernietigd door een aardbeving maar rond de eeuwwisseling (19e-20e) door
Duitse archeologen in Turkije opgegraven en naar Berlijn overgebracht. Het meeste materiaal is
autenthiek!
Is dat het enige wat er te zien is?
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
3.2.2. Het Museum für Islamische Kunst
Op de foto hierboven zie je de Mshatta façade. Ze maakte deel uit van het woestijnpaleis van kalief
Al-Walid II (eind 8e eeuw). Na de moord op Al-Walid werd z’n paleis verlaten en later verwoest in een
aardbeving. Wat is kenmerkend?
Het Islammuseum stelt ook hedendaagse kunst tentoon, zoals de tentoonstelling Naqsh over gender
en de relatie tussen man en vrouw in de hedendaagse Iraanse samenleving.
3.2.3. Het Vorderasiatisches Museum
Hier komt allerlei kunst uit het Oude Nabije Oosten aan bod, zoals reliëfs en juwelen uit Assyrië,
Babylon en Soemerië.
De Ishtarpoort is een toonbeeld van de grootse Babylonische bouwkunst. Je ziet er de leeuw van
Ishtar, de stier van Adad en de draak van Marduk: allen goden en hun symbolisch dier.
Is dat alles?
Luca Saitta
3 EN-GE-NE
3.3. Toekomstmuziek
Het plan voor het Pergamonmuseum (en eigenlijk het hele Museuminsel) is om van alle musea één
groot complex te maken met het Pergamonmuseum als centrum. Er zal hiervoor een nieuw
inkomgebouw moeten gemaakt worden en een onderaardse gang die dienst zal doen als
Archäologische Promenade die alle musea verbindt. De werkzaamheden zijn bezig sinds 2005 en zijn
gepland te eindigen in 2010.
4. Bronnen
http://www.museumsinsel-berlin.de/
http://en.wikipedia.org/wiki/Pergamon_museum
http://berlijntrip.blogspot.com/2007/09/museuminsel.html
http://berlijn-blog.nl/bezienswaardigheden/museuminsel/
Je schrijft over de gebouwen (vaak erg oppervlakkig wat betreft stijl), maar heel weinig over wat er te
zien is. Is er niet meer te zien? Je hebt heel weinig gewijzigd. Proficiat
Download