Experiment §5

advertisement
maximale waarde van 30 kΩ. Tussen welke
n deze schakeling in te stellen?
ledig ingevulde begrippenkaart over
grippen. Maak deze kaart af door
Serie- en parallelschakeling
te zetten. Vul waar mogelijk de
Benodigdheden
de formules
voor het verband tussen de
Voor deze experimenten heb je nodig:
ο‚· spanningsbron
ο‚· twee verschillende weerstanden
ο‚· multimeter
1. EXPERIMENT: SERIESCHAKELING
Doel van de proef
In dit experiment onderzoek je de eigenschappen van een serieschakeling van twee weerstanden.
opstelling van figuur 11 de eigenschappen
standen.Uitvoering
* Maak de schakeling van figuur 1.
* Meet
de stroomsterktesRdoor
op
hmmeter)
de weerstand
1 eneenRmultimeter
2 van elk
achtereenvolgens posities A (voor de weerstanden), B
(tussen de weerstanden) en C (na de weerstanden) in de
schakeling op te nemen.
11. Meet de
spanning
U van de IC = .....
IA = .....
IB = .....
* Meet
spanning
spanningsbron en de
en U2 over
elkdevan
de Utwee
weerstanden.
tot van de
spanningen U1 en U2 over beide weerstanden.
Utot = .....
U1 = .....
U2 = .....
2 = R1/R2.
Figuur 1
R1
R2
keling. Meet
met een weerstandsmeter de
* Haal de spanningsbron uit de schakeling. Meet met de
multimeter
de totale weerstand
twee
weerstanden
en de beide weerstanden
nden samen.
Controleer
of Rv =vanUde
U2in. serie geschakelde
Figuur
11 Schakelschema
1+
apart.
ment: welke
heeft Reen
meetopstelling.
Rtoteigenschappen
= .....
R1 = .....
2 = .....
nden? Uitwerking
a
Uit de metingen van de stroomsterkte op verschillende posities in de schakeling kun je concluderen dat in
een serieschakeling de stroomsterkte ............................................................ .
b Welk verband kun je ontdekken tussen Utot, U1 en U2?
c En welk verband kun je ontdekken tussen Rtot, R1 en R2?
d Controleer of de wet van Ohm π‘ˆ = 𝐼 βˆ™ 𝑅 voor de afzonderlijke weerstanden geldt en ook voor de totale
weerstand.
Vul daartoe
in onderstaande
formules de meetwaarden in.
nde experiment
zoveel
mogelijk
de vier
π‘ˆ1 = . . . ..
en
𝐼 βˆ™ 𝑅1 = .....
e bij elk vanπ‘ˆ2 die
= . . . stappen
..
endoet𝐼 βˆ™ staat
𝑅2 = .....op
π‘ˆtot = . . . .. en
𝐼 βˆ™ 𝑅tot = .....
Geldt de wet van Ohm inderdaad in alle drie de gevallen?
e Leg tenslotte uit waardoor bepaald wordt hoe de bronspanning verdeeld wordt over de twee weerstanden.
Gebruik in je uitleg de wet van Ohm.
huifweerstand geschakeld als variabele
n van de stroomsterkte I als de
maximale waarde wordt ingesteld.
en U2 over de weerstanden R1 en R2.
eriment. Schrijf een kort verslag over dit
schuifweerstand
R1
U
R2
I
rootheden.
2. EXPERIMENT: PARALLELSCHAKELING
Doel van de proef
controleer Injeditmet
de opstelling
figuur
de verdeeld in een
experiment
onderzoek jevan
hoe de
stroom18
wordt
parallelschakeling en van
hoe groot
totale geleidbaarheid is.
n een parallelschakeling
tweede weerstanden.
weerstandsmeter (ohmmeter) de weerstand R1 en R2 van elk
eerstanden.
hakeling van figuur 18. Meet de stroomsterkte I die de
R1
levert en de stroomsterkte I1 en I2 in elk van de twee
ControleerUitvoering
of I = I1 + I2 en I1·R1 = I2·R2.
* Maak
de schakeling van
figuurmet
1. een weerstandsmeter de
ngsbron uit
de schakeling.
Meet
Figuur 1
* Meet met de multimeter de spanning van de spanningsbron en de
R2
van de twee spanning
weerstanden
samen.
Controleer
of
over R1 en over R2.
U
=
.....
U1 = .....
U2 = .....
tot
Figuur 18 Schakelschema
/R2.
* Meet de stroomsterkte Itot die de spanningsbron levert en de stroomsterktes I1 en I2 door beide weerstanden.
ltaat van ditItotexperiment:
welke eigenschappen
heeft een
meetopstelling.
= .....
I1 = .....
I2 = .....
* Haal
de spanningsbron uit de schakeling. Meet met de multimeter de totale weerstand van de twee parallel
ing van twee
weerstanden?
geschakelde weerstanden en de beide weerstanden apart.
Rtot = .....
R1 = .....
R2 = .....
Uitwerking
f Uit de metingen van de spanningen kun je concluderen dat in een parallelschakeling de
spanning ............................................................ .
2.5gegeven 45
Parallelschakeling
g Is het verband tussen Itot, I1 en I2 gelijk aan dat
van het verband dat in de theorieParagraaf
van het boek
wordt?
h Bereken de totale geleidbaarheid Gtot en de geleidbaarheden G1 en G2 van beide weerstanden.
Gtot = ..... G1 = .....
G2 = .....
i Is het verband tussen Gtot, G1 en G2, gelijk aan dat aan het verband gegeven in het boek?
j Controleer of de wet van Ohm 𝐼 = 𝐺 βˆ™ π‘ˆ geldt voor de afzonderlijke weerstanden en ook voor de totale
schakeling. Vul daartoe in de onderstaande formules de meetwaarden in.
16-01-2008
𝐼1 = . . . ..
en
𝐺1 βˆ™ π‘ˆ1 = .....
𝐼2 = . . . ..
en
𝐺2 βˆ™ π‘ˆ2 = .....
𝐼tot = . . . ..
en
𝐺tot βˆ™ π‘ˆtot = .....
Geldt de wet van Ohm inderdaad in alle drie de gevallen?
k Waaraan zijn volgens jou I1οƒ—R1 en I2οƒ—R2 gelijk?
l Leg tenslotte uit waardoor bepaald wordt hoe de totale stroom verdeeld wordt over de twee weerstanden.
Gebruik in je uitleg de wet van Ohm.
Download