Ervaringen van verpleegkundigen en verzorgenden, binnen de

advertisement
Zinvolle zorg?
Het Zingevingsmodel nader bekeken
Een kwalitatief onderzoek naar de invulling van een
behoeftegestuurd zorgmodel op psychogeriatrische
afdelingen in het verpleeghuis
Naam :
Eline de Craen
Studentnummer :
3034763
Status :
definitief
Datum:
Mei 2008
Universiteit Utrecht
Masteropleiding Verplegingswetenschap
1e begeleider:
Dr. J.J. van der Bijl
2e beoordelaar:
Mw. Dr. F. de Boer
Stage-instelling:
Verpleeghuis Zevenaar te Zevenaar
Contactpersoon:
Mw. H. Verhoog
Aantal woorden:
5035 (excl. referenties en citaten)
Aantal woorden samenvatting:
266
Aantal woorden abstract:
233
Beoogde referentiestijl:
volgens Verpleegkunde
Samenvatting
Doel
Het inzichtelijk maken welke invulling gegeven wordt aan de centrale
concepten
van
een
behoeftegestuurd
zorgmodel
(Zingevingsmodel)
door
zorgverleners werkzaam binnen de psycho-geriatrie.
Methode
Er
heeft
een
kwalitatief
survey
plaatsgevonden
op
twee
psychogeriatrische afdelingen in een verpleeghuis. Gegevens zijn verzameld door
middel
van
12
semi-gestructureerde
interviews
bij
verpleegkundigen
en
verzorgenden. De data-analyse is gedaan met de Grounded Theory benadering.
Resultaten
Medewerkers
geven
aan
zich
prettig
te
voelen
bij
het
belevingsgericht werken, omdat zij veel meer rust en het loslaten van allerlei
regels ervaren. Daarnaast wordt veel op intuïtie gewerkt, maar deze acties
kunnen niet onder woorden gebracht worden en daardoor niet aan collega’s
worden
overgedragen.
Medewerkers
herkennen
de
centrale
concepten
(zorgrelatie, professionaliteit, contact, communicatie en creativiteit) behorende
bij de maieutische methodiek niet altijd.
Discussie
Medewerkers
herkennen
de
centrale
concepten
van
het
behoeftegestuurde zorgmodel niet als zodanig, maar de beschrijvingen die zij
geven van het werken volgens het zorgmodel komen in grote lijnen overeen met
de centrale concepten. Ook nieuwe concepten zijn naar voren gekomen. Verder
geven zij aan zich prettig te voelen bij het belevingsgericht werken, omdat zij
veel meer rust en het loslaten van allerlei regels ervaren. Echter niet alle
problemen in de zorgverlening kunnen met dit zorgmodel worden opgelost.
Conclusie Op grond van de uitkomsten van het onderzoek kunnen de centrale
concepten van het behoeftegestuurde zorgmodel bevestigd en aangevuld worden
met ervaringen uit de praktijk. Niet alle problemen in de zorgverlening worden
met het werken volgens de maieutische methodiek opgelost. Het dient daarom
aanbeveling om vervolgonderzoek te doen naar onder andere schriftelijke
communicatie en intuïtie.
Trefwoorden (5): kwalitatieve survey, Zingevingsmodel, belevingsgerichte
zorg, psychogeriatrie, verpleegkundigen.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-2-
Abstract
Aim To acquire insight into the manner in which professional caregivers within
psycho-geriatric care apply the core concepts of a need-based model (‘maieutic
method’).
Method A qualitative survey was conducted on two psycho-geriatric wards of a
nursing home. Data were collected by interviewing 12 nurses and care
attendants. The Grounded Theory Approach was used for data-analysis.
Results Nurses indicate they feel more comfortable working need- based, since
they experience more tranquility and are able to let go of some of the
procedures. In addition, nurses work intuitively. However, these actions cannot
be described and briefed to co-workers. Nurses don’t always recognize the
concepts of the maieuthic method.
Discussion Caregivers do not always recognize the core concepts of the needbased model, but their descriptions of working with the model correspond in
great detail with the core concepts. Also new concepts were mentioned.
Furthermore, working with the need-based model felt pleasant, because more
space and let go of several rules, was experienced. However, not all the
problems in psycho-geriatric care could be solved with this need-based model.
Conclusion The core concepts of the need-based model could be confirmed and
extended, based on experiences of professional caregivers working with this
model in daily practice.
Not all care
problems can be solved with the model.
Further research is recommended into written communication and working on
intuition.
Keywords (5): qualitative survey, need-based model, maieutic method, psychogeriatric care, nurses.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-3-
Inleiding
Binnen de praktijk van de verpleeg- en verzorgingshuiszorg speelt het
verpleegkundig handelingsproces met betrekking tot de planning en uitvoering
van de zorgverlening een belangrijke rol (De la Cuesta, 1983; Anonymus, 2006).
Er is binnen het verpleegkundig proces een onderscheid te maken in een
probleemgestuurde en een behoeftegestuurde aanpak. Bij de probleemgestuurde
aanpak gaat het om het in kaart brengen van problemen bij zorgvragers en het
oplossen daarvan, aan de hand van verschillende fasen, namelijk anamnese,
diagnose, planning, uitvoering en evaluatie (Wilkinson, 2000), terwijl bij de
behoeftegestuurde aanpak de beleving van de bewoner centraal staat en er
belang wordt gehecht aan het inspelen op de wensen en behoeften van bewoners
om het welbevinden te verhogen (Van der Kooij, 2003). Tevens wordt bij de
behoeftegestuurde aanpak aan het in stand houden en bevorderen van de
autonomie van de cliënt grote waarde gehecht (Anonymus, 2006).
Verschillende studies (Allen, 1998; Ehrenberg & Ehnfors, 2001;
Hansebo,
Kihlgren & Ljunggren, 1999; Kärkkäinen & Eriksson, 2004; Martin, Hinds & Felix,
1998; Voutilainen, Isola & Muurinen, 2004) maken inzichtelijk op welke wijze het
probleemgestuurde verpleegkundig proces gestalte krijgt en geven hiermee het
verschil tussen theoretische en praktische opvatting aan. In de praktijk blijkt dat
het probleemgestuurde verpleegkundig proces niet gehanteerd wordt, zoals
theoretisch verondersteld; namelijk het werken volgens de verschillende fasen
en dit vastleggen in een zorgplan.
Dit heeft vooral betrekking op de uitwerking van het probleemgestuurde
verpleegkundig proces in het zorgplan. Het gebruik van het probleemgestuurde
verpleegkundig proces heeft in verpleeg- en verzorgingshuizen tot (grote)
praktische problemen geleid. Deze problemen zijn vooral gerelateerd aan het
hanteren van de bijbehorende zorgplannen. Zorgplannen blijken bijvoorbeeld
niet up-to-date te zijn, worden onvolledig ingevuld en verschillend gehanteerd.
Hierdoor treden communicatieproblemen op in de zorgverlening rondom de
zorgvrager, met als gevolg afname van de kwaliteit van zorgverlening (Martin,
Hinds & Felix, 1998; Ehrenberg & Ehnfors, 2001; Voutilainen, Isola & Muurinen,
2004).
Binnen het probleemgestuurde verpleegkundig proces ligt de nadruk op
lichamelijk disfunctioneren. Daardoor wordt vooral de medische kant binnen de
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-4-
zorgverlening belicht (Griffiths, 1998; Hansebo, Kihlgren & Ljunggren, 1999;
Hyde et al. 2005; Taylor, 1997; Varcoe, 1996), met als gevolg dat de
verpleegkundige
zorgverlening
niet
wordt
beschreven
zoals
daadwerkelijk
uitgevoerd. Hierdoor geeft het zorgplan geen volledig beeld van de inhoud van
de verpleegkundige zorg (Kärkkäinen, Bondas & Eriksson, 2005). Heartfield
(1996) geeft aan dat op het moment dat een mens opgenomen wordt in een
intramurale
zorgsetting
deze
verandert
in
een
‘patiënt
met
gezondheidsproblemen’. Hierdoor worden de daadwerkelijke behoeften van de
zorgvrager niet in kaart gebracht (Kärkkäinen, Bondas & Eriksson, 2005).
Echter, iemand met een chronische ziekte of ouderdomsklachten zal niet meer
genezen. De primaire taak van verpleegkundigen en verzorgenden is, de
zorgvragers behorende bij deze doelgroep, chronisch zieken en ouderen, zo te
verplegen en te verzorgen, dat de kwaliteit van hun leven zoveel mogelijk
gehandhaafd blijft. Vooral voor deze zorgvragers is de kwaliteit van de
verpleegkundige
zorg
van
grote
betekenis
voor
de
kwaliteit
van
leven
(Grypdonck, 1999).
In 2006 is als antwoord op de hierboven beschreven problematiek, door ActiZ,
de
brancheorganisatie
voor
zorgondernemers,
het
Model-zorgleefplan
geïntroduceerd. Dit zorgleefplan gaat uit van een behoeftegestuurde, ook wel
belevingsgerichte genoemd, manier van werken door verpleegkundigen en
verzorgenden (Anonymus, 2006). Het is ontwikkeld als hulpmiddel in het kader
van de invoering van de Normen voor Verantwoorde Zorg in 2005. Keuzevrijheid,
eigen regie en veiligheid staan hierin centraal (Anonymus, 2006).
Deze ontwikkeling sluit aan bij het Maieutisch zorgconcept, welke ontwikkeld is
door Van der Kooij van het Instituut voor Zingevende Zorg (IMOZ). Dit instituut
houdt zich bezig met het implementeren van belevingsgerichte en zingevende
zorg.
Belevingsgerichte zorg is die zorg waarbij aandacht is voor de gevoelens van
mensen. Binnen het Maieutisch zorgconcept wordt gebruik gemaakt van
geïntegreerde belevingsgerichte zorg.
afgestemde
gebruik
van
Dit is het op de individuele bewoner
belevingsgerichte
benaderingswijzen
(Validation,
Reminiscentie en Snoezelen) en communicatieve vaardigheden geïntegreerd in
de dagelijkse zorgverlening. Hierbij wordt rekening gehouden met gevoelens,
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-5-
behoeften en lichamelijke en/of psychische beperkingen. Met als doel de
bewoner zoveel ondersteuning te laten ervaren bij de aanpassing aan de
gevolgen van opname in het verpleeghuis, zodat veiligheid ervaren wordt en de
bewoner in staat is het gevoel van eigenwaarde te behouden (Van der Kooij,
2003).
Het Maieutisch zorgconcept, in Nederland beter bekend onder de naam
Zingevingsmodel, is een model dat alle aspecten van de zorgverlening, namelijk
de
belevingswereld
vaardigheden,
de
van
bewoners,
belevingswereld
de
van
belevingsgerichte
zorgverleners,
de
omgangskundige
methodiek,
het
verpleegsysteem en de organisatorische consequenties in een samenhangend
geheel plaatst (zie figuur 1). Het heeft als doel dat verzorgenden zich vrij voelen
om authentiek en creatief met mensen om te gaan, dat zij zich bewust zijn van
de momenten van echt contact en dat ze kunnen verantwoorden hoe zij die
momenten tot stand hebben gebracht (Van der Kooij, 2003). De centrale
concepten die hierbij een rol spelen zijn: zorgrelatie, professionaliteit, contact,
creativiteit en communicatie.
Figuur 1
Zorgrelatie
Een zorgrelatie is een relatie tussen zorgverlener en bewoner, die zich kenmerkt
door contact met elkaar. Deze relatie is tijdelijk, vervangbaar en de zorgverlener
moet zich hierover kunnen verantwoorden (Van der Kooij, 2004). Binnen deze
zorgrelatie speelt de belevingswereld van de bewoner en zorgverlener een rol.
De belevingswereld kan worden opgevat als het geheel van bewuste ervaringen.
Om die belevingswereld te leren kennen speelt de levensgeschiedenis een
belangrijke rol. Hierbij gaat het om de psychologische karakteristiek van het
gezin van herkomst, het sociale en geografische milieu en de historische context
van de bewoner, diens meest betrokken naasten en van de zorgverlener.
Professionaliteit
Professionaliteit is te definiëren als: authentiek en creatief waarnemen, reageren
en (zo nodig) handelen en dit achteraf kunnen ver(ant)woorden. Binnen
professionaliteit staan drie kernwoorden centraal, te weten: contact, creativiteit
en communicatie (Van der Kooij, 2004). De zorgverlener handelt wel naar
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-6-
richtlijnen en aanbevelingen, maar het handelen is situationeel bepaald en kan
niet vooraf worden voorgeschreven.
Contact
Indien men spreekt van contact, dan
is
er sprake
van
een zodanige
gevoelsmatige wisselwerking tussen bewoner en zorgverlener dat zij zich door
elkaar bevestigd voelen en op waarde geschat. Binnen de maieutische methodiek
maakt de zorgverlener op een zoekende wijze contact door een houding waaruit
betrokkenheid en ontvankelijkheid spreekt (Van der Kooij, 2004).
Creativiteit
Onder creativiteit wordt verstaan dat een zorgverlener altijd weer iets nieuws
kan bedenken dat in deze situatie of binnen haar team nieuw is of dat in meer
algemene zin vernieuwend is (Van der Kooij, 2004).
Communicatie
Bij communicatie staat het proces van bewustwording, reflectie en methodische
uitwisseling binnen het team centraal (Van der Kooij, 2004). Daarnaast speelt
communicatie een grote rol bij het maken van contact, dat vervolgens leidt tot
het ontstaan van een zorgrelatie.
Zingevingsmodel
Het Zingevingsmodel is voor de praktijk uitgewerkt in een methodiek, de
maieutische methodiek genaamd. De maieutische methodiek bestaat uit de
mondelinge en schriftelijke communicatie over verzorging en behandeling van
bewoners.
De
maieutische
methodiek
verschilt
fundamenteel
van
het
probleemgestuurde verpleegkundige proces. De maieutische methodiek helpt
namelijk zorgverleners om belevingsgericht te observeren, informatie te halen uit
de levensgeschiedenis en zich bewust te worden van al die momenten en
situaties waarin ze geslaagd zijn om een positieve wisselwerking met een
bewoner tot stand te brengen. De methodiek oriënteert zich op de zorgbehoeften
en op positieve contactmomenten (Van der Kooij, 2004). Hiervoor kunnen een
aantal instrumenten gebruikt worden. Deze instrumenten worden in tabel 1
verder uitgewerkt.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-7-
Tabel 1
Probleemstelling
Onderzoek toont aan dat een behoeftegestuurd verpleegkundig proces, in de
zorg aan zorgvragers binnen de verpleeg- en verzorgingshuiszorg, voordelen
biedt
boven
ervaren
een
door
het
probleemgestuurd
verpleegkundig
behoeftegestuurde
proces.
verpleegkundig
Zorgverleners
proces
een
betere
aansluiting bij hun eigen werkwijze. Daarnaast ervaren zorgverleners minder
stress en vertonen bewoners minder angstreacties (Ehrenberg & Ehnfors, 2001;
Finnema et al., 2003; Finnema et al., 2005).
Momenteel is echter nog niet voldoende duidelijk of het gebruik van een
behoeftegestuurd verpleegkundig proces uiteindelijk de voordelen op zal leveren
waarvoor het ontwikkeld is. Verschillende onderzoeken geven aan dat ondanks
het in het verleden ingevoerde probleemgestuurde verpleegkundig proces de
kwaliteit van zorgverlening uiteindelijk niet verbeterde (De la Cuesta, 1983;
Allen, 1998; Varcoe, 1996). Om te voorkomen dat dit ook zal gebeuren met het
behoeftegestuurde verpleegkundig proces is het van belang om inzicht te krijgen
in de meerwaarde van deze methodiek.
Theoretisch wordt verondersteld dat verpleegkundigen en verzorgenden door het
gebruik van het Zingevingsmodel daadwerkelijk meer hun professie kunnen
ontplooien (Van der Kooij, 2003; Van der Kooij, 2004), maar de evidence om
deze uitspraak te kunnen funderen is nog niet volledig. Om deze evidence te
verkrijgen is het van belang om praktijkervaringen, van verpleegkundigen en
verzorgenden, met het Zingevingsmodel, in kaart te brengen, zodat inzichtelijk
wordt of het Zingevingsmodel in de praktijk wordt ervaren, zoals theoretisch
verondersteld. Daarnaast is het van belang de, zoals hierboven genoemde,
theoretisch geformuleerde concepten, behorende bij het Zingevingsmodel, te
concretiseren
aan
de
hand
van
ervaringen
van
verpleegkundigen
en
verzorgenden uit de praktijk.
Doelstelling
Het
inzichtelijk
maken
psychogeriatrische
welke invulling
afdeling,
geven
zorgverleners,
aan
de
werkzaam
maieutische
op
een
methodiek
(Zingevingsmodel), door het inhoud geven aan de centrale begrippen behorende
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-8-
bij de maieutische methodiek, namelijk zorgrelatie, professionaliteit, contact,
communicatie en creativiteit, met behulp van de (praktijk)ervaringen van
zorgverleners. Het onderzoek kan hierdoor een bijdrage leveren aan een
Evidence-Based verpleegkundig proces dat zorgt voor een toename van de
kwaliteit van zorgverlening, waardoor uiteindelijk de kwaliteit van leven bij
bewoners verhoogd wordt.
Vraagstelling
Op welke wijze geven zorgverleners (verpleegkundigen en verzorgenden),
werkzaam in een verpleeghuis op een psychogeriatrische afdeling, invulling aan
de zorgverlening volgens de maieutische methodiek?
Methode
Design
Op grond van de onderzoeksvraag is gekozen voor kwalitatief onderzoek, omdat
deze manier van onderzoek bij uitstek geschikt is om inzicht te krijgen in de
ervaringen van mensen en op de manier waarop deze ervaringen beleefd en
geïnterpreteerd worden (Bosch, 1996; Maso & Smaling, 2004; Holloway &
Wheeler, 2002). Als onderzoeksdesign is gekozen voor het kwalitatief survey,
omdat hiermee getracht wordt de aard van de kenmerken vast te leggen door
middel van het houden van open interviews waarmee de data verzameld wordt
(Jansen, 2005). Daarna vindt een analyse plaats die resulteert in één of meer
categorieën. Het onderzoeksverslag wordt afgesloten met een weergave van
resultaten welke worden toegelicht met interviewcitaten.
Onderzoekslocatie
Er is door drie onderzoekers een zelfde onderzoek uitgevoerd op verschillende
locaties in het land.
Het in dit artikel beschreven onderzoek is uitgevoerd binnen een verpleeghuis in
het oosten van Nederland dat werkt volgens de maieutische methodiek van
IMOZ. De onderzoekslocatie is door IMOZ aan de onderzoeker toegewezen. Via
IMOZ werd toegang tot de locatie verkregen.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
-9-
Het verpleeghuis wordt door IMOZ aangemerkt als een Best-Practice1, omdat er
managementbreed,
geïnvesteerd
in
op
het
middenkader-
randvoorwaarden,
en
op
uitvoerenden
cursussen
en
overige
niveau
middelen.
is
Het
ontwikkelingsproces loopt nog steeds. In de begroting is tot 2009 scholing en
borging van het werken volgens het Zingevingsmodel opgenomen, waardoor de
vernieuwing is verankerd in het beleid. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op
twee psychogeriatrische afdelingen.
Ethische aspecten
Op grond van de voorschriften van de Centrale Commissie Mensgebonden
Onderzoek (www.ccmo.nl ; 19-09-2007) kon gesteld worden dat dit onderzoek
niet getoetst hoefde te worden door de Medisch Ethische Toetsingscommissie,
omdat respondenten niet aan handelingen onderworpen werden en daarnaast
geen gedragswijze opgelegd kregen.
Er is toestemming gevraagd aan het management van het verpleeghuis om het
onderzoek uit te mogen voeren. Dit is middels een schriftelijke verklaring
toegezegd. Aan de medewerkers die meegewerkt hebben werd, na mondelinge
en schriftelijke informatie verstrekking over het onderzoek, de doelstelling van
het onderzoek, bescherming van de persoonsgegevens en de mededeling dat
deelname vrijwillig was, een ondertekend Informed Consent gevraagd. De
privacy is gewaarborgd doordat verkregen gegevens geanonimiseerd zijn.
Steekproef
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een doelgerichte steekproef
(Holloway & Wheeler, 2002; Jansen, 2005). Hiermee werd beoogd, door middel
van vooraf opgestelde criteria, een steekproef samen te stellen waarbij verwacht
werd de antwoorden op de vraagstelling te krijgen. De contactpersoon van de
instelling heeft, in overleg met de managers van de geïncludeerde afdelingen,
aan de hand van de door de onderzoeker opgestelde criteria (zie tabel 2)
respondenten geselecteerd voor de onderzoeker. Het onderzoek richtte zich op
gediplomeerde
verpleegkundigen
en
verzorgenden
die
werken
met
de
Best-Practice = baseren van behandelingen op de kwalitatief beste gegevens die op dat moment beschikbaar
zijn. Dit wordt dan evidence based nursing, best practice of good clinical practice genoemd. Evidence Based
Nursing is te vertalen als een verpleegkundige praktijkvoering die rekening houdt met beschikbare kennis,
ervaring en de context om te komen tot de best mogelijke zorg aan patiënten en hun familie en/of naasten (C.
Gamel, Blokboek Systematische Literatuurreview, Masteropleiding Verplegingswetenschap 2006/2007, UMC
Utrecht).
1
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 10 -
maieutische methode. In totaal zijn 12 respondenten, zowel mannen en
vrouwen, geïncludeerd aan de hand van een aantal inclusiecriteria. Deze criteria
waren:
gediplomeerd zijn voor een beroepsopleiding, zoals verzorgende,
ziekenverzorgende
en
verpleegkundige
opleiding
en
minimaal
twee
jaar
werkervaring. Naast een afgeronde beroepsopleiding heeft de respondent de
training van IMOZ gevolgd. Deze training kent drie varianten, te weten de
basisopleiding, de voortgezette opleiding en de opleiding tot consulent / interne
trainer. Een overzicht van de geïncludeerde respondenten is te vinden in tabel 3.
Allereerst zijn respondenten die alleen de basisopleiding gevolgd hebben
geïnterviewd, daarna respondenten met de voortgezette opleiding en tot slot
respondenten met de opleiding tot consulent / interne trainer. Er is voor deze
heterogene steekproef gekozen, omdat verwacht werd dat hiermee diepgang te
verkrijgen was en er uiteindelijk specifiekere data verkregen werd (Holloway &
Wheeler, 2002) .
Tabel 2
Tabel 3
Dataverzameling
Om de benodigde data te verzamelen zijn semi-gestructureerde interviews
afgenomen. Bij semi-gestructureerde interviews heeft de onderzoeker een begin
vraag over een aantal onderwerpen en vraagt dan aan de hand van de verkregen
informatie door. Er zijn semi-gestructureerde interviews aan de hand van een
topiclijst (zie tabel 4) afgenomen bij de geselecteerde verpleegkundigen en
verzorgenden. De topics zijn opgesteld met de te onderzoeken centrale
concepten, behorende bij het Zingevingsmodel, als leidraad en werden in de loop
van het onderzoek aangepast. Met deze topics werd een ingang beoogd tot het
onderwerp, waarna de onderzoeker zich liet leiden door het verhaal van de
respondent. Het afnemen van interviews gaf de mogelijkheid inzicht te
verwerven in de beleving van de geïnterviewde (Maso & Smaling, 2004;
Holloway & Wheeler, 2002). De interviews duurden gemiddeld een uur, werden
afgenomen in een multifunctionele ruimte en opgenomen met een digitale
voicerecorder.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 11 -
Tabel 4
Data-analyse
De data-analyse behorende bij het kwalitatief survey kan vergeleken worden met
de analyse volgens de systematiek van de Grounded Theory Approach (GTA)
(Holloway & Wheeler, 2002). Kenmerkend hieraan is dat dataverzameling en analyse door elkaar lopen (Bosch, 1996).
Hierbij zijn de interviews opgenomen en daarna uitgeschreven als een lopend
verhaal (transcriberen). Daarna is gecodeerd, met als doel concepten of thema’s
te identificeren. Dit is bereikt door allereerst regel voor regel open te coderen (in
vivo codes). Deze codes waren direct op de data gebaseerd. Daarna werden de
gevonden codes onderverdeeld in categorieën (Axiaal coderen). Die categorieën
samen werden gekoppeld aan de te concretiseren concepten, wat zich uitte in
een codeboom. Zie hiervoor tabel 5.
De analyse en interpretaties werden door de drie onderzoekers met elkaar en
met de begeleider van het onderzoek besproken. De uitwerking van de analyse is
handmatig gedaan en schriftelijk vastgelegd.
Tabel 5
Objectivering
Om de betrouwbaarheid en validiteit van de uitkomsten van het onderzoek
zoveel mogelijk te waarborgen, is tijdens de uitvoering van het onderzoek met
een aantal aspecten rekening gehouden (Baarda et al., 2001, Maso & Smaling,
2004).
De
nauwkeurige
en
gedetailleerde
beschrijvingen
van
respondenten,
de
uitgewerkte interviews en interpretaties naar aanleiding van de verkregen data
zijn door verschillende documentmappen in de computer gescheiden, hierdoor is
sprake van een audit trail.
Aangezien de
plaatsgevonden.
interviews zijn opgenomen heeft er geen member check
Er is wel een terugkoppeling van uitkomsten aan de
onderzoekslocatie gegeven.
De onderzoekers hebben elkaar regelmatig ontmoet en uitkomsten met de
begeleider afgestemd. De afspraken met de begeleider zijn vooral gebruikt om
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 12 -
de methode, analyse en interpretaties te bespreken en te verifiëren of bepaalde
keuzen logisch zijn. Om de methodologische kwaliteit te verhogen hebben de
onderzoekers
een
aantal
interviews
van
de
andere
medeonderzoekers
geanalyseerd (onderzoekertriangulatie). Concreet houdt dit in dat die interviews
onafhankelijk van elkaar geanalyseerd zijn om daarna onderling de analyses te
vergelijken. Op grond van deze vergelijking kan gesteld worden dat eenzelfde
invulling
aan
de
concepten
wordt
gegeven. (Peer examination
en
peer
debriefing).
De
externe
betrouwbaarheid
wordt
gewaarborgd
door
een
precieze,
gedetailleerde en transparante beschrijving in het rapport van de analyse van de
interviews, de situatie, condities en verantwoording van de gekozen methoden
en technieken.
Door het volgen van de onderzoeksopzet en het maken van veelvuldige notities,
reflectieve verslagen en methodische en theoretische memo’s wordt de interne
validiteit verhoogd.
Generalisatie wordt bereikt op het moment dat de uitkomsten van de drie
onderzoeken met identieke doelstellingen en hetzelfde theoretisch kader,
uitgevoerd op verschillende locaties worden samengevoegd en weergegeven in
één artikel. De uitkomsten van het onderzoek zijn onlangs globaal vergeleken en
vertonen vele overeenkomsten.
Resultaten
In deze paragraaf worden de antwoorden op de vraagstelling gepresenteerd. Er
zal worden ingegaan op de in de inleiding genoemde centrale concepten. Deze
concepten kunnen aan de hand van de verkregen data nader geconcretiseerd
worden. Daarnaast zijn kernbegrippen verplaatst of toegevoegd aan een centraal
concept. Een overzicht hiervan wordt in figuur 2 weergegeven. De resultaten
worden waar nodig ondersteund met interviewfragmenten.
Figuur 2
Zingevingsmodel
In
eerste
instantie
zei
het
begrip
Zingevingsmodel
medewerkers
niks.
Medewerkers hebben het idee belevingsgericht te werken, waarbij de behoeften
van de bewoners centraal staan. Men gaf aan het begin van de interviews aan
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 13 -
altijd al zo gewerkt te hebben, maar dat de wijze van werken nu legaal
bevonden wordt. Er wordt nu heel veel rust in het werken ervaren, omdat men
het idee heeft dat het alles moeten (volgens schema’s, tijden, management)
verdwenen is. Daarnaast wordt gesteld dat deze manier van werken een
karaktereigenschap is die beïnvloed wordt door de cultuur en de omgeving
waarin men werkt. Tevens geven medewerkers aan van alles te voelen, maar dit
niet (altijd) onder woorden te kunnen brengen.
Professionaliteit
Medewerkers vinden professionaliteit een moeilijk begrip. Dit blijkt uit de
interviews doordat men stilvalt als het over professionaliteit gaat. Worden echter
de kernbegrippen creativiteit, keuzevrijheid en ontwikkeling uitgevraagd, dan
weten medewerkers meteen pakkende
voorbeelden te geven. Dit
lijken
bruikbare, concrete begrippen te zijn. Naast de drie genoemde begrippen bleek
bewustwording ook een grote rol te spelen binnen professionaliteit.
Medewerkers koppelen creativiteit en keuzevrijheid echter aan elkaar. Zonder
keuzevrijheid, geen creativiteit. Hiermee wordt bedoeld dat medewerkers
aangeven dat zij vrijheid ervaren in het maken van keuzes bijvoorbeeld met
betrekking tot het maken van een dagindeling, zodat zij hun eigen creativiteit
kunnen ontplooien. Als concreet voorbeeld is interviewfragment 1 toegevoegd.
Interviewfragment 1: 2
R(1): Vroeger was t meer zo de zorg stond nummer 1 en dan was centraal dat moest en
dat moest en dat moest er goed uitzien. Terwijl je onbewust wel goed voor de mens op
zich zorgde, maar nu wordt er meer de nadruk opgelegd, zo van. Vroeger moest je
gewoon een excuus vinden, zo van nou. Ik denk van ja. Zo van er is personeel genoeg ik
ga met een paar bewoners ramen zemen met een paar dames. En dan moet je niet zien
hoe die ramen er uit zien, maar dan werd je zo aangekeken van zo, ja hallo moet dat
nou? Snap je? en dan denk ik van als je dat nou zou doen, oh wat leuk. Dat is het
verschil.
Ontwikkeling is
belangrijk voor medewerkers, omdat zij vinden kennis over
ziektebeelden te moeten bezitten. Deze kennis vergaren zij individueel of in
teamverband, door het volgen van bijscholingen, maar ook het lezen van
2
R=respondent; waarbij het nummer achter de R aangeeft uit welk interview dit fragment komt.
I=onderzoeker
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 14 -
vakliteratuur mag niet vergeten worden. Om zich te blijven ontwikkelen hebben
medewerkers van zichzelf en van collega’s een goede beroepshouding nodig.
Onder een goede beroepshouding wordt verstaan: goede zorg geven, kunnen
samenwerken, feedback geven en ontvangen, reflecteren en het hanteren van
het beroepsgeheim.
Bewustwording is door het werken met de maieutische methodiek belangrijk
geworden.
Door
de
cursussen
ervaren
de
medewerkers
een
grotere
bewustwording van hun eigen houding en inbreng, waardoor zij echt gaan kijken
naar de bewoners en zich in de bewoners in willen leven, om zo dicht bij de
beleving van de bewoners te komen.
Om, door middel van alle kernbegrippen (creativiteit, keuzevrijheid, ontwikkeling
en bewustwording) samen, aan de professionaliteit te werken, wordt door
medewerkers echter wel als eis gesteld dat er een goed team en een prettige
(werk)omgeving is. Men heeft het nodig om veiligheid en een open sfeer te
ervaren, zodat men het gevoel heeft de ruimte te krijgen zichzelf te mogen zijn.
Interviewfragment 2 geeft inzicht in hoe een zorgverlener omgaat met de
begrippen keuzevrijheid en creativiteit.
Interviewfragment 2:
R(8): Ja. dat klopt. Je kunt hier jouw ei kwijt. Als je denkt tussen de middag ik ga
wentelteefjes bakken. Je trekt een schort aan en je haalt een bewoner op en zegt kunt u
mij helpen en ook een schort aan. Samen eieren kloppen en er is niemand die hier zegt
dat mag niet en je moet dit doen of je moet dat doen. En dat is gewoon heerlijk. Je bent
niet zo aan regeltjes gebonden. (Plaatsnaam) zit natuurlijk aan veel meer regeltjes vast.
Ze moeten dit en ze moeten dat. Hier ben je veel vrijer. Ze zijn ook wel eens komen
kijken. Dan zeiden ze van ja, het is ideaal. Zoals morgen ook dan hebben we met de
collega’s samen afgesproken van we gaan eens een keer uit gaan eten. Dan gaan we
morgenmiddag met de bewoners pannenkoeken eten. Je bestelt een busje. Het
pannenkoekenhuis: één telefoontje en het is goed. Niemand die zegt van dat mag niet of
dat kan niet...
I: Hoe ga je dan om met middelen zoals tijd en geld?
R: Geld. Bewoners sparen daarvoor. Elke maand storten ze 35 euro in de bewonerspot.
En we hebben zoiets van laat ze er lekker van genieten en daar kopen we dus snoepjes
van en de drankjes en de uitjes doen we er van en de tijd we kijken gewoon naar de
bezetting op die dag. Het kost in principe niet meer mensen want alle mensen gaan mee.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 15 -
Zorgrelatie
Medewerkers konden niet onder woorden brengen wat onder zorgrelatie wordt
verstaan. Echter de vraag hoe men aan een zorgrelatie ging werken werd vlot
beantwoord.
Binnen de zorgrelatie spelen voor medewerkers de twee kernbegrippen,
levensgeschiedenis en belevingswereld van de bewoner en zorgverlener, een
grote rol. Opvallend in de interviews is het belang dat medewerkers hechten aan
het leren kennen van de bewoner om zo een band op te bouwen. Medewerkers
geven aan dat op het moment dat men iemand kent pas goede zorg geleverd
kan worden, omdat men dan pas echt de behoeften van de bewoner kan
(h)erkennen. Op verschillende manieren wordt in het zorgproces aandacht
besteed aan het leren kennen van de bewoner. Allereerst kan men verbaal of
non-verbaal iemand leren kennen. Denk hierbij aan het maken van een praatje
of aan het observeren van de bewoner, waarbij medewerkers de bewoner af
tasten met behulp van hun eigen inlevingsvermogen.
Daarnaast wordt op verschillende manieren geprobeerd inzicht te krijgen in de
levensgeschiedenis van de bewoner, zodat de medewerker weet waar rekening
mee gehouden moet worden of waarom de bewoner zo reageert zoals hij
reageert. Het inzicht hierin wordt verworven via de bewoner zelf of via de
familie. Tevens gebruiken medewerkers hun eigen levensgeschiedenis en
belevingswereld om toegang tot die van de bewoner te krijgen. Om inzichtelijk te
maken hoe er aan de zorgrelatie gewerkt wordt door medewerkers is
interviewfragment 3 weergegeven.
Interviewfragment 3:
I: Zou jij eens voorbeelden kunnen noemen van hoe je nu aan die relatie gewerkt hebt?
R(7): Er was hier een mevrouw die kwam uit dezelfde geboortestreek als ik. Dus als zij
het over huize B. had, dan wist ik precies wat dat was, want ik had daar als kind
gespeeld. Daar woonde een barones. Zij was daar als pleegkind opgenomen. Dus als zij
het woordje B. liet vallen dan wist ik wel waar zij het over had. Dus langzaamaan praat
je daarover en zei iedereen wat bedoelen jullie daar toch? Dus wij uitgelegd. Zij was daar
helemaal vol van. Dus op een gegeven moment was zij jarig. Ik denk weet je wat? Heb ik
een eh...ben ik naar huize B. toegegaan, naar die barones en heb ik gevraagd of zij nog
oude foto's van vroeger had en of ik foto's mocht maken. Heb ik voor haar zo'n plakboek
aangelegd voor haar verjaardag. Dus ze had het altijd over de oranjerie en daar was een
foto van, dus die mevrouw was helemaal laaiend over dat boek. Dus dan ging ik vaak
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 16 -
naar haar toe en dan ging ik samen dat boek weer eens bekijken en langzamerhand
krijg je dan een hele close band. En op een gegeven moment zegt ze van je hoeft me
geen mevrouw meer te noemen. Noem me maar M. Dus dan denk ik ja, Dat was gewoon
puur toeval dat je dan daar vandaan komt. Beetje doorborduren en...
De verzamelde gegevens worden vastgelegd in de karakteristiek (zie hiervoor
tabel 1), zodat de informatie voor alle teamleden toegankelijk is.
Naast het leren kennen van de bewoner door inzicht in de levensgeschiedenis te
krijgen, willen medewerkers de bewoners graag leren kennen om toegang te
verkrijgen tot diens belevingswereld. Dit doet men door af te stemmen op de
bewoner,
zoekend
te
reageren
(hieronder
wordt
verstaan:
interventies
uitproberen bij bewoners om zo te bevestigen of te ontkennen wat goed is voor
de bewuste bewoner), aanwezig te zijn, door het hebben van ziekte-inzicht,
maar vooral door gebruik te maken van hun intuïtie (iets weten zonder bewust
rationeel denkproces). Voor alle respondenten speelt dat laatste een grote rol.
Opvallend hierbij is dat men alleen onder woorden kan brengen dat intuïtie heel
belangrijk is, maar op de vraag hoe zij hun intuïtie ontwikkelen of waarom zij
daarop af durven te gaan bleef het stil.
Contact
Contact is één van de concepten die voor medewerkers herkenbaar is en een
grote rol speelt, maar moeilijk om concreet onder woorden te brengen. Dat wil
zeggen dat men het niet kan definiëren, maar wel vormen van contact kan
noemen. Vormen van verbaal contact zijn: praten, kreunen, klanken. Daarnaast
gaven medewerkers aan dat er ook non-verbaal contact mogelijk is: mimiek,
openen
van
de
ogen,
aanraken,
knuffelen,
oogcontact,
glimlach
of
spierontspanning.
Interviewfragment 4:
I: En je zei net ook dat je ging snoezelen met mensen. Ervaar je dan ook contact?
R(2): Ja, zoals met die man helemaal want die doet zo over het hoofd wrijven en dan
pak ik zijn hand en dan wrijf ik hem en dan streelt hij mij over mijn arm. Dat is gewoon
heel erg rustig. Dat vind ik gewoon prachtig om te zien.
Medewerkers lijken contact met de bewoner te ervaren als een toetsmoment.
Men kijkt naar de reactie van een bewoner op de actie van de medewerker.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 17 -
Medewerkers geven aan dat er voorwaarden zijn om contact te ervaren: de
intentie waarmee je ‘er bent’ en daarnaast de ander de ruimte geven om zichzelf
te zijn, omdat je dan kunt ingaan op de beleving van de bewoner.
Medewerkers ervaren in de zorgverlening ook momenten van dieper contact. Dit
wordt omschreven als het gevoel dat een bewoner een goed gevoel heeft,
waardoor de medewerker zelf een goed gevoel krijgt.
Communicatie
Medewerkers geven aan dat communicatie zowel mondeling als schriftelijk plaats
kan vinden. Voorbeelden van schriftelijke communicatie zijn: dossier en notulen.
Bij
mondelinge
communicatie
kan
gedacht
worden
aan
de
overdracht,
unitoverleg, keek-op-de-week, bewonersoverleg of met collega’s onderling.
Medewerkers geven aan dat mondelinge communicatie de voorkeur heeft boven
schriftelijke. De ervaring is dat schriftelijk niet alles goed onder woorden
gebracht kan worden, waardoor essentiële zaken ten aanzien van de zorg voor
bewoners, niet doorgegeven worden. Medewerkers geven aan dat de mondelinge
communicatie sinds de invoering van het Zingevingsmodel is verbeterd. Dit uit
zich in het feit dat men beter in staat is om momenten met bewoners
gezamenlijk te delen en dat men elkaar eerder een terugkoppeling geeft.
Ook wordt ervaren dat de communicatie met familieleden beter verloopt. Het is
nu mogelijk elkaar (h)erkenning te geven.
Voorwaarden
Naast
de
verkregen
informatie
behorende
bij
de
concepten
van
het
Zingevingsmodel gaven medewerkers aan dat de huidige manier van werken niet
alleen komt door het werken met het Zingevingsmodel. Een belangrijke
voorwaarde is het kleinschalig wonen, aldus medewerkers. Deze manier van
werken faciliteert het belevingsgericht werken, zorgt ervoor dat medewerkers
elkaar makkelijker kunnen vinden en creëert huiselijkheid, waardoor het idee
ontstaat dat het ‘gewone’ leven voortgezet kan worden. Door op deze wijze te
werken ervaren medewerkers meer rust en het niet meer moeten. Hiermee
wordt bedoeld dat de dominante werkwijze, het centraal staan van taken en het
uitvoeren ervan, is komen te vervallen.
Naast kleinschalig wonen speelt de samenstelling en het functioneren van het
team een grote rol. Medewerkers geven aan zich veilig te willen voelen, het
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 18 -
prettig te vinden dat iedereen een positieve instelling heeft, elkaar te willen
kennen, elkaar vrij te willen laten en te willen kijken naar elkaars’ kwaliteiten om
te komen tot een zo goed mogelijke zorgverlening met een hogere kwaliteit van
leven bij bewoners als hoogste goed.
Discussie
De resultaten laten zien dat de huidige definities van de concepten van Van der
Kooij (2003) verfijnd kunnen worden. De aanvullingen worden allereerst per
concept aangegeven. Daarna worden overige opvallende uitkomsten benoemd.
Professionaliteit
Bij dit concept is het van belang om als aanvulling te geven dat medewerkers het
vermogen moeten hebben om zoekend te reageren. Tevens spelen er vier, in
plaats van drie, kernbegrippen een rol. Dit zijn: creativiteit, keuzevrijheid,
bewustwording en ontwikkeling. Tevens wordt er binnen dit concept één en
ander van medewerkers verwacht. Allereerst het bezitten of willen verzamelen
van kennis en vaardigheden, daarnaast kunnen werken met een methodiek die
verwacht dat medewerkers met elkaar kunnen communiceren en tot slot is
eigen- en teamverantwoordelijkheid een belangrijke pijler.
Zorgrelatie
Op grond van de resultaten kan gesteld worden dat de relatie niet alleen
opgebouwd wordt door het hebben van contact met elkaar, maar ook dat het
belangrijk is om aandacht voor de bewoner te hebben, te communiceren en
empathisch vermogen te bezitten.
Contact
Dit concept behoeft alleen de aanvulling dat contact zowel non-verbaal als
verbaal ervaren kan worden.
Communicatie
Communicatie, verbaal of non-verbaal, wordt ervaren als een manier van
informatie-uitwisseling, zowel mondeling als schriftelijk. Communicatie helpt
medewerkers om bewust te worden van de eigen opvattingen en het daaruit
voortvloeiend handelen.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 19 -
Kijkend naar de resultaten zijn nog een aantal opvallende punten te benoemen.
Allereerst is het opvallend dat medewerkers, welke allemaal veel werkervaring
hebben, aangeven veel op gevoel en intuïtie te doen en het rationele denkproces
niet onder woorden kunnen brengen. Eerder onderzoek (Benner, 1984; Boxtel et
al., 2001) bevestigt deze uitkomst. In dat onderzoek wordt aangegeven dat
ervaren en deskundige verpleegkundigen zich laten leiden door globale oordelen
en vage gevoelens over de situatie. Van daaruit wordt gezocht naar gegevens die
dit gevoel kunnen bevestigen of ontkennen. Ook in dit onderzoek geven
respondenten aan op hun gevoel te werken en vanuit hun gevoel te gaan zoeken
naar wat bij een bewoner hoort. Interessant is dan de vraag hoe medewerkers
zich laten leiden door dit gevoel?
Daarnaast is een punt van aandacht de voorkeur voor het overbrengen van
informatie via mondelinge communicatie. Ook bij het Zingevingsmodel wordt
verwacht dat er goed gerapporteerd wordt, dat zorgplannen bijgewerkt worden
en dat de rapportage gelezen wordt. Toch is het echter in de praktijk nog zo dat
de schriftelijke documentatie niet als het belangrijkste wordt gezien. Hierdoor
zijn ook nu dossiers, al zijn ze nog niet volledig volgens de opvattingen van het
Zingevingsmodel, niet up-to-date, waardoor belangrijke informatie niet door
iedereen terug te vinden is. Dit lijkt een hardnekkig, reeds terugkomend
probleem binnen de zorg (De la Cuesta, 1983; Allen, 1998).
Tot slot is het van belang dat gerealiseerd wordt welke rol een team speelt, met
elkaar verantwoordelijk zijn voor de zorgverlening, bij het verlenen van goede
zorg (Allen, 1998). De respondenten realiseren zich met het werken volgens het
Zingevingsmodel dat er gecommuniceerd en samengewerkt moet worden om te
komen tot een optimale zorgverlening. Medewerkers hebben in het onderzoek
aangegeven dat niet iedere collega dit kan en dat er na invoering van het
Zingevingsmodel een aantal collega’s ander werk heeft gezocht. Dit verworven
inzicht, het belang van gezamenlijke uitvoer van de zorg, is een positieve
verandering, omdat het in het verleden zo leek te zijn dat verpleegkundigen en
verzorgenden dachten dat de zorgverlening door één persoon uitgevoerd moest
worden.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 20 -
Methodologische kwaliteit
Met
behulp
van
verschillende
objectiveringstrategieën
is
gepoogd
de
methodologische kwaliteit te verhogen. Het is echter mogelijk dat op grond van
het tijdsaspect pragmatische keuzes gemaakt zijn, waardoor een vorm van bias
opgetreden is. Hierbij valt te denken aan het laten selecteren van respondenten
door de instelling zelf, weliswaar op grond van inclusiecriteria, waardoor er een
kans is dat er uitsluitend medewerkers geïncludeerd zijn die positief tegen het
Zingevingsmodel
onderzoek
uit
aankijken.
te
voeren
Het
is
waarbij,
daarom
naast
relevant
om
een
soortgelijk
semi-gestructureerde
interviews,
observaties uitgevoerd worden. Dit geeft namelijk inzicht voor de onderzoeker in
de interactie tussen medewerkers en bewoners en kan de uitkomsten van de
interviews ondersteunen of verwerpen. Tevens hadden bewoners of (beter
gezegd) diens naasten geïnterviewd kunnen worden om hun ervaringen
inzichtelijk te maken en rechtstreeks van hun te horen of de kwaliteit van leven
toegenomen is.
Sterke punten in dit onderzoek zijn de peer review waardoor de objectiviteit van
het onderzoek verhoogd wordt en de uitvoer van een soortgelijk onderzoek op
drie
verschillende
locaties.
De
uiteindelijke
resultaten
kunnen
hierdoor
samengevoegd worden, waardoor de uitkomsten beter overdraagbaar zijn.
Conclusie
Met dit onderzoek is getracht een antwoord te vinden op de vraagstelling:
‘Op welke wijze geven zorgverleners (verpleegkundigen en verzorgenden),
werkzaam in een verpleeghuis op een psychogeriatrische afdeling, invulling aan
de zorgverlening volgens de maieutische methodiek?’
De geïnterviewde medewerkers gaven stuk voor stuk aan belevingsgericht
werken een prettige manier van werken te vinden. Belangrijke elementen hierbij
zijn het ervaren van rust en het loslaten van allerlei instellingsregels, waardoor
medewerkers zelf meer de kans krijgen om een bijdrage te leveren aan de
totstandkoming van de zorgverlening.
Het is echter wel duidelijk geworden dat werken met het Zingevingsmodel niet
de oplossing is voor alle problemen, zoals het niet up-to-date zijn van dossiers.
Ook met deze methodiek is de valkuil de schriftelijke documentatie. Daarnaast is
het van belang om als team gezamenlijk de visie van de huidige werkwijze te
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 21 -
ondersteunen om zo te komen tot een goede zorgverlening, want alleen dan zal
de kwaliteit van leven bij bewoners toenemen.
Aanbeveling
Dit onderzoek levert een bijdrage om de in de aanleiding beschreven doelstelling
te behalen. Echter, om de doelstelling daadwerkelijk te behalen dienen er eerst
nog een aantal acties te worden genomen. Deze acties worden hieronder in
willekeurige volgorde beschreven.
Zoals al benoemd dienen de definities van de onderzochte concepten te worden
aangevuld.
Tevens blijft schriftelijke communicatie en de uitwerking daarvan
een aandachtspunt. Het is noodzakelijk om te onderzoeken wat er voor de
onderzochte doelgroep nodig is om over te gaan op een goede schriftelijke
documentatie. Of anderzijds om een goed communicatiesysteem te ontwikkelen,
zodat er geen waardevolle informatie verloren gaat.
Ook is het raadzaam om verder onderzoek te doen naar het fenomeen ‘intuïtie’
en daarbij inzichtelijk te maken of datgene wat men ervaart ook onder woorden
kan brengen, zodat dat overdraagbaar is aan collega’s. Op het moment dat het
impliciete zorgverleningproces in kaart gebracht wordt is waardevolle informatie
met betrekking tot bewoners toegankelijk voor iedere medewerker.
Aangezien medewerkers het kleinschalig wonen als voorwaarde zien om
belevingsgericht te kunnen werken is het van belang om onderzoek te doen naar
het verband tussen kleinschalig wonen en belevingsgerichte zorg. Nu lijkt het zo
te zijn dat kleinschalig wonen noodzakelijk is om belevingsgericht te kunnen
werken, maar het is maar de vraag of dat zo gesteld kan worden. Onderzoek zou
hierin inzicht kunnen verschaffen.
Naar aanleiding van dit onderzoek is er voor de zorgpraktijk een aanbeveling te
geven. Op het moment dat organisaties ervoor kiezen om volgens een
belevingsgerichte methodiek te gaan werken dienen zij op alle niveaus deze
methodiek te volledig te implementeren en medewerkers bewust te maken en te
houden van hun eigen belevingswereld, omdat alleen op die manier een optimaal
rendement van de nieuwe werkwijze behaald kan worden.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 22 -
Referentielijst
Anonymus. Verantwoorde zorg: visie en verwezenlijking. Werken met het model
ZorgLeefplan. ActiZ, Utrecht; 2006.
Allen D. Record-keeping and routine nursing practice: the view from the wards.
Journal of Advanced Nursing 1998; 27; 1223-1230.
Benner P. From Novice to Expert: excellence and power in clinical nursing
practice. MA: Addison-Wesley Publishing Company; 1984.
Boxtel R.J. van, Smits, M.J, Engel M. & Boshuizen H.P.A. Intuïtie in relatie tot het
verpleegkundig proces. Een verkennend kwalitatief onderzoek naar de wijze
waarop
ervaren
verpleegkundigen
beslissingen
nemen.
Tijdschrift
voor
Verpleegkundigen 2001; nr. 8; 234-239.
De la Cuesta C. The nursing process: from development to implementation.
Journal of Advanced Nursing 1983; 8; 365-371.
Ehrenberg A. & Ehnfors M. The accuracy of patient records in Swedish nursing
homes: congruence of record content and nurses’ and patients’ descriptions.
Scandinavian Journal of Caring Sciences 2001; 15; 303-310.
Engbers-Kamps H.J.M. & Van Sprundel C. Model-zorgplan Verpleeghuiszorg.
Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Verpleeghuiszorg, 1993.
Finnema E., Droes R., Ettema T., Ooms M., Adèr H., Ribbe M. & Van Tilburg W.
The effect of integrated emotion-oriented care versus usual care on elderly
persons with dementia in the nursing home and on nursing assistants: a
randomized clinical trial. International Journal of Geriatric Psychiatry 2005; 20
(4); 330-343.
Finnema E, Lange J de, Droës R, Ribbe M & Van Tilburg W. Kwaliteit van
verpleeghuiszorg. Verandert de mening van familieleden na het invoeren van
belevingsgerichte zorg? Verpleegkunde 2003; 18 (2); 103-113.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 23 -
Grypdonck M. Het leven boven de ziekte uittillen. De opdracht van de
Verpleegkunde en de Verplegingswetenschap voor chronisch zieken. Leiden:
Spruyt, Van Mantgem & De Does bv., 1999.
Heartfield M. Nursing documentation and nursing practice: a discourse analysis.
Journal of Advanced Nursing 1996; 24; 98-103.
Holloway I. en Wheeler S. Qualitative Research in Nursing. 2nd Edition. Blackwell
Publishing, 2002.
Jansen H. De kwalitatieve survey. Methodologische identiteit en systematiek van
het meest eenvoudige type kwalitatief onderzoek. KWALON 2005; 30; 15-34.
Martin A., Hinds C. & Felix M. Documentation practices of nursing in long-term
care. Journal of Advanced Nursing 1999; 8; 345-352
Maso I. & Smaling A. Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam:
Uitgeverij Boom, 2004.
Schoot T. & Stevens P. Ontwerpen van zorg vanuit verpleegkundig perspectief.
Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhof, 2000.
Van der Kooij C. Gewoon lief zijn? Het maieutisch zorgconcept en het invoeren
van
geïntegreerde
belevingsgerichte
zorg
op
psychogeriatrische
verpleegafdelingen. Utrecht: Lemma, 2003.
Van der Kooij, C. Een glimlach in het voorbij gaan. De ervarings- en
belevingswereld
van
verzorgenden
in
zingevend
perspectief.
Apeldoorn:
Zorgtalentproducties, 2004.
Varcoe C. Disparagement of the nursing process: the new dogma? Journal of
Advanced Nursing 1996; 23; 120-125
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 24 -
Voutilainen P., Isola A. & Muurinen S. Nursing documentation in nursing homes
– state-of-the-art and implications for quality improvement
Scandinavian
Journal of Caring Sciences 2004; 18; 72-81
Wilkinson, J.M. Het verpleegkundig proces. Kritisch denken in alle fasen.
Eindhoven: Fontys Hogeschool Verpleegkunde, 2000.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 25 -
Figuur 1:
Professionaliteit
Methodiek:
communicatie
& creativiteit
Belevings
wereld van
wissel
Contact
werking
bewoners
Belevingswereld van
verzorgenden
Geintegreerde belevingsgerichte zorg
Zorgrelatie
Fig. 1. Schematische weergave van de kern van het maieutisch zorgconcept van Van der Kooij
(2003). Uit: ‘Gewoon lief zijn’, van Van der Kooij (2003) p. 37. Academisch Proefschrift, Vrije
Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. Copyright 2003.
Tabel 1: Instrumenten bij maieutische methodiek
Observatieformulier: Een formulier dat vraagt naar de beleving van de bewoner in het
hier en nu en naar de communicatie en de beleving tijdens zorgsituaties.
Levensgeschiedenis: Met het verkrijgen van inzicht in de levensgeschiedenis wordt
beoogd dat zorgverleners meer begrip krijgen voor het gedrag van bewoners in het hier
en nu.
Karakteristiek: Een hulpmiddel om de hele mens in beeld te krijgen en niet alleen zijn
problemen, stoornissen en handicaps.
Zorgplan: Het zorgplan van verpleegkundigen en verzorgenden. (monodisciplinair)
Monodisciplinaire
bewonerbespreking:
Hierbij
wordt
met
behulp
van
het
observatieformulier en de levensgeschiedenis de karakteristiek van een bewoner, zijn
zorgkaart en zorgplan gemaakt of geëvalueerd.
Multidisciplinaire overleg: Hierbij wordt als introductie over de bewoner als hele mens
gesproken. Daarna worden de aandachtspunten besproken die bij een bewoner om een
multidisciplinaire aanpak vragen.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 26 -
Tabel 2: In- en exclusiecriteria
Inclusiecriteria
Exclusiecriteria
Diploma verpleegkundige of verzorgende
Jonger dan 18 jaar
Minimaal 2 jaar werkervaring
Training IMOZ gevolgd: basis, voortgezet of
consulent/interne trainer
Tabel 3: Overzicht respondenten
Respondent
Opleiding
Opleiding IMOZ
Geslacht
1
2
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging +
A-Vpk +
kaderopleiding
Verzorgende
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging +
A-Vpk+
kaderopleiding
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging
Ziekenverzorging +
managementopleiding
MDGO-VZ +
Ziekenverzorging
(verkort)
A-Vpk +
managementopleiding
+ docentenopleiding
Basis
Basis + aanvulling
voor
leidinggevenden
Basis
Basis
Basis
Basis + aanvulling
voor
leidinggevenden
Voortgezet
Voortgezet
Voorgezet
Voortgezet
V
V
Werkervaring
(in jaren)
27
24
V
V
V
M
14
25
20
19
V
V
V
V
15
14
19
26
Voortgezet
V
16
Interne Trainer
V
37
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 27 -
Tabel 4 : Topiclijst
1. Op welke wijze bouw je met behulp van het Zingevingsmodel aan een
relatie met de bewoner? Hoe bouw je met een nieuwe bewoner een
zorgrelatie op?
- Welke rol speelt de levensgeschiedenis en belevingswereld van de
bewoner in deze relatie? (Mate van belangrijkheid)
- Hoe krijg je inzicht in de levensgeschiedenis en belevingswereld van
de bewoner?
2. Op welke wijze krijg je nu met behulp van het Zingevingsmodel contact
met de bewoner?
- Op welke momenten heb jij echt contact met de bewoner ervaren?
(beschrijving zowel verbaal als non-verbaal)
- Voorbeeld van echt contact?
3. Op welke wijze communiceer je met behulp van het Zingevingsmodel over
de bewoner? (zorgplan, team, bewonersbespreking)
- Hoe communiceer jij binnen jouw team over de zorg aan de
bewoner?
- Hoe worden gegevens vastgelegd en verspreid onder het team?
4. Wat is professionaliteit voor jou?
- Hoe werk je door het gebruik van het Zingevingsmodel aan jouw
professionaliteit? (ontwikkeling, keuzevrijheid, creativiteit etc.)
- Wat helpt jou om je professioneel te kunnen gedragen op jouw werk?
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 28 -
Tabel 5: Fragment codeboom
Zorgrelatie

Levensgeschiedenis
o Bewoner leren kennen (verbaal – non-verbaal)
o Een band opbouwen
 Rol familie
 Activiteiten
 Iets gemeenschappelijks hebben
o De mens zien
o Maken van een karakteristiek
 observatielijst
o Zorgt voor verdieping in de relatie

Belevingswereld
o Afstemmen op de bewoner
 inleven
o Intuïtie
 Rol zintuigen
o Zoekend reageren
 Rol werkervaring
 Aftasten / trial and error
 Rol team
 Veilig voelen
 Vrij om te handelen volgens eigen inzicht
o Aanwezig zijn
o Ziekte-inzicht
Dichter bij de bewoner staan door intensiever contact
Behoeftes inzien van de bewoner


Competenties:






flexibiliteit
inlevingsvermogen/empathie
open staan
feedback geven + ontvangen
bewust worden
observeren
NIET MEER MOETEN
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 29 -
Figuur 2:
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 30 -
Professionaliteit
creativiteit
keuzevrijheid
bewustwording
ontwikkeling
Methodiek:
communicatie
Belevingswereld &
levensgeschiedenis
van bewoners
wissel
Contact
werking
Belevingswereld
& levensgeschiedenis van
verzorgenden
Geintegreerde belevingsgerichte zorg
aandacht
empathie
Zorgrelatie
Fig. 2 Schematische weergave van de kern van het maieutisch concept na het onderzoek.
Gebaseerd op figuur 1.
Zinvolle zorg? Het Zingevingsmodel nader bekeken
- 31 -
Download