3e jaargang ∙ februari 2017 Cold Caps Hoofdkoeling kan haarverlies bij chemo voorkomen Aspirine Hoe een lage dosering kanker kan helpen voorkomen Voeding bij kanker Goede en slechte keuzes Voorwoord In deze OncoZorg vertelt Jeanne Vogel, de hoofdredacteur van het standaardwerk Handboek voeding bij kanker, op bladzijde 10 over de rol van voeding bij kanker. Vogel is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw actief als diëtist, en heeft de tijd nog meegemaakt dat duizenden kankerpatiënten zich vastklampten aan de diëten van Cornelis Moerman en Hans Houtsmuller. Dat was de tijd dat “patiënten op hun sterfbed nog geen kopje thee durfden te drinken, omdat dat niet paste in hun dieet”. Anno 2017 zijn zulke patiënten er nauwelijks meer. De zware Moerman- en Houtsmullerdiëten, waarvan de toegevoegde waarde nooit in wetenschappelijk onderzoek is aangetoond, zijn van het toneel verdwenen. En dat is maar goed ook. Daarnaast vindt u in deze OncoZorg op bladzijde 16 een artikel van de oncologie-fysiotherapeut Lianne Holzapfel. Holzapfel haalde in haar onderzoek boven water dat borstkankerpatiënten na hun behandeling vaak worden overvallen door lichamelijke klachten, en behoefte hebben aan meer praktische informatie. Wie zei dat gedragswetenschappelijk onderzoek van ondergeschikt belang is in de oncologie? Wij gelukkig niet. Nu ik erover nadenk: is er ooit weleens een gedragswetenschappelijk onderzoek geweest naar de drijfveren van individuen als Moerman, Houtsmuller en hun hedendaagse equivalenten, die zich verdringen rond verontruste en angstige kankerpatiënten? Een studie die duidelijk maakt wat dergelijke individuen, zonder noemenswaardige kwalificaties, bezielt om zich een messiasrol aan te meten tegenover een uiterst kwetsbare groep? Als zo’n studie er nog niet is, dan hoort u mij niet zeggen dat zo’n studie er zou moeten komen - hoe prangend die vraag ook is. De fondsen en budgetten van de wetenschap zijn beperkt, en onderzoek kost geld – veel geld. Dat geld kunnen we beter besteden aan kankerpatiënten, dan aan de ijdele charlatans die parasiteren op hun ziekte. Mischa P.M. Nagel, Directeur OncoZorg Inhoud Voeding bij kanker Goede en slechte keuzes 4 Interview: Voeding bij kanker Niet genezen, maar randvoorwaarden creëren 10 Slechte vetten Kunnen de uitzaaiing van tumoren versnellen 14 Informatiebehoefte bij borstkanker Omtrent lichamelijke klachten bij patiënten met borstkanker 16 Actualiteiten Nieuws en informatie over oncozorg 22 Aspirine Hoe een lage dosering kanker kan helpen voorkomen 24 Cold caps Hoofdkoeling kan haarverlies bij chemo voorkomen 26 Chemobrein Kan een jaar na chemokuur nog steeds aanwezig zijn 28 FytoFacts Phellinus linteus (PL) 30 Referenties en colofon 34 Voeding bij kanker Goede en slechte keuzes Door: Marion L. de Graaf Wanneer patiënten van hun arts te horen hebben gekregen dat ze kanker hebben, vragen ze zich vaak af of ze hun voedingspatroon moeten veranderen. Is er een dieet dat de kans op genezing vergroot? Moeten ze zwaarder worden of juist afslanken? Is het verstandig om voedingssupplementen te gaan gebruiken? De antwoorden die het internet, sommige complementaire zorgverleners en populaire media op deze en andere vragen geven, zijn vaak inconsistent, niet zelden onjuist en soms zelfs qua uitwerking regelrecht gevaarlijk. Gezondheidswetenschappers twijfelen niet meer aan het belang van leefstijlfactoren, zoals gevarieerd eten en een gezond gewicht bij kanker. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat voeding kanker kan genezen, hebben honderden studies inmiddels aangetoond dat voedingsgerelateerde leefstijlfactoren de effectiviteit van de behandeling kunnen maximaliseren, en kunnen bijdragen aan het op peil te houden van de kwaliteit van leven doordat ze de ongewenste bijwerkingen van de behandeling kunnen verlichten. Daarnaast kunnen leefstijlfactoren op de langere termijn het risico op recidive en chronische ziektes verminderen, en de kans op het bereiken van een hoge leeftijd vergroten. Kankerpatiënten die na de diagnose dikker worden, hebben bijvoorbeeld minder goede prognoses dan patiënten bij wie geen groei van de vetmassa optreedt. Aanpassing van de voeding en lichaamsbeweging helpen Pagina 4 ∙ Februari 2017 ∙ de gewichtstoename in de hand te houden, en kunnen dan ook de prognoses verbeteren. Belangrijker dan het voorkomen van overgewicht is de bescherming van de spiermassa tijdens de behandeling van kanker. Een randvoorwaarde daarvoor is een dieet met voldoende eiwitten. Tijdens alle stadia van de behandeling geldt, dat een adequate eiwitinname op de langere termijn de kans op herstel en overleving bij kankerpatiënten optimaliseert. Voedingswetenschappers adviseren daarvoor dierlijke voedingsmiddelen met weinig verzadigd vet, zoals vis, mager vlees en gevogelte zonder huid. Ook plantaardige voedingsmiddelen zoals bonen en noten leveren eiwitten, ook al is hun biologische waarde minder dan die van de dierlijke eiwitten. Een bijkomend voordeel van plantaardige eiwitrijke voedingsmiddelen is dat ze ook rijk zijn aan voedingsvezels en andere gezondheidsbevorderende stoffen. Voeding bij kanker In dit artikel behandelen we een aantal voedingskeuzes die in meer of mindere mate populair zijn onder kankerpatiënten. Op sommige is weinig negatiefs aan te merken, mits aan enkele randvoorwaarden is voldaan. Over andere voedingskeuzes zijn we kritisch. Diverse diëten Goede voeding is geen sinecure. Een gezond dieet werpt pas zijn vruchten af op de langere termijn. Een korte periode gezonder eten zet dus weinig zoden aan de dijk. Het vasthouden aan een gezonder dieet over een langere periode, ook al wordt het niet altijd even nauwgezet gevolgd, echter wel. Wie gezonder wil gaan eten moet dus eetgewoonten vinden die passen bij de eigen smaak en het gestelde doel. Het maakt uit of iemand vooral wil afslanken of juist spiermassa wil houden, en of iemand uit een familie komt waarin chronische ziekten als diabetes type-2 en hart- en vaatziekten voorkomen. Een diëtist kan kankerpatiënten helpen bij het samenstellen van een goed dieet. Deze hulp geldt dubbel en dwars voor kankerpatiënten met slik-, maag- en darmklachten. Mediterraan dieet Veel van de recente inzichten over gezonde voeding zijn het resultaat van het bestuderen van het traditionele dieet in landen rond de Middellandse Zee. Dit mediterrane dieet vermindert volgens studies het risico op chronische ziekten, en ook op verschillende vormen van kanker.1,2 Dit dieet is in veel gevallen ook uitstekend geschikt voor kankerpatiënten die tijdens de behandeling zo fit en vitaal mogelijk willen blijven, en op de langere termijn hun risico op recidive willen verminderen. Het mediterrane dieet bestaat onder meer uit ruime hoeveelheden fruit, groene groenten, peulvruchten, zoals bonen en linzen, volle granen, een bescheiden hoeveelheid noten, zaden, vis olijfolie en relatief weinig vlees en zuivelproducten. Intensief bewerkte vleesproducten, zoals knakworsten en lunchworsten, ontbreken vrijwel volledig. Maaltijden worden zelf bereid, kant-en-klare voedingsmiddelen spelen geen rol van betekenis. Hoewel het mediterrane dieet een gering alcoholgebruik toelaat, moeten we er toch op wijzen dat zelfs matig alcoholgebruik het risico op sommige vormen van kanker kan verhogen. ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 5 Voeding bij kanker Vegetarisch dieet Een vegetarisch dieet is verstoken van vlees en vis en is gebaseerd op het eten van plantaardige voeding. Vegetariërs zijn er echter in soorten en maten. Zo eten lacto-ovo-vegetariërs geen vlees en vis, maar wel zuivelproducten en eieren. Lactovegetariërs eten geen vlees, geen vis en geen eieren, maar wel zuivelproducten. Veganisten of volledige vegetariërs eten volstrekt geen dierlijke producten, en dus ook geen zuivelproducten en eieren. Daarnaast bestaan er nog allerlei variaties. Zo eten sommige veganisten wel vis. Vegetariërs kunnen voor een vegetarisch dieet kiezen om ethische en filosofische redenen, of om zorgen over het milieu. Daarnaast kiezen steeds meer mensen voor het vegetarisme vanwege de gezondheidsvoordelen. Zolang het de Pagina 6 ∙ Februari 2017 ∙ benodigde voedingsstoffen bevat, is een vegetarisch dieet inderdaad gezond. Een vegetarisch dieet gaat, omdat het geen cholesterol en doorgaans weinig verzadigd vet uit dierlijke producten bevat, vaak gepaard met een gezonde cholesterolhuishouding en een relatief laag risico op hartziekten, hoge bloeddruk en diabetes type-2. Daarnaast hebben vegetariërs dikwijls een lagere BMI dan niet-vegetariërs en een geringer risico op het krijgen van kanker.3,4 Om die reden kiezen ook kankerpatiënten soms voor een vegetarische voeding. De beschermende effecten van een vegetarisch dieet, waarvan vaak volle granen, groenten, fruit en bonen (inclusief soja) prominent deel uitmaken, zijn waarschijnlijk het gevolg van de combinatie van ruime hoeveelheden Voeding bij kanker voedingsvezels, mineralen zoals magnesium en kalium, vitamine C en E, foliumzuur, carotenoïden zoals bètacaroteen, flavonoïden en andere plantaardige stoffen, die gezamenlijk kunnen beschermen tegen kanker. Plantaardige eiwitten kunnen de eiwitbehoefte dekken, zolang die eiwitten maar voldoende in de voeding aanwezig zijn. Dat is bij een goed samengesteld vegetarisch dieet goed mogelijk als de totale inname van kilocalorieën maar hoog genoeg is. Als dat niet het geval is, bijvoorbeeld omdat door een leefstijl met weinig beweging de behoefte aan kilocalorieën gering is, of omdat de eetlust als gevolg van de behandeling te wensen overlaat, is een vegetarisch dieet geen gezonde optie. Vegetarische diëten kunnen een tekort hebben aan vooral vitamine B12 en vitamine D. Beide vitamines zitten vrijwel uitsluitend in dierlijke voedingsmiddelen. Om een tekort te vermijden is het bij een vegetarisch dieet raadzaam om beide vitamines in supplementvorm te slikken. Zorgen over soja Veel vegetariërs gebruiken sojaproducten als eiwitbron. Dat is logisch, want de biologische waarde van soja-eiwit is voor een plantaardig eiwit opmerkelijk hoog. Sommige mensen met een hormoongevoelige vorm van kanker vragen zich echter af of ze sojaproducten beter kunnen mijden, dit uit angst voor de isoflavonen in soja. Die stoffen imiteren in reageerbuisonderzoek en dierstudies in hoge concentraties en doses de werking van het vrouwelijke geslachtshormoon estradiol. Het is niet waarschijnlijk dat die hormonale effecten bij een normaal gebruik van reguliere sojaproducten zoals miso-soep, tofu, tempeh, soyamelk, edamame of sojabonen in hun oorspronkelijke vorm, een rol van betekenis spelen. Volgens grote studies onder borstkankerpatiënten heeft consumptie van reguliere sojaproducten geen nadelige invloed, en zou soja zelfs enige bescherming kunnen bieden tegen kankerrecidive, en het sterfterisico kunnen verminderen.5,6,7 Dat neemt niet weg dat patiënten beter geen supplementen met isoflavonen kunnen gebruiken. Die kunnen de concentratie isoflavonen in het lichaam mogelijk verhogen tot een niveau waarbij misschien wel negatieve gezondheidseffecten mogelijk zijn. Het macrobiotische dieet De macrobiotiek is gebaseerd op het yin-yang-principe van de oude Chinese geneeskunde, die yin en yang ziet als gelijkwaardige maar tegenovergestelde krachten die in alle componenten van het leven en het universum actief zijn. Het macrobiotische dieet is grotendeels plantaardig, en bevat veel volkoren producten, soepen op basis van gefermenteerde soja en zeegroenten. Vlees en zuivelproducten schitteren door afwezigheid. Vis, fruit, noten en zaden zijn in kleine hoeveelheden toegestaan, vegetarische tussendoortjes en cafeïnevrije thee mogen ook. De macrobiotische theorie is in het begin van de twintigste eeuw ontwikkeld door de Japanse filosoof George Ohsamwa. In de jaren vijftig propageerden Amerikaanse macrobioten dit dieet als kankergenezend, maar nadat stu- ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 7 Voeding bij kanker dies aantoonden dat deze claim geen hout sneed, is de populariteit van het macrobiotische dieet afgenomen. Niet alleen is er geen enkele combinatie van voedingsmiddelen die kanker kan genezen, maar het macrobiotische dieet kan bovendien een tekort aan nutriënten, zoals vitamine B12, vitamine D en calcium, in de hand werken.8 Dat dit zeker bij kankerpatiënten ernstige gevolgen kan hebben, moge duidelijk zijn. Metabole diëten In de jaren dertig van de vorige eeuw raakte het Gersondieet in zwang. Dit dieet is vernoemd naar de Duitse arts Max Gerson en betreft een vegetarisch dieet, dat volgens de bedenker in combinatie met koffieklisma’s en diverse supplementen, het lichaam moet ontgiften. Het bevat vooral vers fruit en groetensappen. Wie het dieet volgt eet dagelijks ongeveer 10 kilo fruit en groente, hoofdzakelijk in de vorm van vers sap, en slikt daarbij supplementen met extra enzymen die de spijsvertering zouden moeten stimuleren. De combinatie van dit dieet en de klisma’s zouden de galafscheiding van de lever stimuleren en gifstoffen uit het lichaam verwijderen. Dit dieet, en een aantal enigszins vergelijkbare diëten, zijn gebaseerd op de gedachte dat kanker het gevolg is van een opstapeling van toxines in het lichaam, en de daarop gebaseerde gevolgtrekking dat ontgifting de ziekte dus geneest. Moderne wetenschappers hechten uiteraard geen waarde aan deze aannames. Volgens onderzoek van het Amerikaanse National Cancer Institute is de toegevoegde waarde van het Gersondieet gelijk aan nul.9,10 Des- Pagina 8 ∙ Februari 2017 ∙ ondanks zijn er wereldwijd nog steeds klinieken die deze behandeling aan kankerpatiënten aanbieden. Het Nederlandse Moermandieet en het mildere Houtsmullerdieet vertonen gelijkenis met het Gersondieet, maar zijn minder extreem. Vasten en sapkuren Bij vasten ontzeggen mensen zich alle vormen van vast voedsel. Wie vast, beperkt zich tot het consumeren van vloeistoffen, vaak bij voorkeur vloeistoffen zonder voedingsstoffen. Bij sapkuren of sapvasten consumeren mensen gedurende een bepaalde periode, variërend van een paar dagen tot enkele weken, alleen vers fruiten groentesap. Sommige alternatieve behandelaars adviseren vasten- en sapkuren aan mensen die gezond willen blijven, en soms ook aan patiënten die hun genezingsproces willen bespoedigen. De pleitbezorgers zijn ervan overtuigd dat deze kuren giftige stoffen uit het lichaam verwijderen en het immuunsysteem stimuleren. Omdat deze kuren spierverlies bij kankerpatiënten in de hand kunnen werken, beschouwen oncologen en diëtisten ze echter als schadelijk. Antioxidanten Antioxidanten neutraliseren vrije radicalen, instabiele moleculen die vrijkomen bij de omzetting van voedingsstoffen in energie en activiteiten van het immuunsysteem. Omdat vrije radicalen lichaamscellen kunnen beschadigen, en daarbij ook gezonde cellen kunnen veranderen in kankercellen, hoopten wetenschappers in de vorige eeuw dat een voeding met veel antioxidanten kanker kan helpen voorkomen. Voeding bij kanker Vitamine D en kruiden Veel mensen - en dus ook veel kankerpatiënten - hebben minder vitamine D in hun bloed dan wetenschappers optimaal achten. Omdat er enkele aanwijzingen zijn dat het opheffen van het tekort aan vitamine D de perspectieven van kankerpatiënten misschien verbetert,13 slikken steeds meer kankerpatiënten supplementen met extra vitamine D. Omdat vitamine D bij een te hoge inname giftig kan worden, kunnen patiënten daarom beter eerst overleggen met hun arts wat de wenselijkheid van suppletie is. Het Voedingscentrum adviseert mensen die weinig buiten komen dagelijks 10 microgram vitamine D te slikken. Zeventigplussers zouden dagelijks 20 microgram vitamine D moeten innemen. Met kruidensupplementen kunnen kankerpatiënten beter terughoudend zijn. De kans op wisselwerking met hun medicijnen is levensgroot. Sommige kruidensupplementen belasten de lever of versterken de bijwerkingen van medicijnen, andere versnellen de afbraak van medicijnen, weer andere hebben een hormonale werking. Zeker vlak voor, tijdens en vlak na hun behandeling moeten kankerpatiënten in principe geen supplementen met kruidenextracten gebruiken. Antioxidanten als vitamine C, vitamine E en bètacaroteen zitten vooral in groenten en fruit, en in veel epidemiologische studies vermindert een hoge inname van groenten en fruit de kans op de meeste vormen van kanker. Er zijn bovendien aanwijzingen dat een gezonde voeding met relatief veel groenten en fruit de perspectieven van kankerpatiënten verbetert, en bijvoorbeeld de kans op secundaire tumoren vermindert. • Trials waarin grote groepen mensen langdurig forse doses antioxidanten in supplementvorm kregen toegediend, leverden echter weinig op. Meestal lieten ze geen effect zien. • In een inmiddels klassieke studies uit de jaren tachtig, uitgevoerd door oncologen van Mayo Clinic, voegde een dagelijkse inname van maar liefst 10 gram vitamine C niets toe aan de effectiviteit van een chemobehandeling.11 • In een aantal trials had suppletie met antioxidanten zelfs een averechts effect. In een studie waarin 540 pati- ënten met hoofd-halskanker radiotherapie ondergingen, bleek een dagelijkse inname van een supplement met 400 IE vitamine E het overlijdensrisico bijvoorbeeld met enkele tientallen procenten te verhogen.12 Het is nog niet helemaal duidelijk hoe hooggedoseerde supplementen met antioxidanten het sterfterisico van kankerpatiënten kunnen verhogen. Een theorie is dat het immuunsysteem bij het opruimen van kankercellen vrije radicalen gebruikt, en dat toediening van forse hoeveelheden antioxidanten in supplementvorm dat proces bemoeilijkt. Daarbij komt nog dat deze supplementen kankercellen kunnen beschermen tegen chemo- en radiotherapie, en daardoor deze behan∞ delingen minder effectief maken. ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 9 Interview: Voeding bij kanker Niet genezen, maar randvoorwaarden creëren Door: Willem Koert “Voeding kan kanker niet genezen, maar een goed samengesteld dieet kan de overlevingskansen van kankerpatiënten wel degelijk vergroten.” Dat vertelt diëtist Jeanne Vogel, de hoofdredacteur van Handboek Voeding bij kanker, het Nederlandse standaardwerk voor diëtisten en andere zorgprofessionals. Jeanne Vogel is al bijna vijftig jaar diëtist. Officieel is ze sinds 2011 met pensioen, maar dat weerhoudt haar er niet van om nog steeds productief te zijn. Vogel redigeert wetenschappelijke teksten, zodat ze geschikt zijn voor de website VoedingEnKankerInfo.nl, “de enige Nederlandstalige website die wetenschappelijk verantwoorde informatie geeft over voeding vóór, tijdens en na kanker”. Voor haar vakgenoten publiceerde ze in 2012, samen met een aantal collega’s, het Handboek Voeding bij Kanker. De herziene versie verscheen enkele maanden geleden bij Uitgeverij De Tijdstroom. Een boek voor professionals “Het is geen boek voor leken”, benadrukt Vogel. “Het is bedoeld voor diëtisten fysiotherapeuten, verpleegkundigen en artsen. In het boek gaan we jargon niet uit de weg, en beschrijven we gedetailleerd hoe die het dieet van verschillende groepen kankerpatiënten kunnen aanpassen. Patiënten zelf hebben er weinig aan. Die hebben meer aan VoedingEnKankerInfo.nl.” Pagina 10 ∙ Februari 2017 ∙ Meer informatie tinyurl.com/voeding-bij-kanker Het is de afgelopen jaren steeds duidelijk geworden dat voeding een rol van betekenis kan spelen in de zorg van kankerpatiënten. “Die rol is echter anders dan veel populaire artikelen in tijdschriften en websites doen vermoeden”, zegt Vogel. “Die suggereren dat voeding kanker kan genezen, en vertellen bijvoorbeeld dat stoffen in rode peper of broccoli kanker kunnen bestrijden. Het gaat daarbij echter bijna altijd om studies met proefdieren of cellen, waarvan de resultaten door de journalist vaak worden gegeneraliseerd naar kankerpatiënten.” Dat is onjuist, betoogt Vogel. Er zijn geen bewijzen dat kankers bij patiënten kunnen verdwijnen door rode pepers of broccoli. “Voeding alleen kan kanker niet genezen”, zegt Vogel. “Maar voeding kan er wel aan bijdragen dat kankerpatiënten in conditie blijven. En dat laatste is wat diëtisten beogen. Interview: Voeding bij kanker Ze willen kankerpatiënten tijdens de behandeling zo vitaal mogelijk houden, zodat de oncologen in staat zijn om hun werk te doen. Een goede conditie maakt dat de patiënt de behandelingen aankan, er minder last van heeft en vlotter herstelt. Chemo’s, radiotherapie en operaties trekken een zware wissel op patiënten. Een goed dieet kan voorkomen dat artsen die behandelingen noodgedwongen voortijdig moeten stopzetten of verminderen omdat de patiënt anders bezwijkt.” Een afgebroken behandeling verslechtert de overlevingskansen van patiënten, voegt Vogel daar nog aan toe. Suppletie Een andere misvatting, die door populaire media in de wereld is geholpen, is dat voeding – en dan vooral voedingssupplementen – de schade die chemobehandelingen aanrichten in het lichaam kunnen beteugelen. Er zijn in het alternatieve circuit nog steeds behandelaars actief die vanuit die gedachte megadoses antioxidanten, zoals vitamine C en E en selenium, aanbevelen. “Dat is riskant”, zegt Vogel. “Er is weliswaar betrekkelijk weinig wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van supplementen op kankerpatiënten, maar de studies die we wel hebben wijst in een andere richting. Antioxidanten als vitamine C lijken in hoge doses inderdaad cellen te beschermen tegen chemokuren, maar dat doen ze jammer genoeg ook met kankercellen. Toediening van deze stoffen in hoge doses kan de werking van chemokuren en bestraling ondergraven, en tumorgroei bewerkstelligen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.” Uiteraard streven diëtisten ernaar om kankerpatiënten voldoende vitamines en mineralen binnen te laten krijgen. Maar daarvoor zijn supplementen in de meeste gevallen niet nodig. “Een voeding volgens de Schijf van Vijf levert alle vitamines en mineralen op een betere manier dan supplementen”, zegt Vogel. Faliekant tegen alle supplementen is Vogel overigens niet. “Tekorten door slecht eten moeten natuurlijk worden aangevuld”, zegt ze. Bij borst- en prostaatkankerpatiënten die een hormoonbehandeling ondergaan kan suppletie met vitamine D botontkalking afremmen, en bij mensen met een tumor door langdurig alcoholgebruik kan suppletie met vitamine B1 de kans op neurologische afwijkingen beperken. ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 11 Interview: Voeding bij kanker Spierverlies voorkomen Het streven van diëtisten bij kanker komt er dus op neer dat ze kankerpatiënten in een zo goed mogelijke conditie willen houden. Van belang is dat patiënten voldoende vocht binnenkrijgen, plus de juiste hoeveelheid kilocalorieën, eiwitten en andere voedingsstoffen. Dat is vaak gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zeker tijdens zware behandelingen neemt de eetlust van kankerpatiënten af, maar heeft het lichaam om te herstellen van alle ingrepen tegelijkertijd wel veel voedingsstoffen nodig. “Het is niet alleen kwestie van ernstig gewichtsverlies voorkomen”, legt Vogel uit. “Voor conditie en weerstand is het van belang om zoveel mogelijk spiermassa vast te houden. Die loopt terug, Pagina 12 ∙ Februari 2017 ∙ en dat is zeker bij ouderen een probleem. Zeker bij hen is het nog maar de vraag of ze die verloren spiermassa ooit nog terug zullen krijgen. Als die ouderen door hun leeftijd toch al veel spieren hebben verloren, kunnen zij door hun behandeling misschien niet meer voor zichzelf zorgen.” Mensen met een normaal gezond dieet consumeren dagelijks per kilogram lichaamsgewicht ongeveer 0,8 tot 1 gram eiwit. Om de spiermassa van kankerpatiënten te beschermen is meer nodig, en dus streven diëtisten in de meeste gevallen naar een inname van 1,5 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. “Een diëtist stelt een dieet samen op maat, en houdt rekening met de voorkeuren van een patiënt”, zegt Vogel. “Als een patiënt niet houdt van vlees, dan kies je voor andere Interview: Voeding bij kanker voedingsmiddelen. Dat kan zalm zijn, of kaas, of yoghurt. Tegelijkertijd moet die voeding evenwichtig blijven, en als het kan voldoen aan de Schijf van Vijf.” Zeker bij patiënten met een tumor in hun buik of mond is het, de expertise van diëtisten ten spijt, niet eenvoudig om patiënten voldoende eiwitten te laten eten. “Als die patiënten worden bestraald, ontstekingen in hun mond of maag krijgen, en nauwelijks meer eetlust hebben, dan wordt het moeilijk om die hoeveelheid eiwit toch naar binnen te krijgen”, aldus Vogel. Een oplossing is soms om meerdere keren per dag kleine hoeveelheden te eten. Geconcentreerde medische voedingspreparaten, verrijkt met vitamines en mineralen, kunnen daarbij helpen. Soms is sondevoeding of infuusvoeding een optie. Het effect van eiwitrijke voeding is op zichzelf echter bescheiden, relativeert Vogel. “Als kankerpatiënten extra eiwitten binnenkrijgen en verder niets doen, dan gebeurt er nog niet zoveel. Effect op de spiermassa wordt pas echt goed zichtbaar als patiënten ook bewegen, en hun spieren gebruiken. Dat kan voor veel patiënten lastig zijn. En daarom werken diëtisten en oncologen steeds vaker samen met fysiotherapeuten. Die combinatie van dieet en training is niet alleen na de behandeling succesvol, maar ook daarvoor en zelfs al tijdens de behandeling.” De laatste fase De positieve gezondheidseffecten van een goed voeding worden zichtbaar op de langere termijn, en dat geldt ook voor de rol van voeding bij kanker. “Als die langere termijn er niet meer is, en een patiënt nog maar enkele maanden te leven heeft, dan heeft het geen zin meer om via voeding de conditie op peil te houden”, zegt Vogel. “Dan moet je als diëtist ophouden om patiënten te pushen om toch nog dat ’s avonds dat ene crackertje met zalm te laten eten. Het heeft geen zin meer.” Een enkele keer willen patiënten met een beperkt perspectief uit eigen beweging doorgaan met gezond eten. Ze willen nog niet opgeven. Daar is niets mis mee, vindt Vogel. “Soms geeft het de patiënt steun. Gelukkig is de tijd van de Moerman- en Houtsmullerdiëten nu wel voorbij. Ik heb de periode nog meegemaakt dat ernstig zieke patiënten zich tot het allerlaatst vastklampten aan die diëten, waarvan nooit is bewezen dat ze enig nut hadden. Wat dat betreft zijn de kankerpatiënten van nu een stuk beter geïnformeerd dan die van enkele decennia geleden, toen patiënten op hun sterfbed nog geen kopje thee durfden te drinken, omdat dat niet paste in hun dieet.” ∞ ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 13 Slechte vetten Kunnen de uitzaaiing van tumoren versnellen Van de redactie Een dieet met veel slechte verzadigde vetten verhoogt de kans dat tumoren zich over het lichaam verspreiden. Dat suggereert een dierstudie die Spaanse onderzoekers, verbonden aan het Barcelona Institute for Research in Biomedicine (IRB) hebben gepubliceerd in Nature. len daardoor agressiever en gingen ze Onderzoek zich makkelijker metastaseren. Volgens de Spanjaarden verhoogt een “We hebben dit nog niet in alle dieet met veel verzadigde vetten de actitumorsoorten uitgeprobeerd, maar we viteit van het eiwit CD36. Die ontdekking durven desondanks nu al te zeggen dat kan op termijn uitmonden in een nieuw een hoge aanmaak van CD36 een kenmedicijn dat de metastasering van kanmerk is van kankercellen die zich uitkercellen voorkomt. zaaien”, zegt Benitah. Voor hun onderzoek bestudeerden de In een dierstudie injecteerden de onderhoogleraar Salvador Aznar Benitah en zoekers kankercellen in twee groepen zijn collega’s diverse menselijke kankermuizen. De ene groep kreeg standaardcellen uit tumoren van patiënten met voer, met weinig vet, terwijl de expemondkanker, melanoom, ovariumkanrimentele groep voer kreeg waarin de ker, blaaskanker, longkanker en borstfabrikant extra spekvet hadden gestopt. kanker. De onderzoekers ontdekten dat Het vet in spek is voor veertig procent de cellen die zich konden uitzaaien meer verzadigd. Vergeleken met de controleCD36-eiwit aanmaakten dan de cellen groep zaaiden de tumoren in de expeniet metastaseerden. rimentele groep veelvuldiger uit. In de CD36 is een sensor voor vet, die op de controlegroep vonden de onderzoekers celmembraan zit en een rol speelt bij de metastases bij 30 procent van de muiopname van vetzuren door cellen. Hoe zen; in de experimentele groep was dat meer CD36 cellen aanmaken, hoe meer bij 80 procent van de muizen het geval. vetten kunnen ze opnemen. Bovendien werden de tumoren in de experimentele groep groter. Eerste experiment Toen de Spanjaarden door een gentechnologische ingreep relatief rustige kankercellen, die zich niet uitzaaiden, meer CD36 lieten aanmaken, werden die cel- Pagina 14 ∙ Februari 2017 ∙ Tweede experiment In een ander experiment stelden de onderzoeker humane mondkankercellen twee dagen bloot aan het verzadigde Slechte vetten vetzuur palmitaat, en injecteerden die cellen vervolgens in muizen. De Spanjaarden vonden na afloop van het experiment in alle proefdieren uitzaaiingen. Bij onbehandelde kankercellen was dat slechts bij de helft van de muizen het geval. In een laatste dierstudie behandelden Benitah en zijn team tenslotte met kankercellen geïnfecteerde muizen met antilichamen die het CD36-eiwit uitschakelden. Het middel verminderde het aantal metastases met 80 tot 90 procent. In 20 procent van de muizen verdween de mondkanker volledig. Voor zover de Spanjaarden dat konden overzien hadden de antilichamen geen bijwerkingen. De onderzoekers werken nu aan een nieuwe serie kankermedicijnen die zijn gebaseerd op de gebruikte antilichamen, en die in de toekomst mogelijk een breed spectrum van tumoren kunnen helpen bestrijden. Conclusie “We denken dat dit onderzoek een grote invloed zal hebben op de wetenschap, en het onderzoek naar metastases een impuls zal gegeven”, zegt Benitah. “En we hopen natuurlijk dat we in staat zullen zijn om de waarde van CD-36-blokkers als metastaseremmers aan te tonen. Dit soort doorbraken vinden niet elke dag plaats.” ∞ ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 15 Informatiebehoefte bij borstkanker Omtrent lichamelijke klachten bij patiënten met borstkanker Tekst: Lianne Holzapfel, MSc Patiënten met borstkanker hebben na afronding van de medische behandelingen veel vragen over de verdere zorg die zij nog nodig hebben. Volgens oncologie- en oedeemfysiotherapeut Lianne Holzapfel, werkzaam bij Medisch Centrum Zuid in Groningen, stelt voor om deze patiënten meer informatie te geven over de lichamelijke klachten die zij kunnen verwachten. Elk jaar krijgen meer dan 14.000 Nederlandse vrouwen de diagnose invasief mammacarcinoom.1 Hoewel de prognose voor vrouwen met een Pagina 16 ∙ Februari 2017 ∙ mammacarcinoom de laatste decennia sterk is verbeterd, krijgen veel vrouwen te maken met de negatieve lichamelijke gevolgen van de behandeling zoals een Informatiebehoefte bij borstkanker verminderde schouderfunctie, lymfoedeem, een postmastectomie-pijnsyndroom en een vervroegde menopauze. De Landelijke Richtlijn Mammacarcinoom, NABON 2012 stelt dat nazorg een essentieel onderdeel is van de individuele patiëntenzorg tijdens en na behandeling van kanker.2 Onder nazorg valt onder meer voorlichting, ingaan op klachten en symptomen en het signaleren van directe of late effecten van de ziekte en behandeling. Ondanks dat, hebben volgens de studie van Haq et al.3 patiënten met borstkanker na afronding van de medische behandelingen vaak het gevoel ‘verdwaald’ te zijn. Ook hebben zij veel vragen over hoe de zorg die zij nog nodig hebben verder wordt geregeld. Akechi et al.4 hebben onderzocht dat de behoeften van patiënten met borstkanker geassocieerd zijn met stress en kwaliteit van leven. Hoe meer onvervulde behoeften er waren, hoe meer stress patiënten ervoeren. Informatiebehoefte Borstkankervereniging Nederland heeft via een internetforum (Bforce) de informatiebehoefte van patiënten met borstkanker onderzocht, betreffende de ziekte en de late gevolgen.5 Het onderzoek betrof patiënten met borstkanker in verschillende stadia van de ziekte en familie en vrienden van patiënten die met de ziekte te maken hebben gehad. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er vooral behoefte was aan informatie over de late gevolgen, voor- en nadelen van Dit artikel is een verkorte versie van het artikel dat Lianne Holzapfel en Janine Hidding onlangs publiceerden in Fysiotherapie & Wetenschap. De integrale versie van dat artikel vindt u op tinyurl.com/oncozorg-holzapfel. behandelingen, het vermoedelijke ziekteverloop, de mogelijke bijwerkingen van de behandeling op korte termijn en hoe een behandeling in zijn werk gaat. Kaur et al.6 onderzochten de informatiebehoefte bij 154 patiënten met borstkanker, die meer dan een jaar geleden een operatie hadden ondergaan. Hieruit bleek dat bijna alle ondervraagde patiënten meer informatie wensten over het verloop van hun ziekte en de behandelresultaten. Daarnaast wilde 56 procent van de ondervraagden behoefte aan hulp bij het verminderen van lichamelijke klachten. Kowalski et al.7 onderzochten de informatiebehoefte van 5024 recent gediagnostiseerde patiënten met borstkanker die net een operatie hadden ondergaan. De patiënten gaven aan dat zij vooral informatie hadden gemist over manieren om de gezondheid te verbeteren, lichamelijke en psychische beperkingen en revalidatiemogelijkheden. Patiënten met borstkanker hebben na afronding van de medische behandelingen veel vragen over nazorg, maar de inhoud van deze informatiebehoefte is nog niet onderzocht. Liao et al.8 hebben onderzocht dat voorlichting en psychologische ondersteuning kan bijdragen ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 17 Informatiebehoefte bij borstkanker aan het verminderen van onvervulde behoeften, stress en angst van patiënten met borstkanker. Om deze redenen hebben oncologiefysiotherapeuten in Noord-Nederland voorgesteld om patiënten met borstkanker, die hun medische behandelingen net hebben afgerond, voor te lichten over lichamelijke klachten. Om voorlichting op maat te kunnen aanbieden, is met dit onderzoek inzichtelijk gemaakt welke informatie omtrent lichamelijke klachten patiënten met borstkanker tot drie maanden na afron- Pagina 18 ∙ Februari 2017 ∙ ding van chemotherapie en/of radiotherapie willen ontvangen. Onderzoeksopzet De deelnemers van dit onderzoek waren typerende gevallen. De deelnemers kwamen in aanmerking voor participatie indien zij woonden in Noord-Nederland (Groningen, Friesland of Drenthe), gediagnosticeerd waren met borstkanker, en geopereerd en behandeld waren middels chemo- en/of radiotherapie. De deelnemers hadden tot drie maanden geleden hun chemotherapie en/ Informatiebehoefte bij borstkanker of radiotherapie afgerond, maar konden nog wel hormoontherapie en/of immunotherapie ontvangen. Ze hadden bovendien een goede beheersing van de Nederlandse taal. Patiënten die niet de eerste keer de diagnose borstkanker hebben, patiënten jonger dan 18 jaar, mannen met borstkanker en patiënten die nog chemo- of radiotherapie ontvingen deden niet mee. We verzamelden de data door middel van een focusgroep en individuele interviews waarbij we bespraken. Dat gebeurde door de onderzoeker in de eerstelijns fysiotherapiepraktijk Medisch Centrum Zuid te Groningen, die de gesprekken vastlegde met een audiorecorder. Het onderzoek startte met een focusgroep die naar verwachting een uur zou duren, en waarbij de topics ‘lichamelijke klachten van deelnemers’ en ‘aan welke informatie over lichamelijke klachten hebben de deelnemers behoefte,’ aan de orde kwamen. Alleen de lichamelijke klachten waarover de focusgroep graag meer informatie wilde hebben, werden opgenomen in de analyse. Op basis van de resultaten van de focusgroep, inventariseerden we of de studiedeelnemers onderwerpen misten, en voegden we zo nodig topics aan de lijst toe. Vervolgens namen we individuele interviews af met behulp van de aangepaste topiclijst. De verwachtte duur van de interviews was 15 tot 30 minuten. We verwerkten alle data anoniem. Resultaten Twaalf deelnemers van 39-72 jaar deden mee in het onderzoek. Hun gemiddelde leeftijd was 50 jaar. De focusgroep bestond uit vijf deelnemers en er werden zeven individuele interviews afgenomen. Alle deelnemers, op één deelnemer na, zijn behandeld in het Martiniziekenhuis en het UMCG in Groningen. Op basis van de focusgroep werden de topics ‘zelfmanagement bij lichamelijke klachten’ en ‘begeleiding bij lichamelijke klachten’ toegevoegd. De deelnemers gaven aan dat zij informatie wilden ontvangen over pijn, seroomvorming, klachten van de wond, neuropathieën, mobiliteitsbeperking van de arm, gewichtstoename, verminderde spierkracht, verminderde conditie, vermoeidheid, overgangsklachten, oedeem in de borst, het axillary web-syndroom, klachten van het litteken, warme borst, rode plekken en een rode en warme rug. De patiënten hadden behoefte aan informatie over de oorzaak van hun lichamelijke klachten. Een deelnemer met een mobiliteitsbeperking van haar arm vroeg zich bijvoorbeeld af of haar pijn het gevolg was van de operatie was, en een studiedeelnemer met pijn op een bestralingsplek wilde weten of die pijn het gevolg was van de radiotherapie. Deelnemers wilden daarnaast weten of hun klachten reversibel waren. Een deelnemer met klachten van haar litteken vroeg zich bijvoorbeeld af of haar ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 19 Informatiebehoefte bij borstkanker pijn normaal was, maar ook of die pijn weer zou overgaan. Ook hadden patiënten behoefte aan informatie over de te verwachten lichamelijke klachten, zoals pijn tijdens de chemotherapie en seroomvorming. De patiënten die dit aankaartten vertelden dat ze graag van tevoren hadden willen weten dat deze verschijnselen konden optreden. De patiënten gaven ook aan dat zij graag willen weten wat zij zelf konden doen aan hun lichamelijke klachten, en of zij hierbij begeleiding moesten hebben. De patiënten vroegen zich bijvoorbeeld af of zie iets konden doen aan hun littekens, en of er begeleiding was waarmee ze konden voorkomen dat ze dikker werden door hun behandeling met hormoontherapie. Behoefte aan informatie op maat De deelnemers van dit onderzoek willen weten welke lichamelijke klachten zij kunnen of konden verwachten. De deelnemers willen weten wat de oorzaak en het beloop van hun lichamelijke klachten is en ook willen zij weten of hun lichamelijke klachten behandelbaar zijn. Pagina 20 ∙ Februari 2017 ∙ Informatiebehoefte bij borstkanker In meerdere studies is onderzocht dat behoefte aan voorlichting en ondersteuning bij lichamelijke klachten al in een vroeg stadium na de diagnose borstkanker aanwezig is, en ook lang blijft bestaan na de behandeling.4-15 Als voorlichting over lichamelijke klachten vroegtijdig is beschreven in het zorgpad, en patiënten goede voorlichting hebben gekregen over hun lichamelijke klachten, hebben zij op langere termijn minder onvervulde behoeften. Daarnaast zou de behandeling voor lichamelijke klachten door een oncologiefysiotherapeut gericht geïndiceerd kunnen worden in het individuele zorgplan. De oncologiefysiotherapeut kan vervolgens begeleiding, ondersteuning en behandeling bieden bij de lichamelijke klachten van patiënten met borstkanker. Deelnemers in dit onderzoek gaven aan dat zij informatie hebben gekregen over lichamelijke klachten. Door andere deelnemers is benoemd dat zij geen/ niet voldoende informatie hebben ontvangen over lichamelijke klachten. Hierdoor is het onduidelijk of behandelaars de Richtlijn Mammacarcinoom, NABON 2012 hebben gevolgd, en of alle deel- nemers op dezelfde manier zijn geïnformeerd. Daarbij moeten we wel opmerken dat studiedeelnemers ook hebben aangegeven dat zij informatie mogelijk wel hebben gekregen maar niet hebben onthouden. Bovendien gaven sommige deelnemers ook aan dat zij informatie niet wilden weten. Deelnemers gaven aan dat zij niet wisten waar zij terecht konden met vragen over lichamelijke klachten. Dit onderzoek is niet ingegaan op de vraag van wie en hoe de deelnemer informatie over lichamelijke klachten zouden willen ontvangen. Om deze vragen te kunnen beantwoorden moet verder onderzoek gedaan worden. Een dergelijk onderzoek kan bijdragen aan het leveren van een optimale zorg op maat. ∞ ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 21 Actualiteiten Nieuws en informatie over oncozorg Binnen één dag een second opinion voor patiënt met hersentumor Darmpoliepen met zaagtandvorm lastig op te sporen Het VUmc Hersentumorcentrum Amsterdam opent per 1 februari a.s. een second opinion spreekuur. Hier kunnen patiënten met een hersentumor binnen één dag een volledige screening en advies krijgen over hun medische behandeling. Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker mist het overgrote deel van zaagtandvormige poliepen, belangrijke voorlopers van darmkanker. Dit blijkt uit onderzoek van het AMC in Amsterdam. 15 tot 30 procent van alle darmkankers ontstaan uit deze poliepen met een zaagtandvorm en niet uit de rode bolle poliepen die wel door het bevolkingsonderzoek worden opgespoord. LEES VERDER Pagina 22 ∙ Februari 2017 ∙ LEES VERDER Actualiteiten Nieuws en informatie over oncozorg Onderzoekers ontwikkelen systeem dat huidkanker herkent Combinatie medicijnen verlengt levensverwachting alvleesklierkankerpatiënten Een team van onderzoekers van de Stanford-universiteit heeft een computer zodanig kunnen programmeren dat deze mogelijke tekenen van huidkanker kan ontdekken. Het apparaat doet dit net zo nauwkeurig als een dermatoloog, stellen zij. Door de techniek te gebruiken in een smartphone-app, zou men in de toekomst zelf verdachte plekken op hun huid analyseren. De levensduur van personen die lijden aan alvleesklierkanker, een van de meest dodelijke soorten van de ziekte, kan mogelijk worden verlengd dankzij een combinatie van twee medicijnen. Als patiënten na chirurgie de kankermedicijnen gemcitabine en capecitabine innemen, leeft bijna 29 procent van hen minstens vijf jaar langer. Dat blijkt uit een testonderzoek, gepubliceerd in The Lancet, dat werd gehouden door de universiteit van Liverpool onder ruim 700 patiënten. LEES VERDER LEES VERDER ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 23 Aspirine Hoe een lage dosering kanker kan helpen voorkomen Door: Mischa P.M. Nagel Een kleine dagelijkse dosis aspirine kan de vorming van kankercellen voorkomen. Naast gezonde voeding, lichaamsbeweging en het terugdringen van het gebruik van alcohol, suiker en tabak, kan aspirinegebruik daardoor misschien het pallet aan preventieve maatregelen tegen kanker verbreden. Dat suggereert Amerikaans reageerbuisonderzoek dat is gepubliceerd in AJP: Cell Physiology. Aspirine voorkomt bloedstolling De suggestie dat een kleine dosis aspirine kan helpen om kanker te voorkomen is niet nieuw. In september 2015 publiceerde de Preventive Services Task Force in de VS een aanbeveling over het dagelijks gebruik van een kleine dosis aspirine om hart- en vaatziekten en darmkanker te helpen voorkomen. Maar de manier waarop aspirine kan beschermen tegen kanker is nog niet precies bekend. Een theorie is dat aspirine de vorming van bloedstolsel voorkomt, en daarmee het uitgezaaide kankercellen moeilijk maakt om door de bloedbaan te reizen. Volgens die theorie gebruiken kankercellen bloedstolsels als transportvehikel. Het werk van wetenschappers van de Oregon Health and Science University en de Oregon State University borduurt voort op die theorie. “De beschermende werking van aspirine is mogelijk het gevolg van een effect op de bloedplaatjes, in plaats van rechtstreeks op tumorcellen,” zegt onderzoeksleider Owen Pagina 24 ∙ Februari 2017 ∙ McCarty, een professor bij de afdeling Biomedical Engineering aan OHSU. Bloedplaatjes zijn bloedcellen die stolsels vormen bij wonden om het bloeden te stoppen, en soms ook bloedstolsels vormen in de bloedbaan. Verhoogde activiteit bloedplaatjes Volgens de Amerikanen verhogen bloedplaatjes in agressieve kankercellen de activiteit van c-MYC, van een bepaald eiwit dat kankercellen helpt om zich te verspreiden. In cellen regelt c-MYC de werking van meer dan 15 procent van de genen. Het eiwit speelt een sleutelrol bij onder meer de leven-en-dood cyclus van cellen, de synthese van eiwitten en de stofwisseling. In veel kankercellen is c-MYC actiever dan normaal. De Amerikanen denken dat in het bloed circulerende uitgezaaide tumorcellen contact hebben met bloedplaatjes, en dat daardoor de activiteit van c-MYC een tandje hoger wordt gezet. Daardoor zijn de kankercellen in staat om sneller te groeien. Aspirinetherapie bemoeilijkt het contact tussen tumorcellen en Aspirine bloedplaatjes, en vermindert daardoor de kans dat tumorcellen door een overactief c-MYC-eiwit sneller gaan groeien Aspirine remt metastasering “In een vroeg stadium leven kankercellen in een voor hen vijandige omgeving”, vertelt co-auteur en hoogleraar Craig Williams van de OSU/OHSU College of Pharmacy. “Het immuunsysteem valt de cellen regelmatig aan, en probeert om de kankercellen uit te schakelen. Bloedplaatjes beschermen de uitgezaaide kankercellen daartegen, en faciliteren de metastasering. Remming met aspirine lijkt dat proces te bemoeilijken.” De onderzoekers experimenteerden met drie kankercellijnen. In twee lijnen activeerden bloedplaatjes het c-MYC-eiwit, en hief toediening van aspirine dat stimulerende effect op. Volgens andere studies is bij ongeveer een derde van darmkankerpatiënten en bij veertig procent van de patiënten met pancreaskanker de activiteit van c-MYC verhoogd. Uit andere onderzoek blijkt overigens ook dat voor de kankerremmende werking van aspirine geen hoge doses nodig zijn. Sterker, in een aantal studies is een dagelijkse dosis van 75 milligram (de dosis in een kinderaspirine) effectiever dan doses ∞ van 325-1200 milligram per dag. ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 25 Cold caps Hoofdkoeling kan haarverlies bij chemo voorkomen Van de redactie Het gebruik van cold caps kan de kans op haaruitval tijdens chemokuren drastisch verminderen. Die conclusie trekt de Amerikaanse oncoloog Julie Rani Nangia uit een experiment waarin 235 vrouwen met borstkanker meewerkten. Onderzoek De vrouwen kregen minstens vier chemobehandelingen met anthracyclines of taxanen. Een deel van de vrouwen droeg tijdens het toedienen van de chemo een cold cap, een ander deel niet. Na afloop van de behandelingen hadden alle vrouwen die geen cold cap droegen hun haar verloren. In de andere groep had iets meer dan de helft van hun hoofhaar Pagina 26 ∙ Februari 2017 ∙ geheel of gedeeltelijk behouden. Het positieve effect is ongeveer gelijk aan dat van vergelijkbare producten in eerder gepubliceerd onderzoek. De onderzoekers brachten de cold cap een half uur voordat de chemo begon aan, en haalden die pas anderhalf uur nadat de toediening van medicijnen was gestopt weg. “De tijd die nodig is voor de chemo neemt door deze aanvullende Cold caps behandeling dus aanmerkelijk toe”, zegt Nangia. “Dat is een nadeel.” De cap koelde de hoofdhuid af tot 18 graden Celsius. Serieuze bijwerkingen traden daarbij niet op, wel kregen sommige vrouwen hoofdpijn. Werking De cap werkt doordat bij lage temperaturen bloedvaten nauwer worden, waardoor de haarproducerende cellen in de hoofdhuid daardoor minder cytostatica toegevoerd krijgen. Om diezelfde reden kunnen patiënten met bloedkanker geen caps gebruiken. De kans bestaat immers dat hun behandeling door de caps minder effectief wordt. Hoewel oncologen ervan uitgaan dat bij de behandeling van solide tumoren cold caps geen risico’s opleveren, zullen Nangia en haar collega’s de proefpersonen nog vijf jaar volgen. Het onderzoek is betaald door een producent van cold caps, die werkt aan goedkeuring van zijn product door de Amerikaanse overheid. Een aantal caps heeft die goedkeuring enkele jaren eerder al gekregen. Het onderzoek is december 2016 gepresenteerd op het San Antonio Breast Cancer Symposium, en is nog niet gepubliceerd in een peer-reviewed wetenschappelijk tijd∞ schrift. ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 27 Chemobrein Kan een jaar na chemokuur nog steeds aanwezig zijn Door: Mischa P.M. Nagel Kankerpatiënten vertellen al jaren dat door hun chemokuren vergeetachtig worden en meer moeite hebben zich te concentreren en het maken van plannen. ‘Mist in je hoofd’, noemen patiënten en artsen het verschijnsel, of ‘chemobrein’. Het fenomeen is reëel, concluderen Amerikaanse oncologen in het grootste onderzoek naar deze bijwerking dat toe nu toe is verschenen. Onderzoek De Amerikaanse studie verscheen op 29 december 2016 op de website van de Journal of Clinical Oncology, en komt uit de koker van Michelle Janelsins van het Wilmot Cancer Center, een onderdeel van de universiteit van Rochester in New York. Aan het onderzoek werkten 58 vrouwen met borstkanker mee, en 364 vergelijkbare vrouwen zonder kanker. In beide groepen waren de vrouwen gemiddeld 53 jaar. Janelsins en haar collega’s bepaalden met vragenlijsten hoe de vrouwen zelf hun cognitieve vermogens waardeerden, zodat ze de vrouwen een Functional Assessment of Cancer Therapy-Cognitive Function-score (FACT-Cog) konden toekennen. Hoe hoger die is, hoe beter. De onderzoekers ondervroegen de vrouwen vlak voordat hun chemokuren begonnen, en herhaalden de procedure meerdere keren nadat de chemobehandeling was afgelopen. Uitkomst De onderzoekers ontdekten dat al voordat de chemokuur begon de vrouwen met borstkanker lager scoorden dan de gezonde vrouwen in de controlegroep. Dat was waarschijnlijk het gevolg van depressies, bezorgdheid en angst bij de kankerpatiënten. Na de chemobehandelingen zakten de FACT-cog-scores van de borstkankerpatiënten nog verder weg. Zes maanden na de chemo was volgens de onderzoekers Pagina 28 ∙ Februari 2017 ∙ Chemobrein het dieptepunt bereikt. Een jaar na de chemobehandeling waren de FACT-cogscores alweer licht aan het stijgen, maar van een volledig herstel was nog geen sprake. In een nog te publiceren studie, waarin de onderzoekers en groep vrouwen tot twee jaar na de chemo volgen, willen Janelsins en haar medewerkers nagaan in hoeverre een volledig herstel binnen die periode mogelijk is. Geen verzinsel De studie maakt in ieder geval wel duidelijk dat het ‘chemobrein’ geen verzinsel is, en ook geen zeldzaamheid is. De onderzoekers vonden bij 45 procent van de kankerpatiënten een verlaging van FACT-cog-scores. Een jaar na de chemo was dat nog steeds bij 37 procent van de patiënten het geval. Opmerkelijk is dat het type middelen dat bij de chemokuur werd ingezet geen factor van betekenis was. De vrouwen die anthracyclines hadden gekregen, een groep kankerremmers die ook hersen- en zenuwcellen aangrijpen, scoorden niet slechter dan vrouwen die geen anthracyclines kregen toegediend. Het wel of niet ondergaan van radiotherapie of antihormoontherapie had evenmin invloed. Wel een rol speelden de huidskleur en de leeftijd van de vrouwen. Bij vrouwen met een donkere huidskleur en jonge vrouwen kelderden de FACT-cogscores meer dan bij vrouwen met lichte huidskleur en oudere vrouwen. Verminderde cognitieve vermogens Een andere factor was de mate van depressie, angst en bezorgdheid voordat de chemobehandeling begon. Hoe hoger die waren, des te sterker was de afname van de scores. “Ons onderzoek toont aan dat een afname van de cognitieve vermogens bij kanker een substantieel probleem is voor vrouwen met borstkanker”, vertelt Janelsins in een persbericht van haar universiteit. “We zijn nu bezig met het analyseren van de uitkomsten van tests waarbij we die cognitieve vermogen objectief hebben gemeten. We proberen daarbij ook het mechanisme te achterhalen waardoor deze problemen ∞ ontstaan.” ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 29 FytoFacts / Phellinus linteus (PL) Verzorgende producten, zowel voor inwendig als uitwendig gebruik, bevatten vaak plantaardige bestanddelen. De namen van deze bestanddelen zijn meestal bekend: kijk bijvoorbeeld op het etiket van een willekeurig verzorgingsproduct en er staat meestal een plantaardige stof bij. Bij kankerpatiënten kunnen deze ingrediënten tot allergische reacties leiden: iets dat je ook als zorgverlener graag wilt voorkomen. Kruiden bevatten farmacologisch actieve stoffen en hebben daardoor mogelijk ook een nadelig effect op het behandeltraject. De rubriek FytoFatcs belicht de werking van stoffen uit plantendelen, waar mogelijk ondersteund door wetenschappelijk bewijs. Door: Jyothi Gubili, Msc Culturele en historische achtergrond Phellinus linteus (PL) is een vaste schimmel met een bittere smaak, die voornamelijk op moerbeibomen groeit. Hij behoort tot de Hymenochaetaceae basidiomycetes) die 220 bekende Phellinus-soorten omvat. PL heeft een lange geschiedenis van medische toepassing, die ruim 2.000 jaar teruggaat. Men neemt aan dat met deze paddenstoel bereide thee door keizers in het oude China en Japan genuttigd werd voor vitaliteit en een lang leven. De therapeutische eigenschappen van de paddenstoel werden voor het eerst gedocumenteerd in de klassieke Chinese geneeskunde, ten tijde van de Han-dynastie. PL wordt toegepast in de traditionele geneeskunde in Korea, Japan, Mongolië en China ter bevordering van de gezondheid, ter bescherming van de lever en ter verbetering van de bloedsomloop. Hij Pagina 30 ∙ Februari 2017 ∙ wordt voorgeschreven bij gastro-enterologische deficiëntie, diarree, bloedingen en menstruatieklachten. In onze tijd steeg de belangstelling voor onderzoek naar PL naar aanleiding van een onderzoek in 1968 in Japan, waaruit bleek dat PL een sterk antitumoreffect heeft. Wetenschappelijk onderzoek nadien heeft uitgewezen dat PL tevens ontstekingsremmende, immunomodulerende, anti-allergene, anti-angiogene en antioxidante eigenschappen bezit. Gebleken is dat bestanddelen als polysacchariden, proteoglycanen en hispolon voor deze biologische effecten verantwoordelijk zijn. De kankerwerende werking van PL-extracten wordt vermeld voor verschillende kankercellijnen zoals borst, prostaat, huid, longen, dikke darm en lever. Ook zijn er casusverslagen van tumorregressie bij kankerpatiënten. PL is evenwel nog niet in klinische trials nader onderzocht. Wetenschappelijke naam Phellinus linteus Algemene namen Meshimakobu, meshima, song gen, sanghuang Tot voor twintig jaar geleden was PL buiten Azië onbekend. Het is inmiddels echter populair in Europa en de VS. Het wordt traditioneel geconsumeerd als aftreksel van de paddenstoel, maar gekweekte paddenstoelen zijn inmiddels ook als voedingssupplement verkrijgbaar. Van het vruchtlichaam worden poeders en extracten bereid. Deze worden vaak aanbevolen voor de versterking van het immuunsysteem en voor de regulering van bloedglucose en bloeddruk. Daarnaast worden producten die PL en combinatie met andere medicinale paddenstoelen zoals reishi en maitake bevatten als aanvullende behandeling voor kanker aanbevolen. PL wordt ook als bestanddeel in bepaalde huidcrèmes toegepast. beschermend kunnen werken bij letsel en andere syndromen die te maken hebben met infarcten (kleine weefselgebieden met verminderde bloedtoevoer), hematomen (abnormale ophoping van bloed buiten een bloedvat) of bloedingen (snel oncontroleerbaar bloeden)7,8. Andere werkzame stoffen zoals interfunginen A helpen om proteïnemodificatie in hyperglycemische toestand te voorkomen, en kunnen voor diabetespatiënten gunstig werken9. PL geldt als veilig voor consumptie. Toch wordt kankerpatiënten geadviseerd om hun arts te raadplegen alvorens PL-supplementen in te nemen, gezien de immunomodulerende en antioxidante eigenschappen die met chemotherapie en bestraling kunnen interfereren.1,2 long-13, mond-14, prostaat-15 en huidkanker16. Van een PL-extract werd ontdekt dat het een synergetische werking had op 5-Flurouracil bij het remmen van de groei van cellen bij borstkanker en bij het teweegbrengen van autofagie (normaal fysiologisch proces dat voor het handhaven van cellulaire homeostase door vernietiging van disfunctionele bestanddelen zorgt)17. Er is een aantal gevallen gemeld van tumorregressie bij kankerpatiënten na orale inname van PL-extracten12,18,19. Er moet echter nog klinisch onderzoek worden uitgevoerd om de doeltreffendheid in het kader van kankerbehandeling vast te stellen. Klinische samenvatting Polysacharide-proteïne-complexen in PL hebben immunomodulerende3, anti-angiogene4, anti-osteoporotische5 en stralingwerende6 effecten in vitro en in vivo aangetoond. Een polyfenolisch bestanddeel gaf blijk van ontstekingsremmende eigenschappen, die In het kader van een mogelijk kankerwerende werkzaamheid wordt nader onderzoek naar PL gedaan. Diverse in vitro- en in vivo-studies hebben aangetoond dat in PL aanwezige bestanddelen een antineoplastische werking hebben op borst-10, darm-11, lever-12, ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 31 FytoFacts / Phellinus linteus (PL) Geadviseerd gebruik • • • • Ontsteking Immunomodulatie Preventie van diabetes Kankerbehandeling en preventie Bestanddelen • • • • • • • • • • • • Protocatecholzuur Protocatechualdehyde Cafeïnezuur Ellaginezuur Hispidin Davallialactone Hypholomine B Interfungine A Inoscavine A Meshimakobnol A / Meshimakobnol B Phelligridin G Phellifuropyranone A9,20 Werking Van in PL aanwezige furopyranone-bestanddelen werd aangetoond dat ze proteïneglycatie remmen, wat de behandeling en preventie van diabetische complicaties kan bevorderen9,21. Dankzij een PL-polysaccharide-extract verbeterde de functie van macrofagen, dendritische cellen, natuurlijke killercellen (NK), T- en B-cellen en werd ontsteking voorkomen door interferon (IFN-gamma), interleukine (IL-2) en tumornecrosefactoren (TNF-alpha) door TH1-cellen en macrofagen in niet-obese diabetische muizen te remmen; daarnaast activeerde het de interleukine-expressie (IL-4) in TH2-cellen. Deze observaties wijzen er tevens op dat PL mogelijk diabetes kan helpen te voorkomen21. Inotilone, een ander uit PL geïsoleerde stof, heeft een ontstekingsremmende werking die kan worden toegeschreven aan de verlaging van de malondialdehyde-niveaus (MDA); induceerbare stikstofmonoxide-synthase (iNOS); cyclo-oxygenase (COX-2); nucleaire factor (NF-kappa B) en matrix-metalloprotease (MMP)-9; en door de verbetering van de katalasewerking (CAT), superoxide-dismutase (SOD) en glutathion-peroxidase (GPx) via onderdrukking van de tumornecrosefactor (TNF-alpha) en stikstofmonoxide (NO)22. In ander onderzoek wordt hispidin, een in PL aanwezig fenolisch bestanddeel, genoemd om zijn beschermende werking tegen peroxynitriet-gemedieerde cytotoxiciteit, DNA-beschadiging en hydroxylradicale formatie23. Tevens is aangetoond dat PL de proliferatie van colonkankercellen bij mensen remt door B-cel-lymfoom (Bcl-2) (een apoptose-regelaar) en cycline B1 (regulerend pro- Pagina 32 ∙ Februari 2017 ∙ teïne dat bij celdeling betrokken is) te verlagen en cytochroom C24 te verhogen. Vergelijkbare effecten werden met een ander PL-extract behaald, dat een G0/G1-stilstand en apoptose in darmcarcinoomcellen bij mensen induceerde door de stimulering van p21(C1P1/ WAF1) (een celcyclusregulator), de afname van cycline D1 en Bcl2, afgifte van cytochroom C en activering van caspasen 9, 3 en 811. Afname van cycline-afhankelijke kinasen CDK2, 4 en 6, en dosis-afhankelijke apoptose werden vastgesteld in longkankercellen en na behandeling met PL25. Daarnaast is de onderdrukking van arylkoolwaterstofreceptor-activiteit en AhR-afhankelijke genexpressie vastgesteld - reactiepaden waarvan bekend is dat deze door het roken van sigaretten geactiveerd worden13. Bijwerkingen Door gebruik van PL wordt een verergering gemeld van pemphigus, een auto-immuunstoornis die wordt gekenmerkt door zweren en blaren op huid of slijmvliezen26. Voor patiënten Phellinus linteus (PL) is een medicinale paddenstoel die wordt toegepast in de traditionele geneeskunde in Korea, Japan, Mongolië en China. Hij werd gewaardeerd om zijn gezondheidsbevorderende werking en wordt vandaag de dag voorgeschreven voor de behandeling van gastroenterologische defici- ëntie, diarree, bloedingen en diabetes. Daarnaast wordt hij vaak vermengd met andere medicinale paddenstoelen zoals reishi en maitake, en aanbevolen voor de aanvullende behandeling van kanker. De in PL aanwezige bioactieve stoffen zijn o.a. polysacchariden en proteoglycanen. In het laboratorium en dierenproeven werden ontstekingsremmende, antioxidante kankerwerende eigenschappen van deze stoffen aangetoond. Volgens een aantal casusverslagen ondersteunde de orale inname van PL de regressie van bepaalde tumoren bij kankerpatiënten. Ter bevestiging van deze effecten moeten echter nog klinische trials worden uitgevoerd. PL wordt traditioneel als thee geconsumeerd, is in het reformhuis en online echter ook als supplement in poedervorm of als extract verkrijgbaar. Hoewel consumptie als veilig geldt, heeft de inname volgens een casusverslag geleid tot verslechtering van een auto-immuunaandoening die bekend is als pemphigus en wordt gekenmerkt door blaren op huid en slijmvliezen en door jeuk of een branderig gevoel. Bovendien kan PL ten gevolge van de immunostimulerende en antioxidante werking interfereren met bepaalde kankertherapieën. Patiënten wordt daarom aangeraden om vóór gebruik van PL-supplementen hun arts te raadplegen. ∞ ∙ Februari 2017 ∙ Pagina 33 Referenties Voeding bij kanker (pagina 4) ∞∞ 1. Grosso G, Buscemi S, Galvano F, Mistretta A, Marventano S, La Vela V, Drago F, Gangi S, Basile F, Biondi A. Mediterranean diet and cancer: epidemiological evidence and mechanism of selected aspects. BMC Surg. 2013;13 Suppl 2:S14. ∞∞ 2. Giacosa A, Barale R, Bavaresco L, Gatenby P, Gerbi V, Janssens J, Johnston B, Kas K, La Vecchia C, Mainguet P, Morazzoni P, Negri E, Pelucchi C, Pezzotti M, Rondanelli M. Cancer prevention in Europe: the Mediterranean diet as a protective choice. Eur J Cancer Prev. 2013 Jan;22(1):90-5. ∞∞ 3. Li D Effect of the vegetarian diet on non-communicable diseases. J Sci Food Agric. 2014 Jan 30;94(2):169-73. ∞∞ 4. Dinu M, Abbate R, Gensini GF, Casini A, Sofi F. Vegetarian, vegan diets and multiple health outcomes: a systematic review with meta-analysis of observational studies. Crit Rev Food Sci Nutr. 2016 Feb 6:0. [Epub ahead of print]. ∞∞ 5. Kang X, Zhang Q, Wang S, Huang X, Jin S. Effect of soy isoflavones on breast cancer recurrence and death for patients receiving adjuvant endocrine therapy. CMAJ. 2010 Nov 23;182(17):1857-62. ∞∞ 6. Guha N, Kwan ML, Quesenberry CP Jr, Weltzien EK, Castillo AL, Caan BJ. Soy isoflavones and risk of cancer recurrence in a cohort of breast cancer survivors: the Life After Cancer Epidemiology study. Breast Cancer Res Treat. 2009 Nov;118(2):395-405. ∞∞ 7. Shu XO, Zheng Y, Cai H, Gu K, Chen Z, Zheng W, Lu W. Soy food intake and breast cancer survival. JAMA. 2009 Dec 9;302(22):2437-43. ∞∞ 8. Caccialanza R, Pedrazzoli P, Cereda E, Gavazzi C, Pinto C, Paccagnella A, Beretta GD, Nardi M, Laviano A, Zagonel V. Nutritional Support in Cancer Patients: A Position Paper from the Italian Society of Medical Oncology (AIOM) and the Italian Society of Artificial Nutrition and Metabolism (SINPE). J Cancer. 2016 Jan 1;7(2):131-5. ∞∞ 9. Molassiotis A, Peat P. Surviving against all odds: analysis of 6 case studies of patients with cancer who followed the Gersontherapy. Integr Cancer Ther. 2007 Mar;6(1):80-8. ∞∞ 10. Cassileth B. Gerson regimen. Oncology (Williston Park). 2010 Feb;24(2):201. ∞∞ 11. Moertel CG, Fleming TR, Creagan ET, Rubin J, O’Connell MJ, Ames MM. High-dose vitamin C versus placebo in the treatment of patients with advanced cancer who have had no prior chemotherapy. A rando- mized double-blind comparison. N Engl J Med. 1985 Jan 17;312(3):137-41. ∞∞ 12. Bairati I, Meyer F, Jobin E, Gélinas M, Fortin A, Nabid A, Brochet F, Têtu B. Antioxidant vitamins supplementation and mortality: a randomized trial in head and neck cancer patients. Int J Cancer. 2006 Nov 1;119(9):2221-4. ∞∞ 13. Ma Y, Zhang P, Wang F, Yang J, Liu Z, Qin H. Association between vitamin D and risk of colorectal cancer: a systematic review of prospective studies. J Clin Oncol. 2011 Oct 1;29 Slechte vetten (pagina 14) ∞∞ 1. Pascual G, Avgustinova A, Mejetta S, Martín M, Castellanos A, Attolini CS, Berenguer A, Prats N, Toll A, Hueto JA, Bescós C, Di Croce L, Benitah SA. Targeting metastasis-initiating cells through the fatty acid receptor CD36. ∞∞ 2. Institute for Research in Biomedicine (IRB Barcelona). Tumor cells are dependent on fat to start metastasis: A study has identified the cells responsible for initiating and promoting metastasis in several types of human tumors. ScienceDaily. ScienceDaily, 7 December 2016. Informatiebehoefte bij borstkanker (pagina 16) ∞∞ 1. Integraal kankercentrum Nederland. Cijfers over kanker. Beschikbaar via: www.cijfersoverkanker.nl [Geraadpleegd op 17 april 2016]. ∞∞ 2. Integraal kankercentrum Nederland (ed.). Richtlijn Mammacarcinoom, NABON 2012. Versie: 2.0. Oncoline; 2012. ∞∞ 3. Haq R, Heus L, Baker NA, Dastur D, Leung FH, Leung FH, et al. Designing a multifaceted survivorship care plan to meet the information and communication needs of breast cancer patients and their family physicians: results of a qualitative pilot study. BMC Medical Informatics and Decision Making. 2013; 13(76). doi: 10.1186/1472-6947-13-76 ∞∞ 4. Akechi T, Okuyama T, Endo C, Sagawa R, Uchida M, Nakaguchi T, et al. Patient’s perceived need and psychological distress and/or quality of life in ambulatory breast cancer patients in Japan. Psychooncology. 2011; 20(5):497-505. doi: 10.1002/pon.1757 ∞∞ 5. Borstkankervereniging Nederland. Bforce. Beschikbaar via: www.bforce.nl [Geraadpleegd op 1 november 2015]. ∞∞ 6. Kaur N, Miglani R, Grover RK. Information and rehabilitation needs of Indian breast cancer patients: Report of a cross-sectional study. Indian J Cancer. 2014; 51(3): 262-266. doi: 10.4103/0019-509X.146768 ∞∞ 7. Kowalski C, Lee SYD, Ansmann L, Wesselmann S, Pfaff H. Meeting patients’ health information needs in breast cancer center hospitals – a multilevel analysis. BMC Health Services Research. 2014; 14(1):601. doi: 10.1186/s12913-014-0601-6 ∞∞ 8. Liao MN, Chen SC, Lin YC, Chen MF, Wang CH, Jane SW. Education and psychological support meet the supportive care needs of Taiwanese women three months after surgery for newly diagnosed breast cancer: A non-randomised quasi-experimental study. International Journal of Nursing Studies. 2014; 51(3):390-399. doi: http://dx.doi.org/10.1016/j.ijnurstu. 2013.07.007 ∞∞ 9. Fiszer C, Dolbeault S, Sultan S, Brédart A. Prevalence, intensity, and predictors of the supportive care needs of women diagnosed with breast cancer: a systematic review. Psychooncology. 2014; 23(4): 361-374. doi: 10.1002/pon.3432 ∞∞ 10. Burris JL, Amerson K, Sterba KR. A Closer Look at Unmet Needs at the End of Primary Treatment for Breast Cancer: A Longitudinal Pilot Study. Behavioral medicine. 2015; 41(2):69-76. doi: 10.1080/08964289.2014.889068 ∞∞ 11. Smith SL, Singh-Carlson S, Downie L, Payeur N, Wai ES. Survivors of breast cancer: patient perspectives on survivorship care planning. Journal of cancer survivership. 2011; 5(4): 337-44. doi: 10.1007/ s11764-011-0185-7 ∞∞ 12. Abdollahzadeh F, Moradi N, Pakpour V, Rahmani A, Zamanzadeh V, Mohammadpoorasl A, et al. Un-met supportive care needs of Iranian breast cancer patients. Asian pacific journal of cancer prevention. 2014; 15(9): 3933-3938. doi: 10.4103/0973-1075.138400 ∞∞ 13. Brédart A, Kop LJ, Griesser AC, Fiszer C, Zaman K, Panes-Ruedin B, et al. Assessment of needs, health-related quality of life, and satisfaction with care in breast cancer patients to better target supportive care. Annals of Oncology. 2013; 24(8):2151-2158. doi: 10.1093/annonc/ mdt128 ∞∞ 14. Au A, Lam W, Tsang J, Yau TK, Soong I, Yeo W, et al. Supportive care needs in Hong Kong Chinese women confronting advanced breast cancer. Psycho-oncology. 2013; 22(5):1144-1151. doi: 10.1002/pon.3119. ∞∞ 15. Uchida M, Ackechi T, Okuyama T, Sagawa R, Nakaguchi T, Endo C, et al. Patients’ Supportive Care Needs and Psychological Distress in Advanced Breast Cancer Patients in Japan. Japanese Journal of Clinical Oncology. 2011; 41(4):530-535. doi: 10.1093/jjco/ hyq230 Aspirine (pagina 24) ∞∞ Mitrugno A, Sylman JL, Ngo AT, Pang J, Sears RC, Williams C, McCarty OJ. Aspirin therapy reduces the ability of platelets to promote colon and pancreatic cancer cell proliferation: implications for the oncoprotein c-MYC. Am J Physiol Cell Physiol. 2016 Nov 30:ajpcell.00196.2016. doi: 10.1152/ajpcell.00196.2016. [Epub ahead of print]. ∞∞ Sandoiu A. New study explains how low-dose aspirin may prevent cancer. Medical News Today, 24 December 2016. MedicalNewsToday.com, laatst bezocht op 31-12-2016. Cold caps (pagina 26) ∞∞ Salamon M. ‘Cold Caps’ May Halt Breast Cancer Hair Loss. HealthDay News, Dec. 9, 2016. ∞∞ Grevelman EG, Breed WP. Prevention of chemotherapy-induced hair loss by scalp cooling. Ann Oncol. 2005 Mar;16(3):352-8. Chemobrein (pagina 28) ∞∞ Janelsins MC, Heckler CE, Peppone LJ, Kamen C, Mustian KM, Mohile SG, Magnuson A, Kleckner IR, Guido JJ, Young KL, Conlin AK, Weiselberg LR, Mitchell JW, Ambrosone CA, Ahles TA, Morrow GR. Cognitive Complaints in Survivors of Breast Cancer After Chemotherapy Compared With Age-Matched Controls: An Analysis From a Nationwide, Multicenter, Prospective Longitudinal Study. J Clin Oncol. 2016 Dec 28:JCO2016685856. [Epub ahead of print] ∞∞ University of Rochester Medical Center. Chemo-brain among women with breast cancer is pervasive, study shows. Persbericht, December 28, 2016. FytoFacts: Phellinus Linteus (pagina 30) ∞∞ Silva D. Medicinal mushroom Phellinus linteus as an alternative cancer therapy. Exp Ther Med. 2010 MayJun; 1(3): 407–411. ∞∞ Chen H, Tian T, Miao H, Zhao YY. Traditional uses, fermentation, phytochemistry and pharmacology of Phellinus linteus: A review. Fitoterapia. 2016 Sep;113:6-26. ∞∞ Kim GY LJ, Lee JO, Ryu CH, Choi BT, Jeong YK, Lee KW, Jeong SC, Choi YH. Partial characterization and immunostimulatory effect of a novel polysaccharide-protein complex extracted from Phellinus linteus. Biosci Biotechnol Biochem. May 2006;70(5):1218-1226. ∞∞ Song YS, Kim SH, Sa JH, Jin C, Lim CJ, Park EH. Anti-angiogenic, antioxidant and xanthine oxidase inhibition activities of the mushroom Phellinus linteus. J Ethnopharmacol. Sep 2003;88(1):113-116. Referenties ∞∞ Kim IH, Chung MY, Shin JY, Han D. Protective Effects of Black Hoof Medicinal Mushroom from Korea, Phellinus linteus (Higher Basidiomycetes), on Osteoporosis In Vitro and In Vivo. Int J Med Mushrooms. 2016;18(1):39-47. ∞∞ Han SB LC, Kang JS, Yoon YD, Lee KH, Lee K, Park SK, Kim HM. Acidic polysaccharide from Phellinus linteus inhibits melanoma cell metastasis by blocking cell adhesion and invasion. Int Immunopharmacol. Apr 2006;6(4):697-702. ∞∞ Huang SM, Chen JY, Chen CC, Su CC, Hu ML. Black Hoof Medicinal Mushroom Phellinus linteus (Agaricomycetes) Extracts Protect Against Radiation-Induced Hematopoietic Abnormality in Mice. Int J Med Mushrooms. 2016;18(5):425-31. ∞∞ Lee WY, Hsu KF, Chiang TA, Chen CJ. Phellinus linteus extract induces autophagy and synergizes with 5-fluorouracil to inhibit breast cancer cell growth. Nutr Cancer. 2015;67(2):275-84. ∞∞ Chang HY SM, Yang CH, Lu TC, Chang YS, Peng WH, Huang SS, Huang GJ. Analgesic Effects and the Mechanisms of Anti-Inflammation of Hispolon in Mice. Evid Based Complement Alternat Med. Apr 6. 2009. ∞∞ Suzuki S KT, Okada Y, Kobayashi T, Nakamura T, Hori T. Filtrate of Phellinus linteus Broth Culture Reduces Infarct Size Significantly in a Rat Model of Permanent Focal Cerebral Ischemia. Evid Based Complement Alternat Med. Jan 20. 2009. ∞∞ Lee YS KY, Jung JY, Lee S, Ohuchi K, Shin KH, Kang IJ, Park JH, Shin HK, Lim SS. Protein glycation inhibitors from the fruiting body of Phellinus linteus. Biol Pharm Bull. Oct 31 2008;31(10):1968-1972. ∞∞ Lu TL HG, Lu TJ, Wu JB, Wu CH, Yang TC, Iizuka A, Chen YF. Hispolon from Phellinus linteus has antiproliferative effects via MDM2-recruited ERK1/2 activity in breast and bladder cancer cells. Food Chem Toxicol. Aug 2009;47(8):2013-2021. ∞∞ Park HJ CS, Hong SM, Hwang SG, Park DK. The ethyl acetate extract of Phellinus linteus grown on germinated brown rice induces G(0)/G(1) cell cycle arrest and apoptosis in human colon carcinoma HT29 cells. Phytother Res. 2010 Jul;24(7):1019-26. ∞∞ Nam SW, Han JY, Kim JI, et al. Spontaneous regression of a large hepatocellular carcinoma with skull metastasis. J Gastroenterol Hepatol. Mar 2005;20(3):488-492. ∞∞ Mukai M KA, Hiramatsu N, Hayakawa K, Okamura M, Tagawa Y, Yao J, Nakamura T, Kitamura M. Blockade of the aryl hydrocarbon receptor pathway triggered by dioxin, polycyclic aromatic hydrocarbons and cigarette smoke by Phellinus linteus. Biol Pharm Bull. Oct 2008;31(10):1888-1893. ∞∞ Chen W, He FY, Li YQ. The apoptosis effect of hispolon from Phellinus linteus (Berkeley & Curtis) Teng on human epidermoid KB cells. J Ethnopharmacol. Apr 21 2006;105(1-2):280-285. ∞∞ Tsuji T DW, Nishioka T, Chen L, Yamamoto D, Chen CY. Phellinus linteus extract sensitizes advanced prostate cancer cells to apoptosis in athymic nude mice. PLoS One. Mar 31 2010;5(3):e9885. ∞∞ Shibata Y, Kurita S, Okugi H, Yamanaka H. Dramatic remission of hormone refractory prostate cancer achieved with extract of the mushroom, Phellinus linteus. Urol Int. 2004;73(2):188-190. ∞∞ Kojima H TN, Kariya S, Komemushi A, Shomura Y, Sawada S, Arai E, Yokota Y. A case of spontaneous regression of hepatocellular carcinoma with multiple lung metastases. Radiat Med. Feb 2006;24(2):139-142. ∞∞ Kojima K OT, Inoue M, Mizukami H, Nagatsu A. Phellifuropyranone A: a new furopyranone compound isolated from fruit bodies of wild Phellinus linteus. Chem Pharm Bull (Tokyo). Feb 2008;56(2):173-175. ∞∞ Kim HM KJ, Kim JY, Park SK, Kim HS, Lee YJ, Yun J, Hong JT, Kim Y, Han SB. Evaluation of antidiabetic activity of polysaccharide isolated from Phellinus linteus in nonobese diabetic mouse. Int Immunopharmacol. Jan 2010;10(1):72-78. ∞∞ Huang GJ, Huang SS, Deng JS. Anti-inflammatory activities of inotilone from Phellinus linteus through the inhibition of MMP-9, NF-κB, and MAPK activation in vitro and in vivo. PLoS One. 2012;7(5):e35922. ∞∞ Chen W, Feng L, Huang Z, Su H. Hispidin produced from Phellinus linteus protects against peroxynitrite-mediated DNA damage and hydroxyl radical generation. Chem Biol Interact. 2012 Sep 30;199(3):137-42. ∞∞ Li G KD, Kim TD, Park BJ, Park HD, Park JI, Na MK, Kim HC, Hong ND, Lim K, Hwang BD, Yoon WH. Protein-bound polysaccharide from Phellinus linteus induces G2/M phase arrest and apoptosis in SW480 human colon cancer cells. Cancer Lett. Dec 28 2004;216(2):175-181. ∞∞ Guo J ZT, Collins L, Xiao ZX, Kim SH, Chen CY. Modulation of lung cancer growth arrest and apoptosis by Phellinus Linteus. Mol Carcinog. Feb 2007;46(2):144-154. ∞∞ Jin SP, Hong JS, Chung JH. Exacerbation of pemphigus following Phellinus linteus ingestion. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2011 Apr;25(4):492-3. Colofon Dit is een uitgave van: Supplement BV Luchtvaartstraat 1a 1059 CA AMSTERDAM 020 - 670 5000 | www.oncozorg.nl Adviseurs Drs. Adjiedj Bakas Prof. dr. P.A.M. Vierhout, chirurg np Redactie Ir. Willem Koert, wetenschapsjournalist Drs. Ivo J.F. Spekman Mischa P.M. Nagel Auteurs Marion L. de Graaf Lianne Holzapfel, MSc Vormgeving Liz Hatenboer, Supplement /OncoZorg @OncoZorg OncoZorg Abonnement Compleet jaarabonnement Zes digitale edities plus twee gedrukte edities. € 45,00 per jaar (excl. 6% btw). Digitaal jaarabonnement Zes digitale edities voor € 35,00 (excl. 6% btw). Pocketabonnement U ontvangt de pocketedities voor € 14,95 (excl. 6% btw) per pocketeditie. Losse artikelen € 5,00 (excl. 6% btw) per artikel. Stuur een e-mail naar [email protected] met als onderwerp de titel van het artikel. Sponsoring Voor sponsoring biedt OncoZorg verschillende mogelijkheden. Informatie hierover kan worden aangevraagd via [email protected]. Copyright & Disclaimer Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar worden gemaakt zonder toestemming van de uitgever. Supplement is niet aansprakelijk voor schade of letsel die het gevolg is van het gebruik van informatie uit dit magazine. Adviezen worden uitsluitend gegeven voor informatieve doeleinden. Bij gezondheidsklachten wordt geadviseerd een arts te raadplegen. OncoZorg maakt wetenschappelijke informatie over ondersteunende vormen van zorg bij kanker toegankelijk voor een breed publiek. Deze informatie spitst zich toe op zorg bij de ziekte kanker en de daarmee gepaard gaande problemen. In Nederland zal het aantal kankerpatiënten en het aantal mensen dat kanker overleeft de komende jaren significant stijgen. Ondersteunende zorg, bijvoorbeeld op het gebied van voeding en beweging, pijnmanagement en mindfulness, richt zich op preventie en verbetering van de kwaliteit van leven. Deze zorg wordt steeds breder gewaardeerd en toegepast, zowel door patiënten als door specialisten. Inspelen op ontwikkelingen rond deze thema’s is onze missie. De groep overlevenden groeit eveneens en op de langere termijn krijgen velen te maken met de gevolgen van de behandelingen, zoals vermoeidheid en dermatologische klachten. Naast de aandacht voor het managen van de fysieke en mentale aspecten die de ziekte kanker met zich meebrengt, is in OncoZorg ook aandacht voor de sociale belemmeringen voor patiënten en hun omgeving. Supplement werkt nauw samen met de afdeling Integrative Oncology het Memorial Sloan-Kettering Cancer Center in New York. Deze afdeling van de grootste en meest vooraanstaande oncologische academische kliniek ter wereld dient als voorbeeld voor vele ziekenhuizen wereldwijd. De integratieve zorgondersteuning levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van leven van kankerpatiënten. OncoZorg is een informatiebron voor zowel zorgverleners als zorgvragers. www.oncozorg.nl