DE POOLSE MAATSCHAPPIJ: TUSSEN DROMEN OVER HET VERLEDEN EN DROMEN OVER DE TOEKOMST INLEIDING Wanneer tijdens spontane gesprekken in Vlaanderen Polen ter sprake komt, dan valt het me op dat deze doorgaans rond 5 kernbegrippen draaien: Polen als een Europees laagloonland, (auto)diefstallen, conservatief katholicisme, Auschwitz en eventueel ook nog Walesa en de val van het communisme. Het feit dat het gemiddelde loon van een Poolse werknemer 4 tot 5 keer lager ligt dan dat in Vlaanderen vindt de gemiddelde Vlaming schandalig. Niet alleen het feit alsdusdanig, maar ook dat dit aan de basis heeft gelegen van de delokalisatie van een aantal in West-Europa gevestigde bedrijven en van een grote migratiegolf. Soms wordt tijdens deze gesprekken automatisch de link gelegd met criminaliteit en in het bijzonder de georganiseerde autodiefstallen vanuit Polen. Natuurlijk ‘weet’ ook elke Vlaming dat Polen een oerconservatief land is met een onopen houding voor abortus, euthanasie en homosexualiteit. Auschwitz wordt (verkeerdelijk) omschreven als een Pools concentratiekamp uit de tweede wereldoorlog (het was wel degelijk een Duits concentratiekamp in Polen!) en Walesa is de man die het communisme ten val heeft gebracht. Wat de meeste mensen echter niet weten is dat Polen ooit het grootste rijk van Europa was dat zich uitstrekte van de Oostzee tot de Zwarte Zee (1386-1572). In de 18de eeuw was Polen een zeer moderne staat en voerde in 1791 als eerste Europees contintentaal land een grondwet in die aan de basis lag van een korststondige parlementaire monarchie. Voor Polen betekende dit democratiseringsproces echter het begin van het einde. De omringende grootmachten Pruisen, Rusland en Oostenrijk zagen hierin een gevaar voor hun eigen machtspositie en vielen (opnieuw) Polen binnen om het te verdelen. Tussen 1795 en 1918 bestond Polen in feite niet. Een aantal nationalistische opstanden werden bloedig onderdrukt. Na de Eerste Wereldoorlog werd de Poolse staat heropgericht om tijdens de Tweede Wereldoorlog te worden bezet door Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Polen opnieuw opgericht (weliswaar met een veel kleinere grensomtrek) om heel snel als volksrepubliek onder de controle van de Sovjet-Unie te worden gebracht. In 1989 werd het communisme in Polen ten val gebracht en werd de vrije markteconomie ingevoerd. De integratie in de westerse wereld verliep snel: in 1999 lid van de NAVO en in 2004 lid van de Europese Unie. Wat vooral opvalt in deze historische notedop is dat de Poolse bevolking in 200 jaar geschiedenis een aantal keer op bruske wijze werd gedomineerd door diverse grootmachten en zich maar liefst 7 keer heeft moeten schikken naar een nieuw bestuurlijk systeem. Ik vat schematisch samen: Rinaldo Neels (1) 966-1572: opbouw van een sterke Poolse monarchie (2) 1572-1791: aristocratische monarchie (kieskoningschap) (3) 1791-1795: parlementaire monarchie in oorlogssituatie met Pruisen, Rusland en Oostenrijk (4) 1795-1918: Polen volledig verdeeld over de autocratische regimes Pruisen, Rusland en Oostenrijk (met een kortstondige hoop op heropleving onder Napoleon Bonaparte) (5) 1918-1939: Onafhankelijkheid van Polen en opbouw van de republiek (6) 1939-1945: Polen bezet door NaziDuitsland en de Sovjet-Unie (7) 1945-1989: Heroprichting van de ‘onafhankelijke’ Poolse heel snel onder voogdij gebracht van de Sovjet-Unie (Poolse volksrepubliek) [Communisme of staatsgeleide economie] (8) 1989- ... : De onafhankelijke Poolse republiek [Kapitalisme of vrije markt economie] In deze bijdrage stel ik me de hoofdvraag welke impact dit systeemtransformatieproces heeft gehad op het identiteitsgevoel van de Pool. Hierbij concentreer ik me hoofdzakelijk op de gevolgen van de overgang van communisme naar kapitalisme. Deze vraag kan echter pas gesteld worden nadat even stil wordt gestaan bij de 2 systemen en het transformatieproces alsdusdanig. In het eerste deel heb ik het over de westerse beeldvorming over het communisme, vervolgens schets ik een beeld van de feitelijke historische realiteit tijdens het communisme, in een 3de deel sta ik stil bij het systeemtransformatie-proces alsdusdanig om tenslotte stil te staan bij het hedendaagse Polen. Het is tevens mijn bedoeling om de clichés waardoor de algemene beeldvorming over Polen Hermes • J a a rg a ng 1 4 • n r. 4 7 • M a a r t 2 0 1 0 • 43 in Vlaanderen wordt bepaald te nuanceren door deze in een breder perspectief te plaatsen. Als Vlaming woon en werk ik reeds 4 jaar in Lublin, een provinciehoofdstad in het zuidoosten van Polen, niet ver van de grens met Oekraïene. In die periode heb ik reeds enige observatiegegevens verzameld. Deze bijdrage is bijgevolg vooral een verslag van mijn persoonlijke indrukken en van wat ik rechtstreeks heb gehoord van mensen rondom mij. 1. WESTERSE BEELDVORMING OVER HET COMMUNISME In 1989 studeerde ik af als retoricastudent. Gedurende mijn basisopleiding in het secundair onderwijs had ik geleerd dat een zekere Karl Marx in de 19de eeuw het economisch liberalisme en het hiermee gepaard gaande kapitalisme als de bron van alle maatschappelijke ellende zag. Hiermee stond hij diametraal tegenover Adam Smith die een eeuw voordien voorspelde dat de vrije markt algemene welvaart, vrede en geluk zou scheppen. Ik vond dit boeiend, die theorieën over de ideale maatschappij, hoe sterke figuren deze in praktijk probeerden te brengen en de analyse van de daadwerkelijke maatschappelijke gevolgen. Ik was gefascineerd door de geschiedenis van maatschappelijke structuren. Vandaar dat ik besloten had om geschiedenis te studeren. In 1993 studeerde ik af als historicus en ik had het geluk onmiddellijk als leraar geschiedenis in het secundair onderwijs aan de slag te kunnen. Ik bleef me verder verdiepen in de geschiedenis van maatschappelijke systemen en had op een bepaald moment het gevoel een ‘mini-expert’ te zijn. Nu realiseer ik me dat mijn toenmalige kennis in feite behoorlijk beperkt was. Ik las namelijk haast uitsluitend in het Westen gepubliceerde boeken, boeken geschreven in het Nederlands en het Engels. Mijn beeldvorming over het communisme was bijgevolg behoorlijk eenzijdig. Ik probeer deze beeldvorming kort samengevat weer te geven: Privébezit (als één van de basiswaarden van het kapitalisme) zorgde er volgens Karl 4 4 • H er me s • Jaarg an g 1 4 • nr. 47 • Ma ar t 20 10 Marx voor dat 2 grote klassen tegenover elkaar kwamen te staan: de kleine elite die alles bezat en de grote massa niets. De middenklasse, als die dan al bestond, was gedoemd te verdwijnen. Deze ongelijke verdeling van natuurlijke rijkdommen zorgde voor spanningen die steeds uitdraaien op een klassenstrijd. Voor Marx staat klassenverzoening synoniem voor uibuiting omdat de lagere proletariaatsklasse geen andere keuze heeft dan de regels opgelegd door de burgerij te volgen. Bijgevolg heeft het geen zin om te geloven in een dergelijk schijncompromis. Er is geen andere keuze dan dat het onderdrukte proletariaat de strijd tot het uiterste voert totdat de burgerij ten val wordt gebracht en een klassenloze maatschappij ontstaat met afschaffing van het privaat bezit waardoor iedereen gelijk wordt. Deze theorie is de geschiedenis ingegaan als het ‘marxisme’. In de 20ste eeuw hebben een aantal volksmenners gebruik makend van crisismomenten gepoogd om deze theorie in praktijk te brengen. Zo ontstond het ‘communisme’. Net zoals bij het kapitalisme heb je een aantal varianten. Zo spreken we over ‘leninisme’, ‘stalinisme’, ‘maoïsme’, ... In een zuiver communistisch regime bestaat geen privaat bezit. Het hele economische systeem wordt door de overheid gereguleerd. Dit betekent dus heel concreet: overheidswinkels, overheidsbedrijven, overheidziekenhuizen, overheidsscholen, overheidstreinen, ... De overheid heeft de taak om er voor te zorgen dat iedereen kan studeren, daarna een (staats)job vindt, bij ziekte gratis wordt verzorgd en op latere leeftijd een overheidspensioen kan genieten. Strikt theoretisch bestaat in een communistische maatschappij dus geen werkloosheid. Deze utopische maatschappij kan alleen maar funcioneren als iedereen meewerkt. Vandaar dat de meeste communistische regimes een repressieve politiestructuur hadden uitgebouwd om tegenstanders op te sporen om deze ofwel te heropvoeden ofwel te elimineren. Vrijheid wordt in een communistisch regime doorgaans opgeofferd voor de zogenaamde rechtvaardige gelijkheid. Polen stond na de Tweede Wereldoorlog feitelijk onder controle van de Sovjet-Unie (SU). Tegenstanders werden efficiënt uit de weg geruimd (een proces waarmee Stalin reeds in de loop van de oorlog mee bezig was) en Polen werd uiteindelijk een volksrepubliek, één van de satellietstaten van de SU. Het economische collectivisatieproces kon beginnen. Geen enkel regime slaagde er feitelijk in om de beloofde basisidealen van het communisme te realiseren. Slechte bevoorradingstransporten met vaak lege winkelrekken en hoge prijzen tot gevolg, lange files voor de bakker of de beenhouwer, een klimaat van wantrouwen en repressie, ... leidden vaak tot onlusten en opstanden die doorgaans bloedig werden onderdrukt. Toen in 1980 onder leiding van Lech Walesa (Wał˛ esa) de vakbond Solidarnosc een grootschalige staking inzette op de scheepswerven van Gdańsk was het hek van de dam. De vakbond slaagde erin om een aantal fundamentele vrije rechten voor de arbeiders van de regering af te dwingen. Een jaar later werd onder Jaruzelski de noodtoestand uitgeroepen. De vrije rechten werden afgeschaft, maar het succes van Solidarnosc was een feit. Nog geen decennium later werd het communisme ten val gebracht, werden vrije verkiezingen georganiseerd en werd Lech Walesa de eerste president van de vrije Poolse republiek. 2. HET COMMUNISME IN POLEN: FEITELIJKE HISTORISCHE REALITEIT De korte synthese die ik in het eerste deel over het communisme heb weergegeven is en blijft in alle waarheidsgetrouwheid schriftelijk vastgelegd. Ik denk niet dat er gewezen kan worden op fundamentele fouten. De synthese mist echter wel vele nuances. Het is een beeldvorming die gebaseerd is op theorie en te weinig rekening houdt met de gevoels- en gedachtenwereld van degenen die leefden onder een communistisch bewind. Nu woon en werk ik reeds een aantal jaar in Polen, de familie van mijn Poolse vrouw woont in Gdańsk en heeft de opkomst en doorbraak van Wał˛esa actief meegemaakt, de grootouders van mijn vrouw namen actief deel in het Warschau-verzet tegen de Nazi’s (augustus 1944), zelf begin ik het Pools aardig te begrijpen en mijn vriendenkring bestaat voor de helft uit Polen. Dit alles heeft mijn theoretische concepten van vroeger in niet geringe mate bijgestuurd. Als historicus heb ik het privilege om constant te leven temidden van ‘levend historisch bronmateriaal’. Ik leef temidden van de geschiedenis. Mijn westerse theoretische concepten worden verrijkt en verdiept dankzij de ontelbare spontane gesprekken die ik in het Poolse dagelijkse leven mag voeren. Tegelijkertijd probeer ik de zeer emotionele beeldvorming van Polen over de geschiedenis te nuanceren met mijn westerse concepten. Dit laatste is een heel delicaat gegeven. Een aantal keer heb ik een Poolse kennis gekwetst door hem met mijn nuanceringen verkeerdelijk het gevoel te geven dat ik hem of haar niet geloofde. Onze westerse beeldvorming over de 20ste-eeuwse geschiedenis is zeer rationeel, de Poolse beeldvorming over deze periode is zeer emotioneel geladen. In dit deel van mijn artikel heb ik de bedoeling om een aantal westerse beelden te verrijken (nuanceren?) met getuigenissen van Polen temidden van wie ik leef. Zo heeft de westerse mens vaak het veralgemeend idee dat de mensen tijdens het communisme in Polen in een waar angstklimaat leefden en uit angst voor de autoriteiten hun mond niet durfden te openen. Dit wordt door de meeste Polen die ik ken gerelativeerd. In vrienden-en familiekringen werd vaak geklaagd over en de spot gedreven met allerlei wantoestanden. Het klopt dat je niet zomaar alles gelijk waar en wanneer kon zeggen, maar de meeste Polen voelden wel aan wanneer iets dreigde te ver te gaan. Sommige Polen stellen zelfs dat het tijdens het communisme veiliger was dan vandaag. Groepen jongeren die op straat alcohol drinken kwam je toen niet tegen en criminelen werden niet zomaar snel terug vrijgelaten. Ik hoor ook soms wel eens dat het communisme in Polen niet het grootste probleem was, maar wel dat Polen feitelijk overheerst werd door de SU. Poolse natuurlijk rijkdommen werden naar Rusland gevoerd om daar te worden gebruikt. Rusland was de oorzaak van de armoede, niet het communistische systeem. Ik citeer: ‘Het communisme zou in Polen best wel veel meer wel- Hermes • J a a rg a ng 1 4 • n r. 4 7 • M a a r t 2 0 1 0 • 45 vaart kunnen hebben opgeleverd dan het huidige kapitalisme indien de Polen zichzelf volledig autonoom hadden kunnen besturen’. De klassieke verhalen van lege winkelrekken en lange files voor de bakker of de beenhouwer worden algemeen bevestigd. Toch hoor ik af en toe de opmerking dat er nu in het kapitalistische Polen wel volle winkelrekken zijn maar met extreem hoge prijzen waar slechts de elite aan kan. En tijdens het communisme kreeg de goed werkende Pool soms van de overheid een verlof aangeboden in bijvoorbeeld het Krimgebied. 3. SYSTEEMTRANSFORMATIE IN POLEN: VAN COMMUNISME NAAR KAPITALISME In 1989 werd het communisme in Polen ten val gebracht en vervangen door een kapitalistische vrije markt. Polen werd opnieuw een volledig onafhankelijke republiek. De grote uitdaging was de privatisering van de meeste staatsgoederen. Een meerderheid van gezinnen kregen de kans om de staatsflat waarin ze op dat moment woonden voor een goedkope prijs te kopen van de autoriteiten. Ook werden vele volkstuintjes reeds geprivatiseerd wat betekende dat de feitelijke gebruiker het prioritaire recht had om het tuintje van de overheid te kopen. Dit proces van privatisering is tot op vandaag nog niet helemaal afgerond. Bepaalde lokale overheden zijn nog steeds eigenaar van onroerende goederen die worden verhuurd. Ook de meeste overheidsbedrijven werden geprivatiseerd. Voor de Polen is het een publiek geheim dat vooral voormalige leden van de communistische partij de belangrijkste aandeelhouders zijn geworden van de geprivatiseerde overheidsbedrijven. De omschakeling van communisme naar kapitalisme is behoorlijk snel gegaan, misschien te snel. Mensen die jarenlang hebben meegedraaid in een communistisch systeem passen zich niet zo snel aan aan de regels van een vrije markt. Mentale flarden van vroeger blijven nog steeds hangen 4 6 • H er me s • Jaarg an g 1 4 • nr. 47 • Ma ar t 20 10 en leggen een rem op een efficiënte werking van het bestuursapparaat. 4. POLEN VANDAAG Een doorsnee Pools gezin heeft naast een kleine flat (vaak niet meer dan 35 tot 40 m2) ergens nog een volkstuintje. Het is een erfenis van het communisme. Rijk mocht men niet worden, rijkdom was een staatsbegrip, overleven was een volksbegrip. Maar iedereen die zich conformeerde aan het systeem had het recht op een dak boven het hoofd. En ... een tuintje, dat volstond om eigen groentjes te kweken. Sommigen hadden ook een paar fruitbomen die appels, peren, noten, pruimen of kersen opbrachten. Voor eigen consumptie natuurlijk. Of een frambozen- of bessenstruik. Die tuintjes liggen er nog steeds. Een aantal basisrechten van vroeger zijn aan de nieuwe tijdsgeest aangepast. Zo is het recht op een dak boven het hoofd aan allerlei voorwaarden verbonden. Blijkbaar zijn die voorwaarden voor bepaalde mensen te hoog gegrepen. Maar ik constateer dat sommigen creatief zijn, ze hebben een aantal planken tegen elkaar geslagen en zelf een huisje gebouwd, in hun volkstuintje. Sommigen hebben noch een dak, noch een volkstuintje. Ze wonen onder een brug, onder een trap, of zelfs in een drooggelegde riool. De lonen in Polen zijn laag, heel laag. Een arbeider in een grootwarenhuis verdient gemiddeld 250 Euro per maand, een onderwijzer verdient zo’n 300 Euro. Maar vaak hebben ze nog een volkstuintje. Om frambozen en aardbeien of andere vruchten te plukken. Het leven in Polen is duur, heel duur. De lonen in Polen zijn, zoals reeds gezegd, tot 5 keer lager dan in België. De prijzen zijn niet bepaald veel lager. Auto’s zijn niet veel goedkoper dan in België. Benzine ook niet. Pampers voor baby’s, broeken, jurken, boeken, cd’s van internationale groepen, bestek, toiletpapier, ... kosten gemiddeld evenveel als in België. Het is soms wel een beetje goedkoper, maar dat hangt vooral af van de wisselkoers (in Polen is nog steeds de złoty in omloop, maar men bereidt zich voor op de euro). En natuurlijk zijn er ook de solden ! In Polen is er geen uitgesproken koopjesperiode, dus sommige winkels hebben het hele jaar door solden. Toch kan je afvragen hoe het mogelijk is dat de gemiddelde lonen zo laag zijn terwijl de prijzen van zoveel gebruiksartikelen hoog zijn. Deze contradictie wordt zelfs nog sterker aangevoeld wanneer je in de grote Poolse steden de modernste gebouwen en winkelcentra kunt zien. En in die winkelcentra krioelt het van mensen, die net zoals in België, consumeren. De conclusie is al snel gemaakt, Polen is een klassenmaatschappij. Je zou kunnen denken dat er een grote groep armen en een kleinere groep rijken in Polen aanwezig is. Hoewel dit niet helemaal onjuist is, is de reële situatie toch iets ingewikkelder. In vele gezinnen woont iemand die in het buitenland werkt, soms voor enkele maanden, soms langer. Zo wordt een deel van het in het buitenland verdiende geld aangewend voor consumptie in Polen. En dat doet de prijzen stijgen! Sommige Polen hebben geen volkstuintje. Maar er zijn in Polen veel bossen. En in de bossen groeien na de regen in de late zomer tot zelfs de herfst paddestoelen. De meeste Polen kunnen de eetbare van de oneetbare heel snel onderscheiden. De eetbare paddestoelen worden geplukt, en vaak verkocht. Net zoals de bosbessen, plukvrij voor iedereen. De voedelverzamelaars nemen dan plaats langs de Poolse autowegen en wachten tot een chauffeur stopt om de geplukte paddestoelen of bosvruchten te kopen. In vele Poolse gezinnen worden de zelf gekweekte groentes en zelfgeplukte vruchten in conserveerbokalen gedaan. Of er worden sappen en jams gemaakt van het fruit. Zo is het mogelijk om ook de winter te overleven. Van een deel van het fruit worden natuurlijk ook geestrijke dranken gemaakt. BESLUIT: TUSSEN DROMEN OVER HET VERLEDEN EN DROMEN OVER DE TOEKOMST vaart heeft gecreëerd waar een groot deel van de bevolking niet in kan delen hebben een diep lidteken achtergelaten op de Poolse ziel. De Poolse ziel droomt over het verleden van Groot-Polen en zijn helden en probeert de geschiedenis die dit heeft vernietigd te vergeten. De Poolse ziel droomt over de toekomst van een onafhankelijkheid Polen dat welvarend is. De Pool zit gevangen tussen verleden en toekomst en vecht daarom met tal van actuele tegenstrijdige gevoelens. De Pool is een trotse patriot als het gaat over het heroïsche Poolse verleden, schaamt zich voor wat er vandaag gebeurt maar blijft halstarrig vasthouden aan waarden en tradities in de hoop dat een stukje verleden in de toekomst zal terugkomen. REFERENTIES: Davies, Norman 2007. Europa. Miȩdzy wschodem a zachodem. Znak: Kraków. Malfliet, Katlijn 1997. ‘Vooruitzichten voor de democratie in Centraal- en Oost-Europa’. De Gids Op Maatschappelijk Gebied 2, 115-137. Malfliet, Katlijn en Laenen, Ria 1998. Minority Policy in Central and Eastern Europe: The Link Between Domestic Policy, Foreign Policy and European Integration. Garant : Leuven. Malfliet, Katlijn 2001. Postcommunisme en pan-Europa. Enkele kanttekeningen bij de transitie in Centraal- en Oost-Europea. Garant: Leuven. Vos, Louis en Godderis, Idesbald 2005. De strijd van de witte adelaar. Geschiedenis van Polen (966-2004). Leuven: Acco. http://www.historia.org.pl/ (Website Poolse geschiedenis) http://www.wroclaw.pl/m3334/ (Panorama Racławicka) http://wyborcza.pl/0,86871.html (Grootste oplagekrant, Engelse editie) http://standaard.typepad.com/en_nu_even_ elders/polen/index.html (Persoonlijke webblog) Een lange geschiedenis van onderdrukking en een systeemtransformatie die een wel- Hermes • J a a rg a ng 1 4 • n r. 4 7 • M a a r t 2 0 1 0 • 47