o kto b er 2016 nr 210 In dit nummer onder meer: De

advertisement
September - oktober 2016 nr 210
In dit nummer onder meer:
De radiotelescoop van Dwingeloo
Gaat u mee naar de zonsverduistering?
Is zwaartekracht een illusie?
Op Mars met Modas
In memoriam Cor Booy
Isaac Newton vergeleek zichzelf ooit met een
nieuwsgierig kind wat aan de rand van de oceaan
met schelpjes speelt. Die paar schelpjes steken
nietig af bij de oceaan vol nog onbekende exemplaren.
Kinderlijk en nieuwsgierigheid is aandoenlijk. Op
deze pagina de brief van Saro die hij dit jaar schreef
aan de museumsterrenwacht van Utrecht. Een
prachtige brief …. Met vulpen!
2
Metius Magazine nr. 210
De leenkijker
Onze leenkijker, een Celestron Nexstar 5SE, is beschikbaar
voor leden van onze vereniging. De kijker, met computersturing, is te reserveren via www.metius.nl
Jaargang 37 nr. 210, oplage 155
De kosten bedragen € 15 per periode van ca.30 dagen
(met een borg van € 50).
Coverfoto: de regenboog, symbool
voor het einde van de zondvloed
Lid worden van A.W.S.V.
“Metius”
Indien u lid wilt worden van de Alkmaarse Weer en Sterrenkundige Vereniging “Metius” kunt u
zich opgeven bij het secretariaat (zie pagina 3 van
dit blad). U kunt zich ook opgeven op één van
onze verenigingsavonden.
De contributie bedraagt € 25 per jaar. Personen
onder de 20 jaar betalen € 10 per jaar.
Gezinslid € 12,50 per jaar.
Bij lidmaatschap heeft u recht op:
 gratis deelname aan alle verenigingsactiviteiten (incl. lezingen, werkgroepen);
 gratis toegang tot de sterrenwacht;
 gratis abonnement op Metius Magazine.
Inhoudsopgave:
Lezingenagenda
Van uw voorzitter
De Radiotelescoop van Dwingeloo
Metius naar Dwingeloo
Van de weerkunde groep
Het weer en de Diepenveenmeteoriet
Totale zonsverduistering 21 augustus 2017
Open avond 18 dec 2015
Zwaartekracht is een illusie
Mars
Verslag eigen avond 20 mei 2016
Verslag lezing “Weer en klimaat”
In memoriam Cor Booij
Verslag lezing “Klimaat en verleden”
Wegwijs naar Aries
Hemelkalender
Henk Verbeek
Onno Lotgering
Onno Lotgering
Harriet Koomen
Harriet Koomen
redactie
Piet Cijsouw
Joep Engels
Rob Kroonenberg
Henk Verbeek
Johan Lensink
Mees Visser
Leendert Lambach
Rob Steegs
Rob Steegs
blz 4
blz 5
blz 6
blz 9
blz 11
blz 12
blz 14
blz 15
blz 16
blz 19
blz 22
blz 24
blz 27
blz 28
blz 32
blz 34
Van de redactie
Dit zomernummer is superdik geworden door
de grote hoeveelheid kopij die wij kregen, alle
auteurs dank hiervoor!
In onderling overleg met Hans en Gerard heeft
Bert Mulder besloten de redactie te verlaten.
Bert heeft ruim een jaar lang de schrijfsels van
leden allemaal gelezen en zoveel mogelijk taalfoutjes verbeterd waarbij de teksten zo min
mogelijk geweld zijn aangedaan. Wij bedanken
Bert voor zijn inzet.
Intussen blijft de redactie experimenteren met
de lay-out van het blad. Verscheen het blad
voorheen altijd met artikelen in 2 kolommen per
pagina dan kunnen dat er nu ook wel eens 3
worden. Het lettertype Arial is ingeruild voor
iets anders.
De advertenties zijn van de achterkant verdwenen. Het bedrijf wat de bezorging verzorgt is
sorteermachines gaan gebruiken. De adressticker voor de leden zat tussen de advertenties die
ook adressen bevatten. Een sorteermachine
raakt daarvan ernstig in de war.
Op bladzijde 16 vindt u een artikel wat is ontleend aan het dagblad Trouw. Erik Verlinde
komt hierin aan het woord. Hij zegt aan kosmologen: “Stop maar met zoeken naar donkere
materie…. want die is er niet.” Een dappere
uitspraak die wij u niet willen onthouden.
Metius Magazine is het officiële orgaan van de:
· Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”
· Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht
Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”:
Webpage:
http://www.metius.nl
Voorzitter:
H.A. Verbeek, Sperwer 1, 1722 DK Z Scharwoude
0226-321131, [email protected]
W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo
072-5335840, [email protected]
A.M. van der Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar
072-5154535, [email protected]
Bankrekening AWSV Metius: ABN AMRO:
IBAN nr. NL32ABNA0629077673
Rob Steegs, Benesserlaan 258, 1911 VJ Uitgeest
06-26686666, [email protected]
Piet Cijsouw, J.A.Radeckerweg 39, 1871 CJ Schoor
072-8506409, [email protected]
H. Zwart, Schouw 28, 1771 EP Wieringerwerf
Tel: 0227-603489, [email protected]
Hans Dijkstra (0224-297783)
Gerard Bais (0251-657094)
E-mail: [email protected].
Secretaris:
Penningmeester:
Alg. bestuurslid:
Leden adm:
Redactie:
Ere leden
Reproductie:
September - oktober 2016
dhr C Booy † dhr J Deugd † dhr K Kroesen
Traject “de Stern” Schagen.
3
Lezingen in 2016 / 2017
De voorbereidingen voor de lezingen in het komende seizoen zijn
vergevorderd! Er worden weer interessante onderwerpen uit de
weer- en sterrenkunde naar voren gebracht.
De indeling van het jaar wordt iets veranderd: de “open avond”,
waar Metius zichzelf presenteert tegenover de buitenwereld (onder
andere om geïnteresseerden de gelegenheid te geven te beoordelen of ze lid willen worden) is verschoven van december naar februari. Daarmee hopen we de toch wat lastige interactie met de
feestdagen te ontlopen.
Van de eerste twee lezingen vindt u op blz. 31 uitgebreide aankondigingen. Twee lezingen, aan het eind van het seizoen, zijn intentioneel afgesproken maar zijn nog niet zeker in verband met de beschikbaarheid van de sprekers. De gegevens van die lezingen kunnen daarom nog niet worden bekendgemaakt.
Zoals gebruikelijk vinden de lezingen plaats op vrijdagavonden,
meestal aan het einde van de maand.
In onderstaand schema zijn de onderwerpen aangegeven; de precieze titels kunnen hiervan afwijken.

vrijdag 30-09-2016:
vrijdag 28-10-2016:
vrijdag 25-11-2016:
vrijdag 16-12-2016:
vrijdag 27-01-2017:
vrijdag 24-02-2017:
vrijdag 31-03-2017:
vrijdag 21-04-2017:
vrijdag 19-05-2017:
R.M. Groenland MSc. over El Niño
Ir. A.G.F. Kip over Optische verschijnselen in de atmosfeer
Dr. D. Baneke over De Nederlandse sterrenkunde
Drs. K.-J. Mook over De geologische en klimatologische ontwikkeling van Mars
Prof. dr. H. Habing over Water bij het ontstaan van sterren en planeten
Open Avond
Lezing nog in voorbereiding; vooraf Algemene Ledenvergadering
Lezing nog in voorbereiding
Eigen Avond
Joehoe
Copij voor het volgende MM
Graag vóór 25 oktober naar
[email protected]
4
Een actueel overzicht vindt
u op www.metius.nl
De lezingen vinden plaats in het
Wijkcentrum "Thuis in Overdie."
Van Maerlantstraat 10
1813 BH Alkmaar
072-5402499
Metius Magazine nr. 210
zie blz 31
zie blz 31
Van uw voorzitter
Het weer blijkt wel degelijk invloed te hebben op
meteoren, althans het
waarnemen ervan. Detectivewerk was het om het
weer van 27 oktober 1873
op te sporen.
De eigen avond werd ruim
bezocht en het tafeltjesprogramma deed het
weer goed. Op één punt liet de techniek ons in de steek en misten we de film van Dwingeloo die we natuurlijk tegoed houden.
De moeilijkste vraag die zich op de busreis naar Dwingeloo voordeed had te maken met een knik in de afsluitdijk; van Mees Visser zou ik nog graag vernemen of de kazemat en/of de knik in de
afsluitdijk in 1932 echt is aangebracht met het oog op de Duitse
inval in 1940?
En dan was er nog Kaeskoppenstad waar de slinger aan 19 meter koord in de kerk veel belangstelling trok. Bij de generale repetitie bleek al dat de slinger maar zo’n 10 minuten voldoende
zou slingeren en hij dan weer met de hand gelanceerd moest
worden. De geringste onnauwkeurigheid leidt tot ongewilde
extra bewegingen zoals het beschrijven van een acht linksom,
terwijl de slinger zelf rechtsom moet gaan. Op deze manier werden de kegeltjes links omver geworpen i.p.v. rechts, maar die
afwijking viel niet op. Het oogstte algemeen enthousiasme ook
van de kerk zelf; we mogen volgend jaar weer!
Uw voorzitter heeft zich behoorlijk moeten inspannen voor het
lezingenprogramma; nadat de lezingencommissie haar voorkeu-
ren heeft vastgesteld begint het wervingsproces wat heel veel
tijd vergt. Maar we hebben wat tot en met januari en voldoende
opties voor het voorjaarsprogramma.
Deze zomer heb ikzelf niet zoveel beleefd op sterrenkundig gebied; mijn dochters wilden weleens weten hoe het zat met de
aardrotatie en de plaats van de poolster. Buiten in de zitkuil
gezeten met een kopje thee is het niet moeilijk met dit gereedschap en het centrale afvoerputje het verschil tussen synodisch
en siderisch uit te leggen en ook de scheve aardas kon aanschouwelijk worden gemaakt en met een kleine stap kon het
ook voor de maan worden uitgelegd. Die andere maanbewegingen (draconisch en anomalistisch) zijn veel lastiger!
Er overkwam mij nog wat bijzonders; u weet, ik werk graag met
bouwplaten en de astrolabe die ik had gemaakt zal nog steeds
gemaakt gaan worden door de Duitse fabrikant van astromedia.
Hij heeft een nieuwe schouder aangemeten gekregen en moet
daarom een afwachtende houding aannemen. Ondertussen had
hij zichzelf een programma aangeschaft waarmee hij voor iedere
positie astrolabes en vele soorten zonnewijzers kan maken en
vroeg of de uitkomsten van dat programma klopten met mijn
berekeningen. Al gauw bleek dat ik zijn programma, ondanks
wachtwoorden, niet kon starten en hebben we ons beholpen
met cellofaan overlay`s wat goede overeenkomsten opleverde.
Onlangs meldde mijn PC dat er een update was van het bewuste
programma en laat het nu ineens volledig werken! Kort daarop
verscheen er weer zo`n updatemelding, maar waarom zou je dat
doen als je tevreden bent? Ik heb er ondertussen weer een paar
gemaakt.
Henk Verbeek
Bij de voorpagina:
Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht:
De voorpagina staat dit keer in het teken van de
natte zomer met z’n mooie en ongemakkelijke momenten. De afbeeldingen zijn van Harriet Koomen
en Mees Visser.
Meer hierover in het stukje van Harriet op
pagina 11.
Voorzitter:
H.Verbeek, Sperwer 1, 1722 DK Z. Scharwoude
0226 - 321131, [email protected]
Secretaris:
W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo
072 - 5335840, [email protected]
Penningmeester:
W.J. Braakman, De Wieken 8, 1829 AN Oudorp
[email protected]
Leden:
F. Nieuwenhout, Daalmeerpad 15 1827 GA Alkmaar
072 - 5622745, [email protected]
M. vd Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar
072 - 5154535, [email protected]
R.B. Kroonenberg, Het Zandstuk 134, 1851 RT Heiloo
072 - 752 9111, [email protected]
September - oktober 2016
5
WERKGROEPEN
Werkgroep
Voorzitter
Werkgroep Cursus Sterrenkunde
Werkgroep Public Relations
Werkgroep Lezingen
Werkgroep Metius Jaarprijs
Werkgroep Metius Magazine
Werkgroep Metius Website
Werkgroep Afstand Bestuurbare Telescoop
Werkgroep Theoretische Sterrenkunde (WTS)
Werkgroep Weerkunde
Werkgroep Mediatheek
Werkgroep Sterrenwacht Bakkum
Kascontrolecommissie
Vertegenwoordiging Verenigingsraad KNVWS
Piet Cijsouw
Henk Verbeek
Mees Visser
Leendert Lambach
Hans Dijkstra
Harry Zwart
Frans Nieuwenhout
Martin v. d. Bogaerde
Karel de Leeuw
Wim Koomen
Rob Steegs
Hans de Nobel
Hans de Nobel
E-mail
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Zie volgende
[email protected]
Telefoon
072-8506409
0226-321131
072-5124545
072-5123114
0224-297783
0227-603489
072-5622754
072-5123375
0226-316316
072-5335840
06-26686666
Zie volgende
072-5611015
Radio-telescoop Dwingeloo nu ook voor de liefhebbers.
Door Onno Lotgering.
Op 26 februari j.l. heeft Frans de Jong
een lezing gehouden over radioastronomie met de Dwingeloo Telescoop (DT). Als voorzitter van de stichting CAMRAS (afkorting van: C.A. Muller Radio Astronomie Station) hield hij
een enthousiast en interessant betoog
voor een bijna volle zaal van het wijkcentrum “Thuis in Overdie”
Voor de pauze heeft de ontwikkeling
van de radio-astronomie centraal gestaan, met de nadruk op de rol van
Nederland en de DT. Na de pauze
heeft hij de huidige stand van zaken
en de activiteiten in en rond de DT
belicht.
Radio-astronomie is, vergeleken met
de optische astronomie, een jonge
“tak” van de astronomie. Mede dankzij de vergaande schaalverkleining en
de technische specificaties van de apparatuur worden al tientallen jaren
spectaculaire resultaten bereikt die
een onmisbare aanvulling vormen op
de optische astronomie. Voor amateur
-astronomen is de praktische beoefening een boeiende hobby.
De eerste aanwijzingen voor het gebruik van radiogolven uit de ruimte
stammen uit 1890. Kennelly (een assistent van Edison) experimenteerde
met radio-ontvangst en ontdekte sig6
Foto 1: Reber’s sterktekaart van ons zonnestelsel.
nalen die hij niet met aardse bronnen
in verband kon brengen. Die zouden
uit de ruimte komen…. In 1928 viel
Karl het Janssky op dat er een voortdurende (statische) storing op de telefoon te horen was, die elke dag 4 minuten later begon. Dat wijst op de
draaiing van de aarde en is kenmerkend voor het ontvangen van signalen
van bronnen uit de ruimte. Veel verder ging Grote Reber (1911-2002) die
een parabolische antenne bouwde
met een middellijn van 10 meter en
signalen ontving bij verschillende frequenties (900, 400 en 160 kHz). Door
Metius Magazine nr. 210
de sterkte van deze signalen te meten
heeft hij een zogenaamde
“sterktekaart” gemaakt.
In Leiden was J.H. Oort tijdens de oorlog ervan overtuigd dat de snelheden
van de spiraalarmen van ons zonnestelsel gemeten konden worden met
gebruikmaking van het Doppler-effect.
Een van zijn studenten (Henk van der
Hulst) ging metingen doen aan waterstofwolken. Doordat er veel waterstof
aanwezig is, kan het zogenaamde
“omkeren” van de draairichting van
het elektron in de waterstofkern gemeten worden op de karakteristieke
frequentie van 1420 kHz (circa 21 cm raakte de schotel in verval mede,
golflengte). Door deze voorspelling
door de inwerking van het klimaat.
was de wetenschappelijke belangstel- Aanvankelijk zijn er stemmen opgeling voor radio-astronomie enorm
gaan om te slopen, maar in een natoegenomen. Vlak na het einde van
tuurgebied is dat (gelukkig) erg duur.
WO II is een achtergelaten Duitse
In 2005 zijn besprekingen begonnen
( “Wurzburg”-) radarantenne in Koot- over de toekomst van de DT, die er
wijk gebruikt om samen met enkele
toe hebben geleid dat de stichting
Amerikaanse en Australische collega’s CAMRAS is opgericht.
in het begin van de vijftiger jaren de
CAMRAS is op initiatief van een aantal
eerste Doppler-metingen aan waterenthousiaste radioamateurs en met
stof te doen en zo de spiraalarmen
toestemming van NWO (Nederlandse
van de Melkweg in kaart te brengen.
Organisatie voor Wetenschappelijk
Opmerkelijk genoeg hebben deze on- Onderzoek) op 29 januari 2007 opgederzoekers gezamenlijk hun resultaricht door ASTRON (Netherlands Institen gepubliceerd in het wetenschaptute for Radio Astronomy) – eigenaar
pelijke tijdschrift Nature.
van de radiotelescoop – en VERON
Door de beperkingen van deze schotel (Vereniging voor Experimenteel Raheeft Oort in de vijftiger jaren met
dio Onderzoek in Nederland).
succes gepleit voor een grotere schotel. Voor de locatie is de keuze geval- Deze stichting stelt zich ten doel :
len op een natuurgebied bij Dwingeloo in Drenthe, ver
weg van storende
radiobronnen
…..wat tot op heden een strategisch
juiste keuze is gebleken. Er is een
geheel nieuwe 25
meter-telescoop
ontworpen en gebouwd met gebruik
van alle toen beschikbare technische hulpmiddelen
Foto 2: doelstellingen stichting CAMRAS.
(met de huidige
technische middelen heeft Frans de
Daarmee is de telescoop beschikbaar
originele filmbeelden van de bouw en gekomen voor amateur-astronomen,
opening vertoond). Deze schotel is de scholieren en studenten in de stereerste en vele jaren de grootste draai- renkunde.
bare paraboolantenne ter wereld ge- Eigenaar ASTRON (professionele asweest ! Naderhand zijn in Westertronomie) heeft aan de stichting
bork twaalf gekoppelde 25 meterCAMRAS het gebruik, onderhoud en
telescopen gebouwd die als interfero- beheer van deze schotel overgedrameter werden gebruikt om nauwkeu- gen.
riger metingen te doen. Met deze in- Op de website van de stichting CAMstallaties heeft Nederland een voorRAS zijn de activiteiten als volgt veraanstaande rol in de radiomeld:
astronomie verworven.
Stichting CAMRAS stelt dit unieke
Na de pauze heeft Frans de Jong ver- rijksmonument open voor leerlingen
teld over het huidige gebruik van de
en studenten (van lager tot hoger on25 meter-schotel. Begin deze eeuw
derwijs), scouts en jeugd. Zo kan de
September - oktober 2016
radiotelescoop bijdragen aan het stimuleren van interesse bij de jeugd
voor wetenschap en techniek’. Daarvoor ontwikkelen de vrijwilligers van
Foto 3: snelheidsbeeld van een pulsarsignaal. De kleurenfoto toont in rood
groen en blauw het doppler effect
CAMRAS materialen en demonstraties
die geschikt zijn voor de verschillende
doelgroepen. Voor basisschoolleerlingen is dat bijvoorbeeld een spannend
verhaal over afstanden, sterren en
pulsars. Leerlingen uit de bovenbouw
van het voortgezet onderwijs en studenten berekenen bijvoorbeeld uit
het pulsarsignaal de afstand van
de pulsar. En scouts leggen met zelfgemaakte YAGI-antennes via de maan
contact met de Dwingeloo telescoop
en met elkaar.
Ook zorgen de vrijwilligers er voor dat
de besturing, de ontvangstapparatuur
en de bijbehorende software van de
telescoop perfect werken.
Of de telescoop ook beschikbaar is
voor liefhebbers die geen leerling of
student (meer) zijn, is een vraag die
die avond niet is gesteld.
De Metius-excursie van 19 maart a.s.
naar Dwingeloo biedt een herkansing
om hier achter te komen.
 De doelstellingen worden ingevuld
door de volgende activiteiten te organiseren:
 Rondleidingen voor bezoekers (Metius
gaat op 19 maart a.s. op bezoek !)
 Verbindingen voor scoutingevenementen
 Repeater-station voor verbindingen
via de maan (die als reflector dient)
 Demonstraties van het Doppler-effect
 Waarnemingen met behulp van een
7
(gewone) satellietschotel
 Metingen aan de spiraalarmen van de
Melkweg
 Metingen aan pulsars
 Meting van de nutatie (“wobbeling”)
van het maanoppervlak
 Metingen aan andere zonnestelsels,
bijvoorbeeld de Andromeda-nevel
 Radio-verbinding via de maan met
gebieden op aarde waarmee nog
nooit radiocontact is geweest, zoals
bijvoorbeeld Tasmanië
 Kunst- en cultuur-uitingen met de
telescoopschotel als onderwerp of
onderdeel.
Voor wie in astronomie-metingen
geïnteresseerd is: de ontvangen signalen kunnen bewerkt worden met
bijvoorbeeld Java en Excel met als
resultaat en visueel plaatje zoals in
de foto’s 3 en 4.
Met de zo verkregen beelden begint
voor de liefhebber de interpretatie
8
met als belangrijke vragen:
Wat zien we ?
Wat gebeurt daar ?
In zijn lezing heeft Frans de Jong
niet alleen een overzicht gegeven van wat er met de vernieuwde DT mogelijk is. Met zijn enthousiasme heeft hij een pleidooi gehouden voor het beoefenen van een fascinerende hobby.
De 26 aanmeldingen voor de
excursie naar de DT doen vermoeden dat die boodschap is
aangekomen.
Foto 4: weergave van de spiraalarmen van
de Melkweg
N.B.: de foto’s van de Powerpointpresentatie zijn tijdens de lezing
gemaakt door Hans Dijkstra .

Metius Magazine nr. 210
Metius naar gerestaureerde Dwingelose radiotelescoop
Door Onno Lotgering.
Op zaterdagmorgen 19 maart j.l. staat
het 22 leden sterke Metius-legioen
ruim op tijd klaar om in een bus-opmaat te stappen op weg naar de
Dwingeloo-telescoop (DT). Aanleidingen zijn er meer dan genoeg: de erkenning als technischwetenschappelijk monument, de
plaatsing op de top100.lijst van wederopbouw-monumenten 1940-1958,
de recente restauratie en heropening
en het 60 jarig jubileum van de DT op
16 april a.s.
De vernieuwde telescoop is eigendom
van ASTRON en wordt door de stichting CAMRAS beschikbaar gesteld aan
amateur radio-astronomen
( www.camras.nl ).
De gerestaureerde radio-telescoop te Dwingeloo
De heenreis.
De bus, precies op maat!
(foto: Nicolàs de Hilster)
Precies op tijd vertrekt de bus en ontstaan er heel wat gesprek tussen de
Metius-leden (je hebt heel wat gemeenschappelijke belangstelling …).
De verkeersdrukte op de weg valt reuze mee en via de A7 rijden we naar
Wervershoof waar nog drie leden uit
de Noordkop instappen. Voorzichtig
wordt de hoop uitgesproken dat er
onderweg nog een koffiestop ingelast
kan worden. Chauffeur Hans is daar
heel duidelijk over: de Tomtom geeft
aan dat we volgens plan om 11.20 uur
bij de DT zullen aankomen. Met andere woorden: vergeet die koffiestop
maar ……. Aan het einde van de Afsluitdijk maakt ceremoniemeester
Mees ons attent op een “knik” in de
weghelft waar wij op rijden. Dit is de werkruimte van de DT !
plaats waar Nederlandse soldaten in
1940 de oprukkende Duitsers vanuit
In en om de radio-telescoop.
kazematten hebben tegengehouden. De groep wordt in tweeën gesplitst:
Er is zelfs een kazematten-museum
de ene helft krijgt een demonstratie
(Scrabblewoord) ! Na dit indrukweken rondleiding in de radio-telescoop
kende wapenfeit rijden we het totaal en de andere helft gaat naar buiten
andere landschap van Friesland binvoor een uitleg over de geschiedenis
nen. Via het beruchte knooppunt Jou- en de activiteiten van de DT. Een
re rijden we (zonder file) door naar
groot deel van de werkruimte is ingeLhee bij Dwingeloo …… en dan denk je richt met demonstratie-modellen van
dat we zo voor de DT staan…. mooi
de werking van de telescoop en wandniet. Na wat zoekwerk en vaardige
achteruitrijkunst
van chauffeur Hans
staan we precies
om 11.30 uur op
het parkeerterrein
van ASTRON en
door de bomen zien
we de DT. Het blijkt
verwarrend om onze gastheer en vrijwilliger Roy via de
mobiele telefoon te
vinden, maar dat
lukt en dan is er
Vrijwilliger Roy en de bedieningsapparatuur in de werkruimte
(foto: Nicolàs de Hilster)
koffie …… in de
September - oktober 2016
9
platen over de eigenschappen en het
meten van radiogolven in het meteren centimeter-gebied. De technische
inrichting bestaat uit een overzichtelijke hoeveelheid voor velen nog herkenbare apparatuur, naast kasten met
eigentijdse technologie. Het valt op
dat de apparatuur voor de verschillende wetenschappelijke metingen maar
zo’n drie meter wandruimte inneemt.
Voor het aansturen en richten van de
25 meter-schotel trekt de machinekamer de aandacht van enkele liefhebbers en ook daar wordt van de uitleg
gebruik gemaakt. Deze inrichting
wordt gebruikt bij een hoofdfunctie
van de stichting CAMRAS: voorlichting
en uitleg over geschiedenis van de
radio-astronomie en de werking van
de radiotelescoop.
Om te laten zien wat er komt kijken bij
een waarneming met de DT wordt
begonnen met de waarneming van
een pulsar. Het opstarten en draaien
van de telescoop lukt in tweede instantie en (na het wisselen van de beide groepen) is de “hartslag” te horen
van de pulsar PSR B0329+54 met een
periode van 0,715 seconde en een
pulsduur van 6,6 milliseconde. Zie
voor een nadere uitleg ook: http://
www.camras.nl/blog/2008/eerstewaarneming-van-een-pulsar/
Volgens plan is het tijd om afscheid te
nemen, maar niet nadat Mees de
rondleiders Marijke en Roy een boek
van Kaeskoppenstad Alkmaar heeft
overhandigd en Marijke aan Mees een
boek over de astronomische metingen
van haar man.
Lunch en terugreis.
Vlak bij de DT staat een mede door
Mees samengestelde lunch klaar in de
“De Bospub”: mosterdsoep met een
broodje gezond en een broodje-kroket
vormen een stevige basis voor de gesprekken aan tafel (en later in de bus
terug). Al dit heerlijks tegen betaling
van een eigen bijdrage waarvoor
Mees “zwaar onderhandeld” heeft !
Even na 14 uur stappen we weer in de
bus. De terugreis wordt opgeluisterd
met een kostelijk verhaal van Henk
10
Het uitwisselen van de boeken bij het afscheid.
(foto: Nicolàs de Hilster)
over een bezoek aan een radiotelescoop in de Sovjet-Unie met alleen
maar “normale onderdelen”, inderdaad: 50-er jaren degelijkheid. Dirk
stelt zich voor als nieuw lid en vertelt
met instemming van de excursiegangers.
twee korte Indiase sprookjes over “de
spiegel” en “de halfgod met het olifantenhoofd”. Met deze verhalen en
de gedachten aan wat we deze dag
aan radio-astronomie hebben gezien
en ervaren leveren we de drie leden
weer af in Wervershoof en rijden we
door naar Alkmaar waar we tegen vijf
uur aankomen bij het wijkcentrum
“Thuis in Overdie”.
En verder…???
Aan radio-astronomie zijn bij Metius
in het afgelopen jaar twee lezingen en
deze excursie besteed. Hoe mooi zou
het zijn als dit door enkele leden
wordt voortgezet met bijvoorbeeld
eigen radio-waarnemingen als aanvulling op de optische waarnemingen
(wat ook omgekeerd geldt !).

Pulsar PSR B0329+54 met een periode van 0,715 seconde en een pulsduur van 6,6 milliseconde
(foto: Nicolàs de Hilster)
Metius Magazine nr. 210
Laat de soep maar komen !!!
Laat nu de soep maar komen!
De Bospub met een degelijk
Drents onderschrift
(foto´s: Nicolàs de Hilster)
Wat een buien zijn er geweest in het
zuiden en het oosten van ons kleine
Door Harriet Koomen
landje en wat hebben we in Noord
Holland vaak droog weer gehad, wat
Van de meeste
bewolking misschien, een enkel spetleden van onze
tertje, maar ook heel veel de zon.
groep kan je wel De combinatie van regen en zon lezeggen dat ze
vert mooie regenbogen op. Zo mooi
regelmatig naar dat je begrijpt dat iemand ooit het
weerkaarten en sprookje van de pot met goud heeft
weerwebsites
verzonnen. De regenboog van de
zitten te kijken
voorpagina is gemaakt vanaf een heuom te zien wat er nu weer gebeurt.
veltop in Frankrijk. Een heuvelig landWat mij betreft waren de afgelopen
schap kan ervoor zorgen dat je een
zomer de sites van de KNMImooier camerastandpunt hebt dan in
weerkaarten, van Zilt Meteo en van
onze vlakke land, waar er dan al gauw
Buienradar regelmatig bezochte sites, weer bomen of iets dergelijks het
niet alleen om te kijken of ik een rebeeld doorbreken. De redactie van
genjas mee moest nemen bij avontu- MM vroeg mij om een weerfoto. Ik
ren buitenshuis, maar ook om te kijheb voor deze gekozen in combinatie
ken wat een geluksvogel ik was alleen met de verregende vakantiefoto van
al om het simpele feit dat ik in Noord onze oud-voorzitter Mees Visser. Ik
Holland vertoefde.
vond het wel treffend voor deze zo-
Van de werkgroep weerkunde
September - oktober 2016
mer.
Bovendien snijdt het mes aan twee
kanten. Door de regenboog te kiezen
kan ik u ook vast attent maken op de
lezing van Ir. Arnold Kip, a.s. 28 oktober. Een lezing die zal gaan over optische verschijnselen in de atmosfeer.
Dat zijn natuurlijk niet alleen regenbogen, maar googelt u maar zelf om te
zien wat er nog meer te verwachten is
die avond. Voor de weerkundigen onder ons wordt het een interessant begin van het verenigingsjaar want we
beginnen in september met een lezing
over El Nino, een geheimzinnig verschijnsel met wereldomvattende invloed.
Alkmaar, augustus 2016

11
Het weer en de Diepenveen-meteoriet.
Spreker Jacob Kuiper.
Verslag Harriet Koomen.
Op vrijdag 29 april jl. was in het buurtcentrum Overdie de Rode Zaal voor
ons gereserveerd voor de maandelijkse lezing. Deze keer werd die verzorgd
door Jacob Kuiper, hoofd meteoroloog
bij de sectie Luchtvaart van het KNMI
in De Bilt. Na de lezing konden de aanwezigen constateren dat hij dan wel
meteoroloog van beroep mocht zijn,
maar dat hij zijn roeping gemist had
om detective te worden. Hoe wij tot
die conclusie kwamen? Dat ging als
volgt.
woner over meteorieten en zijn fascinatie daarvoor. Waarop hem verteld
wordt dat bij hun in het dorp ooit ook
een meteoriet was neergekomen en
dat die nog ergens in een kistje lag in
de plaatselijke school. Het was een
vondst waardevoller dan goud. Uit de
wereld van mensen met kennis van
zaken kwamen Marco Langbroek en
Niek de Kort erbij.
stations verdeeld over het land waarvan de waarnemers hun bevindingen
naar het KNMI stuurden. In het KNMI
werd alles in schema’s genoteerd, zoals u op de foto kunt zien.
Op de 25e oktober was er veel regen,
op de 26e en 27e veel minder.
Oude kranten erop naslaan zou niets
opleveren. Er werden nog geen weerIn het kort:
kaarten gemaakt. Buys-Ballot maakte
 De meteoriet is zo groot als een
zijn eerste weerkaart op 20 september
kindervuist.
1878 en pas vanaf 1881 stond er iede Het is één van de 5 bekende mete- re dag een weerkaart in de krant. Uitorieten in Nederland.
eindelijk heeft Jacob Kuiper met de
 Het is een koolstofchondriet, type informatie van Buys-Ballot een weerCM, is daardoor zeldzaam want
kaart geplot.
slechts 1% van alle meteorieten
behoren tot dit type.
In Boulder, Colorado in de VS is NOAACIRES gevestigd. Deze organisatie verDe vraag is:
zamelt alle meteorologische gegevens
 Is het een meteoriet van een bevan over de hele wereld en analyseert
paalde asteroïde? Uit welke richze. De vroegste gegevens zijn vanaf
ting en met welke invalshoek is hij 1851. Voor onze meteorologische deop de aarde afgekomen?
tective is het een onmisbare organisa Kunnen we dat bevestigen aan de tie. Hij vroeg weerkaarten op van de
hand van waarnemingen?
dagen tussen 15 oktober en 15 no Hoe was het weer die dag, waar
vember en dat van een groot aantal
was het helder genoeg om een me- jaren. En zocht daarbij naar een gelijkteoriet waargenomen te kunnen
soortig weertype als op zijn eigen gehebben?
plotte weerkaart. Als toehoorders
De Diepenveen meteoriet
kregen wij diverse plaatjes te zien
In oktober 1873, om precies te zijn op Dit is het moment dat het voor de toe- over de relatieve vochtigheid op 3 verde 27e, was een boerenechtpaar aan hoorders op deze avond duidelijk
schillende hoogten, op de grond, op
het werk op hun akker bij Diepenveen, werd waarom het van belang is om te het 500 hPa-niveau en op het niveau
ten noorden van Deventer. Zij waren weten wat de meteorologische omvan 300 hPa. Met behulp van het stacooggetuigen van de inslag van wat
standigheden waren van die specifie- ken van de afbeeldingen in de compuheden ten dagen de meteoriet van
ke dag. En daar komt Jacob Kuiper om ter heeft Jacob Kuiper uiteindelijk een
Diepenveen wordt genoemd. Zij heb- de hoek. Hij is van jongs af aan zeer
dag gevonden met soortgelijke weersben het object van anderhalve voet
geïnteresseerd in astronomie, in het
omstandigheden als op 27 oktober
diep uit de grond moeten graven. Bij- bijzonder in meteorieten en was de
1873 en wel heel recent, nl. 20 oktona anderhalve eeuw heeft de meteo- aangewezen meteoroloog om hierbij ber 2015.
riet in een kistje gelegen, vergezeld
betrokken te raken. Hij vertelt ons hoe Van de twee dagen lijken alle niveaus
van een kaartje waarop de informatie vanaf 1848 door Buys-Ballot, de eerste erg op elkaar. Wat dan plezierig is, is
staat van de dag en van de waarnedirecteur van het door hem opgezette dat van 20 oktober 2015 satellietbeelmingen van het echtpaar. In 2012 ver- KNMI, een systeem van waarneminden op te vragen zijn en er goed is te
telt Henk Nieuwenhuis tijdens een
gen is aangelegd. Buys-Ballot ontwik- zien er op die dag een hoge bewolking
verblijf op de camping in Diepenveen kelde een notatie voor de diverse
was die meer naar het westen toe verenthousiast aan een plaatselijke beweersomstandigheden en er waren 11 spreid werd met gaten ertussen in. En
12
Metius Magazine nr. 210
verder naar het westen was het grootste deel van zuidoost Engeland helemaal helder. Geen wolkje aan de
lucht.
Daarmee is het gebied aangewezen
waar men historische verenigingen
kan vragen om mee te zoeken naar
journaalaantekeningen, vermeldingen
in dagboeken e.d., waarbij men moet
denken aan dominees en pastoors, in
die tijd de grootste chroniqueurs. Zo
hoopt het Nederlandse team meer te
weten te komen over deze meteoriet
van Diepenveen.
onderzoek nog niet afgerond is en dat
er een artikel in de maak is om officieel gepubliceerd te worden in Nature.
Het was een eer om als Metius de primeur te hebben van het hele verhaal.

Rest mij nog om te vertellen, dat het
Door KNMI opgestelde tabel van oktober 1873 met weergesteldheid op verschillende plaatsen
September - oktober 2016
13
Totale zonsverduistering 21 augustus 2017 in Oregon, Amerika
Wim Koomen stuurde ons een overzicht van reisaanbiedingen van Experience\Travel die hij als lid van de regionale
KNVWS kreeg; Hieronder een uitgedunde versie.
De eerstvolgende eclips vindt plaats op 21 augustus 2017
in Oregon, Amerika. ExperienceTravel en haar zusterorganisatie Travelworld bieden u graag een unieke ervaring dankzij een exclusieve samenwerking met André Kuipers.
Tijdens een 4-daags arrangement zal André Kuipers op locatie lezingen geven, samen met het gezelschap sterren
kijken en is hij bij de eclips aanwezig. Bovendien kunt u dit
arrangement uitstekend combineren met een individuele
reis door het verrassende en relatief onbekende Oregon.
18-daagse exclusieve autoreis door ExperienceTravel
Vanaf € 5.995 p.p. o.b.v. 2 personen
Inclusief: KLM vliegreis, 16 hotelovernachtingen in 4/5sterrenaccommodaties waaronder op een speciale eclipslocatie, 15 dagen autohuur type Fullsize met verzekering,
presentaties door André Kuipers
17-daagse autoreis door Travelworld
Vanaf € 3.275 p.p. o.b.v. 2 personen
Inclusief: 13 hotelovernachtingen in 3-sterren accommodaties, 3 overnachtingen in het Sunriver Resort, 17 dagen Alamo autohuur type Compact Car met verzekering, presenta¬tie van André Kuipers op 20 augustus 2017
20-daagse camperreis door Travelworld
Vanaf € 1.399 p.p. o.b.v. 2 volwassenen en 2 kinderen
Inclusief: 2 hotelovernachtingen in Seattle, 3 overnachtingen op een camping nabij de eclipslocatie. 18 dagen Road
Bear camperhuur met VIP

10-daagse fly & drive door Travelworld
Vanaf € 2.375 p.p. o.b.v. 2 personen
Inclusief: vliegreis naar Portland, 3 overnachtingen in het
Sunriver Resort, 9 dagen autohuur type Compact Car met
verzekering, presentatie van André Kuipers op 20 augustus
2017
14
Metius Magazine nr. 210
wel een stabiele, trillingsvrije opstelling
van de kijker. Maar bij een sterke vergroting gaat bovendien het beeld bewegen
door de onrust van de lucht. Deze
Er waren 26 personen aanwezig op de
Open Avond, en al snel werd duidelijk dat “seeing” beperkt dus de mate van vergrodeze allen lid van Metius waren – het doel ting die nog zinvol is. Een flinke vergroting
maakt ook, dat je maar een klein deel van
om aan belangstellende niet-leden een
beeld van de vereniging te geven kon dus de hemel door de kijker kunt zien, en dat
levert moeilijkheden op om te richten op
bij voorbaat niet worden gehaald. Maar
ook onder de leden zijn er lieden die graag het door jou gewenste hemelobject.
“Starhoppen” is dan de klassieke techniek,
wat meer horen over de activiteiten van
maar tegenwoordig zijn (ook amateur-)
Metius, bijvoorbeeld over de diverse
kijkers al vaak voorzien van software die
werkgroepen, en vanuit het gevoel dat
zelf de kijker kan richten op zwakke objecdeze belangstelling op de laatste vereniten aan de hemel. Ook de Leenkijker van
gingsavond van het jaar 2015 wellicht
de vereniging heeft deze faciliteit.
meer richting zou kunnen worden gegeven is de avond verzorgd zoals de bedoeKarel de Leeuw deed verslag van de norling was.
male wijze van werken in de werkgroep
Henk Verbeek opende als voorzitter, met Weerkunde. Die begint met een kijkje op
de actuele
een schets van wat we de verdere avond
weersituatie,
te horen zouden krijgen. Hij gaf een opaan de hand
somming van de lezingen die we in 2015
van weerkaarhebben meegemaakt, en vervolgde met
ten van het
een vooruitblik over de lezingen in de eerKNMI. Karel liet
ste helft van 2016.
zien, dat het
weer nu uitgeWim Koomen had zich verdiept in de toee
sproken
“saai”
is:
al
wekenlang
eenzelfde
stand in de tweede helft van de 16 eeuw,
met de opkomende configuratie van een hogedrukgebied in
zuidoost Europa met een lagedrukgebied
molentechniek, de
eerste droogmakerij- ergens ten zuiden van IJsland, resulterend
en, de lenzenslijpers in een warme, vochtige zuidwesten wind
met de microscoop in onze streken. Een kijkje op de actuele
en de verrekijker als en te verwachten positie van de jetstream
resultaat; hij memo- liet zien, dat er de eerste tijd weinig verreerde de oprichting andering was te verwachten: het weer zou
van de eerste univer- heel stabiel “veranderlijk” blijven. Leensiteiten ( in Leiden en Franeker) en spitste dert Lambach nam het over om een ander
vervolgens toe op de situatie in Alkmaar. aspect van het werk van de WeerkundeDaar woonde Adriaan Anthoniszoon: ste- groep te belichten: het bestuderen van
denbouwkundige en vestingbouwer, sche- bijzondere weersverschijnselen, waarbij El
Niño als voorbeeld gebruikt werd. Het
pen in Alkmaar, betrokken bij Alkmaars
wordt duidelijk, dat het “kerstkind” ook
Victorie. “Onze” Metius is één van zijn
op het noordelijk halfrond zijn invloed
zoons, die studeerde in Franeker en Leiden, werkte bij Tycho Brahe en werd later heeft, maar hoe, dat wordt nog niet echt
begrepen.
hoogleraar in Franeker. Van zijn leven
In de pauze was er gelegenheid om elkaar
weten we veel uit het In Memoriam (de
“Lijkrede”) die door één van zijn collega’s bij te praten over allerhande ontwikkelingen. De vereniging faciliteerde dit door de
werd uitgesproken na zijn overlijden in
koffie (of een andere drank) aan te bieFraneker.
den.
Rob Steegs verHenk Klippel opende het tweede deel van
volgde met een
de avond met een
schets van het nut
schets van de werkvan een kijker bowijze van de Werkven gebruik van
groep Theoretische
het blote oog: er is
Sterrenkunde. Leimeer licht ter bedraad is het bestudeschikking, en je
ren van het in de
kunt van een zekere (hoek)vergroting gewandeling MODAS
bruik maken. Een sterke vergroting vereist
De Open Avond van 18 dec 2015
Door Piet Cijsouw
September - oktober 2016
genaamde boek; beurtelings neemt iemand een hoofdstuk voor zijn rekening.
We vorderen; we hebben nu 21 van de 30
hoofdstukken gehad. Maar daarnaast
worden er “ad hoc” onderwerpen behandeld, waarvan Henk een paar voorbeelden
gaf. Tenslotte worden er (aan de hand van
krantenartikelen) nieuwtjes uitgewisseld
en toegelicht. Om iets te laten voelen van
het soort sterrenkunde dat bij WTS voorbijkomt beschreef Henk het effect van
ionisatie in het inwendige van sterren, dat
verantwoordelijk is voor bepaalde vormen
van variabiliteit. Hij maakte duidelijk, dat
deze variabiliteit daarom alleen maar kan
voorkomen bij sterren die liggen in een
verticale strook van het HertzsprungRussell diagram.
Piet Cijsouw vertelde over de cursussen
van de vereniging; er zijn er twee: een
kennismakingscursus
die (behoudens uitzonderingen) ieder
voorjaar en ieder
najaar wordt gegeven, en een vervolgcursus die alleen verzorgd wordt wanneer
zich voldoende belangstellenden hebben aangemeld. De
kennismakingscursus wordt meestal voor
een andere organisatie (zoals de Volksuniversiteit Alkmaar, of zoals recent HOVO
Alkmaar) gegeven, maar ook soms in eigen beheer. Door in verschillende plaatsen te komen bedienen we daarmee onze
regio. De inhoud is conventioneel, maar
wel echt op de moderne astronomie gericht, en behandelt de sterrenkunde van
dichtbij naar ver weg. Een precieze inhoudsbeschrijving staat op de site van
Metius. De vervolgcursus is anders van
aard: die gaat in op highlights van de astronomie, waarbij het gebruik van wis- en
natuurkunde niet geschuwd wordt.
Mees Visser zou de laatste spreker van de
avond zijn, met een schets van de
(uitgevoerde en nog te komen) excursies
van de vereniging. Helaas was de tijd zover verstreken, dat besloten moest worden om deze voordracht uit te stellen tot
een volgende gelegenheid.
Ook al was het publiek anders samengesteld dan de bedoeling, toch kan van een
geslaagde avond gesproken worden.

15
Zwaartekracht is een illusie
gelezen in Trouw, Joep Engels − 16/05/16, 22:17
Natuurkundige Erik Verlinde heeft een eigen kijk op zaken. Hij stelt dat zwaartekracht voortkomt uit de orde van de kosmos. Zijn
theorie maakt de donkere materie overbodig.
Het heelal is niet leeg, zegt Erik Verlinde.
"Het is een zee vol informatie. Maar iedereen kijkt alleen naar de draaikolkjes die
sterrenstelsels worden genoemd. En dan
zien ze vreemde effecten die ze verklaren
met zoiets ongrijpbaars als donkere materie. Maar dat hebben ze niet nodig. Die
effecten ontstaan in die zee die ze over
het hoofd zien."
Erik Verlinde heeft een eigen kijk op de
werkelijkheid. Vijf jaar geleden baarde de
hoogleraar theoretische fysica van de Universiteit van Amsterdam opzien met zijn
theorie dat de zwaartekracht niet bestaat.
Tenminste, niet als fundamentele kracht.
Iedereen blijft met beide benen op de
grond, zelfs Verlinde gaat niet zweven.
Maar de zwaartekracht is de uiting van een
dieper proces, beweerde hij. Net zoals
druk of temperatuur niet fundamenteel
zijn, maar het gevolg van het gedrag van
moleculen. Of zoals water nat is, maar
individuele watermoleculen dat niet zijn.
Zijn idee werd door sommigen enthousiast
ontvangen, maar stuitte ook op onbegrip
en ongeloof. Maar bovenal bleef het bij
een interessant idee. Tot deze week. Verlinde legt de laatste hand aan een artikel
waarin hij laat zien dat zijn theorie een van
de grote vraagstukken uit de kosmologie
oplost: de donkere materie.
zijn werkkamer op het Amsterdamse Science Park. Hij spreekt zacht en formuleert
zorgvuldig. Maar doet intussen krasse uitspraken. "Ik ga ervan uit dat door mijn
artikel financiers van onderzoek zich zullen
afvragen of ze nog wel geld moeten steken
in die donkere materie."
de bekende Robbert Dijkgraaf. Het drietal,
dat 'de rebellenclub' werd genoemd, werkte aan de snaartheorie, een destijds nieuw
idee om alle natuurkrachten te verenigen.
"Men zocht naar unificatie, naar een theorie eigenlijk om de zwaartekracht onder
dezelfde noemer als de andere krachten te
brengen. Zonder zich af te vragen wat
Op het strand, met geen andere hulpmidde- zwaartekracht precies was."
len tot zijn beschikking dan pen en papier,
kon hij zijn gedachten de vrije loop laten.
Het was een dief die hem in de zomer van
Sterrenkundigen gaan uit van het bestaan
van deze donkere materie, omdat ze anders de bewegingen van sterrenstelsels
niet kunnen verklaren. Sterren, planeten
en andere zichtbare materie maken nog
geen zesde deel uit van de massa in het
heelal. De rest is niet alleen onzichtbaar,
Al in de jaren tachtig stond Erik Verlinde
maar ook zoek. Decennia lang speuren
(1962) erom bekend dat hij vaak ideeën
wetenschappers al naar mogelijke bouwstenen van die donkere materie. Vergeefs. ter discussie stelde. Hij deed zijn promotieonderzoek bij de Utrechtse hoogleraar en
latere Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft.
Stop maar met zoeken, zegt Verlinde op
Samen met zijn tweelingbroer Herman en
16
Metius Magazine nr. 210
2009 op het spoor zette. Op de laatste dag
van zijn vakantie in Zuid-Frankrijk werd in
zijn appartement ingebroken. Verlinde was
zijn laptop kwijt, zijn papieren en zijn sleutels en was gedwongen zijn vakantie een
week te verlengen. Op het strand, met
geen andere hulpmiddelen tot zijn beschikking dan pen en papier, kon hij zijn
gedachten de vrije loop laten.
thermodynamica. Zo moest hij het probleem benaderen!
heelal. Daar kun je een schatting van maken, maar die blijkt onnoemelijk veel te
klein. Daar zit een factor van tien tot de
Het zijn gedachten met een hoog abstrac- macht dertig tussen - een 1 met dertig
Zo kwam hij uit bij ideeën van zijn leertieniveau, maar de bijbehorende wiskunde nullen. Dat verschil moet iets met de donmeester 't Hooft. Die had zich destijds be- is verbluffend eenvoudig. Verlinde kalkt op kere energie te maken hebben, dacht ik.
ziggehouden met zwarte gaten, een favo- zijn schoolbord de basisformules en voor- "Als hij die onzichtbare informatie in zijn
riet onderwerp in de fysica. Leken vinden dat zijn gast met zijn ogen heeft kunnen
afleiding van de wetten van Newton en
die gaten vaak mysterieus, of zelfs angstknipperen, heeft hij er de beroemde
Einstein zou kunnen stoppen, zouden daar
aanjagend omdat ze alles in hun omgeving zwaartekrachtsformules van Newton uit
correcties uit moeten volgen die het raadopslorpen, maar fysici doen daar graag
afgeleid. Hij heeft het al vaak voorgedaan, sel van donkere materie en donkere eneronderzoek naar. Geen object in de ruimte maar de glimlach aan het slot is er niet
gie zouden moeten oplossen. Het gekke
met zo weinig eigenschappen.
minder op geworden. "De argumentatie
was: hij wist hoe die afwijking eruit zou
was zo simpel en zo logisch, net als de
moeten zien. Een Israëlische fysicus had
Een zwart gat heeft een massa, een elekwiskunde. Het sterkte mij in het idee dat ik een theorie ontwikkeld waarin hij Newton
trische lading en het kan ronddraaien.
op de goede weg zat."Hij voelde ook
aanpaste om de donkere materie overboMaar het heeft ook een temperatuur, had meteen aan dat er meer in het vat zou
Stephen Hawking laten zien. De horizon
zitten. "Als je vergelijkingen kunt afleivan een zwart gat, de virtuele bolvormige den, dan rollen daar ook correcties uit. Ik
grens waarbinnen niets meer kan ontsnap- had het gevoel dat die correcties iets met
pen, is niet zo scherp als iedereen dacht.
de kosmologie van doen konden hebben.
Hawking toonde aan dat een zwart gat een Met de donkere materie en donkere
heel klein beetje straalt. En - zo leert het
energie, met name."
natuurkundehandboek - als iets straalt,
heeft het een temperatuur.
Het zijn twee grote vraagtekens uit de
kosmos. Zoals gezegd, de donkere mateDat was het losse eindje waar Verlinde aan rie wordt nodig geacht om de rotatie van
begon te trekken. "Wat gebeurt er eigen- sterrenstelsels te verklaren. Volgens de
lijk als materie in een zwart gat verdwijnt? wetten van Newton of Einstein zouden
't Hooft had het idee dat de horizon van
de uiteinden van spiraalstelsels bij de
een zwart gat een soort hologram is. In dat draaiing achterop moeten raken. Extra hologram is alle informatie opgeslagen
onzichtbare - massa zou alles in het gelid
over zaken die in het gat zijn verdwenen.
kunnen houden. En een kleine twintig
De materie is weg; wat rest, is informatie jaar geleden werd ontdekt dat het heelal
op de horizon. De materie is opgegaan in
versneld uitdijt. Een mysterieuze kracht,
de ruimtetijd."
de donkere energie, zou daarvoor verantwoordelijk zijn.
Het zijn gedachten met een hoog abstractieniveau, maar de bijbehorende wiskunde Waarom gaan Newton en Einstein hier de
mist in, vroeg Verlinde zich af. Zijn antis verbluffend eenvoudig.
woord begon opnieuw bij het zwarte gat. dig te maken. "Zijn concept geloofde ik
"Het heelal dijt uit en hoe verder een ster- niet, maar zijn uitkomst wel. De vraag was
Tuinslang
Terwijl hij in Frankrijk zat te puzzelen, be- renstelsel van ons vandaan staat, hoe snel- dus: hoe kom ik op mijn manier op zijn
gonnen de kwartjes te vallen. Als materie ler het zich verwijdert. Dan is er een punt formule uit?"
waarop de verwijdering sneller gaat dan
in een zwart gat verdwijnt, leidt dat tot
"De donkere materie is een fictie, het effect
een herschikking van de informatie op de het licht. Dat is onze horizon. Wat daarachter
gebeurt,
kunnen
wij
niet
zien.
Die
is een afwijking in de formules. Ik kan me
horizon. Het is een ordeprobleem. Vergehorizon heeft fysisch dezelfde eigenschap- niet voorstellen dat het fout is."
lijk het met de tuinslang die in de winter
pen als de horizon van een zwart gat."
netjes opgerold in de garage ligt. In de
Elasticiteit
lente is het een kluwen geworden. De
Zit
dan
net
als
bij
het
zwarte
gat,
de
inforNa een zoektocht van twee jaar vond hij
zwaartekracht is geen fundamentele
matie
over
het
heelal
op
die
horizon?
Niet
zijn missing link in de leer van de elasticikracht, bedacht hij. Het is een nevenproduct van de natuur die streeft naar wanor- alle informatie, zegt hij. "Het heelal bevat teit. "De formule die ik zocht - en de afleieen enorme hoeveelheid informatie die
ding ervan - heeft te maken met polymede. En wanorde, entropie met een duur
wij
niet
zien.
Kijk
naar
de
entropie
van
het
ren. Met materialen die over hele grote
woord, is een bekend fenomeen uit de
September - oktober 2016
17
tijdschalen nog bewegen. Donkere energie om naar de ruimte te kijken. Mijn theorie
blijkt ook derge-lijke elastische eigenbiedt toch minder houvast. Daarom mogen
schappen te hebben."
ze wat mij betreft nog even doorgaan met
zoeken naar donkere materie. Hoe gefrusNiet dat hij er toen al was. Hij moest nog
treerder ze zijn dat ze het niet kunnen
een stevige greep doen uit zijn oude gevinden, des te meer zijn ze bereid mijn
reedschapskist van de snaartheorie, hij
idee over te nemen."
begon te be-seffen dat die 'zee van inforEen nieuwe kijk op het universum
matie' iets met quantumverstrengeling te
Erik Verlinde heeft enorm veel zelfvertroumaken had - verstrengelde quantumdeeltjes lijken van elkaar te weten hoe wen, zegt zijn vakgenoot Ronald Kleiss van
de Radbouduniversiteit in Nijmegen.
ze zich gedragen. Nu zijn artikel af is, kan
hij laten zien dat de twee versnellingen in "Maar dat wil nog niet zeggen dat hij gelijk
het heelal gerelateerd zijn. De ver-snelling heeft. Erik heeft tegen collega's gezegd dat
die nodig is om de uitein-den van sterren- ze beter kunnen stoppen met zoeken naar
donkere materie. Zover ben ik nog niet. Ik
stelsels mee te laten draaien met de kern
ga
ervan uit dat we binnen tien jaar zullen
is ge-koppeld aan de versnelling waar-mee
weten wat het is. Zijn idee dat de zwaartehet heelal uitdijt.
kracht niet fundamenteel is maar voortkomt uit een dieper proces, is door colOpnieuw tovert hij in rap tempo de formulega's met interesse ontvangen. Daar kunles op zijn schoolbord. En rekent hij voor
hoe uit de elastici-teit van de donkere
energie een kracht voortkomt. Een kracht
die precies op afstanden van beteke-nis
wordt waar kosmologen de donkere materie menen te moe-ten introduceren. Dit is
geen huis-kamerstudie, benadrukt hij. "Het
is gebaseerd op waarnemingen. Het komt
er allemaal zo natuurlijk uit voort: de donkere materie is een fictie, het effect is een
afwijking in de formules. Ik kan me niet
voor-stellen dat het fout is."
Hij beseft dat veel van zijn colle-ga's nog
niet zo ver zijn. "Voor hen staat Einstein
nog steeds op zijn voetstuk. Ik begrijp dat
wel, om de haverklap lees je dat 'Het gelijk
van Einstein' is bewezen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ook zijn theorie zal worden vervangen. Het vereist moed om daar
afstand van te doen. Om afstand te doen
van zijn precieze mathematische manier
18
Metius Magazine nr. 210
nen ze wat mee.
"Zelf vind ik zijn ideeën over zwaartekracht
en quantumverstrengeling heel interessant. Dat zou een heel nieuwe kijk op het
universum kunnen geven. Wellicht blijken
dan ook tijd en ruimte niet fundamenteel,
maar uitingen van iets diepers.
"Een consistente theorie van de zwaartekracht is nog heel lastig. De berekeningen
lopen al heel snel uit de klauwen. Heel veel
mensen werken eraan, maar niemand
weet nog hoe het moet. Ook Erik niet."

MARS
Door Rob Kronenberg
Oktober 2015 was het in de WTS mijn beurt om hoofdstuk 20 uit het studieboek “An Introduction To Modern Astrophysics” te behandelen. Kortweg gezegd MODAS.
Het onderwerp dat hier behandeld wordt zijn de vier aardse planeten. Hiermee bedoelen we die planeten die in een aantal opzichten op onze Aarde
lijken.
Exploratie van de rode planeet
Met heeft in het verleden veel pogingen gedaan om met robots de planeet
Mercurius
(0.055 M Aarde )
Aarde
te onderzoeken. In 1960 de Mariner
Venus
(0.815 M
)
Aarde
die Mars vanuit de ruimte onderzocht.
Aarde/Maan
(1.000 M
)
Aarde
In 1975 de Viking missies waarvan
Mars
(0.107 M
)
twee een baan rond de planeet uitGemeenschappelijke eigenschappen t.o.v. voerden en van daar onderzoek deden
overige planeten zijn:
en van daar uit sondes met onderKlein, rotsachtig en langzame rotatie.
zoeksinstrumenten lieten landen.
Behalve die van Mercurius zijn de omloopHieronder twee foto’s gemaakt door
banen praktisch cirkelvormig of zwak elliptisch waardoor hierop de wet van Kepler de Viking Orbiter in 1976.
De Aardse planeten
nog van toepassing is.
Mars
Gemiddelde afstand tot de zon =
228.286.000 km
Aphelium = 249.2115.000 km
Perihelium = 206.639.000 km
Diameter = 6.793,8 km
Massa = 6,419 x 1023 kg
Gemiddelde dichtheid = 3,95 gr/cm3
Valversnelling = 3,74m/s2
Magnetisch veld = geen
Asrotatie = 24 uur 37 min
Siderische baan = 687 dg
Synodische baan = 779,936 dg
Baansnelheid = 24,129 km/sec
Inclinatie van de as = 25,19o
Dampkring = CO2 95%, N2 2,7%, O2
0,13%
Gemiddelde luchtdruk = 6 hPa (6 millibar)
Gemiddelde temperatuur = 210K
2 Manen = Phobos en Deimos
Mars heeft slechts een-tiende van de
massa van Aarde en toch staat ze in
middenin de belangstelling door suggesties van aanwezigheid van leven.
Schiaparelli (1835-1912) zag kanalen.
Ander astronomen stonden enigszins
sceptisch tegen- over het voorkomen
van intelligent leven en het bestaan
van kanalen.
Aanwezigheid van water op Mars.
Hoewel een teken van leven door intensief robotisch onderzoek nog niet
is gevonden, is het nu wel zeker dat
water aanwezig is. Onlangs heeft men
dat vanaf de Aarde kunnen vaststellen, dit is dan water dat vrijkomt uit
de ondergrond. Ook heeft men aangetoond dat bodemformaties aanwezig
zijn die in en door vrij en diep water
zijn ontstaan. De laatste onderzoekingen leveren gegevens op die aantonen
dat er in het verleden veel water aanwezig moet zijn geweest in de vorm
van een oceaan.
Percival Lowell bouwde speciaal een telescoop in Arizona om de kanalen te verifiëren.
Tekeningen van waarnemingen van Lowell
stig is en 13000 jaar geleden op Antarctica terecht kwam, werd in 1984
gevonden in de Allan heuvels op de
zuidpool, dat na onderzoek leidde tot
speculaties dat er leven op Mars is, of
in het verleden mogelijk zou zijn geweest, omdat men hierin koolstofverbindingen aantrof.
Op dit ogenblik gelooft men niet dat
(http://www.kennislink.nl/publicaties/
oceaan-op-mars-zo-groot-alsnoordelijke-ijszee)
Met de huidige temperaturen van 140 ̊ C en 20 C ̊ aamen met ee zeer
De 2 poolkappen van Mars.
lage atmosferische druk die vlak bij
het Mars oppervlak heerst (0,006
atm ), lijkt het erop dat het ooit vloei- wat men hierin aantrof resten zijn van
bare water of gevangen zit in een laag oud primitief leven.
permafrost of bevroren ligt op de
De Poolkappen
poolkappen.
Waterijs is zeker aanwezig op de poolkappen, maar op dit ogenblik bestaat
ALH84001, een Martiaanse steen
het ijs voornamelijk uit kooldioxide.
In deze meteoriet waarvan men ver0
onderstelt dat deze van Mars afkom- De rotatie-as van Mars is 25 opgetild
September - oktober 2016
19
De Valles Marineris een 3000km lange
canyon nabij de evenaar.
Op dit ogenblik zij nog steeds onderzoe-
t.o.v. het omloopvlak rond de Zon en
zijn omloopperiode van 1,88jr dat de
seizoen variaties gelijk zijn aan die van
de Aarde maar wel ruwweg twee keer
zo lang. De Marsseizoenen laten dus
de variaties zien in zich terugtrekkende- en zich uitbreidende ijskappen.
In de zomer verdampt al het CO2 en
blijft het bevroren water zichtbaar
over.
Chaotische fluctuaties van de rotatieas van Mars
Uit getalsmatige simulaties opgezet
om de lange-termijn stabiliteit van
planetaire bewegingen te onderzoeken, blijkt dat de oriëntering van de
helling van de rotatieas van Mars fluctuaties vertoont. Het verschil in helling
zou variëren van 00 tot 600 over een
tijdschaal van een paar miljoen jaar,
de variaties worden veroorzaakt door
invloeden van de Zon en de andere
planeten. Als Mars inderdaad deze
fluctuaties verscheidene keren heeft
doorgemaakt dan zou, tijdens de
maximale hellinghoek, door dit proces
de hele ijskap smelten en in het andere uiterste geval zou alle H2O2 en CO2
uit de dampkring als ijs op het oppervlak van de polen neergeslagen zijn.
Omdat de hellinghoek van de omwentelingsas in de tijd varieert moet men
de vergelijkbare aardse hellinghoek als
een toevallige samenloop van omstandigheden beschouwen.
Interessant is, dat uit dezelfde simulaties van de fluctuaties blijkt, dat als de
effecten van de Algemene Relativiteit
niet worden meegenomen, geen chaotisch gedrag wordt vertoond. Dus
zelfs op deze afstand van zon en planeten is hun invloed op vervorming
van de Ruimtetijd aanwezig.
De Aarde ondervindt geen invloed van
dit soort effecten, waaruit blijkt dat de
Maan als begeleider een stabiliserende werking uitoefent.
De klimaatvariaties zijn minder sterk
uiteenlopend dan die van Mars. Het
schijnt dus dat door de aanwezigheid
van een grote begeleider (dankzij een
toevallige botsing) een stabiele omgeving heeft kunnen ontstaan, die mede
verantwoordelijk is voor de evolutie
van het leven.
Details op het oppervlak van ALH84001
gesteld uit 95% CO2 en 2,7% N2, qua
percentages erg overeenkomend met
die van Venus, echter het broeikaseffect heeft hier op Mars erg weinig invloed op het evenwicht van het temperatuurverloop, er zijn simpelweg te
weinig moleculen aanwezig om een
belangrijke hoeveelheid infrarood
straling op te nemen. In het verleden
kan de atmosfeer veel dichter zijn geweest, waardoor het broeikaseffect
groter was dan nu. Het water dat
thans gevangen zit in de ijskap en permafrost zou dan vrijelijk gestroomd
hebben, misschien wel geleid hebbend tot regenval. Het water dat in de
atmosfeer zat, zou veel van de atmosferische CO2 opnemen en vervolgens
het CO2 houdende gesteente vormen.
Als gevolg daarvan verminderde het
broeikaseffect, de globale temperatuur zakte en liet Mars achter zoals we
nu kennen. Kort na de komst van de
De Mars atmosfeer
twee Viking landers, die Mars in 1975
Mars heeft een ijle atmosfeer, samen- bereikten, begonnen zij de merkbare
vermindering van de luchtdruk te meten. Dit gebeurde omdat de winter in
aantocht was op het zuidelijk halfrond, en de CO2 uitvroor uit de atmosfeer. Toen de lente weer terugkeerde
in het zuiden kwam de luchtdruk weer
op het oude peil. Het zelfde gedrag
werd herhaald in het Noordelijk halfrond toen daar de winter inviel.
Stofstormen
Zelfs in de atmosfeer met zo’n lage
druk, kan ze voldoende invloed uitoefenen om gigantische stofstormen
over de hele planeet te veroorzaken.
De seizoenstormen veroorzaken verkleuringen op het gehele oppervlak
20
Metius Magazine nr. 210
van Mars, vroeger dacht men dat door
optredende vegetatiegroei werd veroorzaakt.
Tijdens de Viking missies in 1976 traden twee van zulke grote stormen op.
Sinds die tij is veel stof uit de atmosfeer neergedaald en uitgespreid over
de planeet resulterende in een merkbare verandering in het klimaat. (De
absorptie van licht door stof is de primaire oorzaak van atmosferische opwarming.)
De Hubble Space telescoop nam een
daling waar van de gemiddelde globale temperatuur van de planeet. Met
de daling van de gemiddelde temperatuur, zijn er meer wolken van ijkristallen prominent in de lagere luchtlagen
aanwezig dan in de tijd van de Viking
missies.
De aanwezigheid van ijzer
De kleur van het oppervlak toont
roodachtig en bevat een relatief hoge
rijkdom aan ijzer, dat blootgesteld aan
de atmosfeer oxideerde. Blijkbaar onderging Mars (in tegenstelling tot de
Aarde) in mindere mate aan scheiding
van materiaal door zwaartekracht,
mogelijk koelde de kleinere en verder
van de zon staande planeet daarvoor
te snel af tijdens zijn vorming.
Over het algemeen genomen komt
ijzer relatief minder voor dan op de
andere aardse planeten zoals zijn lage
gemiddelde dichtheid van 3933kg m-3.
De oorzaak hiervan is niet goed bekend. Het gebrek aan een duidelijk
gravitationele separatie komt ook
overeen met de afwezigheid van een
merkbaar magnetisch veld.
Als een ijzerkern aanwezig is , dan is
hij heel klein en niet gesmolten.
kwadraten van hun periodieke tijden
zeer dicht in verhouding staat tot de
3e macht van hun afstand tot het centrum van Mars, waardoor ze duidelijk
lieten zien dat ze bestuurd werden
door de zelfde gravitatie wet die de
andere hemelse lichamen regeert.
Blijkbaar was Swift, hoewel geen wetenschapper, toch op de hoogte was
van wetenschappelijke ontdekkingen
Olympus Mons
zoals Keplers
3e wet. De omloopperioden van PhoOlympus Mons is bij voorbeeld een
bos en Deimos zijn achtereenvolgens
gigantische schildvulkaan die 24km
7uur 39min en 30uur 17min , opmerkelijk
hoog is met een enorme krater
dicht bij de waarden die
(caldera) en ontstaan moet zijn boven “wetenschappers” van Swift vaststeleen z.g. hot-spot een vulkanisch actie- den. Phobos en Deimos zijn klein, talve plek. Doordat er geen tektonische rijk voorzien van kraters en uitgerekte
verschijnselen zijn kon de berg langdu- rotsen. Phobos grootste is zo’n 28 km
rig doorgroeien.
afmeting, en Deimos is kleiner zo’n 16
km. Het lijkt erop dat het ingevangen
Twee kleine manen
asteroïden zijn.
Mars bezit twee kleine manen, PhoDe laatste bevindingen van het onder-
bos en Deimos. Ofschoon ontdekt in
1877 door Asaph Hall, maar Kepler
had hun bestaan al eeuwen geleden
voorspeld op basis numerologie. In
1726, 150 jaar daarvoor schreef JonaBewijs van Geologische Activiteit in
than Swift in zijn boek Gulliver’s reihet Verleden
zen dat astronomen ontdekten dat er
Zelfs als Mars vandaag de dag niet
twee satellieten rond Mars draaiden.
geologisch actief is, dan is hij in het
Zijn fictieve astronomen vonden dat
verleden zeker wel geweest, gezien de de omloopstijden van deze manen 10
bergen en de valleien.
uur en 21,5 uur waren, zo danig dat de
zoek naar de maantjes van Mars (nov.
2015*) tonen aan dat de mechanische
structuur en omloopbaan van Phobos
nogal instabiel is waardoor over zekere tijd hij op Mars kan inslaan of al
eerder uit elkaar valt en een ring om
zijn planeet vormt.
*Een opmerking bij deze serie Aardse planten uit het studieboek MODAS is dat tijdens het schrijven bleek, dat de voortgang van kennis over de bovengenoemde onderwerpen onverminderd doorgaat.(zie de laatste alinea). Ik heb dus niet
alleen het boek gevolgd maar bij alle afleveringen ook mij op het internet georiënteerd.

September - oktober 2016
21
nog vrij nauwkeurig je positie kan bepalen. Verlies of beschadiging van de sextant was een doodzonde, evenals het
Door Henk Verbeek
verlies van de chronometer. Met de sextant bepaalde je
Voor de eigen avond was wederom gekozen voor het pro- bijvoorbeeld de middagbreedte en dan tegelijkertijd met
fiel van de vorige in 2015; korte presentaties en vier tafel- de chronometer de lengtegraad t.o.v. Greenwich. Het vakmanschap blijkt vooral uit de mate van overeenkomst als
tjes. De belangstelling was uitstekend; 32 personen.
na dagen van slecht weer eens een zonnetje kan worden
Als eerste trapte Hans Smit af met een verhaal over zijn 3 geschoten en dit resultaat te vergelijken met het zgn. gemtr. radiotelescoop in zijn achtertuin te Schoorl. Enthousi- gist bestek. Gegist, omdat daar allerlei technische gegevens als koers, snelheid, stroming, etc. zijn gebruikt voor
de berekening.
De pauze was bedoeld voor de vertoning van de film van
Lango Metten over onze excursie naar Dwingeloo; helaas
bleef het juiste geluid hardnekkig achterwege en daarom
houden we de film nog tegoed.
Verslag van de Eigen Avond 20 mei 2016
ast geraakt door het uitproberen van een satelliet antenne
op de zon en de enorme signaalopbrengst zette hem aan
het ontwikkelen. Kort werd verteld over de omkering van
de spin van het waterstofelektron per 30 miljoen jaar
waarvan we 21 cm signalen kunnen ontvangen. Het oplossend vermogen van zijn telescoop ligt slechts een factor 10
onder Dwingeloo. De kast met apparatuur is voor een beginner niet echt nodig, software is gratis te downloaden.
Wil je meeliften met het SALSA-systeem dan heb je zelfs
geen eigen telescoop nodig, maar hoe dat werkt zal duidelijk gemaakt worden m.m.v. Onno Lotgering. Hans is nog
geen lid van Metius, maar gaat dit wel worden.
Tafeltje sextant (10 personen) (Henk Verbeek)
Omdat aan belangstellenden was verzocht hun eigen apparatuur mee te nemen, kwam er een prachtige collectie
van Niek de Hilster op tafel. Niek had een Portugese astrolabe van messing. Deze werd gebruikt voor het meten van
zon- of sterhoogte. De andere schalen waren weggelaten.
Vervolgens toonde hij enkele uitvoeringen van de Jacobsstaf of graadmeter. Hij heeft kans gezien uit oude boeken
de tekeningen op te schalen naar een realistische maat en
demonstreerde de eigen gebouwde exemplaren aangevuld met allerlei hulpstukken. Een probleem is het in de
zon kijken, je kunt natuurlijk wel iets boven de zon richten
maar hoe stabiel is dat op een schip. (Vandaar die zwarte
ooglapjes bij de oude zeelieden; aldus Reijer) Er was dus
een exemplaar gemaakt waarmee men ruggelings naar de
zon staande de metingen kon doen door gebruik te maken
van een schaduw op een schuin vlakje en te vinden met
een schuifregelaar. Niek is bezig aan de laatste paragrafen
van z’n proefschrift bij de VU. We zullen in en buiten de
vereniging nog meer van hem horen. Als toetje was er nog
een uitwisseling over hoe je je snelheid meet aan boord
van een schip. De ‘knopen per glas’, het sleeplog, de pitotbuis en het Doppler log kwamen nog ter sprake.
Tafeltje radio-astronomie (10 personen)
Onno Lotgering legt uit wat er nodig is voor het doen van
waarnemingen met de SALSA-telescoop in Onsala
(Zweeen). Het heeft hier geen potentiële raeioastronomen op mogen leveren, mogelijk helpt meer concrete resultaten tonen. (Er is ook bekend dat de voorzitter
KNVWS, Niek de Kort, amateurs meer wil betrekken bij het
gebruik van de Dwingeloo-telescoop voor metingen aan
Het tweede verhaal kwam van Peter van den Dries, recent waterstofwolken in de Melkweg)
lid en recent in het bezit van een (betaalbare) sextant na
Hans Smit licht aan de hand van nevenstaande afbeelding
30 jaar speuren. Als stuurman op de grote vaart hanteerde verdere toelichting. De afbeelding toont een grafiek van
hij dit zelfde instrument en moest daarvoor beschikken
het onbewerkte ruissignaal van neutraalwaterstofgas en
over de astronomische- en navigatiekennis met als specia- een grafiek die ontstaat na analyse van de ruis. Door de
lisatie foutentheorie. Voor elke fout of afwijking is inmid- bewerking worden drie signalen zichtbaar. Een afkomstig
dels wel een correctietabel in de almanak, zodat je toch
van een gaswolk die van ons af beweegt (de linker piek) en
22
Metius Magazine nr. 210
den, veel meer dan daarvoor en daarna. Piet legt uit, hoe
een viertal astronomen uit Nice op het idee is gekomen
om met numerieke simulaties na te gaan of dit “late heavy
bombardment” het gevolg zou kunnen zijn van de onderlinge binding van Jupiter en Saturnus, en de rol van de
twee volgende gasplaneten. Het resultaat is het z.g. Nicemodel geworden, waarvan de essentie is dat Uranus en
Neptunus ooit van baan verwisselden, waarbij hun banen
tevens een stuk verder naar buiten kwamen te liggen.
Neptunus kwam daarmee midden in de al eerder gevormde Kuipergordel terecht. De Kuiper-objecten vlogen door
de zwaartekrachtstoring van Neptunus vervolgens alle
kanten op en werden daarmee de projectielen die door
het gehele zonnestelsel heen voor het bombardement
zorgden. Van het Nice-model is ook een simulatie vertoond.
twee gaswolken die naar ons toe bewegen. Gas dat stilstaat ten opzichte van de waarnemer vertoont geen Dopplershift en zendt dan radiostraling uit bij 1420.406 MHz.
Tafeltje Late heavy bombardment (6 personen)
Piet Cijsouw ging even terug naar de beginperiode van
ons zonnestelsel. De grote gasplaneten waren al vroeg
gevormd; speciaal Jupiter heeft door zijn formidabele massa veel planetesimalen naar zich toegetrokken en opgenomen, wat er toe geleid heeft dat Mars kleiner is dan eigenlijk zou moeten en dat er geen planeet meer kon ontstaan
tussen Mars en Jupiter. Hij demonstreert aan de hand van
een zwaartekracht-simulatieprogramma hoe de combinatie Jupiter-Saturnus een stabiele 1:2 verhouding van de
omlooptijden kon krijgen, en hoe een klein lichaam door
deze combinatie naar de baan van Jupiter getrokken kon
worden.
Het is bekend, dat er tussen ongeveer 600 My en 700 My
na het ontbranden van de zon een sterke bekogeling van
de binnendelen van het zonnestelsel heeft plaatsgevon-
Tafeltje Cumuluswolken (6 personen)
Karel de Leeuw vertelt over het ontstaan van cumuluswolken. Bij het niet zo druk bezochte tafeltje van de werkgroep Weerkunde was een uitleg te volgen over het gebruik van het zogenaamde Theta-s P diagram. Dit, onder
meteorologen, legendarische diagram was voor de opkomst van snelle computers in gebruik voor het voorspellen van de wolkenbasis en de kans op het ontstaan van
cumulusbewolking. Door ballon oplating verkregen gegevens over temperatuur en relatieve vochtigheid werden
geplot in het diagram, waarna de meteoroloog uitspraken
kon gaan doen over de te verwachten bewolking en de
kans op het ontstaan van CB's (cumulonimbus, ofwel buien ).
Toch wel een moeilijk verhaal voor een relatieve leek!
Via een vraag over de droogte in Zuidelijk Afrika kwamen
we daarna vrij snel terecht bij El Nino. Gelukkig zit ons
werkgroep lid Leendert goed in die materie en kon hij de
benodigde uitleg geven.
Al met al een nuttige avond, ook voor de werkgroep Weerkunde.
Omdat ikzelf geheel in beslag werd genomen aan het instrumententafeltje heb ik helaas niet bij anderen kunnen
aanschuiven. Ik heb wel gezien dat iedereen op z’n plek is
blijven zitten; toch een teken dat de onderwerpen echt
boeiend waren en gezien het einde, voorbij de klok van
tien, was alles nog lang niet behandeld. Voor de tafeltjes
verslagen heb ik een beroep gedaan op de tafelheren.

September - oktober 2016
23
Verslag lezing “Weer en Klimaat”van weerman Jan Visser op 18 maart 2016
Door Johan Lensink
afbraak komt niet door de zeespiegelstijging, maar door smeltend landijs.
IJs reflecteert zonnestralen, dus minder
ijs doet de aarde opwarmen. Warmere
lucht heeft meer energie, kan daardoor
meer vocht bevatten zodat er zwaardere buien ontstaan. Dat kunnen we nu al
merken, aan de ene kant van de aarde
door heftige regenval, aan de andere
Jan Visser is geboren in 1956 op Markant door droogte. Dat verklaart het El
ken. Hij is een zelfstandig weerman. Hij
Nino effect.
 Het weer maart dit jaar, beschrijft Jan
begon in de zomer van 1984 bij de
ook als koud, niet lenteachtig. Het is al
Nieuwe Noord-Hollandse Courant met
koud vanaf 1 december 2015. Koud en
het verzorgen van een weerbericht.
nat weer in februari, in Finland erg veel
Ook op de radio ging hij weerberichten
sneeuw en extreme koude, namelijk -10
verzorgen. Voor RTV Noord-Holland
tot -15 graden Celsius. Ook op 2 maart
verzorgt hij nog steeds het weerbein Hoorn, was er plotseling sneeuw in
richt. Tweemaal per dag verschijnt er
de avond.
op de website van Jan Visser: janvis In februari, de waarneming van Parelsersweer.nl een actueel weeroverzicht.
moerwolken in Nederland. Een zeldVisser is een veelgevraagd spreker en
zaam verschijnsel bij extreem lage temhoudt onder andere lezingen over kliperaturen van -80 graden in de stratus
sfeer. Het weer doet grillig aan met
maatveranderingen en volksweerkunkortstondige extreme momenten.
de.
 Ook in het verleden waren er jaren met
extreem koud weer. In 1929 werd er
De klimaatverandering
een elfstedentocht verreden, met een
Jan Visser geeft een aantal voorbeelnoordoosten wind en bij -10 graden
den, die op klimaatverandering zouden
Celsius.
kunnen wijzen.
 Temperatuurgemiddelden stijgen
steeds meer.
In december 2015 bijvoorbeeld, hadden
we maar liefst 25 dagen boven 10 graden Celsius.
 Een ander voorbeeld is de ijsafbraak
rond de Beaufort Sea eilanden bij Canada. In 1978 is daar
8 miljoen km2 zee-ijs gemeten, in 2014
was dat nog maar 5 miljoen km2. Deze
24
Metius Magazine nr. 210
In februari 1979, viel er veel sneeuw in
het noorden van Nederland. Door de
gebrekkige communicatie in die tijd
waren deze weersomstandigheden bij
het KNMI niet bekend. Jan Pelleboer
deed er verslag van.
Wolkenpatronen
Na dit onderdeel over klimaatverandering had Jan een grote hoeveelheid
beeldmateriaal over weer en met name wolkenpatronen. Er wordt onderscheid gemaakt in lage wolken, middelbare wolken en hoge wolken.
Lage wolken (hoogte 0-1.800 meter):
Mist
Mist zijn kleine zwevende regendruppeltjes die vlak bij het aardoppervlakte
zweven, eigenlijk een soort laaghangende wolk. Mist ontstaat doordat een
op de grond liggende luchtlaag afkoelt.
Bij een zicht tot 200 meter spreekt
men van dichte mist, bij een zicht tot
50 meter spreekt men van zeer dichte
mist.
Platte wolken, de zogenaamde stratocumulus.
Stratocumulus is het meest voorkomende bewolkingstype en wordt vaak
met altocumulus verwisseld. Deze
open wolken met wat blauwe lucht
erdoor, liggen op een hoogte tussen
de 500 en 2.000 meter. Ze staan garant voor mooi hogedrukweer, maar ze
kunnen dichtgroeien en wat mottige
regen geven bij kou. Echter, in de zomermaanden in Ierland, met een hogedrukgebied vlakbij en vocht vanuit
de Noordzee, ontstaan de schapenscheerderswolken. Deze zullen door de
Cumulus wolken
warmte van het land later in de middag oplossen, maar geven verkoeling
om de schapen te scheren.
een bepaald moment is de lucht aan
het aardoppervlak warmer dan de
lucht erboven. Dan stijgt de lucht op
en koelt af door de lagere luchtdruk op
grotere hoogte. Op een bepaalde
hoogte raakt de lucht verzadigd, hierdoor condenseert het water in de
lucht en vormen zich wolken. Naast de
opstijgende lucht waar de wolk ontstaat daalt de lucht. Op die plaatsen
warmt de lucht op en verdwijnt de
bewolking. Daarom worden stapelwolken vrijwel altijd afgewisseld door
(korte) opklaringen (zonnige momenten). Meteorologen spreken hierbij
dan ook vaak van een wisselend bewolkt weerbeeld.
Cumuluswolken kunnen de vorm van
een aambeeld aannemen als de temperatuur in de hoogte relatief laag is,
waardoor er een sterke opwaartse
stroming ontstaat. Druppels raken onderkoelt, er vind ijsvorming plaats, er
ontstaan buien. Deze bewolking wordt
ook wel cumulonimbus genoemd.
De Buidelwolk
Dit wolkentype wordt in Latijn mammatus genoemd, wat natuurlijk te maken heeft met de hangende aard van
een bepaald vrouwelijk lichaamsdeel.
Cumulus wolken
De cumulus wolk wordt ook wel stapelwolk genoemd: in verticale richting
ontwikkelende wolken die voorkomen
tussen 200 meter en 3 km hoogte. Cumuluswolken hebben het uiterlijk als
bloemkolen of plukken watten en
staan ook wel bekent als “mooi-weerwolken”. De wolkentop kan op verschillende hoogte liggen, afhankelijk
van de sterkte van de verticale beweging. Ze kunnen in alle vormen en maten voorkomen: klein, middelgroot en Cirrus
groot.
Het is een soort omgekeerde Cumulonimbus wolk, waarbij koude lucht met
Cumuluswolken worden gevormd door hoge snelheid naar beneden valt en
het opstijgen van warme lucht door
sterke luchtstromingen veroorzaakt. Er
convectie, ook bekend als thermiek.
kunnen windstoten van wel 70-90 km
Het aardoppervlak warmt op en de
per uur ontstaan. Een regenbui of onlucht daarboven wordt onstabiel: op
weer is beslist mogelijk. Bij dit weerty-
September - oktober 2016
pe kunnen er bomen omvallen en er
kunnen pannen van het dak waaien.
Middelhoge wolken (1.800-6.000 meter):
Buidelwolk
Het weer speelt zich af in de onderste
10 kilometer van de atmosfeer, de troposfeer. Wolken halverwege die laag,
tussen 2 en 6 kilometer, worden middelbare wolken genoemd. In de meteorologie worden drie soorten onderscheiden: altocumulus (grote schaap-
Altocumulus
jeswolk), altostratus (zon of maan blijven zichtbaar als of ze door matglas
schijnen) en nimbostratus (een donker
grijze regenlucht). Ze bestaan voornamelijk uit onderkoelde waterdruppels.
Altocumulus kan een voorbode zijn
van slecht weer. Altostratus kan een
warmtefront aankondigen.
Nimbostratus brengt naargelang de
tijd van het jaar aanhoudend regen of
sneeuwval.
Hoge wolken (6.000-12.000 meter):
Onder de hoge wolken vallen cirrus,
cirrocumulus en cirrostratus.
Cirrus
Cirruswolken bestaan voornamelijk uit
ijs en komen voor op zes tot twaalf
25
kilometer hoogte. Ze zien er soms uit
als windveren of sluierwolken, zo dun
dat ze het zonlicht nog doorlaten. Deze
wolken zijn vaak te zien als het (nog)
mooi weer is. Ze hebben een draderige
structuur en kunnen zich ook rangschikken in kleinere of grotere plukken
of smalle banden.
hoogtelagen heen en vormt in de hoge
lagen een dakje. Dit zijn de onweersbuien zoals ze in de zomer, na een
warme dag, op komen zetten en regen
en onweer brengen.
Hoe ontstaat onweer en bliksem?
In cirruswolken is vaak een gekleurde
ring rond de zon, een halo, te zien.
Halo’s en hun randverschijnselen ontstaan door breking van zon- of maan-
Op een hoogte van 500 meter zijn de
positief en de negatief geladen deeltjes gescheiden, de positieve deeltjes
boven en de negatieve deeltjes eronder. Op de aarde zitten de geladen
Kring om de zon
deeltjes door elkaar, maar in de nabijlicht in ijskristallen die hoog in de atheid van de donderwolk zijn ze meest
mosfeer voorkomen.
positief geladen. De negatieve deeltjes
uit de wolk zoeken een weg naar de
Het langzaam verdwijnen van de zon, positief geladen deeltjes op aarde,
maan of de gekleurde kring is vaak een waarna de positieve deeltjes van de
voorbode van slechter weer. Vooral als aarde de negatieve uit de wolk opzoede cirruswolken uit het westen komen ken en er een ontlading plaats vind. Dit
en snel dichter worden.
is de bliksem. Door uitzetten en dichtEen weerwijsheid is: “Kring om de zon klappen van de lucht ontstaat de dongeeft regen in de ton”.
der. Uit de tijd die verstrijkt tussen
bliksem en donder kan worden afgeWolken met verticale ontwikkeling
leid of het onweer dichtbij is en hoeDe donderwolk bevindt zich door alle ver. Het geluid legt in drie seconde een
26
Metius Magazine nr. 210
afstand van ongeveer een kilometer af,
dat is dus 333,3 meter per seconde.
Hagel
Hagelstenen zijn harde klompjes ijs. Ze
ontstaan in buienwolken waarin sterke
luchtstromingen omhoog en omlaag
gaan.
De sterke luchtstromingen slingeren
de klompjes ijs op en neer. Om de ijskristallen heen vormen zich telkens
nieuwe laagjes ijs. Onderin de wolk is
het niet zo koud. Het water in het ijskristalletje smelt langzaam en vormt
een doorzichtig laagje ijs. Hoger in de
wolk is het kouder. Een sneeuwachtig
laagje ijs bedekt hier de hagelkorrels.
Als je een hagelsteen doorsnijdt en de
laagjes ijs telt, kun je zien hoe vaak de
hagelsteen op en neer is geslingerd.
Johan Lensink, lid van de werkgroep
weerkunde.
Het weer fascineert mij, als ik naar de
lucht kijk, wil ik weten wat voor weer
het gaat worden. Daarom kijk ik aan
het begin van iedere dag op mijn barometer, het weerstation en vervolgens
op internet op buienradar.nl.
In de werkgroep weerkunde hebben we
wel eens verhitte discussies over hoe
het een-en-ander in elkaar zit op weergebied en dat maakt het erg interessant om lid te zijn van deze groep. Tevens maken we mooie excursies met
interessante thema’s, zoals naar het
KNMI.

In Memoriam Cor Booij
Op 88 jarige leeftijd overleed ons erelid Cor Booij.
Hij was één van de founding-fathers van de AWSV
Metius. Hij stond aan de wieg van Metius, direct
na WO-II en heeft daar ons boeiend over verteld
in een interview met Sake Haijma en mij, dat toen
gelukkigerwijs met opzet vastgelegd is op een
tweetal DVD’s. Het was bij hem thuis, in De Rijp,
dat was eenvoudig te vinden, al te zien vanaf de
weg vanwege zijn koepel. Ook nu weer, bij het
herzien van deze opnames valt Cor op: een heer,
keurig in pak met stropdas, welbespraakt, onderhoudend, gezegend met een enorm geheugen en
begeesterd van de sterrenkunde van jongs af aan.
Dat blijkt ook uit de karakteristieke anekdote die
hij toen op 12 april 2014 bij hem thuis vertelde
over zijn eerste telescoop. Het objectief was een
brillenglas van zijn moeder en een lensje van de
toverlantaarn van zijn oudste broer was het oculair. De koker? Die werd gemaakt van papier, natgemaakt, gewikkeld rondom een bezemsteel, in vorm
gehouden met spijkertjes, dan drogen en bestendigen met Velpon. En ziedaar , dat was zijn telescoop.
Een latere nogal lange telescoop, opgesteld achter bij Cor thuis, bracht zijn buurman - het was oorlog aan het schrikken toen die ’s avonds in het aardedonker naar zijn schuur liep en boven de schutting, die
hem van Cor scheidde, afweergeschut dacht te zien. Die oorlogsjaren met de verplichte verduistering waren uiterst vruchtbaar s voor de sterrenkunde, het werd een populaire bezigheid. En inderdaad dat leidde
na de oorlog tot het oprichten van wat tenslotte nu de AWSV Metius is. Cor vertelde dat er in die dagen
een lid was die van Den Haag fietste naar het Victoria gebouw in Alkmaar om daar een Metius-lezing bij te
wonen! Bijzonder is ook zijn verhaal over het maken en slijpen van een eigen spiegel met een diameter
van ongeveer 30 cm en 6 cm dik en zoals hij zelf zei “groter en zwaarder dan een verjaardagstaart”. Enfin,
toen het glas van de spiegel eindelijk in een mooie parabolische vorm geslepen was, moest die gealuminiseerd worden op 180 graden Celsius en daarna natuurlijk uiterst behoedzaam afgekoeld worden. Helaas,
door inhomogeniteiten in het glas, sprong de spiegel waarmee 36 uur slijpen te niet werd gedaan. Mooie
verhalen. Hij was de bouwmeester van de koepel
van onze eerste sterrenwacht op één van de bunkers
aan de Hoeverweg en later ook die van onze huidige
sterrenwacht in Castricum. Gedurende enige jaren
was hij ook een bewierookt spreker en betaald medewerker van het planetarium in Amsterdam. Enfin,
Cor Booij, veelzijdig, begaafd en buitengewoon sympathiek. Aan het eind van ons bezoek nam hij nog
even plaats achter het harmonium. En met de nagalm van de tonen van een psalm namen we afscheid van elkaar. Mooier kon het niet. Dat hij nog
lang leve in onze herinnering.
Mees Visser
September - oktober 2016
27
Verslag lezing “Klimaat in Geologisch verleden” van prof. Dr. Jan Smit op 29 januari 2016
Door Leendert Lambach
De eerste Metiuslezing van 2016
werd op 29 januari j.l. verzorgd door
prof. Dr. Jan Smit, hoogleraar aan de
Vrije Universiteit van Amsterdam.
De Aarde is inmiddels 4,56 miljard
jaar (Ga) oud en wetenschappers
kunnen vanaf 3,8 Ga het klimaat en
de veranderingen daarin min of meer
reconstrueren. Was de Aarde in het
begin net als Venus nu - een hete
broeikas van zo’n 450 0C - of leek de
Aarde toen meer op Mars, waarop
blijkens recente waarnemingen meanderende rivieren liepen? Wij weten
dat niet, maar wat wij inmiddels wel
weten is dat de Aarde sinds haar ontstaan voortdurend onderhevig is geweest aan (soms extreme) klimaatveranderingen. Deze veranderingen
hangen samen met veranderingen in
de atmosfeer, die weer samenhangen met langzame of plotselinge geologische veranderingen, bijv. meteoriet-inslagen. Dergelijke inslagen kunnen klimaatverandering veroorzaken,
waardoor organismen, planten of
grotere levende wezens kunnen uitsterven. Langzame veranderingen
kunnen het gevolg zijn van verschuivingen van de continenten als gevolg
van platentektoniek. Als gevolg hiervan kunnen de posities van de continenten op aarde en eventueel de
oceaanstromingen veranderen. Een
28
periode van langdurig vulkanisme is
een andere mogelijke oorzaak voor
een langzame klimaatverandering.
Het verhaal van de aarde kent heel
veel hoofdstukken, ingedeeld volgens
de geologische tijdschaal.
In het Hadean (4,6 – 3,8 Ga geleden)
was de Aarde een hete bal van gesmolten gesteenten die langzaam
afkoelde. In het begin van die periode
botste de Aarde met een kleinere
planeet. Uit de resten hiervan ontstond de Maan. Later in die periode
werd de proto-aarde langdurig getroffen door planetesimalen. Die periode wordt omschreven als de Late
Heavy Bombardment.
Metius Magazine nr. 210
De oudste gesteenten zijn gevonden
in wat nu Canada heet en dateren uit
het begin van het Archaeicum (3,8 –
2,5Ga geleden). In die vroege wereld
(3,5 Ga geleden) ontstonden de eerste cyanobacteriën die licht gebruikte
om rijkelijk aanwezige kooldioxide
(CO2) in de atmosfeer te ontleden in
koolstof en zuurstof. De zuurstof verdween even snel als die ontstond.
Kalkhoudende gesteenten hielden de
zuurstof vast in de vorm van calciumcarbonaat (CaCO3) en ijzer nam zuurstof op in ijzererts of roest. Op den
duur ontstonden er hele dunne kleverige en slijmerige laagjes - zogeheten algenmatten - bestaande uit bacteriën vermengd met klei- en stofdeeltjes. Deze algenmatten groeien
laag voor laag. In de bovenste laag
vindt fotosynthese plaats en in de
lagen daaronder - waar weinig of
geen zuurstof is - doen andere bacteriën hun werk. Die gelaagde structuren worden stromatolieten genoemd.
Het begin van het Proterozoicum (2,5
– 0,542 Ga geleden) is verbonden
met het begin van het ontstaan van
vrije zuurstof (O2 ) in de atmosfeer.
Eindelijk wint de zuurstofproductie
het van de zuurstofopname. Dit moment wordt soms wel omschreven als
de GOE: de Great Oxygen Event. Het
bewijs hiervoor is te vinden in de rijke
paar procent om daarna gedurende
ruim 1 Ga min of meer constant te
blijven. Vanaf ca. 800 miljoen jaar
geleden stijgt het zuurstofgehalte
naar ca. 20 % aan het begin van het
Cambrium. In het Devoon (408 – 362
miljoen jaar geleden) begint een explosieve stijging, die in het Carboon
een piek van ca. 37% bereikt, om
daarna in het Perm terug te zakken
naar iets minder dan 20%.
BIF’s - banded iron formations - die
o.a. te vinden zijn in Australië. Dit zijn
ijzerrijke (rode) lagen bestaande uit
hematiet, magnetiet en sideriet
(driewaardig ijzer, Fe3+) alternerend
afgewisseld door lagen vuursteen
met daarin tweewaardig ijzer (Fe2+).
Later in het Proterozoicum begint de
vorming van meer complexe levensvormen: eukaryoten . Tegen het eind
van die periode (850 – 630 miljoen
jaar geleden: het Cryogenium) raakte
de Aarde bedekt met ijs en sneeuw:
Snowball Earth. Dit betreft een
vreemde niet verklaarbare periode in
de aardgeschiedenis waarbij de Aarde
twee keer bedekt werd met ijs en
sneeuw. Daarvoor zijn op verschillende plaatsen op de verschillende continenten op Aarde bewijzen gevonden
in de vorm van glaciale afzettingen
vlak voor tropische sedimenten. Dat
wijst op dooi, gletsjers en hogere
temperaturen met als mogelijk resultaat een broeikaseffect.
Nadat deze periode voorbij is gaat de
ontwikkeling van primitieve vormen
van leven snel: de Ediacara fauna,
gevolgd door de Cambrische explosie.
Het Paleozoicum, (452 – 245 miljoen
jaar geleden) begint met het Cambrium (452 – 402 miljoen jaar geleden)
waarin een explosieve groei ontstaat
van verschillende veelal bizarre vormen van leven. Enorm veel
(gefossileerde) sporen daarvan zijn
gevonden in Burgess shale in Noord
Amerika en in Chengjiang in China.
Nederland - of wat daar voor door
ging - lag in die periode op het Zuidelijk halfrond en schoof gedurende het
Paleozoicum geleidelijk op in noordelijke richting. In het Carboon lag NL
ter hoogte van de evenaar. De tropi-
sche bossen en het vochtige hete klimaat vormden dé motor achter de
steenkoolvorming. In hoeverre het
zuurstofgehalte in de atmosfeer van
het Carboon (ca. 37%) een extra stimulans vormde is niet duidelijk.
Een interessant punt is de toename
van het atmosferische zuurstofgehalte vanaf ca. 2,4 Ga geleden. Vanaf dat
moment (de GOE) stijgt het zuurstofgehalte in ca. 500 miljoen jaar tot een
September - oktober 2016
Het Paleozoicum en het daarop volgende Mesozoïcum was ook de periode van de grote massa-extincties. Vijf
keer stierf het leven min of meer uit
met als resultaat nieuwe vormen van
leven na iedere extinctie. Over wat
een extinctie veroorzaakt bestaat
geen duidelijke mening. Wel zorgt
een dergelijke extinctie voor een verschuiving van de koolstof isotopen
van 13C naar 12C. Dit verklaart echter
maar de helft van een extinctie. Ook
is de omslag van het aardmagnetisch
veld een (kenmerkend) verschijnsel
behorend bij een extinctie. De grootste van deze vijf extincties – de moeder aller extincties - vond 245 miljoen
jaar geleden (op de grens Perm/Trias)
plaats. Over de oorzaak van de laatste
extinctie op de grens van het Krijt/
Paleogeen bestaat wel duidelijkheid:
een meteorietinslag in Yucatan. Deze
inslag is uitgebreid onderzocht door
ondermeer de spreker zelf. Op die
29
inslag volgde een periode van zo’n
100.00 jaar ellende. Verdamping van
ruwweg 250.000 megaton zwavel
zorgde voor een hele effectieve afkoeling van de aarde en de oceanen.
De klimatologische historie van de
laatste 65 miljoen jaar wordt vaak
weergegeven in het Zachos diagram.
(vernoemd naar de auteur ervan, Jim
Zachos) In dit interessante maar o zo
moeilijk leesbare diagram zijn aan aantal kenmerkende gebeurtenissen uit
die periode geïdentificeerd. Dit betreft
ondermeer klimaatveranderingen, platentektoniek, biologische veranderingen en de zogenaamde ∂18O-waarde
(gedefinieerd als de 18O/16Overhouding ten opzichte van een standaard en gedeeld door 1.000) alsmede
30
de oostkant en omstreeks 7,2 miljoen
jaar geleden werd de doorgang bij Gibraltar tijdelijk afgesloten en veranderde de Middellandse zee in een binnenzee. Platentektoniek is niet de enige
oorzaak; ook de groei van de Antarctische ijskap met als gevolg een forse
verlaging van de waterspiegel in de
oceanen speelde een niet onbelangrijke rol. De Messinian Salinity Crisis was
geboren. Dit is een periode van krap 2
miljoen jaar (7,2 tot 5,3 miljoen jaar
geleden) waarbij door verdamping
enorme hoeveelheden evaporieten
(steenzout, NaCl, gips, CaSO4, 2H2O en
anhydriet CaSO4) werden afgezet. De
laagdikte van sommige evaporieten
de ∂13C-waarde (13C /12C-verhouding). wijst op meerdere opeenvolgende inTalloze boorkernen vormden de bron dampingscycli.
voor dit diagram.
In diezelfde periode kwamen de beide
Opvallende episodes in dat diagram
Amerika’s tegen elkaar aan te liggen,
zijn ondermeer het thermische maxi- waardoor de oceaanstroming veranmum bij de overgang van het Paleoderde, hetgeen weer zijn invloed had
ceen naar het Eoceen 56,5 miljoen jaar op het klimaat.
geleden. Deze episode - het PETM gaat gepaard met een verschuiving van In twee uur tijd minus een pauze werden
de koolstof isotopen van 13C naar 12C. ruim 130 (!!) sheets gepresenteerd en toeEr wordt gedacht aan methaanhydra- gelicht. Een boeiende marathon met een
ten die vrij kunnen komen als de tem- schat aan informatie voor de gemiddelde
toehoorder. Bovenstaand verslag is maar
peratuur van de oceaan stijgt. Maar
een beperkte weergave van wat er alleook hier geldt dat een duidelijke en
maal ter sprake kwam.
eensluidende verklaring ontbreekt.

Halverwege het Mioceen (23,3 tot 5,2
miljoen jaar geleden) begon de vorming van de Middellandse zee. Eerst
sloten de verschillende openingen aan
Metius Magazine nr. 210
Lezing vrijdag 30 september 2016
R.M. Groenland MSc. (KNMI):
Het geheim achter El Niño & La Niña
Lezing vrijdag 28 oktober 2016
ir. A.G.F. Kip:
Optische verschijnselen in de natuur.
Samenvatting:
In het begin van de vorige eeuw waren de
wetenschappers aan het kijken naar een
periodiek terugkerende schommeling in
het weer boven Indonesië en Australië.
Uit het onderzoek in die tijd ontdekte men
dat er een duidelijke samenhang aanwezig
is tussen deze beide gebieden, een samenhang die men kan verklaren door de
wisselwerking tussen oceaan en atmosfeer te bestuderen.
In deze lezing leg ik eerst uit hoe de normale wereldcirculatie werkt. Deze kennis
hebben we nodig om El Niño te kunnen
begrijpen. Aan de hand van beeldmateriaal en animaties laat ik de wisselwerking
tussen oceaan en atmosfeer zien. Zowel El
Niño als zijn tegenhanger La Niña kunnen
we nu verklaren. Ook besteed ik aandacht
aan de verwachtingen aan de hand van
wiskundige modellen. Natuurlijk mag de
achter ons liggende zeer sterke El Niño
niet ontbreken en gaan we uitgebreid in
op de huidige (30 september 2016) La
Niña: wat was en is de impact, en heeft dit
ook invloed op ons weer in West-Europa ?
Samenvatting:
Waarom is op aarde overdag de lucht
blauw en ’s avond rood maar op de maan
zwart? Hoe komt het dat we ’s avonds de
zon nog zien terwijl hij al lang onder is? En
wat is de groene flits? Wat zijn lichtpilaren? En wat is het asgrauw schijnsel van
de maan? Hoe ontstaat een fata morgana? Hoe ontstaat een regenboog en waarom zien we altijd twee inverse bogen en
heel soms vier? Waar hangen de kleuren
van een regenboog van af? Wat is een
glorie en wat een heiligenschijn? Wat is
een halo en hoe ontstaat deze? Wat zijn
iriserende wolken en wat zijn lichtende
nachtwolken, wat hebben die laatste te
maken met de klimaatverandering? Wat is
zodiakaal licht en wat de Gegenschein?
Hoe ontstaat poollicht? Hoe ontstaan
sneeuwkristallen en wat is rijp, ruige rijp
en de “baard van koning Winter”? Scintil-
latie is voor waarnemers een hinderlijk
fenomeen, hoe ontstaat het en wat kunnen we daartegen doen? Wat is een subsidentie-inversie en hoe kunnen ballonvaarders daar gebruik van maken?
Deze en andere vragen worden op vrijdag
28 oktober behandeld door ir. Arnold Kip.
Over de spreker:
Rob Groenland studeerde Meteorologie
en Fysische Oceanografie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en was vervolgens werkzaam als meteoroloog bij het particulier
weerbureau Meteo Consult in Wageningen. Sinds 2005 is hij luchtvaartmeteoroloog en vakdocent meteorologie bij het
KNMI in De Bilt. Tevens is hij nauw betrokken bij het onderzoek van meso-schaalmodellen in het veld van zware onweersbuien.

Over de spreker:
Arnold Kip is gepensioneerd HBO-docent,
lid van de VWS Triangulum in Apeldoorn
en gepassioneerd ballonvoerder; hij geeft
al vele jaren cursussen en lezingen over
sterrenkunde en weerkunde.

Geïnteresseerd in de recente geschiedenis van de astronomie? Gratis af
te halen alle jaargangen van het tijdschrift Zenit (dus vanaf jaargang 1 uit
1974). Het merendeel van de tijdschriften is gebonden in naaldbanden,
de latere tijdschriften zijn los, maar per jaargang gebundeld.
Reacties bij Piet Cijsouw, [email protected] of 072-8506409.
September - oktober 2016
31
naar zuidwest. Deze sterren zijn α (alpha), β (beta) en γ
(gamma) en heten respectievelijk Hamal (De Ram), Sheratan (De Twee Tekenen) en Mesarthim (De Twee !!!).
Wegwijs naar….
Aries, de Gouden Ram
Door Rob Steegs
Aries is het eerste teken van de dierenriem. In oude Griekse tijden, toen de dierenriem werd samengesteld uit nog
oudere Babylonische sterrenbeelden, bevond de Zon zich
in de Ram in het Lentepunt; de eerste dag van de Lente.
Aldus werd het Lentepunt door de oude Griekse en Romeinse astronomen "Het eerste punt van de Ram" genaamd. Alhoewel door de precessie van de aardas het lentepunt in werkelijkheid zich nu in Vissen bevindt, blijft deze benaming bestaan.
Aries redde Phryxus en Helle, kinderen van de koning van
Thessaloniki, van hun wrede stiefmoeder. Later offerde
Phryxus de Ram, en toen hij de vacht in een heilige grot
aan de wand hing veranderde de vacht in goud. Jason en
zijn Argonauten zochten en vonden de gouden vacht.
De Ram speelde een belangrijke rol in de religie en mythen van vele beschavingen. In het oude Egypte was er de
god Ammon Ra, de God van de vruchtbaarheid en creativiteit met het lichaam van een man en het hoofd van een
ram.
Aries is een klein sterrenbeeld van slechts 441 vierkante
graden. Het westelijke deel kent de helderste sterren, die
de kop van de Ram uitbeelden; α (alpha), β (beta) en γ
(gamma) genaamd Hamal, Sheratan en Mesarthim. Het
sterrenbeeld biedt slechts enkele dubbelsterren en enkele
vrij oninteressante melkwegstelsels.
γ (gamma) Arietis
Mesarthim
Dubbelster
Kwaliteit hemel:
Vergroting:
Zichtbaarheid:
Elke
Hoog
Oktober tot Februari
Waar te zien
Zoek het Herfstvierkant, Pegasus, in het zuiden. Ga vanaf
Pegasus naar het oosten, richting de horizon waar de Plejaden opkomen. Halverwege Pegasus en de Plejaden zie je
drie sterren in een gebogen lijn; ruwweg van noordoost
32
In de zoeker
Zowel Sharatan en Mesarthim zijn zichtbaar in de zoeker;
Mesarthim is de zwakkere van de twee.
In de telescoop
Beide sterren zijn even helder en blauw-wit van kleur. Ze
staan vrij dicht bij elkaar, zodat je een sterke vergroting
moet toepassen. Ze staan praktisch noord-zuid.
Commentaar
Ondanks het feit dat de sterren dezelfde kleur hebben en
dicht bij elkaar staan zijn ze mooi om te zien vanwege hun
gelijke helderheid. Sommige mensen noemen dubbelsterren als deze "katte-ogen" omdat ze terug lijken te staren...
Waar kijk je naar
Elk van de sterren is tussen drie- en viermaal zo zwaar als
de Zon. Ze staan op een afstand van ongeveer 150 lichtjaren en draaien langzaam om elkaar heen op een onderlinge afstand van minstens 400 Astronomische Eenheden
(400 maal de afstand van de Aarde tot de Zon). Een omloop duurt minstens 3000 jaar. Hun schijnbare positie ten
opzichte van elkaar is de laatste 150 jaar praktisch onveranderd; wel is de onderlinge afstand iets afgenomen. Hieruit mogen we concluderen, dat we het baanvlak vanaf de
zijkant waarnemen.
In de omgeving
Stap vanaf γ terug naar β en neem nog twee zulke stappen. Op deze plek zie je λ (lambda) Arietis, ook een dubbelster. De hoofdster van λ heeft dezelfde helderheid als
één van de componenten van Mesarthim, echter is de
metgezel van λ, op 37 boogseconden naar het noordoosten, bevindt meer dan 10 maal zwakker; van magnitude
7,4. Vergelijk dit paar eens met de "katte-ogen" van Mesarthim!

Metius Magazine nr. 210
Kaart Van het sterrenbeeld Ram
Sterrenkunde: een kennismaking
Onder deze titel begint er op 4 oktober 2016 een cursus
voor belangstellenden in de sterrenkunde. Het wordt een
cursus van 9 colleges op de dinsdagavonden (van 19.30 tot
21.45 uur, twee uur plus een pauze van 15 minuten). Metius verzorgt deze cursus voor de Volksuniversiteit Alkmaar.
Plaats van uitvoering is de Scholengemeenschap Willem
Blaeu, Robonsbosweg 11 in Alkmaar. De cursus gaat in op
de moderne astronomie; waarnemen staat niet op het
programma (maar aan de cursisten wordt na afloop wel
een waarneemavond aangeboden). Onderwerpen die aan
de orde komen zijn bijvoorbeeld het zonnestelsel, afstandsbepaling, astronomische instrumenten, sterren en
sterevolutie, nova’s, supernova’s en zwarte gaten, ons
melkwegstelsel, andere sterrenstelsels en de evolutie van
het heelal. Basiskennis van sterrenkunde is niet noodzakelijk, kennis van wis- en natuurkunde ook niet (maar kan
wel leiden tot dieper begrip). Op de website
September - oktober 2016
www.metius.nl leest u meer over de inhoud.
De cursus biedt ook de leden van Metius een goede inleiding in de tegenwoordige sterrenkunde. Mede door de
gematigde prijs wordt hij door het docententeam
(bestaande uit Piet Cijsouw, Hans Dijkstra, Hans Klein
Woud en Henk Klippel) van harte aanbevolen voor Metiusleden die hun achtergrondkennis willen “oppoetsen”. De
prijs van de cursus is € 125,-- plus € 20,-- voor het onderwijsmateriaal (bestaande uit een boek plus digitale versies
van de presentaties e.d.). Leden van Metius krijgen op dit
laatste bedrag een korting van 50 %. Aanmelden kan uitsluitend bij de Volksuniversiteit Alkmaar, bijvoorbeeld op
de website www.vualkmaar.nl
Piet Cijsouw.

33
Hemelkalender september – oktober 2016
Dl/WO 18/19 OKTOBER
In de loop van de nacht nadert de maan de ster
DO 22 SEPTEMBER
Aldebaran (+0,8). Tegen de tijd dat de zon opkomt,
(Telescoop)
Bedraagt hun onderlinge afstand minder dan 1°.
Vannacht komen enkele
De conjunctie is omstreeks 9.45 uur in de ochtend
sterren van de Hyaden
(19 oktober). Op dat moment staat Aldebaran
-een open sterrenhoop in nog geen 2' ten noorden van de noordelijke maanrand.
de Stier- vanachter de
Dat is misschien waarneembaar met een telescoop,
donkere maanrand tevoor- maar dan alleen met een flinke vergroting. De
schijn.
beide hemellichamen staan 18° boven de westelijke
Voor waarnemers in
horizon. Voor waarnemers in het zuiden en oosten van
Utrecht verschijnt om 0.57 Noord-Amerika, in Midden-Amerika, de Atlantische Oceuur de ster 89 Tauri (+5,8), aan, het westen en zuiden van Europa
om 1.05 uur σ1 Tauri
en in het noordwesten van Afrika wordt Aldebaran
(+5,1) en tot slot om 1.20 uur σ2 Tauri (+4,7).
bedekt door de maan. De noordelijke grens
Op andere plaatsen in Nederland kan dit enkele
van de bedekkingszone loopt (overdag) over
minuten eerder of later gebeuren. De maan is voor 66%
Reims en Nancy (Frankrijk).
verlichten staat ongeveer 20° boven de oostelijke
horizon.
VR/ZA 21/22 OKTOBER
Rond deze tijd bereikt de meteorenzwerm van de
MA/DI 10/11 OKTOBER (Verrekijker)
Orioniden zijn maximum. Op 22 oktober is het
Vannacht kan een volledig minimum van de
Laatste Kwartier, waardoor de maan in de nanacht wel
bedekkingsveranderlijke ster RZ Cassiopeiae
wat stoort. Daardoor blijft het aantal meteoren
worden waargenomen. Om 19.31 uur (10 oktober)
waarschijnlijk blijft steken bij een stuk of tien per uur.
- het schemert dan nog – begint de helderheid
Maar ook in de nachten na het maximum, wanneer de
van de ster af te nemen. Deze afname duurt tot
maan wat verder is afgenomen, is deze zwerm de moeite
0.25 uur (11 oktober). Dan heeft RZ Cas een
van het bekijken waard. De piek van de
helderheid van +7,7. Daarna wordt de ster weer
Orioniden strekt zich namelijk uit over meerdere dagen.
helderder, totdat zij om 5.19 uur haar normale
De zwerm is actief tot 7 november.
helderheid van +6,2 terug heeft.
Uit onderzoek blijkt dat de ZHR (de maximale
DI 11 OKTOBER
uurfrequentie onder ideale omstandigheden) van de
Vanochtend staat de planeet Mercurius (-1,1)
Orioniden sterk varieert. Gemiddeld ligt de ZHR
minder dan 1° ten noorden van de planeet Jupiter
rond de 25, maar een aantal jaren geleden was de
(-1,7). Deze samenstand is moeilijk waarneembaar, omdat activiteit een stuk hoger. In 2006 en 2007 bereikte
de twee planeten op slechts 12° van de zon staan en dus
de zwerm een maximale ZHR van rond de 60.
kort voor de zon opkomen.
Daarna is deze helaas weer teruggelopen tot 25.
Probeer het eens rond 7.30 uur, als ze laag
Orioniden vinden hun oorsprong in de komeet Halley, die
boven de oostelijke horizon staan. Maak daarbij
elke 76 jaar in de buurt van de zon en de aarde komt. In
eventueel gebruik van een verrekijker.
2061 keert deze komeet weer terug.
De feitelijke conjunctie is om 6 uur in de ochtend.
Mercurius staat dan 52' ten noorden van Jupiter.
WO 26 OKTOBER
Dat is vanuit onze streken echter niet te zien,
Vanochtend staan de vier galileïsche manen ten
omdat de twee planeten dan nog niet zijn
westen van Jupiter (links ervan in een omkerende
opgekomen.
kijker). Van de planeet naar buiten gaat het
achtereenvolgens om lo, Europa, Ganymedes en
ZA 15 OKTOBER (Verrekijker)
Callisto.
Om 12 uur vanmiddag is Uranus in oppositie.
De verre planeet is dus de hele nacht waarneembaar. Zoek Deze informatie is ontleend aan de Sterrengids 2016.
hem met een gewone verrekijker in de buurt
De Sterrengids bevat een schat aan informatie voor zowel
van de sterren µ (mu) en ζ (zèta) van de Vissen.
de beginnende als de gevorderde amateur, en is verkrijgMisschien is het beter om enkele dagen te wachten, want baar via de boekhandel.
de bijna volledig verlichte maan staat nu in de buurt van
Uranus.
Rob Steegs 
34
Metius Magazine nr. 210
Adverteren in Metius Magazine
Ook u kunt adverteren in dit magazine.
Wij bieden de volgende mogelijkheden aan:
Commerciële advertenties
A4 formaat: €85 per jaar;
A5 formaat: €55 per jaar;
A6 formaat; €35 per jaar;
A7 formaat; €25 per jaar.
Bij plaatsing van een advertentie ontvangt u
het Metius Magazine gratis. Indien u geen
prijs stelt op ontvangst van het magazine
krijgt u € 8,- korting op het advertentie
tarief.
Niet commerciële advertenties aangaande
sterrenkunde boeken en (onderdelen van)
instrumenten door leden zijn gratis tot een
maximum van 400 leestekens.
September - oktober 2016
35
Ruimte voor
adressticker
Download