Dieetspecial Diatime, een naslagwerk voor gezonde voeding

advertisement
Dieetspecial Diatime
Een naslagwerk voor gezonde
voeding
Albert Schweitzer ziekenhuis
mei 2012
pavo 0985
Inhoudsopgave
Pag.
Dit boekje is van
2
Mijn insuline schema
3
Wat is Diabetes Mellitus?
5
Gezonde voeding
6
Eten en Diabetes instellen
8
Koolhydraat rekenen
9
Koolhydraten tabel
11
Opvangen van een hypo
20
Sporten
21
1 van 23
Dit boekje is van:
Naam:
___________________________
Adres:
___________________________
Postcode:
___________________________
Woonplaats:
___________________________
Telefoonnummer(s): ___________________________
Belangrijke gegevens
 E-mailadres ziekenhuis
[email protected]
Belangrijke telefoonnummers Albert Schweitzer ziekenhuis
 Diatime, kinderdiabetes polikliniek
(078) 654 51 39
 Spoednummer
(06) 30 85 09 23
Belangrijke (mobiele) telefoonnummers
 Ouders/verzorgers _________________________________
 ……………………. _________________________________
Wat ik verder kwijt wil:
______________________________________________________
______________________________________________________
______________________________________________________
______________________________________________________
2 van 23
Mijn insuline schema
Datum:
Soort insuline
naam
hoeveelheid
naam
hoeveelheid
naam
hoeveelheid
Kortwerkend
Langwerkend
Datum:
Soort insuline
Kortwerkend
Langwerkend
Datum:
Soort insuline
Kortwerkend
Langwerkend
3 van 23
Koolhydraat-insulineratio:
Datum:
Ontbijt
1 EH op
Tussendoor
1 EH op
Lunch
1 EH op
Tussendoor
1 EH op
Warme maaltijd
1 EH op
Tussendoor
1 EH op
Datum:
Datum:
Correctiefactor:
Datum
1 EH insuline om _____mmol/l te zakken
1 EH insuline om _____mmol/l te zakken
1 EH insuline om _____mmol/l te zakken
4 van 23
Wat is diabetes mellitus?
Jij hebt gehoord dat je suikerziekte hebt. Dit wordt ook wel met een
moeilijk woord diabetes mellitus genoemd. Meestal praten we over
diabetes. Maar wat is nu diabetes precies? Om dat te uit te leggen
moet je eerst weten hoe een lichaam om gaat met suiker.
Als je eet krijg je suiker (= glucose) in je bloed. Insuline zorgt ervoor
dat de suiker die in het bloed zit, de cellen in kan. Pas dan levert de
suiker energie. En energie heb je nodig voor alles wat je doet. Om te
kunnen spelen, te leren, maar ook om te kunnen groeien.
Bij diabetes is er een tekort aan insuline. De alvleesklier die in je
buik zit, maakt geen insuline meer. Doordat je geen insuline hebt,
kunnen de cellen van je lichaam geen suiker (glucose)binnen
krijgen. Je hebt dus gebrek aan energie.
Hoe nu verder?
Je hebt diabetes en vanaf nu heb je dagelijks insuline nodig. Iedere
dag je bloedsuiker controleren, insuline spuiten, uitkijken met wat je
eet en wanneer je eet is vanaf nu heel belangrijk.
Snoepen, mag dat nog?
Natuurlijk mag je wel eens snoepen. Een snoepje, een ijsje, een
koekje en chips kun je best eens eten. Let wel goed op wat, wanneer en hoeveel je snoept. Bedenk hoeveel koolhydraten daarin
zitten en spuit voldoende insuline bij. Het is niet nodig om 'suikervrij
snoep' te nemen, omdat dit vaak toch koolhydraten bevat. Verderop
in de folder vertellen we meer over koolhydraten.
5 van 23
Gezonde voeding
De basis van de voeding voor iemand met diabetes is een gezonde
voeding. In dit schema zie je wat je dagelijks nodig hebt.
1-3 jaar
4-8 jaar
9-13 jaar
14-18 jaar
Groenten
(opscheplepels)
1-2
2-3
3-4
4
Fruit (stuk)
1,5
1,5
2
2
Brood (snee)
2-3
3-4
4-5
6-7
Aardappelen/rijst
Pasta/peulvruchten
(aardappellepels)
1-2
2-3
3-4
4-5
Melkproducten (ml)
300
400
600
600
Kaas (plak)
0,5
0,5
1
1
Vlees en vleeswaren,
kip, vis* en ei (g)
60
60-80
80-100
100-125
Halvarine (g)
10-15
15-20
20-25
30-35
Bak & braadproducten
(eetlepel)
1
1
1
1
Dranken ** (inclusief
melk) (liter)
0,75
1
1-1,5
1-1,5
* Vis bij voorkeur 2 x per week
** Maximaal 2 bekers suikervrij limonade of light frisdrank
6 van 23
Koolhydraten
Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel, vruchtensuiker
(fructose), melksuiker (lactose) en suiker (sacharose.) Koolhydraten
komen voor in:
 Aardappelen, rijst, pasta
 Groente en peulvruchten, zoals bruine en witte bonen en
kapucijners
 Brood, beschuit en andere graanproducten
 Melkproducten
 Fruit, vruchtensap en light sap
 Zoet broodbeleg, zoals honing, jam en (appel)stroop
 Suiker
 Producten waaraan suiker is toegevoegd zoals koek, snoep,
frisdrank en gebak
Zoetstoffen
Zoetstoffen zorgen voor een zoete smaak van bijvoorbeeld limonade
of frisdrank. Tegenwoordig zijn er veel producten op de markt die
zoetstoffen bevatten. We kunnen zoetstoffen in drie groepen
indelen. Bij iedere groep staat vermeld hoe je ermee om kunt gaan.
 Groep 1: Aspartaam, Acesulfaam, Cyclamaten, Sacharine,
Sucralose, Alitame en Thaumatine.
Deze zitten vooral in light limonade, limonadesiroop met minder
suiker en suikervrije limonadesiroop. Ze zitten ook in allerlei
toetjes en dranken die van melk zijn gemaakt. Deze zoetstoffen
hebben geen invloed op je bloedglucosewaarden. Het is niet
goed deze zoetstoffen onbeperkt te gebruiken. Overleg met de
diëtist hoeveel jij mag.
 Groep 2: Dextrine, Glucose, Fructose, Lactose en Sacharose.
Deze zitten vooral in suikervrije producten uit het buitenland.
Deze zijn vaak te koop bij reformwinkels. Er zitten zoetstoffen/
suikers in die energie en koolhydraten bevatten.
Je moet ze meetellen bij de berekening van de hoeveelheid
insuline de je nodig hebt, omdat ze als glucose worden
opgenomen in je bloed.
7 van 23
 Groep 3: Polyolen/Sorbitol, Xylitol, Lactitol, Isomalt, Mannitol en
Maltitol.
Deze zitten vooral in kauwgom en suikervrije snoepjes.
Het zijn zoetstoffen die energie leveren en die geen invloed
hebben op de bloedglucose als je er een klein beetje van
gebruikt. Ze worden voor een deel opgenomen in je bloed en dan
langzaam omgezet in glucose. Het andere deel blijft in je darmen
en als je er veel van gebruikt kun je er buikklachten van krijgen
(winderigheid, darmrommelingen, diarree).
Op verpakkingen staan polyolen onder de koolhydraten vermeld.
Dat is lastig, want stel dat je extra insuline neemt voor bijvoorbeeld 30 g koolhydraten, terwijl daarvan de helft polyol is, zou je
daardoor het risico kunnen lopen een hypo te krijgen. Lees
daarom goed wat er op de verpakking staat.
Eten en diabetes instellen
Om je bloedsuikers goed te kunnen regelen is het belangrijk om de
zogeheten P-maaltijden tot je tweede bezoek aan de diëtist bijna
niet te eten. Dit advies geldt als de diabetes net bij je ontdekt is,
maar ook als je bloedsuikers een tijdje niet goed zijn. De koolhydraten van de P-maaltijden worden langzaam opgenomen en
geven hierdoor pas laat een stijging van je bloedglucose.
P-maaltijden zijn:
 Pasta
 Pizza
 Pannenkoeken of poffertjes
 Patat
Maar ook schnitzels, chips, cake etc.
Tussendoortjes zijn niet altijd nodig, maar soms wel lekker of een
gewoonte. Het beste is om tussen twee maaltijden in één keer iets
extra’s te nemen. De hoeveelheid koolhydraten kun je bespreken
met de diëtist.
8 van 23
Wanneer neem je een tussendoortje?
 2 uur na je ontbijt òf in je speelkwartier/ je pauze
 3 uur na je lunch òf snel nadat je uit school komt
 2 uur na je warme maaltijd òf vlak voordat je gaat slapen
Koolhydraat rekenen
Etiketten en verpakkingen
Hier zie je een voorbeeld etiket van
vruchtensap. Bedenk dat veel etiketten de voedingswaarden vermelden per 100 g of 100 ml. Meestal
eet of drink je meer of minder. Een
glas drinken bevat meestal minimaal
200 ml. De koolhydraten van het
etiket, moet je dan met twee vermenigvuldigen: in het voorbeeld twee
keer 8,6 g koolhydraten is 17,2 g koolhydraten.
Je kiest altijd voor de totale hoeveelheid koolhydraten. Je hoeft dus
niet te kijken naar de vermelding op het etiket ‘waarvan suikers’.
Op verpakkingen wordt ook wel per portie vermeld hoeveel
koolhydraten het product bevat. Er staat dan ook bij hoe groot de
portie is. Maar je eet en drinkt vaak een grotere of kleinere portie,
dus pas daarmee op.
Daarnaast zie je steeds vaker voorop de verpakkingen het volgende
overzicht staan:
9 van 23
Er staat in dit overzicht wel de hoeveelheid suiker vermeld, maar de
hoeveelheid koolhydraten is in veel gevallen hoger. Kijk dus altijd
achterop de verpakking!
Koolhydraten opzoeken
Je kunt het product dat je wilt eten ook opzoeken in de eettabel. De
eettabel kan je via de diëtist van Diatime kopen of bestellen via het
Voedingscentrum. Let ook hier op het gewicht wat in de eettabel
vermeld staat en het gewicht dat je eet. Bijvoorbeeld een eierkoek
van 30 g is wel een hele kleine eierkoek. De meeste eierkoeken
wegen 90 g.
Op het internet kan je ook via www.dieetinzicht.nl de koolhydraten
vinden van de meeste producten. Ook zijn er koolhydraattabellen
voor smartphones te downloaden, zodat je ook onderweg de
koolhydraten kunt schatten.
Zijn er producten die je niet in de overzichten kunt vinden, dan kun
je een schatting maken. Bijvoorbeeld brood. Hierbij geldt dat
ongeveer de helft van het gewicht van het brood bestaat uit
koolhydraten. Dus één broodje van 60 g bevat 30 koolhydraten.
Hoeveel procent koolhydraten zit er in:
Banaan (zonder schil) 20%
Lolly
Bloem/meel
80%
Pannenkoek
Bonbon
65%
Patat
Brood
45%
Pinda's
Cake
45%
Pizza
Chips
50%
Poffertjes
Chocola
55%
Stokbrood
Drop
80%
Suikermeloen
Koek
70%
95%
30%
35%
10%
30%
30%
50%
6%
80% koolhydraten betekent 80g koolhydraten per 100g van dat eten.
Rekenvoorbeeld:
In 10g drop zit 80% koolhydraten = 80/100 x10 g = 8 g koolhydraten
òf
= 0,8 x 10 g = 8 g koolhydraten
10 van 23
Koolhydraten tabel
De koolhydraten tabel op de volgende pagina’s is ingedeeld in hoeveelheid koolhydraten. In het kader zie je hoeveel koolhydraten er in
een product zitten.
Gebruikte afkortingen: g = gram, ml = milliliter, gst = geen suiker
toegevoegd.
Bifi worstje
Cherrytomaatje
Cocktailworstje
Gekookt ei
Haring
Kaas 48+
Kaas 30+
Kauwgom
Onbeperkt: 0 g koolhydraten
Knakworst
Komkommer
Olijven
Paprika
Radijs
Rouwkost
Worst
Zoetzure augurk/uitjes
2 g koolhydraten
1 Abrikoos (vers)
1 Kaaswafel
1 Kipnugget
3 g koolhydraten
1 Babbelaar
1 Kleine cracker hartig beleg
1 Cracotte hartig beleg
1 Knappertje
1 Eetlepel noten
1 Menthos
1 Eetlepel pinda’s
1 Rolo
1 Fruitella
1 Soepstengel
11 van 23
1 Engelse drop
1 Haags hopje
1 IJswafel (5 g)
1 Kaneelbeschuitje
1 Lange vinger
1 Mariakaakje
1 Marshmellow (5 g)
1 Bitterbal
12 Bugles
1 Koetjesreep
1 Mandarijn
100 g Bosbessen
100 g Bramen
4 g koolhydraten
1 Paaseitje
1 Premium cracker hartig beleg
1 Spekkie (5 g)
1 Toffee
1 Tucje
1 Vruchtenhartje
1 Winegum
5 g koolhydraten
1 Mini Bros
1 Mini Croissant
1 Mini Dickmanns
6 g koolhydraten
1 Kiwi
100 g Meloen
7 g koolhydraten
1 Bastogne koek
5 Maltesers
1 Beschuit hartig beleg
1 Matse met hartig beleg
1 Bokkenpootje
1 Nectarine
1 Sneetje knäckebröd met
1 Cream cracker hartig beleg
hartig beleg
1 Frikadel
1 Speculaasje
1 Kleine roomsoes
1 Choconelly
1 Danoontje (50 g)
1 Krakeling
1 Lu Scholiertje
8 g koolhydraten
1 Perzik
1 San Fransisco
1 Snack a Jack kaas
1 Volkoren biscuitje
12 van 23
9 gr koolhydraten
1 Bounty mini
1 Pakje Cheese Dippers
1 Handje chocopinda’s (15 g)
1 Pakje rozijnen
1 Liga Continue
1 Pimm's
1 Bonbon (15 g)
75 G kersen
1 Lion mini
1 Mini pakje Smarties
10 g koolhydraten
1 Pakje chipito's (20 g)
1 Pakje Wicky fruitdrink framboos
1 Saucijzenbroodje klein (30 g)
1 Verkade Digestive
11 g koolhydraten
1 Kitkat mini
1 Nuts mini
1 Milky way mini
1 Kroket (65 g)
1 Snack a Jack caramel
1 Snicker mini
1 Sultana
1 Verkade Digestive Choco
12 g koolhydraten
1 Handje borrelnootjes (25 g)
1 Lila Pause aardbei
1 Pennywafel/panky
3 Prince Ministars =½ pakje
1 Schijf verse ananas (100g)
13 g koolhydraten
1 Jodenkoek
1 Klein zakje chips (25 g)
1 Mars mini
1 Sinaasappel (120 g)
1 Vietnamese loempia
14 g koolhydraten
1 Appel zonder schil (120 g)
1 Plak kroepoek (20 g)
1 Liga Evergo
1 Lolly (14 g)
1 Matse groot hartig beleg
1 Twix mini
1 Liga MilkBreak
13 van 23
15 g koolhydraten
1 Brokking hazelnoot gebakje
1 Kapitein Koek rozijnen
1 Klein zakje chips (30 g)
1 Peer (130 g)
1 Plakje cake (35 g)
1 Plakje ontbijtkoek (20 g)
Pringles (30 g)
16 g koolhydraten
1 Beschuit zoet beleg
1 Mini broodje hartig beleg (35 g)
1 Plak Kruidkoek (20 g)
4 Pruimen
1 Volkoren brood hartig beleg
17 g koolhydraten
1 Chocoprins
1 Bros melk
1 Stukje Boterkoek (30 g)
18 g koolhydraten
1 Banaan geschild (90 g)
1 Kleine Croissant (40 g)
1 Kleine Eierkoek (30 g)
1 Moorkop (100 g)
1 Pakje Wicky, overige smaken
1 Snee krentenbrood (35 g)
1 Zakje popcorn (25 g)
19 g koolhydraten
1 Donut (55 g)
1 Trosje druiven (125 g)
20 g koolhydraten
1 Milky Way
1/2 Stokbrood (40 g) hartig beleg
1 Zakje Smoeltjes
Meer dan 20 g koolhydraten
Drop (100 g)
Eierkoek/vliegende schotel (90 g)
Gevulde koek (60 g)
Glacé koek klein
Glacé koek groot
80
54
37
25
35
14 van 23
Mars ( 60 g)
Stroopwafel (40 g)
Stuk appeltaart (100 g)
41
27
41
Koolhydraten in drinken per glas van 200 ml
Appelsap
Chocomel (gst)
Cola
Dubbelfris light
Fristi gst (1 pakje)
Fristi gst
Gewone limonadesiroop
Jus d’ orange
Light frisdrank
Light priklimonade
Limo light (siroop)
Optimel
Roosvicee gst
Sinas
Slimpie (siroop)
Sportdrank
Suikervrije limonadesiroop
Teisseire (siroop) (gst)
Thee/koffie zonder suiker
Water
Wicky framboos (pakje)
Wicky overige smaken (pakje)
Yokidrink
Yokidrink gst
16
10
20
6
10
10
15
19
0
0
0
8
6
20
0
(zie tabel sporten)
0
0
0
0
10
18
28
8
Tijdens visite en verjaardagen
Zoet
Appeltaart punt
Brokking gebakje
Kwarktaart
Hoeveelheid (g) Koolhydraten
100
41
15
115
31
15 van 23
Zoet
Moorkop
Muffin
Slagroomsoes klein
Slagroomsoes groot
Slagroomtaart
Tompouce
Hoeveelheid (g) Koolhydraten
65
12
30
16
15
2
45
7
100
29
100
37
Hartig
1 Eetlepel borrelnootjes
1 Eetlepel pinda’s
Hartig beleg
1 Melba toast
1 Tucje
1 Sneetje stokbrood (10 g)
1 Zakje chips (30 g)
Koolhydraten
10
3
0
1
4
5
15
Nagerechten
Chipolata pudding
Griesmeelpudding met bessensap
Pudding
Pudding light
Vanille yoghurt
Vla
Vla Optimel
Vruchtenyoghurt
Vruchtenyoghurt Optimel
Yoghurt naturel
Yoghurt snack Breaker (200 g)
Yoghurt snack Breaker light (200 g
Koolhydraten per 150 ml/g
36
36
30
22
20
23
14
21
8
8
33
13
16 van 23
Bijzondere gerechten
1 opscheplepel = 50 g
Gerecht
Bami
Macaroni met vlees&saus
Nasi
Pannenkoek
Pizza (kaas, tomaat en vlees)
Poffertjes met boter en suiker
Patat
Patat
Rijst (wit)
Rijst (zilvervlies)
Tacoschelp
Tortilla
Hoeveelheid (g)
1 opscheplepel
1 opscheplepel
1 opscheplepel
70 g
350 g
15 stuks
1 opscheplepel
1 puntzak = 150 g
1 opscheplepel
1 opscheplepel
10 g
50 g
Koolhydraten
16
6
16
20
91
64
19
57
16
12
5
27
IJsjes
Soort ijs
Waterijs
Calippo (aardbei)
Calippo (cola)
Calippo (sinas)
Calippo shots
Festini aardbei
Festini Peer
Raket
Sorbetijs
Sprookjesijs
Supertwister
Water- en roomijs gecombineerd
Solero Berry Explosion
Solero Exotic Explosion
Split
Hoeveelheid (g)
Koolhydraten
105
105
105
80
50
50
55
2 bolletjes
59
110
22
23
24
4
10
12
10
32
13
24
75
75
65
20
19
11
17 van 23
Roomijs en yoghurtijs
Bounty
Cornetto Aardbei
Cornetto Classico
Magnum Almond
Magnum Classic
Magnum White
Milky Way IJsreep
Mars IJsreep
Roomijs - gemiddeld
Schatkist
Softijs
Twix IJsreep
Viennetta
Yoghurtijs
42
120
125
120
120
120
30
55
50
80
70
53
50
50
17
29
24
26
25
26
11
26
19
9
18
23
13
13
Hoeveelheid (g)
50
15
25
17
20
30
40
25
35
32
50
50
10
15
Koolhydraten
24
13
15
15
12
21
28
16
25
30
34
25
10
12
Sinterklaas
Product
Banketstaaf
Borstplaat
Chocoladeletter
Chocolade muis/kikker
Chocolade munten (3 stuks)
Kruidnoten (10 stuks)
Kruidnoten met chocola (10 stuks)
Marsepein
Pepernoten (10 stuks)
Schuimpjes (5 stuks)
Speculaas brokken
Speculaas gevuld
Strooigoed
Taai Taai (klein)
18 van 23
Kerst en Oud & Nieuw
Product
Appelbeignet
Appelflap
Bitterbal
Cake (1 plakje)
Chips (1 klein zakje/schaaltje)
Japanse Mix zonder noten (1 handje)
Kerstkransje, chocolade
Kerstkransje, chocolade gevuld
Kerstkransje, Koekje
Noten (2 eetlepels)
Oliebol
Olie bol met poedersuiker
Spekkoek (1 puntje)
Stokbrood (1 stukje)
Stokbrood met kruidenboter (1 stukje)
Toastje met Brie
Hoeveelheid (g) Koolhydraten
110
30
100
38
60
5
30
13
30
15
8
10
6
4
25
20
15
9
40
6
95
38
100
43
35
9
10
5
15
5
15
3
Maaltijden
Product
Aardappelkroketje
Aardappelpuree (1 opscheplepel)
Broodje, hard pistoletje, bruin
Broodje, hard pistoletje, wit
Croissant
Huzarensalade (1 opscheplepel)
Kerststol met spijs (1 snee)
Kerststol zonder spijs (1 snee)
Pasteibakje
Pasteibakje met ragout
Patat (1 opscheplepel)
Saucijzenbroodje
Soep, helder met vlees en groenten
Groenten (1 opscheplepel)
Hoeveelheid (g) Koolhydraten
30
8
50
8
50
23
50
26
40
18
50
7
75
41
55
28
30
13
100
18
50
19
70
23
250 (1 bord)
2
50
2
19 van 23
Rauwkost (schaaltje)
Stoofpeertjes (1 schaaltje)
Tiramisu
Worstenbroodje
50
0
125
175
75
18
39
26
Opvangen van een hypo
Als je glucose gehalte lager is dan 3,5 mmol/l, wordt dat een hypo
(= hypoglycemie) genoemd.
Wat moet je doen?
1. Bepaal je bloedglucose waarde (als dat mogelijk is).
2. Neem ……. g snelwerkende koolhydraten (zie algemene regel
hieronder).
3. Ga even rustig zitten.
4. Meet na 20 minuten opnieuw je bloedglucose. Als deze nog
steeds lager is dan 3,5 mmol/l, dan nogmaals punt 2 herhalen.
Als je insuline spuit
5. Als de eerstvolgende (tussen) maaltijd langer dan 1 uur op zich
laat wachten, neem dan ook wat extra langzaam werkende
koolhydraten, zoals een snee brood of 1 plak ontbijtkoek.
Als je een pomp hebt
5. Als je iets eet met koolhydraten, geef je een bolusvoor de
koolhydraten die je eet. Je moet na het meten, de pomp eerst
een half uur op 0% zetten.
Een algemene regel
Gebruik 3 g glucose per 10 kg lichaamsgewicht om je bloedglucose
4 mmol/l te laten stijgen. Dus voor jou geldt:
3 x ______ kg = ______ g snelwerkende koolhydraten extra!!
20 van 23
Sporten
Sportafspraken als je een pomp gebruikt
Basis advies
De basaalstand: 1 uur voor het sporten (evt. 2 uur)
tijdens het sporten
2-4 uur na het sporten
70%
20%
50%
 Als je na het eten binnen een uur gaat sporten dan je bolus met
50% verlagen.
 Dus niet de pomp afkoppelen tijdens het sporten.
 Bij contactsporten en/of sporten in het water moet je je pomp
afkoppelen, maar zo kort mogelijk!
 Als je de pomp afkoppelt, dan 20% van de basaalstand per uur
als bolus toedienen.
 Heb je een bloedglucose boven de 15 mmol/l, bedenk dan wel of
je de laatste uren insuline hebt gehad. Als je erover twijfelt, meet
je eerst ketonen.
Bij het eten na het sporten moet je gewoon bolussen. Dit wordt wel
per persoon bekeken voor eventuele aanpassingen.
Sportafspraken als je insuline spuit
Basis advies
 Bij sporten binnen een uur na het eten spuit je 50% van je
normale dosering kortwerkende insuline.
 Heb je een bloedglucose boven de 15 mmol/l, bedenk dan wel of
je de laatste uren insuline hebt gehad.
 Bij sporten verbruik je koolhydraten en heb je mogelijk extra
koolhydraten nodig. Zie volgend schema.
21 van 23
Duur en type van
de inspanning
30 minuten of
minder lichte
inspanning *
Glucosewaarde
voor aanvang
(mmol/l)
Extra koolhdyraten
(g)
Onder 5
Boven 5
10 - 15
Geen
30-60 minuten
matige inspanning **
Onder 5
Tussen 5 - 10
Tussen 10-16
30 - 45
15
0
1 uur of langer
matige ** inspanning
Onder 5
Tussen 5 - 10
Tussen 10 - 16
45 per uur
30 - 45 per uur
15 per uur
Bron: NDF en ISPAD
* Lichte inspanning: wandelen, golf, darten, rustig fietsen.
** Matige inspanning: gymnastiek, kanoën, tafeltennis, volleybal,
zwemmen, fietsen.
** Zware inspanning: basketbal, handbal, hockey, klimmen,
schaatsen, skiën, tennis, voetbal, wielrennen.
Altijd meenemen
 Dextro
 Mobiele telefoon
 Extra koek/drinken
 Glucose meter
 Insuline spuit
Na het sporten: bloedglucose meten
Controleer je bloedglucose een aantal uren na het sporten en ook
voor je gaat slapen.
22 van 23
Sportdranken per 100 ml
Product
Koolhydraten (g)
High energy dranken
AA high energy
AA Iso Lemon
Aquarius Red Peach
Aquarius Blue Berry
Aquarius Lemon
Aquarius Zero
Aquarius Orange
Bullit Energy drink
Extran Citrus Hydro
Extran orange
Red Bull
Sportdrank AH Orange
Sportdrank AH Citroen
17
8
7
7
6
0
8
11
7
15
11
7,5
7,5
Bedenk dat er in sommige flesjes wel een halve liter zit en dus soms
heel veel koolhydraten!
Dextro
Product
Bosman (groen) per tablet
Dextro energie per tablet
Hermedico per tablet
Hypo-fit Junior
Hypo-fit groot
Hypo-fit Direct Energy Boost
Kruidvat per tablet
Novo Nordisk per tablet
Koolhydraten (g)
3
3
2
5
15
5
2
2
23 van 23
Download