3e jaargang ∙ februari 2017 - i

advertisement
3e jaargang ∙ februari 2017
Cold Caps
Hoofdkoeling kan
haarverlies bij chemo voorkomen
Aspirine
Hoe een lage dosering kanker kan
helpen voorkomen
Voeding bij kanker
Goede en slechte keuzes
Voorwoord
In deze OncoZorg vertelt Jeanne Vogel, de hoofdredacteur van het standaardwerk Handboek voeding bij kanker, op bladzijde 10 over de rol van voeding bij kanker. Vogel is sinds de jaren zestig van
de vorige eeuw actief als diëtist, en heeft de tijd nog meegemaakt dat duizenden kankerpatiënten zich vastklampten aan de diëten van Cornelis Moerman en Hans Houtsmuller. Dat was de tijd
dat “patiënten op hun sterfbed nog geen kopje thee durfden te drinken, omdat dat niet paste in
hun dieet”. Anno 2017 zijn zulke patiënten er nauwelijks meer. De zware Moerman- en Houtsmullerdiëten, waarvan de toegevoegde waarde nooit in wetenschappelijk onderzoek is aangetoond,
zijn van het toneel verdwenen. En dat is maar goed ook.
Daarnaast vindt u in deze OncoZorg op bladzijde 16 een artikel van de oncologie-fysiotherapeut
Lianne Holzapfel. Holzapfel haalde in haar onderzoek boven water dat borstkankerpatiënten na
hun behandeling vaak worden overvallen door lichamelijke klachten, en behoefte hebben aan
meer praktische informatie. Wie zei dat gedragswetenschappelijk onderzoek van ondergeschikt
belang is in de oncologie? Wij gelukkig niet.
Nu ik erover nadenk: is er ooit weleens een gedragswetenschappelijk onderzoek geweest naar de
drijfveren van individuen als Moerman, Houtsmuller en hun hedendaagse equivalenten, die zich
verdringen rond verontruste en angstige kankerpatiënten? Een studie die duidelijk maakt wat dergelijke individuen, zonder noemenswaardige kwalificaties, bezielt om zich een messiasrol aan te
meten tegenover een uiterst kwetsbare groep?
Als zo’n studie er nog niet is, dan hoort u mij niet zeggen dat zo’n studie er zou moeten komen - hoe
prangend die vraag ook is. De fondsen en budgetten van de wetenschap zijn beperkt, en onderzoek kost geld – veel geld. Dat geld kunnen we beter besteden aan kankerpatiënten, dan aan de
ijdele charlatans die parasiteren op hun ziekte.
Mischa P.M. Nagel,
Directeur OncoZorg
Inhoud
Voeding bij kanker
Goede en slechte keuzes
4
Interview: Voeding bij kanker
Niet genezen, maar randvoorwaarden creëren 10
Slechte vetten
Kunnen de uitzaaiing van tumoren versnellen 14
Informatiebehoefte bij borstkanker
Omtrent lichamelijke klachten bij patiënten met borstkanker
16
Actualiteiten
Nieuws en informatie over oncozorg
22
Aspirine
Hoe een lage dosering kanker kan helpen voorkomen 24
Cold caps
Hoofdkoeling kan haarverlies bij chemo voorkomen 26
Chemobrein
Kan een jaar na chemokuur nog steeds aanwezig zijn 28
FytoFacts
Phellinus linteus (PL)
30
Referenties en colofon
34
Voeding bij kanker
Goede en slechte keuzes
Door: Marion L. de Graaf
Wanneer patiënten van hun arts te horen hebben gekregen dat ze kanker hebben,
vragen ze zich vaak af of ze hun voedingspatroon moeten veranderen. Is er een dieet
dat de kans op genezing vergroot? Moeten ze zwaarder worden of juist afslanken?
Is het verstandig om voedingssupplementen te gaan gebruiken? De antwoorden die
het internet, sommige complementaire zorgverleners en populaire media op deze
en andere vragen geven, zijn vaak inconsistent, niet zelden onjuist en soms zelfs qua
uitwerking regelrecht gevaarlijk.
Gezondheidswetenschappers
twijfelen niet meer aan het belang van leefstijlfactoren, zoals gevarieerd eten en
een gezond gewicht bij kanker. Hoewel
er geen aanwijzingen zijn dat voeding
kanker kan genezen, hebben honderden
studies inmiddels aangetoond dat voedingsgerelateerde leefstijlfactoren de
effectiviteit van de behandeling kunnen
maximaliseren, en kunnen bijdragen aan
het op peil te houden van de kwaliteit
van leven doordat ze de ongewenste bijwerkingen van de behandeling kunnen
verlichten.
Daarnaast kunnen leefstijlfactoren op
de langere termijn het risico op recidive
en chronische ziektes verminderen, en
de kans op het bereiken van een hoge
leeftijd vergroten. Kankerpatiënten die
na de diagnose dikker worden, hebben
bijvoorbeeld minder goede prognoses
dan patiënten bij wie geen groei van de
vetmassa optreedt. Aanpassing van de
voeding en lichaamsbeweging helpen
Pagina 4 ∙ Februari 2017 ∙
de gewichtstoename in de hand te houden, en kunnen dan ook de prognoses
verbeteren.
Belangrijker dan het voorkomen van
overgewicht is de bescherming van de
spiermassa tijdens de behandeling van
kanker. Een randvoorwaarde daarvoor
is een dieet met voldoende eiwitten.
Tijdens alle stadia van de behandeling
geldt, dat een adequate eiwitinname
op de langere termijn de kans op herstel en overleving bij kankerpatiënten
optimaliseert.
Voedingswetenschappers adviseren daarvoor dierlijke voedingsmiddelen met weinig verzadigd
vet, zoals vis, mager vlees en gevogelte
zonder huid. Ook plantaardige voedingsmiddelen zoals bonen en noten
leveren eiwitten, ook al is hun biologische waarde minder dan die van de
dierlijke eiwitten. Een bijkomend voordeel van plantaardige eiwitrijke voedingsmiddelen is dat ze ook rijk zijn aan
voedingsvezels en andere gezondheidsbevorderende stoffen.
Voeding bij kanker
In dit artikel behandelen we een aantal
voedingskeuzes die in meer of mindere
mate populair zijn onder kankerpatiënten. Op sommige is weinig negatiefs aan
te merken, mits aan enkele randvoorwaarden is voldaan. Over andere voedingskeuzes zijn we kritisch.
Diverse diëten
Goede voeding is geen sinecure. Een
gezond dieet werpt pas zijn vruchten af
op de langere termijn. Een korte periode
gezonder eten zet dus weinig zoden aan
de dijk. Het vasthouden aan een gezonder dieet over een langere periode, ook
al wordt het niet altijd even nauwgezet
gevolgd, echter wel. Wie gezonder wil
gaan eten moet dus eetgewoonten vinden die passen bij de eigen smaak en het
gestelde doel. Het maakt uit of iemand
vooral wil afslanken of juist spiermassa
wil houden, en of iemand uit een familie komt waarin chronische ziekten als
diabetes type-2 en hart- en vaatziekten
voorkomen. Een diëtist kan kankerpatiënten helpen bij het samenstellen van
een goed dieet. Deze hulp geldt dubbel en dwars voor kankerpatiënten met
slik-, maag- en darmklachten.
Mediterraan dieet
Veel van de recente inzichten over
gezonde voeding zijn het resultaat van
het bestuderen van het traditionele
dieet in landen rond de Middellandse
Zee. Dit mediterrane dieet vermindert
volgens studies het risico op chronische
ziekten, en ook op verschillende vormen
van kanker.1,2 Dit dieet is in veel gevallen
ook uitstekend geschikt voor kankerpatiënten die tijdens de behandeling zo fit
en vitaal mogelijk willen blijven, en op
de langere termijn hun risico op recidive
willen verminderen.
Het mediterrane dieet bestaat onder
meer uit ruime hoeveelheden fruit,
groene groenten, peulvruchten, zoals
bonen en linzen, volle granen, een
bescheiden hoeveelheid noten, zaden,
vis olijfolie en relatief weinig vlees en
zuivelproducten. Intensief bewerkte
vleesproducten, zoals knakworsten en
lunchworsten, ontbreken vrijwel volledig. Maaltijden worden zelf bereid,
kant-en-klare voedingsmiddelen spelen geen rol van betekenis. Hoewel het
mediterrane dieet een gering alcoholgebruik toelaat, moeten we er toch op
wijzen dat zelfs matig alcoholgebruik
het risico op sommige vormen van kanker kan verhogen.
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 5
Voeding bij kanker
Vegetarisch dieet
Een vegetarisch dieet is verstoken van
vlees en vis en is gebaseerd op het eten
van plantaardige voeding.
Vegetariërs zijn er echter in soorten
en maten. Zo eten lacto-ovo-vegetariërs geen vlees en vis, maar wel zuivelproducten en eieren. Lactovegetariërs
eten geen vlees, geen vis en geen eieren,
maar wel zuivelproducten. Veganisten
of volledige vegetariërs eten volstrekt
geen dierlijke producten, en dus ook
geen zuivelproducten en eieren. Daarnaast bestaan er nog allerlei variaties.
Zo eten sommige veganisten wel vis.
Vegetariërs kunnen voor een vegetarisch dieet kiezen om ethische en filosofische redenen, of om zorgen over het
milieu. Daarnaast kiezen steeds meer
mensen voor het vegetarisme vanwege
de gezondheidsvoordelen. Zolang het de
Pagina 6 ∙ Februari 2017 ∙
benodigde voedingsstoffen bevat, is een
vegetarisch dieet inderdaad gezond. Een
vegetarisch dieet gaat, omdat het geen
cholesterol en doorgaans weinig verzadigd vet uit dierlijke producten bevat,
vaak gepaard met een gezonde cholesterolhuishouding en een relatief laag
risico op hartziekten, hoge bloeddruk
en diabetes type-2.
Daarnaast hebben vegetariërs dikwijls
een lagere BMI dan niet-vegetariërs en
een geringer risico op het krijgen van
kanker.3,4 Om die reden kiezen ook kankerpatiënten soms voor een vegetarische voeding.
De beschermende effecten van een
vegetarisch dieet, waarvan vaak volle
granen, groenten, fruit en bonen (inclusief soja) prominent deel uitmaken,
zijn waarschijnlijk het gevolg van de
combinatie van ruime hoeveelheden
Voeding bij kanker
voedingsvezels, mineralen zoals magnesium en kalium, vitamine C en E,
foliumzuur, carotenoïden zoals bètacaroteen, flavonoïden en andere plantaardige stoffen, die gezamenlijk kunnen
beschermen tegen kanker.
Plantaardige eiwitten kunnen de eiwitbehoefte dekken, zolang die eiwitten
maar voldoende in de voeding aanwezig
zijn. Dat is bij een goed samengesteld
vegetarisch dieet goed mogelijk als de
totale inname van kilocalorieën maar
hoog genoeg is. Als dat niet het geval
is, bijvoorbeeld omdat door een leefstijl met weinig beweging de behoefte
aan kilocalorieën gering is, of omdat de
eetlust als gevolg van de behandeling
te wensen overlaat, is een vegetarisch
dieet geen gezonde optie.
Vegetarische diëten kunnen een tekort
hebben aan vooral vitamine B12 en vitamine D. Beide vitamines zitten vrijwel
uitsluitend in dierlijke voedingsmiddelen. Om een tekort te vermijden is het
bij een vegetarisch dieet raadzaam om
beide vitamines in supplementvorm te
slikken.
Zorgen over soja
Veel vegetariërs gebruiken sojaproducten als eiwitbron. Dat is logisch, want
de biologische waarde van soja-eiwit is
voor een plantaardig eiwit opmerkelijk
hoog. Sommige mensen met een hormoongevoelige vorm van kanker vragen
zich echter af of ze sojaproducten beter
kunnen mijden, dit uit angst voor de isoflavonen in soja. Die stoffen imiteren in
reageerbuisonderzoek en dierstudies in
hoge concentraties en doses de werking
van het vrouwelijke geslachtshormoon
estradiol. Het is niet waarschijnlijk dat
die hormonale effecten bij een normaal
gebruik van reguliere sojaproducten
zoals miso-soep, tofu, tempeh, soyamelk, edamame of sojabonen in hun
oorspronkelijke vorm, een rol van betekenis spelen.
Volgens grote studies onder borstkankerpatiënten heeft consumptie van
reguliere sojaproducten geen nadelige invloed, en zou soja zelfs enige
bescherming kunnen bieden tegen kankerrecidive, en het sterfterisico kunnen
verminderen.5,6,7 Dat neemt niet weg
dat patiënten beter geen supplementen
met isoflavonen kunnen gebruiken. Die
kunnen de concentratie isoflavonen in
het lichaam mogelijk verhogen tot een
niveau waarbij misschien wel negatieve
gezondheidseffecten mogelijk zijn.
Het macrobiotische dieet
De macrobiotiek is gebaseerd op het
yin-yang-principe van de oude Chinese
geneeskunde, die yin en yang ziet als
gelijkwaardige maar tegenovergestelde
krachten die in alle componenten van
het leven en het universum actief zijn.
Het macrobiotische dieet is grotendeels
plantaardig, en bevat veel volkoren producten, soepen op basis van gefermenteerde soja en zeegroenten. Vlees en
zuivelproducten schitteren door afwezigheid. Vis, fruit, noten en zaden zijn in
kleine hoeveelheden toegestaan, vegetarische tussendoortjes en cafeïnevrije
thee mogen ook.
De macrobiotische theorie is in het
begin van de twintigste eeuw ontwikkeld door de Japanse filosoof George
Ohsamwa. In de jaren vijftig propageerden Amerikaanse macrobioten dit dieet
als kankergenezend, maar nadat stu-
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 7
Voeding bij kanker
dies aantoonden dat deze claim geen
hout sneed, is de populariteit van het
macrobiotische dieet afgenomen. Niet
alleen is er geen enkele combinatie van
voedingsmiddelen die kanker kan genezen, maar het macrobiotische dieet kan
bovendien een tekort aan nutriënten,
zoals vitamine B12, vitamine D en calcium, in de hand werken.8 Dat dit zeker
bij kankerpatiënten ernstige gevolgen
kan hebben, moge duidelijk zijn.
Metabole diëten
In de jaren dertig van de vorige eeuw
raakte het Gersondieet in zwang. Dit
dieet is vernoemd naar de Duitse arts
Max Gerson en betreft een vegetarisch
dieet, dat volgens de bedenker in combinatie met koffieklisma’s en diverse supplementen, het lichaam moet ontgiften.
Het bevat vooral vers fruit en groetensappen. Wie het dieet volgt eet dagelijks ongeveer 10 kilo fruit en groente,
hoofdzakelijk in de vorm van vers sap,
en slikt daarbij supplementen met extra
enzymen die de spijsvertering zouden
moeten stimuleren. De combinatie van
dit dieet en de klisma’s zouden de galafscheiding van de lever stimuleren en gifstoffen uit het lichaam verwijderen.
Dit dieet, en een aantal enigszins vergelijkbare diëten, zijn gebaseerd op
de gedachte dat kanker het gevolg is
van een opstapeling van toxines in
het lichaam, en de daarop gebaseerde
gevolgtrekking dat ontgifting de ziekte
dus geneest. Moderne wetenschappers hechten uiteraard geen waarde
aan deze aannames. Volgens onderzoek
van het Amerikaanse National Cancer
Institute is de toegevoegde waarde van
het Gersondieet gelijk aan nul.9,10 Des-
Pagina 8 ∙ Februari 2017 ∙
ondanks zijn er wereldwijd nog steeds
klinieken die deze behandeling aan kankerpatiënten aanbieden. Het Nederlandse Moermandieet en het mildere
Houtsmullerdieet vertonen gelijkenis
met het Gersondieet, maar zijn minder
extreem.
Vasten en sapkuren
Bij vasten ontzeggen mensen zich alle vormen van vast voedsel. Wie vast, beperkt
zich tot het consumeren van vloeistoffen, vaak bij voorkeur vloeistoffen zonder
voedingsstoffen. Bij sapkuren of sapvasten consumeren mensen gedurende een
bepaalde periode, variërend van een paar
dagen tot enkele weken, alleen vers fruiten groentesap. Sommige alternatieve
behandelaars adviseren vasten- en sapkuren aan mensen die gezond willen blijven, en soms ook aan patiënten die hun
genezingsproces willen bespoedigen. De
pleitbezorgers zijn ervan overtuigd dat
deze kuren giftige stoffen uit het lichaam
verwijderen en het immuunsysteem stimuleren. Omdat deze kuren spierverlies
bij kankerpatiënten in de hand kunnen
werken, beschouwen oncologen en diëtisten ze echter als schadelijk.
Antioxidanten
Antioxidanten neutraliseren vrije radicalen, instabiele moleculen die vrijkomen
bij de omzetting van voedingsstoffen in energie en activiteiten van het
immuunsysteem. Omdat vrije radicalen lichaamscellen kunnen beschadigen,
en daarbij ook gezonde cellen kunnen veranderen in kankercellen, hoopten wetenschappers in de vorige eeuw
dat een voeding met veel antioxidanten
kanker kan helpen voorkomen.
Voeding bij kanker
Vitamine D en kruiden
Veel mensen - en dus ook veel kankerpatiënten - hebben minder vitamine D in hun bloed dan wetenschappers optimaal achten. Omdat er enkele aanwijzingen zijn dat het opheffen van het tekort aan
vitamine D de perspectieven van kankerpatiënten misschien verbetert,13 slikken steeds meer kankerpatiënten supplementen met extra vitamine D. Omdat vitamine D bij een te hoge inname giftig kan
worden, kunnen patiënten daarom beter eerst overleggen met hun arts wat de wenselijkheid van suppletie is. Het Voedingscentrum adviseert mensen die weinig buiten komen dagelijks 10 microgram
vitamine D te slikken. Zeventigplussers zouden dagelijks 20 microgram vitamine D moeten innemen.
Met kruidensupplementen kunnen kankerpatiënten beter terughoudend zijn. De kans op wisselwerking met hun medicijnen is levensgroot. Sommige kruidensupplementen belasten de lever of versterken de bijwerkingen van medicijnen, andere versnellen de afbraak van medicijnen, weer andere
hebben een hormonale werking. Zeker vlak voor, tijdens en vlak na hun behandeling moeten kankerpatiënten in principe geen supplementen met kruidenextracten gebruiken.
Antioxidanten als vitamine C, vitamine E
en bètacaroteen zitten vooral in groenten en fruit, en in veel epidemiologische
studies vermindert een hoge inname van
groenten en fruit de kans op de meeste
vormen van kanker. Er zijn bovendien
aanwijzingen dat een gezonde voeding
met relatief veel groenten en fruit de
perspectieven van kankerpatiënten
verbetert, en bijvoorbeeld de kans op
secundaire tumoren vermindert.
• Trials waarin grote groepen mensen
langdurig forse doses antioxidanten
in supplementvorm kregen toegediend, leverden echter weinig op.
Meestal lieten ze geen effect zien.
• In een inmiddels klassieke studies uit de jaren tachtig, uitgevoerd
door oncologen van Mayo Clinic,
voegde een dagelijkse inname van
maar liefst 10 gram vitamine C niets
toe aan de effectiviteit van een
chemobehandeling.11
• In een aantal trials had suppletie met
antioxidanten zelfs een averechts
effect. In een studie waarin 540 pati-
ënten met hoofd-halskanker radiotherapie ondergingen, bleek een
dagelijkse inname van een supplement met 400 IE vitamine E het overlijdensrisico bijvoorbeeld met enkele
tientallen procenten te verhogen.12
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe
hooggedoseerde supplementen met antioxidanten het sterfterisico van kankerpatiënten kunnen verhogen. Een theorie is
dat het immuunsysteem bij het opruimen
van kankercellen vrije radicalen gebruikt,
en dat toediening van forse hoeveelheden antioxidanten in supplementvorm
dat proces bemoeilijkt. Daarbij komt
nog dat deze supplementen kankercellen kunnen beschermen tegen chemo- en
radiotherapie, en daardoor deze behan∞
delingen minder effectief maken.
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 9
Interview: Voeding bij kanker
Niet genezen, maar randvoorwaarden creëren
Door: Willem Koert
“Voeding kan kanker niet genezen, maar een goed samengesteld dieet kan de overlevingskansen van kankerpatiënten wel degelijk vergroten.” Dat vertelt diëtist Jeanne
Vogel, de hoofdredacteur van Handboek Voeding bij kanker, het Nederlandse standaardwerk voor diëtisten en andere zorgprofessionals.
Jeanne Vogel is al bijna vijftig jaar diëtist. Officieel is ze sinds 2011 met pensioen, maar dat weerhoudt haar er niet
van om nog steeds productief te zijn.
Vogel redigeert wetenschappelijke teksten, zodat ze geschikt zijn voor de website VoedingEnKankerInfo.nl, “de enige
Nederlandstalige website die wetenschappelijk verantwoorde informatie
geeft over voeding vóór, tijdens en na
kanker”. Voor haar vakgenoten publiceerde ze in 2012, samen met een aantal collega’s, het Handboek Voeding bij
Kanker. De herziene versie verscheen
enkele maanden geleden bij Uitgeverij
De Tijdstroom.
Een boek voor professionals
“Het is geen boek voor leken”, benadrukt Vogel. “Het is bedoeld voor
diëtisten fysiotherapeuten, verpleegkundigen en artsen. In het boek gaan
we jargon niet uit de weg, en beschrijven we gedetailleerd hoe die het dieet
van verschillende groepen kankerpatiënten kunnen aanpassen. Patiënten zelf
hebben er weinig aan. Die hebben meer
aan VoedingEnKankerInfo.nl.”
Pagina 10 ∙ Februari 2017 ∙
Meer informatie
tinyurl.com/voeding-bij-kanker
Het is de afgelopen jaren steeds duidelijk geworden dat voeding een rol van
betekenis kan spelen in de zorg van kankerpatiënten. “Die rol is echter anders
dan veel populaire artikelen in tijdschriften en websites doen vermoeden”, zegt Vogel. “Die suggereren dat
voeding kanker kan genezen, en vertellen bijvoorbeeld dat stoffen in rode
peper of broccoli kanker kunnen bestrijden. Het gaat daarbij echter bijna altijd
om studies met proefdieren of cellen,
waarvan de resultaten door de journalist vaak worden gegeneraliseerd naar
kankerpatiënten.”
Dat is onjuist, betoogt Vogel. Er zijn geen
bewijzen dat kankers bij patiënten kunnen verdwijnen door rode pepers of
broccoli. “Voeding alleen kan kanker
niet genezen”, zegt Vogel. “Maar voeding kan er wel aan bijdragen dat kankerpatiënten in conditie blijven. En dat
laatste is wat diëtisten beogen.
Interview: Voeding bij kanker
Ze willen kankerpatiënten tijdens de
behandeling zo vitaal mogelijk houden,
zodat de oncologen in staat zijn om hun
werk te doen. Een goede conditie maakt
dat de patiënt de behandelingen aankan, er minder last van heeft en vlotter
herstelt. Chemo’s, radiotherapie en operaties trekken een zware wissel op patiënten. Een goed dieet kan voorkomen
dat artsen die behandelingen noodgedwongen voortijdig moeten stopzetten
of verminderen omdat de patiënt anders
bezwijkt.” Een afgebroken behandeling
verslechtert de overlevingskansen van
patiënten, voegt Vogel daar nog aan toe.
Suppletie
Een andere misvatting, die door populaire media in de wereld is geholpen, is
dat voeding – en dan vooral voedingssupplementen – de schade die chemobehandelingen aanrichten in het lichaam
kunnen beteugelen. Er zijn in het alternatieve circuit nog steeds behandelaars
actief die vanuit die gedachte megadoses antioxidanten, zoals vitamine C en E
en selenium, aanbevelen.
“Dat is riskant”, zegt Vogel. “Er is weliswaar betrekkelijk weinig wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van
supplementen op kankerpatiënten,
maar de studies die we wel hebben
wijst in een andere richting. Antioxidanten als vitamine C lijken in hoge doses
inderdaad cellen te beschermen tegen
chemokuren, maar dat doen ze jammer genoeg ook met kankercellen. Toediening van deze stoffen in hoge doses
kan de werking van chemokuren en
bestraling ondergraven, en tumorgroei
bewerkstelligen. Dat is natuurlijk niet de
bedoeling.”
Uiteraard streven diëtisten ernaar om
kankerpatiënten voldoende vitamines
en mineralen binnen te laten krijgen.
Maar daarvoor zijn supplementen in de
meeste gevallen niet nodig. “Een voeding volgens de Schijf van Vijf levert alle
vitamines en mineralen op een betere
manier dan supplementen”, zegt Vogel.
Faliekant tegen alle supplementen is
Vogel overigens niet. “Tekorten door
slecht eten moeten natuurlijk worden
aangevuld”, zegt ze. Bij borst- en prostaatkankerpatiënten die een hormoonbehandeling ondergaan kan suppletie
met vitamine D botontkalking afremmen, en bij mensen met een tumor door
langdurig alcoholgebruik kan suppletie
met vitamine B1 de kans op neurologische afwijkingen beperken.
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 11
Interview: Voeding bij kanker
Spierverlies voorkomen
Het streven van diëtisten bij kanker
komt er dus op neer dat ze kankerpatiënten in een zo goed mogelijke conditie
willen houden. Van belang is dat patiënten voldoende vocht binnenkrijgen,
plus de juiste hoeveelheid kilocalorieën,
eiwitten en andere voedingsstoffen.
Dat is vaak gemakkelijker gezegd dan
gedaan. Zeker tijdens zware behandelingen neemt de eetlust van kankerpatiënten af, maar heeft het lichaam om te
herstellen van alle ingrepen tegelijkertijd wel veel voedingsstoffen nodig.
“Het is niet alleen kwestie van ernstig
gewichtsverlies voorkomen”, legt Vogel
uit. “Voor conditie en weerstand is het
van belang om zoveel mogelijk spiermassa vast te houden. Die loopt terug,
Pagina 12 ∙ Februari 2017 ∙
en dat is zeker bij ouderen een probleem. Zeker bij hen is het nog maar de
vraag of ze die verloren spiermassa ooit
nog terug zullen krijgen. Als die ouderen
door hun leeftijd toch al veel spieren
hebben verloren, kunnen zij door hun
behandeling misschien niet meer voor
zichzelf zorgen.” Mensen met een normaal gezond dieet consumeren dagelijks
per kilogram lichaamsgewicht ongeveer
0,8 tot 1 gram eiwit. Om de spiermassa
van kankerpatiënten te beschermen is
meer nodig, en dus streven diëtisten in
de meeste gevallen naar een inname van
1,5 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. “Een diëtist stelt een
dieet samen op maat, en houdt rekening met de voorkeuren van een patiënt”, zegt Vogel. “Als een patiënt niet
houdt van vlees, dan kies je voor andere
Interview: Voeding bij kanker
voedingsmiddelen. Dat kan zalm zijn, of
kaas, of yoghurt. Tegelijkertijd moet die
voeding evenwichtig blijven, en als het
kan voldoen aan de Schijf van Vijf.”
Zeker bij patiënten met een tumor in hun
buik of mond is het, de expertise van diëtisten ten spijt, niet eenvoudig om patiënten voldoende eiwitten te laten eten.
“Als die patiënten worden bestraald,
ontstekingen in hun mond of maag krijgen, en nauwelijks meer eetlust hebben,
dan wordt het moeilijk om die hoeveelheid eiwit toch naar binnen te krijgen”,
aldus Vogel. Een oplossing is soms om
meerdere keren per dag kleine hoeveelheden te eten. Geconcentreerde medische voedingspreparaten, verrijkt met
vitamines en mineralen, kunnen daarbij
helpen. Soms is sondevoeding of infuusvoeding een optie.
Het effect van eiwitrijke voeding is op
zichzelf echter bescheiden, relativeert
Vogel. “Als kankerpatiënten extra eiwitten binnenkrijgen en verder niets doen,
dan gebeurt er nog niet zoveel. Effect
op de spiermassa wordt pas echt goed
zichtbaar als patiënten ook bewegen,
en hun spieren gebruiken. Dat kan voor
veel patiënten lastig zijn. En daarom
werken diëtisten en oncologen steeds
vaker samen met fysiotherapeuten.
Die combinatie van dieet en training is
niet alleen na de behandeling succesvol,
maar ook daarvoor en zelfs al tijdens de
behandeling.”
De laatste fase
De positieve gezondheidseffecten van
een goed voeding worden zichtbaar op
de langere termijn, en dat geldt ook voor
de rol van voeding bij kanker. “Als die langere termijn er niet meer is, en een patiënt nog maar enkele maanden te leven
heeft, dan heeft het geen zin meer om
via voeding de conditie op peil te houden”, zegt Vogel. “Dan moet je als diëtist ophouden om patiënten te pushen
om toch nog dat ’s avonds dat ene crackertje met zalm te laten eten. Het heeft
geen zin meer.”
Een enkele keer willen patiënten met
een beperkt perspectief uit eigen beweging doorgaan met gezond eten. Ze willen
nog niet opgeven. Daar is niets mis mee,
vindt Vogel. “Soms geeft het de patiënt
steun. Gelukkig is de tijd van de Moerman- en Houtsmullerdiëten nu wel voorbij. Ik heb de periode nog meegemaakt
dat ernstig zieke patiënten zich tot het
allerlaatst vastklampten aan die diëten,
waarvan nooit is bewezen dat ze enig
nut hadden. Wat dat betreft zijn de kankerpatiënten van nu een stuk beter geïnformeerd dan die van enkele decennia
geleden, toen patiënten op hun sterfbed
nog geen kopje thee durfden te drinken,
omdat dat niet paste in hun dieet.” ∞
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 13
Slechte vetten
Kunnen de uitzaaiing van tumoren versnellen
Van de redactie
Een dieet met veel slechte verzadigde vetten verhoogt de kans dat tumoren zich over
het lichaam verspreiden. Dat suggereert een dierstudie die Spaanse onderzoekers,
verbonden aan het Barcelona Institute for Research in Biomedicine (IRB) hebben gepubliceerd in Nature.
len daardoor agressiever en gingen ze
Onderzoek
zich makkelijker metastaseren.
Volgens de Spanjaarden verhoogt een
“We hebben dit nog niet in alle
dieet met veel verzadigde vetten de actitumorsoorten uitgeprobeerd, maar we
viteit van het eiwit CD36. Die ontdekking
durven desondanks nu al te zeggen dat
kan op termijn uitmonden in een nieuw
een hoge aanmaak van CD36 een kenmedicijn dat de metastasering van kanmerk is van kankercellen die zich uitkercellen voorkomt.
zaaien”, zegt Benitah.
Voor hun onderzoek bestudeerden de
In een dierstudie injecteerden de onderhoogleraar Salvador Aznar Benitah en
zoekers kankercellen in twee groepen
zijn collega’s diverse menselijke kankermuizen. De ene groep kreeg standaardcellen uit tumoren van patiënten met
voer, met weinig vet, terwijl de expemondkanker, melanoom, ovariumkanrimentele groep voer kreeg waarin de
ker, blaaskanker, longkanker en borstfabrikant extra spekvet hadden gestopt.
kanker. De onderzoekers ontdekten dat
Het vet in spek is voor veertig procent
de cellen die zich konden uitzaaien meer
verzadigd. Vergeleken met de controleCD36-eiwit aanmaakten dan de cellen
groep zaaiden de tumoren in de expeniet metastaseerden.
rimentele groep veelvuldiger uit. In de
CD36 is een sensor voor vet, die op de
controlegroep vonden de onderzoekers
celmembraan zit en een rol speelt bij de
metastases bij 30 procent van de muiopname van vetzuren door cellen. Hoe
zen; in de experimentele groep was dat
meer CD36 cellen aanmaken, hoe meer
bij 80 procent van de muizen het geval.
vetten kunnen ze opnemen.
Bovendien werden de tumoren in de
experimentele groep groter.
Eerste experiment
Toen de Spanjaarden door een gentechnologische ingreep relatief rustige kankercellen, die zich niet uitzaaiden, meer
CD36 lieten aanmaken, werden die cel-
Pagina 14 ∙ Februari 2017 ∙
Tweede experiment
In een ander experiment stelden de
onderzoeker humane mondkankercellen twee dagen bloot aan het verzadigde
Slechte vetten
vetzuur palmitaat, en injecteerden die
cellen vervolgens in muizen. De Spanjaarden vonden na afloop van het experiment in alle proefdieren uitzaaiingen.
Bij onbehandelde kankercellen was dat
slechts bij de helft van de muizen het
geval.
In een laatste dierstudie behandelden
Benitah en zijn team tenslotte met kankercellen geïnfecteerde muizen met
antilichamen die het CD36-eiwit uitschakelden. Het middel verminderde
het aantal metastases met 80 tot 90 procent. In 20 procent van de muizen verdween de mondkanker volledig. Voor
zover de Spanjaarden dat konden overzien hadden de antilichamen geen bijwerkingen. De onderzoekers werken nu
aan een nieuwe serie kankermedicijnen
die zijn gebaseerd op de gebruikte antilichamen, en die in de toekomst mogelijk
een breed spectrum van tumoren kunnen helpen bestrijden.
Conclusie
“We denken dat dit onderzoek een grote
invloed zal hebben op de wetenschap,
en het onderzoek naar metastases een
impuls zal gegeven”, zegt Benitah. “En
we hopen natuurlijk dat we in staat zullen zijn om de waarde van CD-36-blokkers als metastaseremmers aan te
tonen. Dit soort doorbraken vinden niet
elke dag plaats.”
∞
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 15
Informatiebehoefte bij
borstkanker
Omtrent lichamelijke klachten bij patiënten met borstkanker
Tekst: Lianne Holzapfel, MSc
Patiënten met borstkanker hebben na afronding van de medische behandelingen
veel vragen over de verdere zorg die zij nog nodig hebben. Volgens oncologie- en
oedeemfysiotherapeut Lianne Holzapfel, werkzaam bij Medisch Centrum Zuid in Groningen, stelt voor om deze patiënten meer informatie te geven over de lichamelijke
klachten die zij kunnen verwachten.
Elk jaar krijgen meer dan 14.000 Nederlandse vrouwen de diagnose invasief mammacarcinoom.1 Hoewel de
prognose voor vrouwen met een
Pagina 16 ∙ Februari 2017 ∙
mammacarcinoom de laatste decennia
sterk is verbeterd, krijgen veel vrouwen
te maken met de negatieve lichamelijke
gevolgen van de behandeling zoals een
Informatiebehoefte bij borstkanker
verminderde schouderfunctie, lymfoedeem, een postmastectomie-pijnsyndroom en een vervroegde menopauze.
De Landelijke Richtlijn Mammacarcinoom, NABON 2012 stelt dat nazorg een
essentieel onderdeel is van de individuele patiëntenzorg tijdens en na behandeling van kanker.2 Onder nazorg valt
onder meer voorlichting, ingaan op
klachten en symptomen en het signaleren van directe of late effecten van de
ziekte en behandeling. Ondanks dat,
hebben volgens de studie van Haq et
al.3 patiënten met borstkanker na afronding van de medische behandelingen
vaak het gevoel ‘verdwaald’ te zijn. Ook
hebben zij veel vragen over hoe de zorg
die zij nog nodig hebben verder wordt
geregeld. Akechi et al.4 hebben onderzocht dat de behoeften van patiënten
met borstkanker geassocieerd zijn met
stress en kwaliteit van leven. Hoe meer
onvervulde behoeften er waren, hoe
meer stress patiënten ervoeren.
Informatiebehoefte
Borstkankervereniging Nederland heeft
via een internetforum (Bforce) de informatiebehoefte van patiënten met borstkanker onderzocht, betreffende de ziekte
en de late gevolgen.5 Het onderzoek
betrof patiënten met borstkanker in verschillende stadia van de ziekte en familie en vrienden van patiënten die met
de ziekte te maken hebben gehad. Uit
het onderzoek kwam naar voren dat er
vooral behoefte was aan informatie over
de late gevolgen, voor- en nadelen van
Dit artikel is een verkorte versie van het artikel dat Lianne
Holzapfel en Janine Hidding onlangs publiceerden in
Fysiotherapie & Wetenschap. De integrale versie van dat
artikel vindt u op tinyurl.com/oncozorg-holzapfel.
behandelingen, het vermoedelijke ziekteverloop, de mogelijke bijwerkingen van
de behandeling op korte termijn en hoe
een behandeling in zijn werk gaat.
Kaur et al.6 onderzochten de informatiebehoefte bij 154 patiënten met borstkanker, die meer dan een jaar geleden
een operatie hadden ondergaan. Hieruit
bleek dat bijna alle ondervraagde patiënten meer informatie wensten over het
verloop van hun ziekte en de behandelresultaten. Daarnaast wilde 56 procent
van de ondervraagden behoefte aan
hulp bij het verminderen van lichamelijke klachten.
Kowalski et al.7 onderzochten de informatiebehoefte van 5024 recent gediagnostiseerde patiënten met borstkanker
die net een operatie hadden ondergaan.
De patiënten gaven aan dat zij vooral
informatie hadden gemist over manieren om de gezondheid te verbeteren,
lichamelijke en psychische beperkingen
en revalidatiemogelijkheden.
Patiënten met borstkanker hebben na
afronding van de medische behandelingen veel vragen over nazorg, maar de
inhoud van deze informatiebehoefte is
nog niet onderzocht. Liao et al.8 hebben
onderzocht dat voorlichting en psychologische ondersteuning kan bijdragen
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 17
Informatiebehoefte bij borstkanker
aan het verminderen van onvervulde
behoeften, stress en angst van patiënten met borstkanker. Om deze redenen hebben oncologiefysiotherapeuten
in Noord-Nederland voorgesteld om
patiënten met borstkanker, die hun
medische behandelingen net hebben
afgerond, voor te lichten over lichamelijke klachten.
Om voorlichting op maat te kunnen aanbieden, is met dit onderzoek inzichtelijk gemaakt welke informatie omtrent
lichamelijke klachten patiënten met
borstkanker tot drie maanden na afron-
Pagina 18 ∙ Februari 2017 ∙
ding van chemotherapie en/of radiotherapie willen ontvangen.
Onderzoeksopzet
De deelnemers van dit onderzoek waren
typerende gevallen. De deelnemers
kwamen in aanmerking voor participatie indien zij woonden in Noord-Nederland (Groningen, Friesland of Drenthe),
gediagnosticeerd waren met borstkanker, en geopereerd en behandeld waren
middels chemo- en/of radiotherapie.
De deelnemers hadden tot drie maanden geleden hun chemotherapie en/
Informatiebehoefte bij borstkanker
of radiotherapie afgerond, maar konden nog wel hormoontherapie en/of
immunotherapie ontvangen. Ze hadden
bovendien een goede beheersing van
de Nederlandse taal. Patiënten die niet
de eerste keer de diagnose borstkanker
hebben, patiënten jonger dan 18 jaar,
mannen met borstkanker en patiënten
die nog chemo- of radiotherapie ontvingen deden niet mee.
We verzamelden de data door middel van een focusgroep en individuele interviews waarbij we bespraken.
Dat gebeurde door de onderzoeker
in de eerstelijns fysiotherapiepraktijk
Medisch Centrum Zuid te Groningen,
die de gesprekken vastlegde met een
audiorecorder. Het onderzoek startte
met een focusgroep die naar verwachting een uur zou duren, en waarbij de
topics ‘lichamelijke klachten van deelnemers’ en ‘aan welke informatie over
lichamelijke klachten hebben de deelnemers behoefte,’ aan de orde kwamen. Alleen de lichamelijke klachten
waarover de focusgroep graag meer
informatie wilde hebben, werden opgenomen in de analyse. Op basis van de
resultaten van de focusgroep, inventariseerden we of de studiedeelnemers
onderwerpen misten, en voegden we zo
nodig topics aan de lijst toe. Vervolgens
namen we individuele interviews af met
behulp van de aangepaste topiclijst. De
verwachtte duur van de interviews was
15 tot 30 minuten. We verwerkten alle
data anoniem.
Resultaten
Twaalf deelnemers van 39-72 jaar deden
mee in het onderzoek. Hun gemiddelde leeftijd was 50 jaar. De focusgroep bestond uit vijf deelnemers en
er werden zeven individuele interviews afgenomen. Alle deelnemers, op
één deelnemer na, zijn behandeld in
het Martiniziekenhuis en het UMCG in
Groningen. Op basis van de focusgroep
werden de topics ‘zelfmanagement bij
lichamelijke klachten’ en ‘begeleiding
bij lichamelijke klachten’ toegevoegd.
De deelnemers gaven aan dat zij informatie wilden ontvangen over pijn,
seroomvorming, klachten van de wond,
neuropathieën, mobiliteitsbeperking
van de arm, gewichtstoename, verminderde spierkracht, verminderde
conditie, vermoeidheid, overgangsklachten, oedeem in de borst, het axillary web-syndroom, klachten van het
litteken, warme borst, rode plekken en
een rode en warme rug.
De patiënten hadden behoefte aan
informatie over de oorzaak van hun
lichamelijke klachten. Een deelnemer
met een mobiliteitsbeperking van haar
arm vroeg zich bijvoorbeeld af of haar
pijn het gevolg was van de operatie was,
en een studiedeelnemer met pijn op een
bestralingsplek wilde weten of die pijn
het gevolg was van de radiotherapie.
Deelnemers wilden daarnaast weten
of hun klachten reversibel waren. Een
deelnemer met klachten van haar litteken vroeg zich bijvoorbeeld af of haar
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 19
Informatiebehoefte bij borstkanker
pijn normaal was, maar ook of die pijn
weer zou overgaan.
Ook hadden patiënten behoefte aan
informatie over de te verwachten lichamelijke klachten, zoals pijn tijdens de
chemotherapie en seroomvorming. De
patiënten die dit aankaartten vertelden
dat ze graag van tevoren hadden willen
weten dat deze verschijnselen konden
optreden.
De patiënten gaven ook aan dat zij
graag willen weten wat zij zelf konden
doen aan hun lichamelijke klachten, en
of zij hierbij begeleiding moesten hebben. De patiënten vroegen zich bijvoorbeeld af of zie iets konden doen aan
hun littekens, en of er begeleiding was
waarmee ze konden voorkomen dat ze
dikker werden door hun behandeling
met hormoontherapie.
Behoefte aan informatie op maat
De deelnemers van dit onderzoek willen weten welke lichamelijke klachten
zij kunnen of konden verwachten. De
deelnemers willen weten wat de oorzaak en het beloop van hun lichamelijke
klachten is en ook willen zij weten of hun
lichamelijke klachten behandelbaar zijn.
Pagina 20 ∙ Februari 2017 ∙
Informatiebehoefte bij borstkanker
In meerdere studies is onderzocht dat
behoefte aan voorlichting en ondersteuning bij lichamelijke klachten al
in een vroeg stadium na de diagnose
borstkanker aanwezig is, en ook lang
blijft bestaan na de behandeling.4-15 Als
voorlichting over lichamelijke klachten
vroegtijdig is beschreven in het zorgpad,
en patiënten goede voorlichting hebben
gekregen over hun lichamelijke klachten, hebben zij op langere termijn minder onvervulde behoeften. Daarnaast
zou de behandeling voor lichamelijke
klachten door een oncologiefysiotherapeut gericht geïndiceerd kunnen worden
in het individuele zorgplan. De oncologiefysiotherapeut kan vervolgens begeleiding, ondersteuning en behandeling
bieden bij de lichamelijke klachten van
patiënten met borstkanker.
Deelnemers in dit onderzoek gaven
aan dat zij informatie hebben gekregen
over lichamelijke klachten. Door andere
deelnemers is benoemd dat zij geen/
niet voldoende informatie hebben ontvangen over lichamelijke klachten. Hierdoor is het onduidelijk of behandelaars
de Richtlijn Mammacarcinoom, NABON
2012 hebben gevolgd, en of alle deel-
nemers op dezelfde manier zijn geïnformeerd. Daarbij moeten we wel
opmerken dat studiedeelnemers ook
hebben aangegeven dat zij informatie
mogelijk wel hebben gekregen maar niet
hebben onthouden. Bovendien gaven
sommige deelnemers ook aan dat zij
informatie niet wilden weten.
Deelnemers gaven aan dat zij niet wisten waar zij terecht konden met vragen
over lichamelijke klachten. Dit onderzoek is niet ingegaan op de vraag van
wie en hoe de deelnemer informatie
over lichamelijke klachten zouden willen
ontvangen. Om deze vragen te kunnen
beantwoorden moet verder onderzoek
gedaan worden. Een dergelijk onderzoek kan bijdragen aan het leveren van
een optimale zorg op maat.
∞
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 21
Actualiteiten
Nieuws en informatie over oncozorg
Binnen één dag een second opinion voor
patiënt met hersentumor
Darmpoliepen met zaagtandvorm lastig op
te sporen
Het VUmc Hersentumorcentrum Amsterdam
opent per 1 februari a.s. een second opinion
spreekuur. Hier kunnen patiënten met een hersentumor binnen één dag een volledige screening
en advies krijgen over hun medische behandeling.
Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker mist
het overgrote deel van zaagtandvormige poliepen, belangrijke voorlopers van darmkanker. Dit
blijkt uit onderzoek van het AMC in Amsterdam.
15 tot 30 procent van alle darmkankers ontstaan
uit deze poliepen met een zaagtandvorm en niet
uit de rode bolle poliepen die wel door het bevolkingsonderzoek worden opgespoord.
LEES VERDER
Pagina 22 ∙ Februari 2017 ∙
LEES VERDER
Actualiteiten
Nieuws en informatie over oncozorg
Onderzoekers ontwikkelen systeem dat
huidkanker herkent
Combinatie medicijnen verlengt levensverwachting alvleesklierkankerpatiënten
Een team van onderzoekers van de Stanford-universiteit heeft een computer zodanig kunnen
programmeren dat deze mogelijke tekenen van
huidkanker kan ontdekken. Het apparaat doet dit
net zo nauwkeurig als een dermatoloog, stellen
zij. Door de techniek te gebruiken in een smartphone-app, zou men in de toekomst zelf verdachte
plekken op hun huid analyseren.
De levensduur van personen die lijden aan alvleesklierkanker, een van de meest dodelijke soorten van de ziekte, kan mogelijk worden verlengd
dankzij een combinatie van twee medicijnen. Als
patiënten na chirurgie de kankermedicijnen gemcitabine en capecitabine innemen, leeft bijna 29
procent van hen minstens vijf jaar langer. Dat blijkt
uit een testonderzoek, gepubliceerd in The Lancet,
dat werd gehouden door de universiteit van Liverpool onder ruim 700 patiënten.
LEES VERDER
LEES VERDER
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 23
Aspirine
Hoe een lage dosering kanker kan helpen voorkomen
Door: Mischa P.M. Nagel
Een kleine dagelijkse dosis aspirine kan de vorming van kankercellen voorkomen.
Naast gezonde voeding, lichaamsbeweging en het terugdringen van het gebruik van
alcohol, suiker en tabak, kan aspirinegebruik daardoor misschien het pallet aan preventieve maatregelen tegen kanker verbreden. Dat suggereert Amerikaans reageerbuisonderzoek dat is gepubliceerd in AJP: Cell Physiology.
Aspirine voorkomt bloedstolling
De suggestie dat een kleine dosis aspirine kan helpen om kanker te voorkomen is niet nieuw. In september
2015 publiceerde de Preventive Services Task Force in de VS een aanbeveling over het dagelijks gebruik van een
kleine dosis aspirine om hart- en vaatziekten en darmkanker te helpen voorkomen. Maar de manier waarop aspirine
kan beschermen tegen kanker is nog
niet precies bekend. Een theorie is dat
aspirine de vorming van bloedstolsel
voorkomt, en daarmee het uitgezaaide
kankercellen moeilijk maakt om door de
bloedbaan te reizen. Volgens die theorie
gebruiken kankercellen bloedstolsels als
transportvehikel.
Het werk van wetenschappers van de
Oregon Health and Science University
en de Oregon State University borduurt
voort op die theorie. “De beschermende
werking van aspirine is mogelijk het
gevolg van een effect op de bloedplaatjes, in plaats van rechtstreeks op tumorcellen,” zegt onderzoeksleider Owen
Pagina 24 ∙ Februari 2017 ∙
McCarty, een professor bij de afdeling Biomedical Engineering aan OHSU.
Bloedplaatjes zijn bloedcellen die stolsels vormen bij wonden om het bloeden
te stoppen, en soms ook bloedstolsels
vormen in de bloedbaan.
Verhoogde activiteit bloedplaatjes
Volgens de Amerikanen verhogen
bloedplaatjes in agressieve kankercellen
de activiteit van c-MYC, van een bepaald
eiwit dat kankercellen helpt om zich te
verspreiden. In cellen regelt c-MYC de
werking van meer dan 15 procent van
de genen. Het eiwit speelt een sleutelrol
bij onder meer de leven-en-dood cyclus
van cellen, de synthese van eiwitten en
de stofwisseling. In veel kankercellen is
c-MYC actiever dan normaal.
De Amerikanen denken dat in het bloed
circulerende uitgezaaide tumorcellen
contact hebben met bloedplaatjes, en
dat daardoor de activiteit van c-MYC
een tandje hoger wordt gezet. Daardoor
zijn de kankercellen in staat om sneller
te groeien. Aspirinetherapie bemoeilijkt het contact tussen tumorcellen en
Aspirine
bloedplaatjes, en vermindert daardoor
de kans dat tumorcellen door een overactief c-MYC-eiwit sneller gaan groeien
Aspirine remt metastasering
“In een vroeg stadium leven kankercellen in een voor hen vijandige omgeving”,
vertelt co-auteur en hoogleraar Craig
Williams van de OSU/OHSU College of
Pharmacy. “Het immuunsysteem valt de
cellen regelmatig aan, en probeert om
de kankercellen uit te schakelen. Bloedplaatjes beschermen de uitgezaaide
kankercellen daartegen, en faciliteren
de metastasering. Remming met aspirine lijkt dat proces te bemoeilijken.”
De onderzoekers experimenteerden met
drie kankercellijnen. In twee lijnen activeerden bloedplaatjes het c-MYC-eiwit,
en hief toediening van aspirine dat stimulerende effect op. Volgens andere
studies is bij ongeveer een derde van
darmkankerpatiënten en bij veertig procent van de patiënten met pancreaskanker de activiteit van c-MYC verhoogd. Uit
andere onderzoek blijkt overigens ook
dat voor de kankerremmende werking
van aspirine geen hoge doses nodig zijn.
Sterker, in een aantal studies is een dagelijkse dosis van 75 milligram (de dosis in
een kinderaspirine) effectiever dan doses
∞
van 325-1200 milligram per dag.
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 25
Cold caps
Hoofdkoeling kan haarverlies bij chemo voorkomen
Van de redactie
Het gebruik van cold caps kan de kans op haaruitval tijdens chemokuren drastisch
verminderen. Die conclusie trekt de Amerikaanse oncoloog Julie Rani Nangia uit een
experiment waarin 235 vrouwen met borstkanker meewerkten.
Onderzoek
De vrouwen kregen minstens vier chemobehandelingen met anthracyclines of
taxanen. Een deel van de vrouwen droeg
tijdens het toedienen van de chemo een
cold cap, een ander deel niet. Na afloop
van de behandelingen hadden alle vrouwen die geen cold cap droegen hun haar
verloren. In de andere groep had iets
meer dan de helft van hun hoofhaar
Pagina 26 ∙ Februari 2017 ∙
geheel of gedeeltelijk behouden. Het
positieve effect is ongeveer gelijk aan
dat van vergelijkbare producten in eerder gepubliceerd onderzoek.
De onderzoekers brachten de cold cap
een half uur voordat de chemo begon
aan, en haalden die pas anderhalf uur
nadat de toediening van medicijnen was
gestopt weg. “De tijd die nodig is voor
de chemo neemt door deze aanvullende
Cold caps
behandeling dus aanmerkelijk toe”, zegt
Nangia. “Dat is een nadeel.”
De cap koelde de hoofdhuid af tot 18
graden Celsius. Serieuze bijwerkingen
traden daarbij niet op, wel kregen sommige vrouwen hoofdpijn.
Werking
De cap werkt doordat bij lage temperaturen bloedvaten nauwer worden,
waardoor de haarproducerende cellen in de hoofdhuid daardoor minder
cytostatica toegevoerd krijgen. Om
diezelfde reden kunnen patiënten met
bloedkanker geen caps gebruiken. De
kans bestaat immers dat hun behandeling door de caps minder effectief wordt.
Hoewel oncologen ervan uitgaan dat bij
de behandeling van solide tumoren cold
caps geen risico’s opleveren, zullen Nangia en haar collega’s de proefpersonen
nog vijf jaar volgen.
Het onderzoek is betaald door een producent van cold caps, die werkt aan
goedkeuring van zijn product door de
Amerikaanse overheid. Een aantal caps
heeft die goedkeuring enkele jaren
eerder al gekregen. Het onderzoek is
december 2016 gepresenteerd op het
San Antonio Breast Cancer Symposium, en is nog niet gepubliceerd in een
peer-reviewed wetenschappelijk tijd∞
schrift.
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 27
Chemobrein
Kan een jaar na chemokuur nog steeds aanwezig zijn
Door: Mischa P.M. Nagel
Kankerpatiënten vertellen al jaren dat door hun chemokuren vergeetachtig worden
en meer moeite hebben zich te concentreren en het maken van plannen. ‘Mist in je
hoofd’, noemen patiënten en artsen het verschijnsel, of ‘chemobrein’. Het fenomeen
is reëel, concluderen Amerikaanse oncologen in het grootste onderzoek naar deze
bijwerking dat toe nu toe is verschenen.
Onderzoek
De Amerikaanse studie verscheen op
29 december 2016 op de website van
de Journal of Clinical Oncology, en komt
uit de koker van Michelle Janelsins van
het Wilmot Cancer Center, een onderdeel van de universiteit van Rochester in
New York. Aan het onderzoek werkten 58
vrouwen met borstkanker mee, en 364
vergelijkbare vrouwen zonder kanker.
In beide groepen waren de vrouwen
gemiddeld 53 jaar.
Janelsins en haar collega’s bepaalden
met vragenlijsten hoe de vrouwen zelf
hun cognitieve vermogens waardeerden, zodat ze de vrouwen een Functional
Assessment of Cancer Therapy-Cognitive Function-score (FACT-Cog) konden
toekennen. Hoe hoger die is, hoe beter.
De onderzoekers ondervroegen de
vrouwen vlak voordat hun chemokuren
begonnen, en herhaalden de procedure
meerdere keren nadat de chemobehandeling was afgelopen.
Uitkomst
De onderzoekers ontdekten dat al voordat de chemokuur begon de vrouwen
met borstkanker lager scoorden dan de
gezonde vrouwen in de controlegroep.
Dat was waarschijnlijk het gevolg van
depressies, bezorgdheid en angst bij de
kankerpatiënten.
Na de chemobehandelingen zakten de
FACT-cog-scores van de borstkankerpatiënten nog verder weg. Zes maanden na
de chemo was volgens de onderzoekers
Pagina 28 ∙ Februari 2017 ∙
Chemobrein
het dieptepunt bereikt. Een jaar na de
chemobehandeling waren de FACT-cogscores alweer licht aan het stijgen, maar
van een volledig herstel was nog geen
sprake. In een nog te publiceren studie,
waarin de onderzoekers en groep vrouwen tot twee jaar na de chemo volgen,
willen Janelsins en haar medewerkers
nagaan in hoeverre een volledig herstel
binnen die periode mogelijk is.
Geen verzinsel
De studie maakt in ieder geval wel duidelijk dat het ‘chemobrein’ geen verzinsel is, en ook geen zeldzaamheid is. De
onderzoekers vonden bij 45 procent van
de kankerpatiënten een verlaging van
FACT-cog-scores. Een jaar na de chemo
was dat nog steeds bij 37 procent van de
patiënten het geval.
Opmerkelijk is dat het type middelen
dat bij de chemokuur werd ingezet geen
factor van betekenis was. De vrouwen
die anthracyclines hadden gekregen,
een groep kankerremmers die ook hersen- en zenuwcellen aangrijpen, scoorden niet slechter dan vrouwen die geen
anthracyclines kregen toegediend. Het
wel of niet ondergaan van radiotherapie
of antihormoontherapie had evenmin
invloed. Wel een rol speelden de huidskleur en de leeftijd van de vrouwen. Bij
vrouwen met een donkere huidskleur en
jonge vrouwen kelderden de FACT-cogscores meer dan bij vrouwen met lichte
huidskleur en oudere vrouwen.
Verminderde cognitieve vermogens
Een andere factor was de mate van
depressie, angst en bezorgdheid voordat de chemobehandeling begon. Hoe
hoger die waren, des te sterker was de
afname van de scores.
“Ons onderzoek toont aan dat een
afname van de cognitieve vermogens
bij kanker een substantieel probleem
is voor vrouwen met borstkanker”, vertelt Janelsins in een persbericht van
haar universiteit. “We zijn nu bezig met
het analyseren van de uitkomsten van
tests waarbij we die cognitieve vermogen objectief hebben gemeten. We proberen daarbij ook het mechanisme te
achterhalen waardoor deze problemen
∞
ontstaan.”
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 29
FytoFacts / Phellinus linteus (PL)
Verzorgende producten, zowel voor inwendig als uitwendig gebruik, bevatten vaak plantaardige bestanddelen. De namen van deze bestanddelen zijn meestal bekend: kijk bijvoorbeeld op
het etiket van een willekeurig verzorgingsproduct en er staat meestal een plantaardige stof bij.
Bij kankerpatiënten kunnen deze ingrediënten tot allergische reacties leiden: iets dat je ook als
zorgverlener graag wilt voorkomen. Kruiden bevatten farmacologisch actieve stoffen en hebben
daardoor mogelijk ook een nadelig effect op het behandeltraject. De rubriek FytoFatcs belicht de
werking van stoffen uit plantendelen, waar mogelijk ondersteund door wetenschappelijk bewijs.
Door: Jyothi Gubili, Msc
Culturele en historische achtergrond
Phellinus linteus (PL) is een vaste schimmel met een bittere smaak, die voornamelijk op moerbeibomen groeit. Hij
behoort tot de Hymenochaetaceae basidiomycetes) die 220 bekende Phellinus-soorten omvat.
PL heeft een lange geschiedenis van
medische toepassing, die ruim 2.000 jaar
teruggaat. Men neemt aan dat met deze
paddenstoel bereide thee door keizers in
het oude China en Japan genuttigd werd
voor vitaliteit en een lang leven.
De therapeutische eigenschappen van
de paddenstoel werden voor het eerst
gedocumenteerd in de klassieke Chinese geneeskunde, ten tijde van de
Han-dynastie.
PL wordt toegepast in de traditionele
geneeskunde in Korea, Japan, Mongolië
en China ter bevordering van de gezondheid, ter bescherming van de lever en ter
verbetering van de bloedsomloop. Hij
Pagina 30 ∙ Februari 2017 ∙
wordt voorgeschreven bij gastro-enterologische deficiëntie, diarree, bloedingen
en menstruatieklachten.
In onze tijd steeg de belangstelling voor
onderzoek naar PL naar aanleiding van
een onderzoek in 1968 in Japan, waaruit bleek dat PL een sterk antitumoreffect heeft. Wetenschappelijk onderzoek
nadien heeft uitgewezen dat PL tevens
ontstekingsremmende, immunomodulerende, anti-allergene, anti-angiogene
en antioxidante eigenschappen bezit.
Gebleken is dat bestanddelen als polysacchariden, proteoglycanen en hispolon voor deze biologische effecten
verantwoordelijk zijn.
De kankerwerende werking van PL-extracten wordt vermeld voor verschillende kankercellijnen zoals borst,
prostaat, huid, longen, dikke darm en
lever. Ook zijn er casusverslagen van
tumorregressie bij kankerpatiënten. PL
is evenwel nog niet in klinische trials
nader onderzocht.
Wetenschappelijke naam
Phellinus linteus
Algemene namen
Meshimakobu, meshima, song gen, sanghuang
Tot voor twintig jaar geleden was PL
buiten Azië onbekend. Het is inmiddels echter populair in Europa en de
VS. Het wordt traditioneel geconsumeerd als aftreksel van de paddenstoel,
maar gekweekte paddenstoelen zijn
inmiddels ook als voedingssupplement
verkrijgbaar. Van het vruchtlichaam
worden poeders en extracten bereid.
Deze worden vaak aanbevolen voor de
versterking van het immuunsysteem en
voor de regulering van bloedglucose en
bloeddruk. Daarnaast worden producten die PL en combinatie met andere
medicinale paddenstoelen zoals reishi
en maitake bevatten als aanvullende
behandeling voor kanker aanbevolen. PL
wordt ook als bestanddeel in bepaalde
huidcrèmes toegepast.
beschermend kunnen werken bij letsel
en andere syndromen die te maken hebben met infarcten (kleine weefselgebieden met verminderde bloedtoevoer),
hematomen (abnormale ophoping van
bloed buiten een bloedvat) of bloedingen (snel oncontroleerbaar bloeden)7,8.
Andere werkzame stoffen zoals interfunginen A helpen om proteïnemodificatie in hyperglycemische toestand
te voorkomen, en kunnen voor diabetespatiënten gunstig werken9.
PL geldt als veilig voor consumptie. Toch
wordt kankerpatiënten geadviseerd om
hun arts te raadplegen alvorens PL-supplementen in te nemen, gezien de
immunomodulerende en antioxidante
eigenschappen die met chemotherapie
en bestraling kunnen interfereren.1,2
long-13, mond-14, prostaat-15 en huidkanker16. Van een PL-extract werd ontdekt
dat het een synergetische werking had
op 5-Flurouracil bij het remmen van de
groei van cellen bij borstkanker en bij
het teweegbrengen van autofagie (normaal fysiologisch proces dat voor het
handhaven van cellulaire homeostase
door vernietiging van disfunctionele
bestanddelen zorgt)17. Er is een aantal
gevallen gemeld van tumorregressie bij
kankerpatiënten na orale inname van
PL-extracten12,18,19. Er moet echter nog
klinisch onderzoek worden uitgevoerd
om de doeltreffendheid in het kader van
kankerbehandeling vast te stellen.
Klinische samenvatting
Polysacharide-proteïne-complexen
in PL hebben immunomodulerende3,
anti-angiogene4, anti-osteoporotische5
en stralingwerende6 effecten in vitro
en in vivo aangetoond. Een polyfenolisch bestanddeel gaf blijk van ontstekingsremmende eigenschappen, die
In het kader van een mogelijk kankerwerende werkzaamheid wordt nader
onderzoek naar PL gedaan. Diverse in
vitro- en in vivo-studies hebben aangetoond dat in PL aanwezige bestanddelen een antineoplastische werking
hebben op borst-10, darm-11, lever-12,
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 31
FytoFacts / Phellinus linteus (PL)
Geadviseerd gebruik
•
•
•
•
Ontsteking
Immunomodulatie
Preventie van diabetes
Kankerbehandeling en preventie
Bestanddelen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Protocatecholzuur
Protocatechualdehyde
Cafeïnezuur
Ellaginezuur
Hispidin
Davallialactone
Hypholomine B
Interfungine A
Inoscavine A
Meshimakobnol A / Meshimakobnol B
Phelligridin G
Phellifuropyranone A9,20
Werking
Van in PL aanwezige furopyranone-bestanddelen werd aangetoond dat ze
proteïneglycatie remmen, wat de behandeling en preventie van diabetische complicaties kan bevorderen9,21. Dankzij een
PL-polysaccharide-extract verbeterde
de functie van macrofagen, dendritische
cellen, natuurlijke killercellen (NK), T- en
B-cellen en werd ontsteking voorkomen
door interferon (IFN-gamma), interleukine (IL-2) en tumornecrosefactoren
(TNF-alpha) door TH1-cellen en macrofagen in niet-obese diabetische muizen
te remmen; daarnaast activeerde het de
interleukine-expressie (IL-4) in TH2-cellen. Deze observaties wijzen er tevens
op dat PL mogelijk diabetes kan helpen
te voorkomen21. Inotilone, een ander uit
PL geïsoleerde stof, heeft een ontstekingsremmende werking die kan worden
toegeschreven aan de verlaging van de
malondialdehyde-niveaus (MDA); induceerbare
stikstofmonoxide-synthase
(iNOS); cyclo-oxygenase (COX-2); nucleaire factor (NF-kappa B) en matrix-metalloprotease (MMP)-9; en door de
verbetering van de katalasewerking
(CAT), superoxide-dismutase (SOD) en
glutathion-peroxidase (GPx) via onderdrukking van de tumornecrosefactor
(TNF-alpha) en stikstofmonoxide (NO)22.
In ander onderzoek wordt hispidin, een
in PL aanwezig fenolisch bestanddeel,
genoemd om zijn beschermende werking tegen peroxynitriet-gemedieerde
cytotoxiciteit, DNA-beschadiging en
hydroxylradicale formatie23. Tevens is
aangetoond dat PL de proliferatie van
colonkankercellen bij mensen remt door
B-cel-lymfoom (Bcl-2) (een apoptose-regelaar) en cycline B1 (regulerend pro-
Pagina 32 ∙ Februari 2017 ∙
teïne dat bij celdeling betrokken is) te
verlagen en cytochroom C24 te verhogen. Vergelijkbare effecten werden met
een ander PL-extract behaald, dat een
G0/G1-stilstand en apoptose in darmcarcinoomcellen bij mensen induceerde
door de stimulering van p21(C1P1/
WAF1) (een celcyclusregulator), de
afname van cycline D1 en Bcl2, afgifte van
cytochroom C en activering van caspasen
9, 3 en 811. Afname van cycline-afhankelijke kinasen CDK2, 4 en 6, en dosis-afhankelijke apoptose werden vastgesteld
in longkankercellen en na behandeling
met PL25. Daarnaast is de onderdrukking
van arylkoolwaterstofreceptor-activiteit
en AhR-afhankelijke genexpressie vastgesteld - reactiepaden waarvan bekend
is dat deze door het roken van sigaretten
geactiveerd worden13.
Bijwerkingen
Door gebruik van PL wordt een verergering gemeld van pemphigus, een auto-immuunstoornis die wordt gekenmerkt door
zweren en blaren op huid of slijmvliezen26.
Voor patiënten
Phellinus linteus (PL) is een medicinale
paddenstoel die wordt toegepast in
de traditionele geneeskunde in Korea,
Japan, Mongolië en China. Hij werd
gewaardeerd om zijn gezondheidsbevorderende werking en wordt vandaag
de dag voorgeschreven voor de behandeling van gastroenterologische defici-
ëntie, diarree, bloedingen en diabetes.
Daarnaast wordt hij vaak vermengd met
andere medicinale paddenstoelen zoals
reishi en maitake, en aanbevolen voor
de aanvullende behandeling van kanker.
De in PL aanwezige bioactieve stoffen zijn o.a. polysacchariden en proteoglycanen. In het laboratorium en
dierenproeven werden ontstekingsremmende, antioxidante kankerwerende
eigenschappen van deze stoffen aangetoond. Volgens een aantal casusverslagen ondersteunde de orale inname van
PL de regressie van bepaalde tumoren
bij kankerpatiënten. Ter bevestiging van
deze effecten moeten echter nog klinische trials worden uitgevoerd.
PL wordt traditioneel als thee geconsumeerd, is in het reformhuis en online echter ook als supplement in poedervorm of
als extract verkrijgbaar. Hoewel consumptie als veilig geldt, heeft de inname volgens
een casusverslag geleid tot verslechtering
van een auto-immuunaandoening die
bekend is als pemphigus en wordt gekenmerkt door blaren op huid en slijmvliezen
en door jeuk of een branderig gevoel.
Bovendien kan PL ten gevolge van de
immunostimulerende en antioxidante
werking interfereren met bepaalde kankertherapieën. Patiënten wordt daarom
aangeraden om vóór gebruik van PL-supplementen hun arts te raadplegen. ∞
∙ Februari 2017 ∙ Pagina 33
Referenties
Voeding bij kanker (pagina 4)
∞∞ 1. Grosso G, Buscemi S, Galvano F, Mistretta A, Marventano S, La Vela V, Drago F, Gangi S, Basile F, Biondi
A. Mediterranean diet and cancer: epidemiological
evidence and mechanism of selected aspects. BMC
Surg. 2013;13 Suppl 2:S14.
∞∞ 2. Giacosa A, Barale R, Bavaresco L, Gatenby P, Gerbi
V, Janssens J, Johnston B, Kas K, La Vecchia C, Mainguet P, Morazzoni P, Negri E, Pelucchi C, Pezzotti M,
Rondanelli M. Cancer prevention in Europe: the Mediterranean diet as a protective choice. Eur J Cancer
Prev. 2013 Jan;22(1):90-5.
∞∞ 3. Li D Effect of the vegetarian diet on non-communicable diseases. J Sci Food Agric. 2014 Jan
30;94(2):169-73.
∞∞ 4. Dinu M, Abbate R, Gensini GF, Casini A, Sofi F. Vegetarian, vegan diets and multiple health outcomes: a
systematic review with meta-analysis of observational studies. Crit Rev Food Sci Nutr. 2016 Feb 6:0. [Epub
ahead of print].
∞∞ 5. Kang X, Zhang Q, Wang S, Huang X, Jin S. Effect of soy
isoflavones on breast cancer recurrence and death for
patients receiving adjuvant endocrine therapy. CMAJ.
2010 Nov 23;182(17):1857-62.
∞∞ 6. Guha N, Kwan ML, Quesenberry CP Jr, Weltzien EK,
Castillo AL, Caan BJ. Soy isoflavones and risk of cancer
recurrence in a cohort of breast cancer survivors: the
Life After Cancer Epidemiology study. Breast Cancer
Res Treat. 2009 Nov;118(2):395-405.
∞∞ 7. Shu XO, Zheng Y, Cai H, Gu K, Chen Z, Zheng W, Lu
W. Soy food intake and breast cancer survival. JAMA.
2009 Dec 9;302(22):2437-43.
∞∞ 8. Caccialanza R, Pedrazzoli P, Cereda E, Gavazzi C,
Pinto C, Paccagnella A, Beretta GD, Nardi M, Laviano
A, Zagonel V. Nutritional Support in Cancer Patients:
A Position Paper from the Italian Society of Medical
Oncology (AIOM) and the Italian Society of Artificial
Nutrition and Metabolism (SINPE). J Cancer. 2016 Jan
1;7(2):131-5.
∞∞ 9. Molassiotis A, Peat P. Surviving against all odds: analysis of 6 case studies of patients with cancer who followed the Gersontherapy. Integr Cancer Ther. 2007
Mar;6(1):80-8.
∞∞ 10. Cassileth B. Gerson regimen. Oncology (Williston
Park). 2010 Feb;24(2):201.
∞∞ 11. Moertel CG, Fleming TR, Creagan ET, Rubin J,
O’Connell MJ, Ames MM. High-dose vitamin C versus
placebo in the treatment of patients with advanced
cancer who have had no prior chemotherapy. A rando-
mized double-blind comparison. N Engl J Med. 1985
Jan 17;312(3):137-41.
∞∞ 12. Bairati I, Meyer F, Jobin E, Gélinas M, Fortin A,
Nabid A, Brochet F, Têtu B. Antioxidant vitamins supplementation and mortality: a randomized trial in
head and neck cancer patients. Int J Cancer. 2006 Nov
1;119(9):2221-4.
∞∞ 13. Ma Y, Zhang P, Wang F, Yang J, Liu Z, Qin H. Association between vitamin D and risk of colorectal cancer: a systematic review of prospective studies. J Clin
Oncol. 2011 Oct 1;29
Slechte vetten (pagina 14)
∞∞ 1. Pascual G, Avgustinova A, Mejetta S, Martín M, Castellanos A, Attolini CS, Berenguer A, Prats N, Toll A,
Hueto JA, Bescós C, Di Croce L, Benitah SA. Targeting metastasis-initiating cells through the fatty acid
receptor CD36.
∞∞ 2. Institute for Research in Biomedicine (IRB Barcelona). Tumor cells are dependent on fat to start metastasis: A study has identified the cells responsible for
initiating and promoting metastasis in several types of
human tumors. ScienceDaily. ScienceDaily, 7 December 2016.
Informatiebehoefte bij borstkanker
(pagina 16)
∞∞ 1. Integraal kankercentrum Nederland. Cijfers over
kanker. Beschikbaar via: www.cijfersoverkanker.nl
[Geraadpleegd op 17 april 2016].
∞∞ 2. Integraal kankercentrum Nederland (ed.). Richtlijn
Mammacarcinoom, NABON 2012. Versie: 2.0. Oncoline; 2012.
∞∞ 3. Haq R, Heus L, Baker NA, Dastur D, Leung FH, Leung
FH, et al. Designing a multifaceted survivorship care
plan to meet the information and communication
needs of breast cancer patients and their family physicians: results of a qualitative pilot study. BMC Medical
Informatics and Decision Making. 2013; 13(76). doi:
10.1186/1472-6947-13-76
∞∞ 4. Akechi T, Okuyama T, Endo C, Sagawa R, Uchida M,
Nakaguchi T, et al. Patient’s perceived need and psychological distress and/or quality of life in ambulatory breast cancer patients in Japan. Psychooncology.
2011; 20(5):497-505. doi: 10.1002/pon.1757
∞∞ 5. Borstkankervereniging Nederland. Bforce. Beschikbaar via: www.bforce.nl [Geraadpleegd op 1 november 2015].
∞∞ 6. Kaur N, Miglani R, Grover RK. Information and rehabilitation needs of Indian breast cancer patients:
Report of a cross-sectional study. Indian J Cancer.
2014; 51(3): 262-266. doi: 10.4103/0019-509X.146768
∞∞ 7. Kowalski C, Lee SYD, Ansmann L, Wesselmann S,
Pfaff H. Meeting patients’ health information needs in
breast cancer center hospitals – a multilevel analysis.
BMC Health Services Research. 2014; 14(1):601. doi:
10.1186/s12913-014-0601-6
∞∞ 8. Liao MN, Chen SC, Lin YC, Chen MF, Wang CH,
Jane SW. Education and psychological support meet
the supportive care needs of Taiwanese women
three months after surgery for newly diagnosed breast cancer: A non-randomised quasi-experimental
study. International Journal of Nursing Studies. 2014;
51(3):390-399. doi: http://dx.doi.org/10.1016/j.ijnurstu. 2013.07.007
∞∞ 9. Fiszer C, Dolbeault S, Sultan S, Brédart A. Prevalence, intensity, and predictors of the supportive care
needs of women diagnosed with breast cancer: a systematic review. Psychooncology. 2014; 23(4): 361-374.
doi: 10.1002/pon.3432
∞∞ 10. Burris JL, Amerson K, Sterba KR. A Closer
Look at Unmet Needs at the End of Primary Treatment for Breast Cancer: A Longitudinal Pilot
Study. Behavioral medicine. 2015; 41(2):69-76. doi:
10.1080/08964289.2014.889068
∞∞ 11. Smith SL, Singh-Carlson S, Downie L, Payeur N,
Wai ES. Survivors of breast cancer: patient perspectives on survivorship care planning. Journal of cancer survivership. 2011; 5(4): 337-44. doi: 10.1007/
s11764-011-0185-7
∞∞ 12. Abdollahzadeh F, Moradi N, Pakpour V, Rahmani
A, Zamanzadeh V, Mohammadpoorasl A, et al. Un-met
supportive care needs of Iranian breast cancer patients.
Asian pacific journal of cancer prevention. 2014; 15(9):
3933-3938. doi: 10.4103/0973-1075.138400
∞∞ 13. Brédart A, Kop LJ, Griesser AC, Fiszer C, Zaman K,
Panes-Ruedin B, et al. Assessment of needs, health-related quality of life, and satisfaction with care in breast cancer patients to better target supportive care.
Annals of Oncology. 2013; 24(8):2151-2158. doi:
10.1093/annonc/ mdt128
∞∞ 14. Au A, Lam W, Tsang J, Yau TK, Soong I, Yeo W, et al.
Supportive care needs in Hong Kong Chinese women
confronting advanced breast cancer. Psycho-oncology. 2013; 22(5):1144-1151. doi: 10.1002/pon.3119.
∞∞ 15. Uchida M, Ackechi T, Okuyama T, Sagawa R, Nakaguchi T, Endo C, et al. Patients’ Supportive Care
Needs and Psychological Distress in Advanced Breast
Cancer Patients in Japan. Japanese Journal of Clinical Oncology. 2011; 41(4):530-535. doi: 10.1093/jjco/
hyq230
Aspirine (pagina 24)
∞∞ Mitrugno A, Sylman JL, Ngo AT, Pang J, Sears RC, Williams C, McCarty OJ. Aspirin therapy reduces the
ability of platelets to promote colon and pancreatic
cancer cell proliferation: implications for the oncoprotein c-MYC. Am J Physiol Cell Physiol. 2016 Nov 30:ajpcell.00196.2016. doi: 10.1152/ajpcell.00196.2016.
[Epub ahead of print].
∞∞ Sandoiu A. New study explains how low-dose aspirin
may prevent cancer. Medical News Today, 24 December 2016. MedicalNewsToday.com, laatst bezocht op
31-12-2016.
Cold caps (pagina 26)
∞∞ Salamon M. ‘Cold Caps’ May Halt Breast Cancer Hair
Loss. HealthDay News, Dec. 9, 2016.
∞∞ Grevelman EG, Breed WP. Prevention of chemotherapy-induced hair loss by scalp cooling. Ann Oncol. 2005
Mar;16(3):352-8.
Chemobrein (pagina 28)
∞∞ Janelsins MC, Heckler CE, Peppone LJ, Kamen C, Mustian KM, Mohile SG, Magnuson A, Kleckner IR, Guido
JJ, Young KL, Conlin AK, Weiselberg LR, Mitchell JW,
Ambrosone CA, Ahles TA, Morrow GR. Cognitive
Complaints in Survivors of Breast Cancer After Chemotherapy Compared With Age-Matched Controls:
An Analysis From a Nationwide, Multicenter, Prospective Longitudinal Study. J Clin Oncol. 2016 Dec
28:JCO2016685856. [Epub ahead of print]
∞∞ University of Rochester Medical Center. Chemo-brain
among women with breast cancer is pervasive, study
shows. Persbericht, December 28, 2016.
FytoFacts: Phellinus Linteus (pagina 30)
∞∞ Silva D. Medicinal mushroom Phellinus linteus as an
alternative cancer therapy. Exp Ther Med. 2010 MayJun; 1(3): 407–411.
∞∞ Chen H, Tian T, Miao H, Zhao YY. Traditional uses, fermentation, phytochemistry and pharmacology of Phellinus linteus: A review. Fitoterapia. 2016 Sep;113:6-26.
∞∞ Kim GY LJ, Lee JO, Ryu CH, Choi BT, Jeong YK, Lee
KW, Jeong SC, Choi YH. Partial characterization
and immunostimulatory effect of a novel polysaccharide-protein complex extracted from Phellinus linteus. Biosci Biotechnol Biochem. May
2006;70(5):1218-1226.
∞∞ Song YS, Kim SH, Sa JH, Jin C, Lim CJ, Park EH. Anti-angiogenic, antioxidant and xanthine oxidase inhibition
activities of the mushroom Phellinus linteus. J Ethnopharmacol. Sep 2003;88(1):113-116.
Referenties
∞∞ Kim IH, Chung MY, Shin JY, Han D. Protective Effects
of Black Hoof Medicinal Mushroom from Korea,
Phellinus linteus (Higher Basidiomycetes), on Osteoporosis In Vitro and In Vivo. Int J Med Mushrooms.
2016;18(1):39-47.
∞∞ Han SB LC, Kang JS, Yoon YD, Lee KH, Lee K, Park SK,
Kim HM. Acidic polysaccharide from Phellinus linteus
inhibits melanoma cell metastasis by blocking cell
adhesion and invasion. Int Immunopharmacol. Apr
2006;6(4):697-702.
∞∞ Huang SM, Chen JY, Chen CC, Su CC, Hu ML. Black
Hoof Medicinal Mushroom Phellinus linteus (Agaricomycetes) Extracts Protect Against Radiation-Induced Hematopoietic Abnormality in Mice. Int J Med
Mushrooms. 2016;18(5):425-31.
∞∞ Lee WY, Hsu KF, Chiang TA, Chen CJ. Phellinus linteus
extract induces autophagy and synergizes with 5-fluorouracil to inhibit breast cancer cell growth. Nutr Cancer. 2015;67(2):275-84.
∞∞ Chang HY SM, Yang CH, Lu TC, Chang YS, Peng WH,
Huang SS, Huang GJ. Analgesic Effects and the Mechanisms of Anti-Inflammation of Hispolon in Mice. Evid
Based Complement Alternat Med. Apr 6. 2009.
∞∞ Suzuki S KT, Okada Y, Kobayashi T, Nakamura T, Hori
T. Filtrate of Phellinus linteus Broth Culture Reduces Infarct Size Significantly in a Rat Model of Permanent Focal Cerebral Ischemia. Evid Based Complement
Alternat Med. Jan 20. 2009.
∞∞ Lee YS KY, Jung JY, Lee S, Ohuchi K, Shin KH, Kang IJ,
Park JH, Shin HK, Lim SS. Protein glycation inhibitors
from the fruiting body of Phellinus linteus. Biol Pharm
Bull. Oct 31 2008;31(10):1968-1972.
∞∞ Lu TL HG, Lu TJ, Wu JB, Wu CH, Yang TC, Iizuka A, Chen
YF. Hispolon from Phellinus linteus has antiproliferative effects via MDM2-recruited ERK1/2 activity in
breast and bladder cancer cells. Food Chem Toxicol.
Aug 2009;47(8):2013-2021.
∞∞ Park HJ CS, Hong SM, Hwang SG, Park DK. The ethyl
acetate extract of Phellinus linteus grown on germinated brown rice induces G(0)/G(1) cell cycle arrest and
apoptosis in human colon carcinoma HT29 cells. Phytother Res. 2010 Jul;24(7):1019-26.
∞∞ Nam SW, Han JY, Kim JI, et al. Spontaneous regression
of a large hepatocellular carcinoma with skull metastasis. J Gastroenterol Hepatol. Mar 2005;20(3):488-492.
∞∞ Mukai M KA, Hiramatsu N, Hayakawa K, Okamura M,
Tagawa Y, Yao J, Nakamura T, Kitamura M. Blockade
of the aryl hydrocarbon receptor pathway triggered
by dioxin, polycyclic aromatic hydrocarbons and cigarette smoke by Phellinus linteus. Biol Pharm Bull. Oct
2008;31(10):1888-1893.
∞∞ Chen W, He FY, Li YQ. The apoptosis effect of hispolon from Phellinus linteus (Berkeley & Curtis) Teng on
human epidermoid KB cells. J Ethnopharmacol. Apr 21
2006;105(1-2):280-285.
∞∞ Tsuji T DW, Nishioka T, Chen L, Yamamoto D, Chen CY.
Phellinus linteus extract sensitizes advanced prostate
cancer cells to apoptosis in athymic nude mice. PLoS
One. Mar 31 2010;5(3):e9885.
∞∞ Shibata Y, Kurita S, Okugi H, Yamanaka H. Dramatic remission of hormone refractory prostate cancer
achieved with extract of the mushroom, Phellinus linteus. Urol Int. 2004;73(2):188-190.
∞∞ Kojima H TN, Kariya S, Komemushi A, Shomura Y,
Sawada S, Arai E, Yokota Y. A case of spontaneous
regression of hepatocellular carcinoma with multiple
lung metastases. Radiat Med. Feb 2006;24(2):139-142.
∞∞ Kojima K OT, Inoue M, Mizukami H, Nagatsu A. Phellifuropyranone A: a new furopyranone compound isolated from fruit bodies of wild Phellinus linteus. Chem
Pharm Bull (Tokyo). Feb 2008;56(2):173-175.
∞∞ Kim HM KJ, Kim JY, Park SK, Kim HS, Lee YJ, Yun J, Hong
JT, Kim Y, Han SB. Evaluation of antidiabetic activity of
polysaccharide isolated from Phellinus linteus in nonobese diabetic mouse. Int Immunopharmacol. Jan
2010;10(1):72-78.
∞∞ Huang GJ, Huang SS, Deng JS. Anti-inflammatory activities of inotilone from Phellinus linteus through the
inhibition of MMP-9, NF-κB, and MAPK activation in
vitro and in vivo. PLoS One. 2012;7(5):e35922.
∞∞ Chen W, Feng L, Huang Z, Su H. Hispidin produced from
Phellinus linteus protects against peroxynitrite-mediated DNA damage and hydroxyl radical generation.
Chem Biol Interact. 2012 Sep 30;199(3):137-42.
∞∞ Li G KD, Kim TD, Park BJ, Park HD, Park JI, Na MK, Kim HC,
Hong ND, Lim K, Hwang BD, Yoon WH. Protein-bound
polysaccharide from Phellinus linteus induces G2/M
phase arrest and apoptosis in SW480 human colon
cancer cells. Cancer Lett. Dec 28 2004;216(2):175-181.
∞∞ Guo J ZT, Collins L, Xiao ZX, Kim SH, Chen CY. Modulation
of lung cancer growth arrest and apoptosis by Phellinus Linteus. Mol Carcinog. Feb 2007;46(2):144-154.
∞∞ Jin SP, Hong JS, Chung JH. Exacerbation of pemphigus
following Phellinus linteus ingestion. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2011 Apr;25(4):492-3.
Colofon
Dit is een uitgave van:
Supplement BV
Luchtvaartstraat 1a
1059 CA AMSTERDAM
020 - 670 5000 | www.oncozorg.nl
Adviseurs
Drs. Adjiedj Bakas
Prof. dr. P.A.M. Vierhout, chirurg np
Redactie
Ir. Willem Koert, wetenschapsjournalist
Drs. Ivo J.F. Spekman
Mischa P.M. Nagel
Auteurs
Marion L. de Graaf
Lianne Holzapfel, MSc
Vormgeving
Liz Hatenboer, Supplement
/OncoZorg
@OncoZorg
OncoZorg
Abonnement
Compleet jaarabonnement
Zes digitale edities plus twee gedrukte edities.
€ 45,00 per jaar (excl. 6% btw).
Digitaal jaarabonnement
Zes digitale edities voor € 35,00 (excl. 6% btw).
Pocketabonnement
U ontvangt de pocketedities voor € 14,95 (excl. 6%
btw) per pocketeditie.
Losse artikelen
€ 5,00 (excl. 6% btw) per artikel. Stuur een e-mail naar
[email protected] met als onderwerp de titel van het
artikel.
Sponsoring
Voor sponsoring biedt OncoZorg verschillende mogelijkheden. Informatie hierover kan worden aangevraagd via [email protected].
Copyright & Disclaimer
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd
of openbaar worden gemaakt zonder toestemming
van de uitgever. Supplement is niet aansprakelijk
voor schade of letsel die het gevolg is van het gebruik
van informatie uit dit magazine. Adviezen worden uitsluitend gegeven voor informatieve doeleinden. Bij
gezondheidsklachten wordt geadviseerd een arts te
raadplegen.
OncoZorg maakt wetenschappelijke informatie over ondersteunende vormen van zorg bij kanker toegankelijk voor
een breed publiek. Deze informatie spitst zich toe op zorg bij de ziekte kanker en de daarmee gepaard gaande problemen. In Nederland zal het aantal kankerpatiënten en het aantal mensen dat kanker overleeft de komende jaren
significant stijgen. Ondersteunende zorg, bijvoorbeeld op het gebied van voeding en beweging, pijnmanagement en
mindfulness, richt zich op preventie en verbetering van de kwaliteit van leven. Deze zorg wordt steeds breder gewaardeerd en toegepast, zowel door patiënten als door specialisten. Inspelen op ontwikkelingen rond deze thema’s is
onze missie. De groep overlevenden groeit eveneens en op de langere termijn krijgen velen te maken met de gevolgen van de behandelingen, zoals vermoeidheid en dermatologische klachten. Naast de aandacht voor het managen
van de fysieke en mentale aspecten die de ziekte kanker met zich meebrengt, is in OncoZorg ook aandacht voor de
sociale belemmeringen voor patiënten en hun omgeving. Supplement werkt nauw samen met de afdeling Integrative
Oncology het Memorial Sloan-Kettering Cancer Center in New York. Deze afdeling van de grootste en meest vooraanstaande oncologische academische kliniek ter wereld dient als voorbeeld voor vele ziekenhuizen wereldwijd. De integratieve zorgondersteuning levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van leven van kankerpatiënten. OncoZorg
is een informatiebron voor zowel zorgverleners als zorgvragers.
www.oncozorg.nl
Download