Informatie voor patiënten IVF zz 1 U komt in aanmerking voor een IVF-behandeling. Wij proberen u daarbij zo goed mogelijk van dienst te zijn. De fertiliteitskliniek van het Medisch Centrum Wilhelmina (MCW) werkt nauw samen met het UMCG. U kunt terecht in het MCW voor de planning van de procedure en de hormoonstimulatiebehandeling, maar de follikelpunctie en de embryo-plaatsing worden in het UMCG gedaan. Daarna komt u voor de verdere zorg terug in het MCW. Bij aanmelding voor de behandeling kunt u al een lange weg van hoop en teleurstelling achter de rug hebben. Ook de IVF-behandeling is complex en vraagt veel van u, zowel lichamelijk als geestelijk. De verwerking van wat u meemaakt en de keuzes waar u voor staat, zijn soms zwaar. Tijdens de behandeling krijgt u te maken met het IVF-team van het MCW en het UMCG. Dit is een grote groep professionals die bestaat uit IVFartsen, gynaecologen, verpleegkundigen, analisten, embryologen, secretaresses en medisch maatschappelijk werkers. Het hele team zal zich inzetten om uw behandeling zo goed en zo prettig mogelijk te laten verlopen. Misschien hebt u de komende periode behoefte aan begeleidende gesprekken. Onze medisch maatschappelijk werkers bieden u deze extra ondersteuning graag aan. In deze brochure vindt u informatie over de IVF-behandeling. We raden u aan om deze informatie te lezen voordat u voor het intakegesprek komt. Deze brochure zal niet al uw vragen beantwoorden en roept misschien juist wel vragen op. Zet uw vragen op papier, dan kunnen we ze tijdens het eerste gesprek met u bespreken. 2 Wat is IVF? IVF is de afkorting van ‘in vitro fertilisatie’. De letterlijke vertaling van ‘in vitro fertilisatie’ is ‘bevruchting in glas’. Meestal wordt het reageerbuisbevruchting genoemd: de eicel wordt uit het lichaam gehaald en de bevruchting vindt plaats in het laboratorium. Het embryo dat na de bevruchting ontstaat, wordt in de baarmoeder geplaatst. Hier kan het zich verder ontwikkelen, net als na een natuurlijke bevruchting. Er zijn twee verschillende vormen van IVF-behandeling. De in Nederland meest toegepaste methode is de zogenaamde hyperstimulatiebehandeling. Hierbij komen meerdere follikels (eiblaasjes) tot ontwikkeling. In iedere follikel zit één eicel. In het MCW worden ook IVF-behandelingen in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC-IVF) gedaan. Bij deze vorm van IVF wordt gebruikgemaakt van de ene follikel die maandelijks groeit en is maar heel weinig stimulatie van de eierstokken nodig. 3 De vier fasen van een IVF-behandeling 1 Stimulatie van de eierstokken Bij IVF in de gemodificeerde natuurlijk cyclus (MNC-IVF) maken we gebruik van de ene follikel die maandelijks groeit en krijgt u slechts enkele dagen hormonen toegediend om de follikel te laten rijpen. Vervolgens wordt er één embryo in de baarmoeder geplaatst. Tijdens een hyperstimulatie IVF-behandeling stimuleren we door het toedienen van hormonen meerdere follikels om tegelijkertijd te rijpen. Hierdoor verkrijgen we meerdere eicellen die bevrucht kunnen worden. Als hieruit meerdere embryo’s ontstaan, plaatsen we het beste embryo in de baarmoeder. Overgebleven goede embryo’s worden ingevroren en eventueel later teruggeplaatst. De stimulatiefase duurt gemiddeld tien dagen. 2 Follikelpunctie Twee dagen na de stimulatiefase vindt een follikelpunctie plaats. De follikels worden met een naald aangeprikt en vervolgens worden de eicellen uitgezogen. Dit gebeurt via de vagina. In hoeverre een follikelpunctie als pijnlijk wordt ervaren, is heel wisselend. 3 Laboratoriumfase (samenvoeging zaadcel en eicel) Enkele uren na de follikelpunctie worden in het laboratorium zaadcellen bij de eicellen gevoegd. Na twee dagen is onder de microscoop te zien welke eicellen daadwerkelijk bevrucht zijn. Als een man zaad heeft van mindere kwaliteit, wordt een zaadcel in de eicel geïnjecteerd om de kans op een bevruchting te vergroten. In dat geval spreken we van een ICSI-behandeling. 4. Plaatsen van een embryo in de baarmoeder Als één of meer eicellen zijn bevrucht, worden één of twee embryo’s in de baarmoeder geplaatst. Bij vrouwen tot 38 jaar wordt bij de eerste en tweede behandeling nooit meer dan één embryo geplaatst. Bij vrouwen van 38 jaar en ouder en bij een derde IVF-behandeling mogen twee embryo's worden geplaatst. Na het plaatsen van de embryo moet u afwachten of deze zich innestelt en voor een zwangerschap zorgt. Als uw menstruatie twee weken daarna nog niet is begonnen, is het tijd voor een zwangerschapstest. 4 Wie komt voor IVF in aanmerking? Verschillende aandoeningen Om een aantal redenen kan een IVF-behandeling zinvol zijn: bijvoorbeeld als uw eileiders zijn afgesloten of ernstig beschadigd, als er sprake is van endometriose of hormonale stoornissen of in het geval van onbegrepen kinderloosheid die al langer dan drie jaar duurt. Ook een sterk verminderde zaadkwaliteit is vaak een reden voor een IVF-behandeling. Leeftijd Of een IVF-behandeling succes heeft, hangt voor een belangrijk deel af van uw leeftijd. Vrouwen van veertig jaar of ouder komen niet meer voor een behandeling in aanmerking. Voor mannen is de leeftijdsgrens 55 jaar. Leefwijze Om deel te kunnen nemen aan een IVF-behandeling, telt ook uw gewicht mee. Bij vrouwen met een BMI (gewicht gedeeld door lengte in het kwadraat) van boven de 35 is er een grotere kans op complicaties tijdens een IVF-behandeling en ook tijdens een eventuele zwangerschap. In dat geval is het van belang eerst af te vallen. Ook geldt zowel voor mannen als vrouwen dat het belangrijk is om zeer matig te zijn met alcohol en niet te roken. Infectieziekten Voorafgaand aan een IVF-behandeling, worden beide partners getest op hepatitis B en C, HTLV 1-2 en HIV. Als blijkt dat er een infectie aanwezig is, wordt beoordeeld of een IVF-behandeling mogelijk is en veilig. 5 Het IVF‐traject De intake Kort na uw aanmelding vindt de intake plaats. Tijdens het intakegesprek informeren we u uitvoerig over de IVF-behandeling. Als bij u sprake is van overgewicht, roken of regelmatig alcoholgebruik, bespreken we wat u kunt doen om daar verandering in te brengen. Daarna stellen we een behandelplan met u op en vragen we u om de toestemmingsverklaring voor de IVF-behandeling te ondertekenen. Als u verwacht moeite te hebben met het produceren van zaad in het ziekenhuis, is het verstandig dit al bij de intake te bespreken. We kunnen dan afspreken om voorafgaand aan de behandeling zaad in te vriezen. U geeft hiervoor dan schriftelijk toestemming met een ‘Verklaring voor bewaargeving’. Hierin staan de afspraken over het bewaren van zaad beschreven. Aan het invriezen en bewaren van zaad zijn kosten verbonden. Het vooronderzoek Meestal vindt aansluitend op het intakegesprek een vooronderzoek plaats: Bij beide partners wordt bloed afgenomen voor onderzoek naar afweerstoffen tegen hepatitis B, hepatitis C en HIV en in sommige gevallen HTLV1-2. Er wordt een afspraak gemaakt voor een zaadonderzoek in het UMCG om te bepalen of u in aanmerking komt voor een IVF- of een ICSI-behandeling.(Bij zaad van mindere kwaliteit wordt ICSI toegepast om de kans op bevruchting te vergroten. Zie ook pag. 10.) Afhankelijk van de uitslagen van de verschillende onderzoeken bespreken we welke mogelijkheden een IVF-behandeling u te bieden heeft. Deze uitslagen zijn twee jaar geldig. Als u nog geen foliumzuur gebruikt, is het verstandig om hiermee te starten. Foliumzuur wordt geadviseerd aan alle vrouwen die zwanger proberen te worden. Als u bij het begin van de zwangerschap foliumzuur gebruikt, is er minder kans op een kind met een open ruggetje. 6 In verband met de kwaliteit van uw zaad, is het belangrijk dat u het bij ons meldt als u twee maanden voor de start van de behandeling of korter een periode met koorts doormaakt. Omdat hoge koorts invloed kan hebben op de zaadkwaliteit, onderzoeken we soms een extra zaadmonster voordat wordt begonnen met de behandeling. Startgesprek Ongeveer drie weken nadat u zaad hebt ingeleverd in het UMCG, vindt het startgesprek plaats. Tijdens dit gesprek ontvangt u: recepten voor medicijnen die u moet gaan gebruiken; het behandelschema met de datum waarop u moet beginnen of juist moet stoppen met bepaalde medicijnen; eventueel al een afspraak voor de eerste echoscopie. Voorbehandeling In verband met de planning van de behandelingen, maar ook om een goede uitgangssituatie te bereiken voor de eierstokken krijgt u de pil of een tablettenkuur (bijvoorbeeld Primolut-N of Provera) als voorbehandeling. 7 Stimulatie van de eierstokken: hyperstimulatie Hormooninjecties Hyperstimulatie heeft tot doel meerdere eicellen te verkrijgen. De hormonen die voor hyperstimulatie worden gebruikt, kunnen alleen per injectie worden toegediend. Wij leren u om zelf te spuiten, omdat u gedurende zeven tot twintig dagen injecties moet krijgen. De injecties zijn eenvoudig toe te dienen. FSH is het belangrijkste hormoon voor hyperstimulatie. Hoeveel follikels tegelijkertijd gaan groeien, is mede afhankelijk van de dosis FSH. Tijdens de stimulatiefase kan het hormoon LH, dat uw lichaam zelf aanmaakt, storend werken. Om die storingen te voorkomen, krijgt u een GnRH-agonist voorgeschreven. De periode waarin u tegelijkertijd FSH en de GnRH-agonist moet spuiten, duurt acht tot twaalf dagen. Kort voor de eerste FSH-injecties wordt een vaginale echo gemaakt om te zien of uw eierstokken en baarmoeder er normaal uitzien. Als dat zo is, kunt u met de injecties starten volgens het schema dat hebt ontvangen. Controles We controleren de hyperstimulatie door een echoscopie te doen en soms met behulp van bloedonderzoek. Na de startecho is de tweede controle meestal op de zesde dag van de stimulatie. Daarna worden de controles afgesproken afhankelijk van de reactie van uw eierstokken. Bij iedere controle schrijft de gynaecoloog op met welke medicijnen en met welke dosering u door moet gaan. Mocht u tijdens de behandeling klachten krijgen zoals bloedverlies, afscheiding of buikpijn, waarschuw ons dan. Pregnyl Als bij de controles blijkt dat enkele follikels zijn uitgegroeid tot ongeveer 18 mm doorsnede, krijgt u een Pregnyl-injectie. Hierdoor wordt de eisprong op gang gebracht. Voordat de eisprong optreedt, wordt een follikelpunctie uitgevoerd. Dit is 34 t0t 36 uur na de Pregnyl-injectie. 8 Stimulatie van de eierstokken: MNC-behandeling Voor wie? In principe wordt aan alle vrouwen onder de 35 jaar met een regelmatige, goede menstruatiecyclus voorgesteld een IVF-behandeling uit te voeren in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC). Bij een MNC-behandeling wordt gebruik gemaakt van de ene follikel die in een normale menstruatiecyclus tot ontwikkeling komt. Hormooninjecties Met echoscopisch onderzoek en bloedonderzoek wordt de cyclus vanaf de menstruatie gevolgd. Wanneer de follikel een afmeting heeft van ongeveer 14 mm, begint u met injecties met een GnRH-antagonist. Dit middel zorgt er voor dat de LH-waarde niet stijgt, waardoor een spontane eisprong voorkomen wordt. De dagen waarop u de GnRH-antagonist gebruikt, spuit u ook FSH. FSH zorgt er voor dat de follikel ongestoord verder kan groeien. Zodra de follikel ongeveer 17-18 mm groot is en uw hormoonwaarden gunstig zijn, wordt een Pregnyl-injectie afgesproken. Pregnyl zet de eisprong in gang. Net als bij de hyperstimulatiebehandeling plannen we de follikelpunctie 34 tot36 uur na de Pregnyl-injectie. Vlak voor de follikelpunctie bekijkt de arts uw eierstokken met de echo, om te zien of de follikel nog aanwezig is. Soms is er dan al een eisprong geweest en kan de follikelpunctie niet doorgaan. 9 Follikelpunctie De punctie Voorafgaand aan de punctie krijgt u een infuusnaald in uw arm om pijnstillende medicatie te kunnen geven. (Omdat er bij een MNC-behandeling maar één follikel aangeprikt hoeft te worden, gaat dit meestal zonder verdoving.) Tijdens de punctie ligt u in een gynaecologische stoel. Uw vagina wordt schoongemaakt met een steriele vloeistof en gaasjes en u krijgt steriele doeken over uw benen en onderlichaam. De gynaecoloog brengt de kop van een echoapparaat in de vagina. Daarmee is het mogelijk de follikels op een monitor in beeld te brengen. Aan de echokop zit een naaldgeleider, waardoor een dunne naald kan worden bewogen. Met deze naald prikt de gynaecoloog door de vaginawand in de eierstokken en worden de follikels één voor één leeggezogen. De eerste prik wordt vaak ervaren als een ‘stomp in de onderbuik’. Op de monitor kunt u zelf het verloop van de punctie volgen. Eicellen Tijdens de punctie wordt de vloeistof uit de follikels in reageerbuisjes opgevangen. Na de punctie wordt de vloeistof onder een microscoop onderzocht. De aanwezige eicellen worden overgebracht in een kweekvloeistof. Voordat u weer naar huis gaat, krijgt u te horen hoeveel eicellen er zijn verkregen. Naar huis Meestal bent u ongeveer een uur na de punctie in staat om weer naar huis te gaan. Vanwege de pijnstillende medicijnen die u hebt gekregen, mag u op de dag van de follikelpunctie niet zelf autorijden. Mocht u direct na de punctie of binnen enkele dagen veel bloedverlies, buikpijn, een opgezette buik, koorts of andere klachten krijgen, neem dan altijd direct contact met ons op! Zaadproductie We vragen uw partner om voor of na de punctie zaad te produceren (tenzij is afgesproken om zaad in te vriezen). Het beste zaad wordt verkregen als er twee tot vier dagen geen zaadlozing is geweest. 10 Laboratoriumfase Samenvoegen zaadcellen en eicellen De eicellen die bij de punctie zijn verkregen, worden in kweekvloeistof overgebracht en in een stoof geplaatst om verder uit te rijpen. In deze stoof worden de omstandigheden van de baarmoeder zo goed mogelijk nagebootst. Het zaad wordt in het laboratorium bewerkt waardoor er een concentraat van goed bewegende zaadcellen ontstaat. Vervolgens worden de zaadcellen bij de eicellen gebracht. ICSI Bij zaad van mindere kwaliteit wordt ICSI toegepast om de kans op bevruchting van eicellen te vergroten. Voorafgaand aan uw behandeling is met u besproken of u voor IVF of ICSI in aanmerking komt. Het komt voor dat de zaadkwaliteit op de dag van de punctie erg verschilt met de kwaliteit van voor de behandeling. Dan wordt met u besproken of ICSI niet alsnog toegepast zal worden. (Bij ingevroren zaad wordt altijd gekozen voor ICSI.) Bij ICSI worden geen zaadcellen bij de eicellen gedaan, maar wordt onder de microscoop met een zeer dun naaldje in iedere eicel één zaadcel naar binnen gebracht. Daarvoor komen alleen eicellen in aanmerking die rijp genoeg zijn.. Bevrucht? De ochtend na het samenvoegen van de eicellen en de zaadcellen wordt iedere eicel bekeken om te zien of deze is bevrucht. Op de tweede dag na de punctie wordt u ’s ochtends gebeld over de uitslag. U hoort dan of de bevruchte eicellen zich hebben ontwikkeld tot embryo’s en of we tot plaatsing in de baarmoeder kunnen overgaan. Als dat zo is, spreken we met u af hoe laat u hiervoor in het ziekenhuis wordt verwacht. Soms heeft er geen bevruchting plaats gevonden of zien de embryo’s er zo slecht uit dat plaatsen in de baarmoeder niet zinvol is. We maken dan een afspraak met u om deze uitslag te bespreken en te overleggen wat we verder kunnen doen. 11 Plaatsing van embryo’s (embryo transfer) Bij het plaatsen van de embryo's in de baarmoeder (embryo transfer) worden de beste één of twee embryo’s in de baarmoeder geplaatst. Bij vrouwen jonger dan 38 jaar wordt in de eerste en tweede behandeling nooit meer dan één embryo geplaatst. Bij vrouwen van 38 jaar en ouder en bij vrouwen in de derde behandeling mogen één of twee embryo's worden geplaatst. Met dit beleid probeert men het aantal tweelingzwangerschappen zo klein mogelijk te maken. Alle IVF-centra in Nederland houden zich aan deze afspraak. Vergoeding van een IVF-behandeling door de zorgverzekeraar vindt alleen plaats als de behandeling volgens dit beleid is uitgevoerd. Invriezen van embryo’s Als er na het plaatsen van de embryo (‘s) in de baarmoeder embryo’s van goede kwaliteit over zijn, kunnen deze ingevroren worden bewaard. Een dag later kan definitief worden vastgesteld worden welke embryo’s eventueel in aanmerking komen om te worden ingevroren. Hierover krijgt u schriftelijk bericht. Bij een volgende IVF-behandeling worden altijd eerst de ingevroren embryo's gebruikt. 12 Het plaatsen van embryo’s in de baarmoeder Samen met uw partner Het plaatsen van één of twee embryo’s in de baarmoeder is medisch gezien een eenvoudige handeling is, maar voor u is het een heel spannend moment. Kom daarom, als dat mogelijk is, samen met uw partner naar het ziekenhuis. Volle blaas Het is belangrijk dat u met een volle blaas naar het ziekenhuis komt. De baarmoeder wordt door de volle blaas in de goede richting gekanteld, zodat de gynaecoloog met een uitwendige echoscopie de baarmoeder tijdens de plaatsing goed kan zien. Het plaatsen Het plaatsen van een embryo doet meestal geen pijn. U kunt het vergelijken met het maken van een uitstrijkje. Door middel van een speculum (eendenbek) in de vagina wordt uw baarmoederhals in beeld gebracht. Daarna wordt de embryo met behulp van een dun slangetje via de baarmoederhals in de baarmoederholte geschoven. In een heel klein druppeltje kweekvloeistof wordt de embryo vervolgens in de baarmoederholte geplaatst. Hierna wordt de katheter weer verwijderd. Onder een microscoop wordt gecontroleerd of de embryo ook werkelijk uit het slangetje is verdwenen. Een enkele keer moet de procedure worden herhaald, omdat een embryo weer met het slangetje mee naar buiten is gekomen. Weer naar huis Na de plaatsing van de embryo(’s) kunt u naar huis of naar uw werk en mag u vrijwel alles doen wat u normaal gesproken ook doet. Om onnodige irritatie van de baarmoeder te voorkomen en in verband met de gevoeligheid van de vergrote eierstokken, is het raadzaam om een aantal dagen na de plaatsing geen geslachtsgemeenschap te hebben. Voordat u naar huis gaat, bespreekt de gynaecoloog met u welke medicijnen u nog moet gebruiken. Meestal gaat het om progesteron. Bij een MNC-behandeling krijgt u Pregnyl voorgeschreven. 13 Na de embryo plaatsing Kans op een zwangerschap Na het plaatsen van de embryo(‘s) in de baarmoeder is de kans dat u zwanger wordt ongeveer 25%. Dit lijkt misschien laag, maar de kans op een zwangerschap bij paren waarvan beide partners normaal vruchtbaar zijn, is ook niet hoger dan ongeveer 20% per eisprong. Bij een MNC-IVF-behandeling is er per keer minder kans op een zwangerschap dan bij een IVF-behandeling met hyperstimulatie van de eierstokken. Daarom kunt u zes MNC-IVF-behandelingen krijgen, waarbij de totale kans op een zwangerschap vergelijkbaar is met de kans op een zwangerschap na één IVFbehandeling met hyperstimulatie. Of u wel of niet zwanger wordt, kunt u niet zelf beïnvloeden. U kunt alleen maar afwachten. Voor u en uw partner is dit waarschijnlijk een moeilijke tijd Zwangerschapstest Veertien of vijftien dagen na de plaatsing van de embryo kunt u thuis een zwangerschapstest doen en weet u of u wel of niet zwanger bent. We stellen het zeer op prijs als u contact opneemt met de Fertiliteitskliniek wanneer u een zwangerschapstest heeft gedaan. Ook wij zijn erg benieuwd naar de uitslag. Klachten? Als u de eerste paar weken na de embryo-plaatsing last krijgt van buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, koorts of andere klachten, neem dan contact op met de Fertiliteitskliniek! Ook als u vragen hebt over het medicijngebruik, kunt u bellen. 14 Aantal pogingen Bij de meeste paren is er binnen drie IVF-behandelingen met hyperstimulatie (of na een overeenkomstig aantal MNC-IVF-behandelingen) sprake van een zwangerschap. Als u na drie behandelingen niet zwanger bent, zal de gynaecoloog met u bespreken of een vierde poging zin heeft. De meeste verzekeraars vergoeden niet meer dan drie behandelingen. Een eventuele vierde behandeling moet u dus zelf betalen. (zie ook het hoofdstuk Kosten). Na een niet gelukte hyperstimulatie IVF-behandeling moet u één of twee maanden wachten voor u met een volgende behandeling begint. Wanneer uit eerdere behandeling blijkt dat de kans op een zwangerschap duidelijk kleiner is dan verwacht, wordt met u overlegd of een volgende behandeling kansrijk zinvol is. Bij vrouwen jonger dan 35 jaar met een goede, regelmatige menstruatiecyclus kan de eerste hyperstimulatie IVF-behandeling vervangen worden door zes MNC-IVF-behandelingen. Deze-behandelingen kunnen in opeenvolgende maanden zonder pauze plaatsvinden. Na de zes MNC-IVF-behandelingen zijn nog twee IVF-pogingen met hyperstimulatie mogelijk. 15 Wel of niet zwanger? U bent zwanger Als u zwanger wordt na een IVF-behandeling, bent u niet anders zwanger dan vrouwen die via een natuurlijke weg zwanger zijn geworden. Er wordt een afspraak met u gemaakt voor een echo-onderzoek rond de zevende week van de zwangerschap. Als op de echo te zien is dat de zwangerschap goed verloopt, is er geen reden dat u nog langer onder behandeling blijft bij de Fertiliteitskliniek van het MCW. Met uw gynaecoloog kunt u bespreken door wie u de controles tijdens uw zwangerschap wilt laten doen. Soms blijkt uit het echo-onderzoek dat de zwangerschap waarschijnlijk op een miskraam zal uitlopen. Ook is er altijd een klein risico dat na een goede start op een later moment toch nog een miskraam optreedt. In die gevallen wordt u vanuit de Fertiliteitskliniek zo goed mogelijk begeleid. Gegevens over zwangerschap, bevalling en kind Alle Nederlandse IVF-centra zijn verplicht om gegevens aan te leveren aan de Landelijke Infertiliteitsregistratie (LIR). In het MCW en het UMCG wordt ook bijgehouden hoe de IVF-zwangerschappen verlopen en hoe gezond de kinderen zijn na de geboorte. Uw gegevens worden in uw medisch dossier bewaard en geanonimiseerd (dus zonder vermelding van uw naam) aan de LIR verstrekt. Mogelijk ontvangt u in de toekomst ook een vragenlijst hierover. van ons hierover. We zouden het zeer op prijs stellen als u deze vragenlijst dan invult en terugstuurt. 16 U bent niet zwanger Als u binnen veertien tot zestien dagen na de plaatsing van de embryo(’s) begint te menstrueren, bent u niet zwanger geworden. Na een IVF-behandeling verloopt de menstruatie meestal iets heviger dan normaal. Verloopt de menstruatie duidelijk anders dan gebruikelijk, neem dan contact met ons op! Er kan dan namelijk toch nog sprake zijn van een zwangerschap. Als u niet zwanger blijkt te zijn, is de teleurstelling natuurlijk groot. Misschien vinden u en uw partner het prettig om bij de verwerking van uw emoties begeleid te worden door een medisch maatschappelijk werker. In dat geval kan de gynaecoloog een afspraak voor u maken. De gynaecoloog zal met u overleggen of het mogelijk en zinvol is om nog een keer een poging te doen. Als gekozen wordt voor nog een IVF-behandeling, wordt er in ieder geval een rustperiode ingelast van één of twee maanden 17 Wat kan er misgaan? Een IVF-behandeling brengt bijna nooit ernstige complicaties met zich mee. Ook is het zo dat de kans op een zwangerschap toeneemt, naarmate u verder komt in de behandeling. U laat dan steeds meer ‘risicomomenten’ achter u. Tijdens de stimulatiefase Bloedafnames en injecties kunnen blauwe plekken (bloeduitstortingen) veroorzaken. Deze verdwijnen vanzelf na enkele dagen. U kunt jeuk krijgen op de plaats van de injectie. De injectieplaatsen worden soms wat rood en gezwollen. Als u uitslag krijgt over uw hele lichaam, met gezwollen oogleden en koorts, hebt u een allergische reactie. Neem in dat geval direct contact op met de Fertiliteitskliniek! De kans bestaat dat er door de hyperstimulatie te weinig of juist te veel follikels rijpen. Dan wordt gestopt met de stimulatie. Zo mogelijk wordt de stimulatie later hervat met een hogere of lagere dosering medicijnen. Een enkele keer wordt bij een te geringe reactie van de eierstokken de behandeling aangevuld met intra-uteriene inseminatie (IUI). Soms is ook duidelijk dat verdere behandeling niet meer mogelijk is. Van alle behandelingen bereikt 5 tot 10% niet het stadium van de follikelpunctie. Tijdens en na de punctie Enkele dagen na de follikelpunctie kan een hyperstimulatie-syndroom optreden. De eierstokken zijn dan sterk vergroot en er is vocht in de buik. Hierdoor kunt u last krijgen van buikpijn, een opgezette buik, dorst, minder en donkere urine, kortademigheid en gewichtstoename. Als u deze klachten krijgt, zeker bij een gewichtstoename van meer dan twee kilo in enkele dagen, moet u altijd opnemen met de Fertiliteitskliniek van het MCW (of buiten kantooruren met de afdeling Gynaecologie van het WZA). Door veel te drinken kan de situatie vaak al verbeteren. Soms is opname in het ziekenhuis nodig. Soms worden er bij de follikelpunctie geen eicellen verkregen of is de opbrengst in verhouding tot het aantal follikels erg laag. 18 Een follikelpunctie kan bloeduitstortingen in de eierstokken veroorzaken, waardoor u gedurende enkele dagen wat buikpijn kunt hebben. Heel zelden ontstaat er door de punctie een bloeding in de eierstokken, zodat een operatie nodig is. Door een follikelpunctie of embryo plaatsing kan een ontsteking van de eierstokken en eileiders optreden. Als u zich binnen de eerste vier weken na de follikelpunctie of embryo-plaatsing niet lekker voelt, koorts of buikpijn krijgt, neem dan contact met de Fertiliteitskliniek van het MCW. Tijdens en na de embryo-plaatsing Ook na een geslaagde follikelpunctie groeien niet alle eicellen uit tot een embryo. Niet alle eicellen raken in het laboratorium bevrucht, ook niet als ICSI is toegepast. Een deel van de eicellen dat wél bevrucht is, deelt zich niet of deelt zich abnormaal en ontwikkelt zich niet tot een plaatsbaar embryo. Nadat een embryo in de baarmoeder is geplaatst, gebeurt het vaak dat het embryo zich niet nestelt in de baarmoeder of dat het vlak daarna verloren gaat. IVF-kinderen hebben net als andere kinderen van ouders met vruchtbaarheidsproblemen een iets grotere kans op aangeboren afwijkingen. Eventuele afwijkingen hebben dus niet te maken met de IVF-behandeling zelf. 19 Kosten Voor wie? IVF-behandelingen worden alleen vergoed als aan bepaalde voorwaarden is voldaan: Bij vrouwen jonger dan 38 jaar mag in de eerste en tweede behandeling maximaal één embryo worden geplaatst. Bij vrouwen van 38 jaar of ouder en bij alle vrouwen die voor de derde keer een IVF-behandeling krijgen, mogen twee embryo's worden geplaatst. Welke kosten? De eerste drie IVF-behandelingen (0f 6 MNC-behandelingen plus twee IVFbehandelingen) worden volledig vergoed door uw zorgverzekeraar. Dit geldt ook voor de medicijnen die bij de behandelingen worden gebruikt. De kosten van het invriezen, bewaren en later ontdooien en plaatsen van overgebleven embryo’s worden eveneens vergoed. Aan het invriezen en bewaren van zaad zijn meestal wel kosten voor uzelf verbonden. U kunt bij uw zorgverzekeraar informeren of het invriezen van zaad in uw geval wordt vergoed. Het betreft eenmalige kosten voor het invriezen, en daarna jaarlijkse kosten voor het bewaren van uw zaad. Machtiging Soms moet een machtiging worden aangevraagd voor een IVF-behandeling (of MNC-behandeling). Vergoeding vindt dan alleen plaats als uw zorgverzekeraar vooraf toestemming voor de behandeling heeft gegeven. In dat geval kunt u uw gynaecoloog vragen een brief naar de medisch adviseur van uw ziektekostenverzekeraar te sturen. Om precies te weten in hoeverre de kosten van een IVF-behandeling (of MNCbehandeling) in uw geval worden vergoed, kunt u het beste uw verzekeringspolis nalezen of bij uw zorgverzekeraar informeren. 20 Wat gebeurt er met uw overgebleven zaadcellen, eicellen en embryo’s? Overgebleven zaadcellen, eicellen en embryo’s Meestal blijven er zaadcellen over na een zaadanalyse en na de bevruchting bij een IVF behandeling. Ook kunnen er eicellen overblijven. De meeste eicellen die bij de punctie verkregen zijn, raken bevrucht in het laboratorium. Soms treedt een afwijkende bevruchting op en kunnen de eicellen niet geplaatst worden. Eicellen die onbevrucht blijven, kunnen niet ingevroren worden en kunnen later niet opnieuw bevrucht worden. Alleen embryo’s van goede kwaliteit overleven het invriezen en ontdooien. Om deze reden komen onbevruchte eicellen en niet alle embryo’s voor invriezen in aanmerking. Onbevrucht gebleven eicellen, afwijkend bevruchte eicellen en embryo’s die niet geschikt zijn om in te vriezen kunt u afstaan voor wetenschappelijk onderzoek. Toestemmingsverklaring Als u met uw IVF-behandeling gaat beginnen, krijgt u een ‘toestemmingsverklaring IVF’. Door deze verklaring te ondertekenen kunnen u en uw partner toestemming geven voor anoniem onderzoek met de overgebleven zaadcellen, de onbevrucht gebleven eicellen, abnormaal bevruchte eicellen en embryo’s die niet geschikt zijn om in te vriezen. Als u geen toestemming geeft voor wetenschappelijk onderzoek, worden de overgebleven zaadcellen, eicellen en embryo's vernietigd. 21 Onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Een deel van de IVF-behandeling vindt plaats in het UMCG, een universitair medisch centrum. Een universitair medisch centrum heeft naast patiëntenzorg ook de verplichting om onderwijs en wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Onderwijs Bij de follikelpunctie en embryo-plaatsing is soms een co-assistent aanwezig. Dit is een medisch student die wordt opgeleid tot arts. Tijdens hun opleiding zijn co-assistenten verplicht verschillende activiteiten bij te wonen. Dit geldt ook voor leerling-verpleegkundigen en leerling-analisten. Als u bezwaar hebt tegen hun aanwezigheid, kunt u dit aangeven bij uw arts of de verpleegkundige. Ook is het mogelijk dat u gevraagd wordt om als onderwijspatiënt op te treden tijdens een college. Het staat u natuurlijk vrij om hier niet aan mee te werken. Wetenschappelijk onderzoek Voor de verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg is het belangrijk dat er medisch-wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan. Met het wetenschappelijke onderzoek dat wordt uitgevoerd door het IVF-team in het UMCG proberen we meer inzicht te krijgen in het ontstaan van onvruchtbaarheid, en proberen we behandelingsmogelijkheden te verbeteren. U kunt meer lezen over de wetenschappelijke onderzoeken die tijdens uw behandeling in het UMCG lopen, op de website van het UMCG. Bij elk onderzoek houden de onderzoekers zich aan de wettelijke voorschriften. Veel wetenschappelijk onderzoek maakt gebruik van al verzamelde medische gegevens of van al afgenomen lichaamsmateriaal, zoals bloed of vloeistof uit de follikels. Dit onderzoek wordt anoniem uitgevoerd, zodat uw naam niet bekend is bij de onderzoekers. Voor het anoniem gebruik van al verzamelde medische gegevens of lichaamsmateriaal hoeven de onderzoekers u niet altijd apart om toestemming te vragen. U kunt hier wel bezwaar tegen maken. In dat geval kunt u dit kenbaar maken aan uw gynaecoloog. 22 Belangrijke adressen en telefoonnummers Fertiliteitskliniek MCW (Medisch Centrum Wilhelmina), (0592) 34 00 53 Op werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur kunt u bellen voor het maken van een afspraak. Ook als u vragen hebt, kunt u bellen naar dit nummer. Fertiliteitskliniek MCW in spoedgevallen In spoedgevallen kunt u 0p werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur bellen naar de Fertiliteitskliniek MCW. Buiten deze tijden kunt u bellen naar de afdeling Gynaecologie van het WZA (Wilhelmina Ziekenhuis Assen), telefoonnummer (0592) 32 53 70. Medisch maatschappelijk werk WZA, (0592) 32 53 68 Als u bij de gynaecoloog onder behandeling bent vanwege vruchtbaarheidsproblemen, kunnen gesprekken met een medisch maatschappelijk werker van het ziekenhuis onderdeel zijn van de behandeling. De afdeling Medisch maatschappelijk werk is bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde (UMCG), secretariaat IVF, (050) 361 30 86 Bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur. https://www.umcg.nl/NL/UMCG/Afdelingen/voortplantingsgeneeskunde Op de website van het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde vindt u uitgebreide informatie over alle onderzoeken en behandelingen die daar worden gedaan. www.mcwilhelmina.nl Op deze website vindt u informatie over de Fertiliteitskliniek van het MCW. www.voortplantingsgeneeskunde.umcg.nl Op deze website vindt u informatie over het behandelteam, de polikliniek, het laboratorium, de onderzoeken en de behandelingen die mogelijk zijn in het UMCG als u te maken heeft met verminderde vruchtbaarheid. www.freya.nl Freya is de landelijke vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. Freya is er voor iedereen voor wie zwanger worden niet vanzelfsprekend is. Hebt u een opmerking of een klacht? De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best u de juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. U kunt dat het beste doen aan degene die direct verantwoordelijk is. Als u dat moeilijk vindt of een gesprek heeft niet het gewenste resultaat, dan kunt u zich wenden tot de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via: e-mailadres: [email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen Medisch Centrum Wilhelmina Borgstee 17 9403 TS Assen Telefoon (0592) 34 00 53 www.mcwilhelmina.nl Het Medisch Centrum Wilhelmina is onderdeel van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen © 2015 WZA gynae26 – maart 2015 Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht