Gen-omgevinginteracties in alcoholgebruik Carmen S. van der Zwaluw en Rutger C. M. E. Engels Inhoudstabel ● ● ● ● ● ● ● Samenvatting Inleiding Gedragsgenetische gen-omgevingstudies Gen-omgevingstudies bij primaten Specifieke gen-omgevingstudies naar alcoholgebruik bij mensen Huidige status van gen-omgevingstudies in alcoholgebruik-en afhankelijkheid Problemen en uitdagingen in genomgevingonderzoek Samenvatting – Tot nu slechts zeventien exemplaren – Grote verscheidenheid in: 1. Kandidaat-genen 2. Risicofactoren uit de omgeving ► Heterogeniteit DUS sterke conclusies zijn onmogelijk – Toch van cruciaal belang voor toekomstige studies Inleiding – Alcoholmisbruik- of verslaving komt vaker voor binnen families (familie-, adoptie-en tweelingstudies) ↓ ► Overerving ↓ 40 tot 60% – Al in de adolescentie kan dit tot uiting komen → Drinken om dronken te worden voor 56% te verklaren aan genetische invloeden ! – Maar welke genen liggen hier aan de basis ??? – Veranderingen in de structuur van het DNA = Polyformisen of mutaties Dit verandert de synthese van de eiwitten of proteïnen ► Wijziging in °uiterlijke kenmerken °gedrag !!! Maar enkel genen bestuderen is niet genoeg, dit gaat samen met de omgevingsfactoren !!! – Belang van gen-omgevinginteracties in het onderzoek naar alcoholgebruik? 1. Negeren van genetische invloeden leidt tot verkeerde conclusies over de rol van de direct sociale omgeving (vb.: assortative mating) 2. Sommige genetische invloeden komen pas tot uiting in een specifieke omgeving Gedragsgenetische genomgevingstudies = Vanuit gedragsgenetisch design genomgevinginteracties onderzoeken (Vb.: steekproeven bestaande uit tweelingen, interactie tussen genen en huwelijksstatus, ...) De bevindingen van dit soort studies is echter nog niet gerepliceerd. Gen-omgevingstudies bij primaten – De genetische opmaak van primaten komt sterk overeen met die van de mens (onderzoek o.b.v. vrijwillige alcoholconsumptie bij makaken) – Onderzoek als model voor de zoektocht naar genetisch oorzakelijke factoren voor alcoholgebruik bij mensen Specifieke genomgevingstudies naar alcoholgebruik bij mensen – Noodzakelijke aandacht voor gen-omgeving interacties in studies naar gedrag – M.b.t. Alcoholuitkomsten zeer weinig van deze empirische studies ► Een klassieke studie = Polyformisme in het MAOA gen geassocieerd met latere antisociale gedragsproblematiek (wanneer kind werd mishandeld) – Sinds publicatie van het artikel slechts zeventien bekende gen-omgevingstudies omtrent alcoholgebruik waaronder: * DRD2: Studies rond dopamine die een belangrijke rol speelt als neurotransmitter bij alcoholgebruiken afhankelijkheid. ► Alcoholconsumptie zorgt voor een toename van de dopaminerge activiteit in het brein ► Zorgt voor het plezierige gevoel van alcohol *DRD4: Studies rond interactie tussen DRD4-gen en alcoholgebruik in de sociale omgeving. Hier kwam men echter tegengestelde resultaten uit. ► Ook deze studies handelen rond de neurotransmitter dopamine. *SLC6A4: Studies rond het serotonerge systeem dat vaak in verband wordt gebracht met alcoholgebruik-en misbruik, maar ook met depressie. ► Ook deze resultaten geven geen consistent beeld, sommige resultaten zijn zelfs tegengesteld aan elkaar. *TPH2: Studie rond dit gen dat een grote rol speelt in de regulatie van serotonine en diverse maten van alcoholgebruik. ► Uit de resultaten bleek geen interactie *MAOA: Studies rond dit enzym dat verantwoordelijk is voor de afbraak van dopamine en serotonine, dus is het ook betrokken bij de effecten van alcohol. *GABRA2: Genoomwijde studies, waarbij het genoom wordt afgezocht naar markers die een relatie met alcoholafhankelijkheid laten zien, GABRA2 is zo'n genoom. *CRHR1: Studies die zich richten op een gen dat betrokken is bij de reactie op stress Huidige status van genomgevingstudies in alcoholgebruik-en afhankelijkheid – Deze studies bieden interessante inzichten in het samenspel tussen specifieke genotypes en omgevingsstressoren op alcoholgebruik. Toch zijn er te veel verschillen in de resultaten om stevige conclusies en patronen te vinden. Problemen en uitdagingen in gen-omgevingonderzoek – Gen-omgevinginteracties brengen vele problemen met zich mee. Deze maken de onafhankelijke replicatie heel moeilijk, waardoor het moeilijk is het aantal fouten te verminderen. BEDANKT !!! Bruneel Florence Informatievaardigheden 1BaTP A 2012-2013