maximale waarde van 30 kΩ. Tussen welke n deze schakeling in te stellen? ledig ingevulde begrippenkaart over grippen. Maak deze kaart af door Serie- en parallelschakeling te zetten. Vul waar mogelijk de Benodigdheden de formules voor het verband tussen de Voor deze experimenten heb je nodig: ο· spanningsbron ο· twee verschillende weerstanden ο· multimeter 1. EXPERIMENT: SERIESCHAKELING Doel van de proef In dit experiment onderzoek je de eigenschappen van een serieschakeling van twee weerstanden. opstelling van figuur 11 de eigenschappen standen.Uitvoering * Maak de schakeling van figuur 1. * Meet de stroomsterktesRdoor op hmmeter) de weerstand 1 eneenRmultimeter 2 van elk achtereenvolgens posities A (voor de weerstanden), B (tussen de weerstanden) en C (na de weerstanden) in de schakeling op te nemen. 11. Meet de spanning U van de IC = ..... IA = ..... IB = ..... * Meet spanning spanningsbron en de en U2 over elkdevan de Utwee weerstanden. tot van de spanningen U1 en U2 over beide weerstanden. Utot = ..... U1 = ..... U2 = ..... 2 = R1/R2. Figuur 1 R1 R2 keling. Meet met een weerstandsmeter de * Haal de spanningsbron uit de schakeling. Meet met de multimeter de totale weerstand twee weerstanden en de beide weerstanden nden samen. Controleer of Rv =vanUde U2in. serie geschakelde Figuur 11 Schakelschema 1+ apart. ment: welke heeft Reen meetopstelling. Rtoteigenschappen = ..... R1 = ..... 2 = ..... nden? Uitwerking a Uit de metingen van de stroomsterkte op verschillende posities in de schakeling kun je concluderen dat in een serieschakeling de stroomsterkte ............................................................ . b Welk verband kun je ontdekken tussen Utot, U1 en U2? c En welk verband kun je ontdekken tussen Rtot, R1 en R2? d Controleer of de wet van Ohm π = πΌ β π voor de afzonderlijke weerstanden geldt en ook voor de totale weerstand. Vul daartoe in onderstaande formules de meetwaarden in. nde experiment zoveel mogelijk de vier π1 = . . . .. en πΌ β π 1 = ..... e bij elk vanπ2 die = . . . stappen .. endoetπΌ β staat π 2 = .....op πtot = . . . .. en πΌ β π tot = ..... Geldt de wet van Ohm inderdaad in alle drie de gevallen? e Leg tenslotte uit waardoor bepaald wordt hoe de bronspanning verdeeld wordt over de twee weerstanden. Gebruik in je uitleg de wet van Ohm. huifweerstand geschakeld als variabele n van de stroomsterkte I als de maximale waarde wordt ingesteld. en U2 over de weerstanden R1 en R2. eriment. Schrijf een kort verslag over dit schuifweerstand R1 U R2 I rootheden. 2. EXPERIMENT: PARALLELSCHAKELING Doel van de proef controleer Injeditmet de opstelling figuur de verdeeld in een experiment onderzoek jevan hoe de stroom18 wordt parallelschakeling en van hoe groot totale geleidbaarheid is. n een parallelschakeling tweede weerstanden. weerstandsmeter (ohmmeter) de weerstand R1 en R2 van elk eerstanden. hakeling van figuur 18. Meet de stroomsterkte I die de R1 levert en de stroomsterkte I1 en I2 in elk van de twee ControleerUitvoering of I = I1 + I2 en I1·R1 = I2·R2. * Maak de schakeling van figuurmet 1. een weerstandsmeter de ngsbron uit de schakeling. Meet Figuur 1 * Meet met de multimeter de spanning van de spanningsbron en de R2 van de twee spanning weerstanden samen. Controleer of over R1 en over R2. U = ..... U1 = ..... U2 = ..... tot Figuur 18 Schakelschema /R2. * Meet de stroomsterkte Itot die de spanningsbron levert en de stroomsterktes I1 en I2 door beide weerstanden. ltaat van ditItotexperiment: welke eigenschappen heeft een meetopstelling. = ..... I1 = ..... I2 = ..... * Haal de spanningsbron uit de schakeling. Meet met de multimeter de totale weerstand van de twee parallel ing van twee weerstanden? geschakelde weerstanden en de beide weerstanden apart. Rtot = ..... R1 = ..... R2 = ..... Uitwerking f Uit de metingen van de spanningen kun je concluderen dat in een parallelschakeling de spanning ............................................................ . 2.5gegeven 45 Parallelschakeling g Is het verband tussen Itot, I1 en I2 gelijk aan dat van het verband dat in de theorieParagraaf van het boek wordt? h Bereken de totale geleidbaarheid Gtot en de geleidbaarheden G1 en G2 van beide weerstanden. Gtot = ..... G1 = ..... G2 = ..... i Is het verband tussen Gtot, G1 en G2, gelijk aan dat aan het verband gegeven in het boek? j Controleer of de wet van Ohm πΌ = πΊ β π geldt voor de afzonderlijke weerstanden en ook voor de totale schakeling. Vul daartoe in de onderstaande formules de meetwaarden in. 16-01-2008 πΌ1 = . . . .. en πΊ1 β π1 = ..... πΌ2 = . . . .. en πΊ2 β π2 = ..... πΌtot = . . . .. en πΊtot β πtot = ..... Geldt de wet van Ohm inderdaad in alle drie de gevallen? k Waaraan zijn volgens jou I1οR1 en I2οR2 gelijk? l Leg tenslotte uit waardoor bepaald wordt hoe de totale stroom verdeeld wordt over de twee weerstanden. Gebruik in je uitleg de wet van Ohm.