Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Datum Versie Uitgever Publicatiejaar Publicatietype Auteur Correspondentie Begeleidingscommissie Adviescommissie Communicatie Vormgeving 1 juli 2015 1.0 Wijkracht www.wijkracht.nl 2015 Onderzoeksrapport Drs. Marc ter Hedde (SCALA welzijn) [email protected] Margot Hodes (SIZ Twente) Marco Rosema (SCALA welzijn) Annie Gelderblom (SCALA welzijn) Dr. Oscar Peters (Universiteit Twente) Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo) Gaby Drees (SCALA welzijn) Paul Scheurink, grafisch ontwerper Dit rapport is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de volgende organisaties: Copyright © 2015 - Wijkracht Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Wijkracht of de auteur. Slechts een niet commercieel gebruik is toegestaan in het kader van de wetgeving op auteursrecht. Het ter inzage geven aan direct belanghebbenden is toegestaan. Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 2 Voorwoord Vanaf 1 januari 2015 zijn er nieuwe wetten en regelingen voor de zorg ingevoerd. Mensen moeten vaker en zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen wonen, en men gaat er vanuit dat iedereen zoveel mogelijk mee doet in de samenleving. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Het is van belang dat mantelzorgers en vrijwilligers hiervoor de juiste tools krijgen en zich ondersteund voelen in hun taken en werkzaamheden. Vanuit onze ervaring weten wij dat zowel mantelzorgers als vrijwilligers veel voordeel ervaren bij het opdoen van kennis en ontwikkeling middels scholing en training. In de samenwerking tussen vier organisaties in Hengelo (SCALA welzijn, Stichting Informele Zorg Twente, Stichting Welzijn Ouderen Hengelo en Carintreggeland) zijn wij aan het zoeken naar een manier om kennisontwikkeling voor mantelzorgers en vrijwilligers mogelijk te maken. In de loop der jaren is er al veel scholing ontwikkeld. De samenwerkende partners zijn voornemens om een centrale plek te organiseren waar reeds ontwikkelde scholing wordt gebundeld en die een verdere kennisontwikkeling mogelijk maakt. Maar dat doen we niet alleen. We willen dit in gezamenlijkheid verder ontwikkelen. Daarom vinden wij het belangrijk de scholingsbehoefte bij mantelzorgers en vrijwilligers zelf te inventariseren. Op het moment dat wij wilden starten met een onderzoek meldde Marc ter Hedde zich als vrijwilliger. Marc is een wetenschapper met veel onderzoekservaring, maar had op dat moment geen werk. Hij wilde voor ons dit onderzoek vrijwillig doen. Wij zijn erg blij met de inzet van Marc en vinden dat hij een kwalitatief en gedegen onderzoek heeft verricht. Dit is hét voorbeeld voor iemand die als vrijwilliger zijn kwaliteiten in wil zetten en daarmee blijft participeren in de samenleving. Mogelijk is dit voor hem een opstap naar weer betaald werk. Mede namens de begeleidingscommissie bedank ik Marc voor zijn inzet en wens ik u veel leesplezier! Margot Hodes Manager SIZ Twente Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 3 Dankwoord Op deze plaats wil ik iedereen bedanken die op één of andere wijze heeft geholpen bij de uitvoering van het onderzoek en/of het samenstellen van dit rapport. In de eerste plaats ben ik dank verschuldigd aan de begeleidingscommissie van het onderzoek, bestaande uit de leden: Margot Hodes (SIZ Twente) Marco Rosema (SCALA welzijn) Annie Gelderblom (SCALA welzijn) Hun advies en ondersteuning bij de uitvoering van het onderzoek alsmede de review van verschillende teksten heb ik als erg waardevol ervaren. Vervolgens wil ik alle vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties uit Hengelo bedanken voor hun deelname aan het onderzoek. Zonder hen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Verschillende collega’s van SCALA welzijn hebben de online enquête gepretest. Op basis van hun inzichten en feedback is de enquête op onderdelen aangepast. Dank gaat uit naar de volgende personen: Lidy Korf Marian Everink Ina Vogelzangs Marianne Jansen Karin Gelderblom Hermien Leussink Tevens ben ik dank verschuldigd aan de volgende personen die teksten hebben gereviewd en/of de communicatie rondom het onderzoek hebben verzorgd: Gaby Drees (SCALA welzijn) Anita de Wit (SCALA welzijn) Lenneke Herben (SIZ Twente) Jolanda van den Berg (SIZ Twente) Ria Steensma (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo) Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo) Monique Vermeulen (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo) Ten slotte ben ik dank verschuldigd aan externe deskundigen die advies hebben gegeven bij de opzet en/of uitvoering van het onderzoek (aanvullende statistische analyses). In het bijzonder gaat hierbij mijn dank uit naar: Dr. Oscar Peters (Universiteit Twente) Meryam Sümer (Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo) Hengelo, 1 juli 2015 Drs. Marc ter Hedde Onderzoeksleider Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 4 Samenvatting Aanleiding, doel en opzet van het onderzoek Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben zij zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun (zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld is scholing. Kennis en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren. Ook Wijkracht (een samenwerking van Carintreggeland, Stichting Informele Zorg Twente, SCALA welzijn en Stichting Welzijn Ouderen Hengelo) ziet het belang van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. Wijkracht onderzoekt de mogelijkheden om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden van scholing aan vrijwilligers en mantelzorgers. Met het samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen verschillende organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt. In opdracht van Wijkracht heeft drs. Marc ter Hedde onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en (vrijwilligers)organisaties uit Hengelo in het kader van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek. Gekeken is in hoeverre zij dit wenselijk achten en wat zij hierbij belangrijk vinden. Daarnaast is zowel de huidige scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers en het scholingsaanbod van (vrijwilligers)organisaties geïnventariseerd. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van drie dataverzamelingsmethoden. Allereerst zijn middels deskresearch de scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers in kaart gebracht. Vervolgens is een enquête gehouden onder zowel vrijwilligers, mantelzorgers als vrijwilligersorganisaties uit Hengelo. Het doel was om enerzijds de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in kaart te brengen en anderzijds om hun mening te peilen over een centrale scholingsplek. Ten slotte is een focusgroep gehouden met een aantal vrijwilligersorganisaties om de resultaten van de enquête in een breder perspectief te kunnen plaatsen. Hierbij is vooral gekeken naar het openstellen van scholing voor vrijwilligers van andere organisaties en het samen scholing aanbieden vanuit een centrale scholingsplek. Resultaten en conclusies Ervaring met scholing Iets meer dan de helft van de vrijwilligers die aan de enquête heeft deelgenomen (53%) had al ervaring met scholing. Daarentegen had bijna drie kwart van de deelnemende mantelzorgers (65,1%) nog geen ervaring met scholing. Beide groepen deelnemers hebben al vaak scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld conflicten, agressie, rouw en verlies). Op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals senioren, gehandicapten, allochtonen etc.) is door de vrijwilligers het vaakst scholing gevolgd. Ook op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach) is door vrijwilligers vaak scholing gevolgd. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 5 Mantelzorgers hebben het vaakst scholing gevolgd op het gebied van ‘Mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen aangeven, etc.). Daarnaast is vaak door deze groep deelnemers scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met een bepaalde ziekte of aandoening’. Tevredenheid over gevolgde scholing Alle mantelzorgers en een grote meerderheid van de vrijwilligers (91,2%) zijn tevreden over scholing die zij hebben gevolgd, met name omdat zij hierdoor nieuwe kennis en inzichten hebben verkregen. Daarnaast spelen de wijze waarop scholing is georganiseerd (vrijwilligers) en of men door scholing een goede balans heeft gekregen tussen mantelzorg en zorg voor zichzelf (mantelzorgers) hierbij een rol. Redenen waarom scholing is gevolgd De belangrijkste reden waarom de deelnemende vrijwilligers scholing hebben gevolgd, is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf om scholing te hebben gevraagd. Vervolgens is bij de deelnemende mantelzorgers de belangrijkste reden waarom zij scholing hebben gevolgd dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf om scholing te hebben gevraagd. Huidige behoefte aan scholing Van de deelnemers hebben de vrijwilligers momenteel nog de meeste behoefte aan scholing. Het gaat hier om 60% van de deelnemers ten opzichte van 45% van de deelnemers bij de groep mantelzorgers. De vrijwilligers zouden nog vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals omgaan met jongeren of gehandicapten), ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief gedrag of conflicten) en ‘Persoonlijke vorming’ (bijvoorbeeld Mindfulness). Mantelzorgers die hebben deelgenomen zouden nog vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals de AWBZ en WMO) en ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (bijvoorbeeld zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming). Voorkeur type, duur, frequentie en dagdeel van scholing Alle mantelzorgers en een ruime meerderheid van de vrijwilligers (98,3%) geeft aan dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste groep deelnemers bij beide groepen geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt. Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers is een training en/of cursus het scholingstype dat de meeste voorkeur geniet. Zowel bij de vrijwilligers als mantelzorgers geeft een ruime meerderheid er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep vrijwilligers (32,2%) zou bij voorkeur één keer per kwartaal scholing volgen en de grootste groep mantelzorgers (39,4%) bij voorkeur één keer per maand. Een ruime meerderheid van de vrijwilligers en mantelzorgers gaf aan ‘slechts’ een beperkt deel van de dag (hetzij ochtend, middag of avond) aan scholing te willen besteden. Bij de groep vrijwilligers geniet de avond de voorkeur (29,7%) voor scholing en bij de groep mantelzorgers de ochtend (27,3%). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 6 In hoeverre organisaties scholing aanbieden aan (hun) vrijwilligers Een ruime meerderheid van de organisaties die aan de enquête heeft deelgenomen (64%) biedt (hun) vrijwilligers de mogelijkheid van scholing. De grootste groep van de organisaties (47,8%) biedt deze mogelijkheid slechts een aantal keer per jaar en een kwart van de organisaties niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar. Het scholingsaanbod van de deelnemende organisaties heeft vooral betrekking op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals conflicten of agressie). Dit zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers behoefte hebben aan scholing. Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg, welzijn en gezondheid’ wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is juist door veel vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête aangegeven op deze gebieden nog behoefte te hebben aan scholing. De grootste groep van de deelnemende organisaties (39,2%) verzorgt bij voorkeur externe scholing. De meesten van hen (65,2%) zijn in het algemeen (zeer) tevreden over scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd. Bijna alle organisaties (95,7%) zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun organisatie. Geen van de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is. De meerderheid van de deelnemende organisaties (78%) gaat het scholingsaanbod niet uitbreiden. Enerzijds is er een groep (39,1%) die de scholing wel zou willen uitbreiden, maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties (39,1%) die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod. Waarom organisaties scholing aanbieden aan (hun) vrijwilligers De belangrijkste reden waarom de deelnemende organisaties scholing aanbieden is dat door scholing vrijwilligers meer voldoening halen uit hun werk (74,3%). Daarnaast is een belangrijke reden om scholing aan te bieden dat vrijwilligers daardoor gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten voor de organisatie (73,7%) en tevens de kwaliteit van hun werk zal toenemen (72,5%). Slechts een derde van de deelnemende organisaties heeft aangegeven scholing aan te bieden aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker zou worden bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook gaf slechts een derde van de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen, omdat zij iets bij willen leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke ontwikkeling). Ten slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers, omdat voor sommige activiteiten een wettelijke verplichting bestaat om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van alcohol mag alleen gebeuren door gekwalificeerd personeel). Scholing van vrijwilligers wordt door de organisaties met name gestimuleerd door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) en door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten. Mening van de deelnemers over een centrale scholingsplek in Hengelo Van de vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen vindt een (ruime) meerderheid (68,4% en 60,3%) het wenselijk dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Slechts een klein aantal deelnemers van beide groepen (1,1%/1,6%) vindt dit geen wenselijke ontwikkeling. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 7 Of de deelnemende organisaties het wenselijk vinden dat (hun) vrijwilligers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek, komt geen eenduidig beeld naar voren. 14 organisaties vinden dit wenselijk, 13 organisaties hebben neutraal geantwoord en 9 organisaties weten het niet of hebben hier geen mening over. Van de groep deelnemende vrijwilligers is een kleine meerderheid (50,9%) van mening dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te verzorgen dan een individuele (vrijwilligers)organisatie. Overigens heeft iets meer dan een derde van de deelnemers geantwoord met weet niet/geen mening. Bij de deelnemende mantelzorgers is de groep die denkt dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing aan te bieden groter dan de groep die denkt dat dit niet het geval is (38,1% tegenover 12,7%). Bij de mantelzorgers heeft overigens de grootste groep (49,2%) geantwoord met weet niet/geen mening. Of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden komt bij de deelnemende organisaties geen eenduidig beeld naar voren. Van hen zijn er 13 van mening dat dit het geval is. Een even groot aantal denkt juist dat een centrale scholingsplek geen verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit niet te weten of hier geen mening over te hebben. Het delen van kennis en ervaring is volgens de deelnemers de belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter scholing zou kunnen verzorgen dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. De belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing zou kunnen verzorgen is volgens de deelnemers dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen. Een centrale scholingsplek is bij zowel de vrijwilligers als mantelzorgers niet de eerste keuze als het gaat om de organisatie waar de deelnemers zich het liefst aanmelden voor scholing. Bij de vrijwilligers is dit de organisatie waar zij het vrijwilligerswerk (voor) doen en bij de mantelzorgers de Stichting Informele Zorg Twente. De grootste groep van de deelnemende organisaties (38,9%) geeft er de voorkeur aan dat hun vrijwilligers zich voor scholing aanmelden bij de eigen organisatie. Vervolgens gaat de voorkeur van de organisaties uit naar een centrale scholingsplek (22,2%) of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (22,2%). Zowel de vrijwilligers als mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen melden zich het liefst digitaal aan voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij vrijwilligers gaat de voorkeur uit naar een website/digitaal aanmeldingsformulier (40,4%). Mantelzorgers melden zich het liefst via e-mail aan voor scholing 36,5%). De mantelzorgers zijn eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen dan de vrijwilligers. Iets meer dan de helft van hen (50,8%) is hiertoe (waarschijnlijk) bereid. Bij vrijwilligers gaat het om 37,5%. Hier is de grootste groep deelnemers (45%) (waarschijnlijk) niet bereid om een eigen bijdrage voor scholing te betalen. De helft van de deelnemende vrijwilligers gaf aan bereid te zijn om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij de groep mantelzorgers is daarentegen ‘slechts’ bijna een derde (30,1%) bereid om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen. De grootste groep mantelzorgers (39,7%) heeft aangegeven niet te weten welke eigen bijdrage voor scholing zij zouden willen betalen, of hebben hier geen mening over. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 8 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen voor Wijkracht geformuleerd: Aanbeveling 1: Maak het scholingsaanbod (duidelijk) online kenbaar Met name op een website zou een gevarieerd scholingsaanbod overzichtelijk aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals een cursus, training of workshop). Aanbeveling 2: Benadruk het belang van scholing Voor een centrale scholingsplek is een belangrijke rol weggelegd als het gaat om het nut en de noodzaak van scholing bij vrijwilligers en mantelzorgers breed onder de aandacht te brengen. Aanbeveling 3: Zorg dat scholing goed aansluit bij de praktijk Scholing moet voor vrijwilligers en mantelzorgers relevant zijn voor het verrichten van hun (zorg)taken. De vraag is of scholing voor hen een belangrijke bijdrage levert aan het functioneren in een huidige of toekomstige functie. Aanbeveling 4: Zorg ervoor dat scholing goed georganiseerd wordt Om als centrale scholingsplek een kwalitatief goed scholingsaanbod aan te kunnen bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het raadzaam om een aantal vakinhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteitscriteria te hanteren. Aanbeveling 5: Biedt laagdrempelige scholing zonder eigen bijdrage Scholing moet voor alle vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo toegankelijk zijn. Een ieder moet onder dezelfde condities scholing kunnen volgen. Er moet geen eigen bijdrage van vrijwilligers en mantelzorgers worden gevraagd voor scholing. Aanbeveling 6: Maak digitaal inschrijven voor scholing mogelijk Voor vrijwilligers en mantelzorgers zou het mogelijk moeten zijn om zich digitaal aan te melden voor scholing, hetzij via een digitaal aanmeldingsformulier of door een e-mail te sturen. De eerste variant geniet de voorkeur. Aanbeveling 7: Scholing kan het contact met lotgenoten faciliteren Scholing kan voor vrijwilligers en mantelzorgers een duidelijke sociale component hebben. Door scholing kunnen zij lotgenoten (beter) leren kennen en kan het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Dit zou gestimuleerd kunnen worden. Aanbeveling 8: Peil op gezette tijden de scholingsbehoefte Voorgesteld wordt om op gezette tijden (om de twee jaar) de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers te inventariseren en hier het scholingsaanbod op af te stemmen. Hierdoor is er altijd een actueel en gewenst aanbod van scholing. Aanbeveling 9: Neem vertrouwen als basis voor samenwerking Samenwerking in diversiteit is alleen werkbaar als de verschillende organisaties er in slagen de diversiteit te overstijgen. Interactie, uitwisseling, een gezamenlijke aanpak zoeken, en een gedeeld doel vaststellen is daarvoor een hulpmiddel. Aanbeveling 10: Formuleer een denktank ‘kennis delen geeft kracht’ Formeer een ‘denktank’ om in kaart te brengen welke organisaties samen scholing zouden kunnen ontwikkelen en aanbieden vanuit een centrale scholingsplek en hoe effectief kennis tussen organisaties kan worden uitgewisseld. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 9 Aanbeveling 11: Kies voor een divers scholingsaanbod naar gebied Voorgesteld wordt om een divers aanbod van scholing naar gebied beschikbaar te stellen voor vrijwilligers en mantelzorgers. De indeling die hiervoor bij dit onderzoek is gehanteerd zou hierbij als uitgangspunt genomen kunnen worden. Aanbeveling 12: Kies bij voorkeur voor een cursus of training De deelnemende vrijwilligers en mantelzorgers geven de voorkeur aan een training of cursus als scholingstype. Daarnaast heeft een grote groep van de deelnemende organisaties ook aangegeven dat hun vrijwilligers hier de voorkeur aan geven. Discussie Een belangrijke constatering van het onderzoek is dat bij alle drie de doelgroepen het belang en de noodzaak van scholing wordt onderkend. Door scholing zouden vrijwilligers en mantelzorgers beter toegerust zijn om hun (zorg) taken uit te kunnen voeren. Ook zou scholing volgens de deelnemers een duidelijke sociale component hebben. Door scholing kunnen vrijwilligers en mantelzorgers lotgenoten (beter) leren kennen en zal het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Vervolgens is een belangrijke constatering dat weliswaar een (ruime) meerderheid van de vrijwilligers en mantelzorgers het wenselijk vindt dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo, maar op de vraag in hoeverre een centrale scholingsplek ook beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden, komt er geen eenduidig beeld naar voren. Een aantal deelnemers is van mening dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst is op bepaalde doelgroepen. Ook is een aantal deelnemers van mening dat een centrale scholingsplek te groot en onpersoonlijk is en specialistische kennis mist. Om in te spelen op de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers en de argwaan van een aantal van hen over een centrale scholingsplek zoveel mogelijk weg te nemen is allereerst een belangrijke rol weggelegd voor Wijkracht. Het gaat hierbij dan zowel om het duidelijk communiceren over het belang van scholing als om de mogelijkheden van een centrale scholingsplek (scholingsaanbod en dienstverlening) goed over het voetlicht te brengen. Dit kan zowel via ‘oude of traditionele media’ (zoals radio en kranten) als ‘sociale of nieuwe media’ (zoals e-mail, Facebook, Twitter, LinkedIn). Met name voor de tweede groep media is een belangrijke rol weggelegd. Om vanuit een centrale scholingsplek een ruim en gevarieerd aanbod van scholing aan te bieden is het cruciaal dat verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo elkaar weten te vinden en bereid zijn om kennis te delen. Hierbij speelt een wederzijds vertrouwen in elkaar een belangrijke rol. Vanuit het principe ‘Kennis delen geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Zoals eerder opgemerkt zouden verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds in Hengelo bestaan (zoals op het gebied van sport) hierbij als vertrekpunt genomen kunnen worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden met andere organisaties en sectoren. Bij het opzetten van een ‘denktank’ is het van belang dat er naar mensen wordt gezocht met verschillende specialismen, zodat een gemêleerd gezelschap ontstaat. Wanneer enkel met elkaar vergelijkbare mensen worden samengevoegd, zal er namelijk minder snel ‘out-of the box’ worden gedacht. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding…………………………………………………………………….….………………………..... 13 1.1 Aanleiding van het onderzoek ................................................................ 13 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek ....................................... 14 1.3 Aanpak van het onderzoek ...................................................................... 15 1.4 Definities van kernbegrippen binnen het onderzoek ................. 15 1.5 Leeswijzer ......................................................................................................... 17 2 Achtergrond van het onderzoek……………………………….…….…… 18 2.1 Vrijwilligerswerk in Hengelo ................................................................... 18 2.2 Mantelzorg in Hengelo ............................................................................... 20 2.3 Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers .................................. 21 2.4 Een centrale scholingsplek in Hengelo ............................................. 23 3 Verantwoording van het onderzoek……………………….………… 25 3.1 Methode van onderzoek ............................................................................ 25 3.2 Aanpak van het onderzoek ...................................................................... 26 3.3 Verantwoording van de enquête ........................................................... 27 3.4 Verantwoording van de focusgroep .................................................... 33 3.5 Verwerking resultaten ............................................................................... 34 3.6 Planning van het onderzoek .................................................................... 35 4 Resultaten enquête vrijwilligers…………………………………………… 36 4.1 Achtergrond deelnemers .......................................................................... 36 4.2 Ervaring als vrijwilliger .............................................................................. 37 4.3 Scholing die reeds is gevolgd als vrijwilliger ................................ 40 4.4 Huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger .............................. 45 4.5 Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 48 5 Resultaten enquête mantelzorgers…………………………………….. 53 5.1 Achtergrond deelnemers .......................................................................... 53 5.2 Ervaring als mantelzorger ........................................................................ 54 5.3 Scholing die reeds is gevolgd als mantelzorger ........................... 54 5.4 Huidige behoefte aan scholing als mantelzorger ........................ 60 5.5 Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 63 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 6 11 Resultaten enquête organisaties…………………………………………. 67 6.1 Kenmerken van de organisaties ........................................................... 67 6.2 Kenmerken van vrijwilligers bij de organisaties .......................... 68 6.3 Scholingsbehoefte van vrijwilligers bij de organisaties .......... 70 6.4 Scholingsmogelijkheden bij de organisaties .................................. 71 6.5 Mening over een centrale scholingsplek ......................................... 76 7 Resultaten focusgroep organisaties…………………………………. 79 7.1 Openstellen van scholing ......................................................................... 79 7.2 Toegang tot scholing .................................................................................. 81 7.3 Samen scholing aanbieden ...................................................................... 82 7.4 Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek .......................... 84 7.5 Financiering van een centrale scholingsplek ................................ 85 7.5 Ten slotte .......................................................................................................... 86 8 Conclusies en aanbevelingen………………………………………………….. 88 8.1 Conclusies ........................................................................................................ 88 8.2 Aanbevelingen .............................................................................................. 103 8.3 Discussie ......................................................................................................... 110 8.4 Handreikingen voor vervolgonderzoek ............................................ 111 9 Verdiepende statistische analyse……………………………………… 112 9.1 Enquête vrijwilligers ................................................................................. 112 9.2 Enquête mantelzorgers ............................................................................ 112 9.3 Enquête organisaties ................................................................................ 113 9.4 Structureel model ....................................................................................... 114 10 Reflectie op het onderzoek……………………………………………………… 115 10.1 Kanttekeningen bij de enquête ........................................................ 115 10.2 Kanttekeningen bij de focusgroep .................................................. 116 10.3 Percepties van de deelnemers .......................................................... 116 Over de onderzoeker……………………………………………………………………………… 118 Referenties…………………………………………………………………………………………………..... 119 Bijlage 1: Enquête vrijwilligers…………………………………………………………………. 121 Bijlage 2: Enquête mantelzorgers……………………………………………………………. 133 Bijlage 3: Enquête organisaties……………………………………………………………….. 143 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 12 Bijlage 4: Draaiboek focusgroep……………………………………………………………… 152 Bijlage 5: Uitnodigingsmail enquête……………………………………………………… 155 Bijlage 6: Persbericht…………………………………………………………………………………… 156 Bijlage 7: Scholingsbehoefte vrijwilligers………………………………………….. 157 Bijlage 8: Scholingsbehoefte mantelzorgers…………………………………….. 161 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 1 13 Inleiding “Grote ontdekkingen en verbeteringen zijn altijd het gevolg van de samenwerking tussen vele denkvermogens” – Alexander Graham Bell (1847-1922) – In dit rapport zijn de resultaten weergegeven van een onderzoek naar de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. Marc ter Hedde in opdracht van Wijkracht, een samenwerking van Carintreggeland, Stichting Informele Zorg Twente, SCALA welzijn en Stichting Welzijn Ouderen Hengelo. 1.1 Aanleiding van het onderzoek Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben zij zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun (zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van ondersteuning is scholing. Kennis en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren. Behoefte aan centrale sturing en organisatie van scholing In Hengelo zijn een groot aantal vrijwilligersorganisaties (zoals gehandicaptenorganisaties, sport- of culturele verenigingen, stichtingen en clubs) die behoefte hebben aan (jaarlijkse) scholing van hun vrijwilligers en/of mantelzorgers. Al deze organisaties hebben hun eigen opleidingsbehoefte en organiseren scholing voor hun eigen vrijwilligers en/of mantelzorgers. Het zou daarom zo kunnen zijn dat organisaties die nagenoeg dezelfde doelen nastreven ook ongeveer dezelfde scholingsmogelijkheden aanbieden. Om de scholingsmogelijkheden breed in te kunnen zetten en beschikbaar te stellen voor andere vrijwilligers en mantelzorgers dan de eigen, is er behoefte aan overzicht, centrale sturing en organisatie van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Onderzoek naar een centrale scholingsplek in Hengelo Ook Wijkracht ziet het belang van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. De samenwerkende organisaties willen daarom de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Door samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen organisaties cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers gezamenlijk gaan organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt. Hierbij is het ook van belang dat de scholing (nog) beter wordt afgestemd op de wensen en behoeften van zowel vrijwilligers en mantelzorgers als vrijwilligersorganisaties in Hengelo. De verwachting is dat hierdoor het rendement van scholing groot zal zijn. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 14 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek In de vorige paragraaf is aangegeven dat Wijkracht de mogelijkheden wil onderzoeken om te komen tot het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. De doelstelling van dit onderzoek is om inzicht te bieden over hoe een centrale scholingsplek in Hengelo vorm zou kunnen krijgen, afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties. Met het onderzoek wordt beoogd: A. Het in kaart brengen van de behoefte aan scholing van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. B. Het in kaart brengen van de scholing die vrijwilligersorganisaties in Hengelo aanbieden aan (hun) vrijwilligers. C. Het peilen van de mening van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo. In hoeverre vinden zij dit wenselijk? Wat vinden zij hierbij belangrijk? Op basis van deze doelstelling zijn tien onderzoeksvragen geformuleerd, onderverdeeld in vier clusters. Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 1. In hoeverre en op welk gebied hebben vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo al scholing gevolgd voor hun vrijwilligerswerk of mantelzorg? 2. Hoe tevreden zijn vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo in het algemeen over scholing die zij reeds hebben gevolgd? 3. Welke (algemene en specifieke) scholingsvragen zijn er momenteel bij vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Van welke scholing zouden zij nog gebruik willen maken? 4. Wat zijn belangrijke motieven voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo om scholing te volgen? 5. Welk type, tijdsduur, frequentie en dagdeel van scholing heeft over het algemeen de voorkeur van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Scholingsaanbod van vrijwilligersorganisaties in Hengelo 6. Welke scholing wordt momenteel door vrijwilligersorganisaties in Hengelo aangeboden aan (hun) vrijwilligers? Gaat het hierbij vooral om interne scholing of externe scholing? 7. Waarom wordt door de vrijwilligersorganisaties in Hengelo aan (hun) vrijwilligers scholing aangeboden? En op welke wijze wordt scholing door hen gestimuleerd? Mening over een centrale scholingsplek in Hengelo 8. Wat is de mening van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo? In hoeverre vinden zij dit wenselijk c.q. een positieve ontwikkeling? Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 15 Aanbevelingen Op basis van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan die Wijkracht kan helpen bij het ontwikkelen van een centrale scholingsplek in Hengelo, in lijn met de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties. Concreet wordt antwoord gegeven op de vragen: 9. Wat zijn belangrijke aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet worden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan, wil deze ontwikkeling positieve effecten hebben voor de betrokkenen? 10. Welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers zouden op basis van het onderzoek een plek moeten krijgen in een centrale scholingsplek in Hengelo? 1.3 Aanpak van het onderzoek Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is gebruikt gemaakt van een combinatie van verschillende dataverzamelingsmethoden. Deskresearch Middels deskresearch in de vorm van literatuuronderzoek en het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies in Nederland zijn de scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers in kaart gebracht. Deze exercitie vormde de basis voor de enquête en focusgroep die hierna volgde. Enquête In een enquête is aan vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties gevraagd naar hun behoeften en wensen omtrent scholing en hun mening over een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Focusgroep Er is een focusgroep gehouden met een aantal vrijwilligersorganisaties die aan de enquête hebben deelgenomen. Het doel van deze groepsdiscussie was om aanvullende informatie te verkrijgen over de wensen en behoeften, achterliggende redenen voor deze wensen en behoeften en de waarden van verschillende vrijwilligersorganisaties met betrekking tot de onderwerpen die bij de enquête aan bod zijn gekomen. Met de focusgroep werd beoogd enige vorm van consensus te bereiken over de wijze waarop scholing van vrijwilligers en mantelzorgers volgens vrijwilligersorganisaties het beste ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden kan worden vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo. 1.4 Definities van kernbegrippen binnen het onderzoek Centrale scholingsplek Een centrale scholingsplek is een locatie waar de scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers, vanuit verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo, gezamenlijk wordt ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden. Door het samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 16 Mantelzorg Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie (De Nationale Raad voor de Volksgezondheid). Mantelzorger Een mantelzorger is iemand die langdurig en onbetaald zorgt voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit zijn/haar omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis (Mezzo, 2015). Mantelzorgers kiezen er niet voor om te gaan zorgen: het overkomt hen, omdat ze een emotionele band hebben met degene die zorg nodig heeft. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, kunnen hier niet zomaar mee stoppen en verrichten soms verpleegkundige handelingen (Mezzo, 2015). Scholing Scholing is de systematische ontwikkeling van kennis, vaardigheden en attitudes die iemand nodig heeft om bepaalde taken adequaat uit te voeren. Scholing kan bijvoorbeeld bestaan uit een cursus, training, workshop of themabijeenkomst (ter Hedde, 2015). Vrijwilliger Een vrijwilliger is iemand die (in enig organisatorisch verband) onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving, waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend (bewerking definitie Rijksoverheid, 2015). Vrijwilligersorganisatie Vrijwilligersorganisaties zijn organisaties waarvan doelen worden gesteld en gerealiseerd door vrijwilligers. De vrijwilligers worden hierbij ondersteund door beroepskrachten (Meijs en Westlaken, 1994). Deze organisaties worden vaak gerekend tot het zogenaamde “maatschappelijk middenveld”. Dit veld bestaat uit particuliere organisaties met en zonder publieke taken, maar zonder winstoogmerk (Bovens et al., 2001). Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is werk dat (in enig georganiseerd verband) onbetaald en onverplicht voor anderen of de samenleving wordt verricht (bewerking definitie Rijksoverheid, 2015). Zorgvrijwilliger Zorgvrijwilligers zijn vrijwilligers die ervoor kiezen om actief te zijn in de zorg. Als zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Zij verlenen hun zorg voor een beperkt aantal uren en kunnen hier op eigen initiatief mee stoppen. Zorgvrijwilligers werken in georganiseerd verband en verrichten nooit verpleegkundige handelingen (Mezzo, 2015). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 17 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de achtergrond van het onderzoek geschetst. De verantwoording van het onderzoek gebeurt in hoofdstuk 3. De hoofdstukken 4, 5 en 6 bespreken achtereenvolgens de resultaten van de enquêtes onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. In hoofdstuk 7 zijn de resultaten van de focusgroep opgenomen. Vervolgens komen in hoofdstuk 8 de conclusies aan bod, gevolgd door aanbevelingen. In hoofdstuk 9 zijn verdiepende statistische analyses van de enquête weergegeven. Ten slotte wordt in hoofdstuk 10 een reflectie op het onderzoek gegeven. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 2 18 Achtergrond van het onderzoek “De beste manier om een slechte daad te vermijden is een goede te verrichten, want er is niets zo moeilijk als proberen niets te doen” – John Clare (1793-1864) – 2.1 Vrijwilligerswerk in Hengelo De Hengelose samenleving draait voor een groot deel op de inzet van vrijwilligers. Het werk is nuttig en verbindt mensen en geeft voldoening. Het overgrote deel van de vrijwilligers in Hengelo werkt in enig georganiseerd verband, maar wel onverplicht en onbetaald, ten behoeve van anderen of de samenleving. Burenhulp en mantelzorg vallen hier niet onder. Aantal vrijwilligers in Hengelo Naar schatting zijn er in Hengelo ongeveer 24.000 vrijwilligers in enig georganiseerd verband actief voor een (vrijwilligers)organisatie of instelling. Het gaat om bijna 40% van de inwoners van Hengelo in de leeftijd van 15 tot en met 75 jaar. 1 Ongeveer 24.000 vrijwilligers Sectoren waar vrijwilligerswerk wordt gedaan in Hengelo In Hengelo zijn vrijwilligers actief in uiteenlopende sectoren. Uit een peiling van het HengeloPanel uit maart 2014 komt naar voren dat in Hengelo vooral vrijwilligerswerk wordt verricht in de zorg/welzijn/gezondheid, bij een kerk, sportvereniging of culturele vereniging (zie figuur 2.1). 1 De schatting is gebaseerd op gegevens van het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo, de gemeente Hengelo en het HengeloPanel. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 19 Figuur 2.1 Sectoren van vrijwilligerswerk in Hengelo (n=1744)2 Zorg/welzijn/gezondheid 28% Sportvereniging 26% Religie en levensbeschouwing 19% Culturele vereniging 16% School 15% Wijk, buurt/wonen 14% Politieke en ideële organisatie 8% Hobbyvereniging 6% Natuur en milieu/dieren 5% Vakbond, beroepsorganisatie 5% Jeugdwerk Ontwikkelingswerk 4% 3% Bron: HengeloPanel, peiling 1, maart 2014. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (SVH) In Hengelo kunnen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties voor allerlei vragen op het gebied van vrijwilligerswerk terecht bij het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo, onderdeel van SCALA Welzijn. Organisaties die op zoek zijn naar vrijwilligers kunnen zich bij het servicepunt aanmelden. Het SVH helpt vrijwilligers bij het vinden van passend vrijwilligerswerk. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo is de marktplaats voor vrijwilligers(organisaties) in Hengelo Het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo brengt vrijwilligers en organisaties met elkaar in contact. Hiervoor beschikt het SVH onder meer over een online vacaturebank met een actueel aanbod van vacatures voor vrijwilligers. Deze is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar, zie: www.servicepuntvrijwilligerswerkhengelo.nl. Figuur 2.2 Screenshot website Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 2 Percentage van de leden van het HengeloPanel dat de betreffende sector heeft genoemd. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 2.2 20 Mantelzorg in Hengelo Zorgen voor iemand in de naaste omgeving is heel natuurlijk. Het is iets dat veel inwoners van Hengelo gewoon doen. Bijvoorbeeld voor de kinderen, partner, ouders, broer of zus, familielid, vriend of kennis. Mantelzorg is in de basis iets heel moois en positiefs, waar mensen vaak hun hele ziel en zaligheid in leggen. Mantelzorgers zijn belangrijk omdat zij bijdragen aan een betere kwaliteit van leven voor hun naasten. Een mantelzorger zorgt langdurig en onbetaald voor iemand die chronisch ziek, beperkt of hulpbehoevend is, en met wie hij of zij een persoonlijke band heeft. Dat kan een familielid zijn, maar ook een vriend of kennis. Mantelzorg kan bijvoorbeeld bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer of geldzaken regelen. Aantal mantelzorgers in Hengelo Het percentage inwoners van Hengelo van 19 jaar en ouder dat mantelzorg verleend, ligt volgens een onderzoek van de GGD Twente op 12 procent. Dat percentage is gelijk aan het landelijk en Twents gemiddelde. In aantallen gaat het in Hengelo om iets meer dan 7.000 mantelzorgers.3 Ongeveer 7.000 mantelzorgers Stichting Informele Zorg Twente In Hengelo zijn verschillende organisaties die zich bezig houden met mantelzorgondersteuning. Naast thuiszorgorganisaties en zorginstellingen is dat bijvoorbeeld de Stichting Informele Zorg Twente (SIZ Twente). Deze stichting ondersteunt mantelzorgers door het geven van informatie en advies, of het bieden van een luisterend oor. Mantelzorgers kunnen er ook voor praktische ondersteuning en scholing terecht. Vanuit de diverse Steunpunten Mantelzorg begeleiden de consulenten van SIZ Twente mantelzorgers van jong tot oud. De ondersteuning is gericht op de mantelzorger zelf, zodat hij/zij de zorg vol kan houden en niet overbelast raakt. 3 In Twente zijn ruim 55.000 mantelzorgers actief, dat is dus ook 12% van de bevolking. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 21 2.3 Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers Door maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben vrijwilligers en mantelzorgers zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun (zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van ondersteuning is scholing. Kennis en/of vaardig- heden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren. Waarom scholing van vrijwilligers en mantelzorgers? Er zijn verschillende redenen (motieven) om de kennis en vaardigheden van vrijwilligers en mantelzorgers te vergroten en hiervoor scholing in te zetten. In tabel 2.1 zijn een aantal belangrijke redenen weergegeven.4 Tabel 2.1 Waarom scholing van vrijwilligers en mantelzorgers? Waarom scholing van vrijwilligers? 4 Waarom scholing van Mantelzorgers? De vrijwilliger wil zelf iets leren en/of zich verder ontwikkelen De mantelzorger wil zelf iets leren en/of zich verder ontwikkelen Scholing wordt belangrijk gevonden door de organisatie waar de vrijwilliger voor werkt Scholing wordt belangrijk gevonden door de persoon aan wie de mantelzorger hulp biedt De organisatie ondergaat een verandering, waardoor de vrijwilliger andere taken krijgt of aan bepaalde eisen moet voldoen Bijvoorbeeld familie, vrienden en/of kennissen van de hulpbehoevende vinden scholing voor de mantelzorger belangrijk Voor sommige activiteiten bestaat een wettelijke verplichting om als vrijwilliger zich bij te scholen (zoals het schenken van alcohol) De organisatie waar de hulpbehoevende wordt verzorgd (zoals verpleeg- of verzorgingstehuis) vind scholing van de mantelzorger belangrijk Aan de vrijwilliger wordt scholing aangeboden door de organisatie waar hij/zij voor werkt of een andere (vrijwilligers)organisatie Een organisatie (bijvoorbeeld SIZ Twente) biedt de mantelzorger scholing aan Gebaseerd op de inzichten uit onder meer de ‘Handreiking scholing’ van zorg beter met Vrijwilligers. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 22 Welk scholingsaanbod is er voor vrijwilligers en mantelzorgers? Het scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers is sterk afhankelijk van de situatie en de behoeften en wensen van vrijwilligers en mantelzorgers. Een aanbod zou onder meer kunnen bestaan uit cursussen, workshops, trainingen of themabijeenkomsten. Het gebied waarop scholing wordt aangeboden is erg divers. In tabel 2.2 is te zien op welk gebied vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen. De scholing kan zowel betrekking hebben op de huidige of nieuwe, aanvullende (zorg) taken als op de persoonlijke ontwikkeling.5 Zie de bijlagen 7 en 8 voor een uitgebreide omschrijving. Tabel 2.2 Gebieden waarop vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen Gebieden waarop vrijwilligers scholing kunnen volgen Administratie en boekhouden Bestuur en management (bijvoorbeeld bestuursvaardigheden en vergaderen) Computergebruik, internet en sociale media Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen Omgaan met specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld gehandicapten) Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (bijvoorbeeld agressie en conflicten) Persoonlijke vorming (bijvoorbeeld een sollicitatietraining en netwerken) PR en communicatie Sport en cultuur (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach) Werken met vrijwilligers Wijken en buurten (bijvoorbeeld buurtbemiddeling) Zorg/welzijn/gezondheid (bijvoorbeeld EHBO en omgaan met gevaarlijke stoffen) Gebieden waarop mantelzorgers scholing kunnen volgen Hoe begeleid ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening Hoe verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg Gezondheid, arbo en veiligheid (bijvoorbeeld rolstoelgebruik en reanimatie) 5 Deze indeling is gemaakt aan de hand van het raadplegen van literatuur op het gebied van scholing van vrijwilligers en/of mantelzorgers, het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies en platforms voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in Nederland. De (literatuur)verkenning is zeer intensief en nauwkeurig uitgevoerd, desondanks is het goed mogelijk dat er nog meer gebieden zijn waarop vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen, dan die door ons genoemd zijn. De indeling is ook gehanteerd in de enquêtes die afgenomen zijn onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 23 2.4 Een centrale scholingsplek in Hengelo In het eerste hoofdstuk is aangegeven dat Wijkracht het belang ziet van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. De samenwerkende organisaties onderzoeken daarom de mogelijkheden om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers.6 2.4.1 Beoogde intensie van Wijkracht De beoogde intensie van Wijkracht is om het scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers gezamenlijk te gaan ontwikkelen, coördineren en aanbieden. Verschillende organisaties in Hengelo kunnen dan onder meer gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt (Hodes, 2014: 6). Er zijn verschillende krachtenvelden die in deze ontwikkeling een rol spelen; eisen die door de overheid gesteld worden, gemeentelijke belangen die mee genomen moeten worden, belangen voor de klant, organisatiebelangen en inhoudelijke professionele belangen. Vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers moeten het gevoel hebben mede eigenaar te zijn van de ontwikkeling Het is de bedoeling om de centrale scholingsplek in fases te ontwikkelen. De ontwikkeling zal hierbij vanuit verschillende invalshoeken worden ingezet. Belangrijk is dat de ontwikkeling breed gedragen wordt. Vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties moeten het gevoel hebben dat zij mede eigenaar zijn van de ontwikkeling. Hierbij is het van belang dat het scholingsaanbod beter worden afgestemd op de scholingswensen- en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers. De verwachting is dat hierdoor het rendement van scholingsactiviteiten groot zal zijn (Hodes, 2014: 7). 6 Het is de bedoeling dat in een centrale scholingsplek ook scholing wordt ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden aan wijkbewoners, ervaringsdeskundigen informele cliëntondersteuners, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en professionals (zowel intern als extern). Deze doelgroepen vallen echter buiten de focus en doelstelling van dit onderzoek. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 24 De ontwikkeling van een centrale scholingsplek brengt een leerproces op gang bij de medewerkers van Wijkracht. Ook zal er bij de ontwikkeling gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van externe stakeholders, die belang hebben bij een centrale scholingsplek, om zo ook de acceptatie te vergroten (Hodes, 2014: 7). 2.4.2 Beoogde doelstellingen van een centrale scholingsplek Ten aanzien van het centraal aanbieden van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo heeft Wijkracht zich de volgende doelen gesteld: Doelstelling 1: Aanbieden van een diversiteit aan scholing Er moet een diversiteit aan scholing aangeboden worden die geschikt is voor verschillende organisaties. Het scholingsaanbod moeten breed ingezet en beschikbaar gesteld worden voor andere vrijwilligers dan de eigen. Doelstelling 2: Afstemmen van het scholingsaanbod Het scholingsaanbod moet beter worden afgestemd op de scholingswensen- en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers. Doelstelling 3: Effectief bundelen van het scholingsaanbod De scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers, vanuit verschillende organisaties in Hengelo, moeten effectief gebundeld en aangestuurd worden. Zo moeten organisaties bij een centrale scholingsplek scholing kunnen aanbieden, scholing kunnen afnemen en scholingseisen kunnen neerleggen. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 3 25 Verantwoording van het onderzoek “De meest fundamentele ideeën van de wetenschap zijn in wezen eenvoudig en kunnen In de regel worden uitgedrukt in een taal die voor iedereen begrijpelijk is” – Albert Einstein (1793-1864) – 3.1 Methode van onderzoek Er is gekozen voor twee verschillende onderzoeksmethoden. Allereerst is er kwantitatief onderzoek gedaan in de vorm van een online enquête onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Vervolgens is er kwalitatief onderzoek uitgevoerd in de vorm van een focusgroep (groepsdiscussie) met een aantal vrijwilligersorganisaties. De focusgroep bestaat hoofdzakelijk uit discussievragen en stellingen, terwijl de enquête grotendeels bestaat uit gesloten vragen, stellingen en enkele open vragen. Kwantitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek betekent onderzoeken met behulp van een meting en gebruikt cijfers en statistieken. De onderzoeksdata die voortkomen uit dit onderzoek bestaan uit getallen. De resultaten worden weergegeven in tabellen, grafieken en percentages. Dit type onderzoek geeft antwoord op vragen als ‘hoeveel procent van de vrijwilligers en mantelzorgers staat positief tegenover een centrale scholingsplek?’ en ‘hoeveel van de vrijwilligersorganisaties bieden hun vrijwilligers of mantelzorgers de mogelijkheid van scholing?’ Het kwantitatieve onderzoek kenmerkt zich door een gestructureerde enquête, met vooral gesloten vragen. Om de resultaten te kunnen kwantificeren krijgen alle respondenten in een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld vrijwilligers) in principe dezelfde vragen voorgelegd. Uiteraard kan er wel voor worden gezorgd dat, afhankelijk van de achtergrondkenmerken of antwoorden op bepaalde vragen, subgroepen vragen overslaan. Kwalitatief onderzoek Bij kwalitatief onderzoek staat de beleving van de respondenten centraal. Dit onderzoek gaat over het verkrijgen van inzichten. Bij kwalitatief onderzoek worden de uitkomsten enkel beschreven in woorden en niet in getallen. Het kwalitatieve onderzoek kenmerkt zich door veelal open vragen, vaak aan de hand van een checklist, zodat kan worden doorgevraagd om tot de kern te komen. Daarnaast vaak relatief lange gesprekken. De resultaten bij kwalitatief onderzoek bestaan hoofdzakelijk uit beschrijvingen en beelden van de populatie (in ons geval vrijwilligersorganisaties). Deze vorm van onderzoek geeft diepgaande informatie door in te gaan op achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de doelgroep. Het gaat in op het waarom van heersende meningen en bepaalde gedragingen. Daarbij worden bewuste motivaties van de doelgroep besproken, maar ook onbewuste motivaties kunnen worden achterhaald. Een nadeel van kwalitatief onderzoek is dat de resultaten niet statistisch representatief zijn, maar een indicatie geven van wat er leeft onder de doelgroep. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 26 3.2 Aanpak van het onderzoek Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn vier deelonderzoeken uitgevoerd. Deelonderzoek 1: Deskresearch Allereerst zijn op basis van literatuuronderzoek en het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies in Nederland scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers in kaart gebracht. Deze exercitie vormt de basis voor de opzet en inhoud van de enquête en focusgroep die hierna volgen. Vervolgens is, op basis van een secundaire analyse van bestaande gegevens, een overzicht gemaakt van verschillende vrijwilligersorganisaties in Hengelo, waarbij een indeling is gemaakt naar type organisatie (sector waarin de organisatie actief is). Voor het maken van de indeling van de vrijwilligersorganisaties in Hengelo is gebruik gemaakt van gegevens die reeds beschikbaar waren bij SCALA Welzijn, het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en andere betrokken organisaties en instanties in Hengelo. Deelonderzoek 2: Enquête onder vrijwilligers en mantelzorgers Middels een enquête onder vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo is eerst in kaart gebracht in hoeverre en op welk gebied zij reeds scholing hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk en/of zorgtaken. Tevens is gekeken in hoeverre zij tevreden zijn over de scholing die zij reeds hebben gevolgd. Ten tweede is door middel van de enquête inzicht verkregen in de huidige scholingsbehoefte van de vrijwilligers en mantelzorgers. Op welk gebied wil men zich nog (bij)scholen? Ook is gekeken naar wat belangrijke motieven voor scholing zijn. Vervolgens is in de enquête gevraagd naar de mening van vrijwilligers en mantelzorgers over het vanuit een centrale scholingsplek bundelen en aansturen van scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Vinden zij dit wenselijk? Ten slotte is door middel van de enquête in kaart gebracht waar volgens de vrijwilligers en mantelzorgers rekening mee moet worden gehouden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. Wat vinden zij hierbij belangrijke (rand)voorwaarden? Deelonderzoek 3: Enquête onder vrijwilligersorganisaties Middels een enquête onder vrijwilligersorganisaties in Hengelo is eerst in kaart gebracht welke van deze organisaties momenteel aan hun vrijwilligers en/of mantelzorgers de mogelijkheid van scholing bieden, en om welke scholing het precies gaat. Ten tweede is in de enquête naar de mening van de vrijwilligersorganisaties gevraagd over het vanuit een centrale scholingsplek bundelen en aansturen van scholingsvragen van vrijwilligers en mantelzorgers vanuit verschillende organisaties in Hengelo. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 27 Ten slotte is door middel van de enquête in kaart gebracht waar volgens de vrijwilligersorganisaties rekening mee moet worden gehouden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Wat vinden de organisaties hierbij van belang? Deelonderzoek 4: Focusgroep met vrijwilligersorganisaties Volgend op de enquêtes is een focusgroep gehouden met een aantal van de vrijwilligersorganisaties die hebben deelgenomen aan de enquête. Het doel van de groepsdiscussie was om aanvullende informatie te krijgen over de wensen en behoeften, achterliggende redenen voor deze wensen en behoeften met betrekking tot onderwerpen die bij de enquête aan bod zijn gekomen. Bij de enquête stond de mening van elke individuele organisatie centraal. Bij de focusgroep stonden daarentegen de meer collectieve belevingen centraal. Aldus is er een basis voor de uitwisseling van groepsbeelden en gezamenlijk beleefde emoties en cognities (denkpatronen). Er is als het ware sprake van een, tot op zekere hoogte, gemeenschappelijke belevingswereld. 3.3 Verantwoording van de enquête In deze paragraaf wordt de enquête die gehouden is onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties verantwoord. Hierbij zal onder meer aandacht zijn voor de benadering van de deelnemers en de wijze van verspreiding van de enquête. 3.3.1 Hoe zijn de deelnemers benaderd? Om de enquête uit te kunnen zetten onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligers- organisaties in Hengelo is gebruik gemaakt van meerdere kanalen en verschillende vormen van benadering van de deelnemers. Rechtstreekse benadering via een mailing De werving van de respons heeft via verschillende kanalen plaats gevonden. Allereerst zijn via de SIZ Twente, het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en SCALA welzijn vrijwilligers en/of mantelzorgers benaderd die voor deze organisaties actief zijn en/of bij hen staan ingeschreven (zie tabel 3.1). Tabel 3.1 Vrijwilligers en mantelzorgers die rechtstreeks zijn benaderd Wervende organisatie Aantal vrijwilligers Aantal mantelzorgers Stichting Informele Zorg Twente 62 276 Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 206 n.v.t. SCALA welzijn 40 n.v.t. Vervolgens zijn via het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo en SCALA welzijn ook een aantal (vrijwilligers)organisaties rechtstreeks benaderd (zie tabel 3.2). Tabel 3.2 Vrijwilligersorganisaties die rechtstreeks zijn benaderd Wervende organisatie Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo SCALA welzijn Benaderde organisaties 236 40 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 28 Algemene oproep (persbericht) via lokale media Naast het rechtstreeks benaderen van de verschillende doelgroepen is er ook voor gekozen om een algemene oproep (persbericht) te doen in de Twentse Courant Tubantia, de Weekkrant/het Hengelo’s Weekblad en via Radio Hengelo TV (zie als voorbeeld figuur 3.1). Figuur 3.1 Oproep voor deelname aan het onderzoek via Radio Hengelo TV Oproep via verschillende websites Op de websites van Wijkracht (www.wijkracht.nl), Stichting Informele Zorg Twente (www.siztwente.nl), SCALA welzijn (www.scalawelzijn.nl) en het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (www.servicepuntvrijwilligerswerkhengelo.nl) is een oproep geplaatst (zie als voorbeeld figuur 3.2). Figuur 3.2 Oproep via de website van Wijkracht 3.3.2 Hoe is de enquête samengesteld? De enquête is samengesteld met behulp van www.EnqueteViainternet.nl. Dit is een online enquête tool (ISO gecertificeerd) voor het snel, eenvoudig en veilig ontwikkelen van digitale vragenlijsten. Data worden vertrouwelijk behandeld met inachtneming van de bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens. Naast uitgebreide mogelijkheden qua vraagtypen en export van de data naar Excel en/of SPSS, was het via de online tool ook mogelijk om de lay-out van de enquête te maken in overeenstemming met de huisstijl van Wijkracht (zie figuur 3.3 voor een impressie van de ‘enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo’). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 29 Figuur 3.3 Impressie enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo Pre-testen van de enquête Voordat de enquête is opengesteld voor de deelnemers, is deze eerst uitvoerig getest door een aantal medewerkers van het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo, Stichting Informele Zorg Twente en SCALA welzijn. Op basis van hun op- en aanmerkingen zijn de enquêtes op onderdelen aangepast en/of aangevuld. In totaal hebben 15 personen onafhankelijk van elkaar de enquête ‘gepretest’, waarbij naar de volgende onderdelen van de enquête expliciet is gekeken: lay-out (vormgeving, kleuren, etc.). Indeling van de enquête (behandelde thema’s en vraagrubrieken). Vraagstelling (zijn de vragen duidelijk geformuleerd, relevant voor het onderzoek?). Toelichting (is de introductietekst en invulinstructie duidelijk en volledig?) Invultijd (is de enquête te beantwoorden in 10 à 15 minuten?) Zijn er thema’s of vragen die toegevoegd, gewijzigd of verwijderd kunnen worden? 3.3.3 Hoe is de enquête verspreid? Voor de vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties is een aparte online enquête gemaakt. De enquête was bereikbaar via een link (uniek internet adres). Manieren waarop de enquête kon worden benaderd De enquête kon op verschillende manieren worden benaderd, namelijk: Via een link opgenomen in een uitnodigingsmail Een link naar de enquête is opgenomen in de uitnodigingsmail die verstuurd is door de Stichting Informele Zorg Twente, het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo of SCALA welzijn aan vrijwilligers, mantelzorgers en/of vrijwilligersorganisaties. Via een link naar de enquête geplaatst op verschillende websites Daarnaast is op de websites van bovengenoemde organisaties een link geplaatst naar de enquêtes. Op de websites stond ook informatie over het onderzoek. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 30 Aan het eind van de enquête konden de deelnemers aangeven of zij in de toekomst benaderd willen worden voor vervolgonderzoek en of zij kans wilden maken op één van de cadeaubonnen van 20 euro die worden verloot. Na het invullen van de enquête werden de respondenten doorgeleid naar de website van Wijkracht (www.wijkracht.nl). Periode waarin de enquête ingevuld kon worden De enquête heeft twee weken online gestaan. Vanaf maandag 23 maart 2015 kon deze ingevuld worden. Op die dag is ook de uitnodigingsmail verstuurd (zie bijlage 5) en zijn verschillende media door middel van een persbericht op de hoogte gebracht van het onderzoek (zie bijlage 6). Om de respons te verhogen is op dinsdag 31 maart een herinneringsmail gestuurd. Op die dag is ook melding gemaakt van het onderzoek in het Hengelo’s Weekblad. De enquête is gesloten op dinsdag 7 april 2015. 3.3.4 Waarom is gekozen voor een online enquête? Het gebruik van een online enquête is tegenwoordig niet meer weg te denken als methode voor het verzamelen van data. Ook bij ons onderzoek is er voor gekozen om de enquête online af te nemen, en wel om de volgende redenen 7: 7 Levert sneller resultaten op De enquête wordt niet verstuurd en ook niet handmatig verwerkt. Goedkoper dan een enquête op papier Lagere arbeidsintensiteit, geen verzendkosten en geen data-invoerkosten. Minder kans op foutieve antwoorden Doordat de lezer direct de antwoorden invoert in het systeem/website, is er minder kans op fouten bij het lezen van de vragen. Mogelijkheid tot directe analyse Waar voorheen alle formulieren naast elkaar gelegd dienden te worden, en er vervolgens een Excel bestand van gemaakt moest worden, biedt de online enquête de mogelijkheid om direct de resultaten te bekijken. Gebruiksvriendelijker Uit onderzoek blijkt dat 90% van de respondenten met een internetverbinding een enquête liever online invult. De enquête kan op elk moment ingevuld worden en het neemt vaak minder tijd in beslag. Antwoorden zijn van een betere kwaliteit Uit een onderzoek uit 2002 is gebleken dat antwoorden via een online enquête veel langer en kwalitatief beter zijn dan de antwoorden via een enquête op papier. Het ontbreken van een interviewer zorgt er voor dat mensen minder sociaal gewenste antwoorden geven en ook meer bereid zijn eerlijk antwoord te geven. De inhoud van deze paragraaf is gebaseerd op: http://emarketingblog.nl en http://www.online-enquete.net. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 31 3.3.5 Welke opzet is gehanteerd bij de enquête? Hieronder is aangegeven welke opzet bij de enquête is gehanteerd. Introductietekst en invulinstructie Bij de enquête is gekozen voor een beknopte introductietekst met daarin toegelicht welke onderwerpen worden besproken, hoe lang het invullen van de enquête duurt, hoe de enquête ingevuld moet worden (invulinstructie) en hoe de antwoorden van de respondent worden verwerkt (anoniem en vertrouwelijk). Structuur van de enquête Daarnaast is er bij de enquête gezorgd voor een duidelijke structuur door vragen die bij elkaar horen te groeperen. Hierbij was het voor de respondent ook mogelijk om vragen over te slaan die niet op hem van toepassing zijn. Omdat wij gekozen hebben voor een online enquête kon dit automatisch (met behulp van routing) door vragen over te slaan op basis van gegeven antwoorden. Daarnaast was het ook mogelijk om latere vragen over te slaan, wanneer een vraag niet of juist wel beantwoord is. Vraagtype en antwoordmogelijkheden Bij de meeste vragen kan de respondent kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Hierbij kan bij sommige vragen één antwoord gekozen worden, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Ook zijn er een aantal vragen met stellingen en open vragen waar de respondent in eigen woorden een toelichting kan geven. De meerderheid van de vragen is verplicht, alleen twee open vragen zijn niet verplicht. Behandelde thema’s bij de enquête Zoals aangegeven zijn de vragen die bij elkaar horen gegroepeerd naar thema. In tabel 3.3 is voor elke doelgroep aangegeven welke thema’s bij de enquête zijn behandeld. Tabel 3.3 Behandelde thema’s bij de enquête Vrijwilliger Aantal mantelzorgers Organisatie De ervaring als vrijwilliger De ervaring als mantelzorger Kenmerken van de vrijwilligers bij de organisatie De scholing die de vrijwilliger reeds heeft gevolgd De scholing die de mantelzorger reeds heeft gevolgd De scholingsbehoefte van de vrijwilligers bij de organisatie De huidige behoefte aan scholing van de vrijwilliger De huidige behoefte aan scholing van de mantelzorger De scholingsmogelijkheden voor de vrijwilligers bij de organisatie De mening van de vrijwilliger over een centrale scholingsplek De mening van de mantelzorger over een centrale scholingsplek De mening van de organisatie over een centrale scholingsplek De persoonlijke situatie van de vrijwilliger (geslacht, leeftijd, etc.) De persoonlijke situatie van de mantelzorger (geslacht, leeftijd) Kenmerken van de organisatie (sector, doelgroepen, etc.) De vragen zijn gebaseerd op literatuur over scholing van vrijwilligers en/of mantelzorgers en de inzichten uit voorgaande onderzoeken. Ook verschillende ‘vrijwilligersacademies’ die in Nederland reeds bestaan boden de nodige aanknopingspunten, met name als het gaat om het in kaart brengen van de gebieden waarop vrijwilligers en mantelzorgers onder meer scholing kunnen volgen (zie verder paragraaf 2.3). Een volledige uitwerking van de enquête voor elk doelgroep is terug te vinden in de bijlagen 1 tot en met 3. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 32 3.3.5 Wat is de respons op de enquête? Onderzoek onder vrijwilligers en mantelzorgers is lastig Onderzoek onder vrijwilligers en mantelzorgers met behulp van een enquête is vaak lastig. Om de mening van een doelgroep te achterhalen, is het noodzakelijk om hen te kunnen bereiken. Maar vrijwilligers en mantelzorgers zijn vaak niet bekend (bij de gemeente). Wie mantelzorg verleent of vrijwilligerswerk verricht, is namelijk niet altijd geregistreerd (SCP, 2005; Companen, 2014). Ook platforms of steunpunten voor vrijwilligers en/of mantelzorgers, beschikken niet over een volledig overzicht. Deze organisaties hebben vaak alleen de gegevens van vrijwilligers en/of mantelzorgers die bij hen staan ingeschreven. Dat betekent dat niet alle vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers direct zijn te benaderen, maar een aantal van hen op een andere wijze gevonden moeten worden. Bovenstaande situatie geldt ook voor ons onderzoek. Naar schatting zijn er in Hengelo 24.000 vrijwilligers, 7.000 mantelzorgers en meer dan 500 vrijwilligersorganisaties. Er zijn echter geen gegevens bekend van al deze vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties, waaruit een steekproef kan worden getrokken. Zoals reeds opgemerkt beschikten wij voor ons onderzoek over de gegevens van een beperkt aantal personen uit de drie doelgroepen. Doordat naast een rechtstreekse mailing ook een link is verschenen op een aantal websites en een persbericht is geplaatst in plaatselijke media, is het niet duidelijk hoe groot de groep personen is die de uitnodiging van de enquête hebben ontvangen. Aantal ontvangen reacties op de enquête In totaal hebben wij 270 reacties op de enquête ontvangen. In tabel 3.4 is te zien hoe groot de groep deelnemers is die rechtstreeks benaderd is voor de enquête, het aantal ingevulde enquêtes en het reactiepercentage naar doelgroep. 8 Tabel 3.4 Reactiepercentage van de enquête naar doelgroep Vrijwilligers Mantelzorgers Organisaties Aantal benaderde deelnemers 308 276 276 Aantal ingevulde enquêtes 171 63 36 55,5% 22,8% 13,0% Reactiepercentage Het aantal reacties op de enquête is in lijn met onze verwachting. Voor online enquêtes wordt doorgaans namelijk een reactiepercentage van 10 tot 15% als realistisch gezien, en een reactiepercentage van 20 tot 30% als zeer succesvol (SurveyMonkey, 2015). Directe uitnodiging per e-mail geniet de voorkeur De uitnodiging per e-mail bleek de voorkeur te hebben boven een algemene oproep op de websites en het persbericht in verschillende plaatselijke media. Een email is veel meer een persoonlijke uitnodiging die ook nog eens direct in een persoonlijke mailbox komt. Door een aparte e-mail te wijden aan de oproep tot deelname aan de enquête, wordt de aandacht daar volledig op gevestigd. Daarentegen moet een website apart bezocht worden en een persbericht moet ‘toevallig’ gelezen worden. 8 Het gaat hier om een schatting van het reactiepercentage, aangezien naast een directe mailing ook een algemene oproep is gedaan. Wel blijkt uit een analyse dat een ruime meerderheid van de respondenten de enquête rechtstreeks hebben benaderd via de link die is opgenomen in de uitnodigingsmail. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 33 3.4 Verantwoording van de focusgroep In deze paragraaf wordt de opzet en uitvoering van de focusgroep die is gehouden met een aantal vrijwilligersorganisaties verantwoord.9 3.4.1 Opzet van de focusgroep Benadering van de deelnemers Aan het eind van de enquête konden de deelnemende vrijwilligersorganisaties aangeven of zij voor ander onderzoek benaderd mogen worden. Uit het aantal organisaties dat heeft aangegeven dit goed te vinden, zijn aselect (willekeurig) een aantal van hen geselecteerd om ook deel te nemen aan de focusgroep. Uiteindelijk hebben acht vrijwilligersorganisaties aan de focusgroep deelgenomen. Organisatie van de focusgroep De focusgroep is door twee personen gecoördineerd: een moderator (onderzoeker) en iemand die de apparatuur bedient (notulist). Kidd en Parshall (2000) moedigen aan dat een focusgroep door minstens twee personen wordt gefaciliteerd. De moderator had als taak de deelnemers te interesseren voor de discussie over de verschillende onderwerpen en zorgde tevens dat er niet teveel van de onderwerpen werd afgeweken. De moderator liet tevens een dialoog ontstaan tussen de deelnemers onderling. Ondanks dat de focusgroep is opgenomen met een voice-recorder was er een belangrijke rol weggelegd voor de notulist. Een moderator kan niet alles oppikken tijdens de focusgroep en ook kan het lastig zijn om te achterhalen wie wat zei op de opnames. Daarnaast hield de notulist nauwkeurig de tijd in de gaten. De notulist heeft samen met de moderator een verslag gemaakt van de focusgroep. Gespreksonderwerpen Tijdens de sessie is er zorg voor gedragen dat een vooraf gestelde gespreksstructuur wordt aangehouden. Om de discussie te leiden is er daarom gebruik gemaakt van een lijst met gespreksonderwerpen. Specifieke onderwerpen worden aangehaald, waarvan niet teveel wordt afgeweken: slechts wanneer iets echt relevant leek, werd op de vooraf gestelde tijdslijn geanticipeerd. De volgende drie onderwerpen zijn tijdens de focusgroep besproken: A. Een reflectie op de resultaten van de enquête onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties. B. De bereidheid om gezamenlijk scholing aan te bieden. C. De mening, wensen en behoeften ten aanzien van een centrale scholingsplek. 3.4.2 Resultaten van de focusgroep Bij de focusgroep is enige consensus (overeenstemming) bereikt over de wijze waarop de scholing van vrijwilligers en mantelzorgers het beste gezamenlijk ontwikkeld, gecoördineerd en aangeboden kan worden. Hierbij is de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo vanuit verschillende invalshoeken bezien. De resultaten van de focusgroep zijn opgenomen in hoofdstuk 7. 9 Een focusgroep is “... a research technique that collects data through group interaction on a topic determined by the researcher” (Morgan, 1996: 130). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 34 3.5 Verwerking resultaten In deze paragraaf is te lezen op welke wijze de resultaten van het onderzoek zijn verwerkt. 3.5.1 Data-analyse Op basis van deskresearch (in de vorm van een literatuuronderzoek en het raadplegen van websites van vrijwilligersacademies in Nederland) is in kaart gebracht op welke gebieden vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen. Deze exercitie vormde de basis voor de enquête en focusgroep die hierna volgden. Vervolgens kon op basis van de resultaten van het empirisch onderzoek (enquête onder vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties) zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyses worden uitgevoerd. Hierdoor was het mogelijk om te gaan tellen en rekenen met de data, alsmede om deze met elkaar te vergelijken en te verduidelijken (denk aan het opnemen van enkele citaten van de respondenten). Voor de data-analyse is zowel gebruik gemaakt van de data files (pdf) die rechtstreeks vanuit de gebruikte online enquête tool (www.EnqueteViaInternet.nl) gegenereerd kunnen worden, alsmede de statistische computerprogramma’s SPSS en Excel. Bij de data-analyse zijn de volgende drie stappen doorlopen: Stap 1: Voorbewerking van de data: Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is het eerst van belang om de data (onderzoeksgegevens) te ordenen. Stap 2: Analyse van de data: Afhankelijk van de eigenschappen van de ruwe data die bij elkaar verkregen zijn, worden verschillende statistische programma’s gebruikt om de data te analyseren. De resultaten van de enquête leenden zich voor verschillende statistische analyses. Door middel van een ‘basis analyse’ (bijvoorbeeld frequenties en kruisverbanden) kon antwoord worden gegeven op de onderzoeksvragen. Vervolgens konden aanvullende statistische analyses worden uitgevoerd. Zo kon op basis van het berekenen van correlaties, regressies en de Chi-kwadraat toets statistische verbanden (onderlinge samenhang) tussen verschillende variabelen worden aangetoond. Wat is bijvoorbeeld het verband tussen de ervaring van vrijwilligers en mantelzorgers met scholing en hun mening over een centrale scholingsplek in Hengelo? Of, wat is het verband tussen de grootte van de organisatie (het aantal vrijwilligers) en het aanbod van scholing die de organisatie aanbiedt aan vrijwilligers en/of mantelzorgers? 3.5.2 Rapportage Bij de verslaglegging is ervoor gekozen om de resultaten van elk deelonderzoek in een apart hoofdstuk te rapporteren, waarbij in grote lijnen wel dezelfde opzet is gehanteerd. Vervolgens zijn de resultaten van de deelonderzoeken in samenhang bezien, om antwoord te geven op de onderzoeksvragen. Om het geheel meer ‘tastbaar’ te maken is ervoor gekozen om bij verschillende onderdelen in het rapport een aantal citaten van de deelnemers aan de enquête en focusgroep op te nemen. De resultaten zijn hierbij vertrouwelijk en anoniem verwerkt, zodat de privacy van de deelnemers is gewaarborgd. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 35 3.6 Planning van het onderzoek Het onderzoek bestreek een periode van zeven maanden, waarbij de volgende planning van de werkzaamheden is gehanteerd: Uitvoering deelonderzoek 1 januari en februari 2015 Intensieve bestudering en in kaart brengen van het aantal vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Constructie van een enquête voor vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers. Steekproeftrekking en werving deelnemers. Uitvoering deelonderzoek 2 maart en april 2015 Afnemen van een enquête onder vrijwilligers in Hengelo. Afnemen van een enquête onder mantelzorgers in Hengelo. Dataverzameling: gegevens verzamelen op basis van de ingevulde enquêtes. Parallel hieraan begint de verwerking/data-analyse. Uitvoering deelonderzoek 3 maart en april 2015 Afnemen van een enquête onder vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Dataverzameling: gegevens verzamelen op basis van de ingevulde enquêtes. Parallel hieraan begint de verwerking/data-analyse. Rapportage deelonderzoeken 2 en 3 april 2015 Data-analyse en rapportage: algehele kwalitatieve en kwantitatieve analyse. Conclusies en aanbevelingen. Schrijven deelrapport. Uitvoering en rapportage deelonderzoek 4 Constructie van de focusgroep (lijst met gespreksonderwerpen). Werving deelnemers. Afnemen focusgroep met een aantal vrijwilligersorganisaties. Uitwerken focusgroep. Parallel hieraan begint de verwerking en rapportage. Rapportage eindrapport juni 2015 Data-analyse en rapportage: algehele kwalitatieve analyse. Conclusies en aanbevelingen. Schrijven eindrapport. Presentatie eindrapport mei en juni 2015 juli 2015 Presentatie onderzoeksbevindingen aan de leden van Wijkracht. Beschikbaar stellen van het onderzoeksrapport op www.wijkracht.nl Het tijdspad was vrij ambitieus. In een half jaar tijd moest er veel gebeuren. De onderzoeker was zich dit terdege bewust en heeft daarom bij de uitvoering van het onderzoek en de rapportage en presentatie van de onderzoeksresultaten op gezette tijden gebruik gemaakt van de diensten, kennis en inzichten van collega’s vanuit SCALA welzijn en het projectteam van Wijkracht. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 4 36 Resultaten enquête vrijwilligers “Aangezien vrijwilligerswerk onbetaald werk is, vind ik het een toegevoegde waarde voor een vrijwilliger om scholing te krijgen en te volgen. Dat geeft het stukje ‘onbetaald’ toch een meerwaarde” – Vrijwilliger uit Hengelo (2015) – In een enquête zijn vrijwilligers bevraagd over hun behoeften en wensen omtrent scholing en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In totaal hebben 171 vrijwilligers uit Hengelo de enquête beantwoord.10 In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de enquête. 4.1 Achtergrond deelnemers Uit figuur 4.1 blijkt dat van de deelnemers 39,8% man en 60,2% vrouw is. In aantallen gaat het respectievelijk om 68 en 103 personen. Een ruime meerderheid van de deelnemers (92,4%) heeft de Nederlandse nationaliteit. Figuur 4.1 Geslacht deelnemers (n=171) 39,8% Man Vrouw 60,2% In figuur 4.2 is te zien dat drie kwart van de deelnemers ouder is dan 45 jaar. De grootste groep deelnemers heeft de leeftijd van 55 tot 65 jaar. Geen van de deelnemers behoort tot de leeftijdscategorie 15 jaar of jonger. Figuur 4.2 Leeftijd deelnemers (n=171) 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 8,2% 25 tot 35 jaar 7,0% 35 tot 45 jaar 15,8% 45 tot 55 jaar 25,1% 55 tot 65 jaar 26,9% 65 tot 75 jaar 75 jaar of ouder 13,5% 3,5% 10 Het aantal reacties is in lijn met onze verwachting. In totaal zijn 308 vrijwilligers via een directe mailing benaderd. Hiervan hebben er 171 de enquête ingevuld. Dit is een reactiepercentage van 55,5%. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 37 Uit figuur 4.3 blijkt dat bijna twee derde van de deelnemers middelbaar- of hoger beroepsonderwijs heeft genoten. De kleinste groep deelnemers heeft alleen lager/ basis onderwijs gevolgd. Figuur 4.3 Opleiding deelnemers (n=171) Lager onderwijs, basisonderwijs 2,3% Voorbereidend beroepsonderwijs 4,1% Middelbaar onderwijs 9,9% Middelbaar beroepsonderwijs 28,1% Algemeen voortgezet onderwijs 7,6% Hoger beroepsonderwijs 37,4% Wetenschappelijk onderwijs 8,8% Anders 1,8% De meeste deelnemers hebben een betaalde baan (zie figuur 4.4). Daarnaast is een grote groep van de deelnemers gepensioneerd of werkloos. De kleinste groep deelnemers behoort tot de categorie scholier/student. Figuur 4.4 Werksituatie deelnemers (n=171) Betaald werk voltijd (36 uur of meer) 16,4% Betaald werk deeltijd (<36 uur) 16,4% Werkloos 18,1% Arbeidsongeschikt 12,8% Scholier/student 5,8% Huisman/huisvrouw 9,4% Gepensioneerd 21,1% 4.2 Ervaring als vrijwilliger In figuur 4.5 is te zien dat de grootste groep deelnemers meer dan 10 jaar actief is als vrijwilliger. Bijna 90% van de deelnemers verricht al langer dan een jaar vrijwilligerswerk. Figuur 4.5 Duur van het vrijwilligerswerk (n=171) Minder dan een jaar 12,3% 1 tot 2 jaar 14,0% 2 tot 4 jaar 14,0% 4 tot 6 jaar 13,5% 6 tot 8 jaar 8 tot 10 jaar 10,5% 5,3% Meer dan 10 jaar 30,4% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 38 Slechts een kleine groep deelnemers verricht dagelijks vrijwilligerswerk. De meerderheid van de deelnemers verricht één of een paar keer per week vrijwilligerswerk (zie figuur 4.6). Figuur 4.6 Frequentie van het vrijwilligerswerk (n=171) Dagelijks 3,5% Een paar keer per week 54,4% Een keer per week 21,1% Een keer per maand Een paar keer per jaar 8,2% 1,2% Onregelmatig, het wisselt sterk 11,6% Uit figuur 4.7 blijkt dat een overgrote meerderheid van de deelnemers gemiddeld tussen de 1 en 10 uur per week aan vrijwilligerswerk besteedt. De grootste groep deelnemers is gemiddeld 2 tot 5 uur per week als vrijwilliger actief. Figuur 4.7 Gemiddelde tijd per week besteed aan het vrijwilligerswerk (n=171) Minder dan 1 uur 4,7% 1 tot 2 uur 14,6% 2 tot 5 uur 42,7% 5 tot 10 uur 24,0% 10 tot 15 uur 8,8% 15 tot 20 uur 2,3% Meer dan 20 uur 2,9% In figuur 4.8 is te zien dat de deelnemers het vaakst vrijwilligerswerk verrichten op de terreinen/in de sectoren ‘Welzijn of zorg/gezondheid’ en ‘Sportverenigingen’. Geen deelnemer is als vrijwilliger actief voor een vakbond of beroepsorganisatie. Figuur 4.8 Terrein of sector van het vrijwilligerswerk (n=171) Welzijn of zorg/gezondheid 31,6% Sportvereniging 23,4% Wijk, buurt/wonen 8,2% Culturele vereniging 4,1% School 4,1% Jeugdwerk 2,9% Hobbyvereniging 2,3% Natuur en milieu/dieren 1,2% Politieke of ideële organisatie 0,6% Ontwikkelingswerk 0,6% Vakbond, beroepsorganisatie Anders 21,0% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 39 In figuur 4.9 is te zien dat het vrijwilligerswerk vooral betrekking heeft op de doelgroepen: kinderen, jongeren, senioren en mensen met een ziekte of beperking. Figuur 4.9 Doelgroepen van het vrijwilligerswerk (n=171) Kinderen 49 Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden 43 Mensen met een ziekte of beperking 43 Jongeren 29 Uitkerings- en bijstandsgerechtigden 18 Vrijwilligers 16 Mantelzorgers 14 Allochtonen 14 Zorgvrijwilligers 9 Vluchtelingen 6 Dieren Slachtoffers 4 3 Anders 26 De grootste groep deelnemers verricht vooral uitvoerende taken (zie figuur 4.10). Figuur 4.10 Taken als vrijwilliger (n=171) Uitvoerend 35,7% Ondersteunend 22,2% Organisatorisch 19,8% Bestuurlijk Vrijwillige thuishulp 13,5% 8,8% Uit figuur 4.11 blijkt dat ‘Inzetten voor de maatschappij’ en ‘Andere mensen helpen’ de belangrijke redenen voor de deelnemers zijn om als vrijwilliger actief te zijn. Figuur 4.11 Redenen om vrijwilligerswerk te doen (n=171) Inzetten voor de maatschappij 80 Andere mensen helpen 79 Andere mensen ontmoeten 52 Hierdoor voel ik mij nuttig 48 Kennis en vaardigheden opdoen 38 Manier om vrije tijd leuk in te delen 36 Goed voor de persoonlijke ontwikkeling 36 Werkervaring opdoen 14 Hierdoor maak ik meer kans op een baan 11 Staat goed op mijn cv Hierdoor kan ik scholing volgen Anders 7 2 9 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 40 In figuur 4.12 is te zien dat een ruime meerderheid van de deelnemers voor één of meerdere organisaties vrijwilligerswerk verricht. Een kleine groep van de deelnemers doet wel vrijwilligerswerk, maar niet voor een organisatie. Figuur 4.12 Voor hoeveel organisaties het vrijwilligerswerk wordt gedaan (n=171) Voor één organisatie 55,5% Voor meerdere organisaties 39,2% Niet voor een organisatie 5,3% De meerderheid van de deelnemers verricht vrijwilligerswerk voor een organisatie in Hengelo. Daarnaast is iets meer dan een tiende van de deelnemers tegelijk als vrijwilliger actief voor zowel een Hengelose als een landelijke organisatie. Figuur 4.13 Voor wie het vrijwilligerswerk wordt gedaan (n=171) Organisatie(s) in Hengelo Landelijke organisatie(s) 77,7% 8,2% Beide Weet niet 12,9% 1,2% 4.3 Scholing die reeds is gevolgd als vrijwilliger Uit figuur 4.14 blijkt dat iets meer dan de helft van de deelnemers in het kader van hun vrijwilligerswerk al eens scholing heeft gevolgd. Figuur 4.14 In hoeverre reeds scholing is gevolgd (n=171) 47% Ja 53% Nee Van de deelnemers die scholing hebben gevolgd (91 personen), heeft de meerderheid scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (bijvoorbeeld omgaan met senioren, jongeren of gehandicapten). Deze rubriek is goed voor een vijfde van scholing die de deelnemers reeds hebben gevolgd. Ook op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding tot trainer/coach), ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief gedrag of conflicten) en ‘Computergebruik, internet en sociale media’ is door de deelnemers al vaak scholing gevolgd (zie figuur 4.15). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 41 Figuur 4.15 Gebieden waarop scholing is gevolgd in aantallen (n=91) Omgaan met specifieke doelgroepen 36 Sport en cultuur 21 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 19 Computer, internet, sociale media 17 PR en communicatie 12 Bestuur en management 11 Zorg/welzijn/gezondheid 10 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies 8 Werken met vrijwilligers 8 Wijken en buurten 8 Administratie en boekhouden 4 Persoonlijke vorming 3 Anders 12 In figuur 4.16 is te zien dat de deelnemers als type scholing het vaakst een training of cursus hebben gevolgd. Het leren op afstand (e-learing) is een vorm van scholing waarvan de deelnemers nog weinig gebruik hebben gemaakt. Figuur 4.16 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=91) Training 53 Cursus 44 Workshop 32 Thema- of informatiebijeenkomst 31 Lezing 26 Intervisie 11 E-learning 4 Anders 4 De scholing die de deelnemers als vrijwilliger hebben gevolgd was vooral gericht op de huidige (zorg)taken/werkzaamheden (zie figuur 4.17). Figuur 4.17 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=91) Op huidige taken/werkzaamheden 71 Op nieuwe, aanvullende taken 28 Persoonlijke ontwikkeling 28 Anders Weet niet/geen mening 5 1 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 42 Uit figuur 4.18 blijkt dat de belangrijkste reden waarom de deelnemers scholing hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen. Slechts een beperkt aantal keer zou de organisatie waar de deelnemers vrijwilligerswerk verrichten scholing nodig hebben gevonden. Figuur 4.18 Redenen waarom scholing is gevolgd in aantallen (n=91) Scholing werd aangeboden 53 Organisatie vond scholing nuttig 44 Wilde zelf graag scholing volgen 43 Organisatie vond scholing nodig 9 Anders 4 De overgrote meerderheid van de deelnemers die als vrijwilliger ervaring hebben met scholing, heeft aangegeven over het algemeen (zeer)tevreden te zijn over de scholing die zij hebben gevolgd. Slechts één deelnemer heeft aangegeven ontevreden te zijn over de genoten scholing (zie figuur 4.19). Figuur 4.19 Tevredenheid over scholing die is gevolgd (n=91) Zeer tevreden 20,9% Tevreden Tevreden nog ontevreden Ontevreden 70,3% 7,7% 1,1% Zeer ontevreden Weet niet/geen mening Waarom deelnemers tevreden zijn over scholing die is gevolgd Aan de deelnemers die hebben aangegeven tevreden te zijn over scholing die zij hebben gevolgd is ook gevraagd of zij in eigen woorden kunnen toelichten waarom zij tevreden zijn over scholing waar zij als vrijwilliger gebruik van hebben gemaakt. Uiteindelijk hebben 50 deelnemers een nadere toelichting gegeven. Door scholing zijn nieuwe kennis en inzichten verkregen Een eerste reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing nieuwe kennis en inzichten hebben verkregen (19 keer genoemd). Een aantal deelnemers zeggen hierover het volgende: “Kennis is iets vergroot en delen van ervaringen/kennis met gelijkgestemden heeft een meerwaarde.” “Tevreden omdat ik daardoor meer kennis kreeg over een bepaalde doelgroep die ondersteuning nodig heeft.” “De scholing (cursus) gaf mij nieuwe inzichten, waardoor ik mijzelf en mijn doelgroep naar een hoger en beter niveau weet te brengen. Het gaf mij inzicht over hoe een bepaalde doelgroep denkt, handelt en reageert.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 43 “Ik ben bijvoorbeeld naar een bijeenkomst geweest met betrekking tot autisme, waar ik op dat moment als vrijwilliger mee te maken had. Er werden voorbeelden aangereikt hoe je in een bepaalde situatie zou kunnen reageren, waar ik veel aan heb gehad.” De kwaliteit van scholing is bepalend voor de tevredenheid Ook de kwaliteit van scholing is van invloed op de tevredenheid van de deelnemers over scholing die zij hebben gevolgd (12 keer genoemd). “De cursussen waren redelijk compact en duurden niet te lang.” ‘De training was goed georganiseerd. Ik heb een hoop geleerd en er was ruimte voor je eigen dingen waar je tegen aan liep. Zowel theorie als praktijk kwamen in de training aan bod. Op deze manier heb ik weer nieuwe inzichten en ideeën gekregen, waardoor ik beter kan functioneren als (team)leidster.’ “Inhoudelijk waren de aangeboden cursussen en trainingen goed.” Scholing sluit goed aan bij de praktijk Een derde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat deze goed aansluit bij de praktijk (10 keer genoemd). Onderstaande citaten illustreren dit. “De scholing sloot aan op wat nodig was om de kinderen te trainen voor voetbal.” “Zeer toegespitst op onze taken. Vakinhoudelijk zeer up-to-date, maar ook zeer praktische informatie als onderhandelingstechnieken, hoe nieuwe leden of subsidie te werven, aanreiken van argumenten.” Door scholing kan het vrijwilligerswerk beter worden uitgevoerd Een vierde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over de scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing beter hun vrijwilligerswerk kunnen uitvoeren (5 keer genoemd). Onderstaande citaten illustreren dat. “De cursus zorgt ervoor dat ik mijn vrijwilligerswerk beter kan doen.” “Ik heb een cursus Excel gedaan waar ik in mijn vrijwilligerswerk ook veel aan heb.” Door scholing komt men in contact met andere vrijwilligers Ten slotte is een reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, dat zij hierdoor ook in contact komen met andere vrijwilligers waar zij van kunnen leren (4 keer genoemd). “Tevreden omdat ik ook van andere vrijwilligers heb kunnen leren en nieuwe inzichten heb gekregen met betrekking tot de maatschappij en verschillende soorten mensen.” Waarom deelnemers niet tevreden zijn over scholing Van de deelnemers hebben slechts 5 personen nader toegelicht waarom zij niet of minder tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk. De reden waarom men minder tevreden is over scholing loopt uiteen van een gering scholingsaanbod to een geringe opbrengst van scholing. “Te weinig actuele scholing vanwege het kostenaspect.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 44 “Een vervolg op de lezing, workshop of cursus blijft meestal achterwege. Het zou zinvol zijn nog eens te kijken wat scholing heeft opgeleverd.” “Zelf vond ik de cursus van een zeer laag niveau. Ik ben de tweede bijeenkomst dan ook niet geweest.” “De scholing is veelal algemeen en niet specifiek voor jou casus. Dat heb ik soms wel gemist.” “Er werd op zich interessante informatie besproken, maar ik heb niet het idee dat mijn eigen vaardigheden erdoor verbeterd zijn.” Waarom sommige deelnemers geen scholing hebben gevolgd Aan de deelnemers die geen scholing hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk (80 personen) is gevraagd waarom zij dit nog niet hebben gedaan. Uiteindelijk hebben 19 deelnemers een nadere toelichting gegeven. Scholing niet nodig, al voldoende kennis en/of vaardigheden Tien deelnemers hebben als vrijwilliger geen scholing gevolgd omdat dit volgens hen niet nodig is, zij al over voldoende kennis en/of vaardigheden beschikken. Onderstaande citaten illustreren dit. “Voor het vrijwilligerswerk wat ik doe was scholing niet noodzakelijk.” “Ik red mij zo wel, maar is ook niet ter sprake gekomen. Misschien komt het in de komende tijd wel aan de orde.” Niet op de hoogte van scholing Drie deelnemers hebben aangegeven geen scholing te hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk omdat zij niet op de hoogte zijn van het scholingsaanbod. Eén van de vrijwilligers verwoordde het als volgt: “Ik ben niet op de hoogte van scholing. Het is voor mij nog te vroeg om hier wat mee te doen […] ik moet het allemaal nog uitzoeken.” Kostenaspect Drie deelnemers hebben aangegeven dat het kostenaspect voor hen een rol heeft gespeeld om geen scholing te volgen. Eén van de deelnemers zegt hierover het volgende: “Ik moet scholing zelf betalen en daar ben ik op dit moment financieel niet toe in staat.” Negatieve ervaring in het verleden met scholing Twee deelnemers hebben aangegeven geen positieve ervaring te hebben met scholing. Eén van hen zegt hierover het volgende: “Ik heb een paar keer een cursus coaching bijgewoond voor nacht vrijwilligers. Ik was het vaak oneens met de methode die gebruikt werd. Ik heb mij daarom teruggetrokken.” Tijdsaspect Eén deelnemer heeft aangegeven geen tijd te hebben voor scholing. “Gebrek aan tijd, past niet in mijn schema.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 45 4.4 Huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger In figuur 4.20 is te zien dat de meerderheid van de deelnemers behoefte heeft aan scholing in het kader van hun vrijwilligerswerk. De grootste groep deelnemers heeft nog enige behoefte aan scholing.11 Figuur 4.20 In hoeverre nog behoefte is aan scholing (n=171) Zeer veel behoefte 1,8% Veel behoefte 12,9% Enige behoefte Weinig behoefte 45,0% 9,4% Geen behoefte Weet niet/geen mening 24,6% 6,3% Uit figuur 4.21 blijkt dat de deelnemers, die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing (118 personen), vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (bijvoorbeeld omgaan met senioren, jongeren of gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief gedrag of conflicten). Dit zijn overigens ook de gebieden waarop veel deelnemers al scholing hebben gevolgd (zie figuur 4.15). Figuur 4.21 Gebied waarop nog behoefte is aan scholing (n=118) Omgaan met specifieke doelgroepen 117 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 111 Persoonlijke vorming 86 Zorg/welzijn/gezondheid 59 Werken met vrijwilligers 55 Sport en cultuur 53 PR en communicatie 46 Computer, internet, sociale media 33 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies 26 Administratie en boekhouden 24 Bestuur en management 22 Wijken en buurten Anders 14 9 Ook op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ is bij de deelnemers veel behoefte aan scholing. Dit is een gebied waarop de deelnemers in het verleden nog niet vaak scholing hebben gevolgd voor hun vrijwilligerswerk. 11 Wel is het zo dat er meer deelnemers zijn die hebben aangegeven geen behoefte aan scholing te hebben dan deelnemers die hebben aangegeven (zeer) veel behoefte aan scholing te hebben. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 46 In tabel 4.1 is bij elk rubriek aangegeven aan welke scholingsmogelijkheden de deelnemers nog de meeste behoefte hebben (2 vaakst genoemd). In bijlage 7 is te zien welke scholingsmogelijkheden allemaal deel uitmaken van de verschillende rubrieken van scholing. Tabel 4.1 Scholingsmogelijkheden waar het meeste behoefte aan is (n=118) Rubriek van scholing Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is Omgaan met specifieke doelgroepen Omgaan met kinderen Omgaan met mensen met een psychische beperking Sport en cultuur Opleiding voor trainer/coach Respect en sportiviteit Omgaan met specifieke situatie/gevoel Omgaan met conflicten Omgaan met agressief gedrag Computer, internet, sociale media Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office, e-mail, internet) PR en communicatie Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.) Communicatie Bestuur en management Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren) Samenwerken met andere organisaties, instellingen, etc. Zorg/welzijn/gezondheid EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken) Reanimatie en AED-gebruik Fondsenwerving, sponsoring, subsidies Fondsenwerving Sponsoring Werken met vrijwilligers Werken met en begeleiden van vrijwilligers Coördineren vrijwilligerswerk Wijken en buurten (Jongeren) buurtbemiddeling Bewoners- en commissiezaken Administratie en boekhouden Boekhouden Financieel Management en schuldhulpverlening Persoonlijke vorming Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren) Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf) In figuur 4.22 is te zien dat een training of cursus bij de deelnemers de voorkeur geniet. Dit zijn ook de scholingstypes waar de deelnemers in het verleden het vaakst gebruik van hebben gemaakt (zie figuur 4.16). Figuur 4.22 Scholingstype dat de voorkeur geniet (n=118) Training 31,4% Cursus 29,7% Workshop 19,5% Thema- of informatiebijeenkomst E-learning 7,6% 4,2% Lezing 3,4% Intervisie 3,4% Anders 0,8% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 47 Uit figuur 4.23 blijkt dat de overgrote meerderheid van de deelnemers van mening is dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste groep deelnemers geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt. Figuur 4.23 Duur van scholing dat de voorkeur geniet (n=118) Minder dan een uur 1,7% 1 tot 2 uur 31,4% 2 tot 3 uur 14,4% Dagdeel Weet niet/geen mening 45,8% 6,7% Een ruime meerderheid van de deelnemers geeft er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep deelnemers zou bij voorkeur één keer per kwartaal scholing volgen (zie figuur 4.24). Figuur 4.24 Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet (n=118) 1 keer per jaar 12,7% 1 keer per kwartaal 32,2% 1 keer per maand 23,7% 1 keer per week 26,3% Meerdere keren per week Weet niet/geen mening 5,1% In figuur 4.25 is te zien dat de grootste groep deelnemers de voorkeur geeft om in de avond scholing te volgen. Daarnaast is er ook een grote groep deelnemers die graag in de ochtend scholing volgt. Figuur 4.25 Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet (n=118) Ochtend Middag 28,8% 9,3% Avond Ochtend en middag 29,7% 11,8% Middag en avond 10,2% Weet niet/geen mening 10,2% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 48 4.5 Mening over een centrale scholingsplek Uit figuur 4.26 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers het wenselijk vindt dat vrijwilligers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Een zeer kleine groep deelnemers vindt dat geen goede ontwikkeling. Figuur 4.26 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=171) Zeer wenselijk 20,4% Wenselijk 48,0% Niet wenselijk/niet onwenselijk 19,3% Onwenselijk 1,8% Zeer onwenselijk 1,8% Weet niet/geen mening 8,7% Een nipte meerderheid van de deelnemers (51%) denkt dat een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers) organisatie of opleidingsinstituut (zie figuur 4.27). Figuur 4.27 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden (n=171) Ik weet zeker van wel 5,3% Ik denk van wel 45,6% Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 14,6% 1,2% 33,3% Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. In totaal hebben 77 deelnemers een nadere toelichting gegeven.12 Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal deelnemers (59) beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden. Kennis en ervaringen kunnen gedeeld worden Volgens 25 deelnemers maakt een centrale scholingsplek het mogelijk dat zowel vrijwilligers als (vrijwilligers)organisaties kennis en evaringen met elkaar kunnen delen. Onderstaande citaten illustreren dit. “Meerdere disciplines bij elkaar zal het niveau hoger en beter maken. Men kan van elkaar leren en eventueel kan men elkaar direct aanvullen.” 12 Een aantal deelnemers hebben meerdere argumenten genoemd. Dit kan zowel positief als negatief zijn als het gaat om een centrale scholingsplek. Ook zijn er een aantal deelnemers die niet ter zake doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse en rapportage buiten beschouwing gelaten. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 49 “Op deze manier heb je meteen veel vrijwilligers tegelijk. Zo leer je ook weer van elkaar.” “Organisaties kunnen kennis en ervaring overbrengen door samen te werken. Elke organisatie heeft zijn eigen discipline en daar kan iedereen van leren.” Betere kwaliteit van scholing Wanneer verschillende organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en aanbieden in een centrale scholingsplek, dan zou hierdoor volgens 8 deelnemers de kwaliteit van de scholing beter worden. Twee van de deelnemers zeiden hierover het volgende: “Omdat vanuit meerdere invalshoeken naar een scholingsonderwerp kan worden gekeken, zal de kwaliteit van de scholing verbeteren.” “Meer specialisten bij elkaar kunnen een beter resultaat behalen en kunnen ook meer faciliteiten bieden.” Er kan meer maatwerk geleverd worden Volgens 7 deelnemers zou een centrale scholingsplek meer maatwerk kunnen leveren dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. De vraag naar en het aanbod van scholing zou beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Onderstaande citaat geeft deze mening duidelijk weer. “Een combinatie van een vrijwilligersorganisatie en opleidingsinstituut kan nieuwe antwoorden vinden in het vraag en aanbod van opleidingen. Door de vrijwilligersorganisaties is er informatie beschikbaar over personeelsbehoefte en vrijwilligersaanbod. Bij de opleidingsinstituten zijn er middelen beschikbaar voor het geven van cursussen, trainingen en opleidingen. Beide partijen kunnen elkaar goed aanvullen bij het creëren van een gedegen scholingsplek voor vrijwilligers in Hengelo.” Scholing kan goedkoper worden aangeboden Doordat in een centrale scholingsplek scholing samen wordt ontwikkelt, zou deze volgens 7 van de deelnemers ook goedkoper aan vrijwilligers aangeboden kunnen worden. Eén van de deelnemers zei hierover het volgende: “Omdat mensen niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden en gebruik kunnen maken van het aanbod wat er reeds is, is het kostenbesparend.” Breder aanbod van scholing Volgens 6 deelnemers wordt het aanbod van scholing breder als verschillende (vrijwilligers)organisaties samen vanuit een centrale scholingsplek scholing gaan ontwikkelen. Het volgende citaat illustreert dit. “Individuele (vrijwilligers)organisaties zouden scholing kunnen aanbieden op een centrale locatie. Zo zou het aanbod alleen maar groter worden ten gunste van de vrijwilliger.” Meer duidelijkheid waar de vrijwilliger moet zijn voor scholing Een centrale scholingsplek zou er volgens 6 deelnemers voor zorgen dat er meer duidelijkheid ontstaat waar vrijwilligers moeten zijn voor scholing. Een deelnemer verwoordde het als volgt: “De loop naar de plek is vanzelfsprekend voor iedere vrijwilliger en dus duidelijk en drempelverlagend. Ook met het oog op toegankelijkheid en ITS.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 50 Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal deelnemers (28) niet beter in staat zou zijn om scholing te ontwikkelen en aan te bieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. Scholingsaanbod is te algemeen Volgens 11 deelnemers zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden. ‘Specialistische scholing’ voor bepaalde (groepen) vrijwilligers en organisaties zou niet goed aangeboden kunnen worden in een centrale scholingsplek. Onderstaande citaten illustreren dit. “Ik denk van niet omdat veel scholing gericht is op die ene specifieke sport en dit in mijn geval een kleinschalige sport is. Ik kan mij voorstellen dat bijvoorbeeld voor voetbalverenigingen dit meer opgaat dan voor een sport waar maar één club actief is in Hengelo.” “Nadeel is dat de training misschien niet meer specifiek gemaakt kan worden op de vraag van de deelnemende groep. De cursus of workshop wordt in te algemene termen gehouden.” “Ik ben bang dat scholing te algemeen wordt en zich niet toespitst op de verschillende gebieden.” Organisatie van scholing is te groot en onpersoonlijk Een centrale scholingsplek zou volgens 7 deelnemers minder goed in staat zijn om maatwerk te leveren. De organisatie van scholing zou te groot en onpersoonlijk zijn. Twee van de deelnemers verwoordden het als volgt: “Men krijgt weliswaar meer variaties, maar mensen kunnen verdwalen in grootheid: figuurlijk en letterlijk.” “Individuele organisaties zullen naar mijn mening meer diversiteit kunnen aanbieden en ook zal er meer ruimte zijn voor aandacht naar de vrijwilliger.” Gebrek aan specialistische kennis Volgens 6 deelnemers mist een centrale scholingsplek specifieke kennis van bepaalde vormen van scholing en (groepen van) vrijwilligers en organisaties. Onderstaande citaten illustreren dit. “Opleidingsinstituten zijn gespecialiseerd en dit kan een centrale scholingsplek nooit evenaren.” “Het ligt eraan hoe je het bekijkt. Bijvoorbeeld bij de scouting is de training voor groepsleiders ook echt op scouting gericht. Alle vaardigheden die je daar aangereikt krijgt hebben direct met je vakgebied te maken en worden ook gelijk daarin aangevoerd. Dus individuele organisaties hebben vaak meer kennis van de doelgroep, waardoor zij deze heel goed kunnen trainen.” Onbekend maakt onbemind Of een centrale scholingsplek een verbetering is vinden 4 deelnemers moeilijk om in te schatten. Hier geldt toch vooral het principe ‘onbekend maakt onbemind’. Eén van de deelnemers zei hierover het volgende: “Ik ben tevreden hoe het nu gaat en ik zou het vervelend vinden als ik naar een andere plek moet voor scholing. Maar aan de andere kant leer je zo misschien wel meer mensen kennen en kun je meer ervaringen delen.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 51 Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 4.28. Figuur 4.28 Stellingen centrale scholingsplek (n=171) Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…13 Wordt de kwaliteit van scholing beter 52,7% Wordt het aanbod van scholing groter 28,7% 66,7% 7,1% 11,5% 18,7% 4,1%10,5% Wordt het aanbod van scholing diverser 72,5% 12,3% 3,5%11,7% Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen 74,3% 12,9% 4,7%8,1% 73,7% 11,7%3,5%11,1% Kan scholing goedkoper worden Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn 60,2% Wordt het rendement van scholing groter 45,1% Zal ik eerder scholing volgen (Helemaal) mee eens Neutraal 39,7% (Helemaal) mee oneens 18,1% 36,3% 30,4% 10,1% 11,6% 6,4% 12,2% 17,1% 12,8% Weet niet/geen mening In figuur 4.28 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de deelnemers het eens is met de eerste zes stellingen. Daarnaast heeft weliswaar geen meerderheid, maar wel de grootste groep deelnemers, bij de laatste twee stellingen aangegeven het hiermee eens te zijn. De groep deelnemers welke het oneens is met de stelling is bij alle stellingen het kleinst. De organisatie waar de deelnemers als vrijwilligers werkzaam zijn heeft de voorkeur als het gaat om het aanmelden van scholing bij een centrale scholingsplek. De tweede voorkeur gaat uit naar een centrale scholingsplek zelf of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (zie figuur 4.29). Figuur 4.29 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=171) Organisatie van het vrijwilligerswerk 35,7% Centrale scholingsplek 15,8% Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 15,8% Organisatie die scholing aanbiedt Stichting Informele Zorg Twente 11,1% 2,9% Stichting Welzijn Ouderen Hengelo 2,3% Carintreggeland 2,3% SCALA welzijn 2,3% De gemeente Anders 3,5% 8,3% 13 6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet niet/geen mening. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 52 Uit figuur 4.30 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers zich het liefst digitaal voor scholing wil aanmelden bij een centrale scholingsplek. De meeste voorkeur geniet aanmelding via een website/digitaal aanmeldingsformulier. Figuur 4.30 Voorkeur van de wijze van aanmelden voor scholing (n=171) Website/digitaal aanmeldingsformulier 40,4% E-mail 29,8% Mondeling (face to face)/balie 15,2% Post/schriftelijk (antwoordkaart) Telefonisch 3,5% 2,3% Weet niet/geen mening 8,8% Aan de deelnemers is ook gevraagd in hoeverre zij bereidt zijn om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen voor scholing. De grootste groep van de vrijwilligers (45%) is daartoe (waarschijnlijk) niet bereid. Iets minder deelnemers (40%) is echter wel bereid om een eigen bijdrage te betalen (zie figuur 4.29). Figuur 4.31 In hoeverre bereid voor het betalen van een eigen bijdrage (n=171) Zeker wel 4,2% Waarschijnlijk wel 33,3% Ik denk van niet 26,3% Zeker niet 18,7% Weet niet/geen mening 17,5% In figuur 4.30 is te zien dat de helft van de deelnemers bereid is om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek. De grootste groep van de deelnemers zou tussen 5 en 10 euro eigen bijdrage willen betalen. Figuur 4.32 Hoogte van de eigen bijdrage die men bereid is om te betalen (n=171) 1 tot 5 euro 6,2% 5 tot 10 euro 25,1% 10 tot 15 euro 14,1% 15 tot 25 euro 15,6% 25 tot 30 euro 15,6% 50 tot 75 euro 75 tot 100 euro Weet niet/geen mening 3,1% 1,6% 18,7% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 5 53 Resultaten enquête mantelzorgers “Wanneer meerdere organisaties samenwerken krijg je een beter overzicht van de problemen die er spelen en kun je samen hiervoor oplossingen zoeken” – Mantelzorger uit Hengelo (2015) – In een enquête zijn mantelzorgers bevraagd over hun behoeften en wensen omtrent scholing en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In totaal hebben 63 mantelzorgers uit Hengelo de enquête beantwoord.14 In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de enquête. 5.1 Achtergrond deelnemers Uit figuur 5.1 blijkt dat van de deelnemers 25% man en 75% vrouw is. In aantallen gaat het respectievelijk om 16 en 47 personen. Bijna alle deelnemers (92,4%) hebben de Nederlandse nationaliteit. Figuur 5.1 Geslacht deelnemers (n=63) 25% Man Vrouw 75% In figuur 5.2 is te zien dat ruim 80% van de deelnemers ouder is dan 45 jaar. De grootste groep deelnemers heeft de leeftijd van 55 tot 65 jaar. Geen van de deelnemers is jonger dan 25 jaar. Figuur 5.2 Leeftijd deelnemers (n=63) 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 3,2% 35 tot 45 jaar 14,3% 45 tot 55 jaar 22,2% 55 tot 65 jaar 27,1% 65 tot 75 jaar 75 jaar of ouder 23,7% 9,5% 14 Het aantal reacties is in lijn met onze verwachting. In totaal zijn 276 mantelzorgers via een directe mailing benaderd. Hiervan hebben er 63 de enquête ingevuld. Dit is een reactiepercentage van 22,8%. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 54 Uit figuur 5.3 blijkt dat bijna 60% van de deelnemers middelbaar- of hoger beroepsonderwijs heeft genoten. De kleinste groep deelnemers heeft wetenschappelijk onderwijs gevolgd. Figuur 5.3 Opleiding deelnemers (n=63) Lager onderwijs, basisonderwijs Voorbereidend beroepsonderwijs 7,9% Middelbaar onderwijs 14,3% Middelbaar beroepsonderwijs 30,2% Algemeen voortgezet onderwijs 11,1% Hoger beroepsonderwijs 28,6% Wetenschappelijk onderwijs 6,3% Anders 1,6% De meeste deelnemers hebben een betaalde baan (zie figuur 5.4). Daarnaast is een grote groep van de deelnemers gepensioneerd of werkloos. Geen van de deelnemers behoort tot de categorie scholier/student. Figuur 5.4 Werksituatie deelnemers (n=63) Betaald werk voltijd (36 uur of meer) 14,4% Betaald werk deeltijd (<36 uur) 31,7% Werkloos 7,9% Arbeidsongeschikt 7,9% Scholier/student Huisman/huisvrouw 9,5% Gepensioneerd 28,6% 5.2 Ervaring als mantelzorger In figuur 5.5 is te zien dat de grootste groep deelnemers meer dan 10 jaar mantelzorger is. Bijna 90% van de deelnemers verricht al langer dan vier jaar mantelzorgtaken. Figuur 5.5 Aantal jaren mantelzorger (n=63) Minder dan een jaar 1,6% 1 tot 2 jaar 1,6% 2 tot 4 jaar 4 tot 6 jaar 6 tot 8 jaar 8 tot 10 jaar 7,9% 14,3% 12,7% 11,1% Meer dan 10 jaar 50,8% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 55 De deelnemers verlenen het vaakst mantelzorg aan een direct familielid (zie figuur 5.6). Hierbij gaat het om (medische-) zorg en/of ondersteuning die verleent wordt aan de zoon of dochter, echtgenoot of partner, (schoon-)vader of moeder. Figuur 5.6 Aan wie mantelzorg wordt verleend in aantallen (n=63) Directe familie 61 Iemand in de buurt 4 Iemand uit de naaste omgeving 2 Ander familielid 2 Uit figuur 5.7 blijkt dat de oorzaak van de hulpbehoefte waarom de deelnemers mantelzorg verlenen het vaakst een lichamelijke handicap of beperking is. Figuur 5.7 Oorzaak van de hulpbehoefte (n=63) Lichamelijke handicap of beperking 36 Dementie/geestlijke achteruitgang 20 Psychische problemen 17 Algemene beperking door ouderdom 13 Verstandelijke handicap 9 In figuur 5.8 is te zien dat de deelnemers het vaakst emotionele steun bieden en toezicht houden. Daarnaast bestaat de hulp vaak uit het begeleiden van bezoeken aan bijvoorbeeld familie, artsen of winkels; praktische ondersteuning (zorgen dat het huishouden loopt) of hulp bij het regelen van administratieve zaken. Figuur 5.8 Hulp die wordt verleent als mantelzorger in aantallen (n=63) Emotionele steun en toezicht 48 Begeleiding bezoeken familie, arts, etc. 46 Praktische ondersteuning 43 Hulp bij administratie 43 Huishoudelijke hulp 34 Persoonlijke verzorging 24 Verpleegkundige hulp Anders 20 4 Een meerderheid van de deelnemers verleent dagelijks mantelzorg (zie figuur 5.9). Figuur 5.9 Gemiddelde aantal uren mantelzorg per week in aantallen (n=63) 1 tot 2 keer per week 12,7% 2 tot 4 keer per week 12,7% 4 tot 6 keer per week 12,7% Dagelijks 61,0% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 56 Uit figuur 5.10 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers gemiddeld meer dan 10 uur per week aan mantelzorg besteed. De grootste groep deelnemers verricht gemiddeld meer dan 20 uur per week mantelzorgtaken. Figuur 5.10 Gemiddelde tijd per week besteed aan mantelzorg (n=63) Minder dan 1 uur 1 tot 2 uur 6,3% 2 tot 5 uur 15,9% 5 tot 10 uur 15,9% 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur 17,5% 7,9% Meer dan 20 uur 36,5% In figuur 5.11 is te zien dat ruim 40% van de deelnemers zich als mantelzorger tamelijk zwaar belast tot overbelast voelt. Daarnaast voelt een zelfde aantal deelnemers zich enigszins belast als mantelzorger. Figuur 5.11 Mate van belasting die ervaren wordt door mantelzorg (n=63) Niet of nauwelijks belast 4,8% Enigzins belast 42,9% Tamelijk zwaar belast Overbelast Weet niet/geen mening 31,7% 11,1% 9,5% 5.3 Scholing die reeds is gevolgd als mantelzorger Uit figuur 5.12 blijkt dat bijna drie derde van de deelnemers als mantelzorger al eens scholing heeft gevolgd. Figuur 5.12 In hoeverre reeds scholing is gevolgd (n=63) 34,9% Ja Nee 65,1% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 57 Van de deelnemers die scholing hebben gevolgd (22 personen), heeft de meerderheid scholing gevolgd op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Mindfulness, etc.) en ‘Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening’ (hoe ga ik om met dementie, een beroerte, etc.) (zie figuur 5.13). Figuur 5.13 Gebieden waarop scholing is gevolgd in aantallen (n=22) Mantelzorg en zorg voor mijzelf 13 Omgaan met ziekte of aandoening 11 Begeleiden van iemand met beperking 6 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 6 Gezondheid, arbo en veiligheid 2 Verpleegkundige handelingen 1 Administratieve handelingen 1 Wet- en regelgeving in de zorg 1 Anders 4 In figuur 5.14 is te zien dat de deelnemers als type scholing het vaakst een cursus of training hebben gevolgd. Het leren op afstand (e-learing) is een vorm van scholing waarvan de deelnemers nog geen gebruik hebben gemaakt. Figuur 5.14 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=22) Cursus 14 Training 12 Thema- of informatiebijeenkomst 8 Lezing 6 Workshop 4 Intervisie 4 E-learning Anders 3 De scholing die de deelnemers als mantelzorger hebben gevolgd was vooral gericht op de persoonlijke situatie (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf) en huidige zorgtaken (zie figuur 5.15). Figuur 5.15 Type scholing dat is gevolgd in aantallen (n=22) Persoonlijke situatie 13 Op huidige zorgtaken 11 Nieuwe aanvullende zorgtaken Weet niet/geen mening 2 Anders 2 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 58 Uit figuur 5.16 blijkt dat de belangrijkste reden waarom de deelnemers scholing hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen.15 Figuur 5.16 Redenen waarom scholing is gevolgd in aantallen (n=22) Aangeboden door belangenorganisatie 15 Wilde zelf graag scholing volgen 15 Anders 2 Alle deelnemers die als mantelzorger ervaring hebben met scholing, hebben aangegeven over het algemeen (zeer)tevreden te zijn over de scholing die zij hebben gevolgd. Zelfs ruim een derde van hen heeft aangegeven zeer tevreden te zijn over de genoten scholing (zie figuur 5.17). Figuur 5.17 Tevredenheid over scholing die is gevolgd (n=22) Zeer tevreden 36,4% Tevreden 63,6% Tevreden nog ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet/geen mening Waarom deelnemers tevreden zijn over scholing die is gevolgd Aan de deelnemers die hebben aangegeven tevreden te zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is gevraagd of zij in eigen woorden kunnen toelichten waarom zij tevreden zijn over scholing waar zij als mantelzorger gebruik van hebben gemaakt. Uiteindelijk hebben 12 deelnemers een nadere toelichting gegeven.16 Door scholing zijn nieuwe kennis en inzichten verkregen Een eerste reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing nieuwe kennis en inzichten hebben verkregen (7 keer genoemd). Twee deelnemers zeiden hierover het volgende: “Ik ga maandelijks naar het Alzheimercafe waar altijd een thema wordt behandeld waar ik veel van leer. Het wordt geleid door ervaringsdes-kundigen.” “Ik heb geleerd hoe ik moet omgaan met een verslaafd kind en hoe ik om moet gaan met een dubbele diagnose.” 15 De deelnemers konden ook kiezen uit de rubrieken: a) De scholing werd belangrijk gevonden door de hulpbehoefende zelf, b) Familie, vrienden en/of kennissen van de hulpbehoefende vonden scholing belangrijk, c) De organisatie waar de hulpbehoefende wordt verzorgd (bijvoorbeeld ziekenhuis, verpleeg- of verzorgingstehuis) vond scholing belangrijk. Aangezien deze rubrieken geen enkele keer door de deelnemers zijn genoemd, zijn deze in de figuur niet opgenomen. 16 Sommige deelnemers hebben meerdere redenen genoemd waarom zij tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd als mantelzorger. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 59 Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf In het verlengde van de eerste reden heeft scholing ervoor gezorgd dat een aantal deelnemers hierdoor een goede balans hebben gevonden tussen mantelzorg en zorg voor zichzelf (7 keer genoemd). Onderstaande citaten illustreren dit. “Heeft mij heel erg geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling, om balans te krijgen in de zorg.” “Ik kan beter omgaan met druk en ook tijd voor mijzelf vrijhouden. Af en toe afstand nemen en grenzen stellen.” Door scholing in contact gekomen met lotgenoten Een derde reden waarom de deelnemers tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd, is dat zij door scholing in contact zijn gekomen met lotgenoten en ervaringen hebben kunnen uitwisselen (3 keer genoemd). Eén van de deelnemers zei hierover het volgende: “Er was gelegenheid om met ‘lotgenoten’ ervaringen te delen. Hoewel iedereen met verschillende situaties te maken had, waren veel dingen herkenbaar. De getoonde filmpjes hielpen ook om gesprekken te voeren.” Scholing was goed georganiseerd Eén deelnemer heeft aangegeven dat hij tevreden is over de scholing omdat deze goed georganiseerd was. Hij verwoordde het als volgt: “De mensen die de scholing gaven deden dat op een prettige en tactvolle manier.” Waarom niet tevreden over scholing die is gevolgd Slechts één deelnemer heeft een toelichting gegeven waarom hij niet tevreden is over scholing die hij als mantelzorger heeft gevolgd. De deelnemers zouden tegen elkaar opbieden als het gaat om de mate waarin men zich belast voelt door mantelzorg. “In samenkomsten waar ervaringsdeskundigen samen kwamen liep het voor mijn gevoel vaak uit op navelstaren, waarin het een soort van opbieden werd over wie de zwaarste mantelzorgtaak had.” Waarom sommige deelnemers geen scholing hebben gevolgd Aan de deelnemers die geen scholing hebben gevolgd in het kader van hun mantelzorg (41 personen) is gevraagd waarom zij dit nog niet hebben gedaan. Uiteindelijk hebben 19 deelnemers een nadere toelichting gegeven. Tijdsaspect Het tijdsaspect speelt voor vijf deelnemers een belangrijke rol. Zij hebben geen tijd voor scholing. Eén van de deelnemers verwoordde het als volgt: “Ik heb het met mijn eigen bedrijf, gezin, sociale leven, etc. gewoon veel te druk om ook nog eens scholing te volgen.” Scholing niet nodig, al voldoende kennis en/of vaardigheden Vier deelnemers hebben geen scholing gevolgd omdat dit volgens hen niet nodig is, zij al over voldoende kennis en/of vaardigheden beschikken. De volgende citaten illustreren dit. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 60 “Ik ben verpleegkundige en daardoor op veel gebieden reeds bekwaam. Scholing is voor mij niet nodig.” “Ik ben redelijk goed opgeleid om de mantelzorgtaken die ik heb zonder scholing vorm te geven.” Niet op de hoogte van scholing Het niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid van scholing is voor vier deelnemers een belangrijke reden waarom zij geen scholing hebben gevolgd in het kader van hun mantelzorg. Eén van de deelnemers verwoordde het als volgt: “Geen idee dat er scholing voor is/was. Ik ben onderhand ervaringsdeskundige geworden voor de praktische zaken, maar vooral de ‘psychische’ kant wordt volgens mij voor de mantelzorger nog onderbelicht.” Geen toegevoegde waarde van scholing Vier deelnemers hebben aangegeven dat (aangeboden) scholing voor hen geen toegevoegde waarde heeft c.q. niet van toepassing is. Onderstaande citaten illustreren dit. “De aangeboden scholing leek mij niet gericht op de zorgbehoefte van mijn partner.” “Voor de taken die ik verricht is geen scholing vereist, alleen maar gevoel en ervaring.” 5.4 Huidige behoefte aan scholing als mantelzorger In figuur 5.18 is te zien dat de grootste groep deelnemers geen behoefte heeft aan scholing. Overigens is het percentage deelnemers dat nog (zeer veel) behoefte heeft aan scholing ongeveer net zo groot als het aantal deelnemers dat hier juist weinig of geen behoefte aan heeft. Figuur 5.18 In hoeverre nog behoefte is aan scholing (n=63) Zeer veel behoefte Veel behoefte 3,2% 7,9% Enige behoefte Weinig behoefte 34,9% 6,3% Geen behoefte Weet niet/geen mening 41,3% 6,4% Uit figuur 5.19 blijkt dat de deelnemers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing (33 personen) vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (AWBZ, WMO, Wet Chronisch Zieken en Gehandicapten, etc.). Dit is een gebied waarop slechts één deelnemer in het verleden al eens scholing heeft gevolgd (zie figuur 5.13). Wellicht dat recente wetwijzigingen (bijvoorbeeld in het kader van de zorg en drie decentralisaties in het sociale domein) hebben bijgedragen aan meer behoefte aan scholing op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg.’ Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 61 Ook op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Mindfulness, etc) hebben de deelnemers nog veel behoefte aan scholing. Dit is overigens ook een gebied waarop veel deelnemers al eens scholing hebben gevolgd (zie figuur 5.13). Figuur 5.19 Gebied waarop nog behoefte is aan scholing (n=33) Wet- en regelgeving in de zorg 43 Mantelzorg en zorg voor mijzelf 28 Omgaan met ziekte of aandoening 25 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 16 Gezondheid, arbo en veiligheid 15 Begeleiden van iemand met beperking 12 Administratieve handelingen Verpleegkundige handelingen Anders 4 1 4 In tabel 5.1 is bij elke rubriek aangegeven aan welke scholingsmogelijkheden de deelnemers nog de meeste behoefte hebben (2 vaakst genoemd). In bijlage 8 is te zien welke scholingsmogelijkheden allemaal deel uitmaken van de verschillende rubrieken van scholing. Tabel 5.1 Scholingsmogelijkheden waar het meeste behoefte aan is (n=33) Rubriek van scholing Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf Zorg de baas (balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf) Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening Omgaan met dementie Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel Omgaan met stress Gezondheid, arbo en veiligheid Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.) Wettelijke regelingen voor mantelzorgers Grenzen aangeven Omgaan met een beroerte en hartfalen Omgaan met rouw en verlies Communicatie Hoe begeleid ik iemand met een lichamelijke en/of geestelijke beperking Begeleiden van mensen met een psychische beperking Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met een zorgverzekering, etc.) Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen Niet genoemd Begeleiden van jongeren met een beperking In figuur 5.20 is te zien dat een training of cursus bij de deelnemers de voorkeur geniet. Dit zijn ook de scholingstypes waar de deelnemers in het verleden ook het vaakst gebruik van hebben gemaakt (zie figuur 5.13). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 62 Figuur 5.20 Scholingstype dat de voorkeur geniet (n=33) Training 30,3% Cursus 18,2% Thema- of informatiebijeenkomst 15,2% Workshop 9,1% Lezing 6,1% E-learning 6,1% Intervisie Anders 15,0% Uit figuur 5.21 blijkt dat de overgrote meerderheid van de deelnemers van mening is dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. Iets meer dan een derde van de deelnemers geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt. Figuur 5.21 Duur van scholing dat de voorkeur geniet (n=33) Minder dan een uur 1 tot 2 uur 36,4% 2 tot 3 uur 18,2% Dagdeel Weet niet/geen mening 36,4% 9,0% Een ruime meerderheid van de deelnemers geeft er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep deelnemers zou bij voorkeur één keer per maand scholing volgen (zie figuur 5.22). Figuur 5.22 Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet (n=33) 1 keer per jaar 9,1% 1 keer per kwartaal 24,2% 1 keer per maand 39,4% 1 keer per week 18,2% Meerdere keren per week Weet niet/geen mening 9,1% In figuur 5.23 is te zien dat de grootste groep deelnemers de voorkeur geeft om in de ochtend scholing te volgen. Daarnaast geeft bijna een vijfde van de deelnemers er de voorkeur aan om in de middag of avond deel te nemen aan scholingsactiviteiten. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 63 Figuur 5.23 Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet (n=33) Ochtend 27,3% Middag 18,2% Avond 18,2% Ochtend en middag 9,1% Middag en avond 12,1% Weet niet/geen mening 15,1% 5.5 Mening over een centrale scholingsplek Uit figuur 5.24 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers het wenselijk vindt dat mantelzorgers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Een zeer kleine groep deelnemers vindt dit geen goede ontwikkeling. Ongeveer een vijfde van de deelnemers heeft hier geen mening over. Figuur 5.24 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=63) Zeer wenselijk 33,3% Wenselijk 27,0% Niet wenselijk/niet onwenselijk Onwenselijk 17,5% 1,6% Zeer onwenselijk Weet niet/geen mening 20,6% Bijna 40% van de deelnemers denkt dat een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers) organisatie of opleidingsinstituut. Ongeveer 10% denkt juist dat dit niet het geval is. De grootste groep deelnemers weet dit niet of heeft hier geen mening over (zie figuur 5.25). Figuur 5.25 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen (n=63) Ik weet zeker van wel 9,5% Ik denk van wel 28,6% Ik denk van niet Ik weet zeker van niet 9,5% 3,2% Weet niet/geen mening 49,2% Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. In totaal hebben 19 deelnemers een nadere toelichting gegeven.17 17 Een aantal deelnemers hebben meerdere argumenten genoemd. Dit kan zowel positief als negatief zijn als het gaat om een centrale scholingsplek. Ook zijn er een aantal deelnemers die niet ter zake doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse en rapportage buiten beschouwing gelaten. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 64 Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal deelnemers (14) beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden. Kennis en ervaringen kunnen gedeeld worden Volgens 6 deelnemers maakt een centrale scholingsplek het mogelijk dat zowel vrijwilligers als (vrijwilligers)organisaties kennis en evaringen met elkaar kunnen delen en op deze manier van elkaar zouden kunnen leren. Onderstaande citaten illustreren dit. “Wanneer organisaties samenwerken krijg je een beter overzicht van de problemen die er spelen en kun je samen hiervoor oplossingen zoeken.” “Omdat je van elkaar kunt leren. Een grotere diversiteit in kennis en ervaring.” Betere kwaliteit van scholing Wanneer verschillende organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en aanbieden in een centrale scholingsplek, dan zou hierdoor volgens 5 deelnemers de kwaliteit van de scholing beter worden. Eén van de deelnemers zei hierover het volgende: “Ik denk dat door ervaring en kennis te bundelen het aanbod krachtiger wordt.” Meer duidelijk waar ik als mantelzorger moet zijn voor scholing Een centrale scholingsplek zou er volgens 3 deelnemers voor zorgen dat er meer duidelijkheid ontstaat waar mantelzorgers moeten zijn voor scholing. Een deelnemer verwoordde het als volgt: “Dit is effectiever op 1 centrale plek, duidelijk.” Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal deelnemers (5) niet beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. Scholingsaanbod is te algemeen Volgens 2 deelnemers zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden. “Het kan zijn dat de scholing te algemeen wordt ten opzichte van een meer specifieke benadering vanuit individuele organisaties.” “Aan de andere kant is het goed dat 1 organisatie die gespecialiseerd is in een zorgelement die kennis ook behoudt en niet ten onder gaat in andere belangen.” Het contact met de mantelzorger wordt onpersoonlijker Door een centrale scholingsplek zou volgens 3 deelnemers het contact met de mantelzorger onpersoonlijk worden. Onderstaande citaat illustreert dit. “Organisaties kunnen meer opleidingen gaan aanbieden, maar het contact met de mantelzorger wordt onpersoonlijker. Juist het contact is ZEER belangrijk.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 65 Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 5.26. Figuur 5.26 Stellingen centrale scholingsplek (n=63) Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…18 Wordt de kwaliteit van scholing beter 50,8% 14,3% 3,2% 31,7% Wordt het aanbod van scholing groter 58,7% 9,5% 4,8% 27,0% Wordt het aanbod van scholing diverser 60,3% 7,9% 4,8% 27,0% Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen 58,7% 12,7% 1,6% 27,0% 60,3% 7,9% 3,2% 28,6% Kan scholing goedkoper worden Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn 66,7% Wordt het rendement van scholing groter 49,2% Zal ik eerder scholing volgen (Helemaal) mee eens 14,3% 1,6% 46,1% Neutraal 6,3% 3,2% 25,4% (Helemaal) mee oneens 23,8% 34,9% 7,9% 20,6% Weet niet/geen mening In figuur 5.26 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de deelnemers het eens is met de eerste zes stellingen. Daarnaast heeft weliswaar geen meerderheid, maar wel de grootste groep deelnemers, bij de laatste twee stellingen aangegeven het hiermee eens te zijn. De groep deelnemers welke het oneens is met de stelling is bij alle stellingen het kleinst. De Stichting Informele Zorg Twente heeft de voorkeur van de deelnemers als het gaat om het aanmelden van scholing bij een centrale scholingsplek. Daarnaast geeft een grote groep deelnemers de voorkeur aan de organisatie die de scholing aanbiedt (zie figuur 5.27). Figuur 5.27 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=63) Stichting Informele Zorg Twente 30,2% Organisatie die scholing aanbiedt 17,5% Centrale scholingsplek Stichting Welzijn Ouderen Hengelo Organisatie waar u mantelzorger bent Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo De gemeente 9,5% 7,9% 6,3% 4,8% 3,2% Carintreggeland SCALA welzijn Anders 20,6% 18 6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet niet/geen mening. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 66 Uit figuur 5.28 blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers zich het liefst digitaal voor scholing wil aanmelden bij een centrale scholingsplek. De meeste voorkeur geniet aanmelding via e-mail. Figuur 5.28 Voorkeur van de wijze van aanmelden voor scholing (n=63) E-mail 36,5% Website/digitaal aanmeldingsformulier 22,2% Mondeling (face to face)/balie 11,1% Telefonisch 9,5% Post/schriftelijk (antwoordkaart) 3,2% Weet niet/geen mening 17,5% Aan de deelnemers is ook gevraagd in hoeverre zij bereidt zijn om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen voor scholing. Net iets meer dan de helft van de deelnemers is daartoe waarschijnlijk wel of zeker wel bereid. Ongeveer een derde van de deelnemers denkt niet of is zeker niet van plan om een eigen bijdrage te betalen (zie figuur 5.29). Figuur 5.29 In hoeverre bereid een eigen bijdrage te betalen voor scholing (n=63) Zeker wel 9,5% Waarschijnlijk wel 41,3% Ik denk van niet 20,6% Zeker niet 12,7% Weet niet/geen mening 15,9% In figuur 5.30 is te zien dat de grootste groep deelnemers niet weet wat zij aan eigen bijdrage bereid zijn te betalen voor scholing. Slechts een kleine groep deelnemers (15,8%) is bereid om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen. Figuur 5.30 Hoogte van de eigen bijdrage die men bereid is om te betalen (n=63) 1 tot 5 euro 15,9% 5 tot 10 euro 14,3% 10 tot 15 euro 14,3% 15 tot 25 euro 6,3% 25 tot 30 euro 50 tot 75 euro 7,9% 1,6% 75 tot 100 euro Weet niet/geen mening 39,7% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 6 67 Resultaten enquête organisaties In een enquête zijn organisaties bevraagd over de behoefte aan scholing van hun vrijwilligers en wat hun mening is over een centrale scholingsplek in Hengelo. In totaal hebben 36 organisaties uit Hengelo de enquête beantwoord.19 6.1 Kenmerken van de organisaties Uit figuur 6.1 blijkt dat de meeste organisaties actief zijn in de sectoren ‘Welzijn of zorg/gezondheid’ (verzorging, verpleging of begeleiding) en ‘Sportvereniging’. Samen zijn deze twee sectoren goed voor ongeveer de helft van de organisaties. Figuur 6.1 Terrein of sector waarin de organisatie actief is (n=36) Welzijn of zorg/gezondheid 30,6% Sportvereniging 22,2% Wijk, buurt/wonen 8,3% School 5,6% Natuur en milieu/dieren 5,6% Politieke of ideële organisatie 2,8% Hobbyvereniging 2,8% Jeugdwerk 2,8% Anders 19,3% De doelgroepen waar de organisaties zich het vaakst op richten zijn ‘Jongeren’ of ‘Senioren en gepensioneerden’. Daarnaast zijn ‘Kinderen’ en ‘Mensen met een ziekte of beperking’ belangrijke doelgroepen van de organisaties (zie figuur 6.2) Figuur 6.2 Doelgroepen waar de organisatie zich op richt in aantallen (n=36) Jongeren 18 Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden 13 Kinderen 11 Mensen met een ziekte of beperking 11 Vrijwilligers 6 Mantelzorgers 5 Uitkerings- en bijstandsgerechtigden 4 Zorgvrijwilligers 4 Allochtonen 3 Slachtoffers 3 Vluchtelingen Dieren 2 1 Anders 19 12 Een reactiepercentage van 13%. Er zijn namelijk 276 organisaties benaderd. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 68 Uit figuur 6.3 blijkt dat iets meer dan de helft van de organisaties bestaat uit alleen vrijwilligers. Ook zijn er organisaties die bestaan uit vrijwilligers en ondersteund worden door één of meerdere beroepskrachten. Figuur 6.3 Type (vrijwilligers)organisatie (n=36) Organisatie met alleen vrijwilligers 52,8% Organisatie ondersteund door vrijwilligers 33,3% Vrijwilligersorganisatie ondersteund door beroepskracht(en) 13,9% De functie van de personen die namens de organisaties de enquête hebben ingevuld is te zien in figuur 6.4. De grootste groep respondenten zijn bestuurslid of coördinator vrijwilligerswerk. Figuur 6.4 Functie van de respondent (n=36) Bestuurslid 44,4% Coördinator vrijwilligerswerk 22,2% Directeur of eigenaar 8,3% Afdelingshoofd of manager 5,6% Anders 19,5% 6.2 Kenmerken van vrijwilligers bij de organisaties In figuur 6.5 is te zien dat iets meer dan 60% van de organisaties meer dan 10 vrijwilligers heeft. De grootste groep organisaties heeft meer dan 100 vrijwilligers. Figuur 6.5 Aantal vrijwilligers bij de organisatie (n=36) 1 tot 2 2,8% 2 tot 5 22,2% 5 tot 10 13,9% 10 tot 25 11,1% 25 tot 50 16,7% 50 tot 75 75 tot 100 5,6% 2,8% Meer dan 100 24,9% Bij de meeste organisaties is de meerderheid van de vrijwilligers vrouw (zie figuur 6.6). Dit is overigens ook het geval bij de enquête onder vrijwilligers (zie figuur 4.1). Figuur 6.6 Geslacht meerderheid van de vrijwilligers bij de organisatie (n=36) Man 27,8% Vrouw Aantal mannen en vrouwen is ongeveer gelijk Wijkracht – 2015 44,4% 27,8% Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 69 Uit figuur 6.7 blijkt dat bij een ruime meerderheid van de organisaties (>80%) de vrijwilligers gemiddeld ouder zijn dan 45 jaar. Alle organisaties hebben weinig tot geen vrijwilligers in dienst die jonger zijn dan 25 jaar. 20 Figuur 6.7 Gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36) 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 2,8% 35 tot 45 jaar 13,9% 45 tot 55 jaar 30,6% 55 tot 65 jaar 24,9% 65 tot 75 jaar 13,9% 75 jaar of ouder Redelijk verspreid 13,9% De grote meerderheid van de vrijwilligers bij de organisaties heeft de Nederlandse nationaliteit (zie figuur 6.8). Dit is overigens ook het geval bij de enquête onder vrijwilligers, waar ruim 90% van de deelnemers de Nederlandse nationaliteit heeft. Figuur 6.8 Etniciteit van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36) Nederlands Turks 79,5% 4,5% Marokkaans 2,3% Surinaams 2,3% Antilliaans Arubaans Indonesisch Anders 2,3% 9,1% In figuur 6.9 is te zien dat bij een ruime meerderheid van de organisaties (72%) de vrijwilligers gemiddeld minder dan 6 uur per week werkzaam zijn. Figuur 6.9 Gemiddelde tijd per week vrijwilligerswerk (n=36) Minder dan 1 uur 13,9% 1 tot 2 uur 22,2% 2 tot 5 uur 36,1% 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 5,6% 15 tot 20 uur 5,6% Meer dan 20 uur 20 13,9% 2,7% Wellicht hebben organisaties wel vrijwilligers die jonger zijn dan 25 jaar, maar het gaat hier om een gemiddelde leeftijd. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 70 Ondanks dat de meeste van de organisaties actief zijn in de sector ‘Welzijn of zorg/ gezondheid’, is slechts een kleine groep van hun vrijwilligers in de thuishulp actief (zie figuur 6.10). De meerderheid van de vrijwilligers heeft een uitvoerende taak. Figuur 6.10 Taak van de meerderheid van de vrijwilligers bij de organisaties (n=36) Uitvoerend 38,9% Organisatorisch 22,2% Bestuurlijk 19,4% Ondersteunend 11,2% Vrijwillige thuishulp 8,3% 6.3 Scholingsbehoefte vrijwilligers bij de organisaties Uit figuur 6.11 blijkt dat een kleine meerderheid van de organisaties (52,7%) van mening is dat hun vrijwilligers enige tot veel behoefte hebben aan scholing. Ruim een derde van de organisaties is daarentegen juist van mening dat hun vrijwilligers weinig tot geen behoefte hebben aan scholing. Figuur 6.11 Huidige scholingsbehoefte van vrijwilligers bij de organisaties (n=36) Zeer veel behoefte Veel behoefte 8,3% Enige behoefte 44,4% Weinig behoefte 16,7% Geen behoefte Weet niet/geen mening 19,4% 11,2% Volgens de organisaties hebben hun vrijwilligers vooral behoefte aan scholing op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’, ‘Bestuur en management’ en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zie figuur 6.12). Figuur 6.12 Scholingsbehoefte volgens organisaties naar gebied in aantallen (n=36) Omgaan met specifieke doelgroepen 11 Bestuur en management 7 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 6 Werken met vrijwilligers 4 Administratie en boekhouden 3 Computer, internet, sociale media 3 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies 3 Persoonlijke vorming 3 PR en communicatie 3 Sport en cultuur 3 Zorg/welzijn/gezondheid 3 Wijken en buurten Anders 2 6 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 71 In figuur 6.13 is te zien dat een workshop of training volgens de organisaties als scholingstype de voorkeur geniet van hun vrijwilligers. Ook bij de deelnemers aan de enquête onder vrijwilligers is naar voren gekomen dat een training de voorkeur geniet. Een workshop is door de vrijwilligers daarentegen minder vaak genoemd. Figuur 6.13 Scholingstype wat de voorkeur geniet volgens de organisaties (n=36) Workshop 40,0% Training 28,0% Cursus Thema- of informatiebijeenkomst 16,0% 8,0% Lezing Intervisie E-learning Anders 8,0% Een (ruime) meerderheid van de organisaties geeft aan zicht te hebben op de scholingsbehoefte van hun vrijwilligers en stemt de scholing af op de scholingsbehoefte. Niet de meerderheid, maar wel de grootste groep van de organisaties peilt regelmatig de scholingsbehoefte van hun vrijwilligers (zie figuur 6.14). Figuur 6.14 Stellingen scholingsbehoefte (n=36) 21 Organisatie heeft zicht op scholingsbehoefte Organisatie peilt regelmatig scholingsbehoefte Scholing wordt afgestemd op scholingsbehoefte (Helemaal) mee eens Neutraal 69,4% 44,5% 11,1% 16,7% 55,6% (Helemaal) mee oneens 19,5%% 38,8% 13,9% 16,6% 13,9% Weet niet/geen mening 6.4 Scholingsmogelijkheden bij de organisaties Uit figuur 6.15 blijkt dat een ruime meerderheid van de organisaties de mogelijkheid van scholing biedt voor hun vrijwilligers. Figuur 6.15 Of scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=36) 36% Ja Nee 64% 21 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 72 Een kleine groep organisaties biedt meerdere keren per jaar scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers. De grootste groep van de organisaties biedt deze mogelijkheid slecht een aantal keer per jaar en een kwart van de organisaties niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar (zie figuur 6.16). Figuur 6.16 Frequentie scholingsmogelijkheden aan vrijwilligers per jaar (n=23) Onbeperkt Meerdere keren per jaar 17,4% Slechts een aantal keer per jaar 47,8% Niet jaarlijks, om de zoveel jaar Weet niet/geen mening 26,1% 8,7% In figuur 6.17 is te zien dat de grootste groep van de organisaties bij voorkeur hun vrijwilligers extern scholen. Daarnaast verzorgt ongeveer een derde van de organisaties bij voorkeur intern scholing aan vrijwilligers en een even groot aantal organisaties zowel intern als extern. Figuur 6.17 Voorkeur wijze van scholing aan vrijwilligers (n=23) Via interne scholing 30,4% Via externe scholing 39,2% Zowel interne als externe scholing 30,4% Uit figuur 6.18 blijkt dat het scholingsaanbod van de organisaties vooral betrekking heeft op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals ouderen en gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals agressie, conflicten of rouw). Dit zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête behoefte hebben aan scholing (zie figuur 4.20). Figuur 6.18 Gebied waarop scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=23) Omgaan met specifieke doelgroepen 15 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 7 Werken met vrijwilligers 7 Administratie en boekhouden 5 Bestuur en management 5 Computer, internet, sociale media 4 Sport en cultuur 4 Wijken en buurten 4 PR en communicatie 3 Zorg/welzijn/gezondheid 3 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies Persoonlijke vorming Anders 2 1 6 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 73 Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg,welzijn en gezondheid’ wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is door veel van de vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête juist aangegeven op deze gebieden nog behoefte te hebben aan scholing (zie figuur 4.20). Aan de organisaties is ook gevraagd of zij hun huidige scholingsaanbod voor hun vrijwilligers nog willen uitbreiden. Slechts een kleine groep heeft aangegeven dit te gaan doen. De meerderheid van de organisaties gaat het scholingsaanbod niet uitbreiden. Enerzijds is er een groep die de scholing wel zou willen uitbreiden, maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod (zie figuur: 6.19). Figuur 6.19 Of het scholingsaanbod voor vrijwilligers nog wordt uitgebreid (n=23) Ja, dit gaan wij ook doen 8,7% Ja, maar wij kunnen dit niet 39,1% Nee, geen noodzaak hiertoe 39,1% Weet niet/geen mening 13,1% In figuur 6.20 is te zien welke factoren voor de organisaties een rol spelen om scholing aan te bieden aan hun vrijwilligers. De belangrijkste reden waarom de organisaties scholing aanbieden is dat door scholing vrijwilligers meer voldoening halen uit hun werk. Daarnaast is een belangrijke reden om scholing aan te bieden dat vrijwilligers daardoor gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten voor de organisatie en tevens de kwaliteit van hun werk zal toenemen. Figuur 6.20 Factoren die een rol spelen bij het aanbieden van scholing (n=23) Vrijwilligers krijgen andere taken Vrijwilligers moeten kennis en vaardigheden leren 52,7% 28,7% 66,7% 72,5% Door scholing halen vrijwilligers meer voldoening uit werk 74,3% Door scholing worden vrijwilligers gemotiveerd 73,7% (Helemaal) mee eens Neutraal 60,2% (Helemaal) mee oneens 7,1% 18,7% 4,1% Door scholing neemt de kwaliteit werkzaamheden toe Door scholing binden vrijwilligers zich aan organisatie 22 12,3% 3,5% 12,9% 4,7% 11,7% 3,5% 18,1% 10,1% Weet niet/geen mening Slechts een derde van de organisaties heeft aangegeven scholing aan te bieden aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker zou worden bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook geeft slechts een derde van de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen omdat zij iets bij willen leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke ontwikkeling). Ten slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers omdat voor sommige activiteiten een wettelijke verplichting bestaat om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van alcohol mag alleen gebeuren door gekwalificeerd personeel). 22 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 74 Uit figuur 6.21 blijkt dat de organisaties scholing van vrijwilligers vooral stimuleren door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) en door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten. Figuur 6.21 Wijze waarop scholing door de organisaties wordt gestimuleerd (n=23) Door informatie te geven over scholing 12 Postitieve aspecten voor vrijwilligers promoten 10 Door informatie over scholing beschikbaar te stellen 9 Vrijwilligers betrekken bij keuze scholingsactiviteiten 8 Door deelname aan scholing te verplichten 8 Vrijwilligers met scholingservaring te laten vertellen 5 Scholing in functioneringsgesprekken meenemen 3 Nadelige effecten (kosten) van scholing compenseren Anders 2 1 Bijna alle organisaties zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun organisatie. Geen van de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is (zie figuur 6.22). Figuur 6.22 In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert (n=23) Ik weet zeker van wel 60,9% Ik denk van wel 34,8% Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 4,3% In figuur 6.23 is te zien dat een grote meerderheid van de organisaties in het algemeen (zeer) tevreden is over scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd. Figuur 6.23 Tevredenheid over externe scholing (n=23) Zeer tevreden 17,4% Tevreden 47,8% Tevreden nog ontevreden Ontevreden 4,3% Zeer ontevreden Geen externe scholing Weet niet/geen mening 13,1% 17,4% Aan de organisaties is gevraagd in hoeverre zij beschikken over verschillende onderdelen die betrekking hebben op scholing van hun vrijwilligers. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 6.24. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 75 Figuur 6.24 Onderdelen ten aanzien van de scholing van vrijwilligers (n=23) Kunt u bij de volgende onderdelen aangeven of uw organisatie hierover beschikt? Verantwoordelijke voor scholingsbeleid vrijwilligers 69,6% Scholingsbudget voor vrijwilligers 52,2% 47,8% Persoonlijk ontwikkelingsplan voor vrijwilligers 100% Beleid ten aanzien van het scholen van vrijwilligers Scholingsplan voor vrijwilligers Eigen training/opleidingsafdeling 30,4% 39,1% 60,9% 34,8% 65,2% 26,1% 73,9% Samenwerking met een hbo-instelling 4,3% Samenwerking met opleidingsinstituten Ja Nee 95,7% 30,4% 69,6% Uit figuur 6.24 blijkt dat een ruime meerderheid van de organisaties een medewerker heeft die verantwoordelijk is voor het scholingsbeleid van vrijwilligers. Ook heeft een meerderheid van de organisaties een scholingsbudget voor vrijwilligers. Aan de organisaties die geen scholing aanbieden aan hun vrijwilligers is gevraagd waarom zij dit niet doen (zie figuur 6.25). De belangrijkste redenen waarom deze organisaties geen scholing aanbieden is dat zij geen budget hebben voor scholing en de organisatie te klein is om scholing te organiseren. Figuur 6.25 Waarom geen scholing wordt aangeboden in aantallen (n=13) Geen budget voor scholing 7 Organisatie te klein voor scholing organiseren 7 Huidige kennis/vaardigheden vrijwilligers voldoende 6 Prijzen van opleidingen zijn te hoog 5 Vrijwilligers vragen niet om scholing 4 Geen geschikt aanbod voor onze vrijwilligers 3 Werven vrijwilligers met voldoende kennis 2 Onvoldoende zicht op scholingsbehoefte 1 Geen tijd voor scholing 1 In figuur 6.26 is te zien dat de meerderheid van de organisaties van mening is een goed overzicht te hebben van het scholingsaanbod in de sector. Figuur 6.26 Stellingen scholingsaanbod (n=36) Goed overzicht van scholingsaanbod in de regio 23 30,4% Goed overzicht van scholingsaanbod in de sector Scholingsaanbod in regio voldoet aan onze vraag Scholingsaanbod in sector voldoet aan onze vraag (Helemaal) mee eens 23 Neutraal 28,7% 60,8% 30,4% 26,1% 13,1% 17,4% 17,3% 4,5% 30,4% 39,1% (Helemaal) mee oneens 26,1% 8,8% 13,1% 30,4% 21,7% Weet niet/geen mening 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 76 Daarentegen is slechts een derde van de organisaties het eens met de stellingen ‘Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze regio’, ‘Het aanbod van scholing in onze regio voldoet aan onze vraag’ en ‘Het aanbod van scholing in onze sector voldoet aan onze vraag’. 6.5 Mening over een centrale scholingsplek Ten aanzien van de vraag of organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo komt geen eenduidig beeld naar voren. Van de organisaties vinden 14 dit een wenselijke ontwikkeling, 13 hebben neutraal geantwoord en 9 weten dit niet of hebben hierover geen mening (zie figuur 6.27). Figuur 6.27 In hoeverre is een centrale scholingsplek wenselijk (n=36) Zeer wenselijk 11,1% Wenselijk 27,8% Niet wenselijk/niet onwenselijk 36,1% Onwenselijk Zeer onwenselijk Weet niet/geen mening 25,0% Uit figuur 6.28 blijkt dat ook op de vraag of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan de eigen organisatie lopen de meningen van de organisaties uiteen. Van de organisaties zijn er 13 van mening dat dit het geval is. Een even groot aantal denkt juist dat een centrale scholingsplek geen verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit niet te weten. Figuur 6.28 Of een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden (n=36) Ik weet zeker van wel 8,3% Ik denk van wel 27,8% Ik denk van niet Ik weet zeker van niet 25,0% 11,1% Weet niet/geen mening 27,8% Aan de organisaties is ook gevraagd waarom een centrale scholingsplek volgens hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan hun eigen organisatie. In totaal hebben 15 organisaties een nadere toelichting gegeven.24 Waarom een centrale scholingsplek een verbetering zou zijn Vier organisaties hebben nader toegelicht waarom een centrale scholingsplek volgens hen beter scholing kan aanbieden. Volgens deze organisaties zal het scholingsaanbod dan breder/diverser worden. Het volgende citaat illustreert dit. 24 Een aantal organisaties heeft meerdere argumenten genoemd. Ook zijn er een aantal organisaties die niet ter zake doende antwoorden hebben gegeven (zoals ‘geen idee’ , ‘Weet ik niet’ of ‘n.v.t.’). Deze antwoorden zijn bij de analyse en rapportage buiten beschouwing gelaten. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 77 Breder aanbod van scholing “Ik denk van wel. Wij gaan in september in samenwerking met het ROC een interne Entree opleiding binnen het bewonersbedrijf organiseren. Het blijkt dat wij daardoor eerder mensen over de streep trekken om mee te doen.” Waarom een centrale scholingsplek geen verbetering zou zijn Hieronder is opgesomd waarom een centrale scholingsplek volgens een aantal van de organisaties niet beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden dan hun eigen organisatie. Scholingsaanbod is te algemeen Volgens zes organisaties zou scholing te algemeen worden als deze vanuit een centrale scholingsplek wordt ontwikkeld en aangeboden. Eén van de organisaties zei hierover het volgende: “Meest benodigde scholing voor onze organisatie is specifiek vakgebonden en valt buiten het normale scholingsaanbod voor vrijwilligers. Dit wordt dan ook prima door onze landelijke koepelorganisatie verzorgd.” Gebrek aan specialistische kennis Een centrale scholingsplek mist volgens vier organisaties specifieke kennis van bepaalde vormen van scholing en (groepen van) vrijwilligers en organisaties. Onderstaande citaat illustreert dit. “Het probleem bij paardrijden met mensen met een beperking is dat het omgaan met paarden en mensen met een beperking erg bijzonder is. Onze vrijwilligers moeten beide kunnen handelen en daar worden veel vaardig-heden voor gevraagd. Georganiseerde scholingen hebben die combinatie niet vandaar dat wij als organisatie die liever zelf organiseren.” Aan de deelnemers zijn ook stellingen voorgelegd omtrent het centraal aanbieden van scholing. De resultaten zijn weergegeven in figuur 6.29. Figuur 6.29 Stellingen centrale scholingsplek (n=36) Wanneer organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing gaan aanbieden dan…25 Wordt de kwaliteit van scholing beter Wordt het aanbod van scholing groter 44,5% 58,3% Wordt het aanbod van scholing diverser Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen 30,6% Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn 38,9% 27,8% 30,6% 25,0% (Helemaal) mee oneens 25 8,4% 11,1% 16,7% 16,7% 47,3% Zal ik eerder scholing volgen Neutraal 27,8% 69,5% 38,9% 13,8% 13,9% 8,4% 11,1% 47,3% Wordt het rendement van scholing groter (Helemaal) mee eens 22,2% 66,6% Kan scholing goedkoper worden 11,1% 13,8% 16,7% 22,2% 8,2% 13,8% 11,1% 13,8% 13,9% Weet niet/geen mening 6-puntsschaal: 1=Helemaal mee eens, 2=Mee eens, 3=Neutraal, 4=Mee oneens, 5=Helemaal mee oneens, 6=Weet niet/geen mening Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 78 In figuur 6.29 is te zien dat een (ruime) meerderheid van de organisaties van mening is dat wanneer organisaties samen scholing gaan aanbieden vanuit een centrale scholingsplek het aanbod groter en diverser wordt en scholing goedkoper aangeboden kan worden. Niet een meerderheid, maar wel de grootste groep, van de organisaties is van mening dat het samen aanbieden van scholing vanuit een centrale scholingsplek zorgt voor een betere kwaliteit en een groter rendement van scholing, meer vrijwilligers scholing kunnen volgen, het duidelijker voor vrijwilligers wordt waar zij scholing kunnen volgen en zij ook eerder geneigd zullen zijn om scholing te volgen. Aan de organisaties is ook gevraagd bij wie zij het liefst willen dat hun vrijwilligers zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek. De grootste groep geeft er de voorkeur aan dat dit de eigen organisatie is. Vervolgens gaat de voorkeur uit naar een centrale scholingsplek zelf of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (zie figuur 6.30). Figuur 6.30 Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing (n=36) Eigen organisatie 38,9% Centrale scholingsplek 22,2% Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 22,2% Organisatie die scholing aanbiedt 2,8% De gemeente 2,8% Anders 11,1% Ten slotte is aan de organisaties gevraagd of zij beschikken over een eigen scholingsaanbod die zij eventueel zouden willen openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties (zie figuur 6.31). Iets meer dan 40% van de organisaties biedt zelf geen scholing aan vrijwilligers. Van de organisaties die dit wel doen, is de grootste groep voornemens om (na overleg) hun scholingsaanbod (graag) beschikbaar te stellen aan vrijwilligers van andere organisaties. Ongeveer een vijfde van de organisaties wil of kan dit niet omdat zij alleen interne scholingsmogelijkheden voor hun vrijwilligers hebben. Figuur 6.31 Scholingsaanbod beschikbaar stellen voor andere vrijwilligers (n=36) Ja, graag Misschien, na overleg Nee, scholing allen voor eigen vrijwilligers 8,3% 25,1% 22,2% Nee, wij bieden geen scholing 44,4% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 7 79 Resultaten focusgroep organisaties “Het is van belang om de nut en noodzaak van kennisdeling onder de aandacht te brengen. Het moet niet alleen gaan over wat een cursus mag kosten of wie wat moet betalen. Het is vooral belangrijk dat een cursus laagdrempelig is” – Vrijwilligersorganisatie uit Hengelo (2015) – Er is een focusgroep (groepsdiscussie) gehouden met een aantal organisaties die de enquête hebben beantwoord. In totaal hebben zes vertegenwoordigers namens een aantal vrijwilligersorganisaties in Hengelo deelgenomen aan de focusgroep.26 In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van deze exercitie. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende vijf discussiethema’s: 1. 2. 3. 4. 5. Openstellen van scholing Toegang tot scholing Samen scholing aanbieden Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek Financiering van een centrale scholingsplek Bij elk discussiethema zijn een aantal stellingen gedeponeerd waar de deelnemers vervolgens met elkaar over in discussie zijn gegaan. Daarnaast zijn aan het eind van de focusgroep drie afsluitende vragen gesteld en zijn de wensen en mogelijkheden voor vervolgonderzoek verkend. Het draaiboek van de focusgroep is terug te vinden in bijlage 4. 7.1 Openstellen van scholing Bij het eerste discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd die betrekking hebben op het openstellen van scholing voor vrijwilligers van andere (vrijwilligers)organisaties. Stelling 1: Organisaties die al de mogelijkheid van scholing bieden aan hun vrijwilligers moeten (nadrukkelijk) gestimuleerd worden om hun scholingsaanbod ook open te stellen voor vrijwilligers van andere organisaties. Alle deelnemers waren het er over eens dat organisaties niet zozeer nadrukkelijk gestimuleerd moeten worden om scholing open te stellen, maar dat het vooral van belang is om de krachten te bundelen. Waar kunnen wij als organisaties elkaar vinden? Hoe kunnen wij dwarsverbindingen en kruisverbanden tot stand brengen? Twee van de deelnemers zeiden hierover het volgende: “Wat deelnemer […] zegt ben ik het mee eens. Ik denk dat je met elkaar moet kijken hoe je dingen samen kunt oppakken en van elkaar kunt leren. Ik vind stimuleren zo dwingend klinken. Terwijl ik meer denk laten we met elkaar gaan kijken waar kunnen wij elkaar gaan vinden. En de krachten zo veel mogelijk met elkaar bundelen. Je kunt het openstellen van scholing niet dwingend gaan opleggen. Ik denk dat wij wel met elkaar in gesprek moeten gaan, waar kunnen wij de scholing beter maken en efficiënter doen.” 26 De focusgroep heeft plaatsgevonden op dinsdag 26 mei van 19:15 – 21:30 uur bij SCALA welzijn. De deelnemers zijn afkomstig uit de sectoren ‘Techniek’, ‘Cultuur’, ‘Welzijn’ en ‘Zorg/gezondheid’. De focusgroep is geleid door onderzoeker drs. Marc ter Hedde en genotuleerd door een medewerker van SCALA welzijn. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 80 “Ik denk dat het goed is dat wij organisaties moeten informeren over de meerwaarde van scholing en de kennis die zij hebben. Met als doel om dit breder weg te zetten in Hengelo. Misschien geen pasklare cursussen die zij al organiseren, maar ook gewoon kennis die aanwezig is bij de organisaties. Wij kunnen binnen het sociaal cultureel werk misschien heel veel leren van het CREA of het Techniekmuseum HEIM. Maar dat geldt omgekeerd ook. Ik vind het vooral belangrijk dat wij als organisaties kennis met elkaar gaan delen. Dat geldt ook in de sportsector, cultuursector, zorgsector etc.” De deelnemers zijn van mening dat het belangrijk is dat organisaties elkaar op de hoogte te brengen van de diverse scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers en aanwezige kennis met elkaar delen. Volgens een deelnemer gaan de verschillende organisaties momenteel nog te weinig met elkaar in gesprek om kennis te delen. Hij verwoordde het als volgt: “Het laatste wat deelnemer […] zegt is denk ik heel belangrijk, met elkaar in gesprek gaan. Dat vind nu nog niet veel plaats. Het zal ongetwijfeld tussen een aantal verenigingen, stichtingen en organisaties, binnen dezelfde sector, gebeuren. Wat ontbreekt is dat we in de breedte met elkaar praten. Dat is waar je de kracht hebt van een professionele organisatie en deze met organisaties verbind. Er zijn organisaties die het gewoon moeilijk vinden om trainingen zelf te verzorgen, moeite hebben met scholing inkopen en waarschijnlijk de scholing ook duurder moeten inkopen, dan wanneer het gezamenlijk met elkaar georganiseerd wordt. Daarvoor heb je gesprekken nodig.” Volgens één van de deelnemers is niet alleen het met elkaar in gesprek gaan belangrijk, maar ook dat organisaties elkaar kunnen vertrouwen. “Niet alleen in gesprek gaan met elkaar is belangrijk, maar ook vertrouwen in elkaar. Je moet als organisaties van elkaar op aan kunnen en weten wat je aan elkaar hebt.” Stelling 2: Organisaties die gebruik willen maken van de scholing van andere organisaties moeten hun scholing zelf ook openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties. Vijf deelnemers vinden dat het niet verplicht moet zijn ‘iets’ terug te doen als de organisatie bij een andere organisatie gebruik maakt van scholing en/of kennis haalt. Dit moet voor elke organisatie een eigen keuze zijn. Bovendien zou sommige scholing ook te specialistisch zijn en alleen geschikt zijn voor de eigen organisatie. Onderstaande citaten illustreren dit. “Ik vind niet dat organisaties die bij een andere organisatie gebruik maken van scholing van vrijwilligers ook perse zelf scholing moeten gaan aanbieden. Want ik kan mij voorstellen dat het aanbod van sommige scholing helemaal niet geschikt is voor andere vrijwilligers. Bovendien hebben sommige organisaties ook helemaal geen eigen scholingsmogelijkheden voor hun vrijwilligers.” “Wij hebben hele specifieke scholing voor onze vrijwilligers die wij niet open kunnen stellen voor andere vrijwilligers. Ik kan met jullie wel kennis delen of hoe bijvoorbeeld om te gaan met bezoekers, publiek. Wij trainen onze suppoost, horeca, baliemedewerkers en technieklokaalmedewerkers zelf. Daar hebben wij allemaal eigen trainers voor opgeleid.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 81 Eén van de deelnemers is het wel met de stelling eens en vindt dat organisaties die gebruik maken van het scholingsaanbod van andere organisaties zelf ook hun scholing open moeten stellen voor anderen. “Ik vind juist dat organisaties die gebruik maken van de scholing van anderen, zelf ook hun scholing beschikbaar moeten stellen voor anderen. Wij hebben bijvoorbeeld nu een training over omgaan met cultuur verschillen. Deze training hebben wij voor iedereen opgesteld, en dus niet alleen voor professionals. Stel wij horen dat een andere organisatie een cursus organiseert, dan zou ik ook graag aan deze cursus willen deelnemen. Daar gaat het mij om. Ik zeg niet voor wat hoort wat, maar ik vind wel als deelnemer […] ook iets organiseert dat het ook open zou moeten zijn voor andere organisaties.” 7.2 Toegang tot scholing Bij het tweede discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd die gaan over welke (groepen van) vrijwilligers en mantelzorgers allemaal toegang moeten hebben tot scholing die door organisaties zijn open gesteld voor anderen en onder welke condities dit zou kunnen. Stelling 3: Elke vrijwilliger moet, ongeacht de organisatie of sector waar hij of zij voor werkt, onder dezelfde condities scholing kunnen volgen bij organisaties die deze hebben opengesteld voor andere vrijwilligers. De meeste deelnemers (5) waren het met elkaar eens dat elke vrijwilliger onder dezelfde condities scholing moet kunnen volgen. Eén van de deelnemers voegde hier nog aan toe dat scholing vooral laagdrempelig moet zijn. “Scholing moet ook vooral laagdrempelig zijn. Het moet niet gaan over wat een cursus mag kosten of wie wat moet betalen. Het is belangrijker dat een cursus laagdrempelig is.” Eén van de deelnemers is het niet eens met de stelling en vind dat maatwerk belangrijk is. “Ik denk niet dat elke vrijwilliger onder dezelfde condities kan deelnemen. Het gaat vooral om maatwerk. De cursus moet wel toegespitst c.q. relevant zijn voor mijn vrijwilligers anders maak ik hier ook geen gebruik van.” Volgens de deelnemers is niet alleen het openstellen van scholing belangrijk, maar ook kennisdeling tussen de verschillende organisaties. “Het hoeft niet alleen maar betrekking te hebben op scholing. Het gaat ook om kennisuitwisseling. Een samenwerking met elkaar aangaan is belangrijk. Waar kun je elkaar vinden?” “Hier ben ik het mee eens. Het delen van kennis moet als het ware in het gedachtegoed zitten van de organisaties.” Stelling 4: ‘Organisaties die zelf niet de (financiële) mogelijkheden hebben om scholing te ontwikkelen en/of aan te bieden moeten tegen een gereduceerd tarief kunnen deelnemen aan scholing die is opengesteld door andere organisaties. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 82 De deelnemers waren het met elkaar eens dat het niet wenselijk is om enerzijds scholing voor elke vrijwilliger open te stellen en vervolgens wel een onderscheid te maken in de betaling voor scholing. Uit onderstaande citaten komt deze mening duidelijk naar voren. “Volgens mij kun je scholing niet openstellen voor iedereen en dan tegelijkertijd verschillende voorwaarden gaan stellen bijvoorbeeld qua betaling van scholing. Dit staat met elkaar op gespannen voet. Je moet van elkaar wel weten wie scholing heeft opengesteld.” “Ik vind het niet meer dan logisch dat iedereen onder dezelfde condities scholing kan volgen. Hierbij moet er geen onderscheid zijn in de hoogte wat iemand moet betalen voor scholing.” Ook waren de deelnemers van mening dat een goede samenwerking en kennisuitwisseling tussen verschillende organisaties van belang is. De vraag hierbij is: wat kunnen wij van elkaar leren en hoe kunnen wij elkaar vinden. Eén van de deelnemers zei hierover: “Het zou mooi zijn als je zoiets zou kunnen organiseren in Hengelo waar wij elkaar kunnen vinden. Als ik bij mijn eigen vereniging een training geef en daar mogen vrijwilligers van andere organisaties ook aan deelnemen, dan wil ik ook bij een andere organisatie voor scholing kunnen shoppen. Volgens mij moet het zoeken heel breed zijn. Het gaat niet alleen om scholing, maar ook op andere manieren zou je met elkaar samen kunnen werken. ” Twee deelnemers hebben voorgesteld om een platform c.q. een denktank in het leven te roepen om in kaart te brengen welke scholing samen ontwikkeld kan worden en hoe kennis tussen organisaties uitgewisseld kan worden. “Je zult samen moeten afspreken waar je elkaar kunt vinden. Ik kan mij voorstellen dat er verschillende scholing is die je met elkaar kunt ontwikkelen, maar ook scholing waarvan je zegt die moeten wij juist niet samen willen ontwikkelen, omdat dat juist de specialiteit is van die organisatie. Het is van belang om elkaar te vinden en een geschikt platform hiervoor te vinden.” “Het gaat ook over het afstemmen van beleid. Hoe je het ook went of keert. Elke organisatie heeft haar eigen beleid ook op het gebied van scholing. Er zijn dingen die uitwisselbaar zijn en dingen die niet uitwisselbaar zijn. Een platform, een denktank, is van belang om bij elkaar te inventariseren wat wij van elkaar kunnen gebruiken.” 7.3 Samen scholing aanbieden Bij het derde discussiethema is aan de deelnemers een stelling voorgelegd die gaat over het door organisaties samen aanbieden van scholing aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Stelling 5: Het samen aanbieden van scholing zorgt ervoor dat… a) scholing goedkoper kan worden aangeboden aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo, b) er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt, c) scholing beter kan worden afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 83 De deelnemers zijn het met de stelling eens en zijn van mening dat het van belang is om een ‘catalogus’ te ontwikkelen met daarin een totaaloverzicht van het aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. De volgende citaten geven deze mening duidelijk weer. “Wij hebben over alle drie de deelstellingen wel gesproken en zijn het daar mee eens. Het moet komen tot een catalogus van informatie en kennis. Ik denk dat scholing inderdaad beter op elkaar afgestemd kan worden op het moment dat de kennis met elkaar wordt gedeeld. Dan hoeft het niet eens zo te zijn dat je alles bij elkaar wilt halen. Het gaat alleen al om het feit dat je weet dat het er is, en welke mogelijkheden er zijn.” “Inderdaad. Er moet als het ware een systeem komen waarbij je put uit de informatie die nu al beschikbaar is en van daaruit zorgen dat meer organisaties hierbij aansluiting vinden.” Volgens twee van de deelnemers is een catalogus slechts een instrument. Er zijn ongetwijfeld nog meer instrumenten die van belang zijn om de scholingsbehoefte op elkaar af te stemmen en kennis te delen. Volgens deze deelnemers gaat het er toch vooral om dat organisaties elkaar weten te vinden. “Hoe krijgen wij de catalogus gevuld? Hoe krijgen wij het scholingsaanbod in beeld? Ik zou het liever wat breder willen zien. De catalogus is een instrument, maar ik ben ook wel benieuwd naar andere instrumenten. Hoe vinden wij elkaar?” “Dat is voor mij ook de hamvraag: hoe vinden wij elkaar?” Eén van de deelnemers voegde hier nog aan toe dat sommige organisaties het belang van samenwerking nog niet inzien en het daarom van belang is dat organisaties aan elkaar duidelijk maken wat zij van elkaar kunnen leren. “Ik denk ook dat sommige organisaties nog niet het belang van samenwerking zien. Het is daarom van belang om aan elkaar duidelijk te maken wat men van elkaar kan leren.” Door drie deelnemers is aangegeven dat vanuit reeds bestaande samenwerkingsverbanden een aanzet gegeven kan worden om als organisaties met elkaar in gesprek te gaan en kennis uit te wisselen. “Kijk welke kennis er bij organisaties al voor handen is. Je kunt nooit alle organisaties tegelijk bereiken. Maar er zijn op kleinere schaal al wel vergelijkbare organisaties die al samen werken, ook op het gebied van gemeenschappelijk scholing aanbieden.” “Ik heb in Enschede al eens een bijeenkomst bijgewoond waarbij vrijwilligersorganisaties met elkaar in gesprek gaan over wat zij voor elkaar kunnen betekenen en hoe men elkaar kan vinden. Dit hebben wij in Hengelo nog nooit gedaan. Wij zijn hier nog niet met 300 organisaties bij elkaar geweest. Het gaat juist om de interactie om mensen bij elkaar te krijgen, netzo als de discussie die wij nu met elkaar hebben. Je kunt dit niet voor alle organisaties bij elkaar doen. Maar je kunt wel in groepjes zoals deze bij elkaar komen.” “De samenwerking en gedachte-uitwisseling zijn het belangrijkste, maar hoe vinden wij elkaar? Wij weten dat de sportsector twee keer per jaar bij elkaar komt. De cultuursector komt twee keer per jaar bij elkaar. Misschien is het dan een begin om van hieruit verder met elkaar in gesprek te gaan.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 84 Alle deelnemers zijn het met elkaar eens dat de vrijwilliger en mantelzorger ten allen tijde als uitgangspunt genomen moet worden. Dat is wat de verschillende organisaties met elkaar verbindt. De eerder genoemde ‘denktank’ zou een belangrijke rol kunnen spelen bij het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden van scholing aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Eén van de deelnemers verwoordde het als volgt: “Dat wat ons bind zijn de vrijwilligers en mantelzorgers. En dat moeten wij als uitgangspunt nemen. Mijn vraag is: hoe spreken wij vrijwilligersorganisaties aan? Hoe kunnen wij bij elkaar komen? Als het in Enschede kan, dan kan het hier in Hengelo ook. Binnen onze organisatie verbinden wij nu al techniek en cultuur met elkaar. Techniek educatie en cultuur educatie worden bij ons nu al verbonden. Bij ons vloeien al een aantal zaken samen. De kruisbestuiving is belangrijk! Wij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Het gaat om een stukje interactie. Het doel is om een platform te ontwikkelen. Dat je een vorm van werkgroep of denktank opricht om de kar te gaan trekken om gezamenlijk scholing te ontwikkelen voor vrijwilligers en mantelzorgers en kennis met elkaar te delen.” 7.4 Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek Bij het vierde discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd die gaan over welk scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers (in ieder geval) aangeboden moet worden in een centrale scholingsplek in Hengelo. Stelling 6: Het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek moet afgestemd worden op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Op basis van de resultaten van onze enquête zou met name scholing aangeboden moeten worden op de gebieden: a) omgaan met specifieke doelgroepen, b) omgaan met een specifieke situatie of gevoel, c) een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf, d) belangrijke wet- en regelgeving in de zorg. Alle zes deelnemers zijn het met de stelling eens en vinden het belangrijk dat de scholingswensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties die uit het onderzoek naar voren komen hun weerslag krijgen op het scholingsaanbod van een centrale scholingsplek in Hengelo. Onderstaande citaat geeft deze mening duidelijk weer. “Ik zou de behoefte die uit dit onderzoek naar voren komt zeker een plek geven binnen het geheel. Je moet er in ieder geval voor zorgen dat de gebieden van scholing die in het onderzoek als belangrijk naar voren zijn gekomen een plaats krijgen in een centrale scholingsplek. Het is ook belangrijk dat in de catalogus wordt aangegeven dat deze scholing beschik-baar is, zodat de vrijwilligers en mantelzorgers weten waar zij voor scholing moeten zijn.” Eén van de deelnemers gaf aan dat het ook van belang is dat vrijwilligersorganisaties het gevoel hebben dat er voor hen wat te halen is. “De vrijwilligersorganisaties moeten het gevoel hebben dat er iets te halen is: Whats in it for me? Het moet duidelijk zijn wat scholing en kennisdeling hen gaat opleveren.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 85 Stelling 7: Niet alle scholing is geschikt om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo te ontwikkelen en aan te bieden. Alle deelnemers zijn van mening dat de meeste scholing wel gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek aangeboden kan worden. Maar enkele ‘specialistische’ scholing zou hier minder geschikt voor zijn. Onderstaand citaat illustreert dit. “Niet alle trainingen kunnen gedeeld worden met andere organisaties en samen aangeboden worden vanuit een centrale scholingsplek. Sommige specialistische scholing is namelijk niet voor een brede doelgroep geschikt. Vaak gaat het hier ook om interne (beroeps)opleidingen.” 7.5 Financiering van een centrale scholingsplek Bij het vijfde discussiethema zijn aan de deelnemers twee stellingen voorgelegd die gaan over de bekostiging van een centrale scholingsplek in Hengelo, en in hoeverre een eigen bijdrage van vrijwilligers en mantelzorgers daarbij mogelijk is. Stelling 8: Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken (te kunnen financieren) is een eigen bijdrage voor scholing van vrijwilligers en mantelzorgers nodig. Eén deelnemer is het met de stelling eens. “Ik vind het relevant. Je kunt zeker aan mensen vragen om voor elke cursus een kleine eigen bijdrage te betalen (maximaal 10 euro per bijeenkomst, cursus, training, etc.). Relevant is ook om te kijken welke scholing vrijwilligers nodig hebben om hun werk goed uit te kunnen voeren. Je kunt vrijwilligers hier best een eigen bijdrage voor laten betalen. Er moet een onderscheid gemaakt worden voor scholing die expliciet van belang is voor het vrijwilligerswerk en scholing die meer gericht is op de persoonlijke ontwikkeling van de vrijwilliger. In de tweede situatie is een eigen bijdrage mogelijk.” Twee deelnemers vinden het niet kunnen om een eigen bijdrage voor scholing te vragen aan vrijwilligers en mantelzorgers. De ontwikkeling en het aanbieden van scholing zou betaald moeten worden door de vrijwilligersorganisaties en/of de gemeente. Zij zeiden hierover het volgende: “Mijn voorstel zou zijn dat de organisatie waar de vrijwilliger werkt de eigen bijdrage betaald.” “Ik zou de vraag willen herformuleren. Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken is er een substantiële bijdrage van de gemeente nodig. Het zijn hun mensen, hun vrijwilligers. Het is hun gemeente en hun belang. Ik zou nooit aan onze vrijwilligers een eigen bijdrage voor scholing vragen. Geen denken aan. Een eigen bijdrage is voor mij ten alle tijden helemaal uitgesloten. De gemeente zou een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers moeten bekostigen. Tenzij de organisatie het zelf van belang vind. Dat is dan de keuze die elke organisatie maakt.” Stelling 9: Vrijwilligersorganisaties moeten naar ratio bijdragen aan de financiering van het gezamenlijke scholingsaanbod. Organisaties met meer financiële middelen (scholingsbudget) zullen ook meer moeten betalen. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 86 Op basis van het solidariteitsbeginsel is er wel wat te voelen voor het betalen naar draagkracht, maar de organisaties gaan er eigenlijk vanuit dat zij zelf niet gaan meebetalen aan een centrale scholingsplek. Eén deelnemer verwoordde het als volgt: “Ik ga er niet vanuit dat wij als organisaties gaan meebetalen aan een centrale scholingsplek. Deze moet namelijk van ons allemaal zijn. Dit is vooral een rol voor de gemeente.’ Alle deelnemers zijn van mening dat wanneer zij de krachten bundelen scholing goedkoper ontwikkeld en/of ingekocht kan worden. Onderstaand citaat geeft deze mening duidelijk weer. “Indien je een organisatie bent die belang hecht aan het trainen en opleiden van vrijwilligers, dan geef je daar geld aan uit en heb je daar budgetten voor. Het inkopen van scholing kan wellicht veel goedkoper als wij dat samen met een andere organisatie gaan doen.” 7.5 Ten slotte Aan het eind van de focusgroep zijn aan de deelnemers nog een drietal afsluitende vragen gesteld en is de behoefte aan vervolgonderzoek geïnventariseerd. Vraag 1: Wat is volgens u belangrijk als organisaties gezamenlijk scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers gaan ontwikkelen en aanbieden vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo? Het is volgens de organisaties (in eerste instantie) van belang dat de verschillende partijen bij elkaar gebracht worden, verschillende sectoren met elkaar in contact komen. Hierdoor zou het dan ook beter mogelijk worden om gezamenlijk op te trekken bij het aanbieden van scholing en onderling kennis uit te wisselen. Eén deelnemer zei hierover het volgende: “Wij hebben jongerenwerkers in dienst en wij vinden dat sport en beweging, een gezond leven belangrijk is. Dat zijn medewerkers die goed zijn in het contact maken met jongeren, maar minder kennis hebben van sport of gezondheid. Maar die kennis is er binnen de sportvereniging wel. Daar zijn deskundigen op dit gebied die hiervoor zijn opgeleid en getraind. Als je dat met elkaar verbindt, dan kunnen de jongerenwerkers iets betekenen voor de voetbalvereniging en omgekeerd.” Vraag 2: Denkt u dat een centrale scholingsplek zorgt voor een toename van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Waarom wel of niet? Alle deelnemers zijn van mening dat het aannemelijk is dat meer vrijwilligers en mantelzorgers meer scholing zullen gaan volgen als deze vanuit een centrale scholingsplek aangeboden wordt. Wel is hierbij het aanbod van scholing bepalend, dus in hoeverre het aanbod voldoet aan de wensen en behoeften van de vrijwilligers en mantelzorgers. Onderstaande citaten illustreren dit. “Ik denk dat een centrale scholingsplek leidt tot een toename van het gebruik van scholing onder vrijwilligers en mantelzorgers.” Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 87 “Ja, maar dat is wel afhankelijk van het scholingsaanbod. Er moet niet zomaar wat aangeboden worden, met het idee dat er dan wel meer vrijwilligers gebruik van gaan maken.” Vraag 3: Wie moet het voortouw nemen bij het opzetten van een centrale scholingsplek in Hengelo? Volgens de deelnemers is het logisch dat Wijkracht het voortouw neemt bij het opzetten van een centrale scholingsplek in Hengelo. Als het gaat om scholing voor vrijwilligers zou met name een beroep gedaan kunnen worden op de expertise van het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. En voor de scholing van mantelzorgers is de Stichting Informele Zorg Twente een eerste aanspreekpunt. “Wij zijn nu ook verantwoordelijk om het vrijwilligerswerk voor een deel in Hengelo te organiseren. Dus ik vind dat het dan ook bij ons kan liggen. Ja, dat hoort dan bij het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo thuis. Daar zijn mensen met deskundigheid om een denktank in welke vorm dan ook op te zetten en te organiseren.” Vervolgonderzoek De deelnemers vinden het belangrijk dat de resultaten van het onderzoek gedeeld worden en als vertrekpunt genomen worden voor een verdere discussie over hoe organisaties in Hengelo gezamenlijk scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers kunnen ontwikkelen en aanbieden. Onderstaande citaten illustreren dit. “Het belangrijkste wat het onderzoek heeft aangetoond is dat wij de verbinding in Hengelo tussen verschillende organisaties missen. Het gaat om elkaar vinden en kennis over en weer uitwisselen. Ik vind het van belang dat wat uit het onderzoek naar voren komt gedeeld wordt. Dat zijn wij ook verplicht aan alle vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties die hebben deelgenomen aan het onderzoek. De bevindingen van dit onderzoek zouden als vertrekpunt kunnen dienen voor een verdere discussie over hoe wij gezamenlijk scholing kunnen gaan ontwikkelen en aanbieden.” “Dit onderzoek legitimeert een denktank. Daar gaat het in feite om. In deze denktank gaan wij gericht op zoek naar hoe wij in contact kunnen komen met verschillende organisaties. Ik pleit voor een denktank waarbij niet zozeer over de opzet van de scholingsplek wordt gesproken, maar meer over hoe komen wij met elkaar in contact en kunnen wij van elkaar leren. Onze gemeenschappelijke noemer zijn de vrijwilligers. Het is breder dan scholing, het gaat om kennisdeling. Wat kunnen wij gezamenlijk als organisaties onze vrijwilligers bieden? Het gaat niet zozeer om het verbreden van de kennis, maar om het delen van de kennis. Zodat deze op de goede plek komt.” “Uit de enquête komt naar voren dat vrijwilligers en mantelzorgers behoefte hebben aan scholing. Dus in feite is dat al een aanleiding om als organisaties bijl elkaar te komen. Om het goed op te zetten en een basis te vormen.” Dit onderzoek zou volgens de deelnemers gezien kunnen worden als een eerste inventarisatie (0-meting). Naar verloop van tijd zou een nieuw behoefte onderzoek gedaan kunnen worden. Op deze wijze blijft er een actueel beeld van de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 8 88 Conclusies en aanbevelingen De voorgaande hoofdstukken betroffen een empirisch onderzoek, in de vorm van een enquête en een focusgroep, naar de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies van de enquête en focusgroep gepresenteerd. Op basis hiervan worden aanbevelingen aan Wijkracht gedaan om een centrale scholingsplek in Hengelo te ontwikkelen, in lijn met de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. 8.1 Conclusies In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek besproken. Dit gebeurt aan de hand van het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Onderzoeksvraag 1: In hoeverre en op welk gebied hebben vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo al scholing gevolgd voor hun vrijwilligerswerk of mantelzorg? Ervaring met scholing Iets meer dan de helft van de vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen heeft al ervaring met scholing. Daarentegen heeft drie kwart van de mantelzorgers die de enquête hebben beantwoord nog geen ervaring met scholing. Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) 34,9% Ja 47% 53% Ja Nee Nee 65,1% Gebied waarop scholing is gevolgd De aan de enquête deelgenomen vrijwilligers en mantelzorgers hebben al vaak scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld conflicten, agressie, rouw en verlies). Op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals senioren, gehandicapten, allochtonen etc.) is door de vrijwilligers het vaakst scholing gevolgd. Ook op het gebied van ‘Sport en cultuur’ (bijvoorbeeld een opleiding voor trainer/coach) is door vrijwilligers vaak scholing gevolgd. Mantelzorgers hebben het vaakst scholing gevolgd op het gebied van ‘Mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen aangeven, etc.). Daarnaast is vaak door deze groep deelnemers scholing gevolgd op het gebied van ‘Omgaan met een bepaalde ziekte of aandoening’. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 89 Gebieden waarop door vrijwilligers scholing is gevolgd in aantallen (n=91) Omgaan met specifieke doelgroepen 36 Sport en cultuur 21 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 19 Computer, internet, sociale media 17 PR en communicatie 12 Bestuur en management 11 Zorg/welzijn/gezondheid 10 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies 8 Werken met vrijwilligers 8 Wijken en buurten 8 Administratie en boekhouden Persoonlijke vorming 4 3 Anders 12 Gebieden waarop door mantelzorgers scholing is gevolgd in aantallen (n=22) Mantelzorg en zorg voor mijzelf 13 Omgaan met ziekte of aandoening 11 Begeleiden van iemand met beperking 6 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 6 Gezondheid, arbo en veiligheid 2 Verpleegkundige handelingen 1 Administratieve handelingen 1 Wet- en regelgeving in de zorg 1 Anders 4 Onderzoeksvraag 2: Hoe tevreden zijn vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo in het algemeen over scholing die zij reeds hebben gevolgd? Tevredenheid over scholing die is gevolgd Alle mantelzorgers en een grote meerderheid van vrijwilligers zijn tevreden over scholing die zij hebben gevolgd. Het aandeel wat geantwoord heeft met ‘zeer tevreden’ is bij de groep vrijwilligers ongeveer goed voor een vijfde van de deelnemers en bij de mantelzorgers voor ongeveer een derde van de deelnemers. In hoeverre tevreden over scholing die is gevolgd 27 Scholingstype Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) (Zeer) tevreden 91,2% 100% Tevreden nog ontevreden 7,7% 0% (Zeer) ontevreden 1,1% 0% 27 6-puntsschaal: Zeer tevreden, Tevreden, Tevreden nog ontevreden, Ontevreden, Zeer ontevreden, Weet niet. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 90 Waarom tevreden over scholing die is gevolgd? 28 Vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen zijn vooral tevreden over scholing die zij hebben gevolgd, omdat zij hierdoor nieuwe kennis en inzichten zouden hebben verkregen. Daarnaast is voor deze groep deelnemers met name bepalend voor de tevredenheid over scholing de wijze waarop bijvoorbeeld een cursus of training is georganiseerd. Waarom vrijwilligers tevreden zijn over scholing die is gevolgd Door scholing heb ik als vrijwilliger nieuwe kennis en inzichten verkregen 19 keer genoemd Scholing was van een goede kwaliteit, goed georganiseerd 12 keer genoemd Scholing sluit goed aan bij de praktijk 10 keer genoemd Door scholing kan ik het vrijwilligerswerk beter uitvoeren 5 keer genoemd Door scholing kom ik in contact met andere vrijwilligers/lotgenoten 4 keer genoemd Ook mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen zijn vooral tevreden over scholing die zij hebben gevolgd, omdat zij hierdoor nieuwe kennis en inzichten zouden hebben verkregen. Daarnaast zijn mantelzorgers met name tevreden over gevolgde scholing doordat zij hierdoor een goede balans zouden hebben gekregen tussen mantelzorg en zorg voor zichzelf. Waarom mantelzorgers tevreden zijn over scholing die is gevolgd Door scholing heb ik als vrijwilliger nieuwe kennis en inzichten verkregen 7 keer genoemd Scholing heeft gezorgd voor een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf 7 keer genoemd Door scholing ben ik in contact gekomen met lotgenoten 3 keer genoemd Scholing was goed georganiseerd 1 keer genoemd Waarom niet tevreden over scholing die is gevolgd? Slechts vijf deelnemers van de groep vrijwilligers en één deelnemer van de groep mantelzorgers hebben een nadere toelichting gegeven waarom zijn niet tevreden zijn over scholing die gevolgd is in het kader van hun vrijwilligerswerk of mantelzorg. De redenen waarom men niet tevreden is over scholing lopen uiteen van een slechte kwaliteit van de lesstof tot een geringe opbrengst van scholing. Onderzoeksvraag 3: Welke (algemene en specifieke) scholingsvragen zijn er momenteel bij vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Van welke scholing zouden zij nog gebruik willen maken? In hoeverre nog behoefte is aan scholing Ondanks dat aan de enquête deelnemende vrijwilligers al vaker scholing hebben gevolgd dan deelnemende mantelzorgers, hebben zij momenteel ook nog meer behoefte aan scholing. Bij de groep vrijwilligers heeft bijna 60% van de deelnemers nog behoefte aan scholing. Bij de groep mantelzorgers gaat het om ongeveer 45% van de deelnemers. 28 In een open vraag is aan de deelnemers gevraagd of zij zouden kunnen toelichten waarom zij wel of niet tevreden zijn over scholing die zij hebben gevolgd in het kader van hun vrijwilligerswerk of mantelzorg. Niet alle deelnemers hebben dit gedaan. Bij de vrijwilligers hebben 50 deelnemers een nadere toelichting gegeven waarom zij tevreden zijn over gevolgde scholing en bij de mantelzorgers gaat het om 12 deelnemers. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Huidige behoefte aan scholing 91 29 Scholingstype Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Enige tot zeer veel behoefte 59,7% 46,0% Weinig tot geen behoefte 34,0% 47,6% Weet niet/geen mening 6,3% 6,4% Gebieden waarop nog behoefte is aan scholing Vrijwilligers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing (n=118) zouden vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (bijvoorbeeld omgaan met senioren, jongeren of gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (bijvoorbeeld omgaan met agressief gedrag of conflicten). Dit zijn ook de gebieden waarop veel deelnemers al eerder scholing hebben gevolgd. Ook op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ is bij de deelnemende vrijwilligers nog veel behoefte aan scholing. Dit is een gebied waarop de deelnemers in het verleden nog niet vaak scholing hebben gevolgd voor hun vrijwilligerswerk. Huidige behoefte aan scholing van vrijwilligers naar gebied in aantallen (n=118) Omgaan met specifieke doelgroepen 117 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 111 Persoonlijke vorming 86 Zorg/welzijn/gezondheid 59 Werken met vrijwilligers 55 Sport en cultuur 53 PR en communicatie 46 Computer, internet, sociale media 33 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies 26 Administratie en boekhouden 24 Bestuur en management 22 Wijken en buurten Anders 14 9 De deelnemende mantelzorgers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing (33 personen) zouden vooral scholing willen volgen op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals de AWBZ en WMO). Dit is een gebied waarop slechts één deelnemer in het verleden al eens scholing heeft gevolgd. Wellicht dat recente wetwijzigingen (bijvoorbeeld in het kader van de zorg en drie decentralisaties in het sociale domein) hebben bijgedragen aan meer behoefte aan scholing op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg.’ Ook op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, etc.) hebben de deelnemende mantelzorgers nog veel behoefte aan scholing. Dit is ook een gebied waarop veel deelnemers al eens eerder scholing hebben gevolgd. 29 6-puntsschaal: Zeer veel behoefte, Veel behoefte, Enige behoefte, Weinig behoefte, Geen behoefte, Geen mening. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 92 Huidige behoefte aan scholing van mantelzorgers naar gebied in aantallen (n=33) Wet- en regelgeving in de zorg 43 Mantelzorg en zorg voor mijzelf 28 Omgaan met ziekte of aandoening 25 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 16 Gezondheid, arbo en veiligheid 15 Begeleiden van iemand met beperking 12 Administratieve handelingen Verpleegkundige handelingen Anders 4 1 4 Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is Hieronder is per rubriek aangegeven aan welke scholing vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen de meeste behoefte hebben. Het gaat om de twee scholingsmogelijkheden die door hen per rubriek het vaakst genoemd zijn. 30 Scholingsmogelijkheden waar vrijwilligers het meeste behoefte aan hebben (n=118) Rubriek van scholing Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is Omgaan met specifieke doelgroepen Omgaan met kinderen Omgaan met mensen met een psychische beperking Sport en cultuur Opleiding voor trainer/coach Respect en sportiviteit Omgaan met specifieke situatie/gevoel Omgaan met conflicten Omgaan met agressief gedrag Computer, internet, sociale media Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office, e-mail, internet) PR en communicatie Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.) Communicatie Bestuur en management Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren) Samenwerken met andere organisaties, instellingen, etc. Zorg/welzijn/gezondheid EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken) Reanimatie en AED-gebruik Fondsenwerving, sponsoring, subsidies Fondsenwerving Sponsoring Werken met vrijwilligers Werken met en begeleiden van vrijwilligers Coördineren vrijwilligerswerk Wijken en buurten (Jongeren) buurtbemiddeling Bewoners- en commissiezaken Administratie en boekhouden Boekhouden Financieel Management en schuldhulpverlening Persoonlijke vorming Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren) Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf) 30 In bijlage 7 is te zien welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers allemaal deel uitmaken van de verschillende rubrieken van scholing. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 93 Hieronder is per rubriek aangegeven aan welke twee scholingsmogelijkheden de deelnemende mantelzorgers de meeste behoefte hebben (vaakst genoemd).31 Scholingsmogelijkheden waar mantelzorgers het meeste behoefte aan hebben (n=33) Rubriek van scholing Scholingsmogelijkheden waar de meeste behoefte aan is Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf Zorg de baas (balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf) Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening Omgaan met dementie Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel Omgaan met stress Gezondheid, arbo en veiligheid Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.) Wettelijke regelingen voor mantelzorgers Grenzen aangeven Omgaan met een beroerte en hartfalen Omgaan met rouw en verlies Communicatie Hoe begeleidt ik iemand met een lichamelijke en/of geestelijke beperking Begeleiden van mensen met een psychische beperking Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met een zorgverzekering, etc.) Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen Niet genoemd Begeleiden van jongeren met een beperking Onderzoeksvraag 4: Wat zijn belangrijke motieven voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo om scholing te volgen? Redenen waarom scholing is gevolgd De belangrijkste reden waarom de deelnemende vrijwilligers scholing hebben gevolgd is dat de scholing hen is aangeboden. Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen. Slechts een beperkt aantal keer zou de organisatie waar de deelnemers vrijwilligerswerk verrichten scholing nodig hebben gevonden. Redenen waarom vrijwilligers scholing hebben gevolgd in aantallen (n=91) Scholing werd aangeboden 53 Organisatie vond scholing nuttig 44 Wilde zelf graag scholing volgen 43 Organisatie vond scholing nodig Anders 9 4 Vervolgens is bij de deelnemende mantelzorgers de belangrijkste reden waarom zij scholing hebben gevolgd dat de scholing hen is aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting Informele Zorg Twente). Ook hebben veel deelnemers aangegeven zelf graag scholing te willen volgen. 31 In bijlage 8 is te zien welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers allemaal deel uitmaken van de verschillende rubrieken van scholing. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 94 Redenen waarom mantelzorgers scholing hebben gevolgd in aantallen (n=22) 32 Aangeboden door belangenorganisatie 15 Wilde zelf graag scholing volgen 15 Anders 2 Onderzoeksvraag 5: Welk type, tijdsduur, frequentie en dagdeel van scholing heeft over het algemeen de meeste voorkeur van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Scholingstype dat de voorkeur geniet Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers is een training en/of cursus het scholingstype dat de meeste voorkeur geniet van de deelnemers. Scholingstype Vrijwilligers (n=118) Mantelzorgers (n=33) Cursus 29,7% 18,2% Training 31,4% 30,3% Workshop 19,5% 9,1% Lezing 3,4% 6,1% Intervisie 3,4% 0% Thema- of informatiebijeenkomst 7,6% 15,2% E-learning 4,2% 6,1% Anders 0,8% 15,0% Duur van scholing dat de voorkeur geniet Een ruime meerderheid van vrijwilligers en mantelzorgers geeft aan dat scholing gemiddeld per keer langer dan een uur mag duren. De grootste groep deelnemers bij beide groepen geeft zelfs de voorkeur aan scholing die een dagdeel duurt. Scholingstype Vrijwilligers (n=118) Mantelzorgers (n=33) Minder dan een uur 1,7% 0% 1 tot 2 uur 31,4% 36,4% 2 tot 3 uur 14,4% 18,2% Dagdeel (ochtend, middag of avond) 45,8% 36,4% Weet niet/geen mening 6,7% 9,0% Frequentie van scholing dat de voorkeur geniet Zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers geeft een ruime meerderheid er de voorkeur aan om meerdere keren per jaar scholing te volgen. De grootste groep vrijwilligers zou bij voorkeur één keer per kwartaal scholing volgen en de grootste groep mantelzorgers bij voorkeur één keer per maand. 32 De volgende rubrieken zijn door de deelnemers niet genoemd, en daarom niet in de figuur vermeld: a) De scholing werd belangrijk gevonden door de hulpbehoefende zelf, b) Familie, vrienden en kennissen van de hulpbehoefende vonden scholing belangrijk, c) De organisatie waar de hulpbehoefende wordt verzorgd vond scholing belangrijk. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 95 Scholingstype Vrijwilligers (n=118) Mantelzorgers (n=33) 1 keer per jaar 12,7% 9,1% 1 keer per kwartaal 32,2% 24,3% 1 keer per maand 23,7% 39,4% 1 keer per week 26,3 18,2% Meerdere keren per week 0% 0% 5,1% 9,1% Weet niet/geen mening Dagdeel van scholing dat de voorkeur geniet Een ruime meerderheid van vrijwilligers (67,8%) en mantelzorgers (63,7%) geeft aan ‘slechts’ een beperkt deel van de dag (hetzij ochtend, middag of avond) aan scholing te willen besteden. Bij de groep vrijwilligers geniet de avond de voorkeur voor scholing en bij de groep mantelzorgers de ochtend. Scholingstype Vrijwilligers (n=118) Mantelzorgers (n=33) Ochtend 28,8% 27,3% Middag 9,3% 18,2% Avond 29,7% 18,2% Ochtend en middag 11,8% 9,1% Middag en avond 10,2% 12,1% Weet niet/geen mening 10,2% 15,1% Onderzoeksvraag 6: Welk scholingsaanbod wordt momenteel door vrijwilligersorganisaties in Hengelo aangeboden aan (hun) vrijwilligers? Gaat het hier vooral om interne scholing of externe scholing? In hoeverre organisaties scholing aanbieden Een ruime meerderheid van organisaties die aan de enquête hebben deelgenomen biedt aan (hun) vrijwilligers de mogelijkheid van scholing. Of scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=36) 36% Ja Nee 64% Een kleine groep organisaties biedt meerdere keren per jaar de mogelijkheid van scholing aan hun vrijwilligers. De grootste groep van de organisaties biedt deze mogelijkheid slechts een aantal keer per jaar en een kwart van de organisaties niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 96 Frequentie van aanbieden van scholing aan vrijwilligers per jaar (n=23) Onbeperkt Meerdere keren per jaar 17,4% Slechts een aantal keer per jaar 47,8% Niet jaarlijks, om de zoveel jaar Weet niet/geen mening 26,1% 8,7% Gebied waarop scholing wordt aangeboden Het scholingsaanbod van deelnemende organisaties heeft vooral betrekking op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals ouderen en gehandicapten) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals agressie of conflicten). Dit zijn ook gebieden waarop veel vrijwilligers behoefte hebben aan scholing. Scholing op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’ en ‘Zorg, welzijn en gezondheid’ wordt relatief weinig door de organisaties aangeboden. Daarentegen is door veel van de vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de enquête juist aangegeven op deze gebieden nog behoefte te hebben aan scholing. Gebied waarop scholing wordt aangeboden aan vrijwilligers (n=23) Omgaan met specifieke doelgroepen 15 Omgaan met specifieke situatie/gevoel 7 Werken met vrijwilligers 7 Administratie en boekhouden 5 Bestuur en management 5 Computer, internet, sociale media 4 Sport en cultuur 4 Wijken en buurten 4 PR en communicatie 3 Zorg/welzijn/gezondheid 3 Fondsenwerving, sponsoring, subsidies Persoonlijke vorming Anders 2 1 6 Voorkeur wijze van aanbieden van scholing: intern en/of extern De grootste groep van de organisaties geeft bij voorkeur hun vrijwilligers externe scholing. Daarnaast verzorgt ongeveer een derde van de organisaties scholing bij voorkeur intern en een even groot aantal organisaties zowel intern als extern. Voorkeur wijze van scholing aan vrijwilligers (n=23) Via interne scholing Via externe scholing Zowel interne als externe scholing 30,4% 39,2% 30,4% Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 97 Tevredenheid over externe scholing Een grote meerderheid van de organisaties is in het algemeen (zeer) tevreden over scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd. Tevredenheid over externe scholing (n=23) Zeer tevreden 17,4% Tevreden 47,8% Tevreden nog ontevreden Ontevreden 4,3% Zeer ontevreden Geen externe scholing 13,1% Weet niet/geen mening 17,4% In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert Bijna alle organisaties zijn van mening dat scholing in het algemeen een positieve bijdrage levert aan het functioneren van vrijwilligers bij hun organisatie. Geen van de organisaties heeft aangegeven dat dit niet het geval is. In hoeverre scholing een positieve bijdrage levert (n=23) Ik weet zeker van wel 60,9% Ik denk van wel 34,8% Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 4,3% In hoeverre organisaties het scholingsaanbod nog gaan uitbreiden Aan de organisaties is ook gevraagd of zij hun huidige scholingsaanbod voor hun vrijwilligers nog willen uitbreiden. Slechts een kleine groep heeft aangegeven dit te gaan doen. De meerderheid van de organisaties gaat het scholingsaanbod niet uitbreiden. Enerzijds is er een groep die de scholing wel zou willen uitbreiden, maar aangeeft dit niet te kunnen en anderzijds zijn er organisaties die geen noodzaak zien in het uitbreiden van het scholingsaanbod. Of het scholingsaanbod voor vrijwilligers nog wordt uitgebreid (n=23) Ja, dit gaan wij ook doen 8,7% Ja, maar wij kunnen dit niet 39,1% Nee, geen noodzaak hiertoe 39,1% Weet niet/geen mening 13,1% Onderzoeksvraag 7: Waarom wordt door vrijwilligersorganisaties in Hengelo aan (hun) vrijwilligers scholing aangeboden? En op welke wijze wordt scholing door hen gestimuleerd? Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 98 Waarom organisaties scholing aanbieden De belangrijkste reden waarom deelnemende organisaties scholing aanbieden is dat door scholing vrijwilligers meer voldoening halen uit hun werk. Daarnaast is een belangrijke reden om scholing aan te bieden dat vrijwilligers daardoor gemotiveerd zouden worden om zich in te blijven zetten voor de organisatie en tevens de kwaliteit van hun werk zal toenemen. Factoren die een rol spelen bij het aanbieden van scholing (n=23) Vrijwilligers krijgen andere taken 52,7% Vrijwilligers moeten kennis en vaardigheden leren 28,7% 66,7% 72,5% Door scholing halen vrijwilligers meer voldoening uit werk 74,3% Door scholing worden vrijwilligers gemotiveerd 73,7% Door scholing binden vrijwilligers zich aan organisatie Neutraal 60,2% (Helemaal) mee oneens 7,1% 18,7% 4,1% Door scholing neemt de kwaliteit werkzaamheden toe (Helemaal) mee eens 33 12,3% 3,5% 12,9% 4,7% 11,7% 3,5% 18,1% 10,1% Weet niet/geen mening Slechts een derde van de deelnemende organisaties heeft aangegeven scholing aan te bieden aan hun vrijwilligers omdat de organisatie daardoor aantrekkelijker zou worden bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Ook geeft slechts een derde van de organisaties aan dat vrijwilligers zelf om scholing vragen omdat zij iets bij willen leren (vaardigheden) en/of zichzelf verder willen ontwikkelen (persoonlijke ontwikkeling). Ten slotte biedt ongeveer een derde van de organisaties scholingsmogelijkheden aan hun vrijwilligers omdat voor sommige activiteiten een wettelijke verplichting bestaat om vrijwilligers bij te scholen (bijvoorbeeld het schenken van alcohol mag alleen gebeuren door gekwalificeerd personeel). Op welke wijze scholing door organisaties wordt gestimuleerd Scholing van vrijwilligers wordt door de organisaties met name gestimuleerd door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) en door positieve aspecten voor vrijwilligers en de organisatie te promoten. Wijze waarop scholing door de organisaties wordt gestimuleerd (n=23) Door informatie te geven over scholing 12 Postitieve aspecten voor vrijwilligers promoten 10 Door informatie over scholing beschikbaar te stellen 9 Vrijwilligers betrekken bij keuze scholingsactiviteiten 8 Door deelname aan scholing te verplichten 8 Vrijwilligers met scholingservaring te laten vertellen 5 Scholing in functioneringsgesprekken meenemen 3 Nadelige effecten (kosten) van scholing compenseren Anders 33 2 1 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 99 Onderzoeksvraag 8: Wat is de mening van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligers- organisaties over een centrale scholingsplek in Hengelo? In hoeverre vinden zij dit wenselijk c.q. een positieve ontwikkeling? In hoeverre een centrale scholingsplek wenselijk is Van vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen vindt een (ruime) meerderheid van de deelnemers het wenselijk dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo. Slechts een klein aantal deelnemers van beide groepen vindt dit geen wenselijke ontwikkeling. Of de deelnemende organisaties het wenselijk vinden dat (hun) vrijwilligers voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek, komt geen eenduidig beeld naar voren. 14 organisaties vinden dit wenselijk, 13 organisaties hebben neutraal geantwoord en 9 organisaties weten het niet of hebben hier geen mening over. In hoeverre een centrale scholingsplek wenselijk is 34 Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Organisaties (n=36) (Zeer) wenselijk 68,4% 60,3% 38,9% Niet wenselijk/niet onwenselijk 19,3% 17,5% 36,1% (Zeer) onwenselijk 3,6% 1,6% 0% Weet niet/geen mening 8,7% 20,6% 25,0% In hoeverre een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen Van de groep deelnemende vrijwilligers is een kleine meerderheid van mening dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te verzorgen dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. Overigens heeft iets meer dan een derde van de deelnemers geantwoord met weet niet/geen mening. Bij de deelnemende mantelzorgers is de groep die denkt dat een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing aan te bieden groter dan de groep die denkt dat dit niet het geval is. Bij de mantelzorgers heeft overigens de grootste groep geantwoord met weet niet/geen mening. Of een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden komt bij de deelnemende organisaties wederom geen eenduidig beeld naar voren. Van hen zijn er 13 van mening dat dit het geval is. Een even groot aantal denkt juist dat een centrale scholingsplek geen verbetering is. En 10 organisaties hebben aangegeven dit niet te weten of hier geen mening over te hebben. In hoeverre een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen 35 Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Organisaties (n=36) Ik denk (zeker) van wel 50,9% 38,1% 36,1% Ik denk (zeker) van niet 15,8% 12,7% 36,1% Weet niet/geen mening 33,3% 49,2% 27,8% 34 35 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet. 6-puntsschaal: Ik weet zeker van wel, Ik denk van Wel, Ik denk van niet, Ik weet zeker van niet, Weet niet. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 100 Aan de deelnemers is ook gevraagd waarom een scholingsplek volgens hen wel of niet beter scholing kan ontwikkelen. In totaal hebben 77 vrijwilligers (45,0%), 19 mantelzorgers (30,2%) en 15 organisaties (41,7%) een nadere toelichting gegeven. Waarom een centrale scholingsplek beter scholing kan verzorgen Het delen van kennis en ervaring is volgens de deelnemers de belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter scholing zou kunnen verzorgen dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut. Waarom een centrale scholingsplek beter scholing kan aanbieden Argumentatie Aantal keer genoemd Kennis en ervaring kunnen gedeeld worden 31* Samen aanbieden van scholing zorgt voor een betere kwaliteit van scholing 13* Samen aanbieden van scholing zorgt voor een breder aanbod van scholing 10** Meer duidelijkheid waar vrijwilligers en mantelzorgers moeten zijn voor scholing 9* Er kan meer maatwerk geleverd worden 7*** Scholing kan goedkoper aangeboden worden 7*** * Alleen genoemd door vrijwilligers en mantelzorgers, ** Alleen genoemd door vrijwilligers en organisaties, *** Alleen genoemd door vrijwilligers. Waarom een centrale scholingsplek geen scholing moet verzorgen De belangrijkste reden waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing zou kunnen verzorgen is volgens de deelnemers dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen. Waarom een centrale scholingsplek beter geen scholing kan aanbieden Argumentatie Aantal keer genoemd Scholingsaanbod is te algemeen en niet toegespitst op bepaalde doelgroepen 19 Organisatie van scholing is te groot en onpersoonlijk 10* Gebrek aan specialistische kennis 10** Onbekend maakt onbemind (ik weet wat ik nu heb) 4* * Alleen genoemd door vrijwilligers en mantelzorgers , ** Alleen genoemd door vrijwilligers en organisaties. Mening over verschillende aspecten van samen scholing aanbieden Aan de deelnemers zijn een aantal stellingen voorgelegd die gaan over het samen aanbieden van scholing vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo.36 Een (ruime) meerderheid van vrijwilligers en mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen is het met de meeste stellingen eens. Volgens deze deelnemers zou het samen aanbieden van scholing er voor zorgen dat de kwaliteit van scholing beter wordt, het scholingsaanbod groter, diverser en goedkoper wordt, meer vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen, en het ook duidelijker is waar zij moeten zijn voor scholing. Daarentegen is slechts een minderheid van vrijwilligers en mantelzorgers (en overigens ook van de deelnemende organisaties) van mening dat door het samen aanbieden van scholing het rendement van scholing groter wordt en zij eerder geneigd zouden zijn om scholing te volgen. 36 6-puntsschaal: Helemaal mee eens, Mee eens, Neutraal, Mee oneens, Helemaal mee oneens, Weet niet. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 101 De deelnemende organisaties zijn het met de meeste stellingen niet eens. Wel zijn zij net als vrijwilligers en mantelzorgers van mening dat het samen aanbieden van scholing er voor zorgt dat het aanbod van scholing groter, diverser en goedkoper wordt. Hieronder is te zien welk percentage van deelnemende vrijwilligers, mantelzorgers en organisaties het met elk van de stellingen eens is. Als organisaties vanuit een centrale scholingsplek samen scholing aanbieden, dan… Stellingen Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Organisaties (n=36) Wordt de kwaliteit van scholing beter 52,7% 50,8% 44,5% Wordt het aanbod van scholing groter 66,7% 58,7% 58,3% Wordt het aanbod van scholing diverser 72,5% 60,3% 66,6% Kunnen meer vrijwilligers scholing volgen 74,3% 58,7% 47,3% Kan scholing goedkoper worden 73,7% 60,3% 69,5% Is het duidelijker waar ik voor scholing moet zijn 60,2% 66,7% 47,3% Wordt het rendement van scholing groter 45,1% 49,2% 38,9% Zal ik eerder scholing volgen 39,7% 46,1% 38,9% Voorkeur van organisatie voor het aanmelden voor scholing Een centrale scholingsplek is weliswaar vaak genoemd, maar is zowel bij vrijwilligers als mantelzorgers niet de eerste keuze als het gaat om de organisatie waar de deelnemers zich het liefst aanmelden voor scholing. Bij vrijwilligers is dit de organisatie waar zij het vrijwilligerswerk (voor) doen en bij mantelzorgers de Stichting Informele Zorg Twente. Voorkeur organisatie aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Organisatie van het vrijwilligerswerk 35,7% Stichting Informele Zorg Twente 30,2% Centrale scholingsplek 15,8% Organisatie die scholing aanbiedt 17,5% Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 15,8% Centrale scholingsplek 9,5% Organisatie die scholing aanbiedt 11,1% Stichting Welzijn Ouderen Hengelo 7,9% De gemeente 3,5% Organisatie waar u mantelzorger bent 6,3% Stichting Informele Zorg Twente 2,9% Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo 4,8% Stichting Welzijn Ouderen Hengelo 2,3% De gemeente 3,2% Carintreggeland 2,3% Carintreggeland 0% SCALA welzijn 2,3% SCALA welzijn 0% Anders 8,3% Anders 20,6% Aan de organisaties is ook gevraagd bij wie zij het liefst willen dat hun vrijwilligers zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek. De grootste groep (38,9%) geeft er de voorkeur aan dat dit de eigen organisatie is. Vervolgens gaat de voorkeur uit naar een centrale scholingsplek zelf (22,2%) of het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo (22,5%). Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 102 Voorkeur wijze van aanmelden voor scholing Zowel vrijwilligers als mantelzorgers die aan de enquête hebben deelgenomen melden zich het liefst digitaal aan voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij de groep vrijwilligers gaat de voorkeur uit naar een website/digitaal aanmeldingsformulier. Mantelzorgers melden zich het liefst via e-mail aan voor scholing. Voorkeur wijze van aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) Website/digitaal aanmeldingsformulier 40,4% E-mail 36,5% E-mail 29,8% Website/digitaal aanmeldingsformulier 22,2% Mondeling (face to face)/balie 15,2% Mondeling (face to face)/balie 11,1% Post/schriftelijk (antwoordkaart) 3,5% Telefonisch 9,5% Telefonisch 2,3% Post/schriftelijk (antwoordkaart) 3,2% Weet niet/geen mening 8,8% Weet niet/geen mening 17,5% Bereidheid voor het betalen van een eigen bijdrage voor scholing Mantelzorgers zijn eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen dan vrijwilligers. Iets meer dan de helft van hen is hiertoe (waarschijnlijk) bereid. Bij vrijwilligers is de grootste groep (waarschijnlijk) niet bereid om een eigen bijdrage voor scholing te betalen (45,0%). Iets minder deelnemende vrijwilligers (40%) zijn hier overigens wel toe bereid. Dit is wel een opmerkelijke bevinding, aangezien vrijwilligers zelf de keuze hebben om vrijwilligerswerk te verrichten terwijl dit voor mantelzorgers niet geldt. Iemand kiest er niet voor om mantelzorger te worden. Het overkomt hem of haar, omdat hij of zij een emotionele band heeft met degene die zorg nodig heeft. Mantelzorgers zorgen misschien wel 24 uur per dag, ze kunnen de zorg niet zomaar beëindigen en verrichten soms verpleegkundige handelingen. In dat opzicht is scholing die iemand volgt in het kader van mantelzorg veelal wel een bewuste, maar geen vrije keuze. Bereidheid voor het betalen van een eigen bijdrage voor scholing Vrijwilligers (n=171) Mantelzorgers (n=63) (Waarschijnlijk) wel 37,5% 50,8% (Waarschijnlijk) niet 45,0% 33,3% Weet niet/geen mening 17,5% 15,9% 37 Hoogte eigen bijdrage die men bereid is te betalen voor scholing De helft van vrijwilligers die de enquête heeft ingevuld is bereid om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen voor scholing bij een centrale scholingsplek. Bij de groep mantelzorgers is daarentegen ‘slechts’ ongeveer een derde bereid om meer dan 10 euro eigen bijdrage te betalen. De grootste groep mantelzorgers heeft aangegeven niet te weten welke eigen bijdrage voor scholing zij zouden willen betalen, of hebben hier geen mening over. 37 6-puntsschaal: Zeker wel, Waarschijnlijk wel, Ik denk van niet, Zeker niet, Weet niet/geen mening. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 103 8.2 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd die Wijkracht de nodige aanknopingspunten bieden over waar onder meer rekening mee dient te worden gehouden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Concreet wordt er antwoord gegeven op de onderzoeksvragen 9 en 10. Onderzoeksvraag 9: Wat zijn belangrijke aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet worden bij de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan, wil deze ontwikkeling positieve effecten hebben voor de betrokkenen? Aanbeveling 1: Maak het scholingsaanbod duidelijk (online) kenbaar Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat één van de redenen is waarom een aantal vrijwilligers en mantelzorgers geen scholing hebben gevolgd, dat zij niet op de hoogte waren van de mogelijkheid van scholing. Het is daarom belangrijk dat het scholingsaanbod van een centrale scholingsplek duidelijk kenbaar wordt gemaakt aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Dit kan zowel via ‘oude of traditionele media’ (zoals televisie, radio en kranten) als ‘sociale of nieuwe media’ (zoals e-mail, blogsites, Facebook, Twitter, LinkedIn). Met name voor de tweede groep media is een belangrijke rol weggelegd. Het gebruik van sociale media is bij een steeds grotere groep personen ‘ingeburgerd’. Ook vrijwilligers en mantelzorgers, die aan het onderzoek hebben deelgenomen, willen zich het liefst digitaal aanmelden voor scholing. Sociale media zijn veel maakbaarder dan traditionele media. Door sociale media wordt communicatie ook persoonlijker en directer. Traditionele media richten zich op de massa, terwijl op sociale media gericht gecommuniceerd kan worden (éénop-één contact mogelijk). Ook bij ons onderzoek is gebleken dat wanneer iemand rechtstreeks benaderd wordt (uitnodigingsmail) hij eerder ‘getriggerd’ wordt dan wanneer een algemene oproep (bijvoorbeeld in de krant) geplaatst wordt. Het scholingsaanbod van een centrale scholingsplek moet opgenomen worden in een overzichtelijke catalogus. Naast een gedrukte versie moet er een online variant komen met alle scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Hierbij is het van belang dat duidelijk wordt omschreven wat de inhoud van de cursus, training of workshop is, voor wie deze bestemd is, waar deze gevolgd kan worden, wie deze organiseert en hoe (bij wie) men zich hiervoor kan aanmelden. Op een interactieve website zou een gevarieerd scholingsaanbod overzichtelijk aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals een cursus, training of workshop). Hierbij is het van belang dat het aanbod op de website steeds actueel gehouden wordt. Het aanmelden kan via een digitaal aanmeldingsformulier. Ook zou er in sommige gevallen voor gekozen kunnen worden dat deelnemers zich rechtstreeks (per mail) aanmelden bij de organisatie die de scholing aanbiedt. Om een indruk te geven over hoe bovengenoemde in de praktijk vorm zou kunnen krijgen wordt verwezen naar de Vrijwilligersacademie Haarlem. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 104 Impressie van de Vrijwilligersacademie Haarlem Zie: www.vrijwilligersacademiehaarlem.nl Aanbeveling 2: Benadruk het belang van scholing 38 Een aantal vrijwilligers en mantelzorgers, die de enquête hebben beantwoord, hebben aangegeven dat scholing voor hen geen toegevoegde waarde heeft. Voor een aantal van hen geldt ook het principe ‘onbekend maakt onbemind’. Zij hebben nog geen ervaring met scholing en vinden het moeilijk om in te schatten wat voor hen de meerwaarde van scholing is. Voor een centrale scholingsplek is een belangrijke rol weggelegd als het gaat om het nut en de noodzaak van scholing bij vrijwilligers en mantelzorgers onder de aandacht te brengen. Hiervoor kan onder meer gebruik worden gemaakt van een interactieve website waar het scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers overzichtelijk wordt aangeboden (zie aanbeveling 1). Daarnaast kunnen vrijwilligers en mantelzorgers gestimuleerd worden om deel te nemen aan scholing door: Informatie te geven over de gewenste doelen/geschetste perspectieven. De positieve aspecten van scholing te promoten. Vrijwilligers en mantelzorgers te betrekken bij de keuze van de (eigen) scholingsactiviteiten (peilen van de scholingsbehoefte, zie aanbeveling 8). Lotgenoten, die enthousiast zijn over scholing, te laten vertellen. Het is een verkeerde veronderstelling dat álle vrijwilligers en mantelzorgers scholing nodig hebben. Ga na in welke mate er werkelijk iets geleerd moet worden en biedt dan een passend scholingsaanbod. Wees flexibel als het kan en verleen vrijstellingen als bekwaamheid blijkt. Natuurlijk is bij sommige functies of sectoren meer kennis en vaardigheid nodig dan bij andere. In de zorg of sport ziet men bijvoorbeeld graag een vrijwilliger met EHBO-diploma, maar in de cultuursector zal dit minder belangrijk zijn. Het is daarom ook belangrijk dat maatwerk geleverd wordt naar functie of sector. 38 Bij het samenstellen van deze passage is onder meer gebruik gemaakt van de publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 105 Essentieel is dat het scholingsaanbod aansluit bij de wensen en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers, zowel inhoudelijk (leerstof en werkvormen) als praktisch (tijdstip, groepsgrootte e.d.). Hiervoor is het op gezette tijden peilen van de wensen en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers belangrijk (zie aanbeveling 8). Dit onderzoek biedt op dit gebied de nodige aanknopingspunten. Aanbeveling 3: Zorg dat scholing goed aansluit bij de praktijk Het onderzoek heeft aangetoond dat naast het verkrijgen van nieuwe kennis en inzichten scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers een meerwaarde heeft als deze goed aansluit bij de praktijk. Scholing moet voor vrijwilligers en mantelzorgers relevant zijn voor het verrichten van hun (zorg)taken. De vraag is of scholing voor hen een belangrijke bijdrage levert aan het functioneren in een huidige of toekomstige functie. Het is belangrijk dat scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers bijdraagt aan: Het verkrijgen van kennis over uit te voeren werkzaamheden/(zorg)taken. Het aanleren van (speciale) vaardigheden voor het uitvoeren van hun werkzaamheden/(zorg)taken. Het verkrijgen van inzichten over de eigen mogelijkheden, beperkingen en vaardigheden. Het gaat bijvoorbeeld om zaken als hoe ga ik om met bepaalde doelgroepen, hoe verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen, hoe verleen ik eerste hulp bij ongelukken, en hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf. Ook is bepalend voor de inhoud van het scholingsaanbod over welke competenties (kennis, kunde en houding) vrijwilligers en mantelzorgers al beschikken en welke verder ontwikkeld kunnen worden. Hierbij is het van belang om na te gaan wie de deelnemers precies zijn. Vanuit welke sector/organisatie zijn zij afkomstig? Hoe voeren zij hun werkzaamheden momenteel uit? Wat moet daarin veranderen en wat vinden zij daarvan? Een antwoord op deze vragen kan allereerst verkregen worden door vrijwilligers en mantelzorgers hierover (middels een enquête) te bevragen. Daarnaast kan met vrijwilligersorganisaties vanuit verschillende sectoren nadere afstemming plaatsvinden over de inhoud van het scholingsaanbod. De organisaties weten immers als geen ander welke activiteiten hun vrijwilligers uitvoeren, welke kennis en vaardigheden daarbij belangrijk zijn en over welke competenties hun vrijwilligers reeds beschikken. De afstemming met organisaties zou in de vorm van een ‘denktank’ kunnen gebeuren (zie verder aanbeveling 10). Aanbeveling 4: Zorg ervoor dat scholing goed georganiseerd wordt Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de tevredenheid van vrijwilligers en mantelzorgers over scholing mede afhankelijk is van de wijze waarop scholing is georganiseerd. Om als centrale scholingsplek een kwalitatief goed scholingsaanbod aan te kunnen bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het raadzaam om een aantal vakinhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwaliteitscriteria te hanteren.39 39 Deze passage is samengesteld op basis van de ‘Handleiding KABIZ kwaliteitskeurmerk bij- en nascholingen’ en de publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 106 Vakinhoudelijke kwaliteitscriteria Scholing moet aansluiten bij de (zorg)taken van vrijwilligers en mantelzorgers en verzorgt worden door een erkend (opleidings)instituut. Daarnaast is het van belang dat scholing aansluit bij recente ontwikkelingen in het vakgebied/sector. Onderwijskundige kwaliteitscriteria De inhoud van een scholingsactiviteit start met het formuleren van leerdoelen. Bij het vaststellen hiervan gaat het om de beantwoording van de volgende vragen: Wat moeten de deelnemers na afloop van scholing hebben geleerd? Wat moeten de deelnemers begrijpen (hoe om te gaan met…)? Wat moeten de deelnemers kunnen toepassen (specifieke vaardigheden)? Het is belangrijk dat de doelgroep voor scholing, de leerdoelen, de leerinhoud en het vereiste beginniveau goed is beschreven. Het doel van scholing moet afgestemd zijn op de doelgroep. Ook moet de wijze van toetsing (opdracht of tentamen) en afsluiting (certificaat of bewijs van deelname) voor de doelgroep duidelijk zijn. Ook is het belangrijk om scholing te evalueren. Hierdoor wordt feedback verzameld over hoe de deelnemers de inhoud van bijvoorbeeld een cursus hebben ervaren, wat zij hiervan hebben geleerd, en in hoeverre deze toepasbaar is in de praktijk. Dit levert weer tips en suggesties op voor een nieuw aanbod. Organisatorische kwaliteitscriteria Organisatorische zaken, zoals waar vrijwilligers en mantelzorgers moeten zijn voor scholing (accommodatie), wie de cursus verzorgd en wie de docent/cursusleider is, moeten voorafgaand aan de cursus duidelijk zijn. Dit geldt ook voor zaken als het aantal contacturen, het totaal aantal uren studiebelasting, het minimaal en maximaal aantal deelnemers, de deelnamekosten, plaats en data, etc. De volgende vier type scholingsactiviteiten kunnen worden onderscheiden: Eenmalige scholingsactiviteiten: is scholing die één keer wordt aangeboden (bijvoorbeeld een themabijeenkomst). Kortdurende scholingsactiviteiten: is scholing van maximaal twee dagen of vier dagdelen die binnen een periode van drie maanden wordt aangeboden (bijvoorbeeld een symposium of workshop). Herhaalde scholingsactiviteiten: scholing die regelmatig wordt herhaald op één of meerdere locaties (bijvoorbeeld een EHBO-cursus). E-learning: scholing die via een digitale e-learning wordt aangeboden. Aanbeveling 5: Biedt laagdrempelige scholing zonder eigen bijdrage Uit de focusgroep is naar voren gekomen dat scholing laagdrempelig zou moeten zijn. Daarnaast zou aan vrijwilligers en mantelzorgers geen eigen bijdrage voor scholing gevraagd moeten worden. Scholing moet voor alle vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo toegankelijk zijn. Een ieder moet onder dezelfde condities (voorwaarden) scholing kunnen volgen. Zo moet bijvoorbeeld de sector of organisatie waar iemand vrijwilliger is geen invloed hebben op de kosten voor deelname aan scholing. Een eigen bijdrage voor scholing vragen aan vrijwilligers en mantelzorgers is niet terecht, omdat zij al hun tijd beschikbaar stellen. De deskundigheid van vrijwilligers komt in eerste instantie de doelstellingen van de organisatie ten goede. Daarnaast heeft ook de gemeente baat bij de inzet van vrijwilligers. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 107 Over het algemeen kan een bijdrage voor scholing worden gevraagd aan zowel de gemeente Hengelo als organisaties waarvan hun vrijwilligers scholing willen volgen. Dat de gemeente Hengelo een bijdrage levert aan de financiering van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers is eigenlijk ook gegrond, zij krijgt hier namelijk geld voor vanuit het gemeentefonds. De gemeente kan de verantwoordelijkheid nemen door in het gemeentelijk beleid op te nemen dat er subsidie beschikbaar is voor vrijwilligers en mantelzorgers die hun deskundigheid willen ontwikkelen.40 Aanbeveling 6: Maak digitaal inschrijven voor scholing mogelijk Vrijwilligers en mantelzorgers die aan het onderzoek hebben deelgenomen zouden zich het liefst digitaal aanmelden voor scholing, het zij via e-mail of een website/ digitaal aanmeldingsformulier. Zoals eerder aangegeven zou op een website een gevarieerd scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers aangeboden kunnen worden, bijvoorbeeld per categorie (zoals ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’) of op scholingstype (zoals een cursus, training of workshop). Vervolgens zou het voor vrijwilligers en mantelzorgers mogelijk moeten zijn dat zij zich via een digitaal aanmeldingsformulier of door een e-mail te sturen kunnen aanmelden voor scholing. De eerste variant geniet overigens de voorkeur, omdat alle (contact)gegevens van de deelnemers dan meteen volledig zijn. Overigens moet het voor vrijwilligers en mantelzorgers ook mogelijk zijn om zich via andere kanalen (zoals per telefoon of balie) aan te melden voor scholing. Dit om personen die niet goed overweg kunnen met digitale media (digibeten) en/of hier argwanend tegenover staan ook de mogelijkheid te bieden om zich in te schrijven voor scholing. Overigens is het wel verstandig om het digitaal inschrijven zoveel mogelijk te promoten, aangezien de aanmelding dan accurater en sneller kan verlopen. Aanbeveling 7: Scholing kan het contact met lotgenoten faciliteren 41 Zowel een aantal vrijwilligers als mantelzorgers die deel hebben genomen aan de enquête vinden scholing belangrijk omdat zij hierdoor ook in contact komen met lotgenoten en onderling kennis en ervaringen kunnen delen. Scholing kan voor vrijwilligers en mantelzorgers ook een duidelijke sociale component hebben. Door scholing kunnen zij lotgenoten (beter) leren kennen en kan het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Ontmoetingen met lotgenoten sluit aan bij de behoefte van een vrijwilliger of mantelzorger aan begrip, erkenning en herkenning. Een bijkomend effect van deelname kan zijn dat iemand zijn/haar sociale netwerk kan uitbreiden. Ook zou bij scholing gebruik gemaakt kunnen worden van vrijwilligers en mantelzorgers die hun talenten en ervaring willen delen met lotgenoten. Zij hebben vanuit hun ervaringsdeskundigheid soms oplossingen waar anderen niet op komen. Dit maakt scholing niet alleen interessanter maar vooral ook meer praktijkgericht. Ieder persoon is anders maar juist door meerdere ervaringen te horen, kan de vrijwilliger en mantelzorger zelf kiezen wat het beste bij hem of haar past. 40 Zie gemeentelijke regelingen Deskundigheidbevordering, http://www.nocnsf.nl/cms/showpage.aspx?id=5388. Deze passage is samengesteld op basis van de publicatie ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’ en het artikel ‘Kenmerken van groepsmaatschappelijk werk’ (zie: www.groepsmaatschappelijkwerk.nl) 41 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 108 Aanbeveling 8: Peil op gezette tijden de scholingsbehoefte Uit de focusgroep is naar voren gekomen dat het wenselijk is om op gezette tijden de scholingsbehoefte bij vrijwilligers(organisaties) in Hengelo te inventariseren en hier het scholingsaanbod op af te stemmen. Het onderhavige onderzoek kan gezien worden als een eerste inventarisatie (0meting) van de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Na verloop van tijd (bijvoorbeeld om het jaar) zou een nieuw onderzoek gedaan kunnen worden. Op deze wijze blijft er een actueel beeld van de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Voorgesteld wordt om longitudinaal onderzoek 42 uit te voeren, waarbij herhaaldelijk en steeds op dezelfde manier metingen worden verricht om een (veranderende) scholingsbehoefte in kaart te brengen. De voor dit onderzoek gemaakte indeling van gebieden van scholing (zie figuur 2.2) is hierbij het vertrekpunt. Aanbeveling 9: Neem vertrouwen als basis voor samenwerking 43 Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat een goede samenwerking en kennisuitwisseling tussen verschillende organisaties van belang is. De vraag is: wat kunnen wij van elkaar leren en hoe kunnen wij elkaar vinden. Een goede samenwerking tussen verschillende (vrijwilligers)organisaties is nodig voor het aanbieden van een ruim en divers scholingsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Samenwerking in diversiteit is alleen werkbaar als de verschillende organisaties er in slagen de diversiteit te overstijgen. Interactie, uitwisseling, een gezamenlijke aanpak zoeken, en een gedeeld doel vaststellen is daarvoor een hulpmiddel. Bij het samen ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing is vertrouwen in elkaar essentieel. Samenwerken doe je uiteindelijk omdat je elkaar nodig hebt voor het gewenste resultaat. De verschillen doen ertoe, en de kunst is dus die te benutten en er vertrouwen in te krijgen dat dat gaat lukken. Aanbeveling 10: Formeer een denktank ‘Kennis delen geeft kracht’44 Twee deelnemers aan de focusgroep hebben voorgesteld om een platform, een ‘denktank’ in het leven te roepen om in kaart te brengen welke scholing samen ontwikkelt kan worden en hoe kennis tussen organisaties uitgewisseld kan worden. Vanuit het principe ‘Kennis delen geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Hierbij zouden verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds in Hengelo bestaan (zoals op het gebied van sport) als vertrekpunt genomen kunnen worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden met andere organisaties en sectoren. Een denktank is een platform van deskundigen op uiteenlopend vlak die bij elkaar zijn om nieuwe ideeën te ontwikkelen of oplossingen te bedenken voor bepaalde problemen. In dit geval gaat het dan om het samen afstemmen van hoe scholing effectief ontwikkelt en aangeboden kan worden vanuit een centrale scholingsplek in Hengelo en hoe kennis gedeeld kan worden (zie verder paragraaf 7.3). 42 Het gaat hier om de variant ‘trendonderzoek’, waarbij de meting bijvoorbeeld om de twee jaar plaats vindt en voor elke meting opnieuw een steekproef wordt getrokken. 43 Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘De rol van vertrouwen in samenwerking’. 44 Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘Brainstorm gezamenlijk in een Denktank’. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 109 Onderzoeksvraag 10: Welke scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers zouden op basis van het onderzoek een plek moeten krijgen in een centrale scholingsplek in Hengelo? Aanbeveling 11: Kies voor een divers scholingsaanbod naar gebied Voor het onderzoek zijn scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers en mantelzorgers ingedeeld naar gebied (bijvoorbeeld ‘Administratie en boekhouden’ of ‘Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening’). Voorgesteld wordt om vanuit een centrale scholingsplek in ieder geval een aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers te ontwikkelen en aan te bieden waar momenteel de meeste behoefte aan is. Zo hebben vrijwilligers die aan de enquête hebben deelgenomen vooral behoefte aan scholing op het gebied van ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ (zoals gehandicapten of kinderen) en ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ (zoals omgaan met agressie of rouwverwerking). Vervolgens hebben deelnemende mantelzorgers vooral behoefte aan scholing op het gebied van ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ (zoals AWBZ en WMO) en ‘Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ (zoals zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming en Mindfulness). Het is overigens wel aan te bevelen om ook op de andere gebieden scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers te ontwikkelen en aan te bieden. De indeling van scholing naar gebied, die bij dit onderzoek is gehanteerd (zie figuur 2.2), zou hierbij als uitgangspunt genomen kunnen worden. Om aan de scholingsbehoefte van zoveel mogelijk vrijwilligers en mantelzorgers tegemoet te kunnen komen is het namelijk belangrijk om een zo ruim en divers mogelijk aanbod van scholing te bieden. Sommige scholing is nu eenmaal meer specialistisch en ‘slechts’ geschikt voor een bepaalde (kleine) doelgroep. Aanbeveling 12: Kies bij voorkeur voor een cursus of training 45 De deelnemende vrijwilligers en mantelzorgers geven de voorkeur aan een training of cursus als scholingstype. Daarnaast heeft een grote groep van de deelnemende organisaties ook aangegeven dat hun vrijwilligers hier de voorkeur aan geven. Onder een cursus wordt meestal een kortdurende lesperiode (een aantal lessen) verstaan die gaan over een bepaald onderwerp. Bij een training gaat het vooral om het oefenen van vaardigheden. Hoe duidelijker het doel van een cursus of training is gespecificeerd, hoe groter de kans op succes. Stel als centrale scholingsplek daarom eerst intern de juiste vragen. Voor wie is de cursus of training bedoeld? Voor welke functies? Wat moeten de deelnemers aan het eind van de cursus of training hebben geleerd? Hoeveel uur cursus of training is nodig om op het gewenste eindniveau te komen? Het is ook handig om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek goed af te stemmen waar en wanneer de cursus of training plaats gaat vinden, hoeveel budget er beschikbaar is, en wie de cursus of training gaat verzorgen? 45 Deze passage is samengesteld op basis van het artikel ‘Hoe organiseer je een goede taaltraining?’ NIOW, 2012. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 110 8.3 Discussie De resultaten van dit empirisch onderzoek geeft Wijkracht inzicht in de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in het kader van de ontwikkeling van een centrale scholingsplek in Hengelo. Het onderzoek heeft in kaart gebracht in hoeverre en op welk gebied vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo behoefte hebben aan scholing en welke rol een centrale scholingsplek zou kunnen vervullen bij het ontwikkelen en aanbieden hiervan. Een belangrijke constatering is dat bij alle drie de doelgroepen het belang en de noodzaak van scholing door een grote groep deelnemers wordt onderkend. Door scholing zouden vrijwilligers en mantelzorgers beter toegerust zijn om hun (zorg) taken uit te kunnen voeren. Ook zou scholing volgens de deelnemers een duidelijke sociale component hebben. Door scholing zouden vrijwilligers en mantelzorgers lotgenoten (beter) kunnen leren kennen en zou het gevoel van saamhorigheid worden versterkt. Ontmoetingen met lotgenoten sluit aan bij de behoefte van een vrijwilliger of mantelzorger aan begrip, erkenning en herkenning. Een bijkomend effect kan zijn dat iemand zijn/haar sociale netwerk kan uitbreiden. Vervolgens is een belangrijke constatering dat weliswaar een (ruime) meerderheid van vrijwilligers en mantelzorgers het wenselijk vinden dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo, maar op de vraag in hoeverre een centrale scholingsplek ook beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden, komt er geen eenduidig beeld naar voren. Een aantal deelnemers is van mening dat het scholingsaanbod in een centrale scholingsplek te algemeen is en niet toegespitst is op bepaalde doelgroepen. Ook is een aantal deelnemers van mening dat een centrale scholingsplek te groot en onpersoonlijk is en specialistische kennis mist. Om in te spelen op de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers en de argwaan van een aantal van hen over een centrale scholingsplek zoveel mogelijk weg te nemen is allereerst een belangrijke rol weggelegd voor Wijkracht. Het gaat hierbij dan zowel om het duidelijk communiceren over het belang van scholing als om de mogelijkheden van een centrale scholingsplek (scholingsaanbod en dienstverlening) goed over het voetlicht te brengen. Dit kan zowel via ‘oude of traditionele media’ (zoals televisie, radio en kranten) als ‘sociale of nieuwe media’ (zoals email, Facebook, Twitter, LinkedIn). Met name voor de tweede groep media is een belangrijke rol weggelegd. Om vanuit een centrale scholingsplek een ruim en gevarieerd aanbod van scholing aan te kunnen bieden aan vrijwilligers en mantelzorgers is het cruciaal dat verschillende (vrijwilligers)organisaties in Hengelo elkaar weten te vinden en bereid zijn om kennis te delen. Hierbij speelt een wederzijds vertrouwen in elkaar een belangrijke rol. Vanuit het principe ‘Kennis delen geeft kracht’ zouden verschillende organisaties in Hengelo (onder regie van Wijkracht) samen een ‘denktank’ kunnen formeren. Zoals eerder opgemerkt zouden verschillende platforms en andere samenwerkingsverbanden die reeds in Hengelo bestaan (zoals op het gebied van sport) hierbij als vertrekpunt genomen kunnen worden. Van daaruit zou een samenwerking verder uitgebreid kunnen worden met andere organisaties en sectoren. Bij het opzetten van een ‘denktank’ is het van belang dat er naar mensen wordt gezocht met verschillende specialismen zodat een gemêleerd gezelschap ontstaat. Wanneer enkel met elkaar vergelijkbare mensen worden samengevoegd, zal er namelijk minder snel ‘out-of the box’ worden gedacht. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 111 8.4 Handreikingen voor vervolgonderzoek Herhaal onderzoek naar de scholingsbehoefte in Hengelo Voorgesteld wordt om over twee jaar weer onderzoek te doen naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo, waarbij dan op dezelfde manier metingen worden verricht. De voor dit onderzoek gemaakte indeling van gebieden van scholing (zie figuur 2.2) zou hierbij als uitgangspunt kunnen dienen. Op deze manier kan een veranderende scholingsbehoefte goed in kaart worden gebracht en kan het scholingsaanbod hierop worden afgestemd. Inventarisatie van de mogelijkheden van een denktank Zoals eerder opgemerkt is bij het opzetten van een ‘denktank’ van belang dat er naar mensen wordt gezocht met verschillende specialismen zodat een gemêleerd gezelschap ontstaat. Dit is belangrijk omdat hierdoor de wensen en behoefte van verschillende uiteenlopende doelgroepen worden gehoord. Hiervoor is het allereerst van belang dat bestaande platforms van organisaties waar vrijwilligers en/of mantelzorgers in Hengelo actief zijn volledig in kaart worden gebracht. Vervolgens kunnen uit het midden van deze organisaties personen, met uiteenlopende specialismen, naar voren worden geschoven om deel te nemen aan een denktank. Bij het inventariseren van de mogelijkheden van een denktank is met name een belangrijke rol voor Wijkracht weggelegd. De samenwerkende organisaties zijn namelijk al actief in een breed, divers werkveld.46 Vanuit dit bestaande netwerk zou gezocht kunnen worden naar andere partijen die hun kennis willen delen en gezamenlijk invulling willen geven aan een denktank. Onderzoek naar de scholingsbehoefte in ander kernen van Wijkracht Bij dit onderzoek is ‘alleen’ gekeken naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Maar ook in andere gemeenten waar Wijkracht actief is 47 zouden de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties, zowel ten aanzien van scholing als een centrale scholingsplek, door middel van onderzoek in kaart kunnen worden gebracht. Het is interessant om te achterhalen in hoeverre en op welk gebied vrijwilligers en mantelzorgers in andere gemeenten behoefte hebben aan scholing. Hebben zij net zo veel en ook op het zelfde gebied behoefte aan scholing als vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Dit inzicht is belangrijk om in te spelen op de behoefte van elke gemeente en zo ‘maatwerk’ te kunnen leveren. Om een goede vergelijking mogelijk te maken tussen de Hengelose situatie en de situatie bij andere gemeenten wordt voorgesteld om dezelfde vraagstelling, opzet en werkwijze te hanteren als bij dit onderzoek. Elke gemeente wordt dan in eerste instantie als ‘afzonderlijke casus’ bestudeerd, waarnaar vervolgens een vergelijking tussen de verschillende cases zal plaatsvinden. 48 46 Wijkracht werkt nauw samen met diverse samenwerkingspartners waaronder gemeenten en andere overheden en instellingen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld politie, scholen, huisartsen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsinstellingen en GGZ instellingen. 47 Borne, Dinkelland, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. 48 We spreken van een case-studie als één of enkele cases intensief worden bestudeerd, dat wil zeggen: aan de hand van veel aspecten (variabelen), met behulp van diverse typen gegevensbronnen, gedurende een zekere periode, met medeneming van de context. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 9 112 Verdiepende statistische analyse Er zijn een aantal verdiepende statistische analyses uitgevoerd. Voor elke enquête zijn hiervan de belangrijkste conclusies hieronder weergegeven.49 9.1 Enquête vrijwilligers Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.24; p < .01) tussen hoe lang vrijwilligerswerk wordt gedaan (vraag 1) en in hoeverre de vrijwilliger scholing heeft gevolgd (vraag 10). Hoe korter vrijwilligerswerk wordt gedaan des te meer behoefte is er aan scholing Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .01) tussen hoe lang vrijwilligerswerk wordt gedaan (vraag 1) en de leeftijd van de vrijwilliger (vraag 34). Hoe ouder vrijwilligers zijn hoe langer zij vrijwilligerswerk doen Er bestaat een statistisch significant verband (r = .20; p < .01) tussen in hoeverre de vrijwilliger scholing heeft gevolgd (vraag 10) en hoeveel behoefte aan scholing de vrijwilliger in het algemeen heeft (vraag 19). Vrijwilligers die nog geen scholing hebben gevolgd hebben meer behoefte aan scholing Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.16; p < .05) tussen in hoeverre de vrijwilliger scholing heeft gevolgd (vraag 10) en het opleidingsniveau van de vrijwilliger (vraag 36). Vrijwilligers die lager zijn opgeleid hebben meer behoefte aan scholing 9.2 Enquête mantelzorgers Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .05) tussen of mantelzorgers al eens scholing hebben gevolgd (vraag 8) en hoeveel behoefte aan scholing de mantelzorgers in het algemeen hebben (vraag 17). Mantelzorgers hebben meer behoefte aan scholing als zij nog geen scholing hebben gevolgd Er bestaat een statistisch significant verband (r = .39; p < .01) tussen hoeveel behoefte aan scholing mantelzorgers in het algemeen hebben (vraag 17) en in hoeverre mantelzorgers het wenselijk vinden dat zij voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo (vraag 23). Mantelzorgers die een centrale scholingsplek wenselijk vinden hebben meer behoefte aan scholing 49 Deze analyses zijn gezamenlijk uitgevoerd door drs. Marc ter Hedde van SCALA welzijn en dr. Oscar Peters van de Universiteit Twente. Alleen redelijke tot zeer sterke verbanden en statistisch significante verbanden (significantie: >95% en >99%) zijn weergegeven. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 113 Er bestaat een statistisch significant verband (r = .40; p < .01) tussen in hoeverre mantelzorgers van mening zijn dat een centrale scholingsplek beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie of opleidingsinstituut (vraag 25) en of mantelzorgers bereid zijn om een eigen bijdrage voor scholing te betalen (vraag 29). Mantelzorgers die een centrale scholingsplek beter vinden zijn ook eerder bereid om een eigen bijdrage te betalen Er bestaat een statistisch significant verband (r = .26; p < .05) tussen het geslacht van mantelzorgers (vraag 31) en de mate waarin mantelzorgers zich belast voelen (vraag 7). Vrouwelijke mantelzorgers voelen zich meer belast door de zorg die zij verlenen dan mannelijke mantelzorgers Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.35; p < .01) tussen het geslacht van mantelzorgers (vraag 31) en of mantelzorgers al eens scholing hebben gevolgd (vraag 8). Vrouwelijke mantelzorgers hebben minder scholing gevolgd dan mannelijke mantelzorgers Er bestaat een statistisch significant verband (r = -.26; p < .05) tussen het geslacht van mantelzorgers (vraag 31) en hoeveel behoefte aan scholing mantelzorgers in het algemeen hebben (vraag 17). Vrouwelijke mantelzorgers hebben minder behoefte aan scholing dan mannelijke mantelzorgers 9.3 Enquête organisaties Er bestaat een statistisch significant verband (r = .33; p < .05) tussen of er door organisaties scholing wordt aangeboden aan hun vrijwilligers en/of mantelzorgers (vraag 11) en in hoeverre organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers en/of mantelzorgers terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo (vraag 24). Organisaties die scholing aanbieden aan hun vrijwilligers vinden een centrale scholingsplek wenselijker dan organisaties die geen scholing aanbieden aan hun vrijwilligers Er bestaat een statistisch significant verband (r = .30; p < .05) tussen in hoeverre organisaties het wenselijk vinden dat hun vrijwilligers en/of mantelzorgers terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo (vraag 24) en in hoeverre zij van mening zijn dat een centrale scholingsplek beter in staat is om voor hun vrijwilligers scholing te verzorgen dan hun eigen organisatie (vraag 26). Organisaties die een centrale scholingsplek wenselijk vinden zijn meer van mening dat een centrale scholingsplek beter in staat is om voor hun vrijwilligers scholing te verzorgen dan organisaties die een centrale scholingsplek niet wenselijk vinden Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 114 9.4 Structureel model Tevens is een verdiepende statistische analyse uitgevoerd naar de onderlinge samenhang tussen meerdere variabelen. Verschillende variabelen (factoren die bevraagd zijn in de enquête van vrijwilligers) zijn in een model geplaatst om hun onderlinge samenhang te onderzoeken. Hiertoe is een structureel model opgezet dat is getoetst met de maximum likelihood method in het computerprogramma AMOS. Met deze analyse werd een acceptabel model fit 50 behaald zoals dit is weergegeven in figuur 9.1. Figuur 9.1 Verbanden tussen onderzochte variabelen enquête vrijwilligers Bereidheid eigen bijdrage te betalen voor scholing (v31) Wel of niet scholing gevolgd als vrijwilliger (v10) Behoefte aan scholing in het algemeen (v19) Wenselijkheid van een centrale scholingsplek (v25) Of een centrale scholingsplek beter is (v27) Duur van het vrijwilligerswerk (v1) Het model geeft inzicht over hoe de verschillende factoren elkaar beïnvloeden. Te zien is dat het wel of niet scholing gevolgd hebben als vrijwilliger (vraag 10) invloed heeft op de behoefte aan scholing in het algemeen (vraag 19). Vrijwilligers die nog geen scholing hebben gevolgd blijken meer behoefte te hebben aan scholing. Vervolgens is de duur van het vrijwilligerswerk (vraag 1) van invloed op wel of niet scholing hebben gevolgd (vraag 10). Hoe korter vrijwilligerswerk wordt gedaan des te meer behoefte is er bij de deelnemende vrijwilligers aan scholing. Uit het model kan verder worden opgemaakt dat de behoefte aan scholing in het algemeen (vraag 19) invloed heeft op in hoeverre een centrale scholingsplek als een wenselijke ontwikkeling wordt gezien. Wanneer er meer behoefte aan scholing in het algemeen is, dan wordt een centrale scholingsplek door de deelnemende vrijwilligers ook als meer wenselijk gezien. Ten slotte laat het model zien dat in hoeverre een centrale scholingsplek als een wenselijke ontwikkeling wordt gezien (vraag 25) van invloed is op in hoeverre een centrale scholingsplek beter in staat is om scholing te ontwikkelen en aan te bieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut (vraag 27). Wanneer een centrale scholingsplek als wenselijk wordt gezien, dan wordt deze door de deelnemende vrijwilligers ook eerder als beter beschouwd. 50 Model fit: CMIN 10.29; DF = 10; TLI = .993; RSMEA = .013 (90% BI = .000-.085); SRMR =.058. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 115 10 Reflectie op het onderzoek Aan het onderzoek hebben een beperkt aantal respondenten deelgenomen. Met name de groep vrijwilligersorganisaties kent een relatief lager respons. Dit brengt met zich mee dat de bevindingen van het onderzoek niet gegeneraliseerd kunnen worden naar alle vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Wel is gestreefd naar geldige kennis, in de zin dat generalisaties mogelijk zijn naar de verschillende factoren die in het onderzoek zijn betrokken (vergelijk Van der Veen: 1990). Zo bieden de bevindingen van het onderzoek wel belangrijke inzichten aangaande de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. In wat volgt is aangegeven welke kanttekeningen geplaatst kunnen worden bij de enquête en focusgroep en wat de percepties van de deelnemers hierover is. Wat vonden zij van de opzet en inhoud van enquête en/of focusgroep? Vonden zij de inleiding (invulinstructie), vragen en antwoordcategorieën duidelijk? 10.1 Kanttekeningen bij de enquête Een eerste kanttekening bij de enquête heeft betrekking op de wijze waarop de enquête kon worden ingevuld. In overleg met Wijkracht is besloten om de enquête alleen digitaal af te nemen. Hier liggen een aantal overwegingen aan ten grondslag. Allereerst bleek een papieren versie moeilijk om beknopt en overzichtelijk te houden, omdat niet zoals bij de digitale versie het mogelijk is om via routing een aantal vragen en antwoordcategorieën (die niet voor de deelnemer van toepassing zijn) weg te laten. Vervolgens is de dataverzameling en analyse bij een schriftelijke enquête veel gecompliceerder en arbeidsintensiever dan bij een online enquête, doordat data niet rechtstreeks uit een systeem gegenereerd kunnen worden, maar door de onderzoeker handmatig ingevoerd moeten worden. De keuze voor een online enquête ligt ook geheel in lijn met een steeds verdere digitalisering van de maatschappij. Steeds meer mensen zijn online actief. Bovendien verlopen steeds meer formulieren en klantinteracties digitaal. Vanuit dit oogpunt bezien is de keuze voor een online enquête voor de hand liggend. Uit het onderzoek is ook naar voren gekomen dat een meerderheid van de deelnemende vrijwilligers en mantelzorgers zich het liefst digitaal (bijvoorbeeld via e-mail of een website/digitaal aanmeldingsformulier) wil aanmelden voor scholing. Inherent aan de keuze voor alleen een online enquête is dat bepaalde groepen worden uitgesloten voor deelname. Het gaat hier dan om personen die niet goed met de computer en/of internet overweg kunnen (de zogenaamde ‘digibeten’). Een tweede kanttekening heeft betrekking op de indeling van scholing naar gebied die gehanteerd is bij de enquête. Deze indeling is gemaakt aan de hand van het raadplegen van literatuur op het gebied van scholing van vrijwilligers en/of mantelzorger, het raadplegen van websites van verschillende vrijwilligersacademies en platforms voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in Nederland. De (literatuur)verkenning is zeer intensief en nauwkeurig uitgevoerd, desondanks is het mogelijk dat er nog meer gebieden zijn waarop vrijwilligers en mantelzorgers scholing kunnen volgen, dan die bij dit onderzoek genoemd zijn. Wel is het zo dat bij elke scholingsrubriek ook de antwoordmogelijkheid ‘anders’ mogelijk was. Dit antwoord is overigens door slechts een aantal deelnemers gekozen. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 116 10.2 Kanttekeningen bij de focusgroep Een eerste kanttekening bij de focusgroep heeft betrekking op het aantal en de diversiteit van de deelnemers. Zo hebben aan de focusgroep zes organisaties deelgenomen die afkomstig zijn uit de sectoren ‘Techniek’, ‘Cultuur’, ‘Welzijn’ en ‘Zorg/gezondheid’. Een aantal van de deelnemende organisaties vond dit aantal veel te klein. Er waren weliswaar meer organisaties uitgenodigd voor de focusgroep, maar deze hebben uiteindelijk toch besloten om niet deel te nemen aan de groepsdiscussie. Overigens bestaat een focusgroep idealiter uit 6 tot 12 personen. Met dit aantal kan iedereen betrokken worden bij de discussie en is de gespreksleider in staat de discussie goed te controleren. Wanneer de groep deelnemers groter is dan is dit niet goed mogelijk. Het grote voordeel van een focusgroep is dat de participerende partijen/personen elkaar stimuleren om verder te kijken dan de eigen visie. Tijdens een focusgroep worden verschillende stellingen voorgedragen waarna ieder lid, naar aanleiding van achtergrond en ervaringen een mening geeft op het onderwerp. Een discussie volgt snel, de participerende leden reageren op elkaar en gezamenlijk wordt er gezocht naar een algemene visie en denkwijze. De uiteenlopende stemmen van de deelnemers, maar ook de flexibiliteit in de structuur van het proces zelf, hebben tot gevolg dat de discussieleider het gesprek van een focusgroep maar in beperkte mate kan sturen. Soms staat de zeggingskracht van de groep de individuele verantwoording in de weg en zullen de resultaten veeleer het ‘groepsdenken’ weerspiegelen. 51 Bij onze focusgroep heeft de discussieleider dit proberen te voorkomen door elke deelnemer bij de discussie te betrekken en naast gemeenschappelijke standpunten ook vooral de individuele mening en denkwijze van de deelnemers duidelijk naar voren te laten komen. 10.3 Percepties van de deelnemers Aan het eind van de enquête is aan de deelnemers gevraagd of zij opmerkingen hebben over de enquête. Een relatief kleine groep vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties heeft dit ook daadwerkelijk gedaan. Een aantal deelnemers heeft aangegeven de enquête duidelijk en (zeer) relevant te vinden. Een aantal deelnemers verwoordden het als volgt: “De enquête was duidelijk en makkelijk in te vullen. Educatie is goed voor de ontwikkeling op welk gebied of voor welke doelgroep dan ook.” “Duidelijke enquête! Goed dat je als vrijwilliger om je mening wordt gevraagd, een stukje waardering!” Daarentegen zijn er ook een aantal deelnemers die opmerkingen hebben over (de inhoud van) de enquête of deze een minder geschikt middel vinden om de mening van te peilen. Onderstaande citaten illustreren dit 51 Vergelijk: Steyaert S. (2006). Participatieve methoden. Een gids voor gebruikers. ‘Focusgroep’, viWTA. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo “Ik mis de mogelijkheid om deze enquête af te drukken of om als document te bewaren. Verder zou ik het op prijs stellen de uitkomst ervan in te zien.” “Het is meer werk, maar gerichte interviews met verschillende vrijwilligers zouden meer zeggen over de werkelijke behoefte aan scholing.” “Ik vind een enquête een begrijpelijk maar minder inzichtgevend middel. Ga naar de mensen toe, luister naar ons. En vergeet niet je kunt ieder moment zelf mantelzorger worden. Wat zou jij dan prettig vinden? Het feit dat mensen geld verdienen aan zorg werkt mijn inziens vertroebelend. Aan wiens kant sta je als het er op aan komt?” Wijkracht – 2015 117 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 118 Over de onderzoeker Drs. Marc ter Hedde Drs. Marc ter Hedde is een onderzoeker die veel ervaring heeft met adviesopdrachten op het snijvlak van ICT, organisatie en beleid bij de overheid. Hij heeft bestuurskunde gestudeerd aan de Universiteit Twente met als specialisatie Public Management en e-Governance. Sinds 2006 is Marc verbonden aan het Centre for e-Government Studies. Daarnaast is hij de eigenaar geweest van Weldam Consultancy, een strategisch onderzoeks- en adviesbureau in Hengelo. Dit onderzoek naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo heeft Marc als vrijwilliger uitgevoerd voor Wijkracht. Ten tijde van de startup van het onderzoek had Marc geen werk. Hij wilde echter zijn kennis niet ongebruikt laten en heeft zich bij het Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo ingeschreven als vrijwilliger. Vervolgens is hij door SCALA welzijn voor een gesprek uitgenodigd en zijn met hem de mogelijkheden besproken voor de uitvoering van het onderzoek. De rest is inmiddels geschiedenis! Marc heeft met veel plezier en toewijding vorm gegeven aan de uitvoering van het onderzoek. Ook de collegiale en constructieve sfeer met medewerkers van SCALA welzijn en Wijkracht heeft hij als zeer stimulerend ervaren. Zij hebben Marc op allerlei mogelijke manieren ondersteund bij de uitvoering van het onderzoek. Zonder de inzet van Marc was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Dit toont maar weer het belang van vrijwilligerswerk aan. Zonder de inzet van hem en vele andere vrijwilligers is het voor veel zorginstellingen, sportverengingen, welzijnsinstellingen, buurthuizen en vele andere (vrijwilligers)organisaties onmogelijk hun belangrijke maatschappelijke functie goed uit te kunnen oefenen. Soms zichtbaar, zoals Marc, maar vaker nog als stille kracht op de achtergrond dragen onze vrijwilligers bij aan een sociale, betrokken en levendige samenleving. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 119 Referenties Arcon. Stappen naar vrijwilligersbeleid. Werken met vrijwilligers volgens de 6 B’s, handleiding. Arcon. Vrijwilligerswerk in Overijssel. Factsheet Sociale Atlas Overijssel, thema: Vrijwilligerswerk, nummer 1, november 2010. Arts, K. en S. te Riele. Vrijwilligerswerk onder werkenden en niet-werkenden. In: e Sociaaleconomische trends, 2 kwartaal 2011. Bovens, M.A.P. et al. (2001) Openbaar Bestuur. beleid, organisatie en politiek. Alphen aan de Rijn: Wolters Kluwer. CBS. Vragenlijst Mantelzorg. De Medewerker. Scholing voor mantelzorgers, geraadpleegd op demedewerker.nl, 10 januari 2015. GGD Twente (2014). Rapport Mantelzorg. In: Twentse Gezondheids Verkenning TGV). Gezondheid op de rails. Groepsdynamiek. Brainstorm gezamenlijk in een denktank, http://www.groepsdynamiek.nl/ denktank.html. Hedde, M.J. ter (2015). Projectvoorstel ‘Scholing van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo’, SCALA welzijn: Hengelo. HengeloPanel. Vrijwilligerswerk en mantelzorg, Peiling 1, maart 2014. Hodes, M. (2014). Kennis is macht, kennis delen is kracht. Ontwikkelen van een scholingsacademie. Plan van aanpak veranderopdracht Master Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening. Hengelo: SIZ Twente (intern document). Internetpanel Hengelo. Mantelzorg, jaargang 8, peiling 3b, 12 april 2011. Kwaliteitsregistratie en Accreditatie Beroepen in de Zorg (2015). Handleiding KABIZ kwaliteitskeurmerk bij- en nascholing, Utrecht. Kidd, P.S., Parshall, M.B., (2000). Getting the Focus and the Group: Enhancing Analytical Rigor in Focus Group Research. Qualitative health research. Vol 10, no. 3, pp. 293-308. Mezzo. Mantelzorg, wat is dat precies?, geraadpleegd op mezo.nl, 9 september 2015. Meijs, L. en Westerlaken, C. (1994) ‘Vrijwilligersorganisaties en HRM, Talenten: beleid of misleid?’, Personeelbeleid 6: pp.37-43. Ministerie van BZK (2010). Vrijwilligerswerk beter geregeld? Morgan, D.L. (1996). Focus groups. Annual Review of Sociology 22, 129-152. Movisie (2014). Feiten en cijfers Vrijwillige inzet. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 120 NIOW (2012). Hoe organiseer je een goede taaltraining? http://www.niow.nl/hoeorganiseer-je-een-goede-taaltraining.pdf. Plemper, E. en Moll, M. (2005). Deskundigheidsbevordering vrijwilligers. Eindrapportage. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (2005). Informele Zorg. Het aandeel van mantelzorgers en vrijwilligers in de langdurige zorg. Quantes: Rijswijk. Radio Hengelo TV. Aantal mantelzorgers Hengelo op landelijk gemiddelde, gepubliceerd op 31 oktober 2014. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Vrijwilligerswerk WERKT! Alles over vrijwilligerswerk in Hengelo. Brochure. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Vrijwilligerszaken. Zo regelen wij dat. Brochure, in samenwerking met SWOH, SIZ Twente, Hulpdienst Hengelo en SCALA welzijn. SGBO. Tevredenheidsonderzoek naar vrijwilligers. Benchmarking in de gemeente Heemskerk. Sietsma, H. De rol van vertrouwen in samenwerking. Alliantiemanagement, 21 april 2009. Sport Subsidie Wijzer. Gemeentelijke regelingen Deskundigheidsbevordering, http://www.nocnsf.nl/cms/showpage.aspx?id=5388. Steyaert, S. (2006). Participatiemethoden. Een gids voor gebruikers. Focusgroep, viWTA. Visies (2011). Minder en meer vrijwilligerswerk in cijfers. Expertisecentrum, nummer 2, blz. 16 t/m 19. Zorg Beter met Vrijwilligers. Handreiking Scholing. Utrecht. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 1: 121 Enquête vrijwilligers Introductietekst (openingsscherm) Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van vrijwilligers in Hengelo. In deze enquête vragen wij naar uw ervaring als vrijwilliger, uw behoefte aan scholing en wat uw mening is over het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing voor vrijwilligers in Hengelo. Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête? Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd. Invulinstructie Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven. Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon Onder alle vrijwilligers die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeau- bonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de enquête aangeven. Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête! Met vriendelijke groeten, Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider) Uw vrijwilligerswerk Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op uw vrijwilligerswerk. 1. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoe lang doet u vrijwilligerswerk? (Met eventuele korte tussenpozen hoeft geen rekening te worden gehouden. Minder dan een jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 4 jaar 4 tot 6 jaar 6 tot 8 jaar 8 tot 10 jaar Meer dan 10 jaar 2. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoe vaak doet u vrijwilligerswerk? Dagelijks Een paar keer per week Een keer per week Een keer per maand Een paar keer per jaar Onregelmatig, het wisselt sterk 3. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel tijd besteed u gemiddeld per week aan vrijwilligerswerk? Minder dan 1 uur 1 tot 2 uur 2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur Meer dan 20 uur Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 4. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 5. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 6. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 7. Op welk terrein of in welke sector doet u vrijwilligerswerk? (Wanneer u in meerdere sectoren werkt, kies dan de belangrijkste) Welzijn of zorg/gezondheid (verzorging, verpleging of begeleiding) Sportvereniging Religie en levensbeschouwing Culturele vereniging School Wijk, buurt/wonen Politieke of ideële organisatie Hobbyvereniging Natuur en milieu/dieren Vakbond, beroepsorganisatie Jeugdwerk Ontwikkelingswerk Anders, namelijk: Op welke doelgroep(en) heeft uw vrijwilligerswerk betrekking? (Meerdere antwoorden mogelijk) Kinderen Jongeren Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden Mensen met een ziekte of beperking Uitkerings- en bijstandsgerechtigden Mantelzorgers Zorgvrijwilligers (in de zorg persoonlijke ondersteuning verlenen) Vrijwilligers (bij een sportclub, buurthuis, kerk, vakbond, politiek, etc.) Allochtonen Vluchtelingen Slachtoffers Dieren Anders, namelijk: Wat voor taak heeft u als vrijwilliger? (Wanneer u meerdere taken heeft, kies dan de belangrijkste) Bestuurlijk (voorzitter cliëntenraad, voorzitter bij een sportvereniging, etc.) Uitvoerend (collecteren, geven taalles, vervoer bieden, zorg verlenen, etc.) Ondersteunend (kantoorwerk, administratie, automatisering, pr, kantine, etc.) Organisatorisch (activiteitenbegeleider, coördinator huisbezoeken, etc.) Vrijwillige thuishulp (oppas, wandelen, etc.) ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat zijn voor u de belangrijkste reden om vrijwilligerswerk te doen? (Maximaal 3 noemen) Ik vind het belangrijk om andere mensen te helpen Op deze wijze kan ik mij inzetten voor de maatschappij Vrijwilligerswerk zorgt ervoor dat ik mij nuttig voel Vrijwilligerswerk is een manier om mijn vrije tijd leuk in te vullen Vrijwilligerswerk is een manier om andere mensen te ontmoeten/leren kennen Door vrijwilligerswerk kan ik nieuwe kennis opdoen en vaardigheden aanleren Door vrijwilligerswerk kan ik scholing volgen Door vrijwilligerswerk kan ik mij persoonlijk ontwikkelen Door vrijwilligerswerk kan ik werkervaring opdoen Vrijwilligerswerk helpt mij om (meer) kans te maken op een baan die ik wil Vrijwilligerswerk staat goed op mijn cv Anders, namelijk: 8. ❏ ❏ Verricht u vrijwilligerswerk voor één of meerdere organisaties? Eén organisatie Meerdere organisaties Wijkracht – 2015 122 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo ❏ 9. ❏ ❏ ❏ ❏ 123 Ik doe vrijwilligerswerk, maar niet voor een organisatie Verricht u vrijwilligerswerk voor een organisatie in Hengelo of een landelijke organisatie? Organisatie(s) in Hengelo Landelijke organisatie(s) (bijvoorbeeld Nierstichting of Greenpeace) Beide Weet niet Scholing die u heeft gevolgd als vrijwilliger De volgende vragen gaan over uw ervaring met scholing als vrijwilliger. 10. ❏ ❏ Heeft u als vrijwilliger al eens scholing gevolgd? Ja Nee (deelnemer gaat verder met vraag 17) 11. Op welk gebied heeft u als vrijwilliger al eens scholing gevolgd? (Meerdere antwoorden mogelijk) Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.) Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.) Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.) Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.) Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.) Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.) PR en communicatie (voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.) Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.) Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.) Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.) Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.) Anders, namelijk: ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 12. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 13. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 14. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welk type scholing heeft u als vrijwilliger gevolgd? (Meerdere antwoorden mogelijk) Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp) Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden) Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan) Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp) Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp) E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet) Anders, namelijk: Waar was de scholing die u als vrijwilliger heeft gevolgd op gericht? (Meerdere antwoorden mogelijk) Op mijn huidige (zorg)taken/werkzaamheden Op nieuwe aanvullende (zorg)taken/werkzaamheden Persoonlijke ontwikkeling (bewustwording van jezelf, eigen kracht en je kwaliteiten) Weet niet/geen mening Anders, namelijk: Waarom heeft u als vrijwilliger scholing gevolgd? (Meerdere antwoorden mogelijk) De scholing werd nuttig gevonden door de organisatie waar ik vrijwilliger ben De organisatie waar ik vrijwilliger ben vond scholing voor mij nodig De scholing werd mij aangeboden Ik wilde zelf graag scholing volgen Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 15. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 16. 124 Hoe tevreden bent u in het algemeen over scholing die u als vrijwilliger heeft gevolgd? Zeer tevreden Tevreden Tevreden nog ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet/geen mening Kunt u in uw eigen woorden nader toelichten waarom u wel of niet tevreden bent over scholing waar u als vrijwilliger gebruik van heeft gemaakt? Indien de deelnemers bij vraag 10 aangegeven geen scholing te hebben gevolgd, dan verschijnt vraag 17. 17. U geeft aan dat u als vrijwilliger geen scholing heeft gevolgd? In hoeverre speelden de volgende factoren daarbij een rol? (U kunt antwoord geven van speelde geen rol tot speelde een grote rol) Speelde geen rol Speelde enigzins een rol Speelde een grote rol Weet niet/ geen mening Er werd mij geen scholing aangeboden ❏ ❏ ❏ ❏ Mijn leidinggevende vond scholing niet nodig voor mij ❏ ❏ ❏ ❏ Ik zag zelf de noodzaak van scholing niet ❏ ❏ ❏ ❏ Ik heb niet om scholing gevraag ❏ ❏ ❏ ❏ Er was onvoldoende budget voor scholing ❏ ❏ ❏ ❏ Er was geen ruimte voor individuele scholing, alleen groepsscholing ❏ ❏ ❏ ❏ Mijn thuissituatie maakte het onmogelijk scholing te volgen ❏ ❏ ❏ ❏ Er moest een eigen bijdrage betaald worden voor scholing ❏ ❏ ❏ ❏ Ik was niet op de hoogte van scholing heb hier nooit bij stil gestaan ❏ ❏ ❏ ❏ 18. Zijn er nog andere factoren die voor u een rol hebben gespeeld om geen scholing te volgen in het kader van uw vrijwilligerswerk? Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 125 Uw huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger De volgende vragen gaan over uw huidige behoefte aan scholing als vrijwilliger. 19. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel behoefte aan scholing heeft u in het algemeen als vrijwilliger? Zeer veel behoefte Veel behoefte Enige behoefte Weinig behoefte Geen behoefte Weet niet/geen mening Indien de deelnemers bij vraag 19 aangeven geen behoefte te hebben aan scholing of dit niet te weten/geen mening, dan verschijnt vraag 25. 20. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Op welk gebied heeft u als vrijwilliger nog behoefte aan scholing? (Meerdere antwoorden mogelijk) Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.) Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.) Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.) Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.) Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.) Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.) PR en communicatie (voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.) Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.) Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.) Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.) Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.) Anders, namelijk: Indien de deelnemers bij vraag 20 aangeven op één of meerdere gebieden nog behoefte aan scholing te hebben, dan volgen vervolgvragen waarin specifieker wordt ingegaan op de aard van de scholingsmogelijkheden. A. Administratie en boekhouden U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Administratie en boekhouden’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Belastingkunde/-aangifte ❏ Bestuurlijke informatievoorziening (BIV) ❏ Boekhouden ❏ Debiteurenbeheer ❏ Financieel Management ❏ Loonadministratie ❏ Salarisadministratie ❏ Schuldhulpverlening ❏ Anders, namelijk: B. Bestuur en management U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Bestuur en management’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Bestuursvaardigheden (beleidsplannen schrijven, voorzitterschap) ❏ Budgetteren/verstandig met geld omgaan ❏ Vergadertechnieken (vergaderen en notuleren) ❏ Klantgericht werken ❏ Maatschappelijk betrokken ondernemen Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Personeelsmanagement Samenwerken met andere organisaties, instellingen of bedrijven Stagebegeleiding Wet- en regelgeving voor verenigingen of stichtingen Anders, namelijk: C. Computergebruik, internet en sociale media 126 U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Computergebruik, internet en sociale media’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Algemene computervaardigheden (Windows, Office, e-mail, internet) ❏ Digitale fotografie ❏ Gebruik van iPad/tablet, iPhone/smartphone ❏ Gebruik van sociale media (Facebook, Twitter, LinkedIn) ❏ Website bouwen en onderhouden ❏ Anders, namelijk: D. Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Fondsenwerving ❏ Sponsoring ❏ Subsidie aanvragen ❏ Anders, namelijk: E. Omgaan met specifieke doelgroepen U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Omgaan met een specifieke doelgroepen’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Omgaan met kinderen ❏ Omgaan met jongeren ❏ Omgaan met ouderen/senioren ❏ Omgaan met mensen met een lichamelijke beperking ❏ Omgaan met mensen met een psychische beperking ❏ Omgaan met andere vrijwilligers (waaronder vrijwilligers in de zorg) ❏ Omgaan met mantelzorgers ❏ Omgaan met allochtonen ❏ Omgaan met asielzoekers ❏ Anders, namelijk: F. Omgaan met een specifieke situatie of gevoel U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Omgaan met agressief gedrag ❏ Omgaan met conflicten ❏ Omgaan met een specifieke ziekte of beperking ❏ Omgaan met stress ❏ Omgaan met een schuldgevoel ❏ Omgaan met rouw of verlies ❏ Omgaan met laaggeletterdheid (helpen met lezen en schrijven) ❏ Omgaan met huiselijk geweld en kindermishandeling ❏ Pesten aanpakken en voorkomen ❏ Rolstoelgebruik Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo ❏ ❏ ❏ ❏ Tillift gebruiken Rouwbegeleiding (begeleiding van rouw en verliesverwerking) Werken als gastvrouw/gastheer Anders, namelijk: G. Omgaan met een specifieke situatie of gevoel 127 U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Persoonlijke vorming’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Assertiviteitstraining (bijvoorbeeld assertief omgaan met collega’s) ❏ Balietraining ❏ Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren) ❏ Coachen en intervisie ❏ Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf) ❏ Netwerken ❏ Oprichten van een vereniging of stichting ❏ Omgaan met werkdruk ❏ Ontvangen en geven van feedback/kritiek ❏ Oriëntatie op vrijwilligerswerk (welk vrijwilligerswerk past bij mij?) ❏ Samenwerken in teams ❏ Spreken in het openbaar (weg met de plankenkoorts) ❏ Schrijven van een sollicitatiebrief en cv ❏ Sollicitatietraining (voorbereiding voor een sollicitatiegesprek) ❏ Telefoontraining en vraagverheldering ❏ Taalcursus ❏ Tactisch beïnvloeden ❏ Tekstverwerken ❏ Tijdmanagement (het beter managen van je tijd) ❏ Anders, namelijk: H. PR en communicatie U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘PR en communicatie’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Communicatie ❏ Interculturele communicatie/diversiteitsbeleid ❏ Promotie ❏ Public Relations ❏ Mediatraining (omgaan met journalisten) ❏ Netwerken (met bijvoorbeeld de wijk of andere organisatie) ❏ Redactionele werkzaamheden (clubblad, wijk- of dorpskrant) ❏ Voorlichting ❏ Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, etc.) ❏ Anders, namelijk: I. Sport en cultuur U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Sport en cultuur’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Eerste Hulp bij Sportongevallen (EHBSO) ❏ Opleiding voor trainer/coach ❏ Respect en sportiviteit ❏ Sportmanagement ❏ Muziek/zangles ❏ Tekenen en schilderen ❏ Cultuurfilosofie of -geschiedenis Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo ❏ ❏ J. 128 Het organiseren van een cultureel festival Anders, namelijk: Werken met vrijwilligers U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Werken met vrijwilligers’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Coördineren vrijwilligerswerk ❏ Functiewaardering ❏ Gesprekstechnieken (bijvoorbeeld functioneringsgesprekken, feedback geven) ❏ Leidinggeven aan vrijwilligers ❏ Werken met en begeleiden van vrijwilligers ❏ Werven en behouden van (jonge) vrijwilligers ❏ Werven van bestuursleden ❏ Vrijwilligersbeleid (wat mag u wel en wat mag u niet?) ❏ Anders, namelijk: K. Wijken en buurten U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Wijken en buurten’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Bewoners- en commissiezaken ❏ Begeleiden of organiseren van buurtavonden ❏ (Jongeren) buurtbemiddeling ❏ Pastorale begeleiding in de buurt ❏ Praktische vaardigheden (zoals tuinonderhoud en kleine klussen in huis) ❏ Verkeersregelaar bij evenementen in de buurt/wijk ❏ Anders, namelijk: L. Zorg, welzijn en gezondheid U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Zorg, welzijn en gezondheid’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Alcoholpreventie (verantwoord alcoholgebruik, herkennen risicovol alcoholgebruik) ❏ Arbo en ergonomie ❏ BHV (Bedrijfshulpverlening) ❏ EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken) ❏ Omgaan met en/of toedienen van medicijnen ❏ Omgaan met gevaarlijke stoffen ❏ Reanimatie en AED-gebruik ❏ Sociale Hygiëne ❏ Zorgtaken (bijvoorbeeld begeleiden van maaltijd en toiletbezoek) ❏ Anders, namelijk: M. Anders, namelijk: U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op een ander gebied dan gebieden die door ons zijn genoemd. Kunt u aangeven wat precies? Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 21. 129 ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welk scholingstype heeft in het algemeen uw voorkeur? (Meerdere antwoorden mogelijk) Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp) Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden) Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan) Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp) Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp) E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet) Anders, namelijk: 22. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoelang mag naar uw mening een scholing gemiddeld per keer duren? Minder dan een uur 1 tot 2 uur 2 tot 3 uur Dagdeel (ochtend, middag of avond) Weet niet/geen mening 23. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welke frequentie van scholing vindt u doorgaans het meest wenselijk? 1 keer per jaar 1 keer per kwartaal 1 keer per maand 1 keer per week Weet niet/geen mening 24. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welk dagdeel heeft in het algemeen uw voorkeur voor scholing? Ochtend Middag Avond Ochtend en middag Middag en avond Weet niet/geen mening Uw mening over een centrale scholingsplek De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor vrijwilligers in Hengelo. 25. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 26. In hoeverre vindt u het wenselijk dat u als vrijwilliger voor scholing terecht kunt bij een centrale scholingsplek in Hengelo? Zeer wenselijk Wenselijk Niet wenselijk/niet onwenselijk Onwenselijk Zeer onwenselijk Weet niet/geen mening Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens) Wanneer organisaties scholing voor vrijwilligers samen gaan aanbieden, dan… Helemaal mee eens wordt de kwaliteit van scholing beter ❏ Mee eens ❏ Wijkracht – 2015 neutraal Mee oneens ❏ ❏ Helemaal mee oneens ❏ Weet niet/ geen mening ❏ Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 130 wordt het aanbod van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het aanbod van scholing diverser (meer variatie/keuze) ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan een grote groep vrijwilligers scholing volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan scholing goedkoper worden aangeboden ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het duidelijker waar is als vrijwilliger moet zijn voor scholing ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het rendement (wat levert het op) van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ zal ik als vrijwilliger eerder geneigd zijn om scholing te volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 27. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Denkt u dat een centrale scholingsplek voor u als vrijwilliger beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut? Ik weet zeker van wel Ik denk van wel Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 28. Waarom zou een centrale scholingsplek volgens u scholing wel of niet beter kunnen ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (vrijwilligers)organisatie of opleidingsinstituut? 29. Bij welke organisatie zou u zich het liefst aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek? Centrale scholingsplek Organisatie waar u vrijwilligerswerk (voor) doet Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld opleidingsinstituut) Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo Stichting Informele Zorg Twente Stichting Welzijn Ouderen Hengelo Carintreggeland SCALA welzijn De gemeente Anders, namelijk: ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 30. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Op welke wijze zou u zich het liefst voor scholing willen aanmelden bij een centrale scholingsplek? Mondeling (face to face)/balie Telefonisch Post/schriftelijk (antwoordkaart) Website/digitaal aanmeldingsformulier E-mail Weet niet/geen mening Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 31. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 131 Bent u bereid om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen? Zeker wel Waarschijnlijk wel Ik denk van niet Zeker niet Weet niet/geen mening Wanneer de deelnemers bij vraag 31 geantwoord hebben met ‘Ik denk van niet’, ‘Zeker niet’ en ‘Weet niet/geen mening’ dan wordt verder gegaan met vraag 33. 32. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is de hoogte van de eigen bijdrage die u maximaal bereid bent om te betalen voor bijvoorbeeld een cursus, training, workshop of themabijeenkomst bij een centrale scholingsplek? 1 tot 5 euro 5 tot 10 euro 10 tot 15 euro 15 tot 25 euro 25 tot 50 euro 50 tot 75 euro 75 tot 100 euro Weet niet/geen mening Uw persoonlijke situatie Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie. 33. Wat is uw geslacht? ❏ Man ❏ Vrouw 34. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw leeftijd? 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar 75 jaar of ouder 35. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw etniciteit? Nederlands Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Arubaans Indonesisch Dat wil ik niet zeggen Anders, namelijk: 36. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw opleiding? Lager onderwijs, basisonderwijs Voorbereidend- of lager beroepsonderwijs (lbo, lts, leao, huishoudschool, vmbo-p) Middelbaar onderwijs (mavo, ulo, mulo, vmbo-t) Middelbaar beroepsonderwijs (mbo, mts, meao) Algemeen voortgezet onderwijs (hbs, mms, havo, vwo) Hoger beroepsonderwijs (universiteit) Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 37. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 132 Welke beschrijving past het beste bij u? Betaald werk voltijd (36 uur of meer) Betaald werk deeltijd (minder dan 36 uur) Werkloos Arbeidsongeschikt Scholier/student Huisman/huisvrouw Gepensioneerd Afsluiting Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête! 38. Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête? 39. Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die betrekking hebben op uw vrijwilligerswerk? Nee Ja, dit kan op het volgende e-mailadres: ❏ ❏ Maak kans op een cadeaubon Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in. Naam: Telefoonnummer: E-mail: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 2: 133 Enquête mantelzorgers Introductietekst (openingsscherm) Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van mantelzorgers in Hengelo. In deze enquête vragen wij naar uw ervaring als mantelzorger, uw behoefte aan scholing en wat uw mening is over het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing voor mantelzorgers in Hengelo. Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête? Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd. Invulinstructie Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven. Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon Onder alle mantelzorgers die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de enquête aangeven. Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête! Met vriendelijke groeten, Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider) Uw ervaring als mantelzorger Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op uw ervaring als mantelzorger. 1. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 2. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 3. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoe lang bent u al mantelzorger? (Met eventuele korte tussenpozen hoeft geen rekening te worden gehouden. Minder dan een jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 4 jaar 4 tot 6 jaar 6 tot 8 jaar 8 tot 10 jaar Meer dan 10 jaar Aan wie verleent u mantelzorg? (Meerdere antwoorden mogelijk) Directe familie (uw kind, partner of (schoon-)vader of moeder) Ander familielid Iemand uit de naaste omgeving (vriend of kennis) Iemand in de buurt (buurman, buurvrouw of buurtkind) Anders, namelijk: Wat is de oorzaak van de hulpbehoefte van degene waar u mantelzorg aan verleent? (Meerdere antwoorden mogelijk) (Beginnende) dementie/geestelijke achteruitgang Psychische problemen Lichamelijke handicap of beperking Verstandelijke handicap Algemene beperking door ouderdom Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 4. 134 ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welke hulp verleent u als mantelzorger? (Meerdere antwoorden mogelijk) Huishoudelijke hulp (schoonmaken, de was doen, boodschappen doen, etc.) Persoonlijke verzorging (helpen met baden, douchen, aankleden, etc.) Verpleegkundige hulp (klaarzetten/toedienen van medicijnen, wondverzorging, etc.) Emotionele steun en toezicht (luisteren, troosten, etc.) Praktische ondersteuning (zorgen dat het huishouden loopt, iemand vervoeren, etc.) Begeleiding bij het regelen van administratieve zaken en administratie Begeleiding bij het bezoeken van familie, artsen, winkels, etc. Anders, namelijk: 5. ❏ ❏ ❏ ❏ Hoe vaak per week verleent u gemiddeld mantelzorg? 1 tot 2 keer per week 2 tot 4 keer per week 4 tot 6 keer per week Dagelijks 6. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld per week aan het verlenen van mantelzorg? Minder dan 1 uur 1 tot 2 uur 2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur Meer dan 20 uur 7. Sommige mensen voelen zich erg belast door mantelzorg. Voor andere mensen geldt dit minder. Alles bijeen genomen, hoe belast voelt u zich als mantelzorger? Niet or nauwelijks belast Enigzins belast Tamelijk zwaar belast Zeer zwaar belast Overbelast Weet niet/geen mening ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Scholing die u heeft gevolgd als mantelzorger De volgende vragen gaan over uw ervaring met scholing als mantelzorger. 8. ❏ ❏ Heeft u als mantelzorger al eens scholing gevolgd? Ja Nee 9. ❏ ❏ ❏ ❏ Op welk gebied heeft u als mantelzorger al eens scholing gevolgd? Hoe begeleidt ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening (dementie, beroerte, etc.) Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel (agressie, rouw en verlies, etc.) Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen (toedienen medicijnen, wassen en aankleden, tillift gebruik, etc.) Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen (begeleiden bij uitstapjes, ophalen medicijnen, zorgpapieren invullen, begeleiden naar de specialist, etc.) Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Minfulness, etc.) Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg (AWBZ, WMO, etc.) Gezondheid, arbo en veiligheid (EHBO, reanimatie en AED-, tillift gebruik, etc.) Anders, namelijk: ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 10. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 11. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 12. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 13. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 14. 135 Welk type scholing heeft u als mantelzorger gevolgd? (Meerdere antwoorden mogelijk) Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp) Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden) Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan) Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp) Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp) E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet) Anders, namelijk: Waar was de scholing die u als vrijwilliger heeft gevolgd op gericht? (Meerdere antwoorden mogelijk) Op mijn huidige zorgtaken Op nieuwe aanvullende zorgtaken Persoonlijke situatie (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf) Weet niet/geen mening Anders, namelijk: Waarom heeft u als mantelzorger scholing gevolgd? (Meerdere antwoorden mogelijk) De scholing werd belangrijk gevonden door de hulpbehoevende zelf Familie, vrienden en/of kennissen van de hulpbehoevende vonden scholing belangrijk De organisatie waar de hulpbehoevende wordt verzorgd (bijvoorbeeld ziekenhuis, verpleeg- of verzorgingstehuis) vond scholing belangrijk Scholing werd mij aangeboden door een belangenorganisatie (bijvoorbeeld Mezzo of de Stichting informele Zorg Twente) Ik wilde zelf graag scholing volgen Anders, namelijk: Hoe tevreden bent u in het algemeen over scholing die u als mantelzorger heeft gevolgd? Zeer tevreden Tevreden Tevreden nog ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet/geen mening Kunt u in uw eigen woorden nader toelichten waarom u wel of niet tevreden bent over scholing waar u als mantelzorger gebruik van heeft gemaakt? Indien de deelnemers bij vraag 8 aangegeven geen scholing te hebben gevolgd, dan verschijnt vraag 15. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 15. 136 U geeft aan dat u als vrijwilliger geen scholing heeft gevolgd? In hoeverre speelden de volgende factoren daarbij een rol? (U kunt antwoord geven van speelde geen rol tot speelde een grote rol) Speelde geen rol Speelde enigzins een rol Speelde een grote rol Weet niet/ geen mening Er werd mij geen scholing aangeboden door een belangenorganisatie ❏ ❏ ❏ ❏ De persoon waar ik mantelzorg aan verleen vond scholing voor mij niet nodig ❏ ❏ ❏ ❏ Ik zag zelf de noodzaak van scholing niet en heb hier dan ook niet om gevraagd ❏ ❏ ❏ ❏ Mijn thuissituatie maakte het onmogelijk scholing te volgen ❏ ❏ ❏ ❏ De scholing werd niet vergoed of ik moest een eigen bijdrage betalen ❏ ❏ ❏ ❏ Ik was niet op de hoogte van scholing/ heb hier nooit bij stilgestaan ❏ ❏ ❏ ❏ 16. Zijn er nog andere factoren die voor u een rol hebben gespeeld om geen scholing te volgen in het kader van uw mantelzorgtaken? Uw huidige behoefte aan scholing als mantelzorger De volgende vragen gaan over uw huidige behoefte aan scholing als mantelzorger. 17. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel behoefte aan scholing heeft u in het algemeen als mantelzorger? Zeer veel behoefte Veel behoefte Enige behoefte Weinig behoefte Geen behoefte Weet niet/geen mening Indien de deelnemers bij vraag 17 aangeven geen behoefte te hebben aan scholing of dit niet te weten/geen mening, dan verschijnt vraag 23. 18. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Op welk gebied heeft u als mantelzorger nog behoefte aan scholing? (Meerdere antwoorden mogelijk) Hoe begeleidt ik iemand met een (lichamelijke of geestelijke) beperking Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of aandoening (dementie, beroerte, etc.) Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel (agressie, rouw en verlies, etc.) Hoe verricht ik verzorgende en verpleegkundige handelingen (toedienen medicijnen, wassen en aankleden, tillift gebruik, etc.) Hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen (begeleiden bij uitstapjes, ophalen medicijnen, zorgpapieren invullen, etc.) Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf (zorg de baas, grenzen aangeven, persoonlijke vorming, Minfulness, etc.) Belangrijke wet- en regelgeving in de zorg (AWBZ, WMO, Wet Chronisch Zieken en Gehandicapten, etc.) Gezondheid, arbo en veiligheid (EHBO, rolstoelgebruik, reanimatie en AED-gebruik, tilen transfervaardigheden, etc.) Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 137 Indien de deelnemers bij vraag 18 aangeven op één of meerdere gebieden nog behoefte aan scholing te hebben, dan volgen vervolgvragen waarin specifieker wordt ingegaan op de aard van de scholingsmogelijkheden. A. Begeleiden van iemand met een beperking U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Hoe begeleidt ik iemand met een beperking’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Begeleiden van kinderen met een beperking ❏ Begeleiden van jongeren met een beperking ❏ Begeleiden van ouderen/senioren met een beperking ❏ Begeleiden van mensen met een psychische beperking ❏ Brussencursus (voor broers en zussen van kinderen met een ziekte of beperking) ❏ Jonge Mantelzorgers (JMZ)-cursus (wensen en grenzen van jonge mantelzorgers) ❏ Anders, namelijk: B. Omgaan met een bepaalde ziekte of beperking U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Hoe ga ik om met een bepaalde ziekte of beperking’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Omgaan met alzheimer ❏ Omgaan met autisme ❏ Omgaan met een bloedziekte (leukemie, bloedarmoede, etc.) ❏ Omgaan met diabetisch ❏ Omgaan met dementie ❏ Omgaan met een beroerte (TIA, herseninfarct, hersenbloeding) ❏ Omgaan met hartfalen ❏ Omgaan met kanker ❏ Omgaan met psychische stoornis (depressie, burn-out, angststoornis, eetstoornis) ❏ Omgaan met COPD (chronische longaandoening) ❏ Anders, namelijk: C. Omgaan met een specifieke situatie of gevoel U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Hoe ga ik om met een specifieke situatie of gevoel’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Omgaan met agressie (agressief gedrag) ❏ Omgaan met conflicten ❏ Omgaan met stress ❏ Omgaan met schuldgevoel ❏ Omgaan met rouw en verlies ❏ Anders, namelijk: D. Verzorgende of verpleegkundige handelingen U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Hoe verricht ik verzorgende of verpleegkundige handelingen’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Toedienen van medicijnen ❏ Toedienen van zondevoeding ❏ Toedienen van insuline ❏ Stoma verzorgen ❏ Wondverzorging ❏ Zuurstof toedienen ❏ Oplossingen en verdunningen maken Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo ❏ ❏ ❏ E. 138 Monsters verzamelen ten behoeve van diagnostiek Zorgtaken (wassen en aankleden, begeleiden van maaltijd en toiletbezoek, etc.) Anders, namelijk: Ondersteunende en administratieve handelingen U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘hoe verricht ik ondersteunende en administratieve handelingen’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Begeleiden bij specifieke activiteiten (uitstapjes, bezoek aan huisarts/specialist, etc.) ❏ Praktische ondersteuning (ophalen medicijnen, begeleiden naar specialist, etc.) ❏ Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met zorgverzekering, etc.) ❏ Anders, namelijk: F. Mantelzorg en zorg voor mijzelf U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Hoe vind ik een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Begeleiden van andere mantelzorgers/lotgenoten ❏ Mindfulness (met aandacht aanwezig zijn, ook in lastige periodes) ❏ Netwerkcoaching (versterken van uw netwerk/contacten met lotgenoten) ❏ Tijdmanagement (hoe kan ik mijn mantelzorgtaken goed indelen) ❏ Grenzen aangeven ❏ Zorg de baas (goede balans tussen mantelzorg en zorg voor uzelf) ❏ Anders, namelijk: G. Wet- en regelgeving U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Wat is belangrijke wet- en regelgeving in de (mantel)zorg’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ❏ Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) ❏ Wet toelating zorginstellingen ❏ Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ❏ Werken met een familiezorgsysteem/zorgsamendossier ❏ Wettelijke regelingen voor mantelzorgers (calamiteitenverlof, zorgverlof, etc.) ❏ Zorgverzekeringswet ❏ Anders, namelijk: H. Gezondheid, veiligheid en arbo U geeft aan dat u als vrijwilliger (wederom) scholing wilt volgen op het gebied van ‘Gezondheid, veiligheid en arbo’. Kunt u aangeven wat precies? (Meerdere antwoorden mogelijk) ❏ Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO) ❏ Eerste Hulp bij Kinderongevallen (EHBK) ❏ Reanimatie en AED-gebruik ❏ Rolstoelgebruik ❏ Til- en transfervaardigheden (tiltechnieken/overbelasting voorkomen) ❏ Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo M. 139 Anders, namelijk: U geeft aan dat u als mantelzorger (wederom) scholing wilt volgen op een ander gebied dan gebieden die door ons zijn genoemd. Kunt u aangeven wat precies? 19. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welk scholingstype heeft in het algemeen uw voorkeur? (1 antwoord mogelijk, kies het scholingstype dat u het meest prettig vindt) Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp) Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden) Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan) Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp) Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp) E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet) Anders, namelijk: 20. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoelang mag naar uw mening een scholing gemiddeld per keer duren? Minder dan een uur 1 tot 2 uur 2 tot 3 uur Dagdeel (ochtend, middag of avond) Weet niet/geen mening 21. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welke frequentie van scholing vindt u doorgaans het meest wenselijk? 1 keer per jaar 1 keer per kwartaal 1 keer per maand 1 keer per week Weet niet/geen mening 22. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welk dagdeel heeft in het algemeen uw voorkeur voor scholing? Ochtend Middag Avond Ochtend en middag Middag en avond Weet niet/geen mening Uw mening over een centrale scholingsplek De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor mantelzorgers in Hengelo. 23. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ In hoeverre vindt u het wenselijk dat u als mantelzorger voor scholing terecht kunt bij een centrale scholingsplek in Hengelo? Zeer wenselijk Wenselijk Niet wenselijk/niet onwenselijk Onwenselijk Zeer onwenselijk Weet niet/geen mening Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 24. 140 Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens) Wanneer organisaties scholing voor mantelzorgers samen gaan aanbieden, dan... Helemaal mee eens Mee eens neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Weet niet/ geen mening wordt de kwaliteit van scholing beter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het aanbod van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het aanbod van scholing diverser (meer variatie/keuze) ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan een grote groep mantelzorgers scholing volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan scholing goedkoper worden aangeboden ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het duidelijker waar is als mantelzorger moet zijn voor scholing ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het rendement (wat levert het op) van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ zal ik als mantelzorger eerder geneigd zijn om scholing te volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 25. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Denkt u dat een centrale scholingsplek voor u als mantelzorger beter scholing kan ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie of opleidingsinstituut? Ik weet zeker van wel Ik denk van wel Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 26. Waarom zou een centrale scholingsplek volgens u scholing wel of niet beter kunnen ontwikkelen en aanbieden dan een individuele (mantelzorg)organisatie of opleidingsinstituut? 27. Bij welke organisatie zou u zich het liefst aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek? Centrale scholingsplek Organisatie waar u mantelzorg verleent (bijvoorbeeld verzorgings- of verpleeghuis) Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld koepel voor mantelzorgers) Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo Stichting Informele Zorg Twente Stichting Welzijn Ouderen Hengelo Carintreggeland SCALA welzijn De gemeente Anders, namelijk: ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 28. 141 ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Op welke wijze zou u zich het liefst voor scholing willen aanmelden bij een centrale scholingsplek? Mondeling (face to face)/balie Telefonisch Post/schriftelijk (antwoordkaart) Website/digitaal aanmeldingsformulier E-mail Weet niet/geen mening 29. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Bent u bereid om bij een centrale scholingsplek een eigen bijdrage te betalen? Zeker wel Waarschijnlijk wel Ik denk van niet Zeker niet Weet niet/geen mening Wanneer de deelnemers bij vraag 29 geantwoord hebben met ‘Ik denk van niet’, ‘Zeker niet’ en ‘Weet niet/geen mening’ dan wordt verder gegaan met vraag 31. 30. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is de hoogte van de eigen bijdrage die u maximaal bereid bent om te betalen voor bijvoorbeeld een cursus, training, workshop of themabijeenkomst bij een centrale scholingsplek? 1 tot 5 euro 5 tot 10 euro 10 tot 15 euro 15 tot 25 euro 25 tot 50 euro 50 tot 75 euro 75 tot 100 euro Weet niet/geen mening Uw persoonlijke situatie Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie. 31. Wat is uw geslacht? ❏ Man ❏ Vrouw 32. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw leeftijd? 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar 75 jaar of ouder 33. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw etniciteit? Nederlands Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Arubaans Indonesisch Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 34. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wat is uw opleiding? Lager onderwijs, basisonderwijs Voorbereidend- of lager beroepsonderwijs (lbo, lts, leao, huishoudschool, vmbo-p) Middelbaar onderwijs (mavo, ulo, mulo, vmbo-t) Middelbaar beroepsonderwijs (mbo, mts, meao) Algemeen voortgezet onderwijs (hbs, mms, havo, vwo) Hoger beroepsonderwijs (universiteit) Anders, namelijk: 35. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Welke beschrijving past het beste bij u? Betaald werk voltijd (36 uur of meer) Betaald werk deeltijd (minder dan 36 uur) Werkloos Arbeidsongeschikt Scholier/student Huisman/huisvrouw Gepensioneerd 142 Afsluiting Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête! 36. Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête? 37. Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die gaan over mantelzorg? Nee Ja, dit kan op het volgende e-mailadres: ❏ ❏ Maak kans op een cadeaubon Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in. Naam: Telefoonnummer: E-mail: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 3: 143 Enquête organisaties Introductietekst (openingsscherm) Welkom bij de enquête scholingsbehoefte van vrijwilligers in Hengelo. In deze enquête vragen wij naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers bij uw organisatie. Daarnaast zijn wij benieuwd naar uw mening over het vanuit een centrale plek ontwikkelen, coördineren en aanbieden van scholing voor vrijwilligers in Hengelo. Hoeveel tijd kost het invullen van de enquête? Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Wij zullen uw antwoorden anoniem en vertrouwelijk verwerken. Hierdoor is uw privacy gewaarborgd. Invulinstructie Bij de meeste vragen kunt u kiezen uit vaste antwoordmogelijkheden. Bij sommige vragen kunt u slechts één antwoord kiezen, bij andere vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Ook zijn er een aantal open vragen waar u in uw eigen woorden een toelichting kunt geven. Door uw deelname maakt u kans op een cadeaubon Onder alle organisaties die de enquête hebben ingevuld verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20. Wilt u hier kans op maken, dan kunt u dit aan het eind van de enquête aangeven. Bij voorbaat dank voor het invullen van de enquête! Met vriendelijke groeten, Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider) Kenmerken van vrijwilligers bij uw organisatie Wij beginnen met een aantal vragen die betrekking hebben op vrijwilligers die voor uw organisatie werken. 1. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel vrijwilligers? 1 tot 2 2 tot 5 5 tot 10 10 tot 25 25 tot 50 50 tot 75 75 tot 100 Meer dan 100 2. ❏ ❏ ❏ Wat is het geslacht van de meerderheid van uw vrijwilligers? Man Vrouw Het aantal mannen en vrouwen is ongeveer gelijk 3. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoe oud zijn de vrijwilligers van uw organisatie gemiddeld? 15 jaar of jonger 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar 75 jaar of ouder Redelijk verspreid over alle leeftijdscategorieën Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 4. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 5. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 6. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 144 Wat is de etniciteit van uw vrijwilligers? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk) Nederlands Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Arubaans Indonesisch Dat wil ik niet zeggen Anders, namelijk: Wat is het gemiddeld aantal uren per week dat een vrijwilliger bij uw organisatie aan vrijwilligerswerk besteed? Minder dan 1 uur 1 tot 2 uur 2 tot 5 uur 5 tot 10 uur 10 tot 15 uur 15 tot 20 uur Meer dan 20 uur Wat voor taak heeft de meerderheid van de vrijwilligers bij uw organisatie? (Wanneer het om meerdere taken gaat, kies dan de belangrijkste) Bestuurlijk (voorzitter cliëntenraad, voorzitter bij een sportvereniging, etc.) Uitvoerend (collecteren, geven taalles, vervoer bieden, zorg verlenen, etc.) Ondersteunend (kantoorwerk, administratie, automatisering, pr, kantine, etc.) Organisatorisch (activiteitenbegeleider, coördinator huisbezoeken, etc.) Vrijwillige thuishulp (oppas, wandelen, etc.) De scholingsbehoefte van vrijwilligers bij uw organisatie De volgende vragen gaan over de behoefte aan scholing van uw vrijwillige 7. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 8. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Hoeveel behoefte aan scholing hebben vrijwilligers van uw organisatie over het algemeen? Zeer veel behoefte Veel behoefte Enige behoefte Weinig behoefte Weet niet/geen mening Op welk gebied hebben vrijwilligers van uw organisatie over het algemeen behoefte aan scholing? (Meerdere antwoorden mogelijk) Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.) Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.) Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.) Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.) Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.) Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.) PR en communicatie (promotie, voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.) Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.) Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.) Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.) Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.) Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 9. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 10. 145 Welk scholingstype heeft in het algemeen de voorkeur van vrijwilligers bij uw organisatie? (1 antwoord mogelijk, kies het scholingstype dat u het meest prettig vindt) Cursus (een aantal lessen over een bepaald onderwerp) Training (het aanleren, verbeteren of veranderen van bepaalde vaardigheden) Workshop (een bijeenkomst waar deelnemers ook zelf aan de slag gaan) Lezing (er wordt iets verteld over het onderwerp) Intervisie (gezamenlijk een onderwerp uitdiepen aan de hand van ervaringen Thema- of informatiebijeenkomst (informatie verstrekt over een bepaald onderwerp) E-learning (afstandsleren, de cursus verloopt via internet) Anders, namelijk: Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens) Wanneer organisaties scholing voor mantelzorgers samen gaan aanbieden, dan... Helemaal mee eens Mee eens neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Weet niet/ geen mening Onze organisatie heeft duidelijk zicht op de scholingsbehoefte van onze vrijwilligers ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Onze organisatie peilt regelmatig de scholingsbehoefte van onze vrijwilligers ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Ons scholingsaanbod wordt afgestemd op de wensen en behoeften van onze vrijwilligers ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ De scholingsmogelijkheden voor vrijwilligers bij uw organisatie De volgende vragen gaan over de mogelijkheden van scholing die vrijwilligers bij uw organisatie hebben. 11. Wordt er door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers? ❏ Ja ❏ Nee (deelnemer gaat verder naar vraag 21) 12. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 13. ❏ ❏ ❏ 14. ❏ Hoe vaak per jaar biedt uw organisatie scholingsmogelijkheden aan uw vrijwilligers? Onbeperkt, het hele jaar door Meerdere keren per jaar Slechts een aantal keer per jaar Dit doen wij niet jaarlijks, maar om de zoveel jaar Weet niet/geen mening Op welke wijze gebeurt bij voorkeur de scholing van vrijwilligers bij uw organisatie? Via interne scholing (door de eigen organisatie) Via externe scholing (door een externe opleider of andere organisatie) Deels via interne scholing, deels via externe scholing Op welk gebied wordt door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers? (Meerdere antwoorden mogelijk) Administratie en boekhouden (salarisadministratie, boekhouden, calculatie, etc.) Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 146 ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Bestuur en management (bestuursvaardigheden, vergaderen, etc.) Computergebruik, internet en sociale media (werken met Office, e-mail, etc.) Fondsenwerving, sponsoring en subsidieaanvragen Omgaan met specifieke doelgroepen (ouderen, gehandicapten, jongeren, etc.) Omgaan met een specifieke situatie of gevoel (agressie, conflicten, rouw, etc.) Persoonlijke vorming (omgaan met werkdruk, sollicitatietraining, netwerken, etc.) PR en communicatie (promotie, voorlichting, mediatraining, wervend schrijven, etc.) Sport en cultuur (opleiding voor trainer/coach, sportmanager, muziek/zangles, etc.) Werken met vrijwilligers (begeleiden van vrijwilligers, werven van bestuursleden, etc.) Wijken en buurten (hoe doe ik een huisbezoek of buurtbemiddeling, commissie, etc.) Zorg/welzijn/gezondheid (EHBO, omgaan met gevaarlijke stoffen of medicijnen, etc.) Anders, namelijk: 15. ❏ ❏ ❏ ❏ Zou u het huidige scholingsaanbod voor uw vrijwilligers nog willen uitbreiden? Ja, dit gaan wij ook doen Ja, dit zouden wij wel willen maar wij hebben hier niet de (financiële) middelen voor Nee, wij zien hier de noodzaak niet van in Weet niet/geen mening 16. Waarom wordt door uw organisatie scholing aangeboden aan uw vrijwilligers? Kunt u aangeven in hoeverre de volgende factoren daarbij een rol spelen (U kunt antwoord geven van speelt geen rol tot speelt een grote rol) Speelt een grote rol Speelt een rol Speelt enigzins een rol Speelt geen rol Weet niet/ geen mening Onze organisatie ondergaat een verandering, waardoor vrijwilligers andere taken krijgen of aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Onze organisatie is van mening dat één of meerdere vrijwilligers specifieke kennis en vaardigheden (verder) moeten ontwikkelen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Door scholing neemt de kwaliteit van de werkzaamheden van onze vrijwilligers toe ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Door scholing halen onze vrijwilligers meer voldoening uit hun werk ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Door scholing worden onze vrijwilligers gemotiveerd om zich in te blijven zetten voor voor onze organisatie ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Door scholing binden vrijwilligers zich aan onze organisatie ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Het bieden van scholing maakt onze organisatie aantrekkelijk bij het werven van nieuwe vrijwilligers ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Vrijwilligers vragen zelf om scholing omdat zij iets bij willen leren en/of zichzelf verder willen ontwikkelen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Voor sommige activiteiten bestaat een wettelijke verplichting om vrijwilligers te scholen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 17. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 18. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 19. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 20. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 21. 147 Op welke wijze stimuleert u scholing van vrijwilligers bij uw organisatie? (Meerdere antwoorden mogelijk) Door informatie te geven over het waarom van scholing (doelen en perspectieven) Door positieve aspecten voor vrijwilligers en organisaties te promoten Door vrijwilligers te betrekken bij de keuze van de scholingsactiviteiten Door mogelijke nadelige effecten van scholing (zoals reiskosten) te compenseren Door vrijwilligers die ervaring hebben met scholing hierover te laten vertellen Door deelname aan scholing (bijvoorbeeld een basistraining) te verplichten Door aandacht te hebben voor scholing in functionerings- of beoordelingsgesprekken Door voor scholing een incidentele financiële beloning (bonus) te geven Door scholing wordt het voor vrijwilligers mogelijk het takenpakket te wijzigen Door informatie over scholingsmogelijkheden beschikbaar te stellen Door promotie/vaste aanstelling in het vooruitzicht te stellen In hoeverre levert scholing volgens u in het algemeen een positieve bijdrage aan het functioneren van vrijwilligers bij uw organisatie? Ik weet zeker van wel Ik denk van wel Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening In hoeverre is uw organisatie over het algemeen tevreden over de scholing die door externe organisaties en/of opleidingsinstituten wordt verzorgd voor uw organisatie? Niet van toepassing, wij hebben geen externe scholing Zeer tevreden Tevreden Tevreden nog ontevreden Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet/geen mening Kunt u bij de volgende onderdelen aangeven of uw organisatie hierover beschikt? Ja Nee Verantwoordelijke voor scholingsbeleid van vrijwilligers ❏ ❏ Scholingsbudget voor vrijwilligers ❏ ❏ Persoonlijk ontwikkelplan (POP) voor vrijwilligers ❏ ❏ Beleid ten aanzien van het scholen van vrijwilligers ❏ ❏ Scholingsplan voor vrijwilligers ❏ ❏ Eigen trainingsafdeling/interne opleidingsacademie ❏ ❏ Samenwerking met één of meer hbo-instellingen ❏ ❏ Samenwerking met één of meer opleidingsinstituten ❏ ❏ Wanneer de organisaties bij vraag 11 hebben aangegeven geen scholingsmogelijkheden te hebben voor hun vrijwilligers, dan wordt verder gegaan met vraag 21 en 22. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 22. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 148 Waarom wordt door uw organisatie geen scholing aangeboden aan uw vrijwilligers? (Meerdere antwoorden mogelijk) De huidige kennis en vaardigheden van onze vrijwilligers is voldoende Er is geen geschikt scholingsaanbod voor onze vrijwilligers Wij hebben onvoldoende zicht op de scholingsbehoefte van onze vrijwilligers Onze vrijwilligers zien zelf niet de noodzaak van scholing/vragen hier niet om Wij hebben geen budget voor scholing Er is geen tijd voor scholing in onze organisatie De prijzen van opleidingen zijn te hoog Onze organisatie is te klein om scholing te organiseren Wij hebben in de voorbije jaren al veel scholingsinspanningen geleverd Wij trekken vrijwilligers aan die al beschikken over de nodige kennis en vaardigheden Anders, namelijk: 23. Zijn er nog andere factoren die voor uw organisatie een rol spelen om geen scholing aan te bieden aan uw vrijwilligers? 24. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens) Helemaal mee eens Mee eens neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Weet niet/ geen mening Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze regio ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Onze organisatie heeft een goed overzicht van het scholingsaanbod in onze sector ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Het aanbod van scholing in onze regio voldoet aan onze vraag ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Het aanbod van scholing in onze sector voldoet aan onze vraag ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Uw mening over een centrale scholingsplek De volgende vragen gaan over uw mening over een centrale scholingsplek voor vrijwilligers in Hengelo. 25. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ In hoeverre vindt u het wenselijk dat vrijwilligers van uw organisatie voor scholing terecht kunnen bij een centrale scholingsplek in Hengelo? Zeer wenselijk Wenselijk Niet wenselijk/niet onwenselijk Onwenselijk Zeer onwenselijk Weet niet/geen mening Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 26. 149 Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? (U kunt antwoord geven van helemaal mee eens tot helemaal mee oneens) Wanneer organisaties scholing voor vrijwilligers samen gaan aanbieden, dan... Helemaal mee eens Mee eens neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Weet niet/ geen mening wordt de kwaliteit van scholing beter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het aanbod van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het aanbod van scholing diverser (meer variatie/keuze) ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan een grote groep vrijwilligers scholing volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ kan scholing goedkoper worden aangeboden ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het duidelijker waar is als vrijwilliger moet zijn voor scholing ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ wordt het rendement (wat levert het op) van scholing groter ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ zal ik als vrijwilliger eerder geneigd zijn om scholing te volgen ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 27. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Denkt u dat een centrale scholingsplek beter in staat is om voor vrijwilligers van uw organisatie scholing te verzorgen dan uw eigen organisatie? Ik weet zeker van wel Ik denk van wel Ik denk van niet Ik weet zeker van niet Weet niet/geen mening 28. Waarom zou een centrale scholingsplek wel of niet beter in staat zijn om voor vrijwilligers van uw organisatie scholing te verzorgen dan uw eigen organisatie? 29. Bij welke van de volgende organisaties zou u het liefst willen dat vrijwilligers van uw organisatie zich aanmelden voor scholing bij een centrale scholingsplek? Centrale scholingsplek Onze eigen organisatie Organisatie die de scholing aanbiedt (bijvoorbeeld opleidingsinstituut) Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo Stichting Informele Zorg Twente Stichting Welzijn Ouderen Hengelo Carintreggeland SCALA welzijn De gemeente Anders, namelijk: ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 30. ❏ ❏ ❏ ❏ Beschikt uw organisatie over een eigen scholingsaanbod die u eventueel zou willen openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties? Ja, graag Misschien, na overleg Nee, wij bieden geen scholing Nee, onze scholing is puur gericht op vrijwilligers van onze eigen organisatie Kenmerken van uw organisatie Ten slotte volgen enkele vragen die betrekking hebben op uw organisatie. 31. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 32. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Op welk terrein of in welke sector is uw organisatie actief? (Wanneer het meerdere sectoren zijn, kies dan de belangrijkste) Welzijn of zorg/gezondheid (verzorging, verpleging of begeleiding) Sportvereniging Religie en levensbeschouwing Culturele vereniging School Wijk, buurt/wonen Politieke of ideële organisatie Hobbyvereniging Natuur en milieu/dieren Vakbond, beroepsorganisatie Jeugdwerk Ontwikkelingswerk Anders, namelijk: Op welke doelgroep(en) heeft uw vrijwilligerswerk betrekking? (Meerdere antwoorden mogelijk) Kinderen Jongeren Senioren (>65 jaar) en gepensioneerden Mensen met een ziekte of beperking Uitkerings- en bijstandsgerechtigden Mantelzorgers Zorgvrijwilligers (in de zorg persoonlijke ondersteuning verlenen) Vrijwilligers (bij een sportclub, buurthuis, kerk, vakbond, politiek, etc.) Allochtonen Vluchtelingen Slachtoffers Dieren Anders, namelijk: 33. Welke omschrijving past het best bij uw organisatie? ❏ Organisatie met alleen vrijwilligers ❏ Professionele organisatie ondersteund door vrijwilligers ❏ Vrijwilligersorganisatie ondersteund door één of meerder beroepskrachten 34. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ 150 Welke van onderstaande omschrijving past het best bij uw organisatie? Directeur of eigenaar Bestuurslid (bijvoorbeeld voorzitter, secretaris of penningmeester) Afdelingshoofd of manager Coördinator vrijwilligerswerk Personeelsfunctionaris Anders, namelijk: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 151 Afsluiting Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen van de enquête! 35. Wilt u nog dingen nader toelichten, of heeft u nog opmerkingen over de enquête? 36. Mogen wij u in de toekomst benaderen voor andere enquêtes die betrekking hebben op vrijwilligerswerk bij uw organisatie? Nee Ja, dit kan op het volgende e-mailadres: ❏ ❏ Maak kans op een cadeaubon Als u kans wilt maken op één van de cadeaubonnen ter waarde van € 20, dan vult u hieronder uw naam, telefoonnummer en e-mailadres in. Naam: Telefoonnummer: E-mail: Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 4: 152 Draaiboek focusgroep Tijdstip en locatie De focusgroep zal gehouden worden op dinsdag 26 mei 2015. Als locatie is gekozen voor SCALA welzijn (Wolter ten Catestraat 59). Wij beginnen met de discussie om 19:30 uur en eindigen om 21:30 uur. Inloop met koffie en thee vanaf 19:15 uur. Doel van de focusgroep Het doel van de focusgroep is om aanvullende informatie te verkrijgen over de wensen en behoeften, achterliggende redenen voor deze wensen en behoeften en de waarden van u en andere vrijwilligers- organisaties betreffende het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden van scholing aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo. Onder voorbehoud zullen de volgende drie onderwerpen bij de focusgroep worden besproken: 1. Een bespreking van en reflectie op de resultaten van de enquête. 2. De bereidheid om gezamenlijk scholing te ontwikkelen en aan te bieden. 3. De mening, wensen en behoeften ten aanzien van een centrale scholingsplek. Begeleiding De discussie wordt geleidt door drs. Marc ter Hedde en genotuleerd door Ria Steensma. Ontvangst en assistentie: Annie Gelderblom. Voorbereiding Benodigdheden: laptop en beamer (presentatie), opnameapparatuur, naambordjes, papier en pennen. Catering: voor 11 personen koffie, thee, water/frisdrank en koekjes/cake. Attentie: informatiemap met informatie over Wijkracht, kladblok, pen, etc. Deelnemers Organisaties Sector Vrijwilligers 1 Welzijn/vrijwilligerswerk 10 tot 25 2 Techniek- en culturele vereniging 3 Zorg/welzijn/gezondheid 75 tot 100 4 Welzijn/Wijk/Buurt/Jeugdwerk 25 tot 50 5 Zorg/welzijn/gezondheid > 100 6 Mantelzorg > 100 > 100 Programma 19:15 - 19:30 uur: 19:30 - 19:40 uur: 19:40 - 20:00 uur: 20:00 - 20:35 uur: 20:35 - 21:05 uur: 21:05 - 21:30 uur: 21:30 uur: ontvangst welkomstwoord, programma en voorstelronde deelnemers presentatie resultaten enquête discussiethema ‘samen scholing ontwikkelen en aanbieden aan vrijwilligers en mantelzorgers’ (stelling 1 t/m 5) discussiethema ‘een centrale scholingsplek voor vrijwilligers en Mantelzorg in Hengelo’ (stelling 6 t/m 9) resumé (3 afsluitende vragen) en vervolgonderzoek dankwoord en sluiting focusgroep Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 153 Discussie ‘Openstellen van scholing’ [10 minuten] Stelling 1: Organisaties die al de mogelijkheid van scholing bieden aan hun vrijwilligers moeten (nadrukkelijk) gestimuleerd worden om hun scholingsaanbod ook open te stellen voor vrijwilligers van andere organisaties. Stelling 2: Organisaties die gebruik willen maken van de scholing van andere organisaties moeten hun scholing zelf ook openstellen voor vrijwilligers van andere organisaties. Discussie ‘Toegang tot scholing’ [10 minuten] Stelling 3: Elke vrijwilliger moet, ongeacht de organisatie of sector waar hij of zij voor werkt, onder dezelfde condities scholing kunnen volgen bij organisaties die deze hebben opengesteld voor andere vrijwilligers. Stelling 4: Organisaties die zelf niet de (financiële) mogelijkheid hebben om scholing te ontwikkelen en/of aan te bieden moeten tegen een gereduceerd tarief kunnen deelnemen aan scholing die is opgesteld door andere organisaties. Discussie ‘Samen scholing aanbieden’ [15 minuten] Stelling 6: Het samen aanbieden van scholing zorgt ervoor dat… A. scholing goedkoper kan worden aangeboden aan vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo, B. er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt, C. scholing beter kan worden afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Discussie ‘Scholingsaanbod in een centrale scholingsplek’ [15 minuten] Stelling 7: Het scholingsaanbod in de centrale scholingsplek moet afgestemd worden op de wensen en behoeften van vrijwilligers, mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties in Hengelo. Op basis van de resultaten van onze enquête zou met name scholing aangeboden moeten worden op de gebieden: omgaan met specifieke doelgroepen, omgaan met een specifieke situatie of gevoel, een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf, belangrijke wet- en regelgeving in de zorg. Stelling 8: Niet alle scholing is geschikt om gezamenlijk vanuit een centrale scholingsplek te ontwikkelen en aan te bieden. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 154 Discussie ‘Financiering van een centrale scholingsplek’ [15 minuten] Stelling 9: Om een centrale scholingsplek in Hengelo mogelijk te maken (te kunnen bekostigen) is een eigen bijdrage voor scholing van vrijwilligers en mantelzorgers nodig. Stelling 9: Vrijwilligersorganisaties moeten naar ratio bijdragen aan de financiering van het gezamenlijke scholingsaanbod. Organisaties met meer financiële middelen/scholingsbudget zullen ook meer betalen. Resumé ‘Afsluitende vragen en vervolgonderzoek’ [25 minuten] Vraag 1: Wat is volgens u belangrijk als organisaties gezamenlijk scholing gaan ontwikkelen en aanbieden in een centrale scholingsplek? Wat zijn hierbij volgens u belangrijke randvoorwaarden?’ Vraag 2: Denkt u dat een centrale scholingsplek zorgt voor een toename van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo? Waarom wel of niet? Vraag 3: Wie moet het voortouw nemen bij het opzetten van een centrale scholingsplek in Hengelo? Vervolgonderzoek Zo ja, op welk gebied? Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 5: 155 Uitnodigingsmail enquête Hieronder is de opzet van de uitnodigingsmail voor de enquête opgenomen. Met uitzondering van de aanhef en inleiden is de brief voor de drie doelgroepen identiek. Beste vrijwilliger, Om uw werkzaamheden als vrijwilliger goed uit te voeren, is het belangrijk dat u over de juiste kennis en vaardigheden beschikt. Wij kunnen ons voorstellen dat u daarom wellicht behoefte heeft aan scholing. Net iets meer kennis en/of vaardigheden opdoen. Dat zorgt ervoor dat u het werk met plezier en naar wens uitvoert. Beste mantelzorger, De maatschappij doet een steeds zwaarder beroep op mantelzorgers. Op ú dus! Uit onderzoek blijkt dat van de ruim anderhalf miljoen mensen die intensief of langdurig mantelzorg verlenen, 1 op de 7 zich zwaar belast voelt. Naar aanleiding van deze resultaten zijn er Kamervragen gesteld aan Martin van Rijn, staatssecretaris van VWS. In zijn antwoorden benadrukt Van Rijn onder meer het belang van scholing. Zo kunnen bijvoorbeeld cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten u als mantelzorger ondersteunen bij uw zorgtaak. Ze geven u inzicht in uw situatie en bieden u handvatten om hiermee om te gaan. Geachte heer/mevrouw, In uw organisatie zijn vrijwilligers actief. U weet als geen ander hoe belangrijk het is dat zij over de juiste vaardigheden en competenties beschikken voor hun werk. Dat maakt voor hen het werk aangenaam en uw organisatie kan er van op aan dat zij het werk goed doen. Wij zijn benieuwd naar de wensen van uw organisatie en uw vrijwilligers over scholing! Wij zijn benieuwd naar uw scholingsbehoefte! Momenteel wordt door Wijkracht (bestaande uit de Stichting Informele Zorg Twente, SCALA Welzijn, Carintreggeland en de Stichting Welzijn Ouderen Hengelo) onderzoek gedaan naar de scholingsbehoefte van vrijwilligers. Wij zijn benieuwd wat u graag wilt leren? Waar heeft u behoefte aan op het gebied van scholing? Laat het ons weten door middel van het invullen van een online enquête! Het invullen van de enquête duurt ongeveer 10 minuten. Meedoen is eenvoudig U gaat naar de enquête door te klikken op de volgende link: http://www.enqueteviainternet.nl/scholingsbehoefte_vrijwilligers_hengelo U maakt kans op een cadeaubon Onder alle reacties verloten wij een aantal cadeaubonnen ter waarde van € 20. De enquête staat tot 6 april 2015 online. Vult u de vragenlijst voor deze datum in. Kort daarna verloten wij de cadeaubonnen. Mocht u één van de gelukkigen zijn, dan nemen wij contact met u op. Op de website www.wijkracht.nl vindt u meer informatie over het onderzoek. Vragen of opmerkingen? Voor vragen over de enquête stuurt u een e-mail naar: [email protected]. Bedankt voor uw medewerking! Met vriendelijke groeten, Drs. Marc ter Hedde (onderzoeksleider) Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 6: 156 Persbericht Onderzoek scholingsbehoefte vrijwilligers en mantezorgers Hengelo, 23 maart 2015 Door onder meer maatschappelijke ontwikkelingen, veranderende wetgeving en bezuinigingen wordt er een steeds groter beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. Tegelijkertijd hebben vrijwilligers en mantelzorgers zelf soms ook ondersteuning nodig, zodat zij hun (zorg)taken goed kunnen uitvoeren. Een voorbeeld van ondersteuning is scholing. Kennis en/of vaardigheden opdoen, zodat zij weer helemaal bij de tijd zijn. Dat zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers het werk met plezier en naar wens kunnen uitvoeren. Wijkracht Ook Wijkracht ziet het belang van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. De organisatie onderzoekt daarom de mogelijkheden om in Hengelo te komen tot het centraal aanbieden van scholing van vrijwilligers en mantelzorgers. Met het samenbrengen van het scholingsaanbod kunnen verschillende organisaties gezamenlijk cursussen, trainingen, workshops en themabijeenkomsten voor vrijwilligers en mantelzorgers organiseren. Het doel van deze bundeling van krachten is dat er een breder en diverser aanbod van scholing voor vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo beschikbaar komt. Afstemming Wijkracht wil dat het gezamenlijke aanbod van scholing beter wordt afgestemd op de wensen en behoeften van vrijwilligers en mantelzorgers. Daarom peilen de organisaties door middel van een online enquête de scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers. Ook vragen zij in de enquête aan vrijwilligers en mantelzorgers naar hun mening over het samenvoegen van het aanbod. In hoeverre vinden zij dit wenselijk? Wat vinden zij hierbij belangrijk? Online enquête invullen Vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo worden uitgenodigd deel te nemen aan het onderzoek. Dit kan door naar de website www.wijkracht.nl te gaan. Hier vinden zij de online enquête en nadere informatie over het onderzoek. Invullen kan tot 6 april 2015. Onder alle deelnemers aan het onderzoek worden enkele cadeaubonnen ter waarde van € 20 verloot. Wijkracht Sinds 1 januari 2015 geldt de naam Wijkracht. Carintreggeland heeft voor haar Maatschappelijke Diensten dit nieuwe label geïntroduceerd. In Hengelo werkt Wijkracht samen met Stichting Informele Zorg Twente, SCALA Welzijn en Stichting Welzijn Ouderen Hengelo. >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>> Noot voor de redactie Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met Margot Hodes via 085- 7731720 / 06-12842488 of [email protected]. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 7: 157 Scholingsbehoefte vrijwilligers Hieronder is te zien hoe vaak de deelnemende vrijwilligers (n=118)52 nog behoefte hebben aan scholing op elk gebied (frequentie = aantal keer genoemd). Categorie ‘Omgaan met specifieke doelgroepen’ Omgaan met kinderen 25 Omgaan met mensen een psychische beperking 24 Omgaan met jongeren 18 Omgaan met ouderen/senioren 16 Omgaan met mensen met een lichamelijke beperking 13 Omgaan met andere vrijwilligers (waaronder vrijwilligers in de zorg) 6 Omgaan met allochtonen 5 Omgaan met asielzoekers 5 Omgaan met mantelzorgers 3 Anders 2 Totaal 117 Categorie ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ Frequentie Omgaan met conflicten 30 Omgaan met agressief gedrag 22 Pesten aanpakken en voorkomen 14 Omgaan met een specifieke ziekte of beperking (dementie, autisme, alzheimer, etc.) 10 Omgaan met stress 9 Omgaan met rouw en/of verlies 6 Omgaan met huiselijk geweld en/of kindermishandeling 6 Omgaan met laaggeletterdheid (helpen met lezen en schrijven) 5 Werken als gastvrouw/gastheer 3 Omgaan met een schuldgevoel 2 Rouwbegeleiding (begeleiding van rouw en verliesverwerking) 2 Tillift gebruik 1 Anders 1 Totaal 111 Categorie ‘Persoonlijke vorming’ 52 Frequentie Frequentie Communicatieve vaardigheden (effectief communiceren) 11 Mindfulness (een nieuwe kijk op jezelf) 8 Assertiviteitstraining (bijvoorbeeld assertief omgaan met collega’s) 7 Coachen en intervisie 7 Netwerken 7 Het gaat hier alleen om deelnemende vrijwilligers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo 158 Omgaan met werkdruk 6 Ontvangen en geven van feedback/kritiek 6 Spreken in het openbaar (weg met de plankenkoorts) 5 Tijdmanagement (het beter managen van je tijd) 5 Tactisch beïnvloeden 4 Oriëntatie op vrijwilligerswerk (welk vrijwilligerswerk past bij mij?) 3 Samenwerken in teams 3 Sollicitatietraining (voorbereiding voor een sollicitatiegesprek) 3 Telefoontraining en vraagverheldering 3 Taalcursus 3 Schrijven van een sollicitatiebrief en/of cv 2 Balietraining 2 Oprichten van een vereniging of stichting 1 Anders 0 Totaal 86 Categorie ‘Zorg, welzijn en gezondheid’ Frequentie EHBO (Eerste Hulp bij Ongelukken) 17 Reanimatie en AED-gebruik 14 BHV (Bedrijfshulpverlening) 7 Zorgtaken (bijvoorbeeld begeleiden van maaltijd en toiletbezoek) 6 Omgaan met en/of toedienen van medicijnen 5 Sociale Hygiëne 5 Alcoholpreventie (verantwoord alcoholgebruik, herkennen risicovol alcoholgebruik) 1 Arbo en ergonomie 1 Omgaan met gevaarlijke stoffen 1 Anders 2 Totaal 59 Categorie ‘Werken met vrijwilligers’ Frequentie Werken met en begeleiden van vrijwilligers 14 Coördineren van vrijwilligerswerk 13 Gesprekstechnieken (bijvoorbeeld functioneringsgesprekken, feedback geven) 7 Werven en behouden van (jonge) vrijwilligers 7 Leidinggeven aan vrijwilligers 6 Vrijwilligersbeleid (wat mag u wel, en wat mag u niet?) 5 Werven van bestuursleden 2 Functiewaardering 1 Anders 0 Totaal 55 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Categorie ‘Sport en cultuur’ 159 Frequentie Opleiding voor trainer/coach 19 Respect en sportiviteit 11 Eerste Hulp bij Sportongevallen (EHBSO) 10 Sportmanagement 6 Tekenen en schilderen 3 Muziek/zangles 2 Het organiseren van een cultureel festival 1 Anders 1 Totaal 53 Categorie ‘PR en communicatie’ Frequentie Wervend schrijven (folders, advertenties, persberichten, projectplannen, etc.) 11 Communicatie 10 Netwerken (met bijvoorbeeld de wijk of een andere organisatie) 6 Promotie 5 Redactionele vaardigheden (clubblad, wijk- of dorpsraad, nieuwsbrief) 5 Public Relations 4 Mediatraining (omgaan met media/journalisten) 4 Voorlichting 1 Anders 0 Totaal 46 Categorie ‘Computer, internet en sociale media’ Frequentie Algemene computervaardigheden (werken met Windows, Office, e-mail, Internet, etc.) 13 Gebruik van iPad/tablet en iPhone/smartphone 6 Gebruik van sociale media (Facebook, Twitter, LinkedIn, etc.) 5 Website bouwen en onderhouden 5 Digitale fotografie 2 Anders 2 Totaal 33 Categorie ‘Fondsenwerving, sponsoring en subsidies’ Frequentie Fondsenwerving 9 Sponsoring 9 Subsidie aanvragen 8 Anders 0 Totaal 26 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Categorie ‘Administratie en boekhouden’ 160 Frequentie Boekhouden 7 Financieel Management 3 Schuldhulpverlening 3 Belastingkunde/-aangifte 2 Debiteurenbeheer 2 Loonadministratie 2 Salarisadministratie 2 Bestuurlijke informatievoorziening (BIV) 1 Anders 2 Totaal 24 Categorie ‘Bestuur en management’ Frequentie Vergadertechnieken 4 Samenwerken met andere organisaties, instellingen, bedrijven of partners 4 Klantgericht werken 3 Stagebegeleiding 3 Wet- en regelgeving voor verenigingen of stichtingen 3 Budgetteren/verstandig om gaan met geld 2 Bestuursvaardigheden (visie ontwikkelen, beleidsplannen schrijven, voorzitterschap) 1 Personeelsmanagement 1 Anders 1 Totaal 22 Categorie ‘Wijken en buurten’ Frequentie (Jongeren)buurtbemiddeling 4 Bewoners- en commissiezaken 3 Praktische vaardigheden 3 Begeleiden of organiseren van buurtavonden 2 Verkeersregelaar bij evenementen in de buurt/wijk 1 Anders 1 Totaal 14 Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Bijlage 8: 161 Scholingsbehoefte mantelzorgers Hieronder is te zien hoe vaak de deelnemende mantelzorgers (n=33)53 nog behoefte hebben aan scholing op elk gebied (frequentie = aantal keer genoemd). Categorie ‘Wet- en regelgeving in de zorg’ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) 9 Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten 7 Wettelijke regelingen voor mantelzorgers 7 Wet Maatschappelijke Ontwikkeling 6 Wet toelating zorginstellingen 4 Zorgverzekeringswet 4 Werken met een familiezorgsysteem/zorgsamendossier 4 Anders 2 Totaal 43 Categorie ‘Een goede balans tussen mantelzorg en zorg voor mijzelf’ Frequentie Zorg de baas (goede balans mantelzorg en zorg voor mijzelf) 10 Grenzen aangeven 8 Mindfulness (met aandacht aanwezig zijn, ook in lastige periodes) 6 Begeleiden van ander mantelzorgers/lotgenoten 2 Netwerkcoaching (versterken van uw netwerk/contacten met lotgenoten) 1 Tijdmanagement (hoe kan ik mijn mantelzorgtaken goed indelen) 1 Anders 0 Totaal 28 Categorie ‘Omgaan met een bepaalde ziekte of beperking’ 53 Frequentie Frequentie Omgaan met dementie 5 Omgaan met een beroerte (TIA, herseninfarct of hersenbloeding) 4 Omgaan met hartfalen 4 Omgaan met autisme 3 Omgaan met alzheimer 2 Omgaan met diabetisch 1 Omgaan met kanker 1 Omgaan met een bloedziekte (leukemie, bloedarmoede, etc.) 1 Omgaan met een psychische stoornis (depressie, burn-out, angststoornis, etc.) 0 Omgaan met COPD (chronische longaandoening) 0 Anders 4 Totaal 25 Het gaat hier alleen om deelnemende mantelzorgers die hebben aangegeven nog behoefte te hebben aan scholing. Wijkracht – 2015 Scholingsbehoefte van vrijwilligers en mantelzorgers in Hengelo Categorie ‘Omgaan met een specifieke situatie of gevoel’ 162 Frequentie Omgaan met stress 3 Omgaan met rouw en verlies 3 Omgaan met agressie (agressief gedrag) 2 Omgaan met conflicten 2 Omgaan met een schuldgevoel 2 Anders 4 Totaal 16 Categorie ‘Gezondheid, arbo en veiligheid’ Frequentie Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO) 4 Reanimatie en AED-gebruik 4 Rolstoelgebruik 3 Eerste Hulp bij Kinderongelukken 2 Til- en transfervaardigheden (tiltechnieken/overbelasting voorkomen) 2 Anders 0 Totaal 15 Categorie ‘Begeleiden van iemand met een beperking’ Frequentie Begeleiden van mensen met een psychische beperking 4 Begeleiden van jongeren met een beperking 3 Begeleiden van mensen met een lichamelijke beperking 2 Begeleiden van kinderen met een beperking 1 Begeleiden van ouderen/senioren met een beperking 1 Brussencursus (voor broers en zussen van kinderen met een ziekte of beperking) 0 Jonge Mantelzorgers (JMZ)-cursus (wensen en grenzen van jonge mantelzorgers) 0 Anders 1 Totaal 12 Categorie ‘Ondersteunende en administratieve handelingen’ Frequentie Administratieve ondersteuning (zorgpapieren, contact met zorgverzekering, etc.) 4 Begeleiden bij specifieke activiteiten (uitstapjes, bezoek aan huisarts/specialist, etc.) 0 Praktische ondersteuning (zorgpapieren invullen, contact met zorgverzekering, etc.) 0 Anders 0 Totaal 4 Wijkracht – 2015