afwijkend zijn de nieuwe groeiplaatsen Hoe van Equisetum telmateia Ehrh. in Nederland? G. (Rijksinstituut voor Londo Natuurbeheer, Leersum) Inleiding Tot voor kort kenden bonden is aan Equisetum telmateia in Nederland als we bronbossen in het oosten zuidoosten en 1983). Aldaar komt hij plaatselijk ook wel c.s., dan toch meestal dicht bij maar eens De de bosrand. en kan daar voorkomen nemorum en samen met 1973; Hess kalkrijkdom en Langhe 1967; Wilmanns, 1976) komen c.s., (o.a. kwel) De als soort als c.s., het licht deze van droge zonnige berm langs de Sloeweg bij Ritthem Equisetum telmateia Walcheren Op Ooststroom De legd. - en heel voor met de soort het voor - het eerst kort In op soort toen 1977, bezocht, begroeid was het 1969; Ober- Guinochet & De remo- Vilmorin, bodem, stromend grondwater telmateia naar E. d.h. soort nur voren. selten im vollen Licht)’. massaal aan te treffen in een Walcheren. smalle berm tussen fietspad en 1972 vond ontdekt waren plaats door bermen op natte en K. Alders bermsloot ik naar samen met de drogere berm die G.J. tussen (Van aange- bodem langs de zilte zich vegetatief massaal uitgebreid, zowel in de brede berm en waren in tevoren sloot als via het sloottalud eerst soort Pas E. telmateia van vandaar heeft de de slootbodem ligt. plaats de vestiging vaak droge Held, Walcheren op Mennema, 1973). eerste bermsloot de werd & 5, doet het vreemd aan de gegevens Den voor, voor ‘Feuchte- bis Nässe-zeiger (F 8), meist auf Kalk weisend (R 8) und Halbschattenpflanze (L In 1973; een natte een bos voornoemde literatuuralsook in In belangrijke milieufactoren voor Ellenberg (1979) karakteriseert de het geldt als kenmerkend onder anderependula, C. Impatiens noli-tangere. diverse flora’s (Van Ooststroom, 1948; ge- Carex dorfer, 1962) die strikt soort in bronmilieusbuiten soort goudveil-essenbos of Carici remotae-Fraxinetum (Westhoff & ta, Lysimachia een land (Van der Meijden van ons ca. en 1,75 m langs boven Slob (Staatsbosbeheer) de groeisloot en fietspad plaatselijk al ge- uitlopers al onder het fietspad doorgedrongentot de rijweg. Volgens Slobheeft de soort zich nadien verder uit- gebreid. de sloot groeit E. telmateia samen australis, in de drogere mus repens, vegetaties Cirsium met onder andere Scirpus maritimus en Phragmi- berm samen met arvense, Dactylis glomerata, Tussilago farfara, Ely- sativa subsp. sativa Vica In tes met Lolium perenne en Plantago major. 206 en vlak langs het fietspad in tred- Andere nieuwe De eerste groeiplaatsen nenzijde van botsebos platen mites van E. vondst in jaar eerder, een de gedaan in de IJsselmeerpolders bij Lelystad-Haven 1971, mansplaat in Salix en (De repens meded. P.A. Slim). Latere Van Tilburg (Mennema & in en Van De soort werd ook groeit daar sinds en Jong 1977 & De ijle ingezaaide begroeiing een Kogge (N.-H.) 1985). c.s., de Grevelingen australis in Nederland telmateiabuiten de brongebieden in oostelijk Nederland werd al Oostvaardersdijk (Mennema& (Mennema in telmateia Equisetum van Ooststroom, 1974) de Kabbelaarsbank op en Festuca rubra vondsten zijn gedaan in 1978 langs Ooststroom, 1979), in 1980 een pas de bin- aan in het Rogge- aangetroffen op drooggevallen zand- Kogel, 1979) van en op een tussen sinds 1982 en Poa op Phrag- de Veer- pratensis (mond. Wilhelminakanaalbij het sloottalud in de Niedorper aangeplant bosplantsoen bij Harmeien (Mennema & Hol- verda, 1981). Voor de de Atlas dat, voor verspreidingskaart recente E. van telmateia wordt de Nederlandse Flora (Mennema van kan worden nagegaan, zover vrijwel steeds op (aanvankelijk) min of de c.s., soort naar deel 2 van merkt daarbij op deze groeiplaatsen vaak massaal op en maagdelijke grond wordt aangetroffen zo- meer dijken, wegbermen, drooggevallen zandplaten, aangeplant bos of plantsoen. als Groeiplaatsen In eerste van Equisetum in telmateia instantie doet het vreemd aan het buitenland dat een ving van men en Venetië met vakantie was, aangrenzende sloottaluds overeenkomst met en de groeiplaats bermsloten groeide de Cirsium samen met groeide. Beide soorten idee gekregen dat vreemd E. voor: in In 1980 in E. hebben dit deel telmateia zag vond ik zoals E. in op een Venetië als samen arvense In in omgein ber- dijkhelling. op een De langs de ziltige en Symphytum officinale en in de elatius, Dactylis glomerata en zou een het vlakke land in een apart E. voor Rosas van en La van zoet naar de Beaulieu River (New Forest). 207 die algemeen zeer er ook zeer veel dezelfde vegetatie. identieke ecologie hebben en Behalve doet samen met E. ook het zag echter dat E. tel- omgekeerde zich arvense telmateia en E. groeien in fluviatile. Escala (Costa Brava, Spanje) zilte sloten Pulicaria dysenterica, gradiënt in Smolniki, Mazurië) E . . van tussen telmateia arvense hebben gebotaniseerd, had stellig het nagenoeg Althaea officinalis). Ook in Engeland ruigtkruidenvegetatie E. wegbermen voorkomt, lichtere plek) samen met was telmateiain bronbossen! ik in Polen (omgeving (weliswaar bermen (onder andere van en algemeen als de wereld en E. gekeken naar zo zowel van van telmateiain hetzelfde milieuals bij Venetië: taluds gia sepium - groot. zeer Arrhenatherum repens, zeker en kwamen arvense-milieus 1977 bronbos dominant) tot Iemand die slechts een gaat vestigen arvense. (vaak abundant mateia in zich evenwel in 1978 in de onder andere Phragmites australis, Eupatorium Over grote afstanden langs de Lagune zou was Calystegia sepium Elymus ik bij Mestre - Walcheren soort samen met Toen ik aldaar E. telmateiauitsluitend groeien plaatselijk op cannabinum, Althaea officinalis, drogere bermen zag bronbossen soort van nogal afwijkende milieus zoals hiervoor vermeld. en verwezen Mennema 1985). Festuca ik de en arundinacea, Calyste- soort zout met E. aangrenzende weg- in een kwel langs nauw verwante de uitmonding Behalve is E. in de hier vermelde milieus (Guillerme De in telmateia c.s., 1975, band mond. meded. dat de Vilmorin (1973), met en bronbossen (de ook bekend Frankrijk ook soort verlaten wijngaarden van van in voor op van door beschouwing) wijngaarden vermelding door Guinochet & houdt kalkgraslanden voorkomt, andere braakliggende kalkrijke en Leeuwen wellicht ver- gronden die zich vermelden ook dat Deze auteurs (mond. meded.) komt de bouwplaatsen waar kale bodem vermelding buiten tot tel- E. voorkomt. ruderaal soms Volgens C.G. De auteurs). kalkgrasland ontwikkelen of ontwikkeld hebben. mateia laten we hier verlaten, relatief vochtige Hess en soort kwel aanwezig zijn. het in Alpengebied veel Dit sluit nauw aan (1967) bij E. telmateia: 'An mergeligenRutschhangen c.s. bij de wo of- fene Standorte entstehen, im Massenentwicklung.' Ierland In trof V. Westhoff (mond. meded.) de soort veel veengebieden, maar juist niet in bronbossen waar wij de aan in het soort wegbermen eerst in hoog- zouden verwach- ten! Het milieu van Equisetum groeiplaatsen van De dat daar mend als in water) getreden is, E. vrij hoge een telmateia telmateia mate aan nader in een dat valt deel en onder andere kwel dat betreft lijkt de gen van E. we milieus staan soort arvense, die na — E. schijnt sterk palustre ontwikkeling of van - en E. nieuwe vestigingen zijn bodem gepaard aan natte variegatum is meestal maar slechts eveneens gametofieten schijnen alleen in korte van deze soorten - ik te zijn. waargenomen ofwel open Wat nieuwe vestiginin nieu- opspuiting ont- vochtige milieus tot en waarschijnlijk tijd aanwezig. Vestigt de zij komt tief uitbreiden, zo komen telmateia in drogere milieus E. opEen omstandigheden vestiging en er nooit. Maar ook naar plaatsen waar worden door vegetatieve migratie vanuit het natte het van E. begin eenmaal gevestigd kan zij nooittot ontkieming moet zeer ook dat zich niet in soort lang, in diverse situaties wellicht permanent, aanwezig blijven van zeggen komen. te de vegetatieontwikkeling, dan soort zeer we nieuw ontstane milieus. andere Eguisetum-soorten. Zo heb Het zogenaamdekiemingsmilieu telmateia van vergraving, uitgraving, uitstuiving (duinvalleien) De prothallia waren. Waar dergelijke. voorwaarde voor kieming een op kunnen Europa overziend, steeds sprake na te gaan, kale of schaars begroeide, meestal kalkrijke - van milieudynamiek heerst, zowel in de bronbossen (stro- bermen, sloottaluds voor zover beschouwd zou en de zich vegeta- komen. Het voor- waarschijnlijk steeds verklaard kiemingsmilieu. Conclusie Het voorkomen minder van ongewoon E. telmateia wanneer we haar areaal bekijken. Hoewel de kieming en eerste vestiging een de beschaduwing wegbermen, sloottaluds soort ook open vereist. Een dergelijk milieu is niet hoewel in de groeiplaatsen zo van de en verwante soort over een milieus blijkt groter deel in drogere milieus kan voorkomen, lijkt of schaars begroeid, meestal kalkrijk en nat van voor milieu afwijkend van het bronbosmilieu van E. telmateia, daar sterker is. Daarbij 208 wordt opgemerkt dat de kruidlaag in schaars bronbossen plaatselijk vaak of afwezig is; het zou hier kiemingsmilieu duriger, misschien permanent, aanwezig kunnen zijn in tegenstelling veel lang- andere groei- tot plaatsen. Gezien het voorkomen ruigtkruidenvegetaties, van groeiplaatsen waarschijnlijk Dan resteert en - telmateia in aan ook natte en kalkrijke! de Deltawerken. Het milieus in dat er is stellig zo ruderale bermen, onder andere in gedrag, zullen de nieuwe bij het beheer. vormen telmateiain Nederland niet eerder in wegbermen houdt dit verband dergelijke is aangetroffen. Mogelijk - vaak arvense verwante E. probleem geen E. vraag waarom de nog E. gezien zijn en het kader van de toename van met de aanleg van wegen momenteel per jaar veel meer kale grond in de nieuwe dijken, bermen, sloottaluds en dergelijke aanwezig is dan vorm van zal de kans van E. nieuwe vestigingen op nieuwe dijken en en Dit vroeger. telmateiabuiten de bronbossen zeker vergroot hebben. Literatuur Ellenberg, H., née du M. & Hess, H.E., tot J.C. R. Vilmorin, E. Landolt & R. D.J. de& T.J. de en Langhe, Flore F. Jacquinet & vignoble languedocien, in Guinochet, Jong, Zeigerwerte der Gefasspflanzen Mitteleuropas, 2. 1979. Guillerme, J.L., W. Schmidt 1973. Flore 1978. Rapport Deltadienst, Middelburg. J.E. de, de la Belgique, Mennema, zakelijk Mennema, J. & W.J. in 1980. in Mennema, J., in A.J. Duvigneaud, J. 189 10, p. Ooststroom, van Gorteria Gorteria - Vaduz. 1. de slikken van Vanden van zeldzame ed. van Flakkee Berghen, 2. 1973. Basel. 1972 Nouvelle Bruxelles. planten in Nederland, hoofd- Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland, van zeldzame planten in Nederland, 65-83. Nieuwe vondsten 1979. 9, p. sponta- 255-267. angrenzender Gebiete régions voisines, vondsten végétation p. 213. 1974. 7, p. Ooststroom, van 1978. und Lambinon&C. de la France et des Holverda, 1981. Nieuwe 1973. J. & S.J. hoofdzakelijk J. du Nord Gorteria J. & S.J. hoofdzakelijk Mennema, Delvosalle, Göttingen. Paris. Flora der Schweiz met L. 1. Vegetatie-ontwikkelingenop 1979. Aufl. évolutives de la (ed.), Sukzessionsforschung, de la France Hirzel, 1967. Kogel, 1975. Tendances Romane, - 347 Quené-Boterenbrood & 364. C.L. Atlas Plate, 1985. van de Nederlandse Flora 2. Utrecht. Meijden, R. land, 20e van der, druk. E.J. Weeda, F.A.C.B. Adema & G.J. de Oberdorfer, E., 1962. Pflanzensoziologische Exkursionsflora zende Gebiete. S.J. van, Ooststroom, S.J. hoofdzakelijk van in 1976. New localities of 1948. Equisetaceae, & J. Mennema, 1972. Gorteria V. & A.J. Wilmanns, O., Flora van Neder- für Süddeutschland und die angren- Stuttgart. Ooststroom, Westhoff, Joncheere, 1983. Groningen. 6, Flora Neerlandica 1973. Nieuwe vondsten p. 181 1 (1), van 16-31. Amsterdam. planten in Nederland, -198. den Held, 1969. Plantengemeenschappen in Die Farnpflanzen Zentraleuropas. Stuttgart. Equisetum p. zeldzame telmateia Ehrh. in the Nederland. Netherlands — how Zutphen. different are they from the earlier known localities? Until recently Equisetum telmateia was a very rare 209 species of spring habitats in woodlands in the eastern parts sand part of the Netherlands. Since the 1972, of the country in different habitats: in has been found in other on a (mainly western) dike and on embanked flats. Observations outside the Netherlands show and species roadverges, along ditches, along ditches E. telmateia wet and setum can mostly species. thallium (e.g. along probably the Lagoon establish calcareous habitats Once never can established, develop, of often (by developing on bare the that E. telmateia Venice) soil species for instance to or can dry in a a can together grow 210 arvense. prothallium or gametophyte) itself only sparse vegetation, spread by rhizomes, verges abundantly in roadverges with E. and dike as also to habitats slopes. in do various other Equiwhere a pro-