Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in

advertisement
Scholingsbehoefte van vrijwilligers
en mantelzorgers in Hengelo
Datum
Versie
Uitgever
Publicatiejaar
Publicatietype
Auteur
Correspondentie
Begeleidingscommissie
Adviescommissie
Communicatie
Vormgeving
1 juli 2015
1.0
Wijkracht
www.wijkracht.nl
2015
Onderzoeksrapport
Drs. Marc ter Hedde (SCALA welzijn)
[email protected]
Margot Hodes (SIZ Twente)
Marco Rosema (SCALA welzijn)
Annie Gelderblom (SCALA welzijn)
Dr. Oscar Peters (Universiteit Twente)
Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo)
Gaby Drees (SCALA welzijn)
Paul Scheurink, grafisch ontwerper
Dit rapport is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de volgende organisaties:
Copyright © 2015 - Wijkracht
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Wijkracht of de auteur. Slechts een niet
commercieel gebruik is toegestaan in het kader van de wetgeving op auteursrecht. Het ter inzage geven aan direct
belanghebbenden is toegestaan.
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
2
Voorwoord
Vanaf 1 januari 2015 zijn er nieuwe wetten en regelingen voor de zorg ingevoerd.
Mensen moeten vaker en zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen wonen,
en men gaat er vanuit dat iedereen zoveel mogelijk mee doet in de samenleving.
Hierbij wordt de nadruk gelegd op de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers.
Het is van belang dat mantelzorgers en vrijwilligers hiervoor de juiste tools krijgen
en zich ondersteund voelen in hun taken en werkzaamheden. Vanuit onze ervaring
weten wij dat zowel mantelzorgers als vrijwilligers veel voordeel ervaren bij het
opdoen van kennis en ontwikkeling middels scholing en training.
In de samenwerking tussen vier organisaties in Hengelo (SCALA welzijn, Stichting
Informele Zorg Twente, Stichting Welzijn Ouderen Hengelo en Carintreggeland)
zijn wij aan het zoeken naar een manier om kennisontwikkeling voor mantelzorgers
en vrijwilligers mogelijk te maken. In de loop der jaren is er al veel scholing ontwikkeld.
De samenwerkende partners zijn voornemens om een centrale plek te organiseren
waar reeds ontwikkelde scholing wordt gebundeld en die een verdere kennisontwikkeling mogelijk maakt. Maar dat doen we niet alleen. We willen dit in gezamenlijkheid verder ontwikkelen. Daarom vinden wij het belangrijk de scholingsbehoefte
bij mantelzorgers en vrijwilligers zelf te inventariseren.
Op het moment dat wij wilden starten met een onderzoek meldde Marc ter Hedde
zich als vrijwilliger. Marc is een wetenschapper met veel onderzoekservaring, maar
had op dat moment geen werk. Hij wilde voor ons dit onderzoek vrijwillig doen.
Wij zijn erg blij met de inzet van Marc en vinden dat hij een kwalitatief en gedegen
onderzoek heeft verricht. Dit is hét voorbeeld voor iemand die als vrijwilliger zijn
kwaliteiten in wil zetten en daarmee blijft participeren in de samenleving. Mogelijk
is dit voor hem een opstap naar weer betaald werk.
Mede namens de begeleidingscommissie bedank ik Marc voor zijn inzet en wens ik
u veel leesplezier!
Margot Hodes
Manager SIZ Twente
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
3
Dankwoord
Op deze plaats wil ik iedereen bedanken die op één of andere wijze heeft geholpen
bij de uitvoering van het onderzoek en/of het samenstellen van dit rapport.
In de eerste plaats ben ik dank verschuldigd aan de begeleidingscommissie van
het onderzoek, bestaande uit de leden:



Margot Hodes (SIZ Twente)
Marco Rosema (SCALA welzijn)
Annie Gelderblom (SCALA welzijn)
Hun advies en ondersteuning bij de uitvoering van het onderzoek alsmede de review van verschillende teksten heb ik als erg waardevol ervaren.
Vervolgens wil ik alle vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties uit
Hengelo bedanken voor hun deelname aan het onderzoek. Zonder hen was dit
onderzoek niet mogelijk geweest.
Verschillende collega’s van SCALA welzijn hebben de online enquête gepretest.
Op basis van hun inzichten en feedback is de enquête op onderdelen aangepast.
Dank gaat uit naar de volgende personen:






Lidy Korf
Marian Everink
Ina Vogelzangs
Marianne Jansen
Karin Gelderblom
Hermien Leussink
Tevens ben ik dank verschuldigd aan de volgende personen die teksten hebben
gereviewd en/of de communicatie rondom het onderzoek hebben verzorgd:







Gaby Drees (SCALA welzijn)
Anita de Wit (SCALA welzijn)
Lenneke Herben (SIZ Twente)
Jolanda van den Berg (SIZ Twente)
Ria Steensma (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo)
Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo)
Monique Vermeulen (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo)
Ten slotte ben ik dank verschuldigd aan externe deskundigen die advies hebben
gegeven bij de opzet en/of uitvoering van het onderzoek (aanvullende statistische
analyses). In het bijzonder gaat hierbij mijn dank uit naar:


Dr. Oscar Peters (Universiteit Twente)
Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo)
Hengelo, 1 juli 2015
Drs. Marc ter Hedde
Onderzoeksleider
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
4
Samenvatting
Aanleiding, doel en opzet van het onderzoek
Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en
bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben zij zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun
(zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld is scholing. Kennis en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren.
Ook Wijkracht (een samenwerking van Carintreggeland, Stichting Informele Zorg
Twente, SCALA welzijn en Stichting Welzijn Ouderen Hengelo) ziet het belang van
scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. Wijkracht onderzoekt de mogelijkheden
om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden van scholing aan vrijwilligers
en mantelzorgers. Met het samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen verschillende organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Het doel van deze
bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor
vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt.
In opdracht van Wijkracht heeft drs. Marc ter Hedde onderzoek gedaan naar de
wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en (vrijwilligers)organisaties
uit Hengelo in het kader van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek. Gekeken is in hoeverre zij dit wenselijk achten en wat zij hierbij belangrijk vinden.
Daarnaast is zowel de huidige scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers
en het scholingsaanbod van (vrijwilligers)organisaties geïnventariseerd.
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van drie dataverzamelingsmethoden. Allereerst zijn middels deskresearch de scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en
mantelzorgers in kaart gebracht. Vervolgens is een enquête gehouden onder zowel
vrijwilligers, mantelzorgers als vrijwilligersorganisaties uit Hengelo. Het doel was
om enerzijds de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in kaart te
brengen en anderzijds om hun mening te peilen over een centrale scholingsplek.
Ten slotte is een focusgroep gehouden met een aantal vrijwilligersorganisaties om
de resultaten van de enquête in een breder perspectief te kunnen plaatsen. Hierbij
is vooral gekeken naar het openstellen van scholing voor vrijwilligers van andere
organisaties en het samen scholing aanbieden vanuit een centrale scholingsplek.
Resultaten en conclusies
Ervaring met scholing
Iets meer dan de helft van de vrijwilligers die aan de enquête heeft deelgenomen
(53%) had al ervaring met scholing. Daarentegen had bijna drie kwart van de deelnemende mantelzorgers (65,1%) nog geen ervaring met scholing.
Beide groepen deelnemers hebben al vaak scholing gevolgd op het gebied van
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld conflicten, agressie,
rouw en verlies).
Op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals senioren, gehandicapten, allochtonen etc.) is door de vrijwilligers het vaakst scholing gevolgd. Ook
op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach)
is door vrijwilligers vaak scholing gevolgd.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
5
Mantelzorgers hebben het vaakst scholing gevolgd op het gebied van ‘Mantelzorg
en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen aangeven, etc.). Daarnaast is
vaak door deze groep deelnemers scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan
met een bepaalde ziekte of aandoening’.
Tevredenheid over gevolgde scholing
Alle mantelzorgers en een grote meerderheid van de vrijwilligers (91,2%) zijn tevreden over scholing die zij hebben gevolgd, met name omdat zij hierdoor nieuwe
kennis en inzichten hebben verkregen. Daarnaast spelen de wijze waarop scholing
is georganiseerd (vrijwilligers) en of men door scholing een goede balans heeft
gekregen tussen mantelzorg en zorg voor zichzelf (mantelzorgers) hierbij een rol.
Redenen waarom scholing is gevolgd
De belangrijkste reden waarom de deelnemende vrijwilligers scholing hebben gevolgd, is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf om scholing te hebben gevraagd.
Vervolgens is bij de deelnemende mantelzorgers de belangrijkste reden waarom zij
scholing hebben gevolgd dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf om scholing te hebben gevraagd.
Huidige behoefte aan scholing
Van de deelnemers hebben de vrijwilligers momenteel nog de meeste behoefte
aan scholing. Het gaat hier om 60% van de deelnemers ten opzichte van 45% van
de deelnemers bij de groep mantelzorgers.
De vrijwilligers zouden nog vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals omgaan met jongeren of gehandicapten),
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief
gedrag of conflicten) en ‘Persoonlijke vorming’ (bijvoorbeeld Mindfulness).
Mantelzorgers die hebben deelgenomen zouden nog vooral scholing willen volgen
op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals de AWBZ en WMO) en
‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (bijvoorbeeld zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming).
Voorkeur type, duur, frequentie en dagdeel van scholing
Alle mantelzorgers en een ruime meerderheid van de vrijwilligers (98,3%) geeft
aan dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste
groep deelnemers bij beide groepen geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een
dagdeel duurt. Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers is een training en/of cursus
het scholingstype dat de meeste voorkeur geniet.
Zowel bij de vrijwilligers als mantelzorgers geeft een ruime meerderheid er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep vrijwilligers (32,2%) zou bij voorkeur één keer per kwartaal scholing volgen en de grootste groep mantelzorgers (39,4%) bij voorkeur één keer per maand.
Een ruime meerderheid van de vrijwilligers en mantelzorgers gaf aan ‘slechts’ een
beperkt deel van de dag (hetzij ochtend, middag of avond) aan scholing te willen
besteden. Bij de groep vrijwilligers geniet de avond de voorkeur (29,7%) voor scholing en bij de groep mantelzorgers de ochtend (27,3%).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
6
In hoeverre organisaties scholing aanbieden aan (hun) vrijwilligers
Een ruime meerderheid van de organisaties die aan de enquête heeft deelgenomen (64%) biedt (hun) vrijwilligers de mogelijkheid van scholing. De grootste groep
van de organisaties (47,8%) biedt deze mogelijkheid slechts een aantal keer per
jaar en een kwart van de organisaties niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar.
Het scholingsaanbod van de deelnemende organisaties heeft vooral betrekking op
het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals gehandicapten) en
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals conflicten of agressie). Dit
zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers behoefte hebben aan scholing.
Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg, welzijn en gezondheid’
wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is juist door
veel vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête aangegeven op deze
gebieden nog behoefte te hebben aan scholing.
De grootste groep van de deelnemende organisaties (39,2%) verzorgt bij voorkeur
externe scholing. De meesten van hen (65,2%) zijn in het algemeen (zeer) tevreden over scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt
verzorgd. Bijna alle organisaties (95,7%) zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun
organisatie. Geen van de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is.
De meerderheid van de deelnemende organisaties (78%) gaat het scholingsaanbod niet uitbreiden. Enerzijds is er een groep (39,1%) die de scholing wel zou willen uitbreiden, maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties
(39,1%) die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod.
Waarom organisaties scholing aanbieden aan (hun) vrijwilligers
De belangrijkste reden waarom de deelnemende organisaties scholing aanbieden
is dat door scholing vrijwilligers meer voldoening halen uit hun werk (74,3%). Daarnaast is een belangrijke reden om scholing aan te bieden dat vrijwilligers daardoor
gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten voor de organisatie
(73,7%) en tevens de kwaliteit van hun werk zal toenemen (72,5%).
Slechts een derde van de deelnemende organisaties heeft aangegeven scholing
aan te bieden aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker
zou worden bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook gaf slechts een derde van
de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen, omdat zij iets bij willen
leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke ontwikkeling). Ten slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers, omdat voor sommige activiteiten een wettelijke verplichting bestaat om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van alcohol mag alleen gebeuren door gekwalificeerd personeel).
Scholing van vrijwilligers wordt door de organisaties met name gestimuleerd door
informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) en
door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten.
Mening van de deelnemers over een centrale scholingsplek in Hengelo
Van de vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen
vindt een (ruime) meerderheid (68,4% en 60,3%) het wenselijk dat zij voor scholing
terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Slechts een klein aantal
deelnemers van beide groepen (1,1%/1,6%) vindt dit geen wenselijke ontwikkeling.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
7
Of de deelnemende organisaties het wenselijk vinden dat (hun) vrijwilligers voor
scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek, komt geen eenduidig beeld
naar voren. 14 organisaties vinden dit wenselijk, 13 organisaties hebben neutraal
geantwoord en 9 organisaties weten het niet of hebben hier geen mening over.
Van de groep deelnemende vrijwilligers is een kleine meerderheid (50,9%) van
mening dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te verzorgen
dan een individuele (vrijwilligers)organisatie. Overigens heeft iets meer dan een
derde van de deelnemers geantwoord met weet niet/geen mening.
Bij de deelnemende mantelzorgers is de groep die denkt dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing aan te bieden groter dan de groep die denkt
dat dit niet het geval is (38,1% tegenover 12,7%). Bij de mantelzorgers heeft overigens de grootste groep (49,2%) geantwoord met weet niet/geen mening.
Of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden komt
bij de deelnemende organisaties geen eenduidig beeld naar voren. Van hen zijn er
13 van mening dat dit het geval is. Een even groot aantal denkt juist dat een centrale scholingsplek geen verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit
niet te weten of hier geen mening over te hebben.
Het delen van kennis en ervaring is volgens de deelnemers de belangrijkste reden
waarom een centrale scholingsplek beter scholing zou kunnen verzorgen dan een
individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut.
De belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing zou
kunnen verzorgen is volgens de deelnemers dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen.
Een centrale scholingsplek is bij zowel de vrijwilligers als mantelzorgers niet de
eerste keuze als het gaat om de organisatie waar de deelnemers zich het liefst
aanmelden voor scholing. Bij de vrijwilligers is dit de organisatie waar zij het vrijwilligerswerk (voor) doen en bij de mantelzorgers de Stichting Informele Zorg Twente.
De grootste groep van de deelnemende organisaties (38,9%) geeft er de voorkeur
aan dat hun vrijwilligers zich voor scholing aanmelden bij de eigen organisatie.
Vervolgens gaat de voorkeur van de organisaties uit naar een centrale scholingsplek (22,2%) of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (22,2%).
Zowel de vrijwilligers als mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen
melden zich het liefst digitaal aan voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij
vrijwilligers gaat de voorkeur uit naar een website/digitaal aanmeldingsformulier
(40,4%). Mantelzorgers melden zich het liefst via e-mail aan voor scholing 36,5%).
De mantelzorgers zijn eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen dan de vrijwilligers. Iets meer dan de helft van hen (50,8%) is hiertoe (waarschijnlijk) bereid.
Bij vrijwilligers gaat het om 37,5%. Hier is de grootste groep deelnemers (45%)
(waarschijnlijk) niet bereid om een eigen bijdrage voor scholing te betalen.
De helft van de deelnemende vrijwilligers gaf aan bereid te zijn om meer dan 10
euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij de
groep mantelzorgers is daarentegen ‘slechts’ bijna een derde (30,1%) bereid om
meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen. De grootste groep mantelzorgers
(39,7%) heeft aangegeven niet te weten welke eigen bijdrage voor scholing zij
zouden willen betalen, of hebben hier geen mening over.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
8
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen
voor Wijkracht geformuleerd:
Aanbeveling 1: Maak het scholingsaanbod (duidelijk) online kenbaar
Met name op een website zou een gevarieerd scholingsaanbod overzichtelijk aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals een cursus, training of workshop).
Aanbeveling 2: Benadruk het belang van scholing
Voor een centrale scholingsplek is een belangrijke rol weggelegd als het gaat om
het nut en de noodzaak van scholing bij vrijwilligers en mantelzorgers breed onder
de aandacht te brengen.
Aanbeveling 3: Zorg dat scholing goed aansluit bij de praktijk
Scholing moet voor vrijwilligers en mantelzorgers relevant zijn voor het verrichten
van hun (zorg)taken. De vraag is of scholing voor hen een belangrijke bijdrage
levert aan het functioneren in een huidige of toekomstige functie.
Aanbeveling 4: Zorg ervoor dat scholing goed georganiseerd wordt
Om als centrale scholingsplek een kwalitatief goed scholingsaanbod aan te kunnen
bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het raadzaam om een aantal vakinhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteitscriteria te hanteren.
Aanbeveling 5: Biedt laagdrempelige scholing zonder eigen bijdrage
Scholing moet voor alle vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo toegankelijk zijn.
Een ieder moet onder dezelfde condities scholing kunnen volgen. Er moet geen
eigen bijdrage van vrijwilligers en mantelzorgers worden gevraagd voor scholing.
Aanbeveling 6: Maak digitaal inschrijven voor scholing mogelijk
Voor vrijwilligers en mantelzorgers zou het mogelijk moeten zijn om zich digitaal
aan te melden voor scholing, hetzij via een digitaal aanmeldingsformulier of door
een e-mail te sturen. De eerste variant geniet de voorkeur.
Aanbeveling 7: Scholing kan het contact met lotgenoten faciliteren
Scholing kan voor vrijwilligers en mantelzorgers een duidelijke sociale component
hebben. Door scholing kunnen zij lotgenoten (beter) leren kennen en kan het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Dit zou gestimuleerd kunnen worden.
Aanbeveling 8: Peil op gezette tijden de scholingsbehoefte
Voorgesteld wordt om op gezette tijden (om de twee jaar) de scholingsbehoefte
van vrijwilligers en mantelzorgers te inventariseren en hier het scholingsaanbod op
af te stemmen. Hierdoor is er altijd een actueel en gewenst aanbod van scholing.
Aanbeveling 9: Neem vertrouwen als basis voor samenwerking
Samenwerking in diversiteit is alleen werkbaar als de verschillende organisaties er
in slagen de diversiteit te overstijgen. Interactie, uitwisseling, een gezamenlijke
aanpak zoeken, en een gedeeld doel vaststellen is daarvoor een hulpmiddel.
Aanbeveling 10: Formuleer een denktank ‘kennis delen geeft kracht’
Formeer een ‘denktank’ om in kaart te brengen welke organisaties samen scholing
zouden kunnen ontwikkelen en aanbieden vanuit een centrale scholingsplek en
hoe effectief kennis tussen organisaties kan worden uitgewisseld.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
9
Aanbeveling 11: Kies voor een divers scholingsaanbod naar gebied
Voorgesteld wordt om een divers aanbod van scholing naar gebied beschikbaar te
stellen voor vrijwilligers en mantelzorgers. De indeling die hiervoor bij dit onderzoek
is gehanteerd zou hierbij als uitgangspunt genomen kunnen worden.
Aanbeveling 12: Kies bij voorkeur voor een cursus of training
De deelnemende vrijwilligers en mantelzorgers geven de voorkeur aan een training
of cursus als scholingstype. Daarnaast heeft een grote groep van de deelnemende
organisaties ook aangegeven dat hun vrijwilligers hier de voorkeur aan geven.
Discussie
Een belangrijke constatering van het onderzoek is dat bij alle drie de doelgroepen
het belang en de noodzaak van scholing wordt onderkend. Door scholing zouden
vrijwilligers en mantelzorgers beter toegerust zijn om hun (zorg) taken uit te kunnen
voeren. Ook zou scholing volgens de deelnemers een duidelijke sociale component hebben. Door scholing kunnen vrijwilligers en mantelzorgers lotgenoten (beter) leren kennen en zal het gevoel van saamhorigheid worden versterkt.
Vervolgens is een belangrijke constatering dat weliswaar een (ruime) meerderheid
van de vrijwilligers en mantelzorgers het wenselijk vindt dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo, maar op de vraag in hoeverre een centrale scholingsplek ook beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden,
komt er geen eenduidig beeld naar voren. Een aantal deelnemers is van mening
dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst is op bepaalde doelgroepen. Ook is een aantal deelnemers van mening
dat een centrale scholingsplek te groot en onpersoonlijk is en specialistische kennis mist.
Om in te spelen op de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers en de
argwaan van een aantal van hen over een centrale scholingsplek zoveel mogelijk
weg te nemen is allereerst een belangrijke rol weggelegd voor Wijkracht. Het gaat
hierbij dan zowel om het duidelijk communiceren over het belang van scholing als
om de mogelijkheden van een centrale scholingsplek (scholingsaanbod en dienstverlening) goed over het voetlicht te brengen. Dit kan zowel via ‘oude of traditionele
media’ (zoals radio en kranten) als ‘sociale of nieuwe media’ (zoals e-mail, Facebook, Twitter, LinkedIn). Met name voor de tweede groep media is een belangrijke
rol weggelegd.
Om vanuit een centrale scholingsplek een ruim en gevarieerd aanbod van scholing
aan te bieden is het cruciaal dat verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo
elkaar weten te vinden en bereid zijn om kennis te delen. Hierbij speelt een wederzijds vertrouwen in elkaar een belangrijke rol. Vanuit het principe ‘Kennis delen
geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Zoals eerder opgemerkt zouden
verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds in Hengelo
bestaan (zoals op het gebied van sport) hierbij als vertrekpunt genomen kunnen
worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden met
andere organisaties en sectoren.
Bij het opzetten van een ‘denktank’ is het van belang dat er naar mensen wordt
gezocht met verschillende specialismen, zodat een gemêleerd gezelschap ontstaat. Wanneer enkel met elkaar vergelijkbare mensen worden samengevoegd, zal
er namelijk minder snel ‘out-of the box’ worden gedacht.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
10
Inhoudsopgave
1
Inleiding…………………………………………………………………….….………………………..... 13
1.1
Aanleiding van het onderzoek ................................................................ 13
1.2
Doel- en vraagstelling van het onderzoek ....................................... 14
1.3
Aanpak van het onderzoek ...................................................................... 15
1.4
Definities van kernbegrippen binnen het onderzoek ................. 15
1.5
Leeswijzer ......................................................................................................... 17
2
Achtergrond van het onderzoek……………………………….…….…… 18
2.1
Vrijwilligerswerk in Hengelo ................................................................... 18
2.2
Mantelzorg in Hengelo ............................................................................... 20
2.3
Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers .................................. 21
2.4
Een centrale scholingsplek in Hengelo ............................................. 23
3
Verantwoording van het onderzoek……………………….………… 25
3.1
Methode van onderzoek ............................................................................ 25
3.2
Aanpak van het onderzoek ...................................................................... 26
3.3
Verantwoording van de enquête ........................................................... 27
3.4
Verantwoording van de focusgroep .................................................... 33
3.5
Verwerking resultaten ............................................................................... 34
3.6
Planning van het onderzoek .................................................................... 35
4
Resultaten enquête vrijwilligers…………………………………………… 36
4.1
Achtergrond deelnemers .......................................................................... 36
4.2
Ervaring als vrijwilliger .............................................................................. 37
4.3
Scholing die reeds is gevolgd als vrijwilliger ................................ 40
4.4
Huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger .............................. 45
4.5
Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 48
5
Resultaten enquête mantelzorgers…………………………………….. 53
5.1
Achtergrond deelnemers .......................................................................... 53
5.2
Ervaring als mantelzorger ........................................................................ 54
5.3
Scholing die reeds is gevolgd als mantelzorger ........................... 54
5.4
Huidige behoefte aan scholing als mantelzorger ........................ 60
5.5
Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 63
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
6
11
Resultaten enquête organisaties…………………………………………. 67
6.1
Kenmerken van de organisaties ........................................................... 67
6.2
Kenmerken van vrijwilligers bij de organisaties .......................... 68
6.3
Scholingsbehoefte van vrijwilligers bij de organisaties .......... 70
6.4
Scholingsmogelijkheden bij de organisaties .................................. 71
6.5
Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 76
7
Resultaten focusgroep organisaties…………………………………. 79
7.1
Openstellen van scholing ......................................................................... 79
7.2
Toegang tot scholing .................................................................................. 81
7.3
Samen scholing aanbieden ...................................................................... 82
7.4
Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek .......................... 84
7.5
Financiering van een centrale scholingsplek ................................ 85
7.5
Ten slotte .......................................................................................................... 86
8
Conclusies en aanbevelingen………………………………………………….. 88
8.1
Conclusies ........................................................................................................ 88
8.2
Aanbevelingen .............................................................................................. 103
8.3
Discussie ......................................................................................................... 110
8.4
Handreikingen voor vervolgonderzoek ............................................ 111
9
Verdiepende statistische analyse……………………………………… 112
9.1
Enquête vrijwilligers ................................................................................. 112
9.2
Enquête mantelzorgers ............................................................................ 112
9.3
Enquête organisaties ................................................................................ 113
9.4
Structureel model ....................................................................................... 114
10 Reflectie op het onderzoek……………………………………………………… 115
10.1
Kanttekeningen bij de enquête ........................................................ 115
10.2
Kanttekeningen bij de focusgroep .................................................. 116
10.3
Percepties van de deelnemers .......................................................... 116
Over de onderzoeker……………………………………………………………………………… 118
Referenties…………………………………………………………………………………………………..... 119
Bijlage 1: Enquête vrijwilligers…………………………………………………………………. 121
Bijlage 2: Enquête mantelzorgers……………………………………………………………. 133
Bijlage 3: Enquête organisaties……………………………………………………………….. 143
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
12
Bijlage 4: Draaiboek focusgroep……………………………………………………………… 152
Bijlage 5: Uitnodigingsmail enquête……………………………………………………… 155
Bijlage 6: Persbericht…………………………………………………………………………………… 156
Bijlage 7: Scholingsbehoefte vrijwilligers………………………………………….. 157
Bijlage 8: Scholingsbehoefte mantelzorgers…………………………………….. 161
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
1
13
Inleiding
“Grote ontdekkingen en verbeteringen zijn altijd het gevolg
van de samenwerking tussen vele denkvermogens”
– Alexander Graham Bell (1847-1922) –
In dit rapport zijn de resultaten weergegeven van een onderzoek naar de wensen en
behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader
van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. Het onderzoek is
uitgevoerd door drs. Marc ter Hedde in opdracht van Wijkracht, een samenwerking
van Carintreggeland, Stichting Informele Zorg Twente, SCALA welzijn en Stichting
Welzijn Ouderen Hengelo.
1.1 Aanleiding van het onderzoek
Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers
Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en
bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben zij zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun
(zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van ondersteuning is scholing.
Kennis en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat
zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens
kunnen uitvoeren.
Behoefte aan centrale sturing en organisatie van scholing
In Hengelo zijn een groot aantal vrijwilligersorganisaties (zoals gehandicaptenorganisaties, sport- of culturele verenigingen, stichtingen en clubs) die behoefte
hebben aan (jaarlijkse) scholing van hun vrijwilligers en/of mantelzorgers. Al deze
organisaties hebben hun eigen opleidingsbehoefte en organiseren scholing voor
hun eigen vrijwilligers en/of mantelzorgers. Het zou daarom zo kunnen zijn dat
organisaties die nagenoeg dezelfde doelen nastreven ook ongeveer dezelfde scholingsmogelijkheden aanbieden.
Om de scholingsmogelijkheden breed in te kunnen zetten en beschikbaar te stellen
voor andere vrijwilligers en mantelzorgers dan de eigen, is er behoefte aan overzicht, centrale sturing en organisatie van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
Onderzoek naar een centrale scholingsplek in Hengelo
Ook Wijkracht ziet het belang van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. De
samenwerkende organisaties willen daarom de mogelijkheden onderzoeken om te
komen tot het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers
in Hengelo.
Door samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen organisaties cursussen,
trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers
gezamenlijk gaan organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er
een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in
Hengelo beschikbaar komt. Hierbij is het ook van belang dat de scholing (nog)
beter wordt afgestemd op de wensen en behoeften van zowel vrijwilligers en mantelzorgers als vrijwilligersorganisaties in Hengelo. De verwachting is dat hierdoor
het rendement van scholing groot zal zijn.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
14
1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek
In de vorige paragraaf is aangegeven dat Wijkracht de mogelijkheden wil onderzoeken om te komen tot het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en
mantelzorgers in Hengelo.
De doelstelling van dit onderzoek is om inzicht te bieden over hoe een centrale
scholingsplek in Hengelo vorm zou kunnen krijgen, afgestemd op de wensen en
behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties. Met het onderzoek wordt beoogd:
A. Het in kaart brengen van de behoefte aan scholing van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
B. Het in kaart brengen van de scholing die vrijwilligersorganisaties in Hengelo
aanbieden aan (hun) vrijwilligers.
C. Het peilen van de mening van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo. In hoeverre vinden
zij dit wenselijk? Wat vinden zij hierbij belangrijk?
Op basis van deze doelstelling zijn tien onderzoeksvragen geformuleerd, onderverdeeld in vier clusters.
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
1. In hoeverre en op welk gebied hebben vrijwilligers en mantelzorgers in
Hengelo al scholing gevolgd voor hun vrijwilligerswerk of mantelzorg?
2. Hoe tevreden zijn vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo in het algemeen over scholing die zij reeds hebben gevolgd?
3. Welke (algemene en specifieke) scholingsvragen zijn er momenteel bij
vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Van welke scholing zouden zij
nog gebruik willen maken?
4. Wat zijn belangrijke motieven voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo om scholing te volgen?
5. Welk type, tijdsduur, frequentie en dagdeel van scholing heeft over het algemeen de voorkeur van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo?
Scholingsaanbod van vrijwilligersorganisaties in Hengelo
6. Welke scholing wordt momenteel door vrijwilligersorganisaties in Hengelo
aangeboden aan (hun) vrijwilligers? Gaat het hierbij vooral om interne
scholing of externe scholing?
7. Waarom wordt door de vrijwilligersorganisaties in Hengelo aan (hun) vrijwilligers scholing aangeboden? En op welke wijze wordt scholing door hen
gestimuleerd?
Mening over een centrale scholingsplek in Hengelo
8. Wat is de mening van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo? In hoeverre vinden zij
dit wenselijk c.q. een positieve ontwikkeling?
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
15
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan die Wijkracht kan helpen bij het ontwikkelen van een centrale scholingsplek in Hengelo, in lijn met de
wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties.
Concreet wordt antwoord gegeven op de vragen:
9. Wat zijn belangrijke aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet
worden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo?
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan, wil deze ontwikkeling positieve effecten hebben voor de betrokkenen?
10. Welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers zouden
op basis van het onderzoek een plek moeten krijgen in een centrale scholingsplek in Hengelo?
1.3 Aanpak van het onderzoek
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is gebruikt gemaakt van een
combinatie van verschillende dataverzamelingsmethoden.
Deskresearch
Middels deskresearch in de vorm van literatuuronderzoek en het raadplegen van
websites van verschillende vrijwilligersacademies in Nederland zijn de scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers in kaart gebracht. Deze exercitie
vormde de basis voor de enquête en focusgroep die hierna volgde.
Enquête
In een enquête is aan vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties gevraagd naar hun behoeften en wensen omtrent scholing en hun mening over een
centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
Focusgroep
Er is een focusgroep gehouden met een aantal vrijwilligersorganisaties die aan de
enquête hebben deelgenomen. Het doel van deze groepsdiscussie was om aanvullende informatie te verkrijgen over de wensen en behoeften, achterliggende
redenen voor deze wensen en behoeften en de waarden van verschillende vrijwilligersorganisaties met betrekking tot de onderwerpen die bij de enquête aan bod
zijn gekomen. Met de focusgroep werd beoogd enige vorm van consensus te bereiken over de wijze waarop scholing van vrijwilligers en mantelzorgers volgens
vrijwilligersorganisaties het beste ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden kan
worden vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo.
1.4 Definities van kernbegrippen binnen het onderzoek
Centrale scholingsplek
Een centrale scholingsplek is een locatie waar de scholingsvragen van vrijwilligers
en mantelzorgers, vanuit verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo, gezamenlijk wordt ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden. Door het samenbrengen
van het scholingsaanbod kunnen organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen,
workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
16
Mantelzorg
Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie (De Nationale Raad voor de Volksgezondheid).
Mantelzorger
Een mantelzorger is iemand die langdurig en onbetaald zorgt voor een chronisch
zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit zijn/haar omgeving. Dit kan
een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis
(Mezzo, 2015).
Mantelzorgers kiezen er niet voor om te gaan zorgen: het overkomt hen, omdat ze
een emotionele band hebben met degene die zorg nodig heeft. Mantelzorgers
zorgen soms 24 uur per dag, kunnen hier niet zomaar mee stoppen en verrichten
soms verpleegkundige handelingen (Mezzo, 2015).
Scholing
Scholing is de systematische ontwikkeling van kennis, vaardigheden en attitudes
die iemand nodig heeft om bepaalde taken adequaat uit te voeren. Scholing kan
bijvoorbeeld bestaan uit een cursus, training, workshop of themabijeenkomst (ter
Hedde, 2015).
Vrijwilliger
Een vrijwilliger is iemand die (in enig organisatorisch verband) onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving,
waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend (bewerking definitie Rijksoverheid, 2015).
Vrijwilligersorganisatie
Vrijwilligersorganisaties zijn organisaties waarvan doelen worden gesteld en gerealiseerd door vrijwilligers. De vrijwilligers worden hierbij ondersteund door beroepskrachten (Meijs en Westlaken, 1994). Deze organisaties worden vaak gerekend tot
het zogenaamde “maatschappelijk middenveld”. Dit veld bestaat uit particuliere
organisaties met en zonder publieke taken, maar zonder winstoogmerk (Bovens et
al., 2001).
Vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk is werk dat (in enig georganiseerd verband) onbetaald en onverplicht voor anderen of de samenleving wordt verricht (bewerking definitie Rijksoverheid, 2015).
Zorgvrijwilliger
Zorgvrijwilligers zijn vrijwilligers die ervoor kiezen om actief te zijn in de zorg. Als
zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Zij verlenen
hun zorg voor een beperkt aantal uren en kunnen hier op eigen initiatief mee stoppen. Zorgvrijwilligers werken in georganiseerd verband en verrichten nooit verpleegkundige handelingen (Mezzo, 2015).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
17
1.5 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is de achtergrond van het onderzoek geschetst. De verantwoording
van het onderzoek gebeurt in hoofdstuk 3. De hoofdstukken 4, 5 en 6 bespreken
achtereenvolgens de resultaten van de enquêtes onder vrijwilligers, mantelzorgers
en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. In hoofdstuk 7 zijn de resultaten van de
focusgroep opgenomen. Vervolgens komen in hoofdstuk 8 de conclusies aan bod,
gevolgd door aanbevelingen. In hoofdstuk 9 zijn verdiepende statistische analyses
van de enquête weergegeven. Ten slotte wordt in hoofdstuk 10 een reflectie op het
onderzoek gegeven.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
2
18
Achtergrond van het onderzoek
“De beste manier om een slechte daad te vermijden is een goede te verrichten,
want er is niets zo moeilijk als proberen niets te doen”
– John Clare (1793-1864) –
2.1 Vrijwilligerswerk in Hengelo
De Hengelose samenleving draait voor een groot deel op de inzet van vrijwilligers.
Het werk is nuttig en verbindt mensen en geeft voldoening. Het overgrote deel van
de vrijwilligers in Hengelo werkt in enig georganiseerd verband, maar wel onverplicht en onbetaald, ten behoeve van anderen of de samenleving. Burenhulp en
mantelzorg vallen hier niet onder.
Aantal vrijwilligers in Hengelo
Naar schatting zijn er in Hengelo ongeveer 24.000 vrijwilligers in enig georganiseerd verband actief voor een (vrijwilligers)organisatie of instelling. Het gaat om
bijna 40% van de inwoners van Hengelo in de leeftijd van 15 tot en met 75 jaar. 1
Ongeveer 24.000 vrijwilligers
Sectoren waar vrijwilligerswerk wordt gedaan in Hengelo
In Hengelo zijn vrijwilligers actief in uiteenlopende sectoren. Uit een peiling van het
HengeloPanel uit maart 2014 komt naar voren dat in Hengelo vooral vrijwilligerswerk wordt verricht in de zorg/welzijn/gezondheid, bij een kerk, sportvereniging of
culturele vereniging (zie figuur 2.1).
1
De schatting is gebaseerd op gegevens van het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo, de gemeente Hengelo en het
HengeloPanel.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
19
Figuur 2.1 Sectoren van vrijwilligerswerk in Hengelo (n=1744)2
Zorg/welzijn/gezondheid
28%
Sportvereniging
26%
Religie en levensbeschouwing
19%
Culturele vereniging
16%
School
15%
Wijk, buurt/wonen
14%
Politieke en ideële organisatie
8%
Hobbyvereniging
6%
Natuur en milieu/dieren
5%
Vakbond, beroepsorganisatie
5%
Jeugdwerk
Ontwikkelingswerk
4%
3%
Bron: HengeloPanel, peiling 1, maart 2014.
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (SVH)
In Hengelo kunnen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties voor allerlei vragen op
het gebied van vrijwilligerswerk terecht bij het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo,
onderdeel van SCALA Welzijn. Organisaties die op zoek zijn naar vrijwilligers kunnen zich bij het servicepunt aanmelden. Het SVH helpt vrijwilligers bij het vinden
van passend vrijwilligerswerk.
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo is de marktplaats
voor vrijwilligers(organisaties) in Hengelo
Het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo brengt vrijwilligers en organisaties met elkaar
in contact. Hiervoor beschikt het SVH onder meer over een online vacaturebank
met een actueel aanbod van vacatures voor vrijwilligers. Deze is 24 uur per dag en
7 dagen per week bereikbaar, zie: www.servicepuntvrijwilligerswerkhengelo.nl.
Figuur 2.2 Screenshot website Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
2
Percentage van de leden van het HengeloPanel dat de betreffende sector heeft genoemd.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
2.2
20
Mantelzorg in Hengelo
Zorgen voor iemand in de naaste omgeving is heel natuurlijk. Het is iets dat veel
inwoners van Hengelo gewoon doen. Bijvoorbeeld voor de kinderen, partner, ouders, broer of zus, familielid, vriend of kennis. Mantelzorg is in de basis iets heel
moois en positiefs, waar mensen vaak hun hele ziel en zaligheid in leggen. Mantelzorgers zijn belangrijk omdat zij bijdragen aan een betere kwaliteit van leven voor
hun naasten.
Een mantelzorger zorgt langdurig en onbetaald voor iemand die chronisch ziek,
beperkt of hulpbehoevend is, en met wie hij of zij een persoonlijke band heeft. Dat
kan een familielid zijn, maar ook een vriend of kennis. Mantelzorg kan bijvoorbeeld
bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer of geldzaken regelen.
Aantal mantelzorgers in Hengelo
Het percentage inwoners van Hengelo van 19 jaar en ouder dat mantelzorg verleend, ligt volgens een onderzoek van de GGD Twente op 12 procent. Dat percentage is gelijk aan het landelijk en Twents gemiddelde. In aantallen gaat het in Hengelo om iets meer dan 7.000 mantelzorgers.3
Ongeveer 7.000 mantelzorgers
Stichting Informele Zorg Twente
In Hengelo zijn verschillende organisaties die zich bezig houden met mantelzorgondersteuning. Naast thuiszorgorganisaties en zorginstellingen is dat bijvoorbeeld
de Stichting Informele Zorg Twente (SIZ Twente). Deze stichting ondersteunt mantelzorgers door het geven van informatie en advies, of het bieden van een luisterend oor. Mantelzorgers kunnen er ook voor praktische ondersteuning en scholing
terecht. Vanuit de diverse Steunpunten Mantelzorg begeleiden de consulenten van
SIZ Twente mantelzorgers van jong tot oud. De ondersteuning is gericht op de
mantelzorger zelf, zodat hij/zij de zorg vol kan houden en niet overbelast raakt.
3
In Twente zijn ruim 55.000 mantelzorgers actief, dat is dus ook 12% van de bevolking.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
21
2.3 Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers
Door maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen
wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben vrijwilligers en mantelzorgers zelf soms ook ondersteuning nodig,
zodat zij hun (zorg)taken goed kunnen uitvoeren.
Een voorbeeld van ondersteuning is scholing. Kennis en/of vaardig- heden opdoen,
zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren.
Waarom scholing van vrijwilligers en mantelzorgers?
Er zijn verschillende redenen (motieven) om de kennis en vaardigheden van vrijwilligers en mantelzorgers te vergroten en hiervoor scholing in te zetten. In tabel 2.1
zijn een aantal belangrijke redenen weergegeven.4
Tabel 2.1 Waarom scholing van vrijwilligers en mantelzorgers?
Waarom scholing van vrijwilligers?
4
Waarom scholing van Mantelzorgers?
De vrijwilliger wil zelf iets leren en/of zich verder
ontwikkelen
De mantelzorger wil zelf iets leren en/of zich verder
ontwikkelen
Scholing wordt belangrijk gevonden door de organisatie waar de vrijwilliger voor werkt
Scholing wordt belangrijk gevonden door de persoon
aan wie de mantelzorger hulp biedt
De organisatie ondergaat een verandering, waardoor
de vrijwilliger andere taken krijgt of aan bepaalde
eisen moet voldoen
Bijvoorbeeld familie, vrienden en/of kennissen van
de hulpbehoevende vinden scholing voor de mantelzorger belangrijk
Voor sommige activiteiten bestaat een wettelijke
verplichting om als vrijwilliger zich bij te scholen
(zoals het schenken van alcohol)
De organisatie waar de hulpbehoevende wordt
verzorgd (zoals verpleeg- of verzorgingstehuis) vind
scholing van de mantelzorger belangrijk
Aan de vrijwilliger wordt scholing aangeboden door
de organisatie waar hij/zij voor werkt of een andere
(vrijwilligers)organisatie
Een organisatie (bijvoorbeeld SIZ Twente) biedt de
mantelzorger scholing aan
Gebaseerd op de inzichten uit onder meer de ‘Handreiking scholing’ van zorg beter met Vrijwilligers.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
22
Welk scholingsaanbod is er voor vrijwilligers en mantelzorgers?
Het scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers is sterk afhankelijk van de
situatie en de behoeften en wensen van vrijwilligers en mantelzorgers. Een aanbod
zou onder meer kunnen bestaan uit cursussen, workshops, trainingen of themabijeenkomsten. Het gebied waarop scholing wordt aangeboden is erg divers.
In tabel 2.2 is te zien op welk gebied vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen
volgen. De scholing kan zowel betrekking hebben op de huidige of nieuwe, aanvullende (zorg) taken als op de persoonlijke ontwikkeling.5 Zie de bijlagen 7 en 8 voor
een uitgebreide omschrijving.
Tabel 2.2 Gebieden waarop vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen
Gebieden waarop vrijwilligers scholing kunnen volgen

Administratie en boekhouden

Bestuur en management (bijvoorbeeld bestuursvaardigheden en vergaderen)

Computergebruik, internet en sociale media

Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen

Omgaan met specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld gehandicapten)

Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (bijvoorbeeld agressie en conflicten)

Persoonlijke vorming (bijvoorbeeld een sollicitatietraining en netwerken)

PR en communicatie

Sport en cultuur (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach)

Werken met vrijwilligers

Wijken en buurten (bijvoorbeeld buurtbemiddeling)

Zorg/welzijn/gezondheid (bijvoorbeeld EHBO en omgaan met gevaarlijke stoffen)
Gebieden waarop mantelzorgers scholing kunnen volgen

Hoe begeleid ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking

Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening

Hoe verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen

Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen

Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf

Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg

Gezondheid, arbo en veiligheid (bijvoorbeeld rolstoelgebruik en reanimatie)
5
Deze indeling is gemaakt aan de hand van het raadplegen van literatuur op het gebied van scholing van vrijwilligers
en/of mantelzorgers, het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies en platforms voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in Nederland. De (literatuur)verkenning is zeer intensief en nauwkeurig uitgevoerd, desondanks is het goed mogelijk dat er nog meer gebieden zijn waarop vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen
volgen, dan die door ons genoemd zijn. De indeling is ook gehanteerd in de enquêtes die afgenomen zijn onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
23
2.4 Een centrale scholingsplek in Hengelo
In het eerste hoofdstuk is aangegeven dat Wijkracht het belang ziet van scholing
van vrijwilligers en mantelzorgers. De samenwerkende organisaties onderzoeken
daarom de mogelijkheden om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden van
scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers.6
2.4.1 Beoogde intensie van Wijkracht
De beoogde intensie van Wijkracht is om het scholingsaanbod voor vrijwilligers en
mantelzorgers gezamenlijk te gaan ontwikkelen, coördineren en aanbieden. Verschillende organisaties in Hengelo kunnen dan onder meer gezamenlijk cursussen,
trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers
organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er een breder en
diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt (Hodes, 2014: 6).
Er zijn verschillende krachtenvelden die in deze ontwikkeling een rol spelen; eisen
die door de overheid gesteld worden, gemeentelijke belangen die mee genomen
moeten worden, belangen voor de klant, organisatiebelangen en inhoudelijke professionele belangen.
Vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers moeten het gevoel
hebben mede eigenaar te zijn van de ontwikkeling
Het is de bedoeling om de centrale scholingsplek in fases te ontwikkelen. De ontwikkeling zal hierbij vanuit verschillende invalshoeken worden ingezet. Belangrijk is
dat de ontwikkeling breed gedragen wordt. Vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties moeten het gevoel hebben dat zij mede eigenaar zijn van de ontwikkeling. Hierbij is het van belang dat het scholingsaanbod beter worden afgestemd op de scholingswensen- en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers. De
verwachting is dat hierdoor het rendement van scholingsactiviteiten groot zal zijn
(Hodes, 2014: 7).
6
Het is de bedoeling dat in een centrale scholingsplek ook scholing wordt ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden
aan wijkbewoners, ervaringsdeskundigen informele cliëntondersteuners, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en
professionals (zowel intern als extern). Deze doelgroepen vallen echter buiten de focus en doelstelling van dit onderzoek.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
24
De ontwikkeling van een centrale scholingsplek brengt een leerproces op gang bij
de medewerkers van Wijkracht. Ook zal er bij de ontwikkeling gebruik gemaakt
worden van de deskundigheid van externe stakeholders, die belang hebben bij een
centrale scholingsplek, om zo ook de acceptatie te vergroten (Hodes, 2014: 7).
2.4.2 Beoogde doelstellingen van een centrale scholingsplek
Ten aanzien van het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo heeft Wijkracht zich de volgende doelen gesteld:
Doelstelling 1: Aanbieden van een diversiteit aan scholing
Er moet een diversiteit aan scholing aangeboden worden die geschikt is voor verschillende organisaties. Het scholingsaanbod moeten breed ingezet en beschikbaar gesteld worden voor andere vrijwilligers dan de eigen.
Doelstelling 2: Afstemmen van het scholingsaanbod
Het scholingsaanbod moet beter worden afgestemd op de scholingswensen- en
behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers.
Doelstelling 3: Effectief bundelen van het scholingsaanbod
De scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers, vanuit verschillende organisaties in Hengelo, moeten effectief gebundeld en aangestuurd worden. Zo moeten
organisaties bij een centrale scholingsplek scholing kunnen aanbieden, scholing
kunnen afnemen en scholingseisen kunnen neerleggen.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
3
25
Verantwoording van het onderzoek
“De meest fundamentele ideeën van de wetenschap zijn in wezen eenvoudig en kunnen
In de regel worden uitgedrukt in een taal die voor iedereen begrijpelijk is”
– Albert Einstein (1793-1864) –
3.1
Methode van onderzoek
Er is gekozen voor twee verschillende onderzoeksmethoden. Allereerst is er kwantitatief onderzoek gedaan in de vorm van een online enquête onder vrijwilligers,
mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Vervolgens is er kwalitatief
onderzoek uitgevoerd in de vorm van een focusgroep (groepsdiscussie) met een
aantal vrijwilligersorganisaties. De focusgroep bestaat hoofdzakelijk uit discussievragen en stellingen, terwijl de enquête grotendeels bestaat uit gesloten vragen,
stellingen en enkele open vragen.
Kwantitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek betekent onderzoeken met behulp van een meting en gebruikt cijfers en statistieken. De onderzoeksdata die voortkomen uit dit onderzoek
bestaan uit getallen. De resultaten worden weergegeven in tabellen, grafieken en
percentages.
Dit type onderzoek geeft antwoord op vragen als ‘hoeveel procent van de vrijwilligers en mantelzorgers staat positief tegenover een centrale scholingsplek?’ en
‘hoeveel van de vrijwilligersorganisaties bieden hun vrijwilligers of mantelzorgers
de mogelijkheid van scholing?’
Het kwantitatieve onderzoek kenmerkt zich door een gestructureerde enquête, met
vooral gesloten vragen. Om de resultaten te kunnen kwantificeren krijgen alle respondenten in een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld vrijwilligers) in principe dezelfde vragen voorgelegd. Uiteraard kan er wel voor worden gezorgd dat, afhankelijk
van de achtergrondkenmerken of antwoorden op bepaalde vragen, subgroepen
vragen overslaan.
Kwalitatief onderzoek
Bij kwalitatief onderzoek staat de beleving van de respondenten centraal. Dit onderzoek gaat over het verkrijgen van inzichten. Bij kwalitatief onderzoek worden de
uitkomsten enkel beschreven in woorden en niet in getallen.
Het kwalitatieve onderzoek kenmerkt zich door veelal open vragen, vaak aan de
hand van een checklist, zodat kan worden doorgevraagd om tot de kern te komen.
Daarnaast vaak relatief lange gesprekken. De resultaten bij kwalitatief onderzoek
bestaan hoofdzakelijk uit beschrijvingen en beelden van de populatie (in ons geval
vrijwilligersorganisaties).
Deze vorm van onderzoek geeft diepgaande informatie door in te gaan op achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de doelgroep. Het gaat
in op het waarom van heersende meningen en bepaalde gedragingen. Daarbij
worden bewuste motivaties van de doelgroep besproken, maar ook onbewuste
motivaties kunnen worden achterhaald. Een nadeel van kwalitatief onderzoek is
dat de resultaten niet statistisch representatief zijn, maar een indicatie geven van
wat er leeft onder de doelgroep.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
26
3.2 Aanpak van het onderzoek
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn vier deelonderzoeken uitgevoerd.
Deelonderzoek 1: Deskresearch
Allereerst zijn op basis van literatuuronderzoek en het raadplegen van websites
van verschillende vrijwilligersacademies in Nederland scholingsmogelijkheden voor
vrijwilligers en mantelzorgers in kaart gebracht. Deze exercitie vormt de basis voor
de opzet en inhoud van de enquête en focusgroep die hierna volgen.
Vervolgens is, op basis van een secundaire analyse van bestaande gegevens, een
overzicht gemaakt van verschillende vrijwilligersorganisaties in Hengelo, waarbij
een indeling is gemaakt naar type organisatie (sector waarin de organisatie actief
is).
Voor het maken van de indeling van de vrijwilligersorganisaties in Hengelo is gebruik gemaakt van gegevens die reeds beschikbaar waren bij SCALA Welzijn, het
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en andere betrokken organisaties en instanties in Hengelo.
Deelonderzoek 2: Enquête onder vrijwilligers en mantelzorgers
Middels een enquête onder vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo is eerst in
kaart gebracht in hoeverre en op welk gebied zij reeds scholing hebben gevolgd in
het kader van hun vrijwilligerswerk en/of zorgtaken. Tevens is gekeken in hoeverre
zij tevreden zijn over de scholing die zij reeds hebben gevolgd.
Ten tweede is door middel van de enquête inzicht verkregen in de huidige scholingsbehoefte van de vrijwilligers en mantelzorgers. Op welk gebied wil men zich
nog (bij)scholen? Ook is gekeken naar wat belangrijke motieven voor scholing zijn.
Vervolgens is in de enquête gevraagd naar de mening van vrijwilligers en mantelzorgers over het vanuit een centrale scholingsplek bundelen en aansturen van
scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Vinden zij dit wenselijk?
Ten slotte is door middel van de enquête in kaart gebracht waar volgens de vrijwilligers en mantelzorgers rekening mee moet worden gehouden bij de ontwikkeling
van een centrale scholingsplek in Hengelo. Wat vinden zij hierbij belangrijke
(rand)voorwaarden?
Deelonderzoek 3: Enquête onder vrijwilligersorganisaties
Middels een enquête onder vrijwilligersorganisaties in Hengelo is eerst in kaart
gebracht welke van deze organisaties momenteel aan hun vrijwilligers en/of mantelzorgers de mogelijkheid van scholing bieden, en om welke scholing het precies
gaat.
Ten tweede is in de enquête naar de mening van de vrijwilligersorganisaties gevraagd over het vanuit een centrale scholingsplek bundelen en aansturen van
scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers vanuit verschillende organisaties in Hengelo.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
27
Ten slotte is door middel van de enquête in kaart gebracht waar volgens de vrijwilligersorganisaties rekening mee moet worden gehouden bij de ontwikkeling van
een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Wat
vinden de organisaties hierbij van belang?
Deelonderzoek 4: Focusgroep met vrijwilligersorganisaties
Volgend op de enquêtes is een focusgroep gehouden met een aantal van de vrijwilligersorganisaties die hebben deelgenomen aan de enquête. Het doel van de
groepsdiscussie was om aanvullende informatie te krijgen over de wensen en behoeften, achterliggende redenen voor deze wensen en behoeften met betrekking
tot onderwerpen die bij de enquête aan bod zijn gekomen.
Bij de enquête stond de mening van elke individuele organisatie centraal. Bij de
focusgroep stonden daarentegen de meer collectieve belevingen centraal. Aldus is
er een basis voor de uitwisseling van groepsbeelden en gezamenlijk beleefde emoties en cognities (denkpatronen). Er is als het ware sprake van een, tot op zekere
hoogte, gemeenschappelijke belevingswereld.
3.3 Verantwoording van de enquête
In deze paragraaf wordt de enquête die gehouden is onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties verantwoord. Hierbij zal onder meer aandacht zijn
voor de benadering van de deelnemers en de wijze van verspreiding van de enquête.
3.3.1 Hoe zijn de deelnemers benaderd?
Om de enquête uit te kunnen zetten onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligers- organisaties in Hengelo is gebruik gemaakt van meerdere kanalen en verschillende vormen van benadering van de deelnemers.
Rechtstreekse benadering via een mailing
De werving van de respons heeft via verschillende kanalen plaats gevonden. Allereerst zijn via de SIZ Twente, het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en SCALA
welzijn vrijwilligers en/of mantelzorgers benaderd die voor deze organisaties actief
zijn en/of bij hen staan ingeschreven (zie tabel 3.1).
Tabel 3.1 Vrijwilligers en mantelzorgers die rechtstreeks zijn benaderd
Wervende organisatie
Aantal vrijwilligers
Aantal mantelzorgers
Stichting Informele Zorg Twente
62
276
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
206
n.v.t.
SCALA welzijn
40
n.v.t.
Vervolgens zijn via het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en SCALA welzijn
ook een aantal (vrijwilligers)organisaties rechtstreeks benaderd (zie tabel 3.2).
Tabel 3.2 Vrijwilligersorganisaties die rechtstreeks zijn benaderd
Wervende organisatie
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
SCALA welzijn
Benaderde organisaties
236 40
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
28
Algemene oproep (persbericht) via lokale media
Naast het rechtstreeks benaderen van de verschillende doelgroepen is er ook voor
gekozen om een algemene oproep (persbericht) te doen in de Twentse Courant
Tubantia, de Weekkrant/het Hengelo’s Weekblad en via Radio Hengelo TV (zie als
voorbeeld figuur 3.1).
Figuur 3.1 Oproep voor deelname aan het onderzoek via Radio Hengelo TV
Oproep via verschillende websites
Op de websites van Wijkracht (www.wijkracht.nl), Stichting Informele Zorg Twente
(www.siztwente.nl), SCALA welzijn (www.scalawelzijn.nl) en het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (www.servicepuntvrijwilligerswerkhengelo.nl) is een oproep
geplaatst (zie als voorbeeld figuur 3.2).
Figuur 3.2 Oproep via de website van Wijkracht
3.3.2 Hoe is de enquête samengesteld?
De enquête is samengesteld met behulp van www.EnqueteViainternet.nl. Dit is een
online enquête tool (ISO gecertificeerd) voor het snel, eenvoudig en veilig ontwikkelen van digitale vragenlijsten. Data worden vertrouwelijk behandeld met inachtneming van de bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens.
Naast uitgebreide mogelijkheden qua vraagtypen en export van de data naar Excel
en/of SPSS, was het via de online tool ook mogelijk om de lay-out van de enquête
te maken in overeenstemming met de huisstijl van Wijkracht (zie figuur 3.3 voor
een impressie van de ‘enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo’).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
29
Figuur 3.3 Impressie enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo
Pre-testen van de enquête
Voordat de enquête is opengesteld voor de deelnemers, is deze eerst uitvoerig
getest door een aantal medewerkers van het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo, Stichting Informele Zorg Twente en SCALA welzijn. Op basis van hun op- en
aanmerkingen zijn de enquêtes op onderdelen aangepast en/of aangevuld.
In totaal hebben 15 personen onafhankelijk van elkaar de enquête ‘gepretest’,
waarbij naar de volgende onderdelen van de enquête expliciet is gekeken:
 lay-out (vormgeving, kleuren, etc.).
 Indeling van de enquête (behandelde thema’s en vraagrubrieken).
 Vraagstelling (zijn de vragen duidelijk geformuleerd, relevant voor het onderzoek?).
 Toelichting (is de introductietekst en invulinstructie duidelijk en volledig?)
 Invultijd (is de enquête te beantwoorden in 10 à 15 minuten?)
 Zijn er thema’s of vragen die toegevoegd, gewijzigd of verwijderd kunnen
worden?
3.3.3 Hoe is de enquête verspreid?
Voor de vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties is een aparte online
enquête gemaakt. De enquête was bereikbaar via een link (uniek internet adres).
Manieren waarop de enquête kon worden benaderd
De enquête kon op verschillende manieren worden benaderd, namelijk:

Via een link opgenomen in een uitnodigingsmail
Een link naar de enquête is opgenomen in de uitnodigingsmail die verstuurd is door de Stichting Informele Zorg Twente, het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo of SCALA welzijn aan vrijwilligers, mantelzorgers en/of
vrijwilligersorganisaties.

Via een link naar de enquête geplaatst op verschillende websites
Daarnaast is op de websites van bovengenoemde organisaties een link
geplaatst naar de enquêtes. Op de websites stond ook informatie over het
onderzoek.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
30
Aan het eind van de enquête konden de deelnemers aangeven of zij in de toekomst benaderd willen worden voor vervolgonderzoek en of zij kans wilden maken
op één van de cadeaubonnen van 20 euro die worden verloot. Na het invullen van
de enquête werden de respondenten doorgeleid naar de website van Wijkracht
(www.wijkracht.nl).
Periode waarin de enquête ingevuld kon worden
De enquête heeft twee weken online gestaan. Vanaf maandag 23 maart 2015 kon
deze ingevuld worden. Op die dag is ook de uitnodigingsmail verstuurd (zie bijlage
5) en zijn verschillende media door middel van een persbericht op de hoogte gebracht van het onderzoek (zie bijlage 6).
Om de respons te verhogen is op dinsdag 31 maart een herinneringsmail gestuurd.
Op die dag is ook melding gemaakt van het onderzoek in het Hengelo’s Weekblad.
De enquête is gesloten op dinsdag 7 april 2015.
3.3.4 Waarom is gekozen voor een online enquête?
Het gebruik van een online enquête is tegenwoordig niet meer weg te denken als
methode voor het verzamelen van data. Ook bij ons onderzoek is er voor gekozen
om de enquête online af te nemen, en wel om de volgende redenen 7:
7

Levert sneller resultaten op
De enquête wordt niet verstuurd en ook niet handmatig verwerkt.

Goedkoper dan een enquête op papier
Lagere arbeidsintensiteit, geen verzendkosten en geen data-invoerkosten.

Minder kans op foutieve antwoorden
Doordat de lezer direct de antwoorden invoert in het systeem/website, is er
minder kans op fouten bij het lezen van de vragen.

Mogelijkheid tot directe analyse
Waar voorheen alle formulieren naast elkaar gelegd dienden te worden, en
er vervolgens een Excel bestand van gemaakt moest worden, biedt de online enquête de mogelijkheid om direct de resultaten te bekijken.

Gebruiksvriendelijker
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de respondenten met een internetverbinding een enquête liever online invult. De enquête kan op elk moment
ingevuld worden en het neemt vaak minder tijd in beslag.

Antwoorden zijn van een betere kwaliteit
Uit een onderzoek uit 2002 is gebleken dat antwoorden via een online enquête veel langer en kwalitatief beter zijn dan de antwoorden via een enquête op papier. Het ontbreken van een interviewer zorgt er voor dat mensen minder sociaal gewenste antwoorden geven en ook meer bereid zijn
eerlijk antwoord te geven.
De inhoud van deze paragraaf is gebaseerd op: http://emarketingblog.nl en http://www.online-enquete.net.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
31
3.3.5 Welke opzet is gehanteerd bij de enquête?
Hieronder is aangegeven welke opzet bij de enquête is gehanteerd.
Introductietekst en invulinstructie
Bij de enquête is gekozen voor een beknopte introductietekst met daarin toegelicht
welke onderwerpen worden besproken, hoe lang het invullen van de enquête
duurt, hoe de enquête ingevuld moet worden (invulinstructie) en hoe de antwoorden van de respondent worden verwerkt (anoniem en vertrouwelijk).
Structuur van de enquête
Daarnaast is er bij de enquête gezorgd voor een duidelijke structuur door vragen
die bij elkaar horen te groeperen. Hierbij was het voor de respondent ook mogelijk
om vragen over te slaan die niet op hem van toepassing zijn. Omdat wij gekozen
hebben voor een online enquête kon dit automatisch (met behulp van routing) door
vragen over te slaan op basis van gegeven antwoorden. Daarnaast was het ook
mogelijk om latere vragen over te slaan, wanneer een vraag niet of juist wel beantwoord is.
Vraagtype en antwoordmogelijkheden
Bij de meeste vragen kan de respondent kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden.
Hierbij kan bij sommige vragen één antwoord gekozen worden, bij andere vragen
zijn meerdere antwoorden mogelijk. Ook zijn er een aantal vragen met stellingen
en open vragen waar de respondent in eigen woorden een toelichting kan geven.
De meerderheid van de vragen is verplicht, alleen twee open vragen zijn niet verplicht.
Behandelde thema’s bij de enquête
Zoals aangegeven zijn de vragen die bij elkaar horen gegroepeerd naar thema. In
tabel 3.3 is voor elke doelgroep aangegeven welke thema’s bij de enquête zijn
behandeld.
Tabel 3.3 Behandelde thema’s bij de enquête
Vrijwilliger
Aantal mantelzorgers
Organisatie
De ervaring als vrijwilliger
De ervaring als mantelzorger
Kenmerken van de vrijwilligers
bij de organisatie
De scholing die de vrijwilliger reeds
heeft gevolgd
De scholing die de mantelzorger
reeds heeft gevolgd
De scholingsbehoefte van de
vrijwilligers bij de organisatie
De huidige behoefte aan scholing
van de vrijwilliger
De huidige behoefte aan scholing
van de mantelzorger
De scholingsmogelijkheden voor de
vrijwilligers bij de organisatie
De mening van de vrijwilliger over
een centrale scholingsplek
De mening van de mantelzorger
over een centrale scholingsplek
De mening van de organisatie over
een centrale scholingsplek
De persoonlijke situatie van de
vrijwilliger (geslacht, leeftijd, etc.)
De persoonlijke situatie van de
mantelzorger (geslacht, leeftijd)
Kenmerken van de organisatie
(sector, doelgroepen, etc.)
De vragen zijn gebaseerd op literatuur over scholing van vrijwilligers en/of mantelzorgers en de inzichten uit voorgaande onderzoeken. Ook verschillende ‘vrijwilligersacademies’ die in Nederland reeds bestaan boden de nodige aanknopingspunten, met name als het gaat om het in kaart brengen van de gebieden waarop vrijwilligers en mantelzorgers onder meer scholing kunnen volgen (zie verder paragraaf 2.3). Een volledige uitwerking van de enquête voor elk doelgroep is terug te
vinden in de bijlagen 1 tot en met 3.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
32
3.3.5 Wat is de respons op de enquête?
Onderzoek onder vrijwilligers en mantelzorgers is lastig
Onderzoek onder vrijwilligers en mantelzorgers met behulp van een enquête is
vaak lastig. Om de mening van een doelgroep te achterhalen, is het noodzakelijk
om hen te kunnen bereiken. Maar vrijwilligers en mantelzorgers zijn vaak niet bekend (bij de gemeente). Wie mantelzorg verleent of vrijwilligerswerk verricht, is
namelijk niet altijd geregistreerd (SCP, 2005; Companen, 2014). Ook platforms of
steunpunten voor vrijwilligers en/of mantelzorgers, beschikken niet over een volledig overzicht. Deze organisaties hebben vaak alleen de gegevens van vrijwilligers
en/of mantelzorgers die bij hen staan ingeschreven. Dat betekent dat niet alle vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers direct zijn te benaderen, maar een aantal
van hen op een andere wijze gevonden moeten worden.
Bovenstaande situatie geldt ook voor ons onderzoek. Naar schatting zijn er in
Hengelo 24.000 vrijwilligers, 7.000 mantelzorgers en meer dan 500 vrijwilligersorganisaties. Er zijn echter geen gegevens bekend van al deze vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties, waaruit een steekproef kan worden getrokken. Zoals
reeds opgemerkt beschikten wij voor ons onderzoek over de gegevens van een
beperkt aantal personen uit de drie doelgroepen. Doordat naast een rechtstreekse
mailing ook een link is verschenen op een aantal websites en een persbericht is
geplaatst in plaatselijke media, is het niet duidelijk hoe groot de groep personen is
die de uitnodiging van de enquête hebben ontvangen.
Aantal ontvangen reacties op de enquête
In totaal hebben wij 270 reacties op de enquête ontvangen. In tabel 3.4 is te zien
hoe groot de groep deelnemers is die rechtstreeks benaderd is voor de enquête,
het aantal ingevulde enquêtes en het reactiepercentage naar doelgroep. 8
Tabel 3.4 Reactiepercentage van de enquête naar doelgroep
Vrijwilligers
Mantelzorgers
Organisaties
Aantal benaderde deelnemers
308
276
276
Aantal ingevulde enquêtes
171
63
36
55,5%
22,8%
13,0%
Reactiepercentage
Het aantal reacties op de enquête is in lijn met onze verwachting. Voor online enquêtes wordt doorgaans namelijk een reactiepercentage van 10 tot 15% als realistisch gezien, en een reactiepercentage van 20 tot 30% als zeer succesvol (SurveyMonkey, 2015).
Directe uitnodiging per e-mail geniet de voorkeur
De uitnodiging per e-mail bleek de voorkeur te hebben boven een algemene oproep op de websites en het persbericht in verschillende plaatselijke media. Een email is veel meer een persoonlijke uitnodiging die ook nog eens direct in een persoonlijke mailbox komt. Door een aparte e-mail te wijden aan de oproep tot deelname aan de enquête, wordt de aandacht daar volledig op gevestigd. Daarentegen
moet een website apart bezocht worden en een persbericht moet ‘toevallig’ gelezen worden.
8
Het gaat hier om een schatting van het reactiepercentage, aangezien naast een directe mailing ook een algemene
oproep is gedaan. Wel blijkt uit een analyse dat een ruime meerderheid van de respondenten de enquête rechtstreeks
hebben benaderd via de link die is opgenomen in de uitnodigingsmail.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
33
3.4 Verantwoording van de focusgroep
In deze paragraaf wordt de opzet en uitvoering van de focusgroep die is gehouden
met een aantal vrijwilligersorganisaties verantwoord.9
3.4.1 Opzet van de focusgroep
Benadering van de deelnemers
Aan het eind van de enquête konden de deelnemende vrijwilligersorganisaties
aangeven of zij voor ander onderzoek benaderd mogen worden. Uit het aantal
organisaties dat heeft aangegeven dit goed te vinden, zijn aselect (willekeurig) een
aantal van hen geselecteerd om ook deel te nemen aan de focusgroep. Uiteindelijk
hebben acht vrijwilligersorganisaties aan de focusgroep deelgenomen.
Organisatie van de focusgroep
De focusgroep is door twee personen gecoördineerd: een moderator (onderzoeker)
en iemand die de apparatuur bedient (notulist). Kidd en Parshall (2000) moedigen
aan dat een focusgroep door minstens twee personen wordt gefaciliteerd. De moderator had als taak de deelnemers te interesseren voor de discussie over de verschillende onderwerpen en zorgde tevens dat er niet teveel van de onderwerpen
werd afgeweken. De moderator liet tevens een dialoog ontstaan tussen de deelnemers onderling.
Ondanks dat de focusgroep is opgenomen met een voice-recorder was er een
belangrijke rol weggelegd voor de notulist. Een moderator kan niet alles oppikken
tijdens de focusgroep en ook kan het lastig zijn om te achterhalen wie wat zei op
de opnames. Daarnaast hield de notulist nauwkeurig de tijd in de gaten. De notulist
heeft samen met de moderator een verslag gemaakt van de focusgroep.
Gespreksonderwerpen
Tijdens de sessie is er zorg voor gedragen dat een vooraf gestelde gespreksstructuur wordt aangehouden. Om de discussie te leiden is er daarom gebruik gemaakt
van een lijst met gespreksonderwerpen. Specifieke onderwerpen worden aangehaald, waarvan niet teveel wordt afgeweken: slechts wanneer iets echt relevant
leek, werd op de vooraf gestelde tijdslijn geanticipeerd. De volgende drie onderwerpen zijn tijdens de focusgroep besproken:
A. Een reflectie op de resultaten van de enquête onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties.
B. De bereidheid om gezamenlijk scholing aan te bieden.
C. De mening, wensen en behoeften ten aanzien van een centrale scholingsplek.
3.4.2 Resultaten van de focusgroep
Bij de focusgroep is enige consensus (overeenstemming) bereikt over de wijze
waarop de scholing van vrijwilligers en mantelzorgers het beste gezamenlijk ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden kan worden. Hierbij is de ontwikkeling van
een centrale scholingsplek in Hengelo vanuit verschillende invalshoeken bezien.
De resultaten van de focusgroep zijn opgenomen in hoofdstuk 7.
9
Een focusgroep is “... a research technique that collects data through group interaction on a topic determined by the
researcher” (Morgan, 1996: 130).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
34
3.5 Verwerking resultaten
In deze paragraaf is te lezen op welke wijze de resultaten van het onderzoek zijn
verwerkt.
3.5.1 Data-analyse
Op basis van deskresearch (in de vorm van een literatuuronderzoek en het raadplegen van websites van vrijwilligersacademies in Nederland) is in kaart gebracht
op welke gebieden vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen. Deze
exercitie vormde de basis voor de enquête en focusgroep die hierna volgden.
Vervolgens kon op basis van de resultaten van het empirisch onderzoek (enquête
onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties) zowel kwantitatieve
als kwalitatieve analyses worden uitgevoerd. Hierdoor was het mogelijk om te gaan
tellen en rekenen met de data, alsmede om deze met elkaar te vergelijken en te
verduidelijken (denk aan het opnemen van enkele citaten van de respondenten).
Voor de data-analyse is zowel gebruik gemaakt van de data files (pdf) die rechtstreeks vanuit de gebruikte online enquête tool (www.EnqueteViaInternet.nl) gegenereerd kunnen worden, alsmede de statistische computerprogramma’s SPSS en
Excel. Bij de data-analyse zijn de volgende drie stappen doorlopen:

Stap 1: Voorbewerking van de data:
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is het eerst van belang
om de data (onderzoeksgegevens) te ordenen.

Stap 2: Analyse van de data:
Afhankelijk van de eigenschappen van de ruwe data die bij elkaar verkregen zijn, worden verschillende statistische programma’s gebruikt om de
data te analyseren.
De resultaten van de enquête leenden zich voor verschillende statistische analyses. Door middel van een ‘basis analyse’ (bijvoorbeeld frequenties en kruisverbanden) kon antwoord worden gegeven op de onderzoeksvragen. Vervolgens konden
aanvullende statistische analyses worden uitgevoerd. Zo kon op basis van het
berekenen van correlaties, regressies en de Chi-kwadraat toets statistische verbanden (onderlinge samenhang) tussen verschillende variabelen worden aangetoond. Wat is bijvoorbeeld het verband tussen de ervaring van vrijwilligers en mantelzorgers met scholing en hun mening over een centrale scholingsplek in Hengelo? Of, wat is het verband tussen de grootte van de organisatie (het aantal vrijwilligers) en het aanbod van scholing die de organisatie aanbiedt aan vrijwilligers en/of
mantelzorgers?
3.5.2 Rapportage
Bij de verslaglegging is ervoor gekozen om de resultaten van elk deelonderzoek in
een apart hoofdstuk te rapporteren, waarbij in grote lijnen wel dezelfde opzet is
gehanteerd. Vervolgens zijn de resultaten van de deelonderzoeken in samenhang
bezien, om antwoord te geven op de onderzoeksvragen.
Om het geheel meer ‘tastbaar’ te maken is ervoor gekozen om bij verschillende
onderdelen in het rapport een aantal citaten van de deelnemers aan de enquête en
focusgroep op te nemen. De resultaten zijn hierbij vertrouwelijk en anoniem verwerkt, zodat de privacy van de deelnemers is gewaarborgd.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
35
3.6 Planning van het onderzoek
Het onderzoek bestreek een periode van zeven maanden, waarbij de volgende
planning van de werkzaamheden is gehanteerd:
Uitvoering deelonderzoek 1

januari en februari 2015
Intensieve bestudering en in kaart brengen van het aantal vrijwilligers, mantelzorgers en
vrijwilligersorganisaties in Hengelo.


Constructie van een enquête voor vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers.
Steekproeftrekking en werving deelnemers.
Uitvoering deelonderzoek 2



maart en april 2015
Afnemen van een enquête onder vrijwilligers in Hengelo.
Afnemen van een enquête onder mantelzorgers in Hengelo.
Dataverzameling: gegevens verzamelen op basis van de ingevulde enquêtes. Parallel
hieraan begint de verwerking/data-analyse.
Uitvoering deelonderzoek 3


maart en april 2015
Afnemen van een enquête onder vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
Dataverzameling: gegevens verzamelen op basis van de ingevulde enquêtes. Parallel
hieraan begint de verwerking/data-analyse.
Rapportage deelonderzoeken 2 en 3



april 2015
Data-analyse en rapportage: algehele kwalitatieve en kwantitatieve analyse.
Conclusies en aanbevelingen.
Schrijven deelrapport.
Uitvoering en rapportage deelonderzoek 4




Constructie van de focusgroep (lijst met gespreksonderwerpen).
Werving deelnemers.
Afnemen focusgroep met een aantal vrijwilligersorganisaties.
Uitwerken focusgroep. Parallel hieraan begint de verwerking en rapportage.
Rapportage eindrapport



juni 2015
Data-analyse en rapportage: algehele kwalitatieve analyse.
Conclusies en aanbevelingen.
Schrijven eindrapport.
Presentatie eindrapport


mei en juni 2015
juli 2015
Presentatie onderzoeksbevindingen aan de leden van Wijkracht.
Beschikbaar stellen van het onderzoeksrapport op www.wijkracht.nl
Het tijdspad was vrij ambitieus. In een half jaar tijd moest er veel gebeuren. De
onderzoeker was zich dit terdege bewust en heeft daarom bij de uitvoering van het
onderzoek en de rapportage en presentatie van de onderzoeksresultaten op gezette tijden gebruik gemaakt van de diensten, kennis en inzichten van collega’s vanuit
SCALA welzijn en het projectteam van Wijkracht.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
4
36
Resultaten enquête vrijwilligers
“Aangezien vrijwilligerswerk onbetaald werk is, vind ik het een toegevoegde
waarde voor een vrijwilliger om scholing te krijgen en te volgen. Dat
geeft het stukje ‘onbetaald’ toch een meerwaarde”
– Vrijwilliger uit Hengelo (2015) –
In een enquête zijn vrijwilligers bevraagd over hun behoeften en wensen omtrent
scholing en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In totaal
hebben 171 vrijwilligers uit Hengelo de enquête beantwoord.10 In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de enquête.
4.1 Achtergrond deelnemers
Uit figuur 4.1 blijkt dat van de deelnemers 39,8% man en 60,2% vrouw is. In aantallen gaat het respectievelijk om 68 en 103 personen. Een ruime meerderheid van
de deelnemers (92,4%) heeft de Nederlandse nationaliteit.
Figuur 4.1 Geslacht deelnemers (n=171)
39,8%
Man
Vrouw
60,2%
In figuur 4.2 is te zien dat drie kwart van de deelnemers ouder is dan 45 jaar. De
grootste groep deelnemers heeft de leeftijd van 55 tot 65 jaar. Geen van de deelnemers behoort tot de leeftijdscategorie 15 jaar of jonger.
Figuur 4.2 Leeftijd deelnemers (n=171)
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
8,2%
25 tot 35 jaar
7,0%
35 tot 45 jaar
15,8%
45 tot 55 jaar
25,1%
55 tot 65 jaar
26,9%
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
13,5%
3,5%
10
Het aantal reacties is in lijn met onze verwachting. In totaal zijn 308 vrijwilligers via een directe mailing benaderd.
Hiervan hebben er 171 de enquête ingevuld. Dit is een reactiepercentage van 55,5%.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
37
Uit figuur 4.3 blijkt dat bijna twee derde van de deelnemers middelbaar- of hoger
beroepsonderwijs heeft genoten. De kleinste groep deelnemers heeft alleen lager/
basis onderwijs gevolgd.
Figuur 4.3 Opleiding deelnemers (n=171)
Lager onderwijs, basisonderwijs
2,3%
Voorbereidend beroepsonderwijs
4,1%
Middelbaar onderwijs
9,9%
Middelbaar beroepsonderwijs
28,1%
Algemeen voortgezet onderwijs
7,6%
Hoger beroepsonderwijs
37,4%
Wetenschappelijk onderwijs
8,8%
Anders
1,8%
De meeste deelnemers hebben een betaalde baan (zie figuur 4.4). Daarnaast is
een grote groep van de deelnemers gepensioneerd of werkloos. De kleinste groep
deelnemers behoort tot de categorie scholier/student.
Figuur 4.4 Werksituatie deelnemers (n=171)
Betaald werk voltijd (36 uur of meer)
16,4%
Betaald werk deeltijd (<36 uur)
16,4%
Werkloos
18,1%
Arbeidsongeschikt
12,8%
Scholier/student
5,8%
Huisman/huisvrouw
9,4%
Gepensioneerd
21,1%
4.2 Ervaring als vrijwilliger
In figuur 4.5 is te zien dat de grootste groep deelnemers meer dan 10 jaar actief is
als vrijwilliger. Bijna 90% van de deelnemers verricht al langer dan een jaar vrijwilligerswerk.
Figuur 4.5 Duur van het vrijwilligerswerk (n=171)
Minder dan een jaar
12,3%
1 tot 2 jaar
14,0%
2 tot 4 jaar
14,0%
4 tot 6 jaar
13,5%
6 tot 8 jaar
8 tot 10 jaar
10,5%
5,3%
Meer dan 10 jaar
30,4%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
38
Slechts een kleine groep deelnemers verricht dagelijks vrijwilligerswerk. De meerderheid van de deelnemers verricht één of een paar keer per week vrijwilligerswerk
(zie figuur 4.6).
Figuur 4.6 Frequentie van het vrijwilligerswerk (n=171)
Dagelijks
3,5%
Een paar keer per week
54,4%
Een keer per week
21,1%
Een keer per maand
Een paar keer per jaar
8,2%
1,2%
Onregelmatig, het wisselt sterk
11,6%
Uit figuur 4.7 blijkt dat een overgrote meerderheid van de deelnemers gemiddeld
tussen de 1 en 10 uur per week aan vrijwilligerswerk besteedt. De grootste groep
deelnemers is gemiddeld 2 tot 5 uur per week als vrijwilliger actief.
Figuur 4.7 Gemiddelde tijd per week besteed aan het vrijwilligerswerk (n=171)
Minder dan 1 uur
4,7%
1 tot 2 uur
14,6%
2 tot 5 uur
42,7%
5 tot 10 uur
24,0%
10 tot 15 uur
8,8%
15 tot 20 uur
2,3%
Meer dan 20 uur
2,9%
In figuur 4.8 is te zien dat de deelnemers het vaakst vrijwilligerswerk verrichten op
de terreinen/in de sectoren ‘Welzijn of zorg/gezondheid’ en ‘Sportverenigingen’.
Geen deelnemer is als vrijwilliger actief voor een vakbond of beroepsorganisatie.
Figuur 4.8 Terrein of sector van het vrijwilligerswerk (n=171)
Welzijn of zorg/gezondheid
31,6%
Sportvereniging
23,4%
Wijk, buurt/wonen
8,2%
Culturele vereniging
4,1%
School
4,1%
Jeugdwerk
2,9%
Hobbyvereniging
2,3%
Natuur en milieu/dieren
1,2%
Politieke of ideële organisatie
0,6%
Ontwikkelingswerk
0,6%
Vakbond, beroepsorganisatie
Anders
21,0%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
39
In figuur 4.9 is te zien dat het vrijwilligerswerk vooral betrekking heeft op de doelgroepen: kinderen, jongeren, senioren en mensen met een ziekte of beperking.
Figuur 4.9 Doelgroepen van het vrijwilligerswerk (n=171)
Kinderen
49
Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden
43
Mensen met een ziekte of beperking
43
Jongeren
29
Uitkerings- en bijstandsgerechtigden
18
Vrijwilligers
16
Mantelzorgers
14
Allochtonen
14
Zorgvrijwilligers
9
Vluchtelingen
6
Dieren
Slachtoffers
4
3
Anders
26
De grootste groep deelnemers verricht vooral uitvoerende taken (zie figuur 4.10).
Figuur 4.10 Taken als vrijwilliger (n=171)
Uitvoerend
35,7%
Ondersteunend
22,2%
Organisatorisch
19,8%
Bestuurlijk
Vrijwillige thuishulp
13,5%
8,8%
Uit figuur 4.11 blijkt dat ‘Inzetten voor de maatschappij’ en ‘Andere mensen helpen’
de belangrijke redenen voor de deelnemers zijn om als vrijwilliger actief te zijn.
Figuur 4.11 Redenen om vrijwilligerswerk te doen (n=171)
Inzetten voor de maatschappij
80
Andere mensen helpen
79
Andere mensen ontmoeten
52
Hierdoor voel ik mij nuttig
48
Kennis en vaardigheden opdoen
38
Manier om vrije tijd leuk in te delen
36
Goed voor de persoonlijke ontwikkeling
36
Werkervaring opdoen
14
Hierdoor maak ik meer kans op een baan
11
Staat goed op mijn cv
Hierdoor kan ik scholing volgen
Anders
7
2
9
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
40
In figuur 4.12 is te zien dat een ruime meerderheid van de deelnemers voor één of
meerdere organisaties vrijwilligerswerk verricht. Een kleine groep van de deelnemers doet wel vrijwilligerswerk, maar niet voor een organisatie.
Figuur 4.12 Voor hoeveel organisaties het vrijwilligerswerk wordt gedaan (n=171)
Voor één organisatie
55,5%
Voor meerdere organisaties
39,2%
Niet voor een organisatie
5,3%
De meerderheid van de deelnemers verricht vrijwilligerswerk voor een organisatie
in Hengelo. Daarnaast is iets meer dan een tiende van de deelnemers tegelijk als
vrijwilliger actief voor zowel een Hengelose als een landelijke organisatie.
Figuur 4.13 Voor wie het vrijwilligerswerk wordt gedaan (n=171)
Organisatie(s) in Hengelo
Landelijke organisatie(s)
77,7%
8,2%
Beide
Weet niet
12,9%
1,2%
4.3 Scholing die reeds is gevolgd als vrijwilliger
Uit figuur 4.14 blijkt dat iets meer dan de helft van de deelnemers in het kader van
hun vrijwilligerswerk al eens scholing heeft gevolgd.
Figuur 4.14 In hoeverre reeds scholing is gevolgd (n=171)
47%
Ja
53%
Nee
Van de deelnemers die scholing hebben gevolgd (91 personen), heeft de meerderheid scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’
(bijvoorbeeld omgaan met senioren, jongeren of gehandicapten). Deze rubriek is
goed voor een vijfde van scholing die de deelnemers reeds hebben gevolgd. Ook
op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding tot trainer/coach),
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief
gedrag of conflicten) en ‘Computergebruik, internet en sociale media’ is door de
deelnemers al vaak scholing gevolgd (zie figuur 4.15).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
41
Figuur 4.15 Gebieden waarop scholing is gevolgd in aantallen (n=91)
Omgaan met specifieke doelgroepen
36
Sport en cultuur
21
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
19
Computer, internet, sociale media
17
PR en communicatie
12
Bestuur en management
11
Zorg/welzijn/gezondheid
10
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
8
Werken met vrijwilligers
8
Wijken en buurten
8
Administratie en boekhouden
4
Persoonlijke vorming
3
Anders
12
In figuur 4.16 is te zien dat de deelnemers als type scholing het vaakst een training
of cursus hebben gevolgd. Het leren op afstand (e-learing) is een vorm van scholing waarvan de deelnemers nog weinig gebruik hebben gemaakt.
Figuur 4.16 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=91)
Training
53
Cursus
44
Workshop
32
Thema- of informatiebijeenkomst
31
Lezing
26
Intervisie
11
E-learning
4
Anders
4
De scholing die de deelnemers als vrijwilliger hebben gevolgd was vooral gericht
op de huidige (zorg)taken/werkzaamheden (zie figuur 4.17).
Figuur 4.17 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=91)
Op huidige taken/werkzaamheden
71
Op nieuwe, aanvullende taken
28
Persoonlijke ontwikkeling
28
Anders
Weet niet/geen mening
5
1
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
42
Uit figuur 4.18 blijkt dat de belangrijkste reden waarom de deelnemers scholing
hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen. Slechts een beperkt aantal
keer zou de organisatie waar de deelnemers vrijwilligerswerk verrichten scholing
nodig hebben gevonden.
Figuur 4.18 Redenen waarom scholing is gevolgd in aantallen (n=91)
Scholing werd aangeboden
53
Organisatie vond scholing nuttig
44
Wilde zelf graag scholing volgen
43
Organisatie vond scholing nodig
9
Anders
4
De overgrote meerderheid van de deelnemers die als vrijwilliger ervaring hebben
met scholing, heeft aangegeven over het algemeen (zeer)tevreden te zijn over de
scholing die zij hebben gevolgd. Slechts één deelnemer heeft aangegeven ontevreden te zijn over de genoten scholing (zie figuur 4.19).
Figuur 4.19 Tevredenheid over scholing die is gevolgd (n=91)
Zeer tevreden
20,9%
Tevreden
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
70,3%
7,7%
1,1%
Zeer ontevreden
Weet niet/geen mening
Waarom deelnemers tevreden zijn over scholing die is gevolgd
Aan de deelnemers die hebben aangegeven tevreden te zijn over scholing die zij
hebben gevolgd is ook gevraagd of zij in eigen woorden kunnen toelichten waarom
zij tevreden zijn over scholing waar zij als vrijwilliger gebruik van hebben gemaakt.
Uiteindelijk hebben 50 deelnemers een nadere toelichting gegeven.
Door scholing zijn nieuwe kennis en inzichten verkregen
Een eerste reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing nieuwe kennis en inzichten hebben verkregen
(19 keer genoemd). Een aantal deelnemers zeggen hierover het volgende:
“Kennis is iets vergroot en delen van ervaringen/kennis met gelijkgestemden
heeft een meerwaarde.”
“Tevreden omdat ik daardoor meer kennis kreeg over een bepaalde doelgroep die ondersteuning nodig heeft.”
“De scholing (cursus) gaf mij nieuwe inzichten, waardoor ik mijzelf en mijn
doelgroep naar een hoger en beter niveau weet te brengen. Het gaf mij inzicht
over hoe een bepaalde doelgroep denkt, handelt en reageert.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
43
“Ik ben bijvoorbeeld naar een bijeenkomst geweest met betrekking tot autisme, waar ik op dat moment als vrijwilliger mee te maken had. Er werden
voorbeelden aangereikt hoe je in een bepaalde situatie zou kunnen reageren,
waar ik veel aan heb gehad.”
De kwaliteit van scholing is bepalend voor de tevredenheid
Ook de kwaliteit van scholing is van invloed op de tevredenheid van de deelnemers
over scholing die zij hebben gevolgd (12 keer genoemd).
“De cursussen waren redelijk compact en duurden niet te lang.”
‘De training was goed georganiseerd. Ik heb een hoop geleerd en er was
ruimte voor je eigen dingen waar je tegen aan liep. Zowel theorie als praktijk
kwamen in de training aan bod. Op deze manier heb ik weer nieuwe inzichten
en ideeën gekregen, waardoor ik beter kan functioneren als (team)leidster.’
“Inhoudelijk waren de aangeboden cursussen en trainingen goed.”
Scholing sluit goed aan bij de praktijk
Een derde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben
gevolgd, is dat deze goed aansluit bij de praktijk (10 keer genoemd). Onderstaande
citaten illustreren dit.
“De scholing sloot aan op wat nodig was om de kinderen te trainen voor voetbal.”
“Zeer toegespitst op onze taken. Vakinhoudelijk zeer up-to-date, maar ook
zeer praktische informatie als onderhandelingstechnieken, hoe nieuwe leden
of subsidie te werven, aanreiken van argumenten.”
Door scholing kan het vrijwilligerswerk beter worden uitgevoerd
Een vierde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over de scholing die zij
hebben gevolgd, is dat zij door scholing beter hun vrijwilligerswerk kunnen uitvoeren (5 keer genoemd). Onderstaande citaten illustreren dat.
“De cursus zorgt ervoor dat ik mijn vrijwilligerswerk beter kan doen.”
“Ik heb een cursus Excel gedaan waar ik in mijn vrijwilligerswerk ook veel aan
heb.”
Door scholing komt men in contact met andere vrijwilligers
Ten slotte is een reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij
hebben gevolgd, dat zij hierdoor ook in contact komen met andere vrijwilligers waar
zij van kunnen leren (4 keer genoemd).
“Tevreden omdat ik ook van andere vrijwilligers heb kunnen leren en nieuwe
inzichten heb gekregen met betrekking tot de maatschappij en verschillende
soorten mensen.”
Waarom deelnemers niet tevreden zijn over scholing
Van de deelnemers hebben slechts 5 personen nader toegelicht waarom zij niet of
minder tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd in het kader van hun
vrijwilligerswerk. De reden waarom men minder tevreden is over scholing loopt
uiteen van een gering scholingsaanbod to een geringe opbrengst van scholing.
“Te weinig actuele scholing vanwege het kostenaspect.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
44
“Een vervolg op de lezing, workshop of cursus blijft meestal achterwege. Het
zou zinvol zijn nog eens te kijken wat scholing heeft opgeleverd.”
“Zelf vond ik de cursus van een zeer laag niveau. Ik ben de tweede bijeenkomst dan ook niet geweest.”
“De scholing is veelal algemeen en niet specifiek voor jou casus. Dat heb ik
soms wel gemist.”
“Er werd op zich interessante informatie besproken, maar ik heb niet het idee
dat mijn eigen vaardigheden erdoor verbeterd zijn.”
Waarom sommige deelnemers geen scholing hebben gevolgd
Aan de deelnemers die geen scholing hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk (80 personen) is gevraagd waarom zij dit nog niet hebben gedaan. Uiteindelijk hebben 19 deelnemers een nadere toelichting gegeven.
Scholing niet nodig, al voldoende kennis en/of vaardigheden
Tien deelnemers hebben als vrijwilliger geen scholing gevolgd omdat dit volgens
hen niet nodig is, zij al over voldoende kennis en/of vaardigheden beschikken.
Onderstaande citaten illustreren dit.
“Voor het vrijwilligerswerk wat ik doe was scholing niet noodzakelijk.”
“Ik red mij zo wel, maar is ook niet ter sprake gekomen. Misschien komt het in
de komende tijd wel aan de orde.”
Niet op de hoogte van scholing
Drie deelnemers hebben aangegeven geen scholing te hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk omdat zij niet op de hoogte zijn van het scholingsaanbod. Eén van de vrijwilligers verwoordde het als volgt:
“Ik ben niet op de hoogte van scholing. Het is voor mij nog te vroeg om hier
wat mee te doen […] ik moet het allemaal nog uitzoeken.”
Kostenaspect
Drie deelnemers hebben aangegeven dat het kostenaspect voor hen een rol heeft
gespeeld om geen scholing te volgen. Eén van de deelnemers zegt hierover het
volgende:
“Ik moet scholing zelf betalen en daar ben ik op dit moment financieel niet toe
in staat.”
Negatieve ervaring in het verleden met scholing
Twee deelnemers hebben aangegeven geen positieve ervaring te hebben met
scholing. Eén van hen zegt hierover het volgende:
“Ik heb een paar keer een cursus coaching bijgewoond voor nacht vrijwilligers.
Ik was het vaak oneens met de methode die gebruikt werd. Ik heb mij daarom
teruggetrokken.”
Tijdsaspect
Eén deelnemer heeft aangegeven geen tijd te hebben voor scholing.
“Gebrek aan tijd, past niet in mijn schema.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
45
4.4 Huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger
In figuur 4.20 is te zien dat de meerderheid van de deelnemers behoefte heeft aan
scholing in het kader van hun vrijwilligerswerk. De grootste groep deelnemers heeft
nog enige behoefte aan scholing.11
Figuur 4.20 In hoeverre nog behoefte is aan scholing (n=171)
Zeer veel behoefte
1,8%
Veel behoefte
12,9%
Enige behoefte
Weinig behoefte
45,0%
9,4%
Geen behoefte
Weet niet/geen mening
24,6%
6,3%
Uit figuur 4.21 blijkt dat de deelnemers, die hebben aangegeven nog behoefte te
hebben aan scholing (118 personen), vooral scholing willen volgen op het gebied
van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (bijvoorbeeld omgaan met senioren,
jongeren of gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’
(bijvoorbeeld omgaan met agressief gedrag of conflicten). Dit zijn overigens ook de
gebieden waarop veel deelnemers al scholing hebben gevolgd (zie figuur 4.15).
Figuur 4.21 Gebied waarop nog behoefte is aan scholing (n=118)
Omgaan met specifieke doelgroepen
117
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
111
Persoonlijke vorming
86
Zorg/welzijn/gezondheid
59
Werken met vrijwilligers
55
Sport en cultuur
53
PR en communicatie
46
Computer, internet, sociale media
33
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
26
Administratie en boekhouden
24
Bestuur en management
22
Wijken en buurten
Anders
14
9
Ook op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ is bij de deelnemers veel behoefte
aan scholing. Dit is een gebied waarop de deelnemers in het verleden nog niet
vaak scholing hebben gevolgd voor hun vrijwilligerswerk.
11
Wel is het zo dat er meer deelnemers zijn die hebben aangegeven geen behoefte aan scholing te hebben dan
deelnemers die hebben aangegeven (zeer) veel behoefte aan scholing te hebben.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
46
In tabel 4.1 is bij elk rubriek aangegeven aan welke scholingsmogelijkheden de
deelnemers nog de meeste behoefte hebben (2 vaakst genoemd). In bijlage 7 is te
zien welke scholingsmogelijkheden allemaal deel uitmaken van de verschillende
rubrieken van scholing.
Tabel 4.1 Scholingsmogelijkheden waar het meeste behoefte aan is (n=118)
Rubriek van scholing
Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is
Omgaan met specifieke doelgroepen
Omgaan met kinderen
Omgaan met mensen met een psychische beperking
Sport en cultuur
Opleiding voor trainer/coach
Respect en sportiviteit
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
Omgaan met conflicten
Omgaan met agressief gedrag
Computer, internet, sociale media
Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office,
e-mail, internet)
PR en communicatie
Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.)
Communicatie
Bestuur en management
Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren)
Samenwerken met andere organisaties, instellingen, etc.
Zorg/welzijn/gezondheid
EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken)
Reanimatie en AED-gebruik
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
Fondsenwerving
Sponsoring
Werken met vrijwilligers
Werken met en begeleiden van vrijwilligers
Coördineren vrijwilligerswerk
Wijken en buurten
(Jongeren) buurtbemiddeling
Bewoners- en commissiezaken
Administratie en boekhouden
Boekhouden
Financieel Management en schuldhulpverlening
Persoonlijke vorming
Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren)
Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf)
In figuur 4.22 is te zien dat een training of cursus bij de deelnemers de voorkeur
geniet. Dit zijn ook de scholingstypes waar de deelnemers in het verleden het
vaakst gebruik van hebben gemaakt (zie figuur 4.16).
Figuur 4.22 Scholingstype dat de voorkeur geniet (n=118)
Training
31,4%
Cursus
29,7%
Workshop
19,5%
Thema- of informatiebijeenkomst
E-learning
7,6%
4,2%
Lezing
3,4%
Intervisie
3,4%
Anders
0,8%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
47
Uit figuur 4.23 blijkt dat de overgrote meerderheid van de deelnemers van mening
is dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste
groep deelnemers geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt.
Figuur 4.23 Duur van scholing dat de voorkeur geniet (n=118)
Minder dan een uur
1,7%
1 tot 2 uur
31,4%
2 tot 3 uur
14,4%
Dagdeel
Weet niet/geen mening
45,8%
6,7%
Een ruime meerderheid van de deelnemers geeft er de voorkeur aan om meerdere
keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep deelnemers zou bij voorkeur
één keer per kwartaal scholing volgen (zie figuur 4.24).
Figuur 4.24 Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet (n=118)
1 keer per jaar
12,7%
1 keer per kwartaal
32,2%
1 keer per maand
23,7%
1 keer per week
26,3%
Meerdere keren per week
Weet niet/geen mening
5,1%
In figuur 4.25 is te zien dat de grootste groep deelnemers de voorkeur geeft om in
de avond scholing te volgen. Daarnaast is er ook een grote groep deelnemers die
graag in de ochtend scholing volgt.
Figuur 4.25 Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet (n=118)
Ochtend
Middag
28,8%
9,3%
Avond
Ochtend en middag
29,7%
11,8%
Middag en avond
10,2%
Weet niet/geen mening
10,2%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
48
4.5 Mening over een centrale scholingsplek
Uit figuur 4.26 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers het wenselijk
vindt dat vrijwilligers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in
Hengelo. Een zeer kleine groep deelnemers vindt dat geen goede ontwikkeling.
Figuur 4.26 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=171)
Zeer wenselijk
20,4%
Wenselijk
48,0%
Niet wenselijk/niet onwenselijk
19,3%
Onwenselijk
1,8%
Zeer onwenselijk
1,8%
Weet niet/geen mening
8,7%
Een nipte meerderheid van de deelnemers (51%) denkt dat een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)
organisatie of opleidingsinstituut (zie figuur 4.27).
Figuur 4.27 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden (n=171)
Ik weet zeker van wel
5,3%
Ik denk van wel
45,6%
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
14,6%
1,2%
33,3%
Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens
hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele
(vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. In totaal hebben 77 deelnemers een
nadere toelichting gegeven.12
Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn
Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal
deelnemers (59) beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden.
Kennis en ervaringen kunnen gedeeld worden
Volgens 25 deelnemers maakt een centrale scholingsplek het mogelijk dat zowel
vrijwilligers als (vrijwilligers)organisaties kennis en evaringen met elkaar kunnen
delen. Onderstaande citaten illustreren dit.
“Meerdere disciplines bij elkaar zal het niveau hoger en beter maken. Men
kan van elkaar leren en eventueel kan men elkaar direct aanvullen.”
12
Een aantal deelnemers hebben meerdere argumenten genoemd. Dit kan zowel positief als negatief zijn als het gaat
om een centrale scholingsplek. Ook zijn er een aantal deelnemers die niet ter zake doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse en rapportage buiten beschouwing gelaten.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
49
“Op deze manier heb je meteen veel vrijwilligers tegelijk. Zo leer je ook weer
van elkaar.”
“Organisaties kunnen kennis en ervaring overbrengen door samen te werken.
Elke organisatie heeft zijn eigen discipline en daar kan iedereen van leren.”
Betere kwaliteit van scholing
Wanneer verschillende organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en
aanbieden in een centrale scholingsplek, dan zou hierdoor volgens 8 deelnemers
de kwaliteit van de scholing beter worden. Twee van de deelnemers zeiden hierover het volgende:
“Omdat vanuit meerdere invalshoeken naar een scholingsonderwerp kan
worden gekeken, zal de kwaliteit van de scholing verbeteren.”
“Meer specialisten bij elkaar kunnen een beter resultaat behalen en kunnen
ook meer faciliteiten bieden.”
Er kan meer maatwerk geleverd worden
Volgens 7 deelnemers zou een centrale scholingsplek meer maatwerk kunnen
leveren dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. De vraag
naar en het aanbod van scholing zou beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Onderstaande citaat geeft deze mening duidelijk weer.
“Een combinatie van een vrijwilligersorganisatie en opleidingsinstituut kan
nieuwe antwoorden vinden in het vraag en aanbod van opleidingen. Door de
vrijwilligersorganisaties is er informatie beschikbaar over personeelsbehoefte
en vrijwilligersaanbod. Bij de opleidingsinstituten zijn er middelen beschikbaar
voor het geven van cursussen, trainingen en opleidingen. Beide partijen kunnen elkaar goed aanvullen bij het creëren van een gedegen scholingsplek
voor vrijwilligers in Hengelo.”
Scholing kan goedkoper worden aangeboden
Doordat in een centrale scholingsplek scholing samen wordt ontwikkelt, zou deze
volgens 7 van de deelnemers ook goedkoper aan vrijwilligers aangeboden kunnen
worden. Eén van de deelnemers zei hierover het volgende:
“Omdat mensen niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden en gebruik kunnen
maken van het aanbod wat er reeds is, is het kostenbesparend.”
Breder aanbod van scholing
Volgens 6 deelnemers wordt het aanbod van scholing breder als verschillende
(vrijwilligers)organisaties samen vanuit een centrale scholingsplek scholing gaan
ontwikkelen. Het volgende citaat illustreert dit.
“Individuele (vrijwilligers)organisaties zouden scholing kunnen aanbieden op
een centrale locatie. Zo zou het aanbod alleen maar groter worden ten gunste
van de vrijwilliger.”
Meer duidelijkheid waar de vrijwilliger moet zijn voor scholing
Een centrale scholingsplek zou er volgens 6 deelnemers voor zorgen dat er meer
duidelijkheid ontstaat waar vrijwilligers moeten zijn voor scholing. Een deelnemer
verwoordde het als volgt:
“De loop naar de plek is vanzelfsprekend voor iedere vrijwilliger en dus duidelijk en drempelverlagend. Ook met het oog op toegankelijkheid en ITS.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
50
Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn
Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal
deelnemers (28) niet beter in staat zou zijn om scholing te ontwikkelen en aan te
bieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut.
Scholingsaanbod is te algemeen
Volgens 11 deelnemers zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een
centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden. ‘Specialistische scholing’
voor bepaalde (groepen) vrijwilligers en organisaties zou niet goed aangeboden
kunnen worden in een centrale scholingsplek. Onderstaande citaten illustreren dit.
“Ik denk van niet omdat veel scholing gericht is op die ene specifieke sport en
dit in mijn geval een kleinschalige sport is. Ik kan mij voorstellen dat bijvoorbeeld voor voetbalverenigingen dit meer opgaat dan voor een sport waar
maar één club actief is in Hengelo.”
“Nadeel is dat de training misschien niet meer specifiek gemaakt kan worden
op de vraag van de deelnemende groep. De cursus of workshop wordt in te
algemene termen gehouden.”
“Ik ben bang dat scholing te algemeen wordt en zich niet toespitst op de verschillende gebieden.”
Organisatie van scholing is te groot en onpersoonlijk
Een centrale scholingsplek zou volgens 7 deelnemers minder goed in staat zijn om
maatwerk te leveren. De organisatie van scholing zou te groot en onpersoonlijk
zijn. Twee van de deelnemers verwoordden het als volgt:
“Men krijgt weliswaar meer variaties, maar mensen kunnen verdwalen in
grootheid: figuurlijk en letterlijk.”
“Individuele organisaties zullen naar mijn mening meer diversiteit kunnen
aanbieden en ook zal er meer ruimte zijn voor aandacht naar de vrijwilliger.”
Gebrek aan specialistische kennis
Volgens 6 deelnemers mist een centrale scholingsplek specifieke kennis van bepaalde vormen van scholing en (groepen van) vrijwilligers en organisaties. Onderstaande citaten illustreren dit.
“Opleidingsinstituten zijn gespecialiseerd en dit kan een centrale scholingsplek nooit evenaren.”
“Het ligt eraan hoe je het bekijkt. Bijvoorbeeld bij de scouting is de training
voor groepsleiders ook echt op scouting gericht. Alle vaardigheden die je daar
aangereikt krijgt hebben direct met je vakgebied te maken en worden ook gelijk daarin aangevoerd. Dus individuele organisaties hebben vaak meer kennis
van de doelgroep, waardoor zij deze heel goed kunnen trainen.”
Onbekend maakt onbemind
Of een centrale scholingsplek een verbetering is vinden 4 deelnemers moeilijk om
in te schatten. Hier geldt toch vooral het principe ‘onbekend maakt onbemind’. Eén
van de deelnemers zei hierover het volgende:
“Ik ben tevreden hoe het nu gaat en ik zou het vervelend vinden als ik naar
een andere plek moet voor scholing. Maar aan de andere kant leer je zo misschien wel meer mensen kennen en kun je meer ervaringen delen.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
51
Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden
van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 4.28.
Figuur 4.28 Stellingen centrale scholingsplek (n=171)
Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…13
Wordt de kwaliteit van scholing beter
52,7%
Wordt het aanbod van scholing groter
28,7%
66,7%
7,1% 11,5%
18,7% 4,1%10,5%
Wordt het aanbod van scholing diverser
72,5%
12,3% 3,5%11,7%
Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen
74,3%
12,9% 4,7%8,1%
73,7%
11,7%3,5%11,1%
Kan scholing goedkoper worden
Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn
60,2%
Wordt het rendement van scholing groter
45,1%
Zal ik eerder scholing volgen
(Helemaal) mee eens
Neutraal
39,7%
(Helemaal) mee oneens
18,1%
36,3%
30,4%
10,1% 11,6%
6,4% 12,2%
17,1%
12,8%
Weet niet/geen mening
In figuur 4.28 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de deelnemers het eens
is met de eerste zes stellingen. Daarnaast heeft weliswaar geen meerderheid,
maar wel de grootste groep deelnemers, bij de laatste twee stellingen aangegeven
het hiermee eens te zijn. De groep deelnemers welke het oneens is met de stelling
is bij alle stellingen het kleinst.
De organisatie waar de deelnemers als vrijwilligers werkzaam zijn heeft de voorkeur als het gaat om het aanmelden van scholing bij een centrale scholingsplek.
De tweede voorkeur gaat uit naar een centrale scholingsplek zelf of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (zie figuur 4.29).
Figuur 4.29 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=171)
Organisatie van het vrijwilligerswerk
35,7%
Centrale scholingsplek
15,8%
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
15,8%
Organisatie die scholing aanbiedt
Stichting Informele Zorg Twente
11,1%
2,9%
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
2,3%
Carintreggeland
2,3%
SCALA welzijn
2,3%
De gemeente
Anders
3,5%
8,3%
13
6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet
niet/geen mening.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
52
Uit figuur 4.30 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers zich het liefst
digitaal voor scholing wil aanmelden bij een centrale scholingsplek. De meeste
voorkeur geniet aanmelding via een website/digitaal aanmeldingsformulier.
Figuur 4.30 Voorkeur van de wijze van aanmelden voor scholing (n=171)
Website/digitaal aanmeldingsformulier
40,4%
E-mail
29,8%
Mondeling (face to face)/balie
15,2%
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
Telefonisch
3,5%
2,3%
Weet niet/geen mening
8,8%
Aan de deelnemers is ook gevraagd in hoeverre zij bereidt zijn om bij een centrale
scholingsplek een eigen bijdrage te betalen voor scholing. De grootste groep van
de vrijwilligers (45%) is daartoe (waarschijnlijk) niet bereid. Iets minder deelnemers
(40%) is echter wel bereid om een eigen bijdrage te betalen (zie figuur 4.29).
Figuur 4.31 In hoeverre bereid voor het betalen van een eigen bijdrage (n=171)
Zeker wel
4,2%
Waarschijnlijk wel
33,3%
Ik denk van niet
26,3%
Zeker niet
18,7%
Weet niet/geen mening
17,5%
In figuur 4.30 is te zien dat de helft van de deelnemers bereid is om meer dan 10
euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek. De
grootste groep van de deelnemers zou tussen 5 en 10 euro eigen bijdrage willen
betalen.
Figuur 4.32 Hoogte van de eigen bijdrage die men bereid is om te betalen (n=171)
1 tot 5 euro
6,2%
5 tot 10 euro
25,1%
10 tot 15 euro
14,1%
15 tot 25 euro
15,6%
25 tot 30 euro
15,6%
50 tot 75 euro
75 tot 100 euro
Weet niet/geen mening
3,1%
1,6%
18,7%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
5
53
Resultaten enquête mantelzorgers
“Wanneer meerdere organisaties samenwerken krijg je een beter
overzicht van de problemen die er spelen en kun je
samen hiervoor oplossingen zoeken”
– Mantelzorger uit Hengelo (2015) –
In een enquête zijn mantelzorgers bevraagd over hun behoeften en wensen omtrent scholing en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In
totaal hebben 63 mantelzorgers uit Hengelo de enquête beantwoord.14 In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de enquête.
5.1 Achtergrond deelnemers
Uit figuur 5.1 blijkt dat van de deelnemers 25% man en 75% vrouw is. In aantallen
gaat het respectievelijk om 16 en 47 personen. Bijna alle deelnemers (92,4%) hebben de Nederlandse nationaliteit.
Figuur 5.1 Geslacht deelnemers (n=63)
25%
Man
Vrouw
75%
In figuur 5.2 is te zien dat ruim 80% van de deelnemers ouder is dan 45 jaar. De
grootste groep deelnemers heeft de leeftijd van 55 tot 65 jaar. Geen van de deelnemers is jonger dan 25 jaar.
Figuur 5.2 Leeftijd deelnemers (n=63)
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
3,2%
35 tot 45 jaar
14,3%
45 tot 55 jaar
22,2%
55 tot 65 jaar
27,1%
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
23,7%
9,5%
14
Het aantal reacties is in lijn met onze verwachting. In totaal zijn 276 mantelzorgers via een directe mailing benaderd.
Hiervan hebben er 63 de enquête ingevuld. Dit is een reactiepercentage van 22,8%.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
54
Uit figuur 5.3 blijkt dat bijna 60% van de deelnemers middelbaar- of hoger beroepsonderwijs heeft genoten. De kleinste groep deelnemers heeft wetenschappelijk onderwijs gevolgd.
Figuur 5.3 Opleiding deelnemers (n=63)
Lager onderwijs, basisonderwijs
Voorbereidend beroepsonderwijs
7,9%
Middelbaar onderwijs
14,3%
Middelbaar beroepsonderwijs
30,2%
Algemeen voortgezet onderwijs
11,1%
Hoger beroepsonderwijs
28,6%
Wetenschappelijk onderwijs
6,3%
Anders
1,6%
De meeste deelnemers hebben een betaalde baan (zie figuur 5.4). Daarnaast is
een grote groep van de deelnemers gepensioneerd of werkloos. Geen van de
deelnemers behoort tot de categorie scholier/student.
Figuur 5.4 Werksituatie deelnemers (n=63)
Betaald werk voltijd (36 uur of meer)
14,4%
Betaald werk deeltijd (<36 uur)
31,7%
Werkloos
7,9%
Arbeidsongeschikt
7,9%
Scholier/student
Huisman/huisvrouw
9,5%
Gepensioneerd
28,6%
5.2 Ervaring als mantelzorger
In figuur 5.5 is te zien dat de grootste groep deelnemers meer dan 10 jaar mantelzorger is. Bijna 90% van de deelnemers verricht al langer dan vier jaar mantelzorgtaken.
Figuur 5.5 Aantal jaren mantelzorger (n=63)
Minder dan een jaar
1,6%
1 tot 2 jaar
1,6%
2 tot 4 jaar
4 tot 6 jaar
6 tot 8 jaar
8 tot 10 jaar
7,9%
14,3%
12,7%
11,1%
Meer dan 10 jaar
50,8%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
55
De deelnemers verlenen het vaakst mantelzorg aan een direct familielid (zie figuur
5.6). Hierbij gaat het om (medische-) zorg en/of ondersteuning die verleent wordt
aan de zoon of dochter, echtgenoot of partner, (schoon-)vader of moeder.
Figuur 5.6 Aan wie mantelzorg wordt verleend in aantallen (n=63)
Directe familie
61
Iemand in de buurt
4
Iemand uit de naaste omgeving
2
Ander familielid
2
Uit figuur 5.7 blijkt dat de oorzaak van de hulpbehoefte waarom de deelnemers
mantelzorg verlenen het vaakst een lichamelijke handicap of beperking is.
Figuur 5.7 Oorzaak van de hulpbehoefte (n=63)
Lichamelijke handicap of beperking
36
Dementie/geestlijke achteruitgang
20
Psychische problemen
17
Algemene beperking door ouderdom
13
Verstandelijke handicap
9
In figuur 5.8 is te zien dat de deelnemers het vaakst emotionele steun bieden en
toezicht houden. Daarnaast bestaat de hulp vaak uit het begeleiden van bezoeken
aan bijvoorbeeld familie, artsen of winkels; praktische ondersteuning (zorgen dat
het huishouden loopt) of hulp bij het regelen van administratieve zaken.
Figuur 5.8 Hulp die wordt verleent als mantelzorger in aantallen (n=63)
Emotionele steun en toezicht
48
Begeleiding bezoeken familie, arts, etc.
46
Praktische ondersteuning
43
Hulp bij administratie
43
Huishoudelijke hulp
34
Persoonlijke verzorging
24
Verpleegkundige hulp
Anders
20
4
Een meerderheid van de deelnemers verleent dagelijks mantelzorg (zie figuur 5.9).
Figuur 5.9 Gemiddelde aantal uren mantelzorg per week in aantallen (n=63)
1 tot 2 keer per week
12,7%
2 tot 4 keer per week
12,7%
4 tot 6 keer per week
12,7%
Dagelijks
61,0%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
56
Uit figuur 5.10 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers gemiddeld
meer dan 10 uur per week aan mantelzorg besteed. De grootste groep deelnemers
verricht gemiddeld meer dan 20 uur per week mantelzorgtaken.
Figuur 5.10 Gemiddelde tijd per week besteed aan mantelzorg (n=63)
Minder dan 1 uur
1 tot 2 uur
6,3%
2 tot 5 uur
15,9%
5 tot 10 uur
15,9%
10 tot 15 uur
15 tot 20 uur
17,5%
7,9%
Meer dan 20 uur
36,5%
In figuur 5.11 is te zien dat ruim 40% van de deelnemers zich als mantelzorger
tamelijk zwaar belast tot overbelast voelt. Daarnaast voelt een zelfde aantal deelnemers zich enigszins belast als mantelzorger.
Figuur 5.11 Mate van belasting die ervaren wordt door mantelzorg (n=63)
Niet of nauwelijks belast
4,8%
Enigzins belast
42,9%
Tamelijk zwaar belast
Overbelast
Weet niet/geen mening
31,7%
11,1%
9,5%
5.3 Scholing die reeds is gevolgd als mantelzorger
Uit figuur 5.12 blijkt dat bijna drie derde van de deelnemers als mantelzorger al
eens scholing heeft gevolgd.
Figuur 5.12 In hoeverre reeds scholing is gevolgd (n=63)
34,9%
Ja
Nee
65,1%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
57
Van de deelnemers die scholing hebben gevolgd (22 personen), heeft de meerderheid scholing gevolgd op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen
mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke
vorming, Mindfulness, etc.) en ‘Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening’ (hoe ga ik om met dementie, een beroerte, etc.) (zie figuur 5.13).
Figuur 5.13 Gebieden waarop scholing is gevolgd in aantallen (n=22)
Mantelzorg en zorg voor mijzelf
13
Omgaan met ziekte of aandoening
11
Begeleiden van iemand met beperking
6
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
6
Gezondheid, arbo en veiligheid
2
Verpleegkundige handelingen
1
Administratieve handelingen
1
Wet- en regelgeving in de zorg
1
Anders
4
In figuur 5.14 is te zien dat de deelnemers als type scholing het vaakst een cursus
of training hebben gevolgd. Het leren op afstand (e-learing) is een vorm van scholing waarvan de deelnemers nog geen gebruik hebben gemaakt.
Figuur 5.14 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=22)
Cursus
14
Training
12
Thema- of informatiebijeenkomst
8
Lezing
6
Workshop
4
Intervisie
4
E-learning
Anders
3
De scholing die de deelnemers als mantelzorger hebben gevolgd was vooral gericht op de persoonlijke situatie (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor
mijzelf) en huidige zorgtaken (zie figuur 5.15).
Figuur 5.15 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=22)
Persoonlijke situatie
13
Op huidige zorgtaken
11
Nieuwe aanvullende zorgtaken
Weet niet/geen mening
2
Anders
2
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
58
Uit figuur 5.16 blijkt dat de belangrijkste reden waarom de deelnemers scholing
hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen.15
Figuur 5.16 Redenen waarom scholing is gevolgd in aantallen (n=22)
Aangeboden door belangenorganisatie
15
Wilde zelf graag scholing volgen
15
Anders
2
Alle deelnemers die als mantelzorger ervaring hebben met scholing, hebben aangegeven over het algemeen (zeer)tevreden te zijn over de scholing die zij hebben
gevolgd. Zelfs ruim een derde van hen heeft aangegeven zeer tevreden te zijn over
de genoten scholing (zie figuur 5.17).
Figuur 5.17 Tevredenheid over scholing die is gevolgd (n=22)
Zeer tevreden
36,4%
Tevreden
63,6%
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Weet niet/geen mening
Waarom deelnemers tevreden zijn over scholing die is gevolgd
Aan de deelnemers die hebben aangegeven tevreden te zijn over scholing die zij
hebben gevolgd, is gevraagd of zij in eigen woorden kunnen toelichten waarom zij
tevreden zijn over scholing waar zij als mantelzorger gebruik van hebben gemaakt.
Uiteindelijk hebben 12 deelnemers een nadere toelichting gegeven.16
Door scholing zijn nieuwe kennis en inzichten verkregen
Een eerste reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing nieuwe kennis en inzichten hebben verkregen
(7 keer genoemd). Twee deelnemers zeiden hierover het volgende:
“Ik ga maandelijks naar het Alzheimercafe waar altijd een thema wordt behandeld waar ik veel van leer. Het wordt geleid door ervaringsdes-kundigen.”
“Ik heb geleerd hoe ik moet omgaan met een verslaafd kind en hoe ik om
moet gaan met een dubbele diagnose.”
15
De deelnemers konden ook kiezen uit de rubrieken: a) De scholing werd belangrijk gevonden door de hulpbehoefende zelf, b) Familie, vrienden en/of kennissen van de hulpbehoefende vonden scholing belangrijk, c) De organisatie waar de hulpbehoefende wordt verzorgd (bijvoorbeeld ziekenhuis, verpleeg- of verzorgingstehuis) vond scholing
belangrijk. Aangezien deze rubrieken geen enkele keer door de deelnemers zijn genoemd, zijn deze in de figuur niet
opgenomen.
16
Sommige deelnemers hebben meerdere redenen genoemd waarom zij tevreden zijn over scholing die zij hebben
gevolgd als mantelzorger.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
59
Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf
In het verlengde van de eerste reden heeft scholing ervoor gezorgd dat een aantal
deelnemers hierdoor een goede balans hebben gevonden tussen mantelzorg en
zorg voor zichzelf (7 keer genoemd). Onderstaande citaten illustreren dit.
“Heeft mij heel erg geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling, om balans te
krijgen in de zorg.”
“Ik kan beter omgaan met druk en ook tijd voor mijzelf vrijhouden. Af en toe
afstand nemen en grenzen stellen.”
Door scholing in contact gekomen met lotgenoten
Een derde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben
gevolgd, is dat zij door scholing in contact zijn gekomen met lotgenoten en ervaringen hebben kunnen uitwisselen (3 keer genoemd). Eén van de deelnemers zei
hierover het volgende:
“Er was gelegenheid om met ‘lotgenoten’ ervaringen te delen. Hoewel iedereen met verschillende situaties te maken had, waren veel dingen herkenbaar.
De getoonde filmpjes hielpen ook om gesprekken te voeren.”
Scholing was goed georganiseerd
Eén deelnemer heeft aangegeven dat hij tevreden is over de scholing omdat deze
goed georganiseerd was. Hij verwoordde het als volgt:
“De mensen die de scholing gaven deden dat op een prettige en tactvolle manier.”
Waarom niet tevreden over scholing die is gevolgd
Slechts één deelnemer heeft een toelichting gegeven waarom hij niet tevreden is
over scholing die hij als mantelzorger heeft gevolgd. De deelnemers zouden tegen
elkaar opbieden als het gaat om de mate waarin men zich belast voelt door mantelzorg.
“In samenkomsten waar ervaringsdeskundigen samen kwamen liep het voor
mijn gevoel vaak uit op navelstaren, waarin het een soort van opbieden werd
over wie de zwaarste mantelzorgtaak had.”
Waarom sommige deelnemers geen scholing hebben gevolgd
Aan de deelnemers die geen scholing hebben gevolgd in het kader van hun mantelzorg (41 personen) is gevraagd waarom zij dit nog niet hebben gedaan. Uiteindelijk hebben 19 deelnemers een nadere toelichting gegeven.
Tijdsaspect
Het tijdsaspect speelt voor vijf deelnemers een belangrijke rol. Zij hebben geen tijd
voor scholing. Eén van de deelnemers verwoordde het als volgt:
“Ik heb het met mijn eigen bedrijf, gezin, sociale leven, etc. gewoon veel te
druk om ook nog eens scholing te volgen.”
Scholing niet nodig, al voldoende kennis en/of vaardigheden
Vier deelnemers hebben geen scholing gevolgd omdat dit volgens hen niet nodig
is, zij al over voldoende kennis en/of vaardigheden beschikken. De volgende citaten illustreren dit.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
60
“Ik ben verpleegkundige en daardoor op veel gebieden reeds bekwaam.
Scholing is voor mij niet nodig.”
“Ik ben redelijk goed opgeleid om de mantelzorgtaken die ik heb zonder scholing vorm te geven.”
Niet op de hoogte van scholing
Het niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid van scholing is voor vier deelnemers een belangrijke reden waarom zij geen scholing hebben gevolgd in het kader
van hun mantelzorg. Eén van de deelnemers verwoordde het als volgt:
“Geen idee dat er scholing voor is/was. Ik ben onderhand ervaringsdeskundige geworden voor de praktische zaken, maar vooral de ‘psychische’
kant wordt volgens mij voor de mantelzorger nog onderbelicht.”
Geen toegevoegde waarde van scholing
Vier deelnemers hebben aangegeven dat (aangeboden) scholing voor hen geen
toegevoegde waarde heeft c.q. niet van toepassing is. Onderstaande citaten illustreren dit.
“De aangeboden scholing leek mij niet gericht op de zorgbehoefte van mijn
partner.”
“Voor de taken die ik verricht is geen scholing vereist, alleen maar gevoel en
ervaring.”
5.4 Huidige behoefte aan scholing als mantelzorger
In figuur 5.18 is te zien dat de grootste groep deelnemers geen behoefte heeft aan
scholing. Overigens is het percentage deelnemers dat nog (zeer veel) behoefte
heeft aan scholing ongeveer net zo groot als het aantal deelnemers dat hier juist
weinig of geen behoefte aan heeft.
Figuur 5.18 In hoeverre nog behoefte is aan scholing (n=63)
Zeer veel behoefte
Veel behoefte
3,2%
7,9%
Enige behoefte
Weinig behoefte
34,9%
6,3%
Geen behoefte
Weet niet/geen mening
41,3%
6,4%
Uit figuur 5.19 blijkt dat de deelnemers die hebben aangegeven nog behoefte te
hebben aan scholing (33 personen) vooral scholing willen volgen op het gebied
van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (AWBZ, WMO, Wet Chronisch Zieken en Gehandicapten, etc.). Dit is een gebied waarop slechts één deelnemer in het verleden
al eens scholing heeft gevolgd (zie figuur 5.13).
Wellicht dat recente wetwijzigingen (bijvoorbeeld in het kader van de zorg en drie
decentralisaties in het sociale domein) hebben bijgedragen aan meer behoefte aan
scholing op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg.’
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
61
Ook op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg
voor mijzelf’ (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Mindfulness,
etc) hebben de deelnemers nog veel behoefte aan scholing. Dit is overigens ook
een gebied waarop veel deelnemers al eens scholing hebben gevolgd (zie figuur
5.13).
Figuur 5.19 Gebied waarop nog behoefte is aan scholing (n=33)
Wet- en regelgeving in de zorg
43
Mantelzorg en zorg voor mijzelf
28
Omgaan met ziekte of aandoening
25
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
16
Gezondheid, arbo en veiligheid
15
Begeleiden van iemand met beperking
12
Administratieve handelingen
Verpleegkundige handelingen
Anders
4
1
4
In tabel 5.1 is bij elke rubriek aangegeven aan welke scholingsmogelijkheden de
deelnemers nog de meeste behoefte hebben (2 vaakst genoemd). In bijlage 8 is te
zien welke scholingsmogelijkheden allemaal deel uitmaken van de verschillende
rubrieken van scholing.
Tabel 5.1 Scholingsmogelijkheden waar het meeste behoefte aan is (n=33)
Rubriek van scholing
Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is
Belangrijke wet- en regelgeving in de
zorg
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
Een goede balans tussen mantelzorg
en zorg voor mijzelf
Zorg de baas (balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf)
Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte
of aandoening
Omgaan met dementie
Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel
Omgaan met stress
Gezondheid, arbo en veiligheid
Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.)
Wettelijke regelingen voor mantelzorgers
Grenzen aangeven
Omgaan met een beroerte en hartfalen
Omgaan met rouw en verlies
Communicatie
Hoe begeleid ik iemand met een lichamelijke en/of geestelijke beperking
Begeleiden van mensen met een psychische beperking
Hoe verricht ik ondersteunende en
administratieve handelingen
Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met een
zorgverzekering, etc.)
Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen
Niet genoemd
Begeleiden van jongeren met een beperking
In figuur 5.20 is te zien dat een training of cursus bij de deelnemers de voorkeur
geniet. Dit zijn ook de scholingstypes waar de deelnemers in het verleden ook het
vaakst gebruik van hebben gemaakt (zie figuur 5.13).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
62
Figuur 5.20 Scholingstype dat de voorkeur geniet (n=33)
Training
30,3%
Cursus
18,2%
Thema- of informatiebijeenkomst
15,2%
Workshop
9,1%
Lezing
6,1%
E-learning
6,1%
Intervisie
Anders
15,0%
Uit figuur 5.21 blijkt dat de overgrote meerderheid van de deelnemers van mening
is dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. Iets meer dan
een derde van de deelnemers geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt.
Figuur 5.21 Duur van scholing dat de voorkeur geniet (n=33)
Minder dan een uur
1 tot 2 uur
36,4%
2 tot 3 uur
18,2%
Dagdeel
Weet niet/geen mening
36,4%
9,0%
Een ruime meerderheid van de deelnemers geeft er de voorkeur aan om meerdere
keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep deelnemers zou bij voorkeur
één keer per maand scholing volgen (zie figuur 5.22).
Figuur 5.22 Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet (n=33)
1 keer per jaar
9,1%
1 keer per kwartaal
24,2%
1 keer per maand
39,4%
1 keer per week
18,2%
Meerdere keren per week
Weet niet/geen mening
9,1%
In figuur 5.23 is te zien dat de grootste groep deelnemers de voorkeur geeft om in
de ochtend scholing te volgen. Daarnaast geeft bijna een vijfde van de deelnemers
er de voorkeur aan om in de middag of avond deel te nemen aan scholingsactiviteiten.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
63
Figuur 5.23 Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet (n=33)
Ochtend
27,3%
Middag
18,2%
Avond
18,2%
Ochtend en middag
9,1%
Middag en avond
12,1%
Weet niet/geen mening
15,1%
5.5 Mening over een centrale scholingsplek
Uit figuur 5.24 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers het wenselijk
vindt dat mantelzorgers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek
in Hengelo. Een zeer kleine groep deelnemers vindt dit geen goede ontwikkeling.
Ongeveer een vijfde van de deelnemers heeft hier geen mening over.
Figuur 5.24 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=63)
Zeer wenselijk
33,3%
Wenselijk
27,0%
Niet wenselijk/niet onwenselijk
Onwenselijk
17,5%
1,6%
Zeer onwenselijk
Weet niet/geen mening
20,6%
Bijna 40% van de deelnemers denkt dat een centrale scholingsplek beter scholing
kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers) organisatie of opleidingsinstituut. Ongeveer 10% denkt juist dat dit niet het geval is. De grootste
groep deelnemers weet dit niet of heeft hier geen mening over (zie figuur 5.25).
Figuur 5.25 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen (n=63)
Ik weet zeker van wel
9,5%
Ik denk van wel
28,6%
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
9,5%
3,2%
Weet niet/geen mening
49,2%
Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens
hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele
(vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. In totaal hebben 19 deelnemers een
nadere toelichting gegeven.17
17
Een aantal deelnemers hebben meerdere argumenten genoemd. Dit kan zowel positief als negatief zijn als het gaat
om een centrale scholingsplek. Ook zijn er een aantal deelnemers die niet ter zake doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse en rapportage buiten beschouwing gelaten.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
64
Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn
Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal
deelnemers (14) beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden.
Kennis en ervaringen kunnen gedeeld worden
Volgens 6 deelnemers maakt een centrale scholingsplek het mogelijk dat zowel
vrijwilligers als (vrijwilligers)organisaties kennis en evaringen met elkaar kunnen
delen en op deze manier van elkaar zouden kunnen leren. Onderstaande citaten
illustreren dit.
“Wanneer organisaties samenwerken krijg je een beter overzicht van de problemen die er spelen en kun je samen hiervoor oplossingen zoeken.”
“Omdat je van elkaar kunt leren. Een grotere diversiteit in kennis en ervaring.”
Betere kwaliteit van scholing
Wanneer verschillende organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en
aanbieden in een centrale scholingsplek, dan zou hierdoor volgens 5 deelnemers
de kwaliteit van de scholing beter worden. Eén van de deelnemers zei hierover het
volgende:
“Ik denk dat door ervaring en kennis te bundelen het aanbod krachtiger
wordt.”
Meer duidelijk waar ik als mantelzorger moet zijn voor scholing
Een centrale scholingsplek zou er volgens 3 deelnemers voor zorgen dat er meer
duidelijkheid ontstaat waar mantelzorgers moeten zijn voor scholing. Een deelnemer verwoordde het als volgt:
“Dit is effectiever op 1 centrale plek, duidelijk.”
Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn
Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal
deelnemers (5) niet beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden
dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut.
Scholingsaanbod is te algemeen
Volgens 2 deelnemers zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden.
“Het kan zijn dat de scholing te algemeen wordt ten opzichte van een meer
specifieke benadering vanuit individuele organisaties.”
“Aan de andere kant is het goed dat 1 organisatie die gespecialiseerd is in
een zorgelement die kennis ook behoudt en niet ten onder gaat in andere belangen.”
Het contact met de mantelzorger wordt onpersoonlijker
Door een centrale scholingsplek zou volgens 3 deelnemers het contact met de
mantelzorger onpersoonlijk worden. Onderstaande citaat illustreert dit.
“Organisaties kunnen meer opleidingen gaan aanbieden, maar het contact
met de mantelzorger wordt onpersoonlijker. Juist het contact is ZEER belangrijk.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
65
Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden
van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 5.26.
Figuur 5.26 Stellingen centrale scholingsplek (n=63)
Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…18
Wordt de kwaliteit van scholing beter
50,8%
14,3% 3,2%
31,7%
Wordt het aanbod van scholing groter
58,7%
9,5% 4,8%
27,0%
Wordt het aanbod van scholing diverser
60,3%
7,9% 4,8%
27,0%
Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen
58,7%
12,7% 1,6%
27,0%
60,3%
7,9% 3,2%
28,6%
Kan scholing goedkoper worden
Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn
66,7%
Wordt het rendement van scholing groter
49,2%
Zal ik eerder scholing volgen
(Helemaal) mee eens
14,3% 1,6%
46,1%
Neutraal
6,3% 3,2%
25,4%
(Helemaal) mee oneens
23,8%
34,9%
7,9%
20,6%
Weet niet/geen mening
In figuur 5.26 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de deelnemers het eens
is met de eerste zes stellingen. Daarnaast heeft weliswaar geen meerderheid,
maar wel de grootste groep deelnemers, bij de laatste twee stellingen aangegeven
het hiermee eens te zijn. De groep deelnemers welke het oneens is met de stelling
is bij alle stellingen het kleinst.
De Stichting Informele Zorg Twente heeft de voorkeur van de deelnemers als het
gaat om het aanmelden van scholing bij een centrale scholingsplek. Daarnaast
geeft een grote groep deelnemers de voorkeur aan de organisatie die de scholing
aanbiedt (zie figuur 5.27).
Figuur 5.27 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=63)
Stichting Informele Zorg Twente
30,2%
Organisatie die scholing aanbiedt
17,5%
Centrale scholingsplek
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
Organisatie waar u mantelzorger bent
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
De gemeente
9,5%
7,9%
6,3%
4,8%
3,2%
Carintreggeland
SCALA welzijn
Anders
20,6%
18
6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet
niet/geen mening.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
66
Uit figuur 5.28 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers zich het liefst
digitaal voor scholing wil aanmelden bij een centrale scholingsplek. De meeste
voorkeur geniet aanmelding via e-mail.
Figuur 5.28 Voorkeur van de wijze van aanmelden voor scholing (n=63)
E-mail
36,5%
Website/digitaal aanmeldingsformulier
22,2%
Mondeling (face to face)/balie
11,1%
Telefonisch
9,5%
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
3,2%
Weet niet/geen mening
17,5%
Aan de deelnemers is ook gevraagd in hoeverre zij bereidt zijn om bij een centrale
scholingsplek een eigen bijdrage te betalen voor scholing. Net iets meer dan de
helft van de deelnemers is daartoe waarschijnlijk wel of zeker wel bereid. Ongeveer een derde van de deelnemers denkt niet of is zeker niet van plan om een
eigen bijdrage te betalen (zie figuur 5.29).
Figuur 5.29 In hoeverre bereid een eigen bijdrage te betalen voor scholing (n=63)
Zeker wel
9,5%
Waarschijnlijk wel
41,3%
Ik denk van niet
20,6%
Zeker niet
12,7%
Weet niet/geen mening
15,9%
In figuur 5.30 is te zien dat de grootste groep deelnemers niet weet wat zij aan
eigen bijdrage bereid zijn te betalen voor scholing. Slechts een kleine groep deelnemers (15,8%) is bereid om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen.
Figuur 5.30 Hoogte van de eigen bijdrage die men bereid is om te betalen (n=63)
1 tot 5 euro
15,9%
5 tot 10 euro
14,3%
10 tot 15 euro
14,3%
15 tot 25 euro
6,3%
25 tot 30 euro
50 tot 75 euro
7,9%
1,6%
75 tot 100 euro
Weet niet/geen mening
39,7%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
6
67
Resultaten enquête organisaties
In een enquête zijn organisaties bevraagd over de behoefte aan scholing van hun
vrijwilligers en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In
totaal hebben 36 organisaties uit Hengelo de enquête beantwoord.19
6.1 Kenmerken van de organisaties
Uit figuur 6.1 blijkt dat de meeste organisaties actief zijn in de sectoren ‘Welzijn of
zorg/gezondheid’ (verzorging, verpleging of begeleiding) en ‘Sportvereniging’. Samen zijn deze twee sectoren goed voor ongeveer de helft van de organisaties.
Figuur 6.1 Terrein of sector waarin de organisatie actief is (n=36)
Welzijn of zorg/gezondheid
30,6%
Sportvereniging
22,2%
Wijk, buurt/wonen
8,3%
School
5,6%
Natuur en milieu/dieren
5,6%
Politieke of ideële organisatie
2,8%
Hobbyvereniging
2,8%
Jeugdwerk
2,8%
Anders
19,3%
De doelgroepen waar de organisaties zich het vaakst op richten zijn ‘Jongeren’ of
‘Senioren en gepensioneerden’. Daarnaast zijn ‘Kinderen’ en ‘Mensen met een
ziekte of beperking’ belangrijke doelgroepen van de organisaties (zie figuur 6.2)
Figuur 6.2 Doelgroepen waar de organisatie zich op richt in aantallen (n=36)
Jongeren
18
Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden
13
Kinderen
11
Mensen met een ziekte of beperking
11
Vrijwilligers
6
Mantelzorgers
5
Uitkerings- en bijstandsgerechtigden
4
Zorgvrijwilligers
4
Allochtonen
3
Slachtoffers
3
Vluchtelingen
Dieren
2
1
Anders
19
12
Een reactiepercentage van 13%. Er zijn namelijk 276 organisaties benaderd.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
68
Uit figuur 6.3 blijkt dat iets meer dan de helft van de organisaties bestaat uit alleen
vrijwilligers. Ook zijn er organisaties die bestaan uit vrijwilligers en ondersteund
worden door één of meerdere beroepskrachten.
Figuur 6.3 Type (vrijwilligers)organisatie (n=36)
Organisatie met alleen vrijwilligers
52,8%
Organisatie ondersteund door vrijwilligers
33,3%
Vrijwilligersorganisatie ondersteund door beroepskracht(en)
13,9%
De functie van de personen die namens de organisaties de enquête hebben ingevuld is te zien in figuur 6.4. De grootste groep respondenten zijn bestuurslid of
coördinator vrijwilligerswerk.
Figuur 6.4 Functie van de respondent (n=36)
Bestuurslid
44,4%
Coördinator vrijwilligerswerk
22,2%
Directeur of eigenaar
8,3%
Afdelingshoofd of manager
5,6%
Anders
19,5%
6.2 Kenmerken van vrijwilligers bij de organisaties
In figuur 6.5 is te zien dat iets meer dan 60% van de organisaties meer dan 10
vrijwilligers heeft. De grootste groep organisaties heeft meer dan 100 vrijwilligers.
Figuur 6.5 Aantal vrijwilligers bij de organisatie (n=36)
1 tot 2
2,8%
2 tot 5
22,2%
5 tot 10
13,9%
10 tot 25
11,1%
25 tot 50
16,7%
50 tot 75
75 tot 100
5,6%
2,8%
Meer dan 100
24,9%
Bij de meeste organisaties is de meerderheid van de vrijwilligers vrouw (zie figuur
6.6). Dit is overigens ook het geval bij de enquête onder vrijwilligers (zie figuur 4.1).
Figuur 6.6 Geslacht meerderheid van de vrijwilligers bij de organisatie (n=36)
Man
27,8%
Vrouw
Aantal mannen en vrouwen is ongeveer gelijk
Wijkracht – 2015
44,4%
27,8%
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
69
Uit figuur 6.7 blijkt dat bij een ruime meerderheid van de organisaties (>80%) de
vrijwilligers gemiddeld ouder zijn dan 45 jaar. Alle organisaties hebben weinig tot
geen vrijwilligers in dienst die jonger zijn dan 25 jaar. 20
Figuur 6.7 Gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36)
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
2,8%
35 tot 45 jaar
13,9%
45 tot 55 jaar
30,6%
55 tot 65 jaar
24,9%
65 tot 75 jaar
13,9%
75 jaar of ouder
Redelijk verspreid
13,9%
De grote meerderheid van de vrijwilligers bij de organisaties heeft de Nederlandse
nationaliteit (zie figuur 6.8). Dit is overigens ook het geval bij de enquête onder
vrijwilligers, waar ruim 90% van de deelnemers de Nederlandse nationaliteit heeft.
Figuur 6.8 Etniciteit van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36)
Nederlands
Turks
79,5%
4,5%
Marokkaans
2,3%
Surinaams
2,3%
Antilliaans
Arubaans
Indonesisch
Anders
2,3%
9,1%
In figuur 6.9 is te zien dat bij een ruime meerderheid van de organisaties (72%) de
vrijwilligers gemiddeld minder dan 6 uur per week werkzaam zijn.
Figuur 6.9 Gemiddelde tijd per week vrijwilligerswerk (n=36)
Minder dan 1 uur
13,9%
1 tot 2 uur
22,2%
2 tot 5 uur
36,1%
5 tot 10 uur
10 tot 15 uur
5,6%
15 tot 20 uur
5,6%
Meer dan 20 uur
20
13,9%
2,7%
Wellicht hebben organisaties wel vrijwilligers die jonger zijn dan 25 jaar, maar het gaat hier om een gemiddelde leeftijd.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
70
Ondanks dat de meeste van de organisaties actief zijn in de sector ‘Welzijn of zorg/
gezondheid’, is slechts een kleine groep van hun vrijwilligers in de thuishulp actief
(zie figuur 6.10). De meerderheid van de vrijwilligers heeft een uitvoerende taak.
Figuur 6.10 Taak van de meerderheid van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36)
Uitvoerend
38,9%
Organisatorisch
22,2%
Bestuurlijk
19,4%
Ondersteunend
11,2%
Vrijwillige thuishulp
8,3%
6.3 Scholingsbehoefte vrijwilligers bij de organisaties
Uit figuur 6.11 blijkt dat een kleine meerderheid van de organisaties (52,7%) van
mening is dat hun vrijwilligers enige tot veel behoefte hebben aan scholing. Ruim
een derde van de organisaties is daarentegen juist van mening dat hun vrijwilligers
weinig tot geen behoefte hebben aan scholing.
Figuur 6.11 Huidige scholingsbehoefte van vrijwilligers bij de organisaties (n=36)
Zeer veel behoefte
Veel behoefte
8,3%
Enige behoefte
44,4%
Weinig behoefte
16,7%
Geen behoefte
Weet niet/geen mening
19,4%
11,2%
Volgens de organisaties hebben hun vrijwilligers vooral behoefte aan scholing op
het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’, ‘Bestuur en management’
en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zie figuur 6.12).
Figuur 6.12 Scholingsbehoefte volgens organisaties naar gebied in aantallen (n=36)
Omgaan met specifieke doelgroepen
11
Bestuur en management
7
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
6
Werken met vrijwilligers
4
Administratie en boekhouden
3
Computer, internet, sociale media
3
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
3
Persoonlijke vorming
3
PR en communicatie
3
Sport en cultuur
3
Zorg/welzijn/gezondheid
3
Wijken en buurten
Anders
2
6
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
71
In figuur 6.13 is te zien dat een workshop of training volgens de organisaties als
scholingstype de voorkeur geniet van hun vrijwilligers. Ook bij de deelnemers aan
de enquête onder vrijwilligers is naar voren gekomen dat een training de voorkeur
geniet. Een workshop is door de vrijwilligers daarentegen minder vaak genoemd.
Figuur 6.13 Scholingstype wat de voorkeur geniet volgens de organisaties (n=36)
Workshop
40,0%
Training
28,0%
Cursus
Thema- of informatiebijeenkomst
16,0%
8,0%
Lezing
Intervisie
E-learning
Anders
8,0%
Een (ruime) meerderheid van de organisaties geeft aan zicht te hebben op de
scholingsbehoefte van hun vrijwilligers en stemt de scholing af op de scholingsbehoefte. Niet de meerderheid, maar wel de grootste groep van de organisaties
peilt regelmatig de scholingsbehoefte van hun vrijwilligers (zie figuur 6.14).
Figuur 6.14 Stellingen scholingsbehoefte (n=36)
21
Organisatie heeft zicht op scholingsbehoefte
Organisatie peilt regelmatig scholingsbehoefte
Scholing wordt afgestemd op scholingsbehoefte
(Helemaal) mee eens
Neutraal
69,4%
44,5%
11,1%
16,7%
55,6%
(Helemaal) mee oneens
19,5%%
38,8%
13,9%
16,6%
13,9%
Weet niet/geen mening
6.4 Scholingsmogelijkheden bij de organisaties
Uit figuur 6.15 blijkt dat een ruime meerderheid van de organisaties de mogelijkheid van scholing biedt voor hun vrijwilligers.
Figuur 6.15 Of scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=36)
36%
Ja
Nee
64%
21
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
72
Een kleine groep organisaties biedt meerdere keren per jaar scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers. De grootste groep van de organisaties biedt deze mogelijkheid slecht een aantal keer per jaar en een kwart van de organisaties niet
jaarlijks, maar om de zoveel jaar (zie figuur 6.16).
Figuur 6.16 Frequentie scholingsmogelijkheden aan vrijwilligers per jaar (n=23)
Onbeperkt
Meerdere keren per jaar
17,4%
Slechts een aantal keer per jaar
47,8%
Niet jaarlijks, om de zoveel jaar
Weet niet/geen mening
26,1%
8,7%
In figuur 6.17 is te zien dat de grootste groep van de organisaties bij voorkeur hun
vrijwilligers extern scholen. Daarnaast verzorgt ongeveer een derde van de organisaties bij voorkeur intern scholing aan vrijwilligers en een even groot aantal organisaties zowel intern als extern.
Figuur 6.17 Voorkeur wijze van scholing aan vrijwilligers (n=23)
Via interne scholing
30,4%
Via externe scholing
39,2%
Zowel interne als externe scholing
30,4%
Uit figuur 6.18 blijkt dat het scholingsaanbod van de organisaties vooral betrekking
heeft op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals ouderen en
gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals agressie,
conflicten of rouw). Dit zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête behoefte hebben aan scholing (zie figuur 4.20).
Figuur 6.18 Gebied waarop scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=23)
Omgaan met specifieke doelgroepen
15
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
7
Werken met vrijwilligers
7
Administratie en boekhouden
5
Bestuur en management
5
Computer, internet, sociale media
4
Sport en cultuur
4
Wijken en buurten
4
PR en communicatie
3
Zorg/welzijn/gezondheid
3
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
Persoonlijke vorming
Anders
2
1
6
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
73
Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg,welzijn en gezondheid’
wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is door veel
van de vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête juist aangegeven op
deze gebieden nog behoefte te hebben aan scholing (zie figuur 4.20).
Aan de organisaties is ook gevraagd of zij hun huidige scholingsaanbod voor hun
vrijwilligers nog willen uitbreiden. Slechts een kleine groep heeft aangegeven dit te
gaan doen. De meerderheid van de organisaties gaat het scholingsaanbod niet
uitbreiden. Enerzijds is er een groep die de scholing wel zou willen uitbreiden,
maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod (zie figuur: 6.19).
Figuur 6.19 Of het scholingsaanbod voor vrijwilligers nog wordt uitgebreid (n=23)
Ja, dit gaan wij ook doen
8,7%
Ja, maar wij kunnen dit niet
39,1%
Nee, geen noodzaak hiertoe
39,1%
Weet niet/geen mening
13,1%
In figuur 6.20 is te zien welke factoren voor de organisaties een rol spelen om
scholing aan te bieden aan hun vrijwilligers. De belangrijkste reden waarom de
organisaties scholing aanbieden is dat door scholing vrijwilligers meer voldoening
halen uit hun werk. Daarnaast is een belangrijke reden om scholing aan te bieden
dat vrijwilligers daardoor gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten
voor de organisatie en tevens de kwaliteit van hun werk zal toenemen.
Figuur 6.20 Factoren die een rol spelen bij het aanbieden van scholing (n=23)
Vrijwilligers krijgen andere taken
Vrijwilligers moeten kennis en vaardigheden leren
52,7%
28,7%
66,7%
72,5%
Door scholing halen vrijwilligers meer voldoening uit werk
74,3%
Door scholing worden vrijwilligers gemotiveerd
73,7%
(Helemaal) mee eens
Neutraal
60,2%
(Helemaal) mee oneens
7,1%
18,7% 4,1%
Door scholing neemt de kwaliteit werkzaamheden toe
Door scholing binden vrijwilligers zich aan organisatie
22
12,3% 3,5%
12,9% 4,7%
11,7% 3,5%
18,1% 10,1%
Weet niet/geen mening
Slechts een derde van de organisaties heeft aangegeven scholing aan te bieden
aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker zou worden bij
het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook geeft slechts een derde van de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen omdat zij iets bij willen leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke ontwikkeling). Ten
slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan
hun vrijwilligers omdat voor sommige activiteiten een wettelijke verplichting bestaat
om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van alcohol mag alleen
gebeuren door gekwalificeerd personeel).
22
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
74
Uit figuur 6.21 blijkt dat de organisaties scholing van vrijwilligers vooral stimuleren
door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven)
en door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten.
Figuur 6.21 Wijze waarop scholing door de organisaties wordt gestimuleerd (n=23)
Door informatie te geven over scholing
12
Postitieve aspecten voor vrijwilligers promoten
10
Door informatie over scholing beschikbaar te stellen
9
Vrijwilligers betrekken bij keuze scholingsactiviteiten
8
Door deelname aan scholing te verplichten
8
Vrijwilligers met scholingservaring te laten vertellen
5
Scholing in functioneringsgesprekken meenemen
3
Nadelige effecten (kosten) van scholing compenseren
Anders
2
1
Bijna alle organisaties zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve
bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun organisatie. Geen van
de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is (zie figuur 6.22).
Figuur 6.22 In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert (n=23)
Ik weet zeker van wel
60,9%
Ik denk van wel
34,8%
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
4,3%
In figuur 6.23 is te zien dat een grote meerderheid van de organisaties in het algemeen (zeer) tevreden is over scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd.
Figuur 6.23 Tevredenheid over externe scholing (n=23)
Zeer tevreden
17,4%
Tevreden
47,8%
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
4,3%
Zeer ontevreden
Geen externe scholing
Weet niet/geen mening
13,1%
17,4%
Aan de organisaties is gevraagd in hoeverre zij beschikken over verschillende onderdelen die betrekking hebben op scholing van hun vrijwilligers. De resultaten
hiervan zijn weergegeven in figuur 6.24.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
75
Figuur 6.24 Onderdelen ten aanzien van de scholing van vrijwilligers (n=23)
Kunt u bij de volgende onderdelen aangeven of uw organisatie hierover beschikt?
Verantwoordelijke voor scholingsbeleid vrijwilligers
69,6%
Scholingsbudget voor vrijwilligers
52,2%
47,8%
Persoonlijk ontwikkelingsplan voor vrijwilligers
100%
Beleid ten aanzien van het scholen van vrijwilligers
Scholingsplan voor vrijwilligers
Eigen training/opleidingsafdeling
30,4%
39,1%
60,9%
34,8%
65,2%
26,1%
73,9%
Samenwerking met een hbo-instelling 4,3%
Samenwerking met opleidingsinstituten
Ja
Nee
95,7%
30,4%
69,6%
Uit figuur 6.24 blijkt dat een ruime meerderheid van de organisaties een medewerker heeft die verantwoordelijk is voor het scholingsbeleid van vrijwilligers. Ook
heeft een meerderheid van de organisaties een scholingsbudget voor vrijwilligers.
Aan de organisaties die geen scholing aanbieden aan hun vrijwilligers is gevraagd
waarom zij dit niet doen (zie figuur 6.25). De belangrijkste redenen waarom deze
organisaties geen scholing aanbieden is dat zij geen budget hebben voor scholing
en de organisatie te klein is om scholing te organiseren.
Figuur 6.25 Waarom geen scholing wordt aangeboden in aantallen (n=13)
Geen budget voor scholing
7
Organisatie te klein voor scholing organiseren
7
Huidige kennis/vaardigheden vrijwilligers voldoende
6
Prijzen van opleidingen zijn te hoog
5
Vrijwilligers vragen niet om scholing
4
Geen geschikt aanbod voor onze vrijwilligers
3
Werven vrijwilligers met voldoende kennis
2
Onvoldoende zicht op scholingsbehoefte
1
Geen tijd voor scholing
1
In figuur 6.26 is te zien dat de meerderheid van de organisaties van mening is een
goed overzicht te hebben van het scholingsaanbod in de sector.
Figuur 6.26 Stellingen scholingsaanbod (n=36)
Goed overzicht van scholingsaanbod in de regio
23
30,4%
Goed overzicht van scholingsaanbod in de sector
Scholingsaanbod in regio voldoet aan onze vraag
Scholingsaanbod in sector voldoet aan onze vraag
(Helemaal) mee eens
23
Neutraal
28,7%
60,8%
30,4%
26,1%
13,1%
17,4% 17,3% 4,5%
30,4%
39,1%
(Helemaal) mee oneens
26,1%
8,8%
13,1%
30,4%
21,7%
Weet niet/geen mening
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
76
Daarentegen is slechts een derde van de organisaties het eens met de stellingen
‘Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze regio’,
‘Het aanbod van scholing in onze regio voldoet aan onze vraag’ en ‘Het aanbod
van scholing in onze sector voldoet aan onze vraag’.
6.5 Mening over een centrale scholingsplek
Ten aanzien van de vraag of organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers
voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo komt geen
eenduidig beeld naar voren. Van de organisaties vinden 14 dit een wenselijke ontwikkeling, 13 hebben neutraal geantwoord en 9 weten dit niet of hebben hierover
geen mening (zie figuur 6.27).
Figuur 6.27 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=36)
Zeer wenselijk
11,1%
Wenselijk
27,8%
Niet wenselijk/niet onwenselijk
36,1%
Onwenselijk
Zeer onwenselijk
Weet niet/geen mening
25,0%
Uit figuur 6.28 blijkt dat ook op de vraag of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan de eigen organisatie lopen de meningen
van de organisaties uiteen. Van de organisaties zijn er 13 van mening dat dit het
geval is. Een even groot aantal denkt juist dat een centrale scholingsplek geen
verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit niet te weten.
Figuur 6.28 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden (n=36)
Ik weet zeker van wel
8,3%
Ik denk van wel
27,8%
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
25,0%
11,1%
Weet niet/geen mening
27,8%
Aan de organisaties is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens
hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan hun eigen organisatie. In totaal hebben 15 organisaties een nadere toelichting gegeven.24
Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn
Vier organisaties hebben nader toegelicht waarom een centrale scholingsplek volgens hen beter scholing kan aanbieden. Volgens deze organisaties zal het scholingsaanbod dan breder/diverser worden. Het volgende citaat illustreert dit.
24
Een aantal organisaties heeft meerdere argumenten genoemd. Ook zijn er een aantal organisaties die niet ter zake
doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse
en rapportage buiten beschouwing gelaten.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
77
Breder aanbod van scholing
“Ik denk van wel. Wij gaan in september in samenwerking met het ROC een
interne Entree opleiding binnen het bewonersbedrijf organiseren. Het blijkt dat
wij daardoor eerder mensen over de streep trekken om mee te doen.”
Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn
Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal van
de organisaties niet beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden
dan hun eigen organisatie.
Scholingsaanbod is te algemeen
Volgens zes organisaties zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een
centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden. Eén van de organisaties
zei hierover het volgende:
“Meest benodigde scholing voor onze organisatie is specifiek vakgebonden en
valt buiten het normale scholingsaanbod voor vrijwilligers. Dit wordt dan ook
prima door onze landelijke koepelorganisatie verzorgd.”
Gebrek aan specialistische kennis
Een centrale scholingsplek mist volgens vier organisaties specifieke kennis van
bepaalde vormen van scholing en (groepen van) vrijwilligers en organisaties. Onderstaande citaat illustreert dit.
“Het probleem bij paardrijden met mensen met een beperking is dat het omgaan met paarden en mensen met een beperking erg bijzonder is. Onze vrijwilligers moeten beide kunnen handelen en daar worden veel vaardig-heden
voor gevraagd. Georganiseerde scholingen hebben die combinatie niet vandaar dat wij als organisatie die liever zelf organiseren.”
Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden
van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 6.29.
Figuur 6.29 Stellingen centrale scholingsplek (n=36)
Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…25
Wordt de kwaliteit van scholing beter
Wordt het aanbod van scholing groter
44,5%
58,3%
Wordt het aanbod van scholing diverser
Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen
30,6%
Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn
38,9%
27,8%
30,6%
25,0%
(Helemaal) mee oneens
25
8,4% 11,1%
16,7%
16,7%
47,3%
Zal ik eerder scholing volgen
Neutraal
27,8%
69,5%
38,9%
13,8%
13,9% 8,4% 11,1%
47,3%
Wordt het rendement van scholing groter
(Helemaal) mee eens
22,2%
66,6%
Kan scholing goedkoper worden
11,1%
13,8%
16,7%
22,2%
8,2%
13,8%
11,1%
13,8%
13,9%
Weet niet/geen mening
6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet
niet/geen mening
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
78
In figuur 6.29 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de organisaties van mening is dat wanneer organisaties samen scholing gaan aanbieden vanuit een centrale scholingsplek het aanbod groter en diverser wordt en scholing goedkoper
aangeboden kan worden.
Niet een meerderheid, maar wel de grootste groep, van de organisaties is van
mening dat het samen aanbieden van scholing vanuit een centrale scholingsplek
zorgt voor een betere kwaliteit en een groter rendement van scholing, meer vrijwilligers scholing kunnen volgen, het duidelijker voor vrijwilligers wordt waar zij scholing kunnen volgen en zij ook eerder geneigd zullen zijn om scholing te volgen.
Aan de organisaties is ook gevraagd bij wie zij het liefst willen dat hun vrijwilligers
zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek. De grootste groep
geeft er de voorkeur aan dat dit de eigen organisatie is. Vervolgens gaat de voorkeur uit naar een centrale scholingsplek zelf of het Servicepunt Vrijwilligerswerk
Hengelo (zie figuur 6.30).
Figuur 6.30 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=36)
Eigen organisatie
38,9%
Centrale scholingsplek
22,2%
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
22,2%
Organisatie die scholing aanbiedt
2,8%
De gemeente
2,8%
Anders
11,1%
Ten slotte is aan de organisaties gevraagd of zij beschikken over een eigen scholingsaanbod die zij eventueel zouden willen openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties (zie figuur 6.31).
Iets meer dan 40% van de organisaties biedt zelf geen scholing aan vrijwilligers.
Van de organisaties die dit wel doen, is de grootste groep voornemens om (na
overleg) hun scholingsaanbod (graag) beschikbaar te stellen aan vrijwilligers van
andere organisaties. Ongeveer een vijfde van de organisaties wil of kan dit niet
omdat zij alleen interne scholingsmogelijkheden voor hun vrijwilligers hebben.
Figuur 6.31 Scholingsaanbod beschikbaar stellen voor andere vrijwilligers (n=36)
Ja, graag
Misschien, na overleg
Nee, scholing allen voor eigen vrijwilligers
8,3%
25,1%
22,2%
Nee, wij bieden geen scholing
44,4%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
7
79
Resultaten focusgroep organisaties
“Het is van belang om de nut en noodzaak van kennisdeling onder de aandacht te
brengen. Het moet niet alleen gaan over wat een cursus mag kosten of wie wat
moet betalen. Het is vooral belangrijk dat een cursus laagdrempelig is”
– Vrijwilligersorganisatie uit Hengelo (2015) –
Er is een focusgroep (groepsdiscussie) gehouden met een aantal organisaties die
de enquête hebben beantwoord. In totaal hebben zes vertegenwoordigers namens
een aantal vrijwilligersorganisaties in Hengelo deelgenomen aan de focusgroep.26
In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van deze exercitie. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende vijf discussiethema’s:
1.
2.
3.
4.
5.
Openstellen van scholing
Toegang tot scholing
Samen scholing aanbieden
Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek
Financiering van een centrale scholingsplek
Bij elk discussiethema zijn een aantal stellingen gedeponeerd waar de deelnemers
vervolgens met elkaar over in discussie zijn gegaan. Daarnaast zijn aan het eind
van de focusgroep drie afsluitende vragen gesteld en zijn de wensen en mogelijkheden voor vervolgonderzoek verkend. Het draaiboek van de focusgroep is terug
te vinden in bijlage 4.
7.1 Openstellen van scholing
Bij het eerste discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd
die betrekking hebben op het openstellen van scholing voor vrijwilligers van andere
(vrijwilligers)organisaties.
Stelling 1:
Organisaties die al de mogelijkheid van scholing bieden aan hun vrijwilligers moeten (nadrukkelijk) gestimuleerd worden om hun scholingsaanbod ook open te stellen voor vrijwilligers van andere organisaties.
Alle deelnemers waren het er over eens dat organisaties niet zozeer nadrukkelijk
gestimuleerd moeten worden om scholing open te stellen, maar dat het vooral van
belang is om de krachten te bundelen. Waar kunnen wij als organisaties elkaar
vinden? Hoe kunnen wij dwarsverbindingen en kruisverbanden tot stand brengen?
Twee van de deelnemers zeiden hierover het volgende:
“Wat deelnemer […] zegt ben ik het mee eens. Ik denk dat je met elkaar moet
kijken hoe je dingen samen kunt oppakken en van elkaar kunt leren. Ik vind
stimuleren zo dwingend klinken. Terwijl ik meer denk laten we met elkaar
gaan kijken waar kunnen wij elkaar gaan vinden. En de krachten zo veel mogelijk met elkaar bundelen. Je kunt het openstellen van scholing niet dwingend gaan opleggen. Ik denk dat wij wel met elkaar in gesprek moeten gaan,
waar kunnen wij de scholing beter maken en efficiënter doen.”
26
De focusgroep heeft plaatsgevonden op dinsdag 26 mei van 19:15 – 21:30 uur bij SCALA welzijn. De deelnemers
zijn afkomstig uit de sectoren ‘Techniek’, ‘Cultuur’, ‘Welzijn’ en ‘Zorg/gezondheid’. De focusgroep is geleid door onderzoeker drs. Marc ter Hedde en genotuleerd door een medewerker van SCALA welzijn.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
80
“Ik denk dat het goed is dat wij organisaties moeten informeren over de
meerwaarde van scholing en de kennis die zij hebben. Met als doel om dit
breder weg te zetten in Hengelo. Misschien geen pasklare cursussen die zij al
organiseren, maar ook gewoon kennis die aanwezig is bij de organisaties. Wij
kunnen binnen het sociaal cultureel werk misschien heel veel leren van het
CREA of het Techniekmuseum HEIM. Maar dat geldt omgekeerd ook. Ik vind
het vooral belangrijk dat wij als organisaties kennis met elkaar gaan delen.
Dat geldt ook in de sportsector, cultuursector, zorgsector etc.”
De deelnemers zijn van mening dat het belangrijk is dat organisaties elkaar op de
hoogte te brengen van de diverse scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers en
aanwezige kennis met elkaar delen. Volgens een deelnemer gaan de verschillende
organisaties momenteel nog te weinig met elkaar in gesprek om kennis te delen.
Hij verwoordde het als volgt:
“Het laatste wat deelnemer […] zegt is denk ik heel belangrijk, met elkaar in
gesprek gaan. Dat vind nu nog niet veel plaats. Het zal ongetwijfeld tussen
een aantal verenigingen, stichtingen en organisaties, binnen dezelfde sector,
gebeuren. Wat ontbreekt is dat we in de breedte met elkaar praten. Dat is
waar je de kracht hebt van een professionele organisatie en deze met organisaties verbind. Er zijn organisaties die het gewoon moeilijk vinden om trainingen zelf te verzorgen, moeite hebben met scholing inkopen en waarschijnlijk
de scholing ook duurder moeten inkopen, dan wanneer het gezamenlijk met
elkaar georganiseerd wordt. Daarvoor heb je gesprekken nodig.”
Volgens één van de deelnemers is niet alleen het met elkaar in gesprek gaan belangrijk, maar ook dat organisaties elkaar kunnen vertrouwen.
“Niet alleen in gesprek gaan met elkaar is belangrijk, maar ook vertrouwen in
elkaar. Je moet als organisaties van elkaar op aan kunnen en weten wat je
aan elkaar hebt.”
Stelling 2:
Organisaties die gebruik willen maken van de scholing van andere organisaties
moeten hun scholing zelf ook openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties.
Vijf deelnemers vinden dat het niet verplicht moet zijn ‘iets’ terug te doen als de
organisatie bij een andere organisatie gebruik maakt van scholing en/of kennis
haalt. Dit moet voor elke organisatie een eigen keuze zijn. Bovendien zou sommige
scholing ook te specialistisch zijn en alleen geschikt zijn voor de eigen organisatie.
Onderstaande citaten illustreren dit.
“Ik vind niet dat organisaties die bij een andere organisatie gebruik maken van
scholing van vrijwilligers ook perse zelf scholing moeten gaan aanbieden.
Want ik kan mij voorstellen dat het aanbod van sommige scholing helemaal
niet geschikt is voor andere vrijwilligers. Bovendien hebben sommige organisaties ook helemaal geen eigen scholingsmogelijkheden voor hun vrijwilligers.”
“Wij hebben hele specifieke scholing voor onze vrijwilligers die wij niet open
kunnen stellen voor andere vrijwilligers. Ik kan met jullie wel kennis delen of
hoe bijvoorbeeld om te gaan met bezoekers, publiek. Wij trainen onze suppoost, horeca, baliemedewerkers en technieklokaalmedewerkers zelf. Daar
hebben wij allemaal eigen trainers voor opgeleid.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
81
Eén van de deelnemers is het wel met de stelling eens en vindt dat organisaties
die gebruik maken van het scholingsaanbod van andere organisaties zelf ook hun
scholing open moeten stellen voor anderen.
“Ik vind juist dat organisaties die gebruik maken van de scholing van anderen,
zelf ook hun scholing beschikbaar moeten stellen voor anderen. Wij hebben
bijvoorbeeld nu een training over omgaan met cultuur verschillen. Deze training hebben wij voor iedereen opgesteld, en dus niet alleen voor professionals. Stel wij horen dat een andere organisatie een cursus organiseert, dan
zou ik ook graag aan deze cursus willen deelnemen. Daar gaat het mij om. Ik
zeg niet voor wat hoort wat, maar ik vind wel als deelnemer […] ook iets organiseert dat het ook open zou moeten zijn voor andere organisaties.”
7.2 Toegang tot scholing
Bij het tweede discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd
die gaan over welke (groepen van) vrijwilligers en mantelzorgers allemaal toegang
moeten hebben tot scholing die door organisaties zijn open gesteld voor anderen
en onder welke condities dit zou kunnen.
Stelling 3:
Elke vrijwilliger moet, ongeacht de organisatie of sector waar hij of zij voor werkt,
onder dezelfde condities scholing kunnen volgen bij organisaties die deze hebben
opengesteld voor andere vrijwilligers.
De meeste deelnemers (5) waren het met elkaar eens dat elke vrijwilliger onder
dezelfde condities scholing moet kunnen volgen. Eén van de deelnemers voegde
hier nog aan toe dat scholing vooral laagdrempelig moet zijn.
“Scholing moet ook vooral laagdrempelig zijn. Het moet niet gaan over wat
een cursus mag kosten of wie wat moet betalen. Het is belangrijker dat een
cursus laagdrempelig is.”
Eén van de deelnemers is het niet eens met de stelling en vind dat maatwerk belangrijk is.
“Ik denk niet dat elke vrijwilliger onder dezelfde condities kan deelnemen. Het
gaat vooral om maatwerk. De cursus moet wel toegespitst c.q. relevant zijn
voor mijn vrijwilligers anders maak ik hier ook geen gebruik van.”
Volgens de deelnemers is niet alleen het openstellen van scholing belangrijk, maar
ook kennisdeling tussen de verschillende organisaties.
“Het hoeft niet alleen maar betrekking te hebben op scholing. Het gaat ook om
kennisuitwisseling. Een samenwerking met elkaar aangaan is belangrijk.
Waar kun je elkaar vinden?”
“Hier ben ik het mee eens. Het delen van kennis moet als het ware in het gedachtegoed zitten van de organisaties.”
Stelling 4:
‘Organisaties die zelf niet de (financiële) mogelijkheden hebben om scholing te
ontwikkelen en/of aan te bieden moeten tegen een gereduceerd tarief kunnen
deelnemen aan scholing die is opengesteld door andere organisaties.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
82
De deelnemers waren het met elkaar eens dat het niet wenselijk is om enerzijds
scholing voor elke vrijwilliger open te stellen en vervolgens wel een onderscheid te
maken in de betaling voor scholing. Uit onderstaande citaten komt deze mening
duidelijk naar voren.
“Volgens mij kun je scholing niet openstellen voor iedereen en dan tegelijkertijd verschillende voorwaarden gaan stellen bijvoorbeeld qua betaling van
scholing. Dit staat met elkaar op gespannen voet. Je moet van elkaar wel weten wie scholing heeft opengesteld.”
“Ik vind het niet meer dan logisch dat iedereen onder dezelfde condities scholing kan volgen. Hierbij moet er geen onderscheid zijn in de hoogte wat iemand moet betalen voor scholing.”
Ook waren de deelnemers van mening dat een goede samenwerking en kennisuitwisseling tussen verschillende organisaties van belang is. De vraag hierbij is: wat
kunnen wij van elkaar leren en hoe kunnen wij elkaar vinden. Eén van de deelnemers zei hierover:
“Het zou mooi zijn als je zoiets zou kunnen organiseren in Hengelo waar wij
elkaar kunnen vinden. Als ik bij mijn eigen vereniging een training geef en
daar mogen vrijwilligers van andere organisaties ook aan deelnemen, dan wil
ik ook bij een andere organisatie voor scholing kunnen shoppen. Volgens mij
moet het zoeken heel breed zijn. Het gaat niet alleen om scholing, maar ook
op andere manieren zou je met elkaar samen kunnen werken. ”
Twee deelnemers hebben voorgesteld om een platform c.q. een denktank in het leven te
roepen om in kaart te brengen welke scholing samen ontwikkeld kan worden en hoe kennis tussen organisaties uitgewisseld kan worden.
“Je zult samen moeten afspreken waar je elkaar kunt vinden. Ik kan mij voorstellen dat er verschillende scholing is die je met elkaar kunt ontwikkelen,
maar ook scholing waarvan je zegt die moeten wij juist niet samen willen ontwikkelen, omdat dat juist de specialiteit is van die organisatie. Het is van belang om elkaar te vinden en een geschikt platform hiervoor te vinden.”
“Het gaat ook over het afstemmen van beleid. Hoe je het ook went of keert.
Elke organisatie heeft haar eigen beleid ook op het gebied van scholing. Er
zijn dingen die uitwisselbaar zijn en dingen die niet uitwisselbaar zijn. Een
platform, een denktank, is van belang om bij elkaar te inventariseren wat wij
van elkaar kunnen gebruiken.”
7.3 Samen scholing aanbieden
Bij het derde discussiethema is aan de deelnemers een stelling voorgelegd die
gaat over het door organisaties samen aanbieden van scholing aan vrijwilligers en
mantelzorgers in Hengelo.
Stelling 5:
Het samen aanbieden van scholing zorgt ervoor dat…
a) scholing goedkoper kan worden aangeboden aan vrijwilligers en mantelzorgers
in Hengelo,
b) er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt,
c) scholing beter kan worden afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
83
De deelnemers zijn het met de stelling eens en zijn van mening dat het van belang
is om een ‘catalogus’ te ontwikkelen met daarin een totaaloverzicht van het aanbod
van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. De volgende citaten
geven deze mening duidelijk weer.
“Wij hebben over alle drie de deelstellingen wel gesproken en zijn het daar
mee eens. Het moet komen tot een catalogus van informatie en kennis. Ik
denk dat scholing inderdaad beter op elkaar afgestemd kan worden op het
moment dat de kennis met elkaar wordt gedeeld. Dan hoeft het niet eens
zo te zijn dat je alles bij elkaar wilt halen. Het gaat alleen al om het feit dat
je weet dat het er is, en welke mogelijkheden er zijn.”
“Inderdaad. Er moet als het ware een systeem komen waarbij je put uit de
informatie die nu al beschikbaar is en van daaruit zorgen dat meer organisaties hierbij aansluiting vinden.”
Volgens twee van de deelnemers is een catalogus slechts een instrument. Er zijn
ongetwijfeld nog meer instrumenten die van belang zijn om de scholingsbehoefte
op elkaar af te stemmen en kennis te delen. Volgens deze deelnemers gaat het er
toch vooral om dat organisaties elkaar weten te vinden.
“Hoe krijgen wij de catalogus gevuld? Hoe krijgen wij het scholingsaanbod
in beeld? Ik zou het liever wat breder willen zien. De catalogus is een instrument, maar ik ben ook wel benieuwd naar andere instrumenten. Hoe
vinden wij elkaar?”
“Dat is voor mij ook de hamvraag: hoe vinden wij elkaar?”
Eén van de deelnemers voegde hier nog aan toe dat sommige organisaties het
belang van samenwerking nog niet inzien en het daarom van belang is dat organisaties aan elkaar duidelijk maken wat zij van elkaar kunnen leren.
“Ik denk ook dat sommige organisaties nog niet het belang van samenwerking
zien. Het is daarom van belang om aan elkaar duidelijk te maken wat men van
elkaar kan leren.”
Door drie deelnemers is aangegeven dat vanuit reeds bestaande samenwerkingsverbanden een aanzet gegeven kan worden om als organisaties met elkaar in gesprek te gaan en kennis uit te wisselen.
“Kijk welke kennis er bij organisaties al voor handen is. Je kunt nooit alle organisaties tegelijk bereiken. Maar er zijn op kleinere schaal al wel vergelijkbare organisaties die al samen werken, ook op het gebied van gemeenschappelijk scholing aanbieden.”
“Ik heb in Enschede al eens een bijeenkomst bijgewoond waarbij vrijwilligersorganisaties met elkaar in gesprek gaan over wat zij voor elkaar kunnen betekenen en hoe men elkaar kan vinden. Dit hebben wij in Hengelo nog nooit gedaan. Wij zijn hier nog niet met 300 organisaties bij elkaar geweest. Het gaat
juist om de interactie om mensen bij elkaar te krijgen, netzo als de discussie
die wij nu met elkaar hebben. Je kunt dit niet voor alle organisaties bij elkaar
doen. Maar je kunt wel in groepjes zoals deze bij elkaar komen.”
“De samenwerking en gedachte-uitwisseling zijn het belangrijkste, maar hoe
vinden wij elkaar? Wij weten dat de sportsector twee keer per jaar bij elkaar
komt. De cultuursector komt twee keer per jaar bij elkaar. Misschien is het dan
een begin om van hieruit verder met elkaar in gesprek te gaan.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
84
Alle deelnemers zijn het met elkaar eens dat de vrijwilliger en mantelzorger ten
allen tijde als uitgangspunt genomen moet worden. Dat is wat de verschillende
organisaties met elkaar verbindt. De eerder genoemde ‘denktank’ zou een belangrijke rol kunnen spelen bij het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden van scholing
aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Eén van de deelnemers verwoordde
het als volgt:
“Dat wat ons bind zijn de vrijwilligers en mantelzorgers. En dat moeten wij als
uitgangspunt nemen. Mijn vraag is: hoe spreken wij vrijwilligersorganisaties
aan? Hoe kunnen wij bij elkaar komen? Als het in Enschede kan, dan kan het
hier in Hengelo ook. Binnen onze organisatie verbinden wij nu al techniek en
cultuur met elkaar. Techniek educatie en cultuur educatie worden bij ons nu al
verbonden. Bij ons vloeien al een aantal zaken samen. De kruisbestuiving is
belangrijk! Wij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Het gaat om een
stukje interactie. Het doel is om een platform te ontwikkelen. Dat je een vorm
van werkgroep of denktank opricht om de kar te gaan trekken om gezamenlijk
scholing te ontwikkelen voor vrijwilligers en mantelzorgers en kennis met elkaar te delen.”
7.4 Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek
Bij het vierde discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd
die gaan over welk scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers (in ieder
geval) aangeboden moet worden in een centrale scholingsplek in Hengelo.
Stelling 6:
Het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek moet afgestemd worden op de
wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in
Hengelo. Op basis van de resultaten van onze enquête zou met name scholing
aangeboden moeten worden op de gebieden:
a) omgaan met specifieke doelgroepen,
b) omgaan met een specifieke situatie of gevoel,
c) een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf,
d) belangrijke wet- en regelgeving in de zorg.
Alle zes deelnemers zijn het met de stelling eens en vinden het belangrijk dat de
scholingswensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties die
uit het onderzoek naar voren komen hun weerslag krijgen op het scholingsaanbod
van een centrale scholingsplek in Hengelo. Onderstaande citaat geeft deze mening
duidelijk weer.
“Ik zou de behoefte die uit dit onderzoek naar voren komt zeker een plek geven binnen het geheel. Je moet er in ieder geval voor zorgen dat de gebieden
van scholing die in het onderzoek als belangrijk naar voren zijn gekomen een
plaats krijgen in een centrale scholingsplek. Het is ook belangrijk dat in de catalogus wordt aangegeven dat deze scholing beschik-baar is, zodat de vrijwilligers en mantelzorgers weten waar zij voor scholing moeten zijn.”
Eén van de deelnemers gaf aan dat het ook van belang is dat vrijwilligersorganisaties het gevoel hebben dat er voor hen wat te halen is.
“De vrijwilligersorganisaties moeten het gevoel hebben dat er iets te halen is:
Whats in it for me? Het moet duidelijk zijn wat scholing en kennisdeling hen
gaat opleveren.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
85
Stelling 7:
Niet alle scholing is geschikt om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek in
Hengelo te ontwikkelen en aan te bieden.
Alle deelnemers zijn van mening dat de meeste scholing wel gezamenlijk vanuit
een centrale scholingsplek aangeboden kan worden. Maar enkele ‘specialistische’
scholing zou hier minder geschikt voor zijn. Onderstaand citaat illustreert dit.
“Niet alle trainingen kunnen gedeeld worden met andere organisaties en samen aangeboden worden vanuit een centrale scholingsplek. Sommige specialistische scholing is namelijk niet voor een brede doelgroep geschikt. Vaak
gaat het hier ook om interne (beroeps)opleidingen.”
7.5 Financiering van een centrale scholingsplek
Bij het vijfde discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd
die gaan over de bekostiging van een centrale scholingsplek in Hengelo, en in
hoeverre een eigen bijdrage van vrijwilligers en mantelzorgers daarbij mogelijk is.
Stelling 8:
Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken (te kunnen financieren) is een eigen bijdrage voor scholing van vrijwilligers en mantelzorgers nodig.
Eén deelnemer is het met de stelling eens.
“Ik vind het relevant. Je kunt zeker aan mensen vragen om voor elke cursus
een kleine eigen bijdrage te betalen (maximaal 10 euro per bijeenkomst, cursus, training, etc.). Relevant is ook om te kijken welke scholing vrijwilligers
nodig hebben om hun werk goed uit te kunnen voeren. Je kunt vrijwilligers
hier best een eigen bijdrage voor laten betalen. Er moet een onderscheid gemaakt worden voor scholing die expliciet van belang is voor het vrijwilligerswerk en scholing die meer gericht is op de persoonlijke ontwikkeling van de
vrijwilliger. In de tweede situatie is een eigen bijdrage mogelijk.”
Twee deelnemers vinden het niet kunnen om een eigen bijdrage voor scholing te
vragen aan vrijwilligers en mantelzorgers. De ontwikkeling en het aanbieden van
scholing zou betaald moeten worden door de vrijwilligersorganisaties en/of de gemeente. Zij zeiden hierover het volgende:
“Mijn voorstel zou zijn dat de organisatie waar de vrijwilliger werkt de eigen
bijdrage betaald.”
“Ik zou de vraag willen herformuleren. Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken is er een substantiële bijdrage van de gemeente nodig. Het zijn hun mensen, hun vrijwilligers. Het is hun gemeente en hun belang. Ik zou nooit aan onze vrijwilligers een eigen bijdrage voor scholing vragen. Geen denken aan. Een eigen bijdrage is voor mij ten alle tijden helemaal
uitgesloten. De gemeente zou een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en
mantelzorgers moeten bekostigen. Tenzij de organisatie het zelf van belang
vind. Dat is dan de keuze die elke organisatie maakt.”
Stelling 9:
Vrijwilligersorganisaties moeten naar ratio bijdragen aan de financiering van het
gezamenlijke scholingsaanbod. Organisaties met meer financiële middelen (scholingsbudget) zullen ook meer moeten betalen.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
86
Op basis van het solidariteitsbeginsel is er wel wat te voelen voor het betalen naar
draagkracht, maar de organisaties gaan er eigenlijk vanuit dat zij zelf niet gaan
meebetalen aan een centrale scholingsplek. Eén deelnemer verwoordde het als
volgt:
“Ik ga er niet vanuit dat wij als organisaties gaan meebetalen aan een centrale
scholingsplek. Deze moet namelijk van ons allemaal zijn. Dit is vooral een rol
voor de gemeente.’
Alle deelnemers zijn van mening dat wanneer zij de krachten bundelen scholing
goedkoper ontwikkeld en/of ingekocht kan worden. Onderstaand citaat geeft deze
mening duidelijk weer.
“Indien je een organisatie bent die belang hecht aan het trainen en opleiden
van vrijwilligers, dan geef je daar geld aan uit en heb je daar budgetten voor.
Het inkopen van scholing kan wellicht veel goedkoper als wij dat samen met
een andere organisatie gaan doen.”
7.5 Ten slotte
Aan het eind van de focusgroep zijn aan de deelnemers nog een drietal afsluitende
vragen gesteld en is de behoefte aan vervolgonderzoek geïnventariseerd.
Vraag 1:
Wat is volgens u belangrijk als organisaties gezamenlijk scholing voor vrijwilligers
en mantelzorgers gaan ontwikkelen en aanbieden vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo?
Het is volgens de organisaties (in eerste instantie) van belang dat de verschillende
partijen bij elkaar gebracht worden, verschillende sectoren met elkaar in contact
komen. Hierdoor zou het dan ook beter mogelijk worden om gezamenlijk op te
trekken bij het aanbieden van scholing en onderling kennis uit te wisselen. Eén
deelnemer zei hierover het volgende:
“Wij hebben jongerenwerkers in dienst en wij vinden dat sport en beweging,
een gezond leven belangrijk is. Dat zijn medewerkers die goed zijn in het contact maken met jongeren, maar minder kennis hebben van sport of gezondheid. Maar die kennis is er binnen de sportvereniging wel. Daar zijn deskundigen op dit gebied die hiervoor zijn opgeleid en getraind. Als je dat met elkaar
verbindt, dan kunnen de jongerenwerkers iets betekenen voor de voetbalvereniging en omgekeerd.”
Vraag 2:
Denkt u dat een centrale scholingsplek zorgt voor een toename van scholing van
vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Waarom wel of niet?
Alle deelnemers zijn van mening dat het aannemelijk is dat meer vrijwilligers en
mantelzorgers meer scholing zullen gaan volgen als deze vanuit een centrale
scholingsplek aangeboden wordt. Wel is hierbij het aanbod van scholing bepalend,
dus in hoeverre het aanbod voldoet aan de wensen en behoeften van de vrijwilligers en mantelzorgers. Onderstaande citaten illustreren dit.
“Ik denk dat een centrale scholingsplek leidt tot een toename van het gebruik
van scholing onder vrijwilligers en mantelzorgers.”
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
87
“Ja, maar dat is wel afhankelijk van het scholingsaanbod. Er moet niet zomaar
wat aangeboden worden, met het idee dat er dan wel meer vrijwilligers gebruik van gaan maken.”
Vraag 3:
Wie moet het voortouw nemen bij het opzetten van een centrale scholingsplek in
Hengelo?
Volgens de deelnemers is het logisch dat Wijkracht het voortouw neemt bij het
opzetten van een centrale scholingsplek in Hengelo. Als het gaat om scholing voor
vrijwilligers zou met name een beroep gedaan kunnen worden op de expertise van
het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. En voor de scholing van mantelzorgers
is de Stichting Informele Zorg Twente een eerste aanspreekpunt.
“Wij zijn nu ook verantwoordelijk om het vrijwilligerswerk voor een deel in
Hengelo te organiseren. Dus ik vind dat het dan ook bij ons kan liggen. Ja, dat
hoort dan bij het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo thuis. Daar zijn mensen met deskundigheid om een denktank in welke vorm dan ook op te zetten
en te organiseren.”
Vervolgonderzoek
De deelnemers vinden het belangrijk dat de resultaten van het onderzoek gedeeld
worden en als vertrekpunt genomen worden voor een verdere discussie over hoe
organisaties in Hengelo gezamenlijk scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers
kunnen ontwikkelen en aanbieden. Onderstaande citaten illustreren dit.
“Het belangrijkste wat het onderzoek heeft aangetoond is dat wij de verbinding in Hengelo tussen verschillende organisaties missen. Het gaat om elkaar
vinden en kennis over en weer uitwisselen. Ik vind het van belang dat wat uit
het onderzoek naar voren komt gedeeld wordt. Dat zijn wij ook verplicht aan
alle vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties die hebben deelgenomen aan
het onderzoek. De bevindingen van dit onderzoek zouden als vertrekpunt
kunnen dienen voor een verdere discussie over hoe wij gezamenlijk scholing
kunnen gaan ontwikkelen en aanbieden.”
“Dit onderzoek legitimeert een denktank. Daar gaat het in feite om. In deze
denktank gaan wij gericht op zoek naar hoe wij in contact kunnen komen met
verschillende organisaties. Ik pleit voor een denktank waarbij niet zozeer over
de opzet van de scholingsplek wordt gesproken, maar meer over hoe komen
wij met elkaar in contact en kunnen wij van elkaar leren. Onze gemeenschappelijke noemer zijn de vrijwilligers. Het is breder dan scholing, het gaat om
kennisdeling. Wat kunnen wij gezamenlijk als organisaties onze vrijwilligers
bieden? Het gaat niet zozeer om het verbreden van de kennis, maar om het
delen van de kennis. Zodat deze op de goede plek komt.”
“Uit de enquête komt naar voren dat vrijwilligers en mantelzorgers behoefte
hebben aan scholing. Dus in feite is dat al een aanleiding om als organisaties
bijl elkaar te komen. Om het goed op te zetten en een basis te vormen.”
Dit onderzoek zou volgens de deelnemers gezien kunnen worden als een eerste
inventarisatie (0-meting). Naar verloop van tijd zou een nieuw behoefte onderzoek
gedaan kunnen worden. Op deze wijze blijft er een actueel beeld van de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
8
88
Conclusies en aanbevelingen
De voorgaande hoofdstukken betroffen een empirisch onderzoek, in de vorm van
een enquête en een focusgroep, naar de wensen en behoeften van vrijwilligers,
mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader van de ontwikkeling van een
centrale scholingsplek in Hengelo.
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies van de enquête en focusgroep
gepresenteerd. Op basis hiervan worden aanbevelingen aan Wijkracht gedaan om
een centrale scholingsplek in Hengelo te ontwikkelen, in lijn met de wensen en
behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
8.1 Conclusies
In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek besproken.
Dit gebeurt aan de hand van het beantwoorden van de onderzoeksvragen.
Onderzoeksvraag 1:
In hoeverre en op welk gebied hebben vrijwilligers en mantelzorgers in
Hengelo al scholing gevolgd voor hun vrijwilligerswerk of mantelzorg?
Ervaring met scholing
Iets meer dan de helft van de vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen
heeft al ervaring met scholing. Daarentegen heeft drie kwart van de mantelzorgers
die de enquête hebben beantwoord nog geen ervaring met scholing.
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
34,9%
Ja
47%
53%
Ja
Nee
Nee
65,1%
Gebied waarop scholing is gevolgd
De aan de enquête deelgenomen vrijwilligers en mantelzorgers hebben al vaak
scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’
(bijvoorbeeld conflicten, agressie, rouw en verlies).
Op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals senioren, gehandicapten, allochtonen etc.) is door de vrijwilligers het vaakst scholing gevolgd. Ook
op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach)
is door vrijwilligers vaak scholing gevolgd.
Mantelzorgers hebben het vaakst scholing gevolgd op het gebied van ‘Mantelzorg
en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen aangeven, etc.). Daarnaast is
vaak door deze groep deelnemers scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan
met een bepaalde ziekte of aandoening’.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
89
Gebieden waarop door vrijwilligers scholing is gevolgd in aantallen (n=91)
Omgaan met specifieke doelgroepen
36
Sport en cultuur
21
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
19
Computer, internet, sociale media
17
PR en communicatie
12
Bestuur en management
11
Zorg/welzijn/gezondheid
10
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
8
Werken met vrijwilligers
8
Wijken en buurten
8
Administratie en boekhouden
Persoonlijke vorming
4
3
Anders
12
Gebieden waarop door mantelzorgers scholing is gevolgd in aantallen (n=22)
Mantelzorg en zorg voor mijzelf
13
Omgaan met ziekte of aandoening
11
Begeleiden van iemand met beperking
6
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
6
Gezondheid, arbo en veiligheid
2
Verpleegkundige handelingen
1
Administratieve handelingen
1
Wet- en regelgeving in de zorg
1
Anders
4
Onderzoeksvraag 2:
Hoe tevreden zijn vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo in het algemeen over scholing die zij reeds hebben gevolgd?
Tevredenheid over scholing die is gevolgd
Alle mantelzorgers en een grote meerderheid van vrijwilligers zijn tevreden over
scholing die zij hebben gevolgd. Het aandeel wat geantwoord heeft met ‘zeer tevreden’ is bij de groep vrijwilligers ongeveer goed voor een vijfde van de deelnemers en bij de mantelzorgers voor ongeveer een derde van de deelnemers.
In hoeverre tevreden over scholing die is gevolgd
27
Scholingstype
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
(Zeer) tevreden
91,2%
100%
Tevreden nog ontevreden
7,7%
0%
(Zeer) ontevreden
1,1%
0%
27
6-puntsschaal: Zeer tevreden, Tevreden, Tevreden nog ontevreden, Ontevreden, Zeer ontevreden, Weet niet.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
90
Waarom tevreden over scholing die is gevolgd? 28
Vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen zijn vooral tevreden over
scholing die zij hebben gevolgd, omdat zij hierdoor nieuwe kennis en inzichten
zouden hebben verkregen. Daarnaast is voor deze groep deelnemers met name
bepalend voor de tevredenheid over scholing de wijze waarop bijvoorbeeld een
cursus of training is georganiseerd.
Waarom vrijwilligers tevreden zijn over scholing die is gevolgd
Door scholing heb ik als vrijwilliger nieuwe kennis en inzichten verkregen
19 keer genoemd
Scholing was van een goede kwaliteit, goed georganiseerd
12 keer genoemd
Scholing sluit goed aan bij de praktijk
10 keer genoemd
Door scholing kan ik het vrijwilligerswerk beter uitvoeren
5 keer genoemd
Door scholing kom ik in contact met andere vrijwilligers/lotgenoten
4 keer genoemd
Ook mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen zijn vooral tevreden
over scholing die zij hebben gevolgd, omdat zij hierdoor nieuwe kennis en inzichten
zouden hebben verkregen. Daarnaast zijn mantelzorgers met name tevreden over
gevolgde scholing doordat zij hierdoor een goede balans zouden hebben gekregen
tussen mantelzorg en zorg voor zichzelf.
Waarom mantelzorgers tevreden zijn over scholing die is gevolgd
Door scholing heb ik als vrijwilliger nieuwe kennis en inzichten verkregen
7 keer genoemd
Scholing heeft gezorgd voor een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf
7 keer genoemd
Door scholing ben ik in contact gekomen met lotgenoten
3 keer genoemd
Scholing was goed georganiseerd
1 keer genoemd
Waarom niet tevreden over scholing die is gevolgd?
Slechts vijf deelnemers van de groep vrijwilligers en één deelnemer van de groep
mantelzorgers hebben een nadere toelichting gegeven waarom zijn niet tevreden
zijn over scholing die gevolgd is in het kader van hun vrijwilligerswerk of mantelzorg. De redenen waarom men niet tevreden is over scholing lopen uiteen van een
slechte kwaliteit van de lesstof tot een geringe opbrengst van scholing.
Onderzoeksvraag 3:
Welke (algemene en specifieke) scholingsvragen zijn er momenteel bij
vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Van welke scholing zouden zij
nog gebruik willen maken?
In hoeverre nog behoefte is aan scholing
Ondanks dat aan de enquête deelnemende vrijwilligers al vaker scholing hebben
gevolgd dan deelnemende mantelzorgers, hebben zij momenteel ook nog meer
behoefte aan scholing. Bij de groep vrijwilligers heeft bijna 60% van de deelnemers
nog behoefte aan scholing. Bij de groep mantelzorgers gaat het om ongeveer 45%
van de deelnemers.
28
In een open vraag is aan de deelnemers gevraagd of zij zouden kunnen toelichten waarom zij wel of niet tevreden
zijn over scholing die zij hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk of mantelzorg. Niet alle deelnemers
hebben dit gedaan. Bij de vrijwilligers hebben 50 deelnemers een nadere toelichting gegeven waarom zij tevreden zijn
over gevolgde scholing en bij de mantelzorgers gaat het om 12 deelnemers.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Huidige behoefte aan scholing
91
29
Scholingstype
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
Enige tot zeer veel behoefte
59,7%
46,0%
Weinig tot geen behoefte
34,0%
47,6%
Weet niet/geen mening
6,3%
6,4%
Gebieden waarop nog behoefte is aan scholing
Vrijwilligers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing (n=118)
zouden vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Omgaan met specifieke
doelgroepen’ (bijvoorbeeld omgaan met senioren, jongeren of gehandicapten) en
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief
gedrag of conflicten). Dit zijn ook de gebieden waarop veel deelnemers al eerder
scholing hebben gevolgd.
Ook op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ is bij de deelnemende vrijwilligers
nog veel behoefte aan scholing. Dit is een gebied waarop de deelnemers in het
verleden nog niet vaak scholing hebben gevolgd voor hun vrijwilligerswerk.
Huidige behoefte aan scholing van vrijwilligers naar gebied in aantallen (n=118)
Omgaan met specifieke doelgroepen
117
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
111
Persoonlijke vorming
86
Zorg/welzijn/gezondheid
59
Werken met vrijwilligers
55
Sport en cultuur
53
PR en communicatie
46
Computer, internet, sociale media
33
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
26
Administratie en boekhouden
24
Bestuur en management
22
Wijken en buurten
Anders
14
9
De deelnemende mantelzorgers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben
aan scholing (33 personen) zouden vooral scholing willen volgen op het gebied van
‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals de AWBZ en WMO). Dit is een gebied
waarop slechts één deelnemer in het verleden al eens scholing heeft gevolgd.
Wellicht dat recente wetwijzigingen (bijvoorbeeld in het kader van de zorg en drie
decentralisaties in het sociale domein) hebben bijgedragen aan meer behoefte aan
scholing op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg.’ Ook op het gebied van
‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zorg de
baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, etc.) hebben de deelnemende
mantelzorgers nog veel behoefte aan scholing. Dit is ook een gebied waarop veel
deelnemers al eens eerder scholing hebben gevolgd.
29
6-puntsschaal: Zeer veel behoefte, Veel behoefte, Enige behoefte, Weinig behoefte, Geen behoefte, Geen mening.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
92
Huidige behoefte aan scholing van mantelzorgers naar gebied in aantallen (n=33)
Wet- en regelgeving in de zorg
43
Mantelzorg en zorg voor mijzelf
28
Omgaan met ziekte of aandoening
25
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
16
Gezondheid, arbo en veiligheid
15
Begeleiden van iemand met beperking
12
Administratieve handelingen
Verpleegkundige handelingen
Anders
4
1
4
Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is
Hieronder is per rubriek aangegeven aan welke scholing vrijwilligers die aan de
enquête hebben deelgenomen de meeste behoefte hebben. Het gaat om de twee
scholingsmogelijkheden die door hen per rubriek het vaakst genoemd zijn. 30
Scholingsmogelijkheden waar vrijwilligers het meeste behoefte aan hebben (n=118)
Rubriek van scholing
Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is
Omgaan met specifieke doelgroepen
Omgaan met kinderen
Omgaan met mensen met een psychische beperking
Sport en cultuur
Opleiding voor trainer/coach
Respect en sportiviteit
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
Omgaan met conflicten
Omgaan met agressief gedrag
Computer, internet, sociale media
Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office,
e-mail, internet)
PR en communicatie
Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.)
Communicatie
Bestuur en management
Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren)
Samenwerken met andere organisaties, instellingen, etc.
Zorg/welzijn/gezondheid
EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken)
Reanimatie en AED-gebruik
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
Fondsenwerving
Sponsoring
Werken met vrijwilligers
Werken met en begeleiden van vrijwilligers
Coördineren vrijwilligerswerk
Wijken en buurten
(Jongeren) buurtbemiddeling
Bewoners- en commissiezaken
Administratie en boekhouden
Boekhouden
Financieel Management en schuldhulpverlening
Persoonlijke vorming
Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren)
Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf)
30
In bijlage 7 is te zien welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers allemaal deel uitmaken van de verschillende
rubrieken van scholing.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
93
Hieronder is per rubriek aangegeven aan welke twee scholingsmogelijkheden de
deelnemende mantelzorgers de meeste behoefte hebben (vaakst genoemd).31
Scholingsmogelijkheden waar mantelzorgers het meeste behoefte aan hebben (n=33)
Rubriek van scholing
Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is
Belangrijke wet- en regelgeving in de
zorg
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
Een goede balans tussen mantelzorg
en zorg voor mijzelf
Zorg de baas (balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf)
Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte
of aandoening
Omgaan met dementie
Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel
Omgaan met stress
Gezondheid, arbo en veiligheid
Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.)
Wettelijke regelingen voor mantelzorgers
Grenzen aangeven
Omgaan met een beroerte en hartfalen
Omgaan met rouw en verlies
Communicatie
Hoe begeleidt ik iemand met een
lichamelijke en/of geestelijke beperking
Begeleiden van mensen met een psychische beperking
Hoe verricht ik ondersteunende en
administratieve handelingen
Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met een
zorgverzekering, etc.)
Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen
Niet genoemd
Begeleiden van jongeren met een beperking
Onderzoeksvraag 4:
Wat zijn belangrijke motieven voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo om scholing te volgen?
Redenen waarom scholing is gevolgd
De belangrijkste reden waarom de deelnemende vrijwilligers scholing hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen. Slechts een beperkt aantal keer zou de
organisatie waar de deelnemers vrijwilligerswerk verrichten scholing nodig hebben
gevonden.
Redenen waarom vrijwilligers scholing hebben gevolgd in aantallen (n=91)
Scholing werd aangeboden
53
Organisatie vond scholing nuttig
44
Wilde zelf graag scholing volgen
43
Organisatie vond scholing nodig
Anders
9
4
Vervolgens is bij de deelnemende mantelzorgers de belangrijkste reden waarom zij
scholing hebben gevolgd dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen.
31
In bijlage 8 is te zien welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers allemaal deel uitmaken van de verschillende
rubrieken van scholing.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
94
Redenen waarom mantelzorgers scholing hebben gevolgd in aantallen (n=22) 32
Aangeboden door belangenorganisatie
15
Wilde zelf graag scholing volgen
15
Anders
2
Onderzoeksvraag 5:
Welk type, tijdsduur, frequentie en dagdeel van scholing heeft over het
algemeen de meeste voorkeur van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo?
Scholingstype dat de voorkeur geniet
Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers is een training en/of cursus het scholingstype dat de meeste voorkeur geniet van de deelnemers.
Scholingstype
Vrijwilligers (n=118)
Mantelzorgers (n=33)
Cursus
29,7%
18,2%
Training
31,4%
30,3%
Workshop
19,5%
9,1%
Lezing
3,4%
6,1%
Intervisie
3,4%
0%
Thema- of informatiebijeenkomst
7,6%
15,2%
E-learning
4,2%
6,1%
Anders
0,8%
15,0%
Duur van scholing dat de voorkeur geniet
Een ruime meerderheid van vrijwilligers en mantelzorgers geeft aan dat scholing
gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste groep deelnemers
bij beide groepen geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt.
Scholingstype
Vrijwilligers (n=118)
Mantelzorgers (n=33)
Minder dan een uur
1,7%
0%
1 tot 2 uur
31,4%
36,4%
2 tot 3 uur
14,4%
18,2%
Dagdeel (ochtend, middag of avond)
45,8%
36,4%
Weet niet/geen mening
6,7%
9,0%
Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet
Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers geeft een ruime meerderheid er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep vrijwilligers zou bij voorkeur één keer per kwartaal scholing volgen en de grootste groep
mantelzorgers bij voorkeur één keer per maand.
32
De volgende rubrieken zijn door de deelnemers niet genoemd, en daarom niet in de figuur vermeld: a) De scholing
werd belangrijk gevonden door de hulpbehoefende zelf, b) Familie, vrienden en kennissen van de hulpbehoefende
vonden scholing belangrijk, c) De organisatie waar de hulpbehoefende wordt verzorgd vond scholing belangrijk.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
95
Scholingstype
Vrijwilligers (n=118)
Mantelzorgers (n=33)
1 keer per jaar
12,7%
9,1%
1 keer per kwartaal
32,2%
24,3%
1 keer per maand
23,7%
39,4%
1 keer per week
26,3
18,2%
Meerdere keren per week
0%
0%
5,1%
9,1%
Weet niet/geen mening
Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet
Een ruime meerderheid van vrijwilligers (67,8%) en mantelzorgers (63,7%) geeft
aan ‘slechts’ een beperkt deel van de dag (hetzij ochtend, middag of avond) aan
scholing te willen besteden. Bij de groep vrijwilligers geniet de avond de voorkeur
voor scholing en bij de groep mantelzorgers de ochtend.
Scholingstype
Vrijwilligers (n=118)
Mantelzorgers (n=33)
Ochtend
28,8%
27,3%
Middag
9,3%
18,2%
Avond
29,7%
18,2%
Ochtend en middag
11,8%
9,1%
Middag en avond
10,2%
12,1%
Weet niet/geen mening
10,2%
15,1%
Onderzoeksvraag 6:
Welk scholingsaanbod wordt momenteel door vrijwilligersorganisaties in
Hengelo aangeboden aan (hun) vrijwilligers? Gaat het hier vooral om interne scholing of externe scholing?
In hoeverre organisaties scholing aanbieden
Een ruime meerderheid van organisaties die aan de enquête hebben deelgenomen
biedt aan (hun) vrijwilligers de mogelijkheid van scholing.
Of scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=36)
36%
Ja
Nee
64%
Een kleine groep organisaties biedt meerdere keren per jaar de mogelijkheid van
scholing aan hun vrijwilligers. De grootste groep van de organisaties biedt deze
mogelijkheid slechts een aantal keer per jaar en een kwart van de organisaties niet
jaarlijks, maar om de zoveel jaar.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
96
Frequentie van aanbieden van scholing aan vrijwilligers per jaar (n=23)
Onbeperkt
Meerdere keren per jaar
17,4%
Slechts een aantal keer per jaar
47,8%
Niet jaarlijks, om de zoveel jaar
Weet niet/geen mening
26,1%
8,7%
Gebied waarop scholing wordt aangeboden
Het scholingsaanbod van deelnemende organisaties heeft vooral betrekking op het
gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals ouderen en gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals agressie of conflicten). Dit zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers behoefte hebben aan scholing.
Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg, welzijn en gezondheid’
wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is door veel
van de vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête juist aangegeven op
deze gebieden nog behoefte te hebben aan scholing.
Gebied waarop scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=23)
Omgaan met specifieke doelgroepen
15
Omgaan met specifieke situatie/gevoel
7
Werken met vrijwilligers
7
Administratie en boekhouden
5
Bestuur en management
5
Computer, internet, sociale media
4
Sport en cultuur
4
Wijken en buurten
4
PR en communicatie
3
Zorg/welzijn/gezondheid
3
Fondsenwerving, sponsoring, subsidies
Persoonlijke vorming
Anders
2
1
6
Voorkeur wijze van aanbieden van scholing: intern en/of extern
De grootste groep van de organisaties geeft bij voorkeur hun vrijwilligers externe
scholing. Daarnaast verzorgt ongeveer een derde van de organisaties scholing bij
voorkeur intern en een even groot aantal organisaties zowel intern als extern.
Voorkeur wijze van scholing aan vrijwilligers (n=23)
Via interne scholing
Via externe scholing
Zowel interne als externe scholing
30,4%
39,2%
30,4%
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
97
Tevredenheid over externe scholing
Een grote meerderheid van de organisaties is in het algemeen (zeer) tevreden over
scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd.
Tevredenheid over externe scholing (n=23)
Zeer tevreden
17,4%
Tevreden
47,8%
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
4,3%
Zeer ontevreden
Geen externe scholing
13,1%
Weet niet/geen mening
17,4%
In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert
Bijna alle organisaties zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve
bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun organisatie. Geen van
de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is.
In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert (n=23)
Ik weet zeker van wel
60,9%
Ik denk van wel
34,8%
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
4,3%
In hoeverre organisaties het scholingsaanbod nog gaan uitbreiden
Aan de organisaties is ook gevraagd of zij hun huidige scholingsaanbod voor hun
vrijwilligers nog willen uitbreiden. Slechts een kleine groep heeft aangegeven dit te
gaan doen. De meerderheid van de organisaties gaat het scholingsaanbod niet
uitbreiden. Enerzijds is er een groep die de scholing wel zou willen uitbreiden,
maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod.
Of het scholingsaanbod voor vrijwilligers nog wordt uitgebreid (n=23)
Ja, dit gaan wij ook doen
8,7%
Ja, maar wij kunnen dit niet
39,1%
Nee, geen noodzaak hiertoe
39,1%
Weet niet/geen mening
13,1%
Onderzoeksvraag 7:
Waarom wordt door vrijwilligersorganisaties in Hengelo aan (hun) vrijwilligers scholing aangeboden? En op welke wijze wordt scholing door hen
gestimuleerd?
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
98
Waarom organisaties scholing aanbieden
De belangrijkste reden waarom deelnemende organisaties scholing aanbieden is
dat door scholing vrijwilligers meer voldoening halen uit hun werk. Daarnaast is
een belangrijke reden om scholing aan te bieden dat vrijwilligers daardoor gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten voor de organisatie en tevens de
kwaliteit van hun werk zal toenemen.
Factoren die een rol spelen bij het aanbieden van scholing (n=23)
Vrijwilligers krijgen andere taken
52,7%
Vrijwilligers moeten kennis en vaardigheden leren
28,7%
66,7%
72,5%
Door scholing halen vrijwilligers meer voldoening uit werk
74,3%
Door scholing worden vrijwilligers gemotiveerd
73,7%
Door scholing binden vrijwilligers zich aan organisatie
Neutraal
60,2%
(Helemaal) mee oneens
7,1%
18,7% 4,1%
Door scholing neemt de kwaliteit werkzaamheden toe
(Helemaal) mee eens
33
12,3% 3,5%
12,9% 4,7%
11,7% 3,5%
18,1% 10,1%
Weet niet/geen mening
Slechts een derde van de deelnemende organisaties heeft aangegeven scholing
aan te bieden aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker
zou worden bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook geeft slechts een derde
van de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen omdat zij iets bij
willen leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke
ontwikkeling). Ten slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers omdat voor sommige activiteiten een wettelijke
verplichting bestaat om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van
alcohol mag alleen gebeuren door gekwalificeerd personeel).
Op welke wijze scholing door organisaties wordt gestimuleerd
Scholing van vrijwilligers wordt door de organisaties met name gestimuleerd door
informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) en
door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten.
Wijze waarop scholing door de organisaties wordt gestimuleerd (n=23)
Door informatie te geven over scholing
12
Postitieve aspecten voor vrijwilligers promoten
10
Door informatie over scholing beschikbaar te stellen
9
Vrijwilligers betrekken bij keuze scholingsactiviteiten
8
Door deelname aan scholing te verplichten
8
Vrijwilligers met scholingservaring te laten vertellen
5
Scholing in functioneringsgesprekken meenemen
3
Nadelige effecten (kosten) van scholing compenseren
Anders
33
2
1
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
99
Onderzoeksvraag 8:
Wat is
de mening van vrijwilligers,
mantelzorgers
en vrijwilligers-
organisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo? In hoeverre vinden zij dit wenselijk c.q. een positieve ontwikkeling?
In hoeverre een centrale scholingsplek wenselijk is
Van vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen vindt
een (ruime) meerderheid van de deelnemers het wenselijk dat zij voor scholing
terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Slechts een klein aantal
deelnemers van beide groepen vindt dit geen wenselijke ontwikkeling.
Of de deelnemende organisaties het wenselijk vinden dat (hun) vrijwilligers voor
scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek, komt geen eenduidig beeld
naar voren. 14 organisaties vinden dit wenselijk, 13 organisaties hebben neutraal
geantwoord en 9 organisaties weten het niet of hebben hier geen mening over.
In hoeverre een centrale scholingsplek wenselijk is
34
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
Organisaties (n=36)
(Zeer) wenselijk
68,4%
60,3%
38,9%
Niet wenselijk/niet onwenselijk
19,3%
17,5%
36,1%
(Zeer) onwenselijk
3,6%
1,6%
0%
Weet niet/geen mening
8,7%
20,6%
25,0%
In hoeverre een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen
Van de groep deelnemende vrijwilligers is een kleine meerderheid van mening dat
een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te verzorgen dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. Overigens heeft iets meer
dan een derde van de deelnemers geantwoord met weet niet/geen mening.
Bij de deelnemende mantelzorgers is de groep die denkt dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing aan te bieden groter dan de groep die denkt
dat dit niet het geval is. Bij de mantelzorgers heeft overigens de grootste groep
geantwoord met weet niet/geen mening.
Of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden komt
bij de deelnemende organisaties wederom geen eenduidig beeld naar voren. Van
hen zijn er 13 van mening dat dit het geval is. Een even groot aantal denkt juist dat
een centrale scholingsplek geen verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit niet te weten of hier geen mening over te hebben.
In hoeverre een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen
35
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
Organisaties (n=36)
Ik denk (zeker) van wel
50,9%
38,1%
36,1%
Ik denk (zeker) van niet
15,8%
12,7%
36,1%
Weet niet/geen mening
33,3%
49,2%
27,8%
34
35
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet.
6-puntsschaal: Ik weet zeker van wel, Ik denk van Wel, Ik denk van niet, Ik weet zeker van niet, Weet niet.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
100
Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een scholingsplek volgens hen wel of
niet beter scholing kan ontwikkelen. In totaal hebben 77 vrijwilligers (45,0%), 19
mantelzorgers (30,2%) en 15 organisaties (41,7%) een nadere toelichting gegeven.
Waarom een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen
Het delen van kennis en ervaring is volgens de deelnemers de belangrijkste reden
waarom een centrale scholingsplek beter scholing zou kunnen verzorgen dan een
individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut.
Waarom een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden
Argumentatie
Aantal keer genoemd
Kennis en ervaring kunnen gedeeld worden
31*
Samen aanbieden van scholing zorgt voor een betere kwaliteit van scholing
13*
Samen aanbieden van scholing zorgt voor een breder aanbod van scholing
10**
Meer duidelijkheid waar vrijwilligers en mantelzorgers moeten zijn voor scholing
9*
Er kan meer maatwerk geleverd worden
7***
Scholing kan goedkoper aangeboden worden
7***
* Alleen genoemd door vrijwilligers en mantelzorgers, ** Alleen genoemd door vrijwilligers en organisaties, *** Alleen genoemd
door vrijwilligers.
Waarom een centrale scholingsplek geen scholing moet verzorgen
De belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing zou
kunnen verzorgen is volgens de deelnemers dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen.
Waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing kan aanbieden
Argumentatie
Aantal keer genoemd
Scholingsaanbod is te algemeen en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen
19
Organisatie van scholing is te groot en onpersoonlijk
10*
Gebrek aan specialistische kennis
10**
Onbekend maakt onbemind (ik weet wat ik nu heb)
4*
* Alleen genoemd door vrijwilligers en mantelzorgers , ** Alleen genoemd door vrijwilligers en organisaties.
Mening over verschillende aspecten van samen scholing aanbieden
Aan de deelnemers zijn een aantal stellingen voorgelegd die gaan over het samen
aanbieden van scholing vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo.36
Een (ruime) meerderheid van vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête
hebben deelgenomen is het met de meeste stellingen eens. Volgens deze deelnemers zou het samen aanbieden van scholing er voor zorgen dat de kwaliteit van
scholing beter wordt, het scholingsaanbod groter, diverser en goedkoper wordt,
meer vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen, en het ook duidelijker
is waar zij moeten zijn voor scholing.
Daarentegen is slechts een minderheid van vrijwilligers en mantelzorgers (en overigens ook van de deelnemende organisaties) van mening dat door het samen
aanbieden van scholing het rendement van scholing groter wordt en zij eerder
geneigd zouden zijn om scholing te volgen.
36
6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
101
De deelnemende organisaties zijn het met de meeste stellingen niet eens. Wel zijn
zij net als vrijwilligers en mantelzorgers van mening dat het samen aanbieden van
scholing er voor zorgt dat het aanbod van scholing groter, diverser en goedkoper
wordt.
Hieronder is te zien welk percentage van deelnemende vrijwilligers, mantelzorgers
en organisaties het met elk van de stellingen eens is.
Als organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing aanbieden, dan…
Stellingen
Vrijwilligers
(n=171)
Mantelzorgers
(n=63)
Organisaties
(n=36)
Wordt de kwaliteit van scholing beter
52,7%
50,8%
44,5%
Wordt het aanbod van scholing groter
66,7%
58,7%
58,3%
Wordt het aanbod van scholing diverser
72,5%
60,3%
66,6%
Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen
74,3%
58,7%
47,3%
Kan scholing goedkoper worden
73,7%
60,3%
69,5%
Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn
60,2%
66,7%
47,3%
Wordt het rendement van scholing groter
45,1%
49,2%
38,9%
Zal ik eerder scholing volgen
39,7%
46,1%
38,9%
Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing
Een centrale scholingsplek is weliswaar vaak genoemd, maar is zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers niet de eerste keuze als het gaat om de organisatie waar
de deelnemers zich het liefst aanmelden voor scholing. Bij vrijwilligers is dit de
organisatie waar zij het vrijwilligerswerk (voor) doen en bij mantelzorgers de Stichting Informele Zorg Twente.
Voorkeur organisatie aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
Organisatie van het vrijwilligerswerk
35,7%
Stichting Informele Zorg Twente
30,2%
Centrale scholingsplek
15,8%
Organisatie die scholing aanbiedt
17,5%
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
15,8%
Centrale scholingsplek
9,5%
Organisatie die scholing aanbiedt
11,1%
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
7,9%
De gemeente
3,5%
Organisatie waar u mantelzorger bent
6,3%
Stichting Informele Zorg Twente
2,9%
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
4,8%
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
2,3%
De gemeente
3,2%
Carintreggeland
2,3%
Carintreggeland
0%
SCALA welzijn
2,3%
SCALA welzijn
0%
Anders
8,3%
Anders
20,6%
Aan de organisaties is ook gevraagd bij wie zij het liefst willen dat hun vrijwilligers
zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek. De grootste groep
(38,9%) geeft er de voorkeur aan dat dit de eigen organisatie is. Vervolgens gaat
de voorkeur uit naar een centrale scholingsplek zelf (22,2%) of het Servicepunt
Vrijwilligerswerk Hengelo (22,5%).
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
102
Voorkeur wijze van aanmelden voor scholing
Zowel vrijwilligers als mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen
melden zich het liefst digitaal aan voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij
de groep vrijwilligers gaat de voorkeur uit naar een website/digitaal aanmeldingsformulier. Mantelzorgers melden zich het liefst via e-mail aan voor scholing.
Voorkeur wijze van aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
Website/digitaal aanmeldingsformulier
40,4%
E-mail
36,5%
E-mail
29,8%
Website/digitaal aanmeldingsformulier
22,2%
Mondeling (face to face)/balie
15,2%
Mondeling (face to face)/balie
11,1%
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
3,5%
Telefonisch
9,5%
Telefonisch
2,3%
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
3,2%
Weet niet/geen mening
8,8%
Weet niet/geen mening
17,5%
Bereidheid voor het betalen van een eigen bijdrage voor scholing
Mantelzorgers zijn eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen dan vrijwilligers.
Iets meer dan de helft van hen is hiertoe (waarschijnlijk) bereid. Bij vrijwilligers is
de grootste groep (waarschijnlijk) niet bereid om een eigen bijdrage voor scholing
te betalen (45,0%). Iets minder deelnemende vrijwilligers (40%) zijn hier overigens
wel toe bereid.
Dit is wel een opmerkelijke bevinding, aangezien vrijwilligers zelf de keuze hebben
om vrijwilligerswerk te verrichten terwijl dit voor mantelzorgers niet geldt. Iemand
kiest er niet voor om mantelzorger te worden. Het overkomt hem of haar, omdat hij
of zij een emotionele band heeft met degene die zorg nodig heeft. Mantelzorgers
zorgen misschien wel 24 uur per dag, ze kunnen de zorg niet zomaar beëindigen
en verrichten soms verpleegkundige handelingen. In dat opzicht is scholing die
iemand volgt in het kader van mantelzorg veelal wel een bewuste, maar geen vrije
keuze.
Bereidheid voor het betalen van een eigen bijdrage voor scholing
Vrijwilligers (n=171)
Mantelzorgers (n=63)
(Waarschijnlijk) wel
37,5%
50,8%
(Waarschijnlijk) niet
45,0%
33,3%
Weet niet/geen mening
17,5%
15,9%
37
Hoogte eigen bijdrage die men bereid is te betalen voor scholing
De helft van vrijwilligers die de enquête heeft ingevuld is bereid om meer dan 10
euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek.
Bij de groep mantelzorgers is daarentegen ‘slechts’ ongeveer een derde bereid om
meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen. De grootste groep mantelzorgers heeft
aangegeven niet te weten welke eigen bijdrage voor scholing zij zouden willen
betalen, of hebben hier geen mening over.
37
6-puntsschaal: Zeker wel, Waarschijnlijk wel, Ik denk van niet, Zeker niet, Weet niet/geen mening.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
103
8.2 Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd die
Wijkracht de nodige aanknopingspunten bieden over waar onder meer rekening
mee dient te worden gehouden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek
voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Concreet wordt er antwoord gegeven op de onderzoeksvragen 9 en 10.
Onderzoeksvraag 9:
Wat zijn belangrijke aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet
worden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo?
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan, wil deze ontwikkeling positieve effecten hebben voor de betrokkenen?
Aanbeveling 1: Maak het scholingsaanbod duidelijk (online) kenbaar
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat één van de redenen is waarom een
aantal vrijwilligers en mantelzorgers geen scholing hebben gevolgd, dat zij niet op
de hoogte waren van de mogelijkheid van scholing.
Het is daarom belangrijk dat het scholingsaanbod van een centrale scholingsplek
duidelijk kenbaar wordt gemaakt aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Dit
kan zowel via ‘oude of traditionele media’ (zoals televisie, radio en kranten) als
‘sociale of nieuwe media’ (zoals e-mail, blogsites, Facebook, Twitter, LinkedIn).
Met name voor de tweede groep media is een belangrijke rol weggelegd. Het gebruik van sociale media is bij een steeds grotere groep personen ‘ingeburgerd’.
Ook vrijwilligers en mantelzorgers, die aan het onderzoek hebben deelgenomen,
willen zich het liefst digitaal aanmelden voor scholing.
Sociale media zijn veel maakbaarder dan traditionele media. Door sociale media
wordt communicatie ook persoonlijker en directer. Traditionele media richten zich
op de massa, terwijl op sociale media gericht gecommuniceerd kan worden (éénop-één contact mogelijk). Ook bij ons onderzoek is gebleken dat wanneer iemand
rechtstreeks benaderd wordt (uitnodigingsmail) hij eerder ‘getriggerd’ wordt dan
wanneer een algemene oproep (bijvoorbeeld in de krant) geplaatst wordt.
Het scholingsaanbod van een centrale scholingsplek moet opgenomen worden in
een overzichtelijke catalogus. Naast een gedrukte versie moet er een online variant
komen met alle scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Hierbij is
het van belang dat duidelijk wordt omschreven wat de inhoud van de cursus, training of workshop is, voor wie deze bestemd is, waar deze gevolgd kan worden, wie
deze organiseert en hoe (bij wie) men zich hiervoor kan aanmelden.
Op een interactieve website zou een gevarieerd scholingsaanbod overzichtelijk
aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals een cursus, training of workshop).
Hierbij is het van belang dat het aanbod op de website steeds actueel gehouden
wordt. Het aanmelden kan via een digitaal aanmeldingsformulier. Ook zou er in
sommige gevallen voor gekozen kunnen worden dat deelnemers zich rechtstreeks
(per mail) aanmelden bij de organisatie die de scholing aanbiedt.
Om een indruk te geven over hoe bovengenoemde in de praktijk vorm zou kunnen
krijgen wordt verwezen naar de Vrijwilligersacademie Haarlem.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
104
Impressie van de Vrijwilligersacademie Haarlem
Zie: www.vrijwilligersacademiehaarlem.nl
Aanbeveling 2: Benadruk het belang van scholing 38
Een aantal vrijwilligers en mantelzorgers, die de enquête hebben beantwoord,
hebben aangegeven dat scholing voor hen geen toegevoegde waarde heeft. Voor
een aantal van hen geldt ook het principe ‘onbekend maakt onbemind’. Zij hebben
nog geen ervaring met scholing en vinden het moeilijk om in te schatten wat voor
hen de meerwaarde van scholing is.
Voor een centrale scholingsplek is een belangrijke rol weggelegd als het gaat om
het nut en de noodzaak van scholing bij vrijwilligers en mantelzorgers onder de
aandacht te brengen. Hiervoor kan onder meer gebruik worden gemaakt van een
interactieve website waar het scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers
overzichtelijk wordt aangeboden (zie aanbeveling 1).
Daarnaast kunnen vrijwilligers en mantelzorgers gestimuleerd worden om deel te
nemen aan scholing door:
 Informatie te geven over de gewenste doelen/geschetste perspectieven.
 De positieve aspecten van scholing te promoten.
 Vrijwilligers en mantelzorgers te betrekken bij de keuze van de (eigen)
scholingsactiviteiten (peilen van de scholingsbehoefte, zie aanbeveling 8).
 Lotgenoten, die enthousiast zijn over scholing, te laten vertellen.
Het is een verkeerde veronderstelling dat álle vrijwilligers en mantelzorgers scholing nodig hebben. Ga na in welke mate er werkelijk iets geleerd moet worden en
biedt dan een passend scholingsaanbod. Wees flexibel als het kan en verleen
vrijstellingen als bekwaamheid blijkt.
Natuurlijk is bij sommige functies of sectoren meer kennis en vaardigheid nodig
dan bij andere. In de zorg of sport ziet men bijvoorbeeld graag een vrijwilliger met
EHBO-diploma, maar in de cultuursector zal dit minder belangrijk zijn. Het is daarom ook belangrijk dat maatwerk geleverd wordt naar functie of sector.
38
Bij het samenstellen van deze passage is onder meer gebruik gemaakt van de publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
105
Essentieel is dat het scholingsaanbod aansluit bij de wensen en behoeften van
vrijwilligers en mantelzorgers, zowel inhoudelijk (leerstof en werkvormen) als praktisch (tijdstip, groepsgrootte e.d.). Hiervoor is het op gezette tijden peilen van de
wensen en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers belangrijk (zie aanbeveling
8). Dit onderzoek biedt op dit gebied de nodige aanknopingspunten.
Aanbeveling 3: Zorg dat scholing goed aansluit bij de praktijk
Het onderzoek heeft aangetoond dat naast het verkrijgen van nieuwe kennis en
inzichten scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers een meerwaarde heeft als
deze goed aansluit bij de praktijk.
Scholing moet voor vrijwilligers en mantelzorgers relevant zijn voor het verrichten
van hun (zorg)taken. De vraag is of scholing voor hen een belangrijke bijdrage
levert aan het functioneren in een huidige of toekomstige functie.
Het is belangrijk dat scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers bijdraagt aan:
 Het verkrijgen van kennis over uit te voeren werkzaamheden/(zorg)taken.
 Het aanleren van (speciale) vaardigheden voor het uitvoeren van hun
werkzaamheden/(zorg)taken.
 Het verkrijgen van inzichten over de eigen mogelijkheden, beperkingen en
vaardigheden.
Het gaat bijvoorbeeld om zaken als hoe ga ik om met bepaalde doelgroepen, hoe
verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen, hoe verleen ik eerste hulp
bij ongelukken, en hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor
mijzelf.
Ook is bepalend voor de inhoud van het scholingsaanbod over welke competenties
(kennis, kunde en houding) vrijwilligers en mantelzorgers al beschikken en welke
verder ontwikkeld kunnen worden. Hierbij is het van belang om na te gaan wie de
deelnemers precies zijn. Vanuit welke sector/organisatie zijn zij afkomstig? Hoe
voeren zij hun werkzaamheden momenteel uit? Wat moet daarin veranderen en
wat vinden zij daarvan?
Een antwoord op deze vragen kan allereerst verkregen worden door vrijwilligers en
mantelzorgers hierover (middels een enquête) te bevragen. Daarnaast kan met
vrijwilligersorganisaties vanuit verschillende sectoren nadere afstemming plaatsvinden over de inhoud van het scholingsaanbod. De organisaties weten immers als
geen ander welke activiteiten hun vrijwilligers uitvoeren, welke kennis en vaardigheden daarbij belangrijk zijn en over welke competenties hun vrijwilligers reeds
beschikken. De afstemming met organisaties zou in de vorm van een ‘denktank’
kunnen gebeuren (zie verder aanbeveling 10).
Aanbeveling 4: Zorg ervoor dat scholing goed georganiseerd wordt
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de tevredenheid van vrijwilligers en
mantelzorgers over scholing mede afhankelijk is van de wijze waarop scholing is
georganiseerd.
Om als centrale scholingsplek een kwalitatief goed scholingsaanbod aan te kunnen
bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het raadzaam om een aantal vakinhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteitscriteria te hanteren.39
39
Deze passage is samengesteld op basis van de ‘Handleiding KABIZ kwaliteitskeurmerk bij- en nascholingen’ en de
publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
106
Vakinhoudelijke kwaliteitscriteria
Scholing moet aansluiten bij de (zorg)taken van vrijwilligers en mantelzorgers en
verzorgt worden door een erkend (opleidings)instituut. Daarnaast is het van belang
dat scholing aansluit bij recente ontwikkelingen in het vakgebied/sector.
Onderwijskundige kwaliteitscriteria
De inhoud van een scholingsactiviteit start met het formuleren van leerdoelen. Bij
het vaststellen hiervan gaat het om de beantwoording van de volgende vragen:
 Wat moeten de deelnemers na afloop van scholing hebben geleerd?
 Wat moeten de deelnemers begrijpen (hoe om te gaan met…)?
 Wat moeten de deelnemers kunnen toepassen (specifieke vaardigheden)?
Het is belangrijk dat de doelgroep voor scholing, de leerdoelen, de leerinhoud en
het vereiste beginniveau goed is beschreven. Het doel van scholing moet afgestemd zijn op de doelgroep. Ook moet de wijze van toetsing (opdracht of tentamen)
en afsluiting (certificaat of bewijs van deelname) voor de doelgroep duidelijk zijn.
Ook is het belangrijk om scholing te evalueren. Hierdoor wordt feedback verzameld
over hoe de deelnemers de inhoud van bijvoorbeeld een cursus hebben ervaren,
wat zij hiervan hebben geleerd, en in hoeverre deze toepasbaar is in de praktijk.
Dit levert weer tips en suggesties op voor een nieuw aanbod.
Organisatorische kwaliteitscriteria
Organisatorische zaken, zoals waar vrijwilligers en mantelzorgers moeten zijn voor
scholing (accommodatie), wie de cursus verzorgd en wie de docent/cursusleider is,
moeten voorafgaand aan de cursus duidelijk zijn. Dit geldt ook voor zaken als het
aantal contacturen, het totaal aantal uren studiebelasting, het minimaal en maximaal aantal deelnemers, de deelnamekosten, plaats en data, etc.
De volgende vier type scholingsactiviteiten kunnen worden onderscheiden:
 Eenmalige scholingsactiviteiten: is scholing die één keer wordt aangeboden (bijvoorbeeld een themabijeenkomst).
 Kortdurende scholingsactiviteiten: is scholing van maximaal twee dagen of
vier dagdelen die binnen een periode van drie maanden wordt aangeboden (bijvoorbeeld een symposium of workshop).
 Herhaalde scholingsactiviteiten: scholing die regelmatig wordt herhaald op
één of meerdere locaties (bijvoorbeeld een EHBO-cursus).
 E-learning: scholing die via een digitale e-learning wordt aangeboden.
Aanbeveling 5: Biedt laagdrempelige scholing zonder eigen bijdrage
Uit de focusgroep is naar voren gekomen dat scholing laagdrempelig zou moeten
zijn. Daarnaast zou aan vrijwilligers en mantelzorgers geen eigen bijdrage voor
scholing gevraagd moeten worden.
Scholing moet voor alle vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo toegankelijk zijn.
Een ieder moet onder dezelfde condities (voorwaarden) scholing kunnen volgen.
Zo moet bijvoorbeeld de sector of organisatie waar iemand vrijwilliger is geen invloed hebben op de kosten voor deelname aan scholing.
Een eigen bijdrage voor scholing vragen aan vrijwilligers en mantelzorgers is niet
terecht, omdat zij al hun tijd beschikbaar stellen. De deskundigheid van vrijwilligers
komt in eerste instantie de doelstellingen van de organisatie ten goede. Daarnaast
heeft ook de gemeente baat bij de inzet van vrijwilligers.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
107
Over het algemeen kan een bijdrage voor scholing worden gevraagd aan zowel de
gemeente Hengelo als organisaties waarvan hun vrijwilligers scholing willen volgen.
Dat de gemeente Hengelo een bijdrage levert aan de financiering van scholing
voor vrijwilligers en mantelzorgers is eigenlijk ook gegrond, zij krijgt hier namelijk
geld voor vanuit het gemeentefonds. De gemeente kan de verantwoordelijkheid
nemen door in het gemeentelijk beleid op te nemen dat er subsidie beschikbaar is
voor vrijwilligers en mantelzorgers die hun deskundigheid willen ontwikkelen.40
Aanbeveling 6: Maak digitaal inschrijven voor scholing mogelijk
Vrijwilligers en mantelzorgers die aan het onderzoek hebben deelgenomen zouden
zich het liefst digitaal aanmelden voor scholing, het zij via e-mail of een website/
digitaal aanmeldingsformulier.
Zoals eerder aangegeven zou op een website een gevarieerd scholingsaanbod
voor vrijwilligers en mantelzorgers aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per
categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals
een cursus, training of workshop).
Vervolgens zou het voor vrijwilligers en mantelzorgers mogelijk moeten zijn dat zij
zich via een digitaal aanmeldingsformulier of door een e-mail te sturen kunnen
aanmelden voor scholing. De eerste variant geniet overigens de voorkeur, omdat
alle (contact)gegevens van de deelnemers dan meteen volledig zijn.
Overigens moet het voor vrijwilligers en mantelzorgers ook mogelijk zijn om zich
via andere kanalen (zoals per telefoon of balie) aan te melden voor scholing. Dit
om personen die niet goed overweg kunnen met digitale media (digibeten) en/of
hier argwanend tegenover staan ook de mogelijkheid te bieden om zich in te schrijven voor scholing. Overigens is het wel verstandig om het digitaal inschrijven zoveel mogelijk te promoten, aangezien de aanmelding dan accurater en sneller kan
verlopen.
Aanbeveling 7: Scholing kan het contact met lotgenoten faciliteren 41
Zowel een aantal vrijwilligers als mantelzorgers die deel hebben genomen aan de
enquête vinden scholing belangrijk omdat zij hierdoor ook in contact komen met
lotgenoten en onderling kennis en ervaringen kunnen delen.
Scholing kan voor vrijwilligers en mantelzorgers ook een duidelijke sociale component hebben. Door scholing kunnen zij lotgenoten (beter) leren kennen en kan het
gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Ontmoetingen met lotgenoten sluit
aan bij de behoefte van een vrijwilliger of mantelzorger aan begrip, erkenning en
herkenning. Een bijkomend effect van deelname kan zijn dat iemand zijn/haar sociale netwerk kan uitbreiden.
Ook zou bij scholing gebruik gemaakt kunnen worden van vrijwilligers en mantelzorgers die hun talenten en ervaring willen delen met lotgenoten. Zij hebben vanuit
hun ervaringsdeskundigheid soms oplossingen waar anderen niet op komen. Dit
maakt scholing niet alleen interessanter maar vooral ook meer praktijkgericht. Ieder
persoon is anders maar juist door meerdere ervaringen te horen, kan de vrijwilliger
en mantelzorger zelf kiezen wat het beste bij hem of haar past.
40
Zie gemeentelijke regelingen Deskundigheidbevordering, http://www.nocnsf.nl/cms/showpage.aspx?id=5388.
Deze passage is samengesteld op basis van de publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’ en het artikel ‘Kenmerken
van groepsmaatschappelijk werk’ (zie: www.groepsmaatschappelijkwerk.nl)
41
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
108
Aanbeveling 8: Peil op gezette tijden de scholingsbehoefte
Uit de focusgroep is naar voren gekomen dat het wenselijk is om op gezette tijden
de scholingsbehoefte bij vrijwilligers(organisaties) in Hengelo te inventariseren en
hier het scholingsaanbod op af te stemmen.
Het onderhavige onderzoek kan gezien worden als een eerste inventarisatie (0meting) van de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Na
verloop van tijd (bijvoorbeeld om het jaar) zou een nieuw onderzoek gedaan kunnen worden. Op deze wijze blijft er een actueel beeld van de scholingsbehoefte
van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
Voorgesteld wordt om longitudinaal onderzoek 42 uit te voeren, waarbij herhaaldelijk
en steeds op dezelfde manier metingen worden verricht om een (veranderende)
scholingsbehoefte in kaart te brengen. De voor dit onderzoek gemaakte indeling
van gebieden van scholing (zie figuur 2.2) is hierbij het vertrekpunt.
Aanbeveling 9: Neem vertrouwen als basis voor samenwerking 43
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat een goede samenwerking en kennisuitwisseling tussen verschillende organisaties van belang is. De vraag is: wat kunnen wij van elkaar leren en hoe kunnen wij elkaar vinden.
Een goede samenwerking tussen verschillende (vrijwilligers)organisaties is nodig
voor het aanbieden van een ruim en divers scholingsaanbod voor vrijwilligers en
mantelzorgers in Hengelo.
Samenwerking in diversiteit is alleen werkbaar als de verschillende organisaties er
in slagen de diversiteit te overstijgen. Interactie, uitwisseling, een gezamenlijke
aanpak zoeken, en een gedeeld doel vaststellen is daarvoor een hulpmiddel.
Bij het samen ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing is vertrouwen in
elkaar essentieel. Samenwerken doe je uiteindelijk omdat je elkaar nodig hebt voor
het gewenste resultaat. De verschillen doen ertoe, en de kunst is dus die te benutten en er vertrouwen in te krijgen dat dat gaat lukken.
Aanbeveling 10: Formeer een denktank ‘Kennis delen geeft kracht’44
Twee deelnemers aan de focusgroep hebben voorgesteld om een platform, een
‘denktank’ in het leven te roepen om in kaart te brengen welke scholing samen
ontwikkelt kan worden en hoe kennis tussen organisaties uitgewisseld kan worden.
Vanuit het principe ‘Kennis delen geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in
Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Hierbij zouden verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds
in Hengelo bestaan (zoals op het gebied van sport) als vertrekpunt genomen kunnen worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden
met andere organisaties en sectoren.
Een denktank is een platform van deskundigen op uiteenlopend vlak die bij elkaar
zijn om nieuwe ideeën te ontwikkelen of oplossingen te bedenken voor bepaalde
problemen. In dit geval gaat het dan om het samen afstemmen van hoe scholing
effectief ontwikkelt en aangeboden kan worden vanuit een centrale scholingsplek
in Hengelo en hoe kennis gedeeld kan worden (zie verder paragraaf 7.3).
42
Het gaat hier om de variant ‘trendonderzoek’, waarbij de meting bijvoorbeeld om de twee jaar plaats vindt en voor
elke meting opnieuw een steekproef wordt getrokken.
43
Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘De rol van vertrouwen in samenwerking’.
44
Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘Brainstorm gezamenlijk in een Denktank’.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
109
Onderzoeksvraag 10:
Welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers zouden
op basis van het onderzoek een plek moeten krijgen in een centrale scholingsplek in Hengelo?
Aanbeveling 11: Kies voor een divers scholingsaanbod naar gebied
Voor het onderzoek zijn scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers
ingedeeld naar gebied (bijvoorbeeld ‘Administratie en boekhouden’ of ‘Hoe ga ik
om met een bepaalde ziekte of aandoening’).
Voorgesteld wordt om vanuit een centrale scholingsplek in ieder geval een aanbod
van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers te ontwikkelen en aan te bieden
waar momenteel de meeste behoefte aan is.
Zo hebben vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen vooral behoefte
aan scholing op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals gehandicapten of kinderen) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals
omgaan met agressie of rouwverwerking).
Vervolgens hebben deelnemende mantelzorgers vooral behoefte aan scholing op
het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals AWBZ en WMO) en ‘Een
goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen
aangeven, persoonlijke vorming en Mindfulness).
Het is overigens wel aan te bevelen om ook op de andere gebieden scholing voor
vrijwilligers en mantelzorgers te ontwikkelen en aan te bieden. De indeling van
scholing naar gebied, die bij dit onderzoek is gehanteerd (zie figuur 2.2), zou hierbij
als uitgangspunt genomen kunnen worden.
Om aan de scholingsbehoefte van zoveel mogelijk vrijwilligers en mantelzorgers
tegemoet te kunnen komen is het namelijk belangrijk om een zo ruim en divers
mogelijk aanbod van scholing te bieden. Sommige scholing is nu eenmaal meer
specialistisch en ‘slechts’ geschikt voor een bepaalde (kleine) doelgroep.
Aanbeveling 12: Kies bij voorkeur voor een cursus of training 45
De deelnemende vrijwilligers en mantelzorgers geven de voorkeur aan een training
of cursus als scholingstype. Daarnaast heeft een grote groep van de deelnemende
organisaties ook aangegeven dat hun vrijwilligers hier de voorkeur aan geven.
Onder een cursus wordt meestal een kortdurende lesperiode (een aantal lessen)
verstaan die gaan over een bepaald onderwerp. Bij een training gaat het vooral om
het oefenen van vaardigheden.
Hoe duidelijker het doel van een cursus of training is gespecificeerd, hoe groter de
kans op succes. Stel als centrale scholingsplek daarom eerst intern de juiste vragen. Voor wie is de cursus of training bedoeld? Voor welke functies? Wat moeten
de deelnemers aan het eind van de cursus of training hebben geleerd? Hoeveel
uur cursus of training is nodig om op het gewenste eindniveau te komen?
Het is ook handig om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek goed af te
stemmen waar en wanneer de cursus of training plaats gaat vinden, hoeveel budget er beschikbaar is, en wie de cursus of training gaat verzorgen?
45
Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘Hoe organiseer je een goede taaltraining?’ NIOW, 2012.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
110
8.3 Discussie
De resultaten van dit empirisch onderzoek geeft Wijkracht inzicht in de wensen en
behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader
van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. Het onderzoek
heeft in kaart gebracht in hoeverre en op welk gebied vrijwilligers en mantelzorgers
in Hengelo behoefte hebben aan scholing en welke rol een centrale scholingsplek
zou kunnen vervullen bij het ontwikkelen en aanbieden hiervan.
Een belangrijke constatering is dat bij alle drie de doelgroepen het belang en de
noodzaak van scholing door een grote groep deelnemers wordt onderkend. Door
scholing zouden vrijwilligers en mantelzorgers beter toegerust zijn om hun (zorg)
taken uit te kunnen voeren. Ook zou scholing volgens de deelnemers een duidelijke sociale component hebben. Door scholing zouden vrijwilligers en mantelzorgers
lotgenoten (beter) kunnen leren kennen en zou het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Ontmoetingen met lotgenoten sluit aan bij de behoefte van een vrijwilliger of mantelzorger aan begrip, erkenning en herkenning. Een bijkomend effect
kan zijn dat iemand zijn/haar sociale netwerk kan uitbreiden.
Vervolgens is een belangrijke constatering dat weliswaar een (ruime) meerderheid
van vrijwilligers en mantelzorgers het wenselijk vinden dat zij voor scholing terecht
kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo, maar op de vraag in hoeverre
een centrale scholingsplek ook beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden, komt
er geen eenduidig beeld naar voren. Een aantal deelnemers is van mening dat het
scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst is
op bepaalde doelgroepen. Ook is een aantal deelnemers van mening dat een centrale scholingsplek te groot en onpersoonlijk is en specialistische kennis mist.
Om in te spelen op de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers en de
argwaan van een aantal van hen over een centrale scholingsplek zoveel mogelijk
weg te nemen is allereerst een belangrijke rol weggelegd voor Wijkracht. Het gaat
hierbij dan zowel om het duidelijk communiceren over het belang van scholing als
om de mogelijkheden van een centrale scholingsplek (scholingsaanbod en dienstverlening) goed over het voetlicht te brengen. Dit kan zowel via ‘oude of traditionele
media’ (zoals televisie, radio en kranten) als ‘sociale of nieuwe media’ (zoals email, Facebook, Twitter, LinkedIn). Met name voor de tweede groep media is een
belangrijke rol weggelegd.
Om vanuit een centrale scholingsplek een ruim en gevarieerd aanbod van scholing
aan te kunnen bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het cruciaal dat verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo elkaar weten te vinden en bereid zijn om
kennis te delen. Hierbij speelt een wederzijds vertrouwen in elkaar een belangrijke
rol. Vanuit het principe ‘Kennis delen geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Zoals eerder opgemerkt zouden verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds in Hengelo bestaan (zoals op het gebied van sport)
hierbij als vertrekpunt genomen kunnen worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden met andere organisaties en sectoren.
Bij het opzetten van een ‘denktank’ is het van belang dat er naar mensen wordt
gezocht met verschillende specialismen zodat een gemêleerd gezelschap ontstaat.
Wanneer enkel met elkaar vergelijkbare mensen worden samengevoegd, zal er
namelijk minder snel ‘out-of the box’ worden gedacht.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
111
8.4 Handreikingen voor vervolgonderzoek
Herhaal onderzoek naar de scholingsbehoefte in Hengelo
Voorgesteld wordt om over twee jaar weer onderzoek te doen naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo, waarbij dan op dezelfde
manier metingen worden verricht. De voor dit onderzoek gemaakte indeling van
gebieden van scholing (zie figuur 2.2) zou hierbij als uitgangspunt kunnen dienen.
Op deze manier kan een veranderende scholingsbehoefte goed in kaart worden
gebracht en kan het scholingsaanbod hierop worden afgestemd.
Inventarisatie van de mogelijkheden van een denktank
Zoals eerder opgemerkt is bij het opzetten van een ‘denktank’ van belang dat er
naar mensen wordt gezocht met verschillende specialismen zodat een gemêleerd
gezelschap ontstaat. Dit is belangrijk omdat hierdoor de wensen en behoefte van
verschillende uiteenlopende doelgroepen worden gehoord.
Hiervoor is het allereerst van belang dat bestaande platforms van organisaties
waar vrijwilligers en/of mantelzorgers in Hengelo actief zijn volledig in kaart worden
gebracht. Vervolgens kunnen uit het midden van deze organisaties personen, met
uiteenlopende specialismen, naar voren worden geschoven om deel te nemen aan
een denktank.
Bij het inventariseren van de mogelijkheden van een denktank is met name een
belangrijke rol voor Wijkracht weggelegd. De samenwerkende organisaties zijn
namelijk al actief in een breed, divers werkveld.46 Vanuit dit bestaande netwerk zou
gezocht kunnen worden naar andere partijen die hun kennis willen delen en gezamenlijk invulling willen geven aan een denktank.
Onderzoek naar de scholingsbehoefte in ander kernen van Wijkracht
Bij dit onderzoek is ‘alleen’ gekeken naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en
mantelzorgers in Hengelo. Maar ook in andere gemeenten waar Wijkracht actief is 47
zouden de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties, zowel ten aanzien van scholing als een centrale scholingsplek, door
middel van onderzoek in kaart kunnen worden gebracht.
Het is interessant om te achterhalen in hoeverre en op welk gebied vrijwilligers en
mantelzorgers in andere gemeenten behoefte hebben aan scholing. Hebben zij net
zo veel en ook op het zelfde gebied behoefte aan scholing als vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Dit inzicht is belangrijk om in te spelen op de behoefte van
elke gemeente en zo ‘maatwerk’ te kunnen leveren.
Om een goede vergelijking mogelijk te maken tussen de Hengelose situatie en de
situatie bij andere gemeenten wordt voorgesteld om dezelfde vraagstelling, opzet
en werkwijze te hanteren als bij dit onderzoek. Elke gemeente wordt dan in eerste
instantie als ‘afzonderlijke casus’ bestudeerd, waarnaar vervolgens een vergelijking
tussen de verschillende cases zal plaatsvinden. 48
46
Wijkracht werkt nauw samen met diverse samenwerkingspartners waaronder gemeenten en andere overheden en
instellingen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld politie, scholen, huisartsen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsinstellingen en
GGZ instellingen.
47
Borne, Dinkelland, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.
48
We spreken van een case-studie als één of enkele cases intensief worden bestudeerd, dat wil zeggen: aan de hand
van veel aspecten (variabelen), met behulp van diverse typen gegevensbronnen, gedurende een zekere periode, met
medeneming van de context.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
9
112
Verdiepende statistische analyse
Er zijn een aantal verdiepende statistische analyses uitgevoerd. Voor elke enquête
zijn hiervan de belangrijkste conclusies hieronder weergegeven.49
9.1 Enquête vrijwilligers
Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.24; p < .01) tussen hoe lang
vrijwilligerswerk wordt gedaan (vraag 1) en in hoeverre de vrijwilliger scholing heeft
gevolgd (vraag 10).

Hoe korter vrijwilligerswerk wordt gedaan des te meer behoefte is
er aan scholing
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .01) tussen hoe lang
vrijwilligerswerk wordt gedaan (vraag 1) en de leeftijd van de vrijwilliger (vraag 34).

Hoe ouder vrijwilligers zijn hoe langer zij vrijwilligerswerk doen
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .20; p < .01) tussen in hoeverre
de vrijwilliger scholing heeft gevolgd (vraag 10) en hoeveel behoefte aan scholing
de vrijwilliger in het algemeen heeft (vraag 19).

Vrijwilligers die nog geen scholing hebben gevolgd hebben meer
behoefte aan scholing
Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.16; p < .05) tussen in hoeverre
de vrijwilliger scholing heeft gevolgd (vraag 10) en het opleidingsniveau van de
vrijwilliger (vraag 36).

Vrijwilligers die lager zijn opgeleid hebben meer behoefte aan
scholing
9.2 Enquête mantelzorgers
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .05) tussen of mantelzorgers al eens scholing hebben gevolgd (vraag 8) en hoeveel behoefte aan scholing
de mantelzorgers in het algemeen hebben (vraag 17).

Mantelzorgers hebben meer behoefte aan scholing als zij nog geen
scholing hebben gevolgd
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .39; p < .01) tussen hoeveel behoefte aan scholing mantelzorgers in het algemeen hebben (vraag 17) en in hoeverre mantelzorgers het wenselijk vinden dat zij voor scholing terecht kunnen bij
een centrale scholingsplek in Hengelo (vraag 23).

Mantelzorgers die een centrale scholingsplek wenselijk vinden
hebben meer behoefte aan scholing
49
Deze analyses zijn gezamenlijk uitgevoerd door drs. Marc ter Hedde van SCALA welzijn en dr. Oscar Peters van de
Universiteit Twente. Alleen redelijke tot zeer sterke verbanden en statistisch significante verbanden (significantie:
>95% en >99%) zijn weergegeven.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
113
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .40; p < .01) tussen in hoeverre
mantelzorgers van mening zijn dat een centrale scholingsplek beter scholing kan
ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie of opleidingsinstituut (vraag 25) en of mantelzorgers bereid zijn om een eigen bijdrage
voor scholing te betalen (vraag 29).

Mantelzorgers die een centrale scholingsplek beter vinden zijn ook
eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .26; p < .05) tussen het geslacht
van mantelzorgers (vraag 31) en de mate waarin mantelzorgers zich belast voelen
(vraag 7).

Vrouwelijke mantelzorgers voelen zich meer belast door de zorg
die zij verlenen dan mannelijke mantelzorgers
Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.35; p < .01) tussen het geslacht
van mantelzorgers (vraag 31) en of mantelzorgers al eens scholing hebben gevolgd (vraag 8).

Vrouwelijke mantelzorgers hebben minder scholing gevolgd dan
mannelijke mantelzorgers
Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.26; p < .05) tussen het geslacht
van mantelzorgers (vraag 31) en hoeveel behoefte aan scholing mantelzorgers in
het algemeen hebben (vraag 17).

Vrouwelijke mantelzorgers hebben minder behoefte aan scholing
dan mannelijke mantelzorgers
9.3 Enquête organisaties
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .33; p < .05) tussen of er door
organisaties scholing wordt aangeboden aan hun vrijwilligers en/of mantelzorgers
(vraag 11) en in hoeverre organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers
en/of mantelzorgers terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo
(vraag 24).

Organisaties die scholing aanbieden aan hun vrijwilligers vinden
een centrale scholingsplek wenselijker dan organisaties die geen
scholing aanbieden aan hun vrijwilligers
Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .05) tussen in hoeverre
organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers en/of mantelzorgers terecht
kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo (vraag 24) en in hoeverre zij van
mening zijn dat een centrale scholingsplek beter in staat is om voor hun vrijwilligers
scholing te verzorgen dan hun eigen organisatie (vraag 26).

Organisaties die een centrale scholingsplek wenselijk vinden zijn
meer van mening dat een centrale scholingsplek beter in staat is
om voor hun vrijwilligers scholing te verzorgen dan organisaties
die een centrale scholingsplek niet wenselijk vinden
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
114
9.4 Structureel model
Tevens is een verdiepende statistische analyse uitgevoerd naar de onderlinge
samenhang tussen meerdere variabelen. Verschillende variabelen (factoren die
bevraagd zijn in de enquête van vrijwilligers) zijn in een model geplaatst om hun
onderlinge samenhang te onderzoeken. Hiertoe is een structureel model opgezet
dat is getoetst met de maximum likelihood method in het computerprogramma
AMOS. Met deze analyse werd een acceptabel model fit 50 behaald zoals dit is
weergegeven in figuur 9.1.
Figuur 9.1 Verbanden tussen onderzochte variabelen enquête vrijwilligers
Bereidheid eigen
bijdrage te betalen
voor scholing
(v31)
Wel of niet
scholing gevolgd
als vrijwilliger
(v10)
Behoefte aan
scholing in het
algemeen
(v19)
Wenselijkheid van
een centrale
scholingsplek
(v25)
Of een centrale
scholingsplek
beter is
(v27)
Duur van het
vrijwilligerswerk
(v1)
Het model geeft inzicht over hoe de verschillende factoren elkaar beïnvloeden. Te
zien is dat het wel of niet scholing gevolgd hebben als vrijwilliger (vraag 10) invloed
heeft op de behoefte aan scholing in het algemeen (vraag 19). Vrijwilligers die nog
geen scholing hebben gevolgd blijken meer behoefte te hebben aan scholing.
Vervolgens is de duur van het vrijwilligerswerk (vraag 1) van invloed op wel of niet
scholing hebben gevolgd (vraag 10). Hoe korter vrijwilligerswerk wordt gedaan des
te meer behoefte is er bij de deelnemende vrijwilligers aan scholing.
Uit het model kan verder worden opgemaakt dat de behoefte aan scholing in het
algemeen (vraag 19) invloed heeft op in hoeverre een centrale scholingsplek als
een wenselijke ontwikkeling wordt gezien. Wanneer er meer behoefte aan scholing
in het algemeen is, dan wordt een centrale scholingsplek door de deelnemende
vrijwilligers ook als meer wenselijk gezien.
Ten slotte laat het model zien dat in hoeverre een centrale scholingsplek als een
wenselijke ontwikkeling wordt gezien (vraag 25) van invloed is op in hoeverre een
centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut (vraag 27).
Wanneer een centrale scholingsplek als wenselijk wordt gezien, dan wordt deze
door de deelnemende vrijwilligers ook eerder als beter beschouwd.
50
Model fit: CMIN 10.29; DF = 10; TLI = .993; RSMEA = .013 (90% BI = .000-.085); SRMR =.058.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
115
10 Reflectie op het onderzoek
Aan het onderzoek hebben een beperkt aantal respondenten deelgenomen. Met
name de groep vrijwilligersorganisaties kent een relatief lager respons. Dit brengt
met zich mee dat de bevindingen van het onderzoek niet gegeneraliseerd kunnen
worden naar alle vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
Wel is gestreefd naar geldige kennis, in de zin dat generalisaties mogelijk zijn naar
de verschillende factoren die in het onderzoek zijn betrokken (vergelijk Van der
Veen: 1990). Zo bieden de bevindingen van het onderzoek wel belangrijke inzichten aangaande de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo.
In wat volgt is aangegeven welke kanttekeningen geplaatst kunnen worden bij de
enquête en focusgroep en wat de percepties van de deelnemers hierover is. Wat
vonden zij van de opzet en inhoud van enquête en/of focusgroep? Vonden zij de
inleiding (invulinstructie), vragen en antwoordcategorieën duidelijk?
10.1 Kanttekeningen bij de enquête
Een eerste kanttekening bij de enquête heeft betrekking op de wijze waarop de
enquête kon worden ingevuld. In overleg met Wijkracht is besloten om de enquête
alleen digitaal af te nemen. Hier liggen een aantal overwegingen aan ten grondslag. Allereerst bleek een papieren versie moeilijk om beknopt en overzichtelijk te
houden, omdat niet zoals bij de digitale versie het mogelijk is om via routing een
aantal vragen en antwoordcategorieën (die niet voor de deelnemer van toepassing
zijn) weg te laten. Vervolgens is de dataverzameling en analyse bij een schriftelijke
enquête veel gecompliceerder en arbeidsintensiever dan bij een online enquête,
doordat data niet rechtstreeks uit een systeem gegenereerd kunnen worden, maar
door de onderzoeker handmatig ingevoerd moeten worden.
De keuze voor een online enquête ligt ook geheel in lijn met een steeds verdere
digitalisering van de maatschappij. Steeds meer mensen zijn online actief. Bovendien verlopen steeds meer formulieren en klantinteracties digitaal. Vanuit dit oogpunt bezien is de keuze voor een online enquête voor de hand liggend. Uit het
onderzoek is ook naar voren gekomen dat een meerderheid van de deelnemende
vrijwilligers en mantelzorgers zich het liefst digitaal (bijvoorbeeld via e-mail of een
website/digitaal aanmeldingsformulier) wil aanmelden voor scholing.
Inherent aan de keuze voor alleen een online enquête is dat bepaalde groepen
worden uitgesloten voor deelname. Het gaat hier dan om personen die niet goed
met de computer en/of internet overweg kunnen (de zogenaamde ‘digibeten’).
Een tweede kanttekening heeft betrekking op de indeling van scholing naar gebied
die gehanteerd is bij de enquête. Deze indeling is gemaakt aan de hand van het
raadplegen van literatuur op het gebied van scholing van vrijwilligers en/of mantelzorger, het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies en
platforms voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in Nederland.
De (literatuur)verkenning is zeer intensief en nauwkeurig uitgevoerd, desondanks
is het mogelijk dat er nog meer gebieden zijn waarop vrijwilligers en mantelzorgers
scholing kunnen volgen, dan die bij dit onderzoek genoemd zijn. Wel is het zo dat
bij elke scholingsrubriek ook de antwoordmogelijkheid ‘anders’ mogelijk was. Dit
antwoord is overigens door slechts een aantal deelnemers gekozen.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
116
10.2 Kanttekeningen bij de focusgroep
Een eerste kanttekening bij de focusgroep heeft betrekking op het aantal en de
diversiteit van de deelnemers. Zo hebben aan de focusgroep zes organisaties
deelgenomen die afkomstig zijn uit de sectoren ‘Techniek’, ‘Cultuur’, ‘Welzijn’ en
‘Zorg/gezondheid’. Een aantal van de deelnemende organisaties vond dit aantal
veel te klein.
Er waren weliswaar meer organisaties uitgenodigd voor de focusgroep, maar deze
hebben uiteindelijk toch besloten om niet deel te nemen aan de groepsdiscussie.
Overigens bestaat een focusgroep idealiter uit 6 tot 12 personen. Met dit aantal
kan iedereen betrokken worden bij de discussie en is de gespreksleider in staat de
discussie goed te controleren. Wanneer de groep deelnemers groter is dan is dit
niet goed mogelijk.
Het grote voordeel van een focusgroep is dat de participerende partijen/personen
elkaar stimuleren om verder te kijken dan de eigen visie. Tijdens een focusgroep
worden verschillende stellingen voorgedragen waarna ieder lid, naar aanleiding
van achtergrond en ervaringen een mening geeft op het onderwerp. Een discussie
volgt snel, de participerende leden reageren op elkaar en gezamenlijk wordt er
gezocht naar een algemene visie en denkwijze.
De uiteenlopende stemmen van de deelnemers, maar ook de flexibiliteit in de
structuur van het proces zelf, hebben tot gevolg dat de discussieleider het gesprek
van een focusgroep maar in beperkte mate kan sturen. Soms staat de zeggingskracht van de groep de individuele verantwoording in de weg en zullen de resultaten veeleer het ‘groepsdenken’ weerspiegelen. 51
Bij onze focusgroep heeft de discussieleider dit proberen te voorkomen door elke
deelnemer bij de discussie te betrekken en naast gemeenschappelijke standpunten
ook vooral de individuele mening en denkwijze van de deelnemers duidelijk naar
voren te laten komen.
10.3 Percepties van de deelnemers
Aan het eind van de enquête is aan de deelnemers gevraagd of zij opmerkingen
hebben over de enquête. Een relatief kleine groep vrijwilligers, mantelzorgers en
vrijwilligersorganisaties heeft dit ook daadwerkelijk gedaan.
Een aantal deelnemers heeft aangegeven de enquête duidelijk en (zeer) relevant
te vinden. Een aantal deelnemers verwoordden het als volgt:
“De enquête was duidelijk en makkelijk in te vullen. Educatie is goed voor de
ontwikkeling op welk gebied of voor welke doelgroep dan ook.”
“Duidelijke enquête! Goed dat je als vrijwilliger om je mening wordt gevraagd,
een stukje waardering!”
Daarentegen zijn er ook een aantal deelnemers die opmerkingen hebben over (de
inhoud van) de enquête of deze een minder geschikt middel vinden om de mening
van te peilen. Onderstaande citaten illustreren dit
51
Vergelijk: Steyaert S. (2006). Participatieve methoden. Een gids voor gebruikers. ‘Focusgroep’, viWTA.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
“Ik mis de mogelijkheid om deze enquête af te drukken of om als document te
bewaren. Verder zou ik het op prijs stellen de uitkomst ervan in te zien.”
“Het is meer werk, maar gerichte interviews met verschillende vrijwilligers
zouden meer zeggen over de werkelijke behoefte aan scholing.”
“Ik vind een enquête een begrijpelijk maar minder inzichtgevend middel. Ga
naar de mensen toe, luister naar ons. En vergeet niet je kunt ieder moment
zelf mantelzorger worden. Wat zou jij dan prettig vinden? Het feit dat mensen
geld verdienen aan zorg werkt mijn inziens vertroebelend. Aan wiens kant sta
je als het er op aan komt?”
Wijkracht – 2015
117
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
118
Over de onderzoeker
Drs. Marc ter Hedde
Drs. Marc ter Hedde is een onderzoeker die veel ervaring heeft met adviesopdrachten op het snijvlak van ICT, organisatie en beleid bij de overheid. Hij heeft
bestuurskunde gestudeerd aan de Universiteit Twente met als specialisatie Public
Management en e-Governance.
Sinds 2006 is Marc verbonden aan het Centre for e-Government Studies. Daarnaast is hij de eigenaar geweest van Weldam Consultancy, een strategisch onderzoeks- en adviesbureau in Hengelo.
Dit onderzoek naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in
Hengelo heeft Marc als vrijwilliger uitgevoerd voor Wijkracht.
Ten tijde van de startup van het onderzoek had Marc geen werk. Hij wilde echter
zijn kennis niet ongebruikt laten en heeft zich bij het Servicepunt Vrijwilligerswerk
Hengelo ingeschreven als vrijwilliger. Vervolgens is hij door SCALA welzijn voor
een gesprek uitgenodigd en zijn met hem de mogelijkheden besproken voor de
uitvoering van het onderzoek. De rest is inmiddels geschiedenis!
Marc heeft met veel plezier en toewijding vorm gegeven aan de uitvoering van het
onderzoek. Ook de collegiale en constructieve sfeer met medewerkers van SCALA
welzijn en Wijkracht heeft hij als zeer stimulerend ervaren. Zij hebben Marc op
allerlei mogelijke manieren ondersteund bij de uitvoering van het onderzoek.
Zonder de inzet van Marc was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Dit toont maar
weer het belang van vrijwilligerswerk aan. Zonder de inzet van hem en vele andere
vrijwilligers is het voor veel zorginstellingen, sportverengingen, welzijnsinstellingen,
buurthuizen en vele andere (vrijwilligers)organisaties onmogelijk hun belangrijke
maatschappelijke functie goed uit te kunnen oefenen. Soms zichtbaar, zoals Marc,
maar vaker nog als stille kracht op de achtergrond dragen onze vrijwilligers bij aan
een sociale, betrokken en levendige samenleving.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
119
Referenties
Arcon. Stappen naar vrijwilligersbeleid. Werken met vrijwilligers volgens de 6 B’s,
handleiding.
Arcon. Vrijwilligerswerk in Overijssel. Factsheet Sociale Atlas Overijssel, thema:
Vrijwilligerswerk, nummer 1, november 2010.
Arts, K. en S. te Riele. Vrijwilligerswerk onder werkenden en niet-werkenden. In:
e
Sociaaleconomische trends, 2 kwartaal 2011.
Bovens, M.A.P. et al. (2001) Openbaar Bestuur. beleid, organisatie en politiek.
Alphen aan de Rijn: Wolters Kluwer.
CBS. Vragenlijst Mantelzorg.
De Medewerker. Scholing voor mantelzorgers, geraadpleegd op demedewerker.nl,
10 januari 2015.
GGD Twente (2014). Rapport Mantelzorg. In: Twentse Gezondheids Verkenning
TGV). Gezondheid op de rails.
Groepsdynamiek. Brainstorm gezamenlijk in een denktank, http://www.groepsdynamiek.nl/ denktank.html.
Hedde, M.J. ter (2015). Projectvoorstel ‘Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers
in Hengelo’, SCALA welzijn: Hengelo.
HengeloPanel. Vrijwilligerswerk en mantelzorg, Peiling 1, maart 2014.
Hodes, M. (2014). Kennis is macht, kennis delen is kracht. Ontwikkelen van een
scholingsacademie. Plan van aanpak veranderopdracht Master Bedrijfskunde Zorg
en Dienstverlening. Hengelo: SIZ Twente (intern document).
Internetpanel Hengelo. Mantelzorg, jaargang 8, peiling 3b, 12 april 2011.
Kwaliteitsregistratie en Accreditatie Beroepen in de Zorg (2015). Handleiding KABIZ kwaliteitskeurmerk bij- en nascholing, Utrecht.
Kidd, P.S., Parshall, M.B., (2000). Getting the Focus and the Group: Enhancing
Analytical Rigor in Focus Group Research. Qualitative health research. Vol 10, no.
3, pp. 293-308.
Mezzo. Mantelzorg, wat is dat precies?, geraadpleegd op mezo.nl, 9 september
2015.
Meijs, L. en Westerlaken, C. (1994) ‘Vrijwilligersorganisaties en HRM, Talenten:
beleid of misleid?’, Personeelbeleid 6: pp.37-43.
Ministerie van BZK (2010). Vrijwilligerswerk beter geregeld?
Morgan, D.L. (1996). Focus groups. Annual Review of Sociology 22, 129-152.
Movisie (2014). Feiten en cijfers Vrijwillige inzet.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
120
NIOW (2012). Hoe organiseer je een goede taaltraining? http://www.niow.nl/hoeorganiseer-je-een-goede-taaltraining.pdf.
Plemper, E. en Moll, M. (2005). Deskundigheidsbevordering vrijwilligers. Eindrapportage. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (2005). Informele Zorg. Het aandeel van
mantelzorgers en vrijwilligers in de langdurige zorg. Quantes: Rijswijk.
Radio Hengelo TV. Aantal mantelzorgers Hengelo op landelijk gemiddelde, gepubliceerd op 31 oktober 2014.
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Vrijwilligerswerk WERKT! Alles over vrijwilligerswerk in Hengelo. Brochure.
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Vrijwilligerszaken. Zo regelen wij dat. Brochure, in samenwerking met SWOH, SIZ Twente, Hulpdienst Hengelo en SCALA
welzijn.
SGBO. Tevredenheidsonderzoek naar vrijwilligers. Benchmarking in de gemeente
Heemskerk.
Sietsma, H. De rol van vertrouwen in samenwerking. Alliantiemanagement, 21 april
2009.
Sport Subsidie Wijzer. Gemeentelijke regelingen Deskundigheidsbevordering,
http://www.nocnsf.nl/cms/showpage.aspx?id=5388.
Steyaert, S. (2006). Participatiemethoden. Een gids voor gebruikers. Focusgroep,
viWTA.
Visies (2011). Minder en meer vrijwilligerswerk in cijfers. Expertisecentrum, nummer 2, blz. 16 t/m 19.
Zorg Beter met Vrijwilligers. Handreiking Scholing. Utrecht.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 1:
121
Enquête vrijwilligers
Introductietekst (openingsscherm)
Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van vrijwilligers in Hengelo. In deze enquête vragen wij naar uw ervaring als vrijwilliger, uw behoefte aan scholing en wat uw mening is over
het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing voor vrijwilligers in Hengelo.
Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête?
Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem
en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd.
Invulinstructie
Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen
kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven.
Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon
Onder alle vrijwilligers die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeau- bonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de
enquête aangeven.
Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête!
Met vriendelijke groeten,
Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider)
Uw vrijwilligerswerk
Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op uw vrijwilligerswerk.
1.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoe lang doet u vrijwilligerswerk?
(Met eventuele korte tussenpozen hoeft geen rekening te worden gehouden.
Minder dan een jaar
1 tot 2 jaar
2 tot 4 jaar
4 tot 6 jaar
6 tot 8 jaar
8 tot 10 jaar
Meer dan 10 jaar
2.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoe vaak doet u vrijwilligerswerk?
Dagelijks
Een paar keer per week
Een keer per week
Een keer per maand
Een paar keer per jaar
Onregelmatig, het wisselt sterk
3.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel tijd besteed u gemiddeld per week aan vrijwilligerswerk?
Minder dan 1 uur
1 tot 2 uur
2 tot 5 uur
5 tot 10 uur
10 tot 15 uur
15 tot 20 uur
Meer dan 20 uur
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
4.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
5.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
6.
❏
❏
❏
❏
❏
7.
Op welk terrein of in welke sector doet u vrijwilligerswerk?
(Wanneer u in meerdere sectoren werkt, kies dan de belangrijkste)
Welzijn of zorg/gezondheid (verzorging, verpleging of begeleiding)
Sportvereniging
Religie en levensbeschouwing
Culturele vereniging
School
Wijk, buurt/wonen
Politieke of ideële organisatie
Hobbyvereniging
Natuur en milieu/dieren
Vakbond, beroepsorganisatie
Jeugdwerk
Ontwikkelingswerk
Anders, namelijk:
Op welke doelgroep(en) heeft uw vrijwilligerswerk betrekking?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Kinderen
Jongeren
Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden
Mensen met een ziekte of beperking
Uitkerings- en bijstandsgerechtigden
Mantelzorgers
Zorgvrijwilligers (in de zorg persoonlijke ondersteuning verlenen)
Vrijwilligers (bij een sportclub, buurthuis, kerk, vakbond, politiek, etc.)
Allochtonen
Vluchtelingen
Slachtoffers
Dieren
Anders, namelijk:
Wat voor taak heeft u als vrijwilliger?
(Wanneer u meerdere taken heeft, kies dan de belangrijkste)
Bestuurlijk (voorzitter cliëntenraad, voorzitter bij een sportvereniging, etc.)
Uitvoerend (collecteren, geven taalles, vervoer bieden, zorg verlenen, etc.)
Ondersteunend (kantoorwerk, administratie, automatisering, pr, kantine, etc.)
Organisatorisch (activiteitenbegeleider, coördinator huisbezoeken, etc.)
Vrijwillige thuishulp (oppas, wandelen, etc.)
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat zijn voor u de belangrijkste reden om vrijwilligerswerk te doen?
(Maximaal 3 noemen)
Ik vind het belangrijk om andere mensen te helpen
Op deze wijze kan ik mij inzetten voor de maatschappij
Vrijwilligerswerk zorgt ervoor dat ik mij nuttig voel
Vrijwilligerswerk is een manier om mijn vrije tijd leuk in te vullen
Vrijwilligerswerk is een manier om andere mensen te ontmoeten/leren kennen
Door vrijwilligerswerk kan ik nieuwe kennis opdoen en vaardigheden aanleren
Door vrijwilligerswerk kan ik scholing volgen
Door vrijwilligerswerk kan ik mij persoonlijk ontwikkelen
Door vrijwilligerswerk kan ik werkervaring opdoen
Vrijwilligerswerk helpt mij om (meer) kans te maken op een baan die ik wil
Vrijwilligerswerk staat goed op mijn cv
Anders, namelijk:
8.
❏
❏
Verricht u vrijwilligerswerk voor één of meerdere organisaties?
Eén organisatie
Meerdere organisaties
Wijkracht – 2015
122
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
❏
9.
❏
❏
❏
❏
123
Ik doe vrijwilligerswerk, maar niet voor een organisatie
Verricht u vrijwilligerswerk voor een organisatie in Hengelo of een landelijke
organisatie?
Organisatie(s) in Hengelo
Landelijke organisatie(s) (bijvoorbeeld Nierstichting of Greenpeace)
Beide
Weet niet
Scholing die u heeft gevolgd als vrijwilliger
De volgende vragen gaan over uw ervaring met scholing als vrijwilliger.
10.
❏
❏
Heeft u als vrijwilliger al eens scholing gevolgd?
Ja
Nee (deelnemer gaat verder met vraag 17)
11.
Op welk gebied heeft u als vrijwilliger al eens scholing gevolgd?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.)
Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.)
Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.)
Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen
Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.)
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.)
Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.)
PR en communicatie (voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.)
Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.)
Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.)
Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.)
Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.)
Anders, namelijk:
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
12.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
13.
❏
❏
❏
❏
❏
14.
❏
❏
❏
❏
❏
Welk type scholing heeft u als vrijwilliger gevolgd?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp)
Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden)
Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan)
Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp)
Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen
Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp)
E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet)
Anders, namelijk:
Waar was de scholing die u als vrijwilliger heeft gevolgd op gericht?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Op mijn huidige (zorg)taken/werkzaamheden
Op nieuwe aanvullende (zorg)taken/werkzaamheden
Persoonlijke ontwikkeling (bewustwording van jezelf, eigen kracht en je kwaliteiten)
Weet niet/geen mening
Anders, namelijk:
Waarom heeft u als vrijwilliger scholing gevolgd?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
De scholing werd nuttig gevonden door de organisatie waar ik vrijwilliger ben
De organisatie waar ik vrijwilliger ben vond scholing voor mij nodig
De scholing werd mij aangeboden
Ik wilde zelf graag scholing volgen
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
15.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
16.
124
Hoe tevreden bent u in het algemeen over scholing die u als vrijwilliger heeft
gevolgd?
Zeer tevreden
Tevreden
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Weet niet/geen mening
Kunt u in uw eigen woorden nader toelichten waarom u wel of niet tevreden bent
over scholing waar u als vrijwilliger gebruik van heeft gemaakt?
Indien de deelnemers bij vraag 10 aangegeven geen scholing te hebben gevolgd, dan verschijnt vraag 17.
17.
U geeft aan dat u als vrijwilliger geen scholing heeft gevolgd?
In hoeverre speelden de volgende factoren daarbij een rol?
(U kunt antwoord geven van speelde geen rol tot speelde een grote rol)
Speelde
geen rol
Speelde
enigzins
een rol
Speelde een
grote rol
Weet niet/
geen mening
Er werd mij geen scholing aangeboden
❏
❏
❏
❏
Mijn leidinggevende vond scholing niet
nodig voor mij
❏
❏
❏
❏
Ik zag zelf de noodzaak van scholing niet
❏
❏
❏
❏
Ik heb niet om scholing gevraag
❏
❏
❏
❏
Er was onvoldoende budget voor scholing
❏
❏
❏
❏
Er was geen ruimte voor individuele scholing, alleen groepsscholing
❏
❏
❏
❏
Mijn thuissituatie maakte het onmogelijk
scholing te volgen
❏
❏
❏
❏
Er moest een eigen bijdrage betaald
worden voor scholing
❏
❏
❏
❏
Ik was niet op de hoogte van scholing heb
hier nooit bij stil gestaan
❏
❏
❏
❏
18.
Zijn er nog andere factoren die voor u een rol hebben gespeeld om geen scholing te volgen in het kader van uw vrijwilligerswerk?
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
125
Uw huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger
De volgende vragen gaan over uw huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger.
19.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel behoefte aan scholing heeft u in het algemeen als vrijwilliger?
Zeer veel behoefte
Veel behoefte
Enige behoefte
Weinig behoefte
Geen behoefte
Weet niet/geen mening
Indien de deelnemers bij vraag 19 aangeven geen behoefte te hebben aan scholing of dit
niet te weten/geen mening, dan verschijnt vraag 25.
20.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Op welk gebied heeft u als vrijwilliger nog behoefte aan scholing?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.)
Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.)
Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.)
Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen
Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.)
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.)
Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.)
PR en communicatie (voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.)
Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.)
Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.)
Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.)
Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.)
Anders, namelijk:
Indien de deelnemers bij vraag 20 aangeven op één of meerdere gebieden nog behoefte
aan scholing te hebben, dan volgen vervolgvragen waarin specifieker wordt ingegaan op de
aard van de scholingsmogelijkheden.
A.
Administratie en boekhouden
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Administratie en boekhouden’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Belastingkunde/-aangifte
❏ Bestuurlijke informatievoorziening (BIV)
❏ Boekhouden
❏ Debiteurenbeheer
❏ Financieel Management
❏ Loonadministratie
❏ Salarisadministratie
❏ Schuldhulpverlening
❏ Anders, namelijk:
B.
Bestuur en management
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Bestuur en management’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Bestuursvaardigheden (beleidsplannen schrijven, voorzitterschap)
❏ Budgetteren/verstandig met geld omgaan
❏ Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren)
❏ Klantgericht werken
❏ Maatschappelijk betrokken ondernemen
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
❏
❏
❏
❏
❏
Personeelsmanagement
Samenwerken met andere organisaties, instellingen of bedrijven
Stagebegeleiding
Wet- en regelgeving voor verenigingen of stichtingen
Anders, namelijk:
C.
Computergebruik, internet en sociale media
126
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Computergebruik, internet en sociale media’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Algemene computervaardigheden (Windows, Office, e-mail, internet)
❏ Digitale fotografie
❏ Gebruik van iPad/tablet, iPhone/smartphone
❏ Gebruik van sociale media (Facebook, Twitter, LinkedIn)
❏ Website bouwen en onderhouden
❏ Anders, namelijk:
D.
Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Fondsenwerving
❏ Sponsoring
❏ Subsidie aanvragen
❏ Anders, namelijk:
E.
Omgaan met specifieke doelgroepen
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Omgaan met een specifieke doelgroepen’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Omgaan met kinderen
❏ Omgaan met jongeren
❏ Omgaan met ouderen/senioren
❏ Omgaan met mensen met een lichamelijke beperking
❏ Omgaan met mensen met een psychische beperking
❏ Omgaan met andere vrijwilligers (waaronder vrijwilligers in de zorg)
❏ Omgaan met mantelzorgers
❏ Omgaan met allochtonen
❏ Omgaan met asielzoekers
❏ Anders, namelijk:
F.
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Omgaan met agressief gedrag
❏ Omgaan met conflicten
❏ Omgaan met een specifieke ziekte of beperking
❏ Omgaan met stress
❏ Omgaan met een schuldgevoel
❏ Omgaan met rouw of verlies
❏ Omgaan met laaggeletterdheid (helpen met lezen en schrijven)
❏ Omgaan met huiselijk geweld en kindermishandeling
❏ Pesten aanpakken en voorkomen
❏ Rolstoelgebruik
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
❏
❏
❏
❏
Tillift gebruiken
Rouwbegeleiding (begeleiding van rouw en verliesverwerking)
Werken als gastvrouw/gastheer
Anders, namelijk:
G.
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel
127
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Persoonlijke vorming’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Assertiviteitstraining (bijvoorbeeld assertief omgaan met collega’s)
❏ Balietraining
❏ Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren)
❏ Coachen en intervisie
❏ Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf)
❏ Netwerken
❏ Oprichten van een vereniging of stichting
❏ Omgaan met werkdruk
❏ Ontvangen en geven van feedback/kritiek
❏ Oriëntatie op vrijwilligerswerk (welk vrijwilligerswerk past bij mij?)
❏ Samenwerken in teams
❏ Spreken in het openbaar (weg met de plankenkoorts)
❏ Schrijven van een sollicitatiebrief en cv
❏ Sollicitatietraining (voorbereiding voor een sollicitatiegesprek)
❏ Telefoontraining en vraagverheldering
❏ Taalcursus
❏ Tactisch beïnvloeden
❏ Tekstverwerken
❏ Tijdmanagement (het beter managen van je tijd)
❏ Anders, namelijk:
H.
PR en communicatie
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘PR
en communicatie’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Communicatie
❏ Interculturele communicatie/diversiteitsbeleid
❏ Promotie
❏ Public Relations
❏ Mediatraining (omgaan met journalisten)
❏ Netwerken (met bijvoorbeeld de wijk of andere organisatie)
❏ Redactionele werkzaamheden (clubblad, wijk- of dorpskrant)
❏ Voorlichting
❏ Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.)
❏ Anders, namelijk:
I.
Sport en cultuur
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Sport en cultuur’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Eerste Hulp bij Sportongevallen (EHBSO)
❏ Opleiding voor trainer/coach
❏ Respect en sportiviteit
❏ Sportmanagement
❏ Muziek/zangles
❏ Tekenen en schilderen
❏ Cultuurfilosofie of -geschiedenis
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
❏
❏
J.
128
Het organiseren van een cultureel festival
Anders, namelijk:
Werken met vrijwilligers
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Werken met vrijwilligers’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Coördineren vrijwilligerswerk
❏ Functiewaardering
❏ Gesprekstechnieken (bijvoorbeeld functioneringsgesprekken, feedback geven)
❏ Leidinggeven aan vrijwilligers
❏ Werken met en begeleiden van vrijwilligers
❏ Werven en behouden van (jonge) vrijwilligers
❏ Werven van bestuursleden
❏ Vrijwilligersbeleid (wat mag u wel en wat mag u niet?)
❏ Anders, namelijk:
K.
Wijken en buurten
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Wijken en buurten’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Bewoners- en commissiezaken
❏ Begeleiden of organiseren van buurtavonden
❏ (Jongeren) buurtbemiddeling
❏ Pastorale begeleiding in de buurt
❏ Praktische vaardigheden (zoals tuinonderhoud en kleine klussen in huis)
❏ Verkeersregelaar bij evenementen in de buurt/wijk
❏ Anders, namelijk:
L.
Zorg, welzijn en gezondheid
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Zorg, welzijn en gezondheid’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Alcoholpreventie (verantwoord alcoholgebruik, herkennen risicovol alcoholgebruik)
❏ Arbo en ergonomie
❏ BHV (Bedrijfshulpverlening)
❏ EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken)
❏ Omgaan met en/of toedienen van medicijnen
❏ Omgaan met gevaarlijke stoffen
❏ Reanimatie en AED-gebruik
❏ Sociale Hygiëne
❏ Zorgtaken (bijvoorbeeld begeleiden van maaltijd en toiletbezoek)
❏ Anders, namelijk:
M.
Anders, namelijk:
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op een ander gebied
dan gebieden die door ons zijn genoemd. Kunt u aangeven wat precies?
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
21.
129
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welk scholingstype heeft in het algemeen uw voorkeur?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp)
Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden)
Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan)
Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp)
Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen
Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp)
E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet)
Anders, namelijk:
22.
❏
❏
❏
❏
❏
Hoelang mag naar uw mening een scholing gemiddeld per keer duren?
Minder dan een uur
1 tot 2 uur
2 tot 3 uur
Dagdeel (ochtend, middag of avond)
Weet niet/geen mening
23.
❏
❏
❏
❏
❏
Welke frequentie van scholing vindt u doorgaans het meest wenselijk?
1 keer per jaar
1 keer per kwartaal
1 keer per maand
1 keer per week
Weet niet/geen mening
24.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welk dagdeel heeft in het algemeen uw voorkeur voor scholing?
Ochtend
Middag
Avond
Ochtend en middag
Middag en avond
Weet niet/geen mening
Uw mening over een centrale scholingsplek
De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor vrijwilligers
in Hengelo.
25.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
26.
In hoeverre vindt u het wenselijk dat u als vrijwilliger voor scholing terecht kunt
bij een centrale scholingsplek in Hengelo?
Zeer wenselijk
Wenselijk
Niet wenselijk/niet onwenselijk
Onwenselijk
Zeer onwenselijk
Weet niet/geen mening
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
(U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens)
Wanneer organisaties scholing voor vrijwilligers samen gaan aanbieden, dan…
Helemaal
mee
eens
wordt de kwaliteit van scholing beter
❏
Mee
eens
❏
Wijkracht – 2015
neutraal
Mee
oneens
❏
❏
Helemaal
mee oneens
❏
Weet
niet/
geen
mening
❏
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
130
wordt het aanbod van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het aanbod van scholing diverser
(meer variatie/keuze)
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan een grote groep vrijwilligers scholing volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan scholing goedkoper worden aangeboden
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het duidelijker waar is als vrijwilliger moet zijn voor scholing
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het rendement (wat levert het op)
van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
zal ik als vrijwilliger eerder geneigd zijn
om scholing te volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
27.
❏
❏
❏
❏
❏
Denkt u dat een centrale scholingsplek voor u als vrijwilliger beter scholing kan
ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut?
Ik weet zeker van wel
Ik denk van wel
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
28.
Waarom zou een centrale scholingsplek volgens u scholing wel of niet beter
kunnen ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie
of opleidingsinstituut?
29.
Bij welke organisatie zou u zich het liefst aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek?
Centrale scholingsplek
Organisatie waar u vrijwilligerswerk (voor) doet
Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld opleidingsinstituut)
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
Stichting Informele Zorg Twente
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
Carintreggeland
SCALA welzijn
De gemeente
Anders, namelijk:
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
30.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Op welke wijze zou u zich het liefst voor scholing willen aanmelden bij een centrale scholingsplek?
Mondeling (face to face)/balie
Telefonisch
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
Website/digitaal aanmeldingsformulier
E-mail
Weet niet/geen mening
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
31.
❏
❏
❏
❏
❏
131
Bent u bereid om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen?
Zeker wel
Waarschijnlijk wel
Ik denk van niet
Zeker niet
Weet niet/geen mening
Wanneer de deelnemers bij vraag 31 geantwoord hebben met ‘Ik denk van niet’, ‘Zeker niet’
en ‘Weet niet/geen mening’ dan wordt verder gegaan met vraag 33.
32.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is de hoogte van de eigen bijdrage die u maximaal bereid bent om te betalen
voor bijvoorbeeld een cursus, training, workshop of themabijeenkomst bij een
centrale scholingsplek?
1 tot 5 euro
5 tot 10 euro
10 tot 15 euro
15 tot 25 euro
25 tot 50 euro
50 tot 75 euro
75 tot 100 euro
Weet niet/geen mening
Uw persoonlijke situatie
Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie.
33. Wat is uw geslacht?
❏ Man
❏ Vrouw
34.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw leeftijd?
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
35.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw etniciteit?
Nederlands
Turks
Marokkaans
Surinaams
Antilliaans
Arubaans
Indonesisch
Dat wil ik niet zeggen
Anders, namelijk:
36.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw opleiding?
Lager onderwijs, basisonderwijs
Voorbereidend- of lager beroepsonderwijs (lbo, lts, leao, huishoudschool, vmbo-p)
Middelbaar onderwijs (mavo, ulo, mulo, vmbo-t)
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo, mts, meao)
Algemeen voortgezet onderwijs (hbs, mms, havo, vwo)
Hoger beroepsonderwijs (universiteit)
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
37.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
132
Welke beschrijving past het beste bij u?
Betaald werk voltijd (36 uur of meer)
Betaald werk deeltijd (minder dan 36 uur)
Werkloos
Arbeidsongeschikt
Scholier/student
Huisman/huisvrouw
Gepensioneerd
Afsluiting
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête!
38.
Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête?
39.
Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die betrekking
hebben op uw vrijwilligerswerk?
Nee
Ja, dit kan op het volgende e-mailadres:
❏
❏
Maak kans op een cadeaubon
Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in.
Naam:
Telefoonnummer:
E-mail:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 2:
133
Enquête mantelzorgers
Introductietekst (openingsscherm)
Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo. In deze enquête
vragen wij naar uw ervaring als mantelzorger, uw behoefte aan scholing en wat uw mening
is over het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing
voor mantelzorgers in Hengelo.
Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête?
Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem
en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd.
Invulinstructie
Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen
kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven.
Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon
Onder alle mantelzorgers die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de
enquête aangeven.
Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête!
Met vriendelijke groeten,
Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider)
Uw ervaring als mantelzorger
Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op uw ervaring als mantelzorger.
1.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
2.
❏
❏
❏
❏
❏
3.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoe lang bent u al mantelzorger?
(Met eventuele korte tussenpozen hoeft geen rekening te worden gehouden.
Minder dan een jaar
1 tot 2 jaar
2 tot 4 jaar
4 tot 6 jaar
6 tot 8 jaar
8 tot 10 jaar
Meer dan 10 jaar
Aan wie verleent u mantelzorg?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Directe familie (uw kind, partner of (schoon-)vader of moeder)
Ander familielid
Iemand uit de naaste omgeving (vriend of kennis)
Iemand in de buurt (buurman, buurvrouw of buurtkind)
Anders, namelijk:
Wat is de oorzaak van de hulpbehoefte van degene waar u mantelzorg aan verleent?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
(Beginnende) dementie/geestelijke achteruitgang
Psychische problemen
Lichamelijke handicap of beperking
Verstandelijke handicap
Algemene beperking door ouderdom
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
4.
134
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welke hulp verleent u als mantelzorger?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Huishoudelijke hulp (schoonmaken, de was doen, boodschappen doen, etc.)
Persoonlijke verzorging (helpen met baden, douchen, aankleden, etc.)
Verpleegkundige hulp (klaarzetten/toedienen van medicijnen, wondverzorging, etc.)
Emotionele steun en toezicht (luisteren, troosten, etc.)
Praktische ondersteuning (zorgen dat het huishouden loopt, iemand vervoeren, etc.)
Begeleiding bij het regelen van administratieve zaken en administratie
Begeleiding bij het bezoeken van familie, artsen, winkels, etc.
Anders, namelijk:
5.
❏
❏
❏
❏
Hoe vaak per week verleent u gemiddeld mantelzorg?
1 tot 2 keer per week
2 tot 4 keer per week
4 tot 6 keer per week
Dagelijks
6.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld per week aan het verlenen van mantelzorg?
Minder dan 1 uur
1 tot 2 uur
2 tot 5 uur
5 tot 10 uur
10 tot 15 uur
15 tot 20 uur
Meer dan 20 uur
7.
Sommige mensen voelen zich erg belast door mantelzorg. Voor andere mensen
geldt dit minder. Alles bijeen genomen, hoe belast voelt u zich als mantelzorger?
Niet or nauwelijks belast
Enigzins belast
Tamelijk zwaar belast
Zeer zwaar belast
Overbelast
Weet niet/geen mening
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Scholing die u heeft gevolgd als mantelzorger
De volgende vragen gaan over uw ervaring met scholing als mantelzorger.
8.
❏
❏
Heeft u als mantelzorger al eens scholing gevolgd?
Ja
Nee
9.
❏
❏
❏
❏
Op welk gebied heeft u als mantelzorger al eens scholing gevolgd?
Hoe begeleidt ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking
Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening (dementie, beroerte, etc.)
Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel (agressie, rouw en verlies, etc.)
Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen (toedienen medicijnen,
wassen en aankleden, tillift gebruik, etc.)
Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen (begeleiden bij uitstapjes,
ophalen medicijnen, zorgpapieren invullen, begeleiden naar de specialist, etc.)
Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf (zorg de baas,
grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Minfulness, etc.)
Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg (AWBZ, WMO, etc.)
Gezondheid, arbo en veiligheid (EHBO, reanimatie en AED-, tillift gebruik, etc.)
Anders, namelijk:
❏
❏
❏
❏
❏
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
10.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
11.
❏
❏
❏
❏
❏
12.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
13.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
14.
135
Welk type scholing heeft u als mantelzorger gevolgd?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp)
Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden)
Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan)
Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp)
Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen
Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp)
E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet)
Anders, namelijk:
Waar was de scholing die u als vrijwilliger heeft gevolgd op gericht?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Op mijn huidige zorgtaken
Op nieuwe aanvullende zorgtaken
Persoonlijke situatie (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf)
Weet niet/geen mening
Anders, namelijk:
Waarom heeft u als mantelzorger scholing gevolgd?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
De scholing werd belangrijk gevonden door de hulpbehoevende zelf
Familie, vrienden en/of kennissen van de hulpbehoevende vonden scholing belangrijk
De organisatie waar de hulpbehoevende wordt verzorgd (bijvoorbeeld ziekenhuis,
verpleeg- of verzorgingstehuis) vond scholing belangrijk
Scholing werd mij aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of
de Stichting informele Zorg Twente)
Ik wilde zelf graag scholing volgen
Anders, namelijk:
Hoe tevreden bent u in het algemeen over scholing die u als mantelzorger heeft
gevolgd?
Zeer tevreden
Tevreden
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Weet niet/geen mening
Kunt u in uw eigen woorden nader toelichten waarom u wel of niet tevreden bent
over scholing waar u als mantelzorger gebruik van heeft gemaakt?
Indien de deelnemers bij vraag 8 aangegeven geen scholing te hebben gevolgd, dan verschijnt vraag 15.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
15.
136
U geeft aan dat u als vrijwilliger geen scholing heeft gevolgd?
In hoeverre speelden de volgende factoren daarbij een rol?
(U kunt antwoord geven van speelde geen rol tot speelde een grote rol)
Speelde
geen rol
Speelde
enigzins
een rol
Speelde een
grote rol
Weet niet/
geen mening
Er werd mij geen scholing aangeboden door
een belangenorganisatie
❏
❏
❏
❏
De persoon waar ik mantelzorg aan verleen vond scholing voor mij niet nodig
❏
❏
❏
❏
Ik zag zelf de noodzaak van scholing niet
en heb hier dan ook niet om gevraagd
❏
❏
❏
❏
Mijn thuissituatie maakte het onmogelijk
scholing te volgen
❏
❏
❏
❏
De scholing werd niet vergoed of ik moest
een eigen bijdrage betalen
❏
❏
❏
❏
Ik was niet op de hoogte van scholing/ heb
hier nooit bij stilgestaan
❏
❏
❏
❏
16.
Zijn er nog andere factoren die voor u een rol hebben gespeeld om geen scholing te volgen in het kader van uw mantelzorgtaken?
Uw huidige behoefte aan scholing als mantelzorger
De volgende vragen gaan over uw huidige behoefte aan scholing als mantelzorger.
17.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel behoefte aan scholing heeft u in het algemeen als mantelzorger?
Zeer veel behoefte
Veel behoefte
Enige behoefte
Weinig behoefte
Geen behoefte
Weet niet/geen mening
Indien de deelnemers bij vraag 17 aangeven geen behoefte te hebben aan scholing of dit
niet te weten/geen mening, dan verschijnt vraag 23.
18.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Op welk gebied heeft u als mantelzorger nog behoefte aan scholing?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Hoe begeleidt ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking
Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening (dementie, beroerte, etc.)
Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel (agressie, rouw en verlies, etc.)
Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen (toedienen medicijnen,
wassen en aankleden, tillift gebruik, etc.)
Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen (begeleiden bij uitstapjes, ophalen medicijnen, zorgpapieren invullen, etc.)
Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf (zorg de baas,
grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Minfulness, etc.)
Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg (AWBZ, WMO, Wet Chronisch Zieken en
Gehandicapten, etc.)
Gezondheid, arbo en veiligheid (EHBO, rolstoelgebruik, reanimatie en AED-gebruik, tilen transfervaardigheden, etc.)
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
137
Indien de deelnemers bij vraag 18 aangeven op één of meerdere gebieden nog behoefte
aan scholing te hebben, dan volgen vervolgvragen waarin specifieker wordt ingegaan op de
aard van de scholingsmogelijkheden.
A.
Begeleiden van iemand met een beperking
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Hoe begeleidt ik iemand met een beperking’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Begeleiden van kinderen met een beperking
❏ Begeleiden van jongeren met een beperking
❏ Begeleiden van ouderen/senioren met een beperking
❏ Begeleiden van mensen met een psychische beperking
❏ Brussencursus (voor broers en zussen van kinderen met een ziekte of beperking)
❏ Jonge Mantelzorgers (JMZ)-cursus (wensen en grenzen van jonge mantelzorgers)
❏ Anders, namelijk:
B.
Omgaan met een bepaalde ziekte of beperking
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of beperking’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Omgaan met alzheimer
❏ Omgaan met autisme
❏ Omgaan met een bloedziekte (leukemie, bloedarmoede, etc.)
❏ Omgaan met diabetisch
❏ Omgaan met dementie
❏ Omgaan met een beroerte (TIA, herseninfarct, hersenbloeding)
❏ Omgaan met hartfalen
❏ Omgaan met kanker
❏ Omgaan met psychische stoornis (depressie, burn-out, angststoornis, eetstoornis)
❏ Omgaan met COPD (chronische longaandoening)
❏ Anders, namelijk:
C.
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Omgaan met agressie (agressief gedrag)
❏ Omgaan met conflicten
❏ Omgaan met stress
❏ Omgaan met schuldgevoel
❏ Omgaan met rouw en verlies
❏ Anders, namelijk:
D.
Verzorgende of verpleegkundige handelingen
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Hoe verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen’. Kunt u aangeven wat
precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Toedienen van medicijnen
❏ Toedienen van zondevoeding
❏ Toedienen van insuline
❏ Stoma verzorgen
❏ Wondverzorging
❏ Zuurstof toedienen
❏ Oplossingen en verdunningen maken
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
❏
❏
❏
E.
138
Monsters verzamelen ten behoeve van diagnostiek
Zorgtaken (wassen en aankleden, begeleiden van maaltijd en toiletbezoek, etc.)
Anders, namelijk:
Ondersteunende en administratieve handelingen
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen’. Kunt u aangeven
wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Begeleiden bij specifieke activiteiten (uitstapjes, bezoek aan huisarts/specialist, etc.)
❏ Praktische ondersteuning (ophalen medicijnen, begeleiden naar specialist, etc.)
❏ Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met zorgverzekering, etc.)
❏ Anders, namelijk:
F.
Mantelzorg en zorg voor mijzelf
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Begeleiden van andere mantelzorgers/lotgenoten
❏ Mindfulness (met aandacht aanwezig zijn, ook in lastige periodes)
❏ Netwerkcoaching (versterken van uw netwerk/contacten met lotgenoten)
❏ Tijdmanagement (hoe kan ik mijn mantelzorgtaken goed indelen)
❏ Grenzen aangeven
❏ Zorg de baas (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf)
❏ Anders, namelijk:
G.
Wet- en regelgeving
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Wat is belangrijke wet- en regelgeving in de (mantel)zorg’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
❏ Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)
❏ Wet toelating zorginstellingen
❏ Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
❏ Werken met een familiezorgsysteem/zorgsamendossier
❏ Wettelijke regelingen voor mantelzorgers (calamiteitenverlof, zorgverlof, etc.)
❏ Zorgverzekeringswet
❏ Anders, namelijk:
H.
Gezondheid, veiligheid en arbo
U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van
‘Gezondheid, veiligheid en arbo’. Kunt u aangeven wat precies?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
❏ Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO)
❏ Eerste Hulp bij Kinderongevallen (EHBK)
❏ Reanimatie en AED-gebruik
❏ Rolstoelgebruik
❏ Til- en transfervaardigheden (tiltechnieken/overbelasting voorkomen)
❏ Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
M.
139
Anders, namelijk:
U geeft aan dat u als mantelzorger (wederom) scholing wilt volgen op een ander gebied dan gebieden die door ons zijn genoemd. Kunt u aangeven wat precies?
19.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welk scholingstype heeft in het algemeen uw voorkeur?
(1 antwoord mogelijk, kies het scholingstype dat u het meest prettig vindt)
Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp)
Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden)
Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan)
Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp)
Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen
Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp)
E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet)
Anders, namelijk:
20.
❏
❏
❏
❏
❏
Hoelang mag naar uw mening een scholing gemiddeld per keer duren?
Minder dan een uur
1 tot 2 uur
2 tot 3 uur
Dagdeel (ochtend, middag of avond)
Weet niet/geen mening
21.
❏
❏
❏
❏
❏
Welke frequentie van scholing vindt u doorgaans het meest wenselijk?
1 keer per jaar
1 keer per kwartaal
1 keer per maand
1 keer per week
Weet niet/geen mening
22.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welk dagdeel heeft in het algemeen uw voorkeur voor scholing?
Ochtend
Middag
Avond
Ochtend en middag
Middag en avond
Weet niet/geen mening
Uw mening over een centrale scholingsplek
De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor mantelzorgers in Hengelo.
23.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
In hoeverre vindt u het wenselijk dat u als mantelzorger voor scholing terecht
kunt bij een centrale scholingsplek in Hengelo?
Zeer wenselijk
Wenselijk
Niet wenselijk/niet onwenselijk
Onwenselijk
Zeer onwenselijk
Weet niet/geen mening
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
24.
140
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
(U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens)
Wanneer organisaties scholing voor mantelzorgers samen gaan aanbieden, dan...
Helemaal
mee
eens
Mee
eens
neutraal
Mee
oneens
Helemaal
mee oneens
Weet
niet/
geen
mening
wordt de kwaliteit van scholing beter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het aanbod van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het aanbod van scholing diverser
(meer variatie/keuze)
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan een grote groep mantelzorgers scholing volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan scholing goedkoper worden aangeboden
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het duidelijker waar is als mantelzorger moet zijn voor scholing
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het rendement (wat levert het op)
van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
zal ik als mantelzorger eerder geneigd
zijn om scholing te volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
25.
❏
❏
❏
❏
❏
Denkt u dat een centrale scholingsplek voor u als mantelzorger beter scholing
kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie of
opleidingsinstituut?
Ik weet zeker van wel
Ik denk van wel
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
26.
Waarom zou een centrale scholingsplek volgens u scholing wel of niet beter
kunnen ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie
of opleidingsinstituut?
27.
Bij welke organisatie zou u zich het liefst aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek?
Centrale scholingsplek
Organisatie waar u mantelzorg verleent (bijvoorbeeld verzorgings- of verpleeghuis)
Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld koepel voor mantelzorgers)
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
Stichting Informele Zorg Twente
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
Carintreggeland
SCALA welzijn
De gemeente
Anders, namelijk:
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
28.
141
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Op welke wijze zou u zich het liefst voor scholing willen aanmelden bij een centrale scholingsplek?
Mondeling (face to face)/balie
Telefonisch
Post/schriftelijk (antwoordkaart)
Website/digitaal aanmeldingsformulier
E-mail
Weet niet/geen mening
29.
❏
❏
❏
❏
❏
Bent u bereid om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen?
Zeker wel
Waarschijnlijk wel
Ik denk van niet
Zeker niet
Weet niet/geen mening
Wanneer de deelnemers bij vraag 29 geantwoord hebben met ‘Ik denk van niet’,
‘Zeker niet’ en ‘Weet niet/geen mening’ dan wordt verder gegaan met vraag 31.
30.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is de hoogte van de eigen bijdrage die u maximaal bereid bent om te
betalen voor bijvoorbeeld een cursus, training, workshop of themabijeenkomst bij een centrale scholingsplek?
1 tot 5 euro
5 tot 10 euro
10 tot 15 euro
15 tot 25 euro
25 tot 50 euro
50 tot 75 euro
75 tot 100 euro
Weet niet/geen mening
Uw persoonlijke situatie
Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie.
31. Wat is uw geslacht?
❏ Man
❏ Vrouw
32.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw leeftijd?
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
33.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw etniciteit?
Nederlands
Turks
Marokkaans
Surinaams
Antilliaans
Arubaans
Indonesisch
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
34.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wat is uw opleiding?
Lager onderwijs, basisonderwijs
Voorbereidend- of lager beroepsonderwijs (lbo, lts, leao, huishoudschool, vmbo-p)
Middelbaar onderwijs (mavo, ulo, mulo, vmbo-t)
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo, mts, meao)
Algemeen voortgezet onderwijs (hbs, mms, havo, vwo)
Hoger beroepsonderwijs (universiteit)
Anders, namelijk:
35.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Welke beschrijving past het beste bij u?
Betaald werk voltijd (36 uur of meer)
Betaald werk deeltijd (minder dan 36 uur)
Werkloos
Arbeidsongeschikt
Scholier/student
Huisman/huisvrouw
Gepensioneerd
142
Afsluiting
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête!
36.
Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête?
37.
Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die gaan over mantelzorg?
Nee
Ja, dit kan op het volgende e-mailadres:
❏
❏
Maak kans op een cadeaubon
Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in.
Naam:
Telefoonnummer:
E-mail:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 3:
143
Enquête organisaties
Introductietekst (openingsscherm)
Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van vrijwilligers in Hengelo. In deze enquête vragen wij naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers bij uw organisatie. Daarnaast zijn wij
benieuwd naar uw mening over het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en
aanbieden van scholing voor vrijwilligers in Hengelo.
Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête?
Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem
en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd.
Invulinstructie
Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen
kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven.
Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon
Onder alle organisaties die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de
enquête aangeven.
Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête!
Met vriendelijke groeten,
Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider)
Kenmerken van vrijwilligers bij uw organisatie
Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op vrijwilligers die voor
uw organisatie werken.
1.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel vrijwilligers?
1 tot 2
2 tot 5
5 tot 10
10 tot 25
25 tot 50
50 tot 75
75 tot 100
Meer dan 100
2.
❏
❏
❏
Wat is het geslacht van de meerderheid van uw vrijwilligers?
Man
Vrouw
Het aantal mannen en vrouwen is ongeveer gelijk
3.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie gemiddeld?
15 jaar of jonger
15 tot 25 jaar
25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 55 jaar
55 tot 65 jaar
65 tot 75 jaar
75 jaar of ouder
Redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
4.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
5.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
6.
❏
❏
❏
❏
❏
144
Wat is de etniciteit van uw vrijwilligers?
(Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
Nederlands
Turks
Marokkaans
Surinaams
Antilliaans
Arubaans
Indonesisch
Dat wil ik niet zeggen
Anders, namelijk:
Wat is het gemiddeld aantal uren per week dat een vrijwilliger bij uw organisatie
aan vrijwilligerswerk besteed?
Minder dan 1 uur
1 tot 2 uur
2 tot 5 uur
5 tot 10 uur
10 tot 15 uur
15 tot 20 uur
Meer dan 20 uur
Wat voor taak heeft de meerderheid van de vrijwilligers bij uw organisatie?
(Wanneer het om meerdere taken gaat, kies dan de belangrijkste)
Bestuurlijk (voorzitter cliëntenraad, voorzitter bij een sportvereniging, etc.)
Uitvoerend (collecteren, geven taalles, vervoer bieden, zorg verlenen, etc.)
Ondersteunend (kantoorwerk, administratie, automatisering, pr, kantine, etc.)
Organisatorisch (activiteitenbegeleider, coördinator huisbezoeken, etc.)
Vrijwillige thuishulp (oppas, wandelen, etc.)
De scholingsbehoefte van vrijwilligers bij uw organisatie
De volgende vragen gaan over de behoefte aan scholing van uw vrijwillige
7.
❏
❏
❏
❏
❏
8.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Hoeveel behoefte aan scholing hebben vrijwilligers van uw organisatie over het
algemeen?
Zeer veel behoefte
Veel behoefte
Enige behoefte
Weinig behoefte
Weet niet/geen mening
Op welk gebied hebben vrijwilligers van uw organisatie over het algemeen behoefte aan scholing?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.)
Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.)
Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.)
Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen
Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.)
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.)
Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.)
PR en communicatie (promotie, voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.)
Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.)
Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.)
Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.)
Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.)
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
9.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
10.
145
Welk scholingstype heeft in het algemeen de voorkeur van vrijwilligers bij uw
organisatie?
(1 antwoord mogelijk, kies het scholingstype dat u het meest prettig vindt)
Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp)
Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden)
Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan)
Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp)
Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen
Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp)
E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet)
Anders, namelijk:
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
(U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens)
Wanneer organisaties scholing voor mantelzorgers samen gaan aanbieden, dan...
Helemaal
mee
eens
Mee
eens
neutraal
Mee
oneens
Helemaal
mee oneens
Weet
niet/
geen
mening
Onze organisatie heeft duidelijk zicht op
de scholingsbehoefte van onze vrijwilligers
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Onze organisatie peilt regelmatig de
scholingsbehoefte van onze vrijwilligers
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Ons scholingsaanbod wordt afgestemd op
de wensen en behoeften van onze vrijwilligers
❏
❏
❏
❏
❏
❏
De scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers bij uw organisatie
De volgende vragen gaan over de mogelijkheden van scholing die vrijwilligers bij uw organisatie hebben.
11. Wordt er door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers?
❏ Ja
❏ Nee (deelnemer gaat verder naar vraag 21)
12.
❏
❏
❏
❏
❏
13.
❏
❏
❏
14.
❏
Hoe vaak per jaar biedt uw organisatie scholingsmogelijkheden aan uw vrijwilligers?
Onbeperkt, het hele jaar door
Meerdere keren per jaar
Slechts een aantal keer per jaar
Dit doen wij niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar
Weet niet/geen mening
Op welke wijze gebeurt bij voorkeur de scholing van vrijwilligers bij uw organisatie?
Via interne scholing (door de eigen organisatie)
Via externe scholing (door een externe opleider of andere organisatie)
Deels via interne scholing, deels via externe scholing
Op welk gebied wordt door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.)
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
146
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.)
Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.)
Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen
Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.)
Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.)
Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.)
PR en communicatie (promotie, voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.)
Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.)
Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.)
Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.)
Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.)
Anders, namelijk:
15.
❏
❏
❏
❏
Zou u het huidige scholingsaanbod voor uw vrijwilligers nog willen uitbreiden?
Ja, dit gaan wij ook doen
Ja, dit zouden wij wel willen maar wij hebben hier niet de (financiële) middelen voor
Nee, wij zien hier de noodzaak niet van in
Weet niet/geen mening
16.
Waarom wordt door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers?
Kunt u aangeven in hoeverre de volgende factoren daarbij een rol spelen
(U kunt antwoord geven van speelt geen rol tot speelt een grote rol)
Speelt een
grote rol
Speelt
een rol
Speelt
enigzins
een rol
Speelt
geen rol
Weet
niet/
geen
mening
Onze organisatie ondergaat een verandering, waardoor vrijwilligers andere taken
krijgen of aan bepaalde kwaliteitseisen
moeten voldoen
❏
❏
❏
❏
❏
Onze organisatie is van mening dat één
of meerdere vrijwilligers specifieke kennis
en vaardigheden (verder) moeten ontwikkelen
❏
❏
❏
❏
❏
Door scholing neemt de kwaliteit van de
werkzaamheden van onze vrijwilligers toe
❏
❏
❏
❏
❏
Door scholing halen onze vrijwilligers
meer voldoening uit hun werk
❏
❏
❏
❏
❏
Door scholing worden onze vrijwilligers
gemotiveerd om zich in te blijven zetten
voor voor onze organisatie
❏
❏
❏
❏
❏
Door scholing binden vrijwilligers zich aan
onze organisatie
❏
❏
❏
❏
❏
Het bieden van scholing maakt onze
organisatie aantrekkelijk bij het werven
van nieuwe vrijwilligers
❏
❏
❏
❏
❏
Vrijwilligers vragen zelf om scholing omdat zij iets bij willen leren en/of zichzelf
verder willen ontwikkelen
❏
❏
❏
❏
❏
Voor sommige activiteiten bestaat een
wettelijke verplichting om vrijwilligers te
scholen
❏
❏
❏
❏
❏
17.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
18.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
19.
❏
❏
❏
❏
❏
20.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
21.
147
Op welke wijze stimuleert u scholing van vrijwilligers bij uw organisatie?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven)
Door positieve aspecten voor vrijwilligers en organisaties te promoten
Door vrijwilligers te betrekken bij de keuze van de scholingsactiviteiten
Door mogelijke nadelige effecten van scholing (zoals reiskosten) te compenseren
Door vrijwilligers die ervaring hebben met scholing hierover te laten vertellen
Door deelname aan scholing (bijvoorbeeld een basistraining) te verplichten
Door aandacht te hebben voor scholing in functionerings- of beoordelingsgesprekken
Door voor scholing een incidentele financiële beloning (bonus) te geven
Door scholing wordt het voor vrijwilligers mogelijk het takenpakket te wijzigen
Door informatie over scholingsmogelijkheden beschikbaar te stellen
Door promotie/vaste aanstelling in het vooruitzicht te stellen
In hoeverre levert scholing volgens u in het algemeen een positieve bijdrage aan
het functioneren van vrijwilligers bij uw organisatie?
Ik weet zeker van wel
Ik denk van wel
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
In hoeverre is uw organisatie over het algemeen tevreden over de scholing die
door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd voor uw organisatie?
Niet van toepassing, wij hebben geen externe scholing
Zeer tevreden
Tevreden
Tevreden nog ontevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Weet niet/geen mening
Kunt u bij de volgende onderdelen aangeven of uw organisatie hierover beschikt?
Ja
Nee
Verantwoordelijke voor scholingsbeleid van vrijwilligers
❏
❏
Scholingsbudget voor vrijwilligers
❏
❏
Persoonlijk ontwikkelplan (POP) voor vrijwilligers
❏
❏
Beleid ten aanzien van het scholen van vrijwilligers
❏
❏
Scholingsplan voor vrijwilligers
❏
❏
Eigen trainingsafdeling/interne opleidingsacademie
❏
❏
Samenwerking met één of meer hbo-instellingen
❏
❏
Samenwerking met één of meer opleidingsinstituten
❏
❏
Wanneer de organisaties bij vraag 11 hebben aangegeven geen scholingsmogelijkheden te
hebben voor hun vrijwilligers, dan wordt verder gegaan met vraag 21 en 22.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
22.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
148
Waarom wordt door uw organisatie geen scholing aangeboden aan uw vrijwilligers?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
De huidige kennis en vaardigheden van onze vrijwilligers is voldoende
Er is geen geschikt scholingsaanbod voor onze vrijwilligers
Wij hebben onvoldoende zicht op de scholingsbehoefte van onze vrijwilligers
Onze vrijwilligers zien zelf niet de noodzaak van scholing/vragen hier niet om
Wij hebben geen budget voor scholing
Er is geen tijd voor scholing in onze organisatie
De prijzen van opleidingen zijn te hoog
Onze organisatie is te klein om scholing te organiseren
Wij hebben in de voorbije jaren al veel scholingsinspanningen geleverd
Wij trekken vrijwilligers aan die al beschikken over de nodige kennis en vaardigheden
Anders, namelijk:
23.
Zijn er nog andere factoren die voor uw organisatie een rol spelen om geen
scholing aan te bieden aan uw vrijwilligers?
24.
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
(U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens)
Helemaal
mee
eens
Mee
eens
neutraal
Mee
oneens
Helemaal
mee oneens
Weet
niet/
geen
mening
Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze
regio
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze
sector
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Het aanbod van scholing in onze regio
voldoet aan onze vraag
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Het aanbod van scholing in onze sector
voldoet aan onze vraag
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Uw mening over een centrale scholingsplek
De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor vrijwilligers
in Hengelo.
25.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
In hoeverre vindt u het wenselijk dat vrijwilligers van uw organisatie voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo?
Zeer wenselijk
Wenselijk
Niet wenselijk/niet onwenselijk
Onwenselijk
Zeer onwenselijk
Weet niet/geen mening
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
26.
149
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
(U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens)
Wanneer organisaties scholing voor vrijwilligers samen gaan aanbieden, dan...
Helemaal
mee
eens
Mee
eens
neutraal
Mee
oneens
Helemaal
mee oneens
Weet
niet/
geen
mening
wordt de kwaliteit van scholing beter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het aanbod van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het aanbod van scholing diverser
(meer variatie/keuze)
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan een grote groep vrijwilligers scholing volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
kan scholing goedkoper worden aangeboden
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het duidelijker waar is als vrijwilliger moet zijn voor scholing
❏
❏
❏
❏
❏
❏
wordt het rendement (wat levert het op)
van scholing groter
❏
❏
❏
❏
❏
❏
zal ik als vrijwilliger eerder geneigd zijn
om scholing te volgen
❏
❏
❏
❏
❏
❏
27.
❏
❏
❏
❏
❏
Denkt u dat een centrale scholingsplek beter in staat is om voor vrijwilligers van
uw organisatie scholing te verzorgen dan uw eigen organisatie?
Ik weet zeker van wel
Ik denk van wel
Ik denk van niet
Ik weet zeker van niet
Weet niet/geen mening
28.
Waarom zou een centrale scholingsplek wel of niet beter in staat zijn om voor
vrijwilligers van uw organisatie scholing te verzorgen dan uw eigen organisatie?
29.
Bij welke van de volgende organisaties zou u het liefst willen dat vrijwilligers van
uw organisatie zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek?
Centrale scholingsplek
Onze eigen organisatie
Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld opleidingsinstituut)
Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo
Stichting Informele Zorg Twente
Stichting Welzijn Ouderen Hengelo
Carintreggeland
SCALA welzijn
De gemeente
Anders, namelijk:
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
30.
❏
❏
❏
❏
Beschikt uw organisatie over een eigen scholingsaanbod die u eventueel zou
willen openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties?
Ja, graag
Misschien, na overleg
Nee, wij bieden geen scholing
Nee, onze scholing is puur gericht op vrijwilligers van onze eigen organisatie
Kenmerken van uw organisatie
Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw organisatie.
31.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
32.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
❏
Op welk terrein of in welke sector is uw organisatie actief?
(Wanneer het meerdere sectoren zijn, kies dan de belangrijkste)
Welzijn of zorg/gezondheid (verzorging, verpleging of begeleiding)
Sportvereniging
Religie en levensbeschouwing
Culturele vereniging
School
Wijk, buurt/wonen
Politieke of ideële organisatie
Hobbyvereniging
Natuur en milieu/dieren
Vakbond, beroepsorganisatie
Jeugdwerk
Ontwikkelingswerk
Anders, namelijk:
Op welke doelgroep(en) heeft uw vrijwilligerswerk betrekking?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
Kinderen
Jongeren
Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden
Mensen met een ziekte of beperking
Uitkerings- en bijstandsgerechtigden
Mantelzorgers
Zorgvrijwilligers (in de zorg persoonlijke ondersteuning verlenen)
Vrijwilligers (bij een sportclub, buurthuis, kerk, vakbond, politiek, etc.)
Allochtonen
Vluchtelingen
Slachtoffers
Dieren
Anders, namelijk:
33. Welke omschrijving past het best bij uw organisatie?
❏ Organisatie met alleen vrijwilligers
❏ Professionele organisatie ondersteund door vrijwilligers
❏ Vrijwilligersorganisatie ondersteund door één of meerder beroepskrachten
34.
❏
❏
❏
❏
❏
❏
150
Welke van onderstaande omschrijving past het best bij uw organisatie?
Directeur of eigenaar
Bestuurslid (bijvoorbeeld voorzitter, secretaris of penningmeester)
Afdelingshoofd of manager
Coördinator vrijwilligerswerk
Personeelsfunctionaris
Anders, namelijk:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
151
Afsluiting
Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête!
35.
Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête?
36.
Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die betrekking
hebben op vrijwilligerswerk bij uw organisatie?
Nee
Ja, dit kan op het volgende e-mailadres:
❏
❏
Maak kans op een cadeaubon
Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in.
Naam:
Telefoonnummer:
E-mail:
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 4:
152
Draaiboek focusgroep
Tijdstip en locatie
De focusgroep zal gehouden worden op dinsdag 26 mei 2015. Als locatie is gekozen voor
SCALA welzijn (Wolter ten Catestraat 59). Wij beginnen met de discussie om 19:30 uur en
eindigen om 21:30 uur. Inloop met koffie en thee vanaf 19:15 uur.
Doel van de focusgroep
Het doel van de focusgroep is om aanvullende informatie te verkrijgen over de wensen en
behoeften, achterliggende redenen voor deze wensen en behoeften en de waarden van u
en andere vrijwilligers- organisaties betreffende het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden
van scholing aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Onder voorbehoud zullen de
volgende drie onderwerpen bij de focusgroep worden besproken:
1.
Een bespreking van en reflectie op de resultaten van de enquête.
2.
De bereidheid om gezamenlijk scholing te ontwikkelen en aan te bieden.
3.
De mening, wensen en behoeften ten aanzien van een centrale scholingsplek.
Begeleiding
De discussie wordt geleidt door drs. Marc ter Hedde en genotuleerd door Ria Steensma.
Ontvangst en assistentie: Annie Gelderblom.
Voorbereiding



Benodigdheden: laptop en beamer (presentatie), opnameapparatuur, naambordjes,
papier en pennen.
Catering: voor 11 personen koffie, thee, water/frisdrank en koekjes/cake.
Attentie: informatiemap met informatie over Wijkracht, kladblok, pen, etc.
Deelnemers
Organisaties
Sector
Vrijwilligers
1
Welzijn/vrijwilligerswerk
10 tot 25
2
Techniek- en culturele vereniging
3
Zorg/welzijn/gezondheid
75 tot 100
4
Welzijn/Wijk/Buurt/Jeugdwerk
25 tot 50
5
Zorg/welzijn/gezondheid
> 100
6
Mantelzorg
> 100
> 100
Programma
19:15 - 19:30 uur:
19:30 - 19:40 uur:
19:40 - 20:00 uur:
20:00 - 20:35 uur:
20:35 - 21:05 uur:
21:05 - 21:30 uur:
21:30 uur:
ontvangst
welkomstwoord, programma en voorstelronde deelnemers
presentatie resultaten enquête
discussiethema ‘samen scholing ontwikkelen en aanbieden aan
vrijwilligers en mantelzorgers’ (stelling 1 t/m 5)
discussiethema ‘een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en
Mantelzorg in Hengelo’ (stelling 6 t/m 9)
resumé (3 afsluitende vragen) en vervolgonderzoek
dankwoord en sluiting focusgroep
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
153
Discussie ‘Openstellen van scholing’ [10 minuten]
Stelling 1:
Organisaties die al de mogelijkheid van scholing bieden aan hun vrijwilligers moeten (nadrukkelijk) gestimuleerd worden om hun scholingsaanbod ook open te stellen voor vrijwilligers van andere organisaties.
Stelling 2:
Organisaties die gebruik willen maken van de scholing van andere organisaties moeten hun
scholing zelf ook openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties.
Discussie ‘Toegang tot scholing’ [10 minuten]
Stelling 3:
Elke vrijwilliger moet, ongeacht de organisatie of sector waar hij of zij voor werkt, onder
dezelfde condities scholing kunnen volgen bij organisaties die deze hebben opengesteld
voor andere vrijwilligers.
Stelling 4:
Organisaties die zelf niet de (financiële) mogelijkheid hebben om scholing te ontwikkelen
en/of aan te bieden moeten tegen een gereduceerd tarief kunnen deelnemen aan scholing
die is opgesteld door andere organisaties.
Discussie ‘Samen scholing aanbieden’ [15 minuten]
Stelling 6:
Het samen aanbieden van scholing zorgt ervoor dat…
A.
scholing goedkoper kan worden aangeboden aan vrijwilligers en mantelzorgers in
Hengelo,
B.
er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers
in Hengelo beschikbaar komt,
C.
scholing beter kan worden afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers,
mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo.
Discussie ‘Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek’
[15 minuten]
Stelling 7:
Het scholingsaanbod in de centrale scholingsplek moet afgestemd worden op de wensen en
behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Op basis
van de resultaten van onze enquête zou met name scholing aangeboden moeten worden op
de gebieden:

omgaan met specifieke doelgroepen,

omgaan met een specifieke situatie of gevoel,

een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf,

belangrijke wet- en regelgeving in de zorg.
Stelling 8:
Niet alle scholing is geschikt om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek te ontwikkelen en aan te bieden.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
154
Discussie ‘Financiering van een centrale scholingsplek’
[15 minuten]
Stelling 9:
Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken (te kunnen bekostigen) is een
eigen bijdrage voor scholing van vrijwilligers en mantelzorgers nodig.
Stelling 9:
Vrijwilligersorganisaties moeten naar ratio bijdragen aan de financiering van het gezamenlijke scholingsaanbod. Organisaties met meer financiële middelen/scholingsbudget zullen ook
meer betalen.
Resumé ‘Afsluitende vragen en vervolgonderzoek’ [25 minuten]
Vraag 1:
Wat is volgens u belangrijk als organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en aanbieden in een centrale scholingsplek? Wat zijn hierbij volgens u belangrijke randvoorwaarden?’
Vraag 2:
Denkt u dat een centrale scholingsplek zorgt voor een toename van scholing van vrijwilligers
en mantelzorgers in Hengelo? Waarom wel of niet?
Vraag 3:
Wie moet het voortouw nemen bij het opzetten van een centrale scholingsplek in Hengelo?
Vervolgonderzoek
Zo ja, op welk gebied?
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 5:
155
Uitnodigingsmail enquête
Hieronder is de opzet van de uitnodigingsmail voor de enquête opgenomen. Met uitzondering van de aanhef en inleiden is de brief voor de drie doelgroepen identiek.
Beste vrijwilliger,
Om uw werkzaamheden als vrijwilliger goed uit te voeren, is het belangrijk dat u over de
juiste kennis en vaardigheden beschikt. Wij kunnen ons voorstellen dat u daarom wellicht
behoefte heeft aan scholing. Net iets meer kennis en/of vaardigheden opdoen. Dat zorgt
ervoor dat u het werk met plezier en naar wens uitvoert.
Beste mantelzorger,
De maatschappij doet een steeds zwaarder beroep op mantelzorgers. Op ú dus! Uit onderzoek blijkt dat van de ruim anderhalf miljoen mensen die intensief of langdurig mantelzorg
verlenen, 1 op de 7 zich zwaar belast voelt. Naar aanleiding van deze resultaten zijn er
Kamervragen gesteld aan Martin van Rijn, staatssecretaris van VWS. In zijn antwoorden
benadrukt Van Rijn onder meer het belang van scholing. Zo kunnen bijvoorbeeld cursussen,
trainingen, workshops en themabijeenkomsten u als mantelzorger ondersteunen bij uw
zorgtaak. Ze geven u inzicht in uw situatie en bieden u handvatten om hiermee om te gaan.
Geachte heer/mevrouw,
In uw organisatie zijn vrijwilligers actief. U weet als geen ander hoe belangrijk het is dat zij
over de juiste vaardigheden en competenties beschikken voor hun werk. Dat maakt voor
hen het werk aangenaam en uw organisatie kan er van op aan dat zij het werk goed doen.
Wij zijn benieuwd naar de wensen van uw organisatie en uw vrijwilligers over scholing!
Wij zijn benieuwd naar uw scholingsbehoefte!
Momenteel wordt door Wijkracht (bestaande uit de Stichting Informele Zorg Twente, SCALA
Welzijn, Carintreggeland en de Stichting Welzijn Ouderen Hengelo) onderzoek gedaan naar
de scholingsbehoefte van vrijwilligers. Wij zijn benieuwd wat u graag wilt leren? Waar heeft
u behoefte aan op het gebied van scholing? Laat het ons weten door middel van het invullen
van een online enquête! Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten.
Meedoen is eenvoudig
U gaat naar de enquête door te klikken op de volgende link:
http://www.enqueteviainternet.nl/scholingsbehoefte_vrijwilligers_hengelo
U maakt kans op een cadeaubon
Onder alle reacties verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20.
De enquête staat tot 6 april 2015 online. Vult u de vragenlijst voor deze datum in. Kort daarna verloten wij de cadeaubonnen. Mocht u één van de gelukkigen zijn, dan nemen wij contact met u op. Op de website www.wijkracht.nl vindt u meer informatie over het onderzoek.
Vragen of opmerkingen?
Voor vragen over de enquête stuurt u een e-mail naar: [email protected].
Bedankt voor uw medewerking!
Met vriendelijke groeten,
Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider)
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 6:
156
Persbericht
Onderzoek scholingsbehoefte vrijwilligers en mantezorgers
Hengelo, 23 maart 2015
Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben vrijwilligers en mantelzorgers zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun
(zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van ondersteuning is scholing. Kennis
en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat
vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren.
Wijkracht
Ook Wijkracht ziet het belang van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. De organisatie
onderzoekt daarom de mogelijkheden om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden
van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. Met het samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen verschillende organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en
themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Het doel van deze
bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt.
Afstemming
Wijkracht wil dat het gezamenlijke aanbod van scholing beter wordt afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers. Daarom peilen de organisaties door
middel van een online enquête de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers. Ook
vragen zij in de enquête aan vrijwilligers en mantelzorgers naar hun mening over het samenvoegen van het aanbod. In hoeverre vinden zij dit wenselijk? Wat vinden zij hierbij belangrijk?
Online enquête invullen
Vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo worden uitgenodigd deel te nemen aan het onderzoek. Dit kan door naar de website www.wijkracht.nl te gaan. Hier vinden zij de online enquête en nadere informatie over het onderzoek. Invullen kan tot 6 april 2015. Onder alle
deelnemers aan het onderzoek worden enkele cadeaubonnen ter waarde van € 20 verloot.
Wijkracht
Sinds 1 januari 2015 geldt de naam Wijkracht. Carintreggeland heeft voor haar Maatschappelijke Diensten dit nieuwe label geïntroduceerd. In Hengelo werkt Wijkracht samen met
Stichting Informele Zorg Twente, SCALA Welzijn en Stichting Welzijn Ouderen Hengelo.
>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
Noot voor de redactie
Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met Margot Hodes via
085- 7731720 / 06-12842488 of [email protected].
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 7:
157
Scholingsbehoefte vrijwilligers
Hieronder is te zien hoe vaak de deelnemende vrijwilligers (n=118)52 nog behoefte
hebben aan scholing op elk gebied (frequentie = aantal keer genoemd).
Categorie ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’
Omgaan met kinderen
25
Omgaan met mensen een psychische beperking
24
Omgaan met jongeren
18
Omgaan met ouderen/senioren
16
Omgaan met mensen met een lichamelijke beperking
13
Omgaan met andere vrijwilligers (waaronder vrijwilligers in de zorg)
6
Omgaan met allochtonen
5
Omgaan met asielzoekers
5
Omgaan met mantelzorgers
3
Anders
2
Totaal
117
Categorie ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’
Frequentie
Omgaan met conflicten
30
Omgaan met agressief gedrag
22
Pesten aanpakken en voorkomen
14
Omgaan met een specifieke ziekte of beperking (dementie, autisme, alzheimer, etc.)
10
Omgaan met stress
9
Omgaan met rouw en/of verlies
6
Omgaan met huiselijk geweld en/of kindermishandeling
6
Omgaan met laaggeletterdheid (helpen met lezen en schrijven)
5
Werken als gastvrouw/gastheer
3
Omgaan met een schuldgevoel
2
Rouwbegeleiding (begeleiding van rouw en verliesverwerking)
2
Tillift gebruik
1
Anders
1
Totaal
111
Categorie ‘Persoonlijke vorming’
52
Frequentie
Frequentie
Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren)
11
Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf)
8
Assertiviteitstraining (bijvoorbeeld assertief omgaan met collega’s)
7
Coachen en intervisie
7
Netwerken
7
Het gaat hier alleen om deelnemende vrijwilligers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
158
Omgaan met werkdruk
6
Ontvangen en geven van feedback/kritiek
6
Spreken in het openbaar (weg met de plankenkoorts)
5
Tijdmanagement (het beter managen van je tijd)
5
Tactisch beïnvloeden
4
Oriëntatie op vrijwilligerswerk (welk vrijwilligerswerk past bij mij?)
3
Samenwerken in teams
3
Sollicitatietraining (voorbereiding voor een sollicitatiegesprek)
3
Telefoontraining en vraagverheldering
3
Taalcursus
3
Schrijven van een sollicitatiebrief en/of cv
2
Balietraining
2
Oprichten van een vereniging of stichting
1
Anders
0
Totaal
86
Categorie ‘Zorg, welzijn en gezondheid’
Frequentie
EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken)
17
Reanimatie en AED-gebruik
14
BHV (Bedrijfshulpverlening)
7
Zorgtaken (bijvoorbeeld begeleiden van maaltijd en toiletbezoek)
6
Omgaan met en/of toedienen van medicijnen
5
Sociale Hygiëne
5
Alcoholpreventie (verantwoord alcoholgebruik, herkennen risicovol alcoholgebruik)
1
Arbo en ergonomie
1
Omgaan met gevaarlijke stoffen
1
Anders
2
Totaal
59
Categorie ‘Werken met vrijwilligers’
Frequentie
Werken met en begeleiden van vrijwilligers
14
Coördineren van vrijwilligerswerk
13
Gesprekstechnieken (bijvoorbeeld functioneringsgesprekken, feedback geven)
7
Werven en behouden van (jonge) vrijwilligers
7
Leidinggeven aan vrijwilligers
6
Vrijwilligersbeleid (wat mag u wel, en wat mag u niet?)
5
Werven van bestuursleden
2
Functiewaardering
1
Anders
0
Totaal
55
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Categorie ‘Sport en cultuur’
159
Frequentie
Opleiding voor trainer/coach
19
Respect en sportiviteit
11
Eerste Hulp bij Sportongevallen (EHBSO)
10
Sportmanagement
6
Tekenen en schilderen
3
Muziek/zangles
2
Het organiseren van een cultureel festival
1
Anders
1
Totaal
53
Categorie ‘PR en communicatie’
Frequentie
Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, projectplannen, etc.)
11
Communicatie
10
Netwerken (met bijvoorbeeld de wijk of een andere organisatie)
6
Promotie
5
Redactionele vaardigheden (clubblad, wijk- of dorpsraad, nieuwsbrief)
5
Public Relations
4
Mediatraining (omgaan met media/journalisten)
4
Voorlichting
1
Anders
0
Totaal
46
Categorie ‘Computer, internet en sociale media’
Frequentie
Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office, e-mail, Internet, etc.)
13
Gebruik van iPad/tablet en iPhone/smartphone
6
Gebruik van sociale media (Facebook, Twitter, LinkedIn, etc.)
5
Website bouwen en onderhouden
5
Digitale fotografie
2
Anders
2
Totaal
33
Categorie ‘Fondsenwerving, sponsoring en subsidies’
Frequentie
Fondsenwerving
9
Sponsoring
9
Subsidie aanvragen
8
Anders
0
Totaal
26
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Categorie ‘Administratie en boekhouden’
160
Frequentie
Boekhouden
7
Financieel Management
3
Schuldhulpverlening
3
Belastingkunde/-aangifte
2
Debiteurenbeheer
2
Loonadministratie
2
Salarisadministratie
2
Bestuurlijke informatievoorziening (BIV)
1
Anders
2
Totaal
24
Categorie ‘Bestuur en management’
Frequentie
Vergadertechnieken
4
Samenwerken met andere organisaties, instellingen, bedrijven of partners
4
Klantgericht werken
3
Stagebegeleiding
3
Wet- en regelgeving voor verenigingen of stichtingen
3
Budgetteren/verstandig om gaan met geld
2
Bestuursvaardigheden (visie ontwikkelen, beleidsplannen schrijven, voorzitterschap)
1
Personeelsmanagement
1
Anders
1
Totaal
22
Categorie ‘Wijken en buurten’
Frequentie
(Jongeren)buurtbemiddeling
4
Bewoners- en commissiezaken
3
Praktische vaardigheden
3
Begeleiden of organiseren van buurtavonden
2
Verkeersregelaar bij evenementen in de buurt/wijk
1
Anders
1
Totaal
14
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Bijlage 8:
161
Scholingsbehoefte mantelzorgers
Hieronder is te zien hoe vaak de deelnemende mantelzorgers (n=33)53 nog behoefte
hebben aan scholing op elk gebied (frequentie = aantal keer genoemd).
Categorie ‘Wet- en regelgeving in de zorg’
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
9
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
7
Wettelijke regelingen voor mantelzorgers
7
Wet Maatschappelijke Ontwikkeling
6
Wet toelating zorginstellingen
4
Zorgverzekeringswet
4
Werken met een familiezorgsysteem/zorgsamendossier
4
Anders
2
Totaal
43
Categorie ‘Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’
Frequentie
Zorg de baas (goede balans mantelzorg en zorg voor mijzelf)
10
Grenzen aangeven
8
Mindfulness (met aandacht aanwezig zijn, ook in lastige periodes)
6
Begeleiden van ander mantelzorgers/lotgenoten
2
Netwerkcoaching (versterken van uw netwerk/contacten met lotgenoten)
1
Tijdmanagement (hoe kan ik mijn mantelzorgtaken goed indelen)
1
Anders
0
Totaal
28
Categorie ‘Omgaan met een bepaalde ziekte of beperking’
53
Frequentie
Frequentie
Omgaan met dementie
5
Omgaan met een beroerte (TIA, herseninfarct of hersenbloeding)
4
Omgaan met hartfalen
4
Omgaan met autisme
3
Omgaan met alzheimer
2
Omgaan met diabetisch
1
Omgaan met kanker
1
Omgaan met een bloedziekte (leukemie, bloedarmoede, etc.)
1
Omgaan met een psychische stoornis (depressie, burn-out, angststoornis, etc.)
0
Omgaan met COPD (chronische longaandoening)
0
Anders
4
Totaal
25
Het gaat hier alleen om deelnemende mantelzorgers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing.
Wijkracht – 2015
Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo
Categorie ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’
162
Frequentie
Omgaan met stress
3
Omgaan met rouw en verlies
3
Omgaan met agressie (agressief gedrag)
2
Omgaan met conflicten
2
Omgaan met een schuldgevoel
2
Anders
4
Totaal
16
Categorie ‘Gezondheid, arbo en veiligheid’
Frequentie
Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO)
4
Reanimatie en AED-gebruik
4
Rolstoelgebruik
3
Eerste Hulp bij Kinderongelukken
2
Til- en transfervaardigheden (tiltechnieken/overbelasting voorkomen)
2
Anders
0
Totaal
15
Categorie ‘Begeleiden van iemand met een beperking’
Frequentie
Begeleiden van mensen met een psychische beperking
4
Begeleiden van jongeren met een beperking
3
Begeleiden van mensen met een lichamelijke beperking
2
Begeleiden van kinderen met een beperking
1
Begeleiden van ouderen/senioren met een beperking
1
Brussencursus (voor broers en zussen van kinderen met een ziekte of beperking)
0
Jonge Mantelzorgers (JMZ)-cursus (wensen en grenzen van jonge mantelzorgers)
0
Anders
1
Totaal
12
Categorie ‘Ondersteunende en administratieve handelingen’
Frequentie
Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met zorgverzekering, etc.)
4
Begeleiden bij specifieke activiteiten (uitstapjes, bezoek aan huisarts/specialist, etc.)
0
Praktische ondersteuning (zorgpapieren invullen, contact met zorgverzekering, etc.)
0
Anders
0
Totaal
4
Wijkracht – 2015
Download