Laat je gebruiken voor het bouwen van Christus’ gemeente Preek over 1 Petrus 2: 4,5 lezen: 1 Petrus 2:1-10 Lelystad, 4 november 2007 R.J.Vreugdenhil Laat je gebruiken voor het bouwen van Christus’ gemeente 1. van Christus leer je hoe de Bouwer werkt 2. van Christus leer je wat de bouwstijl is inleiding met de kinderen. Een bouwsteentje. ‘Ik ben een steentje in Gods kerk’. Eén steentje is geen kerk. Je hebt elkaar nodig. Samen bouwen. Samen bouwen. Maar dit zou je ook kunnen zeggen bij een voetbalclub of de handbalclub. Daar kan het bestuur ook vragen om vrijwilligers, voor de kantine, voor het organiseren van een toernooi. ‘Mensen, als we niet allemaal meedoen, wordt het niets. Je bent allemaal lid van de club, dus van iedereen wordt verwacht dat hij meedoet’. Is dat het ook wat we hier in de kerk zeggen: als je bij de club hoort, zet je dan in voor de club? Petrus zegt niet: zet je in voor de kerkclub. Maar: voeg je bij Jezus Christus. Kom bij hem. Hij is de levende hoeksteen. Een hoeksteen. Wij zouden zeggen: het fundament. Dat waar je een gebouw op neerzet. Als ze in die tijd een huis gingen bouwen, was het heel belangrijk dat ze voor de hoeken van het huis goede, platte, sterke stenen neerlegden. Vanaf de hoeksteen werd het huis gebouwd. Petrus zegt: in de kerk van God is Jezus Christus de hoeksteen. De kerk wordt gebouwd op hem. Laat jezelf daarom als een bouwsteentje op hém zetten. Het gaat in de kerk niet om het WIJ-gevoel, maar om het HIJ-geloof. Niet ‘wij maken er samen iets van, doe allemaal mee’. Maar ‘geloof dat hij wil je gebruiken’. De Heer, Jezus Christus, wil jou gebruiken, naast hem, naast haar. Het gaat niet om de gevoelsvraag ‘heb ik iets met de andere mensen in de gemeente’. Het gaat om de geloofsvraag ‘heb ik iets met Jezus Christus en laat ik me door hem inschakelen?’ Gemeenteopbouw doe je niet vanuit gevoel voor mensen, maar vanuit geloof en liefde voor de Heer. *** Daarom is het belangrijk om goed te kijken naar die Heer, naar Jezus Christus. Er is wat bijzonders met die hoeksteen. Het lijkt namelijk helemaal geen goede steen. Het is een afgekeurde steen. Afgekeurd door de bouwvakkers. Ze hadden hem bekeken en gezien: op zo’n steen kun je geen huis bouwen. Weg ermee, op de vuilnisbelt. Maar God had die weggegooide steen weer opgepakt en er juist wel de hoeksteen van gemaakt. Dat is typisch de manier waarop God werkt. God gebruikt mensen van wie je het niet zou verwachten. Een voorbeeld uit het oudste stuk van de bijbel: koning David. Koning David is voor het oude volk Israël net zoiets als Willem van Oranje voor ons. Maar toen David gezalfd werd tot koning, was hij een gewone herdersjongen. Z’n vader had hem niet eens thuis laten komen toen de profeet Samuel kwam met de boodschap dat één van de zonen van dat gezin koning zou worden. Wie had er ooit kunnen denken dat Dávid dat zou worden. Maar wat door mensen allang afgeschreven is, wil God juist gebruiken. Dat is vooral duidelijk geworden in het leven van Jezus. Hij werd afgewezen. Mensen wilden hem niet. Vooral de leiders van het Joodse volk. Jezus heeft toen zelf nog deze tekst uit Psalm 118 aangehaald en duidelijk gemaakt: dit gaat over mij. Want uiteindelijk heeft iedereen hem weggegooid als onbruikbaar. Jezus werd een lijdende Redder. Een Verlosser aan een kruis. Er was aan hem niets moois, niets sterks. Jezus was een looser. Een watje. Als een lammetje dat zich zomaar laat slachten. Hij kwam helemaal niet op voor zichzelf. Hij stond in de hoek waar de klappen vallen en hij bleef er vrijwillig staan. Wat heb je aan zo iemand? Onbruikbaar, afgekeurd. Maar God werkt anders. God raapt die weggegooide steen op. God haalde Jezus Christus terug uit de dood. Jezus was gestorven aan het kruis, weggegooid, afgevoerd naar een graf. Maar God haalt hem terug. God geeft hem weer leven. Jezus komt uit het graf. Die levende Jezus wordt het begin van Gods kerk. Hij is nog steeds de bodem, het fundament van de kerk. Jezus verzamelde mensen om zich heen. Nadat hij naar de hemel was teruggegaan, hielp hij vanuit de hemel mensen om kerk te zijn. Hij stuurde hen uit over heel de wereld. Zo groeide de kerk. De kerk groeit vanuit het fundament Jezus Christus. Afgekeurd door mensen. De man die weerstand oproept. ‘Weg met hem’ riepen de mensen in Jeruzalem. Maar God maakt van hem het fundament van de wereldwijde kerk. Zo werkt deze bouwer. Toen, bij het leggen van het fundament. Maar ook bij het bouwen. Bij het werken aan de kerk, bij het inschakelen van mensen, werkt God op deze manier. Hij werkt met wat waardeloos lijkt te zijn. Petrus schrijft dat als bemoediging. Het is een brief aan mensen die buitengesloten worden omdat ze christen zijn. Ze worden door de mensen om hen heen afgekeurd. Ben je christen, dan ben je gek. Ze werden gepest, onder druk gezet. Ze moesten soms vluchten. Of als ze slaaf waren, werden ze door hun meesters keihard aangepakt, veel meer geslagen dan anderen slaven. Maar Petrus bemoedigt hen: dat hebben ze ook met Jezus gedaan. Hij was ook een afgewezen steen. Maar God maakte van hem de hoeksteen. En u mag u laten gebruiken om op die steen gebouwd te worden. Mensen wijzen u wel af, maar God wil u gebruiken. In vers 21 schrijft hij: dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Hij liet die afwijzing over zich heen komen. Doe dat ook. Hou vast dat God je wil gebruiken om als steen om gebouwd te worden op hem. Wij hebben niet zo’n last van christenvervolging. Het werkt bij ons anders. Misschien zit het wel vooral bij onszelf van binnen. De kritische stem bij jezelf van binnen die zegt: ben jij nou gek. Zoveel tijd ga je niet in de kerk steken. Als je elke week twee keer naar de kerk gaat en je leest thuis je bijbel en je bidt, dan ga je toch niet ook nog eens elke twee weken een avond met andere kerkmensen bij elkaar zitten in een kleine groep. En dan zeker precies als het Championsleague is. Je lijkt wel gek. Of: je gaat toch niet die heel persoonlijke dingen delen met een stel anderen die je helemaal niet zo goed kent, alleen maar omdat je bij elkaar in de kerk zit? Of: je wilt toch niet serieus een dag in de week minder gaan werken omdat je dan regelmatig dat rare mens verderop kunt helpen? Je laat die promotiekans toch niet schieten omdat je geen tijd hebt voor die cursus vanwege het evangelisatiewerk. Je wilt jezelf toch niet vast laten leggen in een kerk waar dat soort dingen verwacht worden? Zo gek ben je toch niet? Maar dat is wel de kerk die gebouwd wordt op die Jezus die zo gek was om als begindertiger zichzelf helemaal te geven, zodat het hem zijn leven kostte. Die Jezus, met een levenshouding die door iedereen afgewezen werd. Op die Jezus bouwt God zijn kerk. En hij wil de die kerk bouwen met mensen die die levenshouding van Jezus leren. Laat je gebruiken. Al zegt je eigen gevoel dat je dan gek bent. Laat je gebruiken. Volg daarin Jezus Christus. Doe het niet voor je eigen goede gevoel. De kerk is niet ons clubje waar wij ons lekker in voelen en ons dus voor inzetten. Doe het voor je Heer Jezus Christus, volg zijn voorbeeld. 2 En wat is de bouwstijl van de gemeente? Hoe moet het er uit gaan zien? Wat bouwen we met elkaar? Een gezellig huis? Een clubgebouw? Iets waar wij ons lekker thuis voelen? Laat je gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Een tempel, dat is een plek waar God woont. De God van hemel en aarde wil in onze wereld plekken hebben waar hij wonen kan. De gemeente moet zo zijn dat Gód daar woont. Dat bepaalt de bouwstijl. Ook daarin moeten we Jezus Christus volgen. Hij liet zich door God gebruiken als fundament, als hoeksteen. Hij heeft daar alles voor moeten loslaten. Hij moest er voor aan het kruis. Hij deed dat, voor zijn God. Heel zijn hebben en houden stelde hij in dienst van God. Hij offerde zichzelf, tot en met zijn leven. Volg die Jezus, geef jezelf in dienst van God. Gemeenteopbouw is tempeldienst. Offers brengen. Meer naar elkaar omzien, meer tijd in elkaar investeren, openstaan voor elkaar - ja, dat kost wat. Dat kost tijd en aandacht. Dat kost het openbreken van de muur die je om je heen gebouwd hebt. Dat kost het overwinnen van schaamte. Het kost zeker wat. En ik kan me goed voorstellen dat je dat niet zomaar overhebt voor de mensen om je heen. Het is ook nog maar de vraag hoeveel je er voor terugkrijgt. Maar je doet het dus ook niet voor mensen. Doe het voor God. De bouwstijl van de gemeente is niet die van het clubhuis, maar van de tempel. Samen er aan bouwen dat God er woont. Soms heel persoonlijk, dat God woont in iemand. Zorg aan iemand geven, of met iemand in gesprek gaan die door allerlei omstandigheden God aan het kwijtraken is. Daarin investeren, om er aan te bouwen dat God weer meer kan wonen in z’n hart. We bouwen de gemeente niet voor onszelf, maar voor God. De eerste vraag is niet ‘kan ik me thuis voelen in de gemeente’, maar kan Gód hier wonen. Als u en jij een volgeling van Jezus Christus bent, dan voel je je daar thuis waar je merkt dat er voor God een tempel gebouwd wordt. Dat kun je je thuis voelen in een buitenlandse kerkdienst, ook al versta je niet alles, maar je merkt: hier wordt God gediend. En andersom kun je je vreemd voelen tijdens een gezellige avond binnen je eigen gemeente, waar wel over van alles en nog wat gepraat kan worden maar waar je nooit een goed gesprek vanuit het geloof kunt hebben. *** Laat je gebruiken voor de bouw van Christus’ gemeente. Dat betekent: steeds terug naar het fundament. Niet altijd voelen aan de andere stenen om je heen, of je je daar wel prettig tussen voelt. Maar je vast laten zetten op de hoeksteen. In zijn stijl. Zo gek zijn om jezelf te laten gebruiken. Als een offer voor God. AMEN Liturgie welkom belijdenis van afhankelijkheid zegengroet Psalm 27:3 schuldbelijdenis met Gezang 155: 1, 2, 3 genadeverkondiging Gezang 155: 4,5 gebed Doopformulier III geloofsbelijdenis: Gezang 161: 1,2 gebed doop van Phéline de Boer en Rick Mast Gezang 124: 1, 4, 5 gebed Lezing 1 Petrus 2: 1-10 Verkondiging n.a.v. 1 Petrus 2: 4,5 met kindmoment, waarbij we luisteren/zingen: 'Kijk daar, een metselaar' amenlied Lied 320: 1,3 meeleven dankgebed en voorbeden mededelingen collecte slotlied Psalm 118:8 zegen