Scheikunde Samenvatting Hoofdstuk 11 Sterke en zwakke zuren en basen 11.1 Alle zuren hebben: - Een zure smaak Een pH kleiner dan 7 Een aanwezigheid van H3O+ ionen Alle basen hebben: - Een zeepachtige textuur Een pH groter dan 7 Een aanwezigheid van OH- ionen Niet alle zuren zijn even sterk Als je een zuur in water brengt vinden er twee processen achter elkaar plaats. Eerst lost het zuur op en wordt dan direct geïoniseerd. Ioniseren betekent of een molecuul volledig in ionen splitst of niet Zuren die in water volledig ioniseren zijn sterk Zuren die in water niet volledig ioniseren zijn zwak Dit kun je opzoeken in tabel 49 binas. In een zwak zuur wordt maar een paar procent geïoniseerd In een oplossing van een zwak zuur zijn zowel zuurmoleculen als H3O+ en rest-ion aanwezig. Dus in de oplossing van een willekeurig zwak zuur, HZ, is de [HZ] veel groter dan de [H3O+] en [Z-] Notatie van de oplossing van het zuur HZ HZ is zwak HZ(aq) HZ is sterk H3O+(aq) + Z-(aq) 11.2 Er zijn natuurlijk ook sterke en zwakke basen Als je een sterke base in water brengt nemen alle basedeeltjes een H+ ion op Reactievergelijking voor een zwakke base: NH3 (aq) + H2O (l) NH4+ (aq) + OH Je hebt een sterke base als alle basedeeltjes een H+ van watermoleculen opnemen Je hebt een zwakke base als niet alle basedeeltjes een H+ opnemen.(hierbij stelt een evenwicht in) De sterkte van een base kan je ook opzoeken in tabel 49 binas Belangrijk vb! je lost natriumcarbonaat op in water: Na2CO3 (s) 2 Na+ (aq) + CO32- (aq) CO32- is een zwakke base, dus stelt er het volgende evenwicht in:(denk zelf de evenwichtspijltjes erbij) CO32- (aq) + H2O (l) HCO3- (aq) + OH- (aq) Een zuur en base die in tabel 49 op dezelfde regel staan zijn een zuur-basekoppel Een zuur-basekoppel is een zuur en een base die één H+ verschillen. Bij een zuur hoort een geconjugeerde base en bij een base een geconjugeerd zuur Geconjugeerd betekent dat ze aan elkaar gebonden zijn. en hoe sterker het zuur hoe zwakker de geconjugeerde base. (vice versa) 11.3 Als een sterk zuur en/of een sterke base bij een zuur-base reactie betrokken is, verloopt deze zuurbasereactie altijd. Het maximale aantal H+ wordt overgedragen. Deze reactie is aflopend Of zo’n aflopende reactie verloopt hangt af van de mate waarin het zwakke zuur een H+ kan afstaan en de zwakke base dat H+ wil opnemen Een reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base zal verlopen als de deeltjes van de beginstoffen een sterker zuur en een sterkere base zijn dan de deeltjes van de reactieproducten. Het ‘beginzuur’ staat in tabel 49 van Binas dan links boven de ‘beginbase’. Als je een zwak zuur of een zwakke base in water oplost, wordt maximaal één H+ overgedragen aan H2O Een voorbeeld is de reactie tussen zwak zuur waterstoffluoride en de zwakke base ammonia deze is als volgt: HF (aq) + NH3 (aq) NH4+ (aq) + FStappenplan opstellen zuur-basereactie 1. 2. 3. 4. Geef een notatie van de oplossingen van het zuur en de base Kijk of het zuur linksboven de base staat in tabel 49 binas om te zien of de stoffen reageren Kijk hoeveel H+ jes de base kan opnemen en hoeveel het zuur er kan afstaan Stel de reactievergelijking op Verloopt een zuur-basereactie? Sterke base Zwakke base Sterk zuur Ja Ja Zwak zuur Ja Als het zuur links boven de base staat 11.4 In een oplossing van een zwak zuur stelt zich een evenwicht in Voor een evenwicht kan je een concentratiebreuk opschrijven. Deze is gelijk aan de zuurconstante, KZ KZ-waarden staan in tabel 49 binas Voor een oplossing van een zwak zuur, HZ, geldt de evenwichtsvoorwaarde: KZ= [𝑯𝟑 𝑶+ ]𝒙[𝒁− ] [𝑯𝒁] KZ is de zuurconstante en is een kwantitatieve maat voor de sterkte van het zwakke zuur Het berekenen van de KZ is heel simpel. volg deze 4 stappen: 1. 2. 3. 4. Stel de reactievergelijking op van het evenwicht dat zich heeft ingesteld Stel een schema op, met daarin begin reactie en evenwicht Vul het schema in. Vul de evenwichtsconcentraties in in de concentratiebreuk en bereken de waarde van KZ Voor een voorbeeld zie pagina 80 11.5 pH = -log[H3O+] Bij sterke zuren kun je de pH berekenen als je de molariteit weet. Bij zwakke zuren kan dat niet, omdat die niet volledig ioniseren pKZ = -log KZ Deze staat ook in tabel 49 pKZ is niet hetzelfde als pH Berekening pH bij zwak zuur voorbeeld: Bereken de pH van 0,10 M ethaanzuuroplossing CH3COOH (aq) + H2O (l) H3O+ (aq) + CH3COO- (aq) Kz = [𝐻3 𝑂 + ]𝑥 [𝐶𝐻3 𝐶𝑂𝑂 − ] [𝐶𝐻3 𝐶𝑂𝑂𝐻] Kz = 1,8 x 10-5 CH3COOH 0,10 -x 0,10-x Begin Reactie +/Evenwicht 𝑥2 1,8 x 10-5 = 0,10−𝑥 H3O+ 0,00 +x X voer in in GR en et cetera CH3COO0,00 +x x Je kan ook andersom de KZ berekenen. Zie hiervoor pagina 83 11.6 Bij het oplossen van een zwakke base, stelt zich net als bij een zwak zuur, een evenwicht in In plaats van Kz heb je nu KB KB is de baseconstante (tabel 49 binas) pKB = -logKB Het kenmerkende deeltje voor een basische oplossing is OH-. Bij het bereken van de pH van een basische oplossing bereken je dus eigenlijk eerst de pOH. De pH bereken je met de formule pH+pOH=14 Berekenen van de pH bij een zwakke base Voorbeeld: Bereken e pH van 0,10 M ammonia NH3 (aq) + H2O (l) NH4+ (aq) + OH- (aq) KB = [𝑁𝐻4+ ]𝑥[𝑂𝐻 − ] [𝑁𝐻3 ] KB = 1,8 x 10-5 NH3 0,10 -x 0,10-x Begin Reactie +/evenwicht 𝑥2 1,8 x 10-5 = 0,10−𝑥 pOH = 2,9 pH = 14-2,9 = 11,1 11.7 Zelf doorlezen is onzin voer in in GR NH4+ 0,00 +x x OH0,00 +x X