September - oktober 2016 nr 210 In dit nummer onder meer: De radiotelescoop van Dwingeloo Gaat u mee naar de zonsverduistering? Is zwaartekracht een illusie? Op Mars met Modas In memoriam Cor Booy Isaac Newton vergeleek zichzelf ooit met een nieuwsgierig kind wat aan de rand van de oceaan met schelpjes speelt. Die paar schelpjes steken nietig af bij de oceaan vol nog onbekende exemplaren. Kinderlijk en nieuwsgierigheid is aandoenlijk. Op deze pagina de brief van Saro die hij dit jaar schreef aan de museumsterrenwacht van Utrecht. Een prachtige brief …. Met vulpen! 2 Metius Magazine nr. 210 De leenkijker Onze leenkijker, een Celestron Nexstar 5SE, is beschikbaar voor leden van onze vereniging. De kijker, met computersturing, is te reserveren via www.metius.nl Jaargang 37 nr. 210, oplage 155 De kosten bedragen € 15 per periode van ca.30 dagen (met een borg van € 50). Coverfoto: de regenboog, symbool voor het einde van de zondvloed Lid worden van A.W.S.V. “Metius” Indien u lid wilt worden van de Alkmaarse Weer en Sterrenkundige Vereniging “Metius” kunt u zich opgeven bij het secretariaat (zie pagina 3 van dit blad). U kunt zich ook opgeven op één van onze verenigingsavonden. De contributie bedraagt € 25 per jaar. Personen onder de 20 jaar betalen € 10 per jaar. Gezinslid € 12,50 per jaar. Bij lidmaatschap heeft u recht op: gratis deelname aan alle verenigingsactiviteiten (incl. lezingen, werkgroepen); gratis toegang tot de sterrenwacht; gratis abonnement op Metius Magazine. Inhoudsopgave: Lezingenagenda Van uw voorzitter De Radiotelescoop van Dwingeloo Metius naar Dwingeloo Van de weerkunde groep Het weer en de Diepenveenmeteoriet Totale zonsverduistering 21 augustus 2017 Open avond 18 dec 2015 Zwaartekracht is een illusie Mars Verslag eigen avond 20 mei 2016 Verslag lezing “Weer en klimaat” In memoriam Cor Booij Verslag lezing “Klimaat en verleden” Wegwijs naar Aries Hemelkalender Henk Verbeek Onno Lotgering Onno Lotgering Harriet Koomen Harriet Koomen redactie Piet Cijsouw Joep Engels Rob Kroonenberg Henk Verbeek Johan Lensink Mees Visser Leendert Lambach Rob Steegs Rob Steegs blz 4 blz 5 blz 6 blz 9 blz 11 blz 12 blz 14 blz 15 blz 16 blz 19 blz 22 blz 24 blz 27 blz 28 blz 32 blz 34 Van de redactie Dit zomernummer is superdik geworden door de grote hoeveelheid kopij die wij kregen, alle auteurs dank hiervoor! In onderling overleg met Hans en Gerard heeft Bert Mulder besloten de redactie te verlaten. Bert heeft ruim een jaar lang de schrijfsels van leden allemaal gelezen en zoveel mogelijk taalfoutjes verbeterd waarbij de teksten zo min mogelijk geweld zijn aangedaan. Wij bedanken Bert voor zijn inzet. Intussen blijft de redactie experimenteren met de lay-out van het blad. Verscheen het blad voorheen altijd met artikelen in 2 kolommen per pagina dan kunnen dat er nu ook wel eens 3 worden. Het lettertype Arial is ingeruild voor iets anders. De advertenties zijn van de achterkant verdwenen. Het bedrijf wat de bezorging verzorgt is sorteermachines gaan gebruiken. De adressticker voor de leden zat tussen de advertenties die ook adressen bevatten. Een sorteermachine raakt daarvan ernstig in de war. Op bladzijde 16 vindt u een artikel wat is ontleend aan het dagblad Trouw. Erik Verlinde komt hierin aan het woord. Hij zegt aan kosmologen: “Stop maar met zoeken naar donkere materie…. want die is er niet.” Een dappere uitspraak die wij u niet willen onthouden. Metius Magazine is het officiële orgaan van de: · Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS” · Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”: Webpage: http://www.metius.nl Voorzitter: H.A. Verbeek, Sperwer 1, 1722 DK Z Scharwoude 0226-321131, [email protected] W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo 072-5335840, [email protected] A.M. van der Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar 072-5154535, [email protected] Bankrekening AWSV Metius: ABN AMRO: IBAN nr. NL32ABNA0629077673 Rob Steegs, Benesserlaan 258, 1911 VJ Uitgeest 06-26686666, [email protected] Piet Cijsouw, J.A.Radeckerweg 39, 1871 CJ Schoor 072-8506409, [email protected] H. Zwart, Schouw 28, 1771 EP Wieringerwerf Tel: 0227-603489, [email protected] Hans Dijkstra (0224-297783) Gerard Bais (0251-657094) E-mail: [email protected]. Secretaris: Penningmeester: Alg. bestuurslid: Leden adm: Redactie: Ere leden Reproductie: September - oktober 2016 dhr C Booy † dhr J Deugd † dhr K Kroesen Traject “de Stern” Schagen. 3 Lezingen in 2016 / 2017 De voorbereidingen voor de lezingen in het komende seizoen zijn vergevorderd! Er worden weer interessante onderwerpen uit de weer- en sterrenkunde naar voren gebracht. De indeling van het jaar wordt iets veranderd: de “open avond”, waar Metius zichzelf presenteert tegenover de buitenwereld (onder andere om geïnteresseerden de gelegenheid te geven te beoordelen of ze lid willen worden) is verschoven van december naar februari. Daarmee hopen we de toch wat lastige interactie met de feestdagen te ontlopen. Van de eerste twee lezingen vindt u op blz. 31 uitgebreide aankondigingen. Twee lezingen, aan het eind van het seizoen, zijn intentioneel afgesproken maar zijn nog niet zeker in verband met de beschikbaarheid van de sprekers. De gegevens van die lezingen kunnen daarom nog niet worden bekendgemaakt. Zoals gebruikelijk vinden de lezingen plaats op vrijdagavonden, meestal aan het einde van de maand. In onderstaand schema zijn de onderwerpen aangegeven; de precieze titels kunnen hiervan afwijken. vrijdag 30-09-2016: vrijdag 28-10-2016: vrijdag 25-11-2016: vrijdag 16-12-2016: vrijdag 27-01-2017: vrijdag 24-02-2017: vrijdag 31-03-2017: vrijdag 21-04-2017: vrijdag 19-05-2017: R.M. Groenland MSc. over El Niño Ir. A.G.F. Kip over Optische verschijnselen in de atmosfeer Dr. D. Baneke over De Nederlandse sterrenkunde Drs. K.-J. Mook over De geologische en klimatologische ontwikkeling van Mars Prof. dr. H. Habing over Water bij het ontstaan van sterren en planeten Open Avond Lezing nog in voorbereiding; vooraf Algemene Ledenvergadering Lezing nog in voorbereiding Eigen Avond Joehoe Copij voor het volgende MM Graag vóór 25 oktober naar [email protected] 4 Een actueel overzicht vindt u op www.metius.nl De lezingen vinden plaats in het Wijkcentrum "Thuis in Overdie." Van Maerlantstraat 10 1813 BH Alkmaar 072-5402499 Metius Magazine nr. 210 zie blz 31 zie blz 31 Van uw voorzitter Het weer blijkt wel degelijk invloed te hebben op meteoren, althans het waarnemen ervan. Detectivewerk was het om het weer van 27 oktober 1873 op te sporen. De eigen avond werd ruim bezocht en het tafeltjesprogramma deed het weer goed. Op één punt liet de techniek ons in de steek en misten we de film van Dwingeloo die we natuurlijk tegoed houden. De moeilijkste vraag die zich op de busreis naar Dwingeloo voordeed had te maken met een knik in de afsluitdijk; van Mees Visser zou ik nog graag vernemen of de kazemat en/of de knik in de afsluitdijk in 1932 echt is aangebracht met het oog op de Duitse inval in 1940? En dan was er nog Kaeskoppenstad waar de slinger aan 19 meter koord in de kerk veel belangstelling trok. Bij de generale repetitie bleek al dat de slinger maar zo’n 10 minuten voldoende zou slingeren en hij dan weer met de hand gelanceerd moest worden. De geringste onnauwkeurigheid leidt tot ongewilde extra bewegingen zoals het beschrijven van een acht linksom, terwijl de slinger zelf rechtsom moet gaan. Op deze manier werden de kegeltjes links omver geworpen i.p.v. rechts, maar die afwijking viel niet op. Het oogstte algemeen enthousiasme ook van de kerk zelf; we mogen volgend jaar weer! Uw voorzitter heeft zich behoorlijk moeten inspannen voor het lezingenprogramma; nadat de lezingencommissie haar voorkeu- ren heeft vastgesteld begint het wervingsproces wat heel veel tijd vergt. Maar we hebben wat tot en met januari en voldoende opties voor het voorjaarsprogramma. Deze zomer heb ikzelf niet zoveel beleefd op sterrenkundig gebied; mijn dochters wilden weleens weten hoe het zat met de aardrotatie en de plaats van de poolster. Buiten in de zitkuil gezeten met een kopje thee is het niet moeilijk met dit gereedschap en het centrale afvoerputje het verschil tussen synodisch en siderisch uit te leggen en ook de scheve aardas kon aanschouwelijk worden gemaakt en met een kleine stap kon het ook voor de maan worden uitgelegd. Die andere maanbewegingen (draconisch en anomalistisch) zijn veel lastiger! Er overkwam mij nog wat bijzonders; u weet, ik werk graag met bouwplaten en de astrolabe die ik had gemaakt zal nog steeds gemaakt gaan worden door de Duitse fabrikant van astromedia. Hij heeft een nieuwe schouder aangemeten gekregen en moet daarom een afwachtende houding aannemen. Ondertussen had hij zichzelf een programma aangeschaft waarmee hij voor iedere positie astrolabes en vele soorten zonnewijzers kan maken en vroeg of de uitkomsten van dat programma klopten met mijn berekeningen. Al gauw bleek dat ik zijn programma, ondanks wachtwoorden, niet kon starten en hebben we ons beholpen met cellofaan overlay`s wat goede overeenkomsten opleverde. Onlangs meldde mijn PC dat er een update was van het bewuste programma en laat het nu ineens volledig werken! Kort daarop verscheen er weer zo`n updatemelding, maar waarom zou je dat doen als je tevreden bent? Ik heb er ondertussen weer een paar gemaakt. Henk Verbeek Bij de voorpagina: Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht: De voorpagina staat dit keer in het teken van de natte zomer met z’n mooie en ongemakkelijke momenten. De afbeeldingen zijn van Harriet Koomen en Mees Visser. Meer hierover in het stukje van Harriet op pagina 11. Voorzitter: H.Verbeek, Sperwer 1, 1722 DK Z. Scharwoude 0226 - 321131, [email protected] Secretaris: W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo 072 - 5335840, [email protected] Penningmeester: W.J. Braakman, De Wieken 8, 1829 AN Oudorp [email protected] Leden: F. Nieuwenhout, Daalmeerpad 15 1827 GA Alkmaar 072 - 5622745, [email protected] M. vd Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar 072 - 5154535, [email protected] R.B. Kroonenberg, Het Zandstuk 134, 1851 RT Heiloo 072 - 752 9111, [email protected] September - oktober 2016 5 WERKGROEPEN Werkgroep Voorzitter Werkgroep Cursus Sterrenkunde Werkgroep Public Relations Werkgroep Lezingen Werkgroep Metius Jaarprijs Werkgroep Metius Magazine Werkgroep Metius Website Werkgroep Afstand Bestuurbare Telescoop Werkgroep Theoretische Sterrenkunde (WTS) Werkgroep Weerkunde Werkgroep Mediatheek Werkgroep Sterrenwacht Bakkum Kascontrolecommissie Vertegenwoordiging Verenigingsraad KNVWS Piet Cijsouw Henk Verbeek Mees Visser Leendert Lambach Hans Dijkstra Harry Zwart Frans Nieuwenhout Martin v. d. Bogaerde Karel de Leeuw Wim Koomen Rob Steegs Hans de Nobel Hans de Nobel E-mail [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Zie volgende [email protected] Telefoon 072-8506409 0226-321131 072-5124545 072-5123114 0224-297783 0227-603489 072-5622754 072-5123375 0226-316316 072-5335840 06-26686666 Zie volgende 072-5611015 Radio-telescoop Dwingeloo nu ook voor de liefhebbers. Door Onno Lotgering. Op 26 februari j.l. heeft Frans de Jong een lezing gehouden over radioastronomie met de Dwingeloo Telescoop (DT). Als voorzitter van de stichting CAMRAS (afkorting van: C.A. Muller Radio Astronomie Station) hield hij een enthousiast en interessant betoog voor een bijna volle zaal van het wijkcentrum “Thuis in Overdie” Voor de pauze heeft de ontwikkeling van de radio-astronomie centraal gestaan, met de nadruk op de rol van Nederland en de DT. Na de pauze heeft hij de huidige stand van zaken en de activiteiten in en rond de DT belicht. Radio-astronomie is, vergeleken met de optische astronomie, een jonge “tak” van de astronomie. Mede dankzij de vergaande schaalverkleining en de technische specificaties van de apparatuur worden al tientallen jaren spectaculaire resultaten bereikt die een onmisbare aanvulling vormen op de optische astronomie. Voor amateur -astronomen is de praktische beoefening een boeiende hobby. De eerste aanwijzingen voor het gebruik van radiogolven uit de ruimte stammen uit 1890. Kennelly (een assistent van Edison) experimenteerde met radio-ontvangst en ontdekte sig6 Foto 1: Reber’s sterktekaart van ons zonnestelsel. nalen die hij niet met aardse bronnen in verband kon brengen. Die zouden uit de ruimte komen…. In 1928 viel Karl het Janssky op dat er een voortdurende (statische) storing op de telefoon te horen was, die elke dag 4 minuten later begon. Dat wijst op de draaiing van de aarde en is kenmerkend voor het ontvangen van signalen van bronnen uit de ruimte. Veel verder ging Grote Reber (1911-2002) die een parabolische antenne bouwde met een middellijn van 10 meter en signalen ontving bij verschillende frequenties (900, 400 en 160 kHz). Door Metius Magazine nr. 210 de sterkte van deze signalen te meten heeft hij een zogenaamde “sterktekaart” gemaakt. In Leiden was J.H. Oort tijdens de oorlog ervan overtuigd dat de snelheden van de spiraalarmen van ons zonnestelsel gemeten konden worden met gebruikmaking van het Doppler-effect. Een van zijn studenten (Henk van der Hulst) ging metingen doen aan waterstofwolken. Doordat er veel waterstof aanwezig is, kan het zogenaamde “omkeren” van de draairichting van het elektron in de waterstofkern gemeten worden op de karakteristieke frequentie van 1420 kHz (circa 21 cm raakte de schotel in verval mede, golflengte). Door deze voorspelling door de inwerking van het klimaat. was de wetenschappelijke belangstel- Aanvankelijk zijn er stemmen opgeling voor radio-astronomie enorm gaan om te slopen, maar in een natoegenomen. Vlak na het einde van tuurgebied is dat (gelukkig) erg duur. WO II is een achtergelaten Duitse In 2005 zijn besprekingen begonnen ( “Wurzburg”-) radarantenne in Koot- over de toekomst van de DT, die er wijk gebruikt om samen met enkele toe hebben geleid dat de stichting Amerikaanse en Australische collega’s CAMRAS is opgericht. in het begin van de vijftiger jaren de CAMRAS is op initiatief van een aantal eerste Doppler-metingen aan waterenthousiaste radioamateurs en met stof te doen en zo de spiraalarmen toestemming van NWO (Nederlandse van de Melkweg in kaart te brengen. Organisatie voor Wetenschappelijk Opmerkelijk genoeg hebben deze on- Onderzoek) op 29 januari 2007 opgederzoekers gezamenlijk hun resultaricht door ASTRON (Netherlands Institen gepubliceerd in het wetenschaptute for Radio Astronomy) – eigenaar pelijke tijdschrift Nature. van de radiotelescoop – en VERON Door de beperkingen van deze schotel (Vereniging voor Experimenteel Raheeft Oort in de vijftiger jaren met dio Onderzoek in Nederland). succes gepleit voor een grotere schotel. Voor de locatie is de keuze geval- Deze stichting stelt zich ten doel : len op een natuurgebied bij Dwingeloo in Drenthe, ver weg van storende radiobronnen …..wat tot op heden een strategisch juiste keuze is gebleken. Er is een geheel nieuwe 25 meter-telescoop ontworpen en gebouwd met gebruik van alle toen beschikbare technische hulpmiddelen Foto 2: doelstellingen stichting CAMRAS. (met de huidige technische middelen heeft Frans de Daarmee is de telescoop beschikbaar originele filmbeelden van de bouw en gekomen voor amateur-astronomen, opening vertoond). Deze schotel is de scholieren en studenten in de stereerste en vele jaren de grootste draai- renkunde. bare paraboolantenne ter wereld ge- Eigenaar ASTRON (professionele asweest ! Naderhand zijn in Westertronomie) heeft aan de stichting bork twaalf gekoppelde 25 meterCAMRAS het gebruik, onderhoud en telescopen gebouwd die als interfero- beheer van deze schotel overgedrameter werden gebruikt om nauwkeu- gen. riger metingen te doen. Met deze in- Op de website van de stichting CAMstallaties heeft Nederland een voorRAS zijn de activiteiten als volgt veraanstaande rol in de radiomeld: astronomie verworven. Stichting CAMRAS stelt dit unieke Na de pauze heeft Frans de Jong ver- rijksmonument open voor leerlingen teld over het huidige gebruik van de en studenten (van lager tot hoger on25 meter-schotel. Begin deze eeuw derwijs), scouts en jeugd. Zo kan de September - oktober 2016 radiotelescoop bijdragen aan het stimuleren van interesse bij de jeugd voor wetenschap en techniek’. Daarvoor ontwikkelen de vrijwilligers van Foto 3: snelheidsbeeld van een pulsarsignaal. De kleurenfoto toont in rood groen en blauw het doppler effect CAMRAS materialen en demonstraties die geschikt zijn voor de verschillende doelgroepen. Voor basisschoolleerlingen is dat bijvoorbeeld een spannend verhaal over afstanden, sterren en pulsars. Leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en studenten berekenen bijvoorbeeld uit het pulsarsignaal de afstand van de pulsar. En scouts leggen met zelfgemaakte YAGI-antennes via de maan contact met de Dwingeloo telescoop en met elkaar. Ook zorgen de vrijwilligers er voor dat de besturing, de ontvangstapparatuur en de bijbehorende software van de telescoop perfect werken. Of de telescoop ook beschikbaar is voor liefhebbers die geen leerling of student (meer) zijn, is een vraag die die avond niet is gesteld. De Metius-excursie van 19 maart a.s. naar Dwingeloo biedt een herkansing om hier achter te komen. De doelstellingen worden ingevuld door de volgende activiteiten te organiseren: Rondleidingen voor bezoekers (Metius gaat op 19 maart a.s. op bezoek !) Verbindingen voor scoutingevenementen Repeater-station voor verbindingen via de maan (die als reflector dient) Demonstraties van het Doppler-effect Waarnemingen met behulp van een 7 (gewone) satellietschotel Metingen aan de spiraalarmen van de Melkweg Metingen aan pulsars Meting van de nutatie (“wobbeling”) van het maanoppervlak Metingen aan andere zonnestelsels, bijvoorbeeld de Andromeda-nevel Radio-verbinding via de maan met gebieden op aarde waarmee nog nooit radiocontact is geweest, zoals bijvoorbeeld Tasmanië Kunst- en cultuur-uitingen met de telescoopschotel als onderwerp of onderdeel. Voor wie in astronomie-metingen geïnteresseerd is: de ontvangen signalen kunnen bewerkt worden met bijvoorbeeld Java en Excel met als resultaat en visueel plaatje zoals in de foto’s 3 en 4. Met de zo verkregen beelden begint voor de liefhebber de interpretatie 8 met als belangrijke vragen: Wat zien we ? Wat gebeurt daar ? In zijn lezing heeft Frans de Jong niet alleen een overzicht gegeven van wat er met de vernieuwde DT mogelijk is. Met zijn enthousiasme heeft hij een pleidooi gehouden voor het beoefenen van een fascinerende hobby. De 26 aanmeldingen voor de excursie naar de DT doen vermoeden dat die boodschap is aangekomen. Foto 4: weergave van de spiraalarmen van de Melkweg N.B.: de foto’s van de Powerpointpresentatie zijn tijdens de lezing gemaakt door Hans Dijkstra . Metius Magazine nr. 210 Metius naar gerestaureerde Dwingelose radiotelescoop Door Onno Lotgering. Op zaterdagmorgen 19 maart j.l. staat het 22 leden sterke Metius-legioen ruim op tijd klaar om in een bus-opmaat te stappen op weg naar de Dwingeloo-telescoop (DT). Aanleidingen zijn er meer dan genoeg: de erkenning als technischwetenschappelijk monument, de plaatsing op de top100.lijst van wederopbouw-monumenten 1940-1958, de recente restauratie en heropening en het 60 jarig jubileum van de DT op 16 april a.s. De vernieuwde telescoop is eigendom van ASTRON en wordt door de stichting CAMRAS beschikbaar gesteld aan amateur radio-astronomen ( www.camras.nl ). De gerestaureerde radio-telescoop te Dwingeloo De heenreis. De bus, precies op maat! (foto: Nicolàs de Hilster) Precies op tijd vertrekt de bus en ontstaan er heel wat gesprek tussen de Metius-leden (je hebt heel wat gemeenschappelijke belangstelling …). De verkeersdrukte op de weg valt reuze mee en via de A7 rijden we naar Wervershoof waar nog drie leden uit de Noordkop instappen. Voorzichtig wordt de hoop uitgesproken dat er onderweg nog een koffiestop ingelast kan worden. Chauffeur Hans is daar heel duidelijk over: de Tomtom geeft aan dat we volgens plan om 11.20 uur bij de DT zullen aankomen. Met andere woorden: vergeet die koffiestop maar ……. Aan het einde van de Afsluitdijk maakt ceremoniemeester Mees ons attent op een “knik” in de weghelft waar wij op rijden. Dit is de werkruimte van de DT ! plaats waar Nederlandse soldaten in 1940 de oprukkende Duitsers vanuit In en om de radio-telescoop. kazematten hebben tegengehouden. De groep wordt in tweeën gesplitst: Er is zelfs een kazematten-museum de ene helft krijgt een demonstratie (Scrabblewoord) ! Na dit indrukweken rondleiding in de radio-telescoop kende wapenfeit rijden we het totaal en de andere helft gaat naar buiten andere landschap van Friesland binvoor een uitleg over de geschiedenis nen. Via het beruchte knooppunt Jou- en de activiteiten van de DT. Een re rijden we (zonder file) door naar groot deel van de werkruimte is ingeLhee bij Dwingeloo …… en dan denk je richt met demonstratie-modellen van dat we zo voor de DT staan…. mooi de werking van de telescoop en wandniet. Na wat zoekwerk en vaardige achteruitrijkunst van chauffeur Hans staan we precies om 11.30 uur op het parkeerterrein van ASTRON en door de bomen zien we de DT. Het blijkt verwarrend om onze gastheer en vrijwilliger Roy via de mobiele telefoon te vinden, maar dat lukt en dan is er Vrijwilliger Roy en de bedieningsapparatuur in de werkruimte (foto: Nicolàs de Hilster) koffie …… in de September - oktober 2016 9 platen over de eigenschappen en het meten van radiogolven in het meteren centimeter-gebied. De technische inrichting bestaat uit een overzichtelijke hoeveelheid voor velen nog herkenbare apparatuur, naast kasten met eigentijdse technologie. Het valt op dat de apparatuur voor de verschillende wetenschappelijke metingen maar zo’n drie meter wandruimte inneemt. Voor het aansturen en richten van de 25 meter-schotel trekt de machinekamer de aandacht van enkele liefhebbers en ook daar wordt van de uitleg gebruik gemaakt. Deze inrichting wordt gebruikt bij een hoofdfunctie van de stichting CAMRAS: voorlichting en uitleg over geschiedenis van de radio-astronomie en de werking van de radiotelescoop. Om te laten zien wat er komt kijken bij een waarneming met de DT wordt begonnen met de waarneming van een pulsar. Het opstarten en draaien van de telescoop lukt in tweede instantie en (na het wisselen van de beide groepen) is de “hartslag” te horen van de pulsar PSR B0329+54 met een periode van 0,715 seconde en een pulsduur van 6,6 milliseconde. Zie voor een nadere uitleg ook: http:// www.camras.nl/blog/2008/eerstewaarneming-van-een-pulsar/ Volgens plan is het tijd om afscheid te nemen, maar niet nadat Mees de rondleiders Marijke en Roy een boek van Kaeskoppenstad Alkmaar heeft overhandigd en Marijke aan Mees een boek over de astronomische metingen van haar man. Lunch en terugreis. Vlak bij de DT staat een mede door Mees samengestelde lunch klaar in de “De Bospub”: mosterdsoep met een broodje gezond en een broodje-kroket vormen een stevige basis voor de gesprekken aan tafel (en later in de bus terug). Al dit heerlijks tegen betaling van een eigen bijdrage waarvoor Mees “zwaar onderhandeld” heeft ! Even na 14 uur stappen we weer in de bus. De terugreis wordt opgeluisterd met een kostelijk verhaal van Henk 10 Het uitwisselen van de boeken bij het afscheid. (foto: Nicolàs de Hilster) over een bezoek aan een radiotelescoop in de Sovjet-Unie met alleen maar “normale onderdelen”, inderdaad: 50-er jaren degelijkheid. Dirk stelt zich voor als nieuw lid en vertelt met instemming van de excursiegangers. twee korte Indiase sprookjes over “de spiegel” en “de halfgod met het olifantenhoofd”. Met deze verhalen en de gedachten aan wat we deze dag aan radio-astronomie hebben gezien en ervaren leveren we de drie leden weer af in Wervershoof en rijden we door naar Alkmaar waar we tegen vijf uur aankomen bij het wijkcentrum “Thuis in Overdie”. En verder…??? Aan radio-astronomie zijn bij Metius in het afgelopen jaar twee lezingen en deze excursie besteed. Hoe mooi zou het zijn als dit door enkele leden wordt voortgezet met bijvoorbeeld eigen radio-waarnemingen als aanvulling op de optische waarnemingen (wat ook omgekeerd geldt !). Pulsar PSR B0329+54 met een periode van 0,715 seconde en een pulsduur van 6,6 milliseconde (foto: Nicolàs de Hilster) Metius Magazine nr. 210 Laat de soep maar komen !!! Laat nu de soep maar komen! De Bospub met een degelijk Drents onderschrift (foto´s: Nicolàs de Hilster) Wat een buien zijn er geweest in het zuiden en het oosten van ons kleine Door Harriet Koomen landje en wat hebben we in Noord Holland vaak droog weer gehad, wat Van de meeste bewolking misschien, een enkel spetleden van onze tertje, maar ook heel veel de zon. groep kan je wel De combinatie van regen en zon lezeggen dat ze vert mooie regenbogen op. Zo mooi regelmatig naar dat je begrijpt dat iemand ooit het weerkaarten en sprookje van de pot met goud heeft weerwebsites verzonnen. De regenboog van de zitten te kijken voorpagina is gemaakt vanaf een heuom te zien wat er nu weer gebeurt. veltop in Frankrijk. Een heuvelig landWat mij betreft waren de afgelopen schap kan ervoor zorgen dat je een zomer de sites van de KNMImooier camerastandpunt hebt dan in weerkaarten, van Zilt Meteo en van onze vlakke land, waar er dan al gauw Buienradar regelmatig bezochte sites, weer bomen of iets dergelijks het niet alleen om te kijken of ik een rebeeld doorbreken. De redactie van genjas mee moest nemen bij avontu- MM vroeg mij om een weerfoto. Ik ren buitenshuis, maar ook om te kijheb voor deze gekozen in combinatie ken wat een geluksvogel ik was alleen met de verregende vakantiefoto van al om het simpele feit dat ik in Noord onze oud-voorzitter Mees Visser. Ik Holland vertoefde. vond het wel treffend voor deze zo- Van de werkgroep weerkunde September - oktober 2016 mer. Bovendien snijdt het mes aan twee kanten. Door de regenboog te kiezen kan ik u ook vast attent maken op de lezing van Ir. Arnold Kip, a.s. 28 oktober. Een lezing die zal gaan over optische verschijnselen in de atmosfeer. Dat zijn natuurlijk niet alleen regenbogen, maar googelt u maar zelf om te zien wat er nog meer te verwachten is die avond. Voor de weerkundigen onder ons wordt het een interessant begin van het verenigingsjaar want we beginnen in september met een lezing over El Nino, een geheimzinnig verschijnsel met wereldomvattende invloed. Alkmaar, augustus 2016 11 Het weer en de Diepenveen-meteoriet. Spreker Jacob Kuiper. Verslag Harriet Koomen. Op vrijdag 29 april jl. was in het buurtcentrum Overdie de Rode Zaal voor ons gereserveerd voor de maandelijkse lezing. Deze keer werd die verzorgd door Jacob Kuiper, hoofd meteoroloog bij de sectie Luchtvaart van het KNMI in De Bilt. Na de lezing konden de aanwezigen constateren dat hij dan wel meteoroloog van beroep mocht zijn, maar dat hij zijn roeping gemist had om detective te worden. Hoe wij tot die conclusie kwamen? Dat ging als volgt. woner over meteorieten en zijn fascinatie daarvoor. Waarop hem verteld wordt dat bij hun in het dorp ooit ook een meteoriet was neergekomen en dat die nog ergens in een kistje lag in de plaatselijke school. Het was een vondst waardevoller dan goud. Uit de wereld van mensen met kennis van zaken kwamen Marco Langbroek en Niek de Kort erbij. stations verdeeld over het land waarvan de waarnemers hun bevindingen naar het KNMI stuurden. In het KNMI werd alles in schema’s genoteerd, zoals u op de foto kunt zien. Op de 25e oktober was er veel regen, op de 26e en 27e veel minder. Oude kranten erop naslaan zou niets opleveren. Er werden nog geen weerIn het kort: kaarten gemaakt. Buys-Ballot maakte De meteoriet is zo groot als een zijn eerste weerkaart op 20 september kindervuist. 1878 en pas vanaf 1881 stond er iede Het is één van de 5 bekende mete- re dag een weerkaart in de krant. Uitorieten in Nederland. eindelijk heeft Jacob Kuiper met de Het is een koolstofchondriet, type informatie van Buys-Ballot een weerCM, is daardoor zeldzaam want kaart geplot. slechts 1% van alle meteorieten behoren tot dit type. In Boulder, Colorado in de VS is NOAACIRES gevestigd. Deze organisatie verDe vraag is: zamelt alle meteorologische gegevens Is het een meteoriet van een bevan over de hele wereld en analyseert paalde asteroïde? Uit welke richze. De vroegste gegevens zijn vanaf ting en met welke invalshoek is hij 1851. Voor onze meteorologische deop de aarde afgekomen? tective is het een onmisbare organisa Kunnen we dat bevestigen aan de tie. Hij vroeg weerkaarten op van de hand van waarnemingen? dagen tussen 15 oktober en 15 no Hoe was het weer die dag, waar vember en dat van een groot aantal was het helder genoeg om een me- jaren. En zocht daarbij naar een gelijkteoriet waargenomen te kunnen soortig weertype als op zijn eigen gehebben? plotte weerkaart. Als toehoorders De Diepenveen meteoriet kregen wij diverse plaatjes te zien In oktober 1873, om precies te zijn op Dit is het moment dat het voor de toe- over de relatieve vochtigheid op 3 verde 27e, was een boerenechtpaar aan hoorders op deze avond duidelijk schillende hoogten, op de grond, op het werk op hun akker bij Diepenveen, werd waarom het van belang is om te het 500 hPa-niveau en op het niveau ten noorden van Deventer. Zij waren weten wat de meteorologische omvan 300 hPa. Met behulp van het stacooggetuigen van de inslag van wat standigheden waren van die specifie- ken van de afbeeldingen in de compuheden ten dagen de meteoriet van ke dag. En daar komt Jacob Kuiper om ter heeft Jacob Kuiper uiteindelijk een Diepenveen wordt genoemd. Zij heb- de hoek. Hij is van jongs af aan zeer dag gevonden met soortgelijke weersben het object van anderhalve voet geïnteresseerd in astronomie, in het omstandigheden als op 27 oktober diep uit de grond moeten graven. Bij- bijzonder in meteorieten en was de 1873 en wel heel recent, nl. 20 oktona anderhalve eeuw heeft de meteo- aangewezen meteoroloog om hierbij ber 2015. riet in een kistje gelegen, vergezeld betrokken te raken. Hij vertelt ons hoe Van de twee dagen lijken alle niveaus van een kaartje waarop de informatie vanaf 1848 door Buys-Ballot, de eerste erg op elkaar. Wat dan plezierig is, is staat van de dag en van de waarnedirecteur van het door hem opgezette dat van 20 oktober 2015 satellietbeelmingen van het echtpaar. In 2012 ver- KNMI, een systeem van waarneminden op te vragen zijn en er goed is te telt Henk Nieuwenhuis tijdens een gen is aangelegd. Buys-Ballot ontwik- zien er op die dag een hoge bewolking verblijf op de camping in Diepenveen kelde een notatie voor de diverse was die meer naar het westen toe verenthousiast aan een plaatselijke beweersomstandigheden en er waren 11 spreid werd met gaten ertussen in. En 12 Metius Magazine nr. 210 verder naar het westen was het grootste deel van zuidoost Engeland helemaal helder. Geen wolkje aan de lucht. Daarmee is het gebied aangewezen waar men historische verenigingen kan vragen om mee te zoeken naar journaalaantekeningen, vermeldingen in dagboeken e.d., waarbij men moet denken aan dominees en pastoors, in die tijd de grootste chroniqueurs. Zo hoopt het Nederlandse team meer te weten te komen over deze meteoriet van Diepenveen. onderzoek nog niet afgerond is en dat er een artikel in de maak is om officieel gepubliceerd te worden in Nature. Het was een eer om als Metius de primeur te hebben van het hele verhaal. Rest mij nog om te vertellen, dat het Door KNMI opgestelde tabel van oktober 1873 met weergesteldheid op verschillende plaatsen September - oktober 2016 13 Totale zonsverduistering 21 augustus 2017 in Oregon, Amerika Wim Koomen stuurde ons een overzicht van reisaanbiedingen van Experience\Travel die hij als lid van de regionale KNVWS kreeg; Hieronder een uitgedunde versie. De eerstvolgende eclips vindt plaats op 21 augustus 2017 in Oregon, Amerika. ExperienceTravel en haar zusterorganisatie Travelworld bieden u graag een unieke ervaring dankzij een exclusieve samenwerking met André Kuipers. Tijdens een 4-daags arrangement zal André Kuipers op locatie lezingen geven, samen met het gezelschap sterren kijken en is hij bij de eclips aanwezig. Bovendien kunt u dit arrangement uitstekend combineren met een individuele reis door het verrassende en relatief onbekende Oregon. 18-daagse exclusieve autoreis door ExperienceTravel Vanaf € 5.995 p.p. o.b.v. 2 personen Inclusief: KLM vliegreis, 16 hotelovernachtingen in 4/5sterrenaccommodaties waaronder op een speciale eclipslocatie, 15 dagen autohuur type Fullsize met verzekering, presentaties door André Kuipers 17-daagse autoreis door Travelworld Vanaf € 3.275 p.p. o.b.v. 2 personen Inclusief: 13 hotelovernachtingen in 3-sterren accommodaties, 3 overnachtingen in het Sunriver Resort, 17 dagen Alamo autohuur type Compact Car met verzekering, presenta¬tie van André Kuipers op 20 augustus 2017 20-daagse camperreis door Travelworld Vanaf € 1.399 p.p. o.b.v. 2 volwassenen en 2 kinderen Inclusief: 2 hotelovernachtingen in Seattle, 3 overnachtingen op een camping nabij de eclipslocatie. 18 dagen Road Bear camperhuur met VIP 10-daagse fly & drive door Travelworld Vanaf € 2.375 p.p. o.b.v. 2 personen Inclusief: vliegreis naar Portland, 3 overnachtingen in het Sunriver Resort, 9 dagen autohuur type Compact Car met verzekering, presentatie van André Kuipers op 20 augustus 2017 14 Metius Magazine nr. 210 wel een stabiele, trillingsvrije opstelling van de kijker. Maar bij een sterke vergroting gaat bovendien het beeld bewegen door de onrust van de lucht. Deze Er waren 26 personen aanwezig op de Open Avond, en al snel werd duidelijk dat “seeing” beperkt dus de mate van vergrodeze allen lid van Metius waren – het doel ting die nog zinvol is. Een flinke vergroting maakt ook, dat je maar een klein deel van om aan belangstellende niet-leden een beeld van de vereniging te geven kon dus de hemel door de kijker kunt zien, en dat levert moeilijkheden op om te richten op bij voorbaat niet worden gehaald. Maar ook onder de leden zijn er lieden die graag het door jou gewenste hemelobject. “Starhoppen” is dan de klassieke techniek, wat meer horen over de activiteiten van maar tegenwoordig zijn (ook amateur-) Metius, bijvoorbeeld over de diverse kijkers al vaak voorzien van software die werkgroepen, en vanuit het gevoel dat zelf de kijker kan richten op zwakke objecdeze belangstelling op de laatste vereniten aan de hemel. Ook de Leenkijker van gingsavond van het jaar 2015 wellicht de vereniging heeft deze faciliteit. meer richting zou kunnen worden gegeven is de avond verzorgd zoals de bedoeKarel de Leeuw deed verslag van de norling was. male wijze van werken in de werkgroep Henk Verbeek opende als voorzitter, met Weerkunde. Die begint met een kijkje op de actuele een schets van wat we de verdere avond weersituatie, te horen zouden krijgen. Hij gaf een opaan de hand somming van de lezingen die we in 2015 van weerkaarhebben meegemaakt, en vervolgde met ten van het een vooruitblik over de lezingen in de eerKNMI. Karel liet ste helft van 2016. zien, dat het weer nu uitgeWim Koomen had zich verdiept in de toee sproken “saai” is: al wekenlang eenzelfde stand in de tweede helft van de 16 eeuw, met de opkomende configuratie van een hogedrukgebied in zuidoost Europa met een lagedrukgebied molentechniek, de eerste droogmakerij- ergens ten zuiden van IJsland, resulterend en, de lenzenslijpers in een warme, vochtige zuidwesten wind met de microscoop in onze streken. Een kijkje op de actuele en de verrekijker als en te verwachten positie van de jetstream resultaat; hij memo- liet zien, dat er de eerste tijd weinig verreerde de oprichting andering was te verwachten: het weer zou van de eerste univer- heel stabiel “veranderlijk” blijven. Leensiteiten ( in Leiden en Franeker) en spitste dert Lambach nam het over om een ander vervolgens toe op de situatie in Alkmaar. aspect van het werk van de WeerkundeDaar woonde Adriaan Anthoniszoon: ste- groep te belichten: het bestuderen van denbouwkundige en vestingbouwer, sche- bijzondere weersverschijnselen, waarbij El Niño als voorbeeld gebruikt werd. Het pen in Alkmaar, betrokken bij Alkmaars wordt duidelijk, dat het “kerstkind” ook Victorie. “Onze” Metius is één van zijn op het noordelijk halfrond zijn invloed zoons, die studeerde in Franeker en Leiden, werkte bij Tycho Brahe en werd later heeft, maar hoe, dat wordt nog niet echt begrepen. hoogleraar in Franeker. Van zijn leven In de pauze was er gelegenheid om elkaar weten we veel uit het In Memoriam (de “Lijkrede”) die door één van zijn collega’s bij te praten over allerhande ontwikkelingen. De vereniging faciliteerde dit door de werd uitgesproken na zijn overlijden in koffie (of een andere drank) aan te bieFraneker. den. Rob Steegs verHenk Klippel opende het tweede deel van volgde met een de avond met een schets van het nut schets van de werkvan een kijker bowijze van de Werkven gebruik van groep Theoretische het blote oog: er is Sterrenkunde. Leimeer licht ter bedraad is het bestudeschikking, en je ren van het in de kunt van een zekere (hoek)vergroting gewandeling MODAS bruik maken. Een sterke vergroting vereist De Open Avond van 18 dec 2015 Door Piet Cijsouw September - oktober 2016 genaamde boek; beurtelings neemt iemand een hoofdstuk voor zijn rekening. We vorderen; we hebben nu 21 van de 30 hoofdstukken gehad. Maar daarnaast worden er “ad hoc” onderwerpen behandeld, waarvan Henk een paar voorbeelden gaf. Tenslotte worden er (aan de hand van krantenartikelen) nieuwtjes uitgewisseld en toegelicht. Om iets te laten voelen van het soort sterrenkunde dat bij WTS voorbijkomt beschreef Henk het effect van ionisatie in het inwendige van sterren, dat verantwoordelijk is voor bepaalde vormen van variabiliteit. Hij maakte duidelijk, dat deze variabiliteit daarom alleen maar kan voorkomen bij sterren die liggen in een verticale strook van het HertzsprungRussell diagram. Piet Cijsouw vertelde over de cursussen van de vereniging; er zijn er twee: een kennismakingscursus die (behoudens uitzonderingen) ieder voorjaar en ieder najaar wordt gegeven, en een vervolgcursus die alleen verzorgd wordt wanneer zich voldoende belangstellenden hebben aangemeld. De kennismakingscursus wordt meestal voor een andere organisatie (zoals de Volksuniversiteit Alkmaar, of zoals recent HOVO Alkmaar) gegeven, maar ook soms in eigen beheer. Door in verschillende plaatsen te komen bedienen we daarmee onze regio. De inhoud is conventioneel, maar wel echt op de moderne astronomie gericht, en behandelt de sterrenkunde van dichtbij naar ver weg. Een precieze inhoudsbeschrijving staat op de site van Metius. De vervolgcursus is anders van aard: die gaat in op highlights van de astronomie, waarbij het gebruik van wis- en natuurkunde niet geschuwd wordt. Mees Visser zou de laatste spreker van de avond zijn, met een schets van de (uitgevoerde en nog te komen) excursies van de vereniging. Helaas was de tijd zover verstreken, dat besloten moest worden om deze voordracht uit te stellen tot een volgende gelegenheid. Ook al was het publiek anders samengesteld dan de bedoeling, toch kan van een geslaagde avond gesproken worden. 15 Zwaartekracht is een illusie gelezen in Trouw, Joep Engels − 16/05/16, 22:17 Natuurkundige Erik Verlinde heeft een eigen kijk op zaken. Hij stelt dat zwaartekracht voortkomt uit de orde van de kosmos. Zijn theorie maakt de donkere materie overbodig. Het heelal is niet leeg, zegt Erik Verlinde. "Het is een zee vol informatie. Maar iedereen kijkt alleen naar de draaikolkjes die sterrenstelsels worden genoemd. En dan zien ze vreemde effecten die ze verklaren met zoiets ongrijpbaars als donkere materie. Maar dat hebben ze niet nodig. Die effecten ontstaan in die zee die ze over het hoofd zien." Erik Verlinde heeft een eigen kijk op de werkelijkheid. Vijf jaar geleden baarde de hoogleraar theoretische fysica van de Universiteit van Amsterdam opzien met zijn theorie dat de zwaartekracht niet bestaat. Tenminste, niet als fundamentele kracht. Iedereen blijft met beide benen op de grond, zelfs Verlinde gaat niet zweven. Maar de zwaartekracht is de uiting van een dieper proces, beweerde hij. Net zoals druk of temperatuur niet fundamenteel zijn, maar het gevolg van het gedrag van moleculen. Of zoals water nat is, maar individuele watermoleculen dat niet zijn. Zijn idee werd door sommigen enthousiast ontvangen, maar stuitte ook op onbegrip en ongeloof. Maar bovenal bleef het bij een interessant idee. Tot deze week. Verlinde legt de laatste hand aan een artikel waarin hij laat zien dat zijn theorie een van de grote vraagstukken uit de kosmologie oplost: de donkere materie. zijn werkkamer op het Amsterdamse Science Park. Hij spreekt zacht en formuleert zorgvuldig. Maar doet intussen krasse uitspraken. "Ik ga ervan uit dat door mijn artikel financiers van onderzoek zich zullen afvragen of ze nog wel geld moeten steken in die donkere materie." de bekende Robbert Dijkgraaf. Het drietal, dat 'de rebellenclub' werd genoemd, werkte aan de snaartheorie, een destijds nieuw idee om alle natuurkrachten te verenigen. "Men zocht naar unificatie, naar een theorie eigenlijk om de zwaartekracht onder dezelfde noemer als de andere krachten te brengen. Zonder zich af te vragen wat Op het strand, met geen andere hulpmidde- zwaartekracht precies was." len tot zijn beschikking dan pen en papier, kon hij zijn gedachten de vrije loop laten. Het was een dief die hem in de zomer van Sterrenkundigen gaan uit van het bestaan van deze donkere materie, omdat ze anders de bewegingen van sterrenstelsels niet kunnen verklaren. Sterren, planeten en andere zichtbare materie maken nog geen zesde deel uit van de massa in het heelal. De rest is niet alleen onzichtbaar, Al in de jaren tachtig stond Erik Verlinde maar ook zoek. Decennia lang speuren (1962) erom bekend dat hij vaak ideeën wetenschappers al naar mogelijke bouwstenen van die donkere materie. Vergeefs. ter discussie stelde. Hij deed zijn promotieonderzoek bij de Utrechtse hoogleraar en latere Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft. Stop maar met zoeken, zegt Verlinde op Samen met zijn tweelingbroer Herman en 16 Metius Magazine nr. 210 2009 op het spoor zette. Op de laatste dag van zijn vakantie in Zuid-Frankrijk werd in zijn appartement ingebroken. Verlinde was zijn laptop kwijt, zijn papieren en zijn sleutels en was gedwongen zijn vakantie een week te verlengen. Op het strand, met geen andere hulpmiddelen tot zijn beschikking dan pen en papier, kon hij zijn gedachten de vrije loop laten. thermodynamica. Zo moest hij het probleem benaderen! heelal. Daar kun je een schatting van maken, maar die blijkt onnoemelijk veel te klein. Daar zit een factor van tien tot de Het zijn gedachten met een hoog abstrac- macht dertig tussen - een 1 met dertig Zo kwam hij uit bij ideeën van zijn leertieniveau, maar de bijbehorende wiskunde nullen. Dat verschil moet iets met de donmeester 't Hooft. Die had zich destijds be- is verbluffend eenvoudig. Verlinde kalkt op kere energie te maken hebben, dacht ik. ziggehouden met zwarte gaten, een favo- zijn schoolbord de basisformules en voor- "Als hij die onzichtbare informatie in zijn riet onderwerp in de fysica. Leken vinden dat zijn gast met zijn ogen heeft kunnen afleiding van de wetten van Newton en die gaten vaak mysterieus, of zelfs angstknipperen, heeft hij er de beroemde Einstein zou kunnen stoppen, zouden daar aanjagend omdat ze alles in hun omgeving zwaartekrachtsformules van Newton uit correcties uit moeten volgen die het raadopslorpen, maar fysici doen daar graag afgeleid. Hij heeft het al vaak voorgedaan, sel van donkere materie en donkere eneronderzoek naar. Geen object in de ruimte maar de glimlach aan het slot is er niet gie zouden moeten oplossen. Het gekke met zo weinig eigenschappen. minder op geworden. "De argumentatie was: hij wist hoe die afwijking eruit zou was zo simpel en zo logisch, net als de moeten zien. Een Israëlische fysicus had Een zwart gat heeft een massa, een elekwiskunde. Het sterkte mij in het idee dat ik een theorie ontwikkeld waarin hij Newton trische lading en het kan ronddraaien. op de goede weg zat."Hij voelde ook aanpaste om de donkere materie overboMaar het heeft ook een temperatuur, had meteen aan dat er meer in het vat zou Stephen Hawking laten zien. De horizon zitten. "Als je vergelijkingen kunt afleivan een zwart gat, de virtuele bolvormige den, dan rollen daar ook correcties uit. Ik grens waarbinnen niets meer kan ontsnap- had het gevoel dat die correcties iets met pen, is niet zo scherp als iedereen dacht. de kosmologie van doen konden hebben. Hawking toonde aan dat een zwart gat een Met de donkere materie en donkere heel klein beetje straalt. En - zo leert het energie, met name." natuurkundehandboek - als iets straalt, heeft het een temperatuur. Het zijn twee grote vraagtekens uit de kosmos. Zoals gezegd, de donkere mateDat was het losse eindje waar Verlinde aan rie wordt nodig geacht om de rotatie van begon te trekken. "Wat gebeurt er eigen- sterrenstelsels te verklaren. Volgens de lijk als materie in een zwart gat verdwijnt? wetten van Newton of Einstein zouden 't Hooft had het idee dat de horizon van de uiteinden van spiraalstelsels bij de een zwart gat een soort hologram is. In dat draaiing achterop moeten raken. Extra hologram is alle informatie opgeslagen onzichtbare - massa zou alles in het gelid over zaken die in het gat zijn verdwenen. kunnen houden. En een kleine twintig De materie is weg; wat rest, is informatie jaar geleden werd ontdekt dat het heelal op de horizon. De materie is opgegaan in versneld uitdijt. Een mysterieuze kracht, de ruimtetijd." de donkere energie, zou daarvoor verantwoordelijk zijn. Het zijn gedachten met een hoog abstractieniveau, maar de bijbehorende wiskunde Waarom gaan Newton en Einstein hier de mist in, vroeg Verlinde zich af. Zijn antis verbluffend eenvoudig. woord begon opnieuw bij het zwarte gat. dig te maken. "Zijn concept geloofde ik "Het heelal dijt uit en hoe verder een ster- niet, maar zijn uitkomst wel. De vraag was Tuinslang Terwijl hij in Frankrijk zat te puzzelen, be- renstelsel van ons vandaan staat, hoe snel- dus: hoe kom ik op mijn manier op zijn gonnen de kwartjes te vallen. Als materie ler het zich verwijdert. Dan is er een punt formule uit?" waarop de verwijdering sneller gaat dan in een zwart gat verdwijnt, leidt dat tot "De donkere materie is een fictie, het effect een herschikking van de informatie op de het licht. Dat is onze horizon. Wat daarachter gebeurt, kunnen wij niet zien. Die is een afwijking in de formules. Ik kan me horizon. Het is een ordeprobleem. Vergehorizon heeft fysisch dezelfde eigenschap- niet voorstellen dat het fout is." lijk het met de tuinslang die in de winter pen als de horizon van een zwart gat." netjes opgerold in de garage ligt. In de Elasticiteit lente is het een kluwen geworden. De Zit dan net als bij het zwarte gat, de inforNa een zoektocht van twee jaar vond hij zwaartekracht is geen fundamentele matie over het heelal op die horizon? Niet zijn missing link in de leer van de elasticikracht, bedacht hij. Het is een nevenproduct van de natuur die streeft naar wanor- alle informatie, zegt hij. "Het heelal bevat teit. "De formule die ik zocht - en de afleieen enorme hoeveelheid informatie die ding ervan - heeft te maken met polymede. En wanorde, entropie met een duur wij niet zien. Kijk naar de entropie van het ren. Met materialen die over hele grote woord, is een bekend fenomeen uit de September - oktober 2016 17 tijdschalen nog bewegen. Donkere energie om naar de ruimte te kijken. Mijn theorie blijkt ook derge-lijke elastische eigenbiedt toch minder houvast. Daarom mogen schappen te hebben." ze wat mij betreft nog even doorgaan met zoeken naar donkere materie. Hoe gefrusNiet dat hij er toen al was. Hij moest nog treerder ze zijn dat ze het niet kunnen een stevige greep doen uit zijn oude gevinden, des te meer zijn ze bereid mijn reedschapskist van de snaartheorie, hij idee over te nemen." begon te be-seffen dat die 'zee van inforEen nieuwe kijk op het universum matie' iets met quantumverstrengeling te Erik Verlinde heeft enorm veel zelfvertroumaken had - verstrengelde quantumdeeltjes lijken van elkaar te weten hoe wen, zegt zijn vakgenoot Ronald Kleiss van de Radbouduniversiteit in Nijmegen. ze zich gedragen. Nu zijn artikel af is, kan hij laten zien dat de twee versnellingen in "Maar dat wil nog niet zeggen dat hij gelijk het heelal gerelateerd zijn. De ver-snelling heeft. Erik heeft tegen collega's gezegd dat die nodig is om de uitein-den van sterren- ze beter kunnen stoppen met zoeken naar donkere materie. Zover ben ik nog niet. Ik stelsels mee te laten draaien met de kern ga ervan uit dat we binnen tien jaar zullen is ge-koppeld aan de versnelling waar-mee weten wat het is. Zijn idee dat de zwaartehet heelal uitdijt. kracht niet fundamenteel is maar voortkomt uit een dieper proces, is door colOpnieuw tovert hij in rap tempo de formulega's met interesse ontvangen. Daar kunles op zijn schoolbord. En rekent hij voor hoe uit de elastici-teit van de donkere energie een kracht voortkomt. Een kracht die precies op afstanden van beteke-nis wordt waar kosmologen de donkere materie menen te moe-ten introduceren. Dit is geen huis-kamerstudie, benadrukt hij. "Het is gebaseerd op waarnemingen. Het komt er allemaal zo natuurlijk uit voort: de donkere materie is een fictie, het effect is een afwijking in de formules. Ik kan me niet voor-stellen dat het fout is." Hij beseft dat veel van zijn colle-ga's nog niet zo ver zijn. "Voor hen staat Einstein nog steeds op zijn voetstuk. Ik begrijp dat wel, om de haverklap lees je dat 'Het gelijk van Einstein' is bewezen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ook zijn theorie zal worden vervangen. Het vereist moed om daar afstand van te doen. Om afstand te doen van zijn precieze mathematische manier 18 Metius Magazine nr. 210 nen ze wat mee. "Zelf vind ik zijn ideeën over zwaartekracht en quantumverstrengeling heel interessant. Dat zou een heel nieuwe kijk op het universum kunnen geven. Wellicht blijken dan ook tijd en ruimte niet fundamenteel, maar uitingen van iets diepers. "Een consistente theorie van de zwaartekracht is nog heel lastig. De berekeningen lopen al heel snel uit de klauwen. Heel veel mensen werken eraan, maar niemand weet nog hoe het moet. Ook Erik niet." MARS Door Rob Kronenberg Oktober 2015 was het in de WTS mijn beurt om hoofdstuk 20 uit het studieboek “An Introduction To Modern Astrophysics” te behandelen. Kortweg gezegd MODAS. Het onderwerp dat hier behandeld wordt zijn de vier aardse planeten. Hiermee bedoelen we die planeten die in een aantal opzichten op onze Aarde lijken. Exploratie van de rode planeet Met heeft in het verleden veel pogingen gedaan om met robots de planeet Mercurius (0.055 M Aarde ) Aarde te onderzoeken. In 1960 de Mariner Venus (0.815 M ) Aarde die Mars vanuit de ruimte onderzocht. Aarde/Maan (1.000 M ) Aarde In 1975 de Viking missies waarvan Mars (0.107 M ) twee een baan rond de planeet uitGemeenschappelijke eigenschappen t.o.v. voerden en van daar onderzoek deden overige planeten zijn: en van daar uit sondes met onderKlein, rotsachtig en langzame rotatie. zoeksinstrumenten lieten landen. Behalve die van Mercurius zijn de omloopHieronder twee foto’s gemaakt door banen praktisch cirkelvormig of zwak elliptisch waardoor hierop de wet van Kepler de Viking Orbiter in 1976. De Aardse planeten nog van toepassing is. Mars Gemiddelde afstand tot de zon = 228.286.000 km Aphelium = 249.2115.000 km Perihelium = 206.639.000 km Diameter = 6.793,8 km Massa = 6,419 x 1023 kg Gemiddelde dichtheid = 3,95 gr/cm3 Valversnelling = 3,74m/s2 Magnetisch veld = geen Asrotatie = 24 uur 37 min Siderische baan = 687 dg Synodische baan = 779,936 dg Baansnelheid = 24,129 km/sec Inclinatie van de as = 25,19o Dampkring = CO2 95%, N2 2,7%, O2 0,13% Gemiddelde luchtdruk = 6 hPa (6 millibar) Gemiddelde temperatuur = 210K 2 Manen = Phobos en Deimos Mars heeft slechts een-tiende van de massa van Aarde en toch staat ze in middenin de belangstelling door suggesties van aanwezigheid van leven. Schiaparelli (1835-1912) zag kanalen. Ander astronomen stonden enigszins sceptisch tegen- over het voorkomen van intelligent leven en het bestaan van kanalen. Aanwezigheid van water op Mars. Hoewel een teken van leven door intensief robotisch onderzoek nog niet is gevonden, is het nu wel zeker dat water aanwezig is. Onlangs heeft men dat vanaf de Aarde kunnen vaststellen, dit is dan water dat vrijkomt uit de ondergrond. Ook heeft men aangetoond dat bodemformaties aanwezig zijn die in en door vrij en diep water zijn ontstaan. De laatste onderzoekingen leveren gegevens op die aantonen dat er in het verleden veel water aanwezig moet zijn geweest in de vorm van een oceaan. Percival Lowell bouwde speciaal een telescoop in Arizona om de kanalen te verifiëren. Tekeningen van waarnemingen van Lowell stig is en 13000 jaar geleden op Antarctica terecht kwam, werd in 1984 gevonden in de Allan heuvels op de zuidpool, dat na onderzoek leidde tot speculaties dat er leven op Mars is, of in het verleden mogelijk zou zijn geweest, omdat men hierin koolstofverbindingen aantrof. Op dit ogenblik gelooft men niet dat (http://www.kennislink.nl/publicaties/ oceaan-op-mars-zo-groot-alsnoordelijke-ijszee) Met de huidige temperaturen van 140 ̊ C en 20 C ̊ aamen met ee zeer De 2 poolkappen van Mars. lage atmosferische druk die vlak bij het Mars oppervlak heerst (0,006 atm ), lijkt het erop dat het ooit vloei- wat men hierin aantrof resten zijn van bare water of gevangen zit in een laag oud primitief leven. permafrost of bevroren ligt op de De Poolkappen poolkappen. Waterijs is zeker aanwezig op de poolkappen, maar op dit ogenblik bestaat ALH84001, een Martiaanse steen het ijs voornamelijk uit kooldioxide. In deze meteoriet waarvan men ver0 onderstelt dat deze van Mars afkom- De rotatie-as van Mars is 25 opgetild September - oktober 2016 19 De Valles Marineris een 3000km lange canyon nabij de evenaar. Op dit ogenblik zij nog steeds onderzoe- t.o.v. het omloopvlak rond de Zon en zijn omloopperiode van 1,88jr dat de seizoen variaties gelijk zijn aan die van de Aarde maar wel ruwweg twee keer zo lang. De Marsseizoenen laten dus de variaties zien in zich terugtrekkende- en zich uitbreidende ijskappen. In de zomer verdampt al het CO2 en blijft het bevroren water zichtbaar over. Chaotische fluctuaties van de rotatieas van Mars Uit getalsmatige simulaties opgezet om de lange-termijn stabiliteit van planetaire bewegingen te onderzoeken, blijkt dat de oriëntering van de helling van de rotatieas van Mars fluctuaties vertoont. Het verschil in helling zou variëren van 00 tot 600 over een tijdschaal van een paar miljoen jaar, de variaties worden veroorzaakt door invloeden van de Zon en de andere planeten. Als Mars inderdaad deze fluctuaties verscheidene keren heeft doorgemaakt dan zou, tijdens de maximale hellinghoek, door dit proces de hele ijskap smelten en in het andere uiterste geval zou alle H2O2 en CO2 uit de dampkring als ijs op het oppervlak van de polen neergeslagen zijn. Omdat de hellinghoek van de omwentelingsas in de tijd varieert moet men de vergelijkbare aardse hellinghoek als een toevallige samenloop van omstandigheden beschouwen. Interessant is, dat uit dezelfde simulaties van de fluctuaties blijkt, dat als de effecten van de Algemene Relativiteit niet worden meegenomen, geen chaotisch gedrag wordt vertoond. Dus zelfs op deze afstand van zon en planeten is hun invloed op vervorming van de Ruimtetijd aanwezig. De Aarde ondervindt geen invloed van dit soort effecten, waaruit blijkt dat de Maan als begeleider een stabiliserende werking uitoefent. De klimaatvariaties zijn minder sterk uiteenlopend dan die van Mars. Het schijnt dus dat door de aanwezigheid van een grote begeleider (dankzij een toevallige botsing) een stabiele omgeving heeft kunnen ontstaan, die mede verantwoordelijk is voor de evolutie van het leven. Details op het oppervlak van ALH84001 gesteld uit 95% CO2 en 2,7% N2, qua percentages erg overeenkomend met die van Venus, echter het broeikaseffect heeft hier op Mars erg weinig invloed op het evenwicht van het temperatuurverloop, er zijn simpelweg te weinig moleculen aanwezig om een belangrijke hoeveelheid infrarood straling op te nemen. In het verleden kan de atmosfeer veel dichter zijn geweest, waardoor het broeikaseffect groter was dan nu. Het water dat thans gevangen zit in de ijskap en permafrost zou dan vrijelijk gestroomd hebben, misschien wel geleid hebbend tot regenval. Het water dat in de atmosfeer zat, zou veel van de atmosferische CO2 opnemen en vervolgens het CO2 houdende gesteente vormen. Als gevolg daarvan verminderde het broeikaseffect, de globale temperatuur zakte en liet Mars achter zoals we nu kennen. Kort na de komst van de De Mars atmosfeer twee Viking landers, die Mars in 1975 Mars heeft een ijle atmosfeer, samen- bereikten, begonnen zij de merkbare vermindering van de luchtdruk te meten. Dit gebeurde omdat de winter in aantocht was op het zuidelijk halfrond, en de CO2 uitvroor uit de atmosfeer. Toen de lente weer terugkeerde in het zuiden kwam de luchtdruk weer op het oude peil. Het zelfde gedrag werd herhaald in het Noordelijk halfrond toen daar de winter inviel. Stofstormen Zelfs in de atmosfeer met zo’n lage druk, kan ze voldoende invloed uitoefenen om gigantische stofstormen over de hele planeet te veroorzaken. De seizoenstormen veroorzaken verkleuringen op het gehele oppervlak 20 Metius Magazine nr. 210 van Mars, vroeger dacht men dat door optredende vegetatiegroei werd veroorzaakt. Tijdens de Viking missies in 1976 traden twee van zulke grote stormen op. Sinds die tij is veel stof uit de atmosfeer neergedaald en uitgespreid over de planeet resulterende in een merkbare verandering in het klimaat. (De absorptie van licht door stof is de primaire oorzaak van atmosferische opwarming.) De Hubble Space telescoop nam een daling waar van de gemiddelde globale temperatuur van de planeet. Met de daling van de gemiddelde temperatuur, zijn er meer wolken van ijkristallen prominent in de lagere luchtlagen aanwezig dan in de tijd van de Viking missies. De aanwezigheid van ijzer De kleur van het oppervlak toont roodachtig en bevat een relatief hoge rijkdom aan ijzer, dat blootgesteld aan de atmosfeer oxideerde. Blijkbaar onderging Mars (in tegenstelling tot de Aarde) in mindere mate aan scheiding van materiaal door zwaartekracht, mogelijk koelde de kleinere en verder van de zon staande planeet daarvoor te snel af tijdens zijn vorming. Over het algemeen genomen komt ijzer relatief minder voor dan op de andere aardse planeten zoals zijn lage gemiddelde dichtheid van 3933kg m-3. De oorzaak hiervan is niet goed bekend. Het gebrek aan een duidelijk gravitationele separatie komt ook overeen met de afwezigheid van een merkbaar magnetisch veld. Als een ijzerkern aanwezig is , dan is hij heel klein en niet gesmolten. kwadraten van hun periodieke tijden zeer dicht in verhouding staat tot de 3e macht van hun afstand tot het centrum van Mars, waardoor ze duidelijk lieten zien dat ze bestuurd werden door de zelfde gravitatie wet die de andere hemelse lichamen regeert. Blijkbaar was Swift, hoewel geen wetenschapper, toch op de hoogte was van wetenschappelijke ontdekkingen Olympus Mons zoals Keplers 3e wet. De omloopperioden van PhoOlympus Mons is bij voorbeeld een bos en Deimos zijn achtereenvolgens gigantische schildvulkaan die 24km 7uur 39min en 30uur 17min , opmerkelijk hoog is met een enorme krater dicht bij de waarden die (caldera) en ontstaan moet zijn boven “wetenschappers” van Swift vaststeleen z.g. hot-spot een vulkanisch actie- den. Phobos en Deimos zijn klein, talve plek. Doordat er geen tektonische rijk voorzien van kraters en uitgerekte verschijnselen zijn kon de berg langdu- rotsen. Phobos grootste is zo’n 28 km rig doorgroeien. afmeting, en Deimos is kleiner zo’n 16 km. Het lijkt erop dat het ingevangen Twee kleine manen asteroïden zijn. Mars bezit twee kleine manen, PhoDe laatste bevindingen van het onder- bos en Deimos. Ofschoon ontdekt in 1877 door Asaph Hall, maar Kepler had hun bestaan al eeuwen geleden voorspeld op basis numerologie. In 1726, 150 jaar daarvoor schreef JonaBewijs van Geologische Activiteit in than Swift in zijn boek Gulliver’s reihet Verleden zen dat astronomen ontdekten dat er Zelfs als Mars vandaag de dag niet twee satellieten rond Mars draaiden. geologisch actief is, dan is hij in het Zijn fictieve astronomen vonden dat verleden zeker wel geweest, gezien de de omloopstijden van deze manen 10 bergen en de valleien. uur en 21,5 uur waren, zo danig dat de zoek naar de maantjes van Mars (nov. 2015*) tonen aan dat de mechanische structuur en omloopbaan van Phobos nogal instabiel is waardoor over zekere tijd hij op Mars kan inslaan of al eerder uit elkaar valt en een ring om zijn planeet vormt. *Een opmerking bij deze serie Aardse planten uit het studieboek MODAS is dat tijdens het schrijven bleek, dat de voortgang van kennis over de bovengenoemde onderwerpen onverminderd doorgaat.(zie de laatste alinea). Ik heb dus niet alleen het boek gevolgd maar bij alle afleveringen ook mij op het internet georiënteerd. September - oktober 2016 21 nog vrij nauwkeurig je positie kan bepalen. Verlies of beschadiging van de sextant was een doodzonde, evenals het Door Henk Verbeek verlies van de chronometer. Met de sextant bepaalde je Voor de eigen avond was wederom gekozen voor het pro- bijvoorbeeld de middagbreedte en dan tegelijkertijd met fiel van de vorige in 2015; korte presentaties en vier tafel- de chronometer de lengtegraad t.o.v. Greenwich. Het vakmanschap blijkt vooral uit de mate van overeenkomst als tjes. De belangstelling was uitstekend; 32 personen. na dagen van slecht weer eens een zonnetje kan worden Als eerste trapte Hans Smit af met een verhaal over zijn 3 geschoten en dit resultaat te vergelijken met het zgn. gemtr. radiotelescoop in zijn achtertuin te Schoorl. Enthousi- gist bestek. Gegist, omdat daar allerlei technische gegevens als koers, snelheid, stroming, etc. zijn gebruikt voor de berekening. De pauze was bedoeld voor de vertoning van de film van Lango Metten over onze excursie naar Dwingeloo; helaas bleef het juiste geluid hardnekkig achterwege en daarom houden we de film nog tegoed. Verslag van de Eigen Avond 20 mei 2016 ast geraakt door het uitproberen van een satelliet antenne op de zon en de enorme signaalopbrengst zette hem aan het ontwikkelen. Kort werd verteld over de omkering van de spin van het waterstofelektron per 30 miljoen jaar waarvan we 21 cm signalen kunnen ontvangen. Het oplossend vermogen van zijn telescoop ligt slechts een factor 10 onder Dwingeloo. De kast met apparatuur is voor een beginner niet echt nodig, software is gratis te downloaden. Wil je meeliften met het SALSA-systeem dan heb je zelfs geen eigen telescoop nodig, maar hoe dat werkt zal duidelijk gemaakt worden m.m.v. Onno Lotgering. Hans is nog geen lid van Metius, maar gaat dit wel worden. Tafeltje sextant (10 personen) (Henk Verbeek) Omdat aan belangstellenden was verzocht hun eigen apparatuur mee te nemen, kwam er een prachtige collectie van Niek de Hilster op tafel. Niek had een Portugese astrolabe van messing. Deze werd gebruikt voor het meten van zon- of sterhoogte. De andere schalen waren weggelaten. Vervolgens toonde hij enkele uitvoeringen van de Jacobsstaf of graadmeter. Hij heeft kans gezien uit oude boeken de tekeningen op te schalen naar een realistische maat en demonstreerde de eigen gebouwde exemplaren aangevuld met allerlei hulpstukken. Een probleem is het in de zon kijken, je kunt natuurlijk wel iets boven de zon richten maar hoe stabiel is dat op een schip. (Vandaar die zwarte ooglapjes bij de oude zeelieden; aldus Reijer) Er was dus een exemplaar gemaakt waarmee men ruggelings naar de zon staande de metingen kon doen door gebruik te maken van een schaduw op een schuin vlakje en te vinden met een schuifregelaar. Niek is bezig aan de laatste paragrafen van z’n proefschrift bij de VU. We zullen in en buiten de vereniging nog meer van hem horen. Als toetje was er nog een uitwisseling over hoe je je snelheid meet aan boord van een schip. De ‘knopen per glas’, het sleeplog, de pitotbuis en het Doppler log kwamen nog ter sprake. Tafeltje radio-astronomie (10 personen) Onno Lotgering legt uit wat er nodig is voor het doen van waarnemingen met de SALSA-telescoop in Onsala (Zweeen). Het heeft hier geen potentiële raeioastronomen op mogen leveren, mogelijk helpt meer concrete resultaten tonen. (Er is ook bekend dat de voorzitter KNVWS, Niek de Kort, amateurs meer wil betrekken bij het gebruik van de Dwingeloo-telescoop voor metingen aan Het tweede verhaal kwam van Peter van den Dries, recent waterstofwolken in de Melkweg) lid en recent in het bezit van een (betaalbare) sextant na Hans Smit licht aan de hand van nevenstaande afbeelding 30 jaar speuren. Als stuurman op de grote vaart hanteerde verdere toelichting. De afbeelding toont een grafiek van hij dit zelfde instrument en moest daarvoor beschikken het onbewerkte ruissignaal van neutraalwaterstofgas en over de astronomische- en navigatiekennis met als specia- een grafiek die ontstaat na analyse van de ruis. Door de lisatie foutentheorie. Voor elke fout of afwijking is inmid- bewerking worden drie signalen zichtbaar. Een afkomstig dels wel een correctietabel in de almanak, zodat je toch van een gaswolk die van ons af beweegt (de linker piek) en 22 Metius Magazine nr. 210 den, veel meer dan daarvoor en daarna. Piet legt uit, hoe een viertal astronomen uit Nice op het idee is gekomen om met numerieke simulaties na te gaan of dit “late heavy bombardment” het gevolg zou kunnen zijn van de onderlinge binding van Jupiter en Saturnus, en de rol van de twee volgende gasplaneten. Het resultaat is het z.g. Nicemodel geworden, waarvan de essentie is dat Uranus en Neptunus ooit van baan verwisselden, waarbij hun banen tevens een stuk verder naar buiten kwamen te liggen. Neptunus kwam daarmee midden in de al eerder gevormde Kuipergordel terecht. De Kuiper-objecten vlogen door de zwaartekrachtstoring van Neptunus vervolgens alle kanten op en werden daarmee de projectielen die door het gehele zonnestelsel heen voor het bombardement zorgden. Van het Nice-model is ook een simulatie vertoond. twee gaswolken die naar ons toe bewegen. Gas dat stilstaat ten opzichte van de waarnemer vertoont geen Dopplershift en zendt dan radiostraling uit bij 1420.406 MHz. Tafeltje Late heavy bombardment (6 personen) Piet Cijsouw ging even terug naar de beginperiode van ons zonnestelsel. De grote gasplaneten waren al vroeg gevormd; speciaal Jupiter heeft door zijn formidabele massa veel planetesimalen naar zich toegetrokken en opgenomen, wat er toe geleid heeft dat Mars kleiner is dan eigenlijk zou moeten en dat er geen planeet meer kon ontstaan tussen Mars en Jupiter. Hij demonstreert aan de hand van een zwaartekracht-simulatieprogramma hoe de combinatie Jupiter-Saturnus een stabiele 1:2 verhouding van de omlooptijden kon krijgen, en hoe een klein lichaam door deze combinatie naar de baan van Jupiter getrokken kon worden. Het is bekend, dat er tussen ongeveer 600 My en 700 My na het ontbranden van de zon een sterke bekogeling van de binnendelen van het zonnestelsel heeft plaatsgevon- Tafeltje Cumuluswolken (6 personen) Karel de Leeuw vertelt over het ontstaan van cumuluswolken. Bij het niet zo druk bezochte tafeltje van de werkgroep Weerkunde was een uitleg te volgen over het gebruik van het zogenaamde Theta-s P diagram. Dit, onder meteorologen, legendarische diagram was voor de opkomst van snelle computers in gebruik voor het voorspellen van de wolkenbasis en de kans op het ontstaan van cumulusbewolking. Door ballon oplating verkregen gegevens over temperatuur en relatieve vochtigheid werden geplot in het diagram, waarna de meteoroloog uitspraken kon gaan doen over de te verwachten bewolking en de kans op het ontstaan van CB's (cumulonimbus, ofwel buien ). Toch wel een moeilijk verhaal voor een relatieve leek! Via een vraag over de droogte in Zuidelijk Afrika kwamen we daarna vrij snel terecht bij El Nino. Gelukkig zit ons werkgroep lid Leendert goed in die materie en kon hij de benodigde uitleg geven. Al met al een nuttige avond, ook voor de werkgroep Weerkunde. Omdat ikzelf geheel in beslag werd genomen aan het instrumententafeltje heb ik helaas niet bij anderen kunnen aanschuiven. Ik heb wel gezien dat iedereen op z’n plek is blijven zitten; toch een teken dat de onderwerpen echt boeiend waren en gezien het einde, voorbij de klok van tien, was alles nog lang niet behandeld. Voor de tafeltjes verslagen heb ik een beroep gedaan op de tafelheren. September - oktober 2016 23 Verslag lezing “Weer en Klimaat”van weerman Jan Visser op 18 maart 2016 Door Johan Lensink afbraak komt niet door de zeespiegelstijging, maar door smeltend landijs. IJs reflecteert zonnestralen, dus minder ijs doet de aarde opwarmen. Warmere lucht heeft meer energie, kan daardoor meer vocht bevatten zodat er zwaardere buien ontstaan. Dat kunnen we nu al merken, aan de ene kant van de aarde door heftige regenval, aan de andere Jan Visser is geboren in 1956 op Markant door droogte. Dat verklaart het El ken. Hij is een zelfstandig weerman. Hij Nino effect. Het weer maart dit jaar, beschrijft Jan begon in de zomer van 1984 bij de ook als koud, niet lenteachtig. Het is al Nieuwe Noord-Hollandse Courant met koud vanaf 1 december 2015. Koud en het verzorgen van een weerbericht. nat weer in februari, in Finland erg veel Ook op de radio ging hij weerberichten sneeuw en extreme koude, namelijk -10 verzorgen. Voor RTV Noord-Holland tot -15 graden Celsius. Ook op 2 maart verzorgt hij nog steeds het weerbein Hoorn, was er plotseling sneeuw in richt. Tweemaal per dag verschijnt er de avond. op de website van Jan Visser: janvis In februari, de waarneming van Parelsersweer.nl een actueel weeroverzicht. moerwolken in Nederland. Een zeldVisser is een veelgevraagd spreker en zaam verschijnsel bij extreem lage temhoudt onder andere lezingen over kliperaturen van -80 graden in de stratus sfeer. Het weer doet grillig aan met maatveranderingen en volksweerkunkortstondige extreme momenten. de. Ook in het verleden waren er jaren met extreem koud weer. In 1929 werd er De klimaatverandering een elfstedentocht verreden, met een Jan Visser geeft een aantal voorbeelnoordoosten wind en bij -10 graden den, die op klimaatverandering zouden Celsius. kunnen wijzen. Temperatuurgemiddelden stijgen steeds meer. In december 2015 bijvoorbeeld, hadden we maar liefst 25 dagen boven 10 graden Celsius. Een ander voorbeeld is de ijsafbraak rond de Beaufort Sea eilanden bij Canada. In 1978 is daar 8 miljoen km2 zee-ijs gemeten, in 2014 was dat nog maar 5 miljoen km2. Deze 24 Metius Magazine nr. 210 In februari 1979, viel er veel sneeuw in het noorden van Nederland. Door de gebrekkige communicatie in die tijd waren deze weersomstandigheden bij het KNMI niet bekend. Jan Pelleboer deed er verslag van. Wolkenpatronen Na dit onderdeel over klimaatverandering had Jan een grote hoeveelheid beeldmateriaal over weer en met name wolkenpatronen. Er wordt onderscheid gemaakt in lage wolken, middelbare wolken en hoge wolken. Lage wolken (hoogte 0-1.800 meter): Mist Mist zijn kleine zwevende regendruppeltjes die vlak bij het aardoppervlakte zweven, eigenlijk een soort laaghangende wolk. Mist ontstaat doordat een op de grond liggende luchtlaag afkoelt. Bij een zicht tot 200 meter spreekt men van dichte mist, bij een zicht tot 50 meter spreekt men van zeer dichte mist. Platte wolken, de zogenaamde stratocumulus. Stratocumulus is het meest voorkomende bewolkingstype en wordt vaak met altocumulus verwisseld. Deze open wolken met wat blauwe lucht erdoor, liggen op een hoogte tussen de 500 en 2.000 meter. Ze staan garant voor mooi hogedrukweer, maar ze kunnen dichtgroeien en wat mottige regen geven bij kou. Echter, in de zomermaanden in Ierland, met een hogedrukgebied vlakbij en vocht vanuit de Noordzee, ontstaan de schapenscheerderswolken. Deze zullen door de Cumulus wolken warmte van het land later in de middag oplossen, maar geven verkoeling om de schapen te scheren. een bepaald moment is de lucht aan het aardoppervlak warmer dan de lucht erboven. Dan stijgt de lucht op en koelt af door de lagere luchtdruk op grotere hoogte. Op een bepaalde hoogte raakt de lucht verzadigd, hierdoor condenseert het water in de lucht en vormen zich wolken. Naast de opstijgende lucht waar de wolk ontstaat daalt de lucht. Op die plaatsen warmt de lucht op en verdwijnt de bewolking. Daarom worden stapelwolken vrijwel altijd afgewisseld door (korte) opklaringen (zonnige momenten). Meteorologen spreken hierbij dan ook vaak van een wisselend bewolkt weerbeeld. Cumuluswolken kunnen de vorm van een aambeeld aannemen als de temperatuur in de hoogte relatief laag is, waardoor er een sterke opwaartse stroming ontstaat. Druppels raken onderkoelt, er vind ijsvorming plaats, er ontstaan buien. Deze bewolking wordt ook wel cumulonimbus genoemd. De Buidelwolk Dit wolkentype wordt in Latijn mammatus genoemd, wat natuurlijk te maken heeft met de hangende aard van een bepaald vrouwelijk lichaamsdeel. Cumulus wolken De cumulus wolk wordt ook wel stapelwolk genoemd: in verticale richting ontwikkelende wolken die voorkomen tussen 200 meter en 3 km hoogte. Cumuluswolken hebben het uiterlijk als bloemkolen of plukken watten en staan ook wel bekent als “mooi-weerwolken”. De wolkentop kan op verschillende hoogte liggen, afhankelijk van de sterkte van de verticale beweging. Ze kunnen in alle vormen en maten voorkomen: klein, middelgroot en Cirrus groot. Het is een soort omgekeerde Cumulonimbus wolk, waarbij koude lucht met Cumuluswolken worden gevormd door hoge snelheid naar beneden valt en het opstijgen van warme lucht door sterke luchtstromingen veroorzaakt. Er convectie, ook bekend als thermiek. kunnen windstoten van wel 70-90 km Het aardoppervlak warmt op en de per uur ontstaan. Een regenbui of onlucht daarboven wordt onstabiel: op weer is beslist mogelijk. Bij dit weerty- September - oktober 2016 pe kunnen er bomen omvallen en er kunnen pannen van het dak waaien. Middelhoge wolken (1.800-6.000 meter): Buidelwolk Het weer speelt zich af in de onderste 10 kilometer van de atmosfeer, de troposfeer. Wolken halverwege die laag, tussen 2 en 6 kilometer, worden middelbare wolken genoemd. In de meteorologie worden drie soorten onderscheiden: altocumulus (grote schaap- Altocumulus jeswolk), altostratus (zon of maan blijven zichtbaar als of ze door matglas schijnen) en nimbostratus (een donker grijze regenlucht). Ze bestaan voornamelijk uit onderkoelde waterdruppels. Altocumulus kan een voorbode zijn van slecht weer. Altostratus kan een warmtefront aankondigen. Nimbostratus brengt naargelang de tijd van het jaar aanhoudend regen of sneeuwval. Hoge wolken (6.000-12.000 meter): Onder de hoge wolken vallen cirrus, cirrocumulus en cirrostratus. Cirrus Cirruswolken bestaan voornamelijk uit ijs en komen voor op zes tot twaalf 25 kilometer hoogte. Ze zien er soms uit als windveren of sluierwolken, zo dun dat ze het zonlicht nog doorlaten. Deze wolken zijn vaak te zien als het (nog) mooi weer is. Ze hebben een draderige structuur en kunnen zich ook rangschikken in kleinere of grotere plukken of smalle banden. hoogtelagen heen en vormt in de hoge lagen een dakje. Dit zijn de onweersbuien zoals ze in de zomer, na een warme dag, op komen zetten en regen en onweer brengen. Hoe ontstaat onweer en bliksem? In cirruswolken is vaak een gekleurde ring rond de zon, een halo, te zien. Halo’s en hun randverschijnselen ontstaan door breking van zon- of maan- Op een hoogte van 500 meter zijn de positief en de negatief geladen deeltjes gescheiden, de positieve deeltjes boven en de negatieve deeltjes eronder. Op de aarde zitten de geladen Kring om de zon deeltjes door elkaar, maar in de nabijlicht in ijskristallen die hoog in de atheid van de donderwolk zijn ze meest mosfeer voorkomen. positief geladen. De negatieve deeltjes uit de wolk zoeken een weg naar de Het langzaam verdwijnen van de zon, positief geladen deeltjes op aarde, maan of de gekleurde kring is vaak een waarna de positieve deeltjes van de voorbode van slechter weer. Vooral als aarde de negatieve uit de wolk opzoede cirruswolken uit het westen komen ken en er een ontlading plaats vind. Dit en snel dichter worden. is de bliksem. Door uitzetten en dichtEen weerwijsheid is: “Kring om de zon klappen van de lucht ontstaat de dongeeft regen in de ton”. der. Uit de tijd die verstrijkt tussen bliksem en donder kan worden afgeWolken met verticale ontwikkeling leid of het onweer dichtbij is en hoeDe donderwolk bevindt zich door alle ver. Het geluid legt in drie seconde een 26 Metius Magazine nr. 210 afstand van ongeveer een kilometer af, dat is dus 333,3 meter per seconde. Hagel Hagelstenen zijn harde klompjes ijs. Ze ontstaan in buienwolken waarin sterke luchtstromingen omhoog en omlaag gaan. De sterke luchtstromingen slingeren de klompjes ijs op en neer. Om de ijskristallen heen vormen zich telkens nieuwe laagjes ijs. Onderin de wolk is het niet zo koud. Het water in het ijskristalletje smelt langzaam en vormt een doorzichtig laagje ijs. Hoger in de wolk is het kouder. Een sneeuwachtig laagje ijs bedekt hier de hagelkorrels. Als je een hagelsteen doorsnijdt en de laagjes ijs telt, kun je zien hoe vaak de hagelsteen op en neer is geslingerd. Johan Lensink, lid van de werkgroep weerkunde. Het weer fascineert mij, als ik naar de lucht kijk, wil ik weten wat voor weer het gaat worden. Daarom kijk ik aan het begin van iedere dag op mijn barometer, het weerstation en vervolgens op internet op buienradar.nl. In de werkgroep weerkunde hebben we wel eens verhitte discussies over hoe het een-en-ander in elkaar zit op weergebied en dat maakt het erg interessant om lid te zijn van deze groep. Tevens maken we mooie excursies met interessante thema’s, zoals naar het KNMI. In Memoriam Cor Booij Op 88 jarige leeftijd overleed ons erelid Cor Booij. Hij was één van de founding-fathers van de AWSV Metius. Hij stond aan de wieg van Metius, direct na WO-II en heeft daar ons boeiend over verteld in een interview met Sake Haijma en mij, dat toen gelukkigerwijs met opzet vastgelegd is op een tweetal DVD’s. Het was bij hem thuis, in De Rijp, dat was eenvoudig te vinden, al te zien vanaf de weg vanwege zijn koepel. Ook nu weer, bij het herzien van deze opnames valt Cor op: een heer, keurig in pak met stropdas, welbespraakt, onderhoudend, gezegend met een enorm geheugen en begeesterd van de sterrenkunde van jongs af aan. Dat blijkt ook uit de karakteristieke anekdote die hij toen op 12 april 2014 bij hem thuis vertelde over zijn eerste telescoop. Het objectief was een brillenglas van zijn moeder en een lensje van de toverlantaarn van zijn oudste broer was het oculair. De koker? Die werd gemaakt van papier, natgemaakt, gewikkeld rondom een bezemsteel, in vorm gehouden met spijkertjes, dan drogen en bestendigen met Velpon. En ziedaar , dat was zijn telescoop. Een latere nogal lange telescoop, opgesteld achter bij Cor thuis, bracht zijn buurman - het was oorlog aan het schrikken toen die ’s avonds in het aardedonker naar zijn schuur liep en boven de schutting, die hem van Cor scheidde, afweergeschut dacht te zien. Die oorlogsjaren met de verplichte verduistering waren uiterst vruchtbaar s voor de sterrenkunde, het werd een populaire bezigheid. En inderdaad dat leidde na de oorlog tot het oprichten van wat tenslotte nu de AWSV Metius is. Cor vertelde dat er in die dagen een lid was die van Den Haag fietste naar het Victoria gebouw in Alkmaar om daar een Metius-lezing bij te wonen! Bijzonder is ook zijn verhaal over het maken en slijpen van een eigen spiegel met een diameter van ongeveer 30 cm en 6 cm dik en zoals hij zelf zei “groter en zwaarder dan een verjaardagstaart”. Enfin, toen het glas van de spiegel eindelijk in een mooie parabolische vorm geslepen was, moest die gealuminiseerd worden op 180 graden Celsius en daarna natuurlijk uiterst behoedzaam afgekoeld worden. Helaas, door inhomogeniteiten in het glas, sprong de spiegel waarmee 36 uur slijpen te niet werd gedaan. Mooie verhalen. Hij was de bouwmeester van de koepel van onze eerste sterrenwacht op één van de bunkers aan de Hoeverweg en later ook die van onze huidige sterrenwacht in Castricum. Gedurende enige jaren was hij ook een bewierookt spreker en betaald medewerker van het planetarium in Amsterdam. Enfin, Cor Booij, veelzijdig, begaafd en buitengewoon sympathiek. Aan het eind van ons bezoek nam hij nog even plaats achter het harmonium. En met de nagalm van de tonen van een psalm namen we afscheid van elkaar. Mooier kon het niet. Dat hij nog lang leve in onze herinnering. Mees Visser September - oktober 2016 27 Verslag lezing “Klimaat in Geologisch verleden” van prof. Dr. Jan Smit op 29 januari 2016 Door Leendert Lambach De eerste Metiuslezing van 2016 werd op 29 januari j.l. verzorgd door prof. Dr. Jan Smit, hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De Aarde is inmiddels 4,56 miljard jaar (Ga) oud en wetenschappers kunnen vanaf 3,8 Ga het klimaat en de veranderingen daarin min of meer reconstrueren. Was de Aarde in het begin net als Venus nu - een hete broeikas van zo’n 450 0C - of leek de Aarde toen meer op Mars, waarop blijkens recente waarnemingen meanderende rivieren liepen? Wij weten dat niet, maar wat wij inmiddels wel weten is dat de Aarde sinds haar ontstaan voortdurend onderhevig is geweest aan (soms extreme) klimaatveranderingen. Deze veranderingen hangen samen met veranderingen in de atmosfeer, die weer samenhangen met langzame of plotselinge geologische veranderingen, bijv. meteoriet-inslagen. Dergelijke inslagen kunnen klimaatverandering veroorzaken, waardoor organismen, planten of grotere levende wezens kunnen uitsterven. Langzame veranderingen kunnen het gevolg zijn van verschuivingen van de continenten als gevolg van platentektoniek. Als gevolg hiervan kunnen de posities van de continenten op aarde en eventueel de oceaanstromingen veranderen. Een 28 periode van langdurig vulkanisme is een andere mogelijke oorzaak voor een langzame klimaatverandering. Het verhaal van de aarde kent heel veel hoofdstukken, ingedeeld volgens de geologische tijdschaal. In het Hadean (4,6 – 3,8 Ga geleden) was de Aarde een hete bal van gesmolten gesteenten die langzaam afkoelde. In het begin van die periode botste de Aarde met een kleinere planeet. Uit de resten hiervan ontstond de Maan. Later in die periode werd de proto-aarde langdurig getroffen door planetesimalen. Die periode wordt omschreven als de Late Heavy Bombardment. Metius Magazine nr. 210 De oudste gesteenten zijn gevonden in wat nu Canada heet en dateren uit het begin van het Archaeicum (3,8 – 2,5Ga geleden). In die vroege wereld (3,5 Ga geleden) ontstonden de eerste cyanobacteriën die licht gebruikte om rijkelijk aanwezige kooldioxide (CO2) in de atmosfeer te ontleden in koolstof en zuurstof. De zuurstof verdween even snel als die ontstond. Kalkhoudende gesteenten hielden de zuurstof vast in de vorm van calciumcarbonaat (CaCO3) en ijzer nam zuurstof op in ijzererts of roest. Op den duur ontstonden er hele dunne kleverige en slijmerige laagjes - zogeheten algenmatten - bestaande uit bacteriën vermengd met klei- en stofdeeltjes. Deze algenmatten groeien laag voor laag. In de bovenste laag vindt fotosynthese plaats en in de lagen daaronder - waar weinig of geen zuurstof is - doen andere bacteriën hun werk. Die gelaagde structuren worden stromatolieten genoemd. Het begin van het Proterozoicum (2,5 – 0,542 Ga geleden) is verbonden met het begin van het ontstaan van vrije zuurstof (O2 ) in de atmosfeer. Eindelijk wint de zuurstofproductie het van de zuurstofopname. Dit moment wordt soms wel omschreven als de GOE: de Great Oxygen Event. Het bewijs hiervoor is te vinden in de rijke paar procent om daarna gedurende ruim 1 Ga min of meer constant te blijven. Vanaf ca. 800 miljoen jaar geleden stijgt het zuurstofgehalte naar ca. 20 % aan het begin van het Cambrium. In het Devoon (408 – 362 miljoen jaar geleden) begint een explosieve stijging, die in het Carboon een piek van ca. 37% bereikt, om daarna in het Perm terug te zakken naar iets minder dan 20%. BIF’s - banded iron formations - die o.a. te vinden zijn in Australië. Dit zijn ijzerrijke (rode) lagen bestaande uit hematiet, magnetiet en sideriet (driewaardig ijzer, Fe3+) alternerend afgewisseld door lagen vuursteen met daarin tweewaardig ijzer (Fe2+). Later in het Proterozoicum begint de vorming van meer complexe levensvormen: eukaryoten . Tegen het eind van die periode (850 – 630 miljoen jaar geleden: het Cryogenium) raakte de Aarde bedekt met ijs en sneeuw: Snowball Earth. Dit betreft een vreemde niet verklaarbare periode in de aardgeschiedenis waarbij de Aarde twee keer bedekt werd met ijs en sneeuw. Daarvoor zijn op verschillende plaatsen op de verschillende continenten op Aarde bewijzen gevonden in de vorm van glaciale afzettingen vlak voor tropische sedimenten. Dat wijst op dooi, gletsjers en hogere temperaturen met als mogelijk resultaat een broeikaseffect. Nadat deze periode voorbij is gaat de ontwikkeling van primitieve vormen van leven snel: de Ediacara fauna, gevolgd door de Cambrische explosie. Het Paleozoicum, (452 – 245 miljoen jaar geleden) begint met het Cambrium (452 – 402 miljoen jaar geleden) waarin een explosieve groei ontstaat van verschillende veelal bizarre vormen van leven. Enorm veel (gefossileerde) sporen daarvan zijn gevonden in Burgess shale in Noord Amerika en in Chengjiang in China. Nederland - of wat daar voor door ging - lag in die periode op het Zuidelijk halfrond en schoof gedurende het Paleozoicum geleidelijk op in noordelijke richting. In het Carboon lag NL ter hoogte van de evenaar. De tropi- sche bossen en het vochtige hete klimaat vormden dé motor achter de steenkoolvorming. In hoeverre het zuurstofgehalte in de atmosfeer van het Carboon (ca. 37%) een extra stimulans vormde is niet duidelijk. Een interessant punt is de toename van het atmosferische zuurstofgehalte vanaf ca. 2,4 Ga geleden. Vanaf dat moment (de GOE) stijgt het zuurstofgehalte in ca. 500 miljoen jaar tot een September - oktober 2016 Het Paleozoicum en het daarop volgende Mesozoïcum was ook de periode van de grote massa-extincties. Vijf keer stierf het leven min of meer uit met als resultaat nieuwe vormen van leven na iedere extinctie. Over wat een extinctie veroorzaakt bestaat geen duidelijke mening. Wel zorgt een dergelijke extinctie voor een verschuiving van de koolstof isotopen van 13C naar 12C. Dit verklaart echter maar de helft van een extinctie. Ook is de omslag van het aardmagnetisch veld een (kenmerkend) verschijnsel behorend bij een extinctie. De grootste van deze vijf extincties – de moeder aller extincties - vond 245 miljoen jaar geleden (op de grens Perm/Trias) plaats. Over de oorzaak van de laatste extinctie op de grens van het Krijt/ Paleogeen bestaat wel duidelijkheid: een meteorietinslag in Yucatan. Deze inslag is uitgebreid onderzocht door ondermeer de spreker zelf. Op die 29 inslag volgde een periode van zo’n 100.00 jaar ellende. Verdamping van ruwweg 250.000 megaton zwavel zorgde voor een hele effectieve afkoeling van de aarde en de oceanen. De klimatologische historie van de laatste 65 miljoen jaar wordt vaak weergegeven in het Zachos diagram. (vernoemd naar de auteur ervan, Jim Zachos) In dit interessante maar o zo moeilijk leesbare diagram zijn aan aantal kenmerkende gebeurtenissen uit die periode geïdentificeerd. Dit betreft ondermeer klimaatveranderingen, platentektoniek, biologische veranderingen en de zogenaamde ∂18O-waarde (gedefinieerd als de 18O/16Overhouding ten opzichte van een standaard en gedeeld door 1.000) alsmede 30 de oostkant en omstreeks 7,2 miljoen jaar geleden werd de doorgang bij Gibraltar tijdelijk afgesloten en veranderde de Middellandse zee in een binnenzee. Platentektoniek is niet de enige oorzaak; ook de groei van de Antarctische ijskap met als gevolg een forse verlaging van de waterspiegel in de oceanen speelde een niet onbelangrijke rol. De Messinian Salinity Crisis was geboren. Dit is een periode van krap 2 miljoen jaar (7,2 tot 5,3 miljoen jaar geleden) waarbij door verdamping enorme hoeveelheden evaporieten (steenzout, NaCl, gips, CaSO4, 2H2O en anhydriet CaSO4) werden afgezet. De laagdikte van sommige evaporieten de ∂13C-waarde (13C /12C-verhouding). wijst op meerdere opeenvolgende inTalloze boorkernen vormden de bron dampingscycli. voor dit diagram. In diezelfde periode kwamen de beide Opvallende episodes in dat diagram Amerika’s tegen elkaar aan te liggen, zijn ondermeer het thermische maxi- waardoor de oceaanstroming veranmum bij de overgang van het Paleoderde, hetgeen weer zijn invloed had ceen naar het Eoceen 56,5 miljoen jaar op het klimaat. geleden. Deze episode - het PETM gaat gepaard met een verschuiving van In twee uur tijd minus een pauze werden de koolstof isotopen van 13C naar 12C. ruim 130 (!!) sheets gepresenteerd en toeEr wordt gedacht aan methaanhydra- gelicht. Een boeiende marathon met een ten die vrij kunnen komen als de tem- schat aan informatie voor de gemiddelde toehoorder. Bovenstaand verslag is maar peratuur van de oceaan stijgt. Maar een beperkte weergave van wat er alleook hier geldt dat een duidelijke en maal ter sprake kwam. eensluidende verklaring ontbreekt. Halverwege het Mioceen (23,3 tot 5,2 miljoen jaar geleden) begon de vorming van de Middellandse zee. Eerst sloten de verschillende openingen aan Metius Magazine nr. 210 Lezing vrijdag 30 september 2016 R.M. Groenland MSc. (KNMI): Het geheim achter El Niño & La Niña Lezing vrijdag 28 oktober 2016 ir. A.G.F. Kip: Optische verschijnselen in de natuur. Samenvatting: In het begin van de vorige eeuw waren de wetenschappers aan het kijken naar een periodiek terugkerende schommeling in het weer boven Indonesië en Australië. Uit het onderzoek in die tijd ontdekte men dat er een duidelijke samenhang aanwezig is tussen deze beide gebieden, een samenhang die men kan verklaren door de wisselwerking tussen oceaan en atmosfeer te bestuderen. In deze lezing leg ik eerst uit hoe de normale wereldcirculatie werkt. Deze kennis hebben we nodig om El Niño te kunnen begrijpen. Aan de hand van beeldmateriaal en animaties laat ik de wisselwerking tussen oceaan en atmosfeer zien. Zowel El Niño als zijn tegenhanger La Niña kunnen we nu verklaren. Ook besteed ik aandacht aan de verwachtingen aan de hand van wiskundige modellen. Natuurlijk mag de achter ons liggende zeer sterke El Niño niet ontbreken en gaan we uitgebreid in op de huidige (30 september 2016) La Niña: wat was en is de impact, en heeft dit ook invloed op ons weer in West-Europa ? Samenvatting: Waarom is op aarde overdag de lucht blauw en ’s avond rood maar op de maan zwart? Hoe komt het dat we ’s avonds de zon nog zien terwijl hij al lang onder is? En wat is de groene flits? Wat zijn lichtpilaren? En wat is het asgrauw schijnsel van de maan? Hoe ontstaat een fata morgana? Hoe ontstaat een regenboog en waarom zien we altijd twee inverse bogen en heel soms vier? Waar hangen de kleuren van een regenboog van af? Wat is een glorie en wat een heiligenschijn? Wat is een halo en hoe ontstaat deze? Wat zijn iriserende wolken en wat zijn lichtende nachtwolken, wat hebben die laatste te maken met de klimaatverandering? Wat is zodiakaal licht en wat de Gegenschein? Hoe ontstaat poollicht? Hoe ontstaan sneeuwkristallen en wat is rijp, ruige rijp en de “baard van koning Winter”? Scintil- latie is voor waarnemers een hinderlijk fenomeen, hoe ontstaat het en wat kunnen we daartegen doen? Wat is een subsidentie-inversie en hoe kunnen ballonvaarders daar gebruik van maken? Deze en andere vragen worden op vrijdag 28 oktober behandeld door ir. Arnold Kip. Over de spreker: Rob Groenland studeerde Meteorologie en Fysische Oceanografie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en was vervolgens werkzaam als meteoroloog bij het particulier weerbureau Meteo Consult in Wageningen. Sinds 2005 is hij luchtvaartmeteoroloog en vakdocent meteorologie bij het KNMI in De Bilt. Tevens is hij nauw betrokken bij het onderzoek van meso-schaalmodellen in het veld van zware onweersbuien. Over de spreker: Arnold Kip is gepensioneerd HBO-docent, lid van de VWS Triangulum in Apeldoorn en gepassioneerd ballonvoerder; hij geeft al vele jaren cursussen en lezingen over sterrenkunde en weerkunde. Geïnteresseerd in de recente geschiedenis van de astronomie? Gratis af te halen alle jaargangen van het tijdschrift Zenit (dus vanaf jaargang 1 uit 1974). Het merendeel van de tijdschriften is gebonden in naaldbanden, de latere tijdschriften zijn los, maar per jaargang gebundeld. Reacties bij Piet Cijsouw, [email protected] of 072-8506409. September - oktober 2016 31 naar zuidwest. Deze sterren zijn α (alpha), β (beta) en γ (gamma) en heten respectievelijk Hamal (De Ram), Sheratan (De Twee Tekenen) en Mesarthim (De Twee !!!). Wegwijs naar…. Aries, de Gouden Ram Door Rob Steegs Aries is het eerste teken van de dierenriem. In oude Griekse tijden, toen de dierenriem werd samengesteld uit nog oudere Babylonische sterrenbeelden, bevond de Zon zich in de Ram in het Lentepunt; de eerste dag van de Lente. Aldus werd het Lentepunt door de oude Griekse en Romeinse astronomen "Het eerste punt van de Ram" genaamd. Alhoewel door de precessie van de aardas het lentepunt in werkelijkheid zich nu in Vissen bevindt, blijft deze benaming bestaan. Aries redde Phryxus en Helle, kinderen van de koning van Thessaloniki, van hun wrede stiefmoeder. Later offerde Phryxus de Ram, en toen hij de vacht in een heilige grot aan de wand hing veranderde de vacht in goud. Jason en zijn Argonauten zochten en vonden de gouden vacht. De Ram speelde een belangrijke rol in de religie en mythen van vele beschavingen. In het oude Egypte was er de god Ammon Ra, de God van de vruchtbaarheid en creativiteit met het lichaam van een man en het hoofd van een ram. Aries is een klein sterrenbeeld van slechts 441 vierkante graden. Het westelijke deel kent de helderste sterren, die de kop van de Ram uitbeelden; α (alpha), β (beta) en γ (gamma) genaamd Hamal, Sheratan en Mesarthim. Het sterrenbeeld biedt slechts enkele dubbelsterren en enkele vrij oninteressante melkwegstelsels. γ (gamma) Arietis Mesarthim Dubbelster Kwaliteit hemel: Vergroting: Zichtbaarheid: Elke Hoog Oktober tot Februari Waar te zien Zoek het Herfstvierkant, Pegasus, in het zuiden. Ga vanaf Pegasus naar het oosten, richting de horizon waar de Plejaden opkomen. Halverwege Pegasus en de Plejaden zie je drie sterren in een gebogen lijn; ruwweg van noordoost 32 In de zoeker Zowel Sharatan en Mesarthim zijn zichtbaar in de zoeker; Mesarthim is de zwakkere van de twee. In de telescoop Beide sterren zijn even helder en blauw-wit van kleur. Ze staan vrij dicht bij elkaar, zodat je een sterke vergroting moet toepassen. Ze staan praktisch noord-zuid. Commentaar Ondanks het feit dat de sterren dezelfde kleur hebben en dicht bij elkaar staan zijn ze mooi om te zien vanwege hun gelijke helderheid. Sommige mensen noemen dubbelsterren als deze "katte-ogen" omdat ze terug lijken te staren... Waar kijk je naar Elk van de sterren is tussen drie- en viermaal zo zwaar als de Zon. Ze staan op een afstand van ongeveer 150 lichtjaren en draaien langzaam om elkaar heen op een onderlinge afstand van minstens 400 Astronomische Eenheden (400 maal de afstand van de Aarde tot de Zon). Een omloop duurt minstens 3000 jaar. Hun schijnbare positie ten opzichte van elkaar is de laatste 150 jaar praktisch onveranderd; wel is de onderlinge afstand iets afgenomen. Hieruit mogen we concluderen, dat we het baanvlak vanaf de zijkant waarnemen. In de omgeving Stap vanaf γ terug naar β en neem nog twee zulke stappen. Op deze plek zie je λ (lambda) Arietis, ook een dubbelster. De hoofdster van λ heeft dezelfde helderheid als één van de componenten van Mesarthim, echter is de metgezel van λ, op 37 boogseconden naar het noordoosten, bevindt meer dan 10 maal zwakker; van magnitude 7,4. Vergelijk dit paar eens met de "katte-ogen" van Mesarthim! Metius Magazine nr. 210 Kaart Van het sterrenbeeld Ram Sterrenkunde: een kennismaking Onder deze titel begint er op 4 oktober 2016 een cursus voor belangstellenden in de sterrenkunde. Het wordt een cursus van 9 colleges op de dinsdagavonden (van 19.30 tot 21.45 uur, twee uur plus een pauze van 15 minuten). Metius verzorgt deze cursus voor de Volksuniversiteit Alkmaar. Plaats van uitvoering is de Scholengemeenschap Willem Blaeu, Robonsbosweg 11 in Alkmaar. De cursus gaat in op de moderne astronomie; waarnemen staat niet op het programma (maar aan de cursisten wordt na afloop wel een waarneemavond aangeboden). Onderwerpen die aan de orde komen zijn bijvoorbeeld het zonnestelsel, afstandsbepaling, astronomische instrumenten, sterren en sterevolutie, nova’s, supernova’s en zwarte gaten, ons melkwegstelsel, andere sterrenstelsels en de evolutie van het heelal. Basiskennis van sterrenkunde is niet noodzakelijk, kennis van wis- en natuurkunde ook niet (maar kan wel leiden tot dieper begrip). Op de website September - oktober 2016 www.metius.nl leest u meer over de inhoud. De cursus biedt ook de leden van Metius een goede inleiding in de tegenwoordige sterrenkunde. Mede door de gematigde prijs wordt hij door het docententeam (bestaande uit Piet Cijsouw, Hans Dijkstra, Hans Klein Woud en Henk Klippel) van harte aanbevolen voor Metiusleden die hun achtergrondkennis willen “oppoetsen”. De prijs van de cursus is € 125,-- plus € 20,-- voor het onderwijsmateriaal (bestaande uit een boek plus digitale versies van de presentaties e.d.). Leden van Metius krijgen op dit laatste bedrag een korting van 50 %. Aanmelden kan uitsluitend bij de Volksuniversiteit Alkmaar, bijvoorbeeld op de website www.vualkmaar.nl Piet Cijsouw. 33 Hemelkalender september – oktober 2016 Dl/WO 18/19 OKTOBER In de loop van de nacht nadert de maan de ster DO 22 SEPTEMBER Aldebaran (+0,8). Tegen de tijd dat de zon opkomt, (Telescoop) Bedraagt hun onderlinge afstand minder dan 1°. Vannacht komen enkele De conjunctie is omstreeks 9.45 uur in de ochtend sterren van de Hyaden (19 oktober). Op dat moment staat Aldebaran -een open sterrenhoop in nog geen 2' ten noorden van de noordelijke maanrand. de Stier- vanachter de Dat is misschien waarneembaar met een telescoop, donkere maanrand tevoor- maar dan alleen met een flinke vergroting. De schijn. beide hemellichamen staan 18° boven de westelijke Voor waarnemers in horizon. Voor waarnemers in het zuiden en oosten van Utrecht verschijnt om 0.57 Noord-Amerika, in Midden-Amerika, de Atlantische Oceuur de ster 89 Tauri (+5,8), aan, het westen en zuiden van Europa om 1.05 uur σ1 Tauri en in het noordwesten van Afrika wordt Aldebaran (+5,1) en tot slot om 1.20 uur σ2 Tauri (+4,7). bedekt door de maan. De noordelijke grens Op andere plaatsen in Nederland kan dit enkele van de bedekkingszone loopt (overdag) over minuten eerder of later gebeuren. De maan is voor 66% Reims en Nancy (Frankrijk). verlichten staat ongeveer 20° boven de oostelijke horizon. VR/ZA 21/22 OKTOBER Rond deze tijd bereikt de meteorenzwerm van de MA/DI 10/11 OKTOBER (Verrekijker) Orioniden zijn maximum. Op 22 oktober is het Vannacht kan een volledig minimum van de Laatste Kwartier, waardoor de maan in de nanacht wel bedekkingsveranderlijke ster RZ Cassiopeiae wat stoort. Daardoor blijft het aantal meteoren worden waargenomen. Om 19.31 uur (10 oktober) waarschijnlijk blijft steken bij een stuk of tien per uur. - het schemert dan nog – begint de helderheid Maar ook in de nachten na het maximum, wanneer de van de ster af te nemen. Deze afname duurt tot maan wat verder is afgenomen, is deze zwerm de moeite 0.25 uur (11 oktober). Dan heeft RZ Cas een van het bekijken waard. De piek van de helderheid van +7,7. Daarna wordt de ster weer Orioniden strekt zich namelijk uit over meerdere dagen. helderder, totdat zij om 5.19 uur haar normale De zwerm is actief tot 7 november. helderheid van +6,2 terug heeft. Uit onderzoek blijkt dat de ZHR (de maximale DI 11 OKTOBER uurfrequentie onder ideale omstandigheden) van de Vanochtend staat de planeet Mercurius (-1,1) Orioniden sterk varieert. Gemiddeld ligt de ZHR minder dan 1° ten noorden van de planeet Jupiter rond de 25, maar een aantal jaren geleden was de (-1,7). Deze samenstand is moeilijk waarneembaar, omdat activiteit een stuk hoger. In 2006 en 2007 bereikte de twee planeten op slechts 12° van de zon staan en dus de zwerm een maximale ZHR van rond de 60. kort voor de zon opkomen. Daarna is deze helaas weer teruggelopen tot 25. Probeer het eens rond 7.30 uur, als ze laag Orioniden vinden hun oorsprong in de komeet Halley, die boven de oostelijke horizon staan. Maak daarbij elke 76 jaar in de buurt van de zon en de aarde komt. In eventueel gebruik van een verrekijker. 2061 keert deze komeet weer terug. De feitelijke conjunctie is om 6 uur in de ochtend. Mercurius staat dan 52' ten noorden van Jupiter. WO 26 OKTOBER Dat is vanuit onze streken echter niet te zien, Vanochtend staan de vier galileïsche manen ten omdat de twee planeten dan nog niet zijn westen van Jupiter (links ervan in een omkerende opgekomen. kijker). Van de planeet naar buiten gaat het achtereenvolgens om lo, Europa, Ganymedes en ZA 15 OKTOBER (Verrekijker) Callisto. Om 12 uur vanmiddag is Uranus in oppositie. De verre planeet is dus de hele nacht waarneembaar. Zoek Deze informatie is ontleend aan de Sterrengids 2016. hem met een gewone verrekijker in de buurt De Sterrengids bevat een schat aan informatie voor zowel van de sterren µ (mu) en ζ (zèta) van de Vissen. de beginnende als de gevorderde amateur, en is verkrijgMisschien is het beter om enkele dagen te wachten, want baar via de boekhandel. de bijna volledig verlichte maan staat nu in de buurt van Uranus. Rob Steegs 34 Metius Magazine nr. 210 Adverteren in Metius Magazine Ook u kunt adverteren in dit magazine. Wij bieden de volgende mogelijkheden aan: Commerciële advertenties A4 formaat: €85 per jaar; A5 formaat: €55 per jaar; A6 formaat; €35 per jaar; A7 formaat; €25 per jaar. Bij plaatsing van een advertentie ontvangt u het Metius Magazine gratis. Indien u geen prijs stelt op ontvangst van het magazine krijgt u € 8,- korting op het advertentie tarief. Niet commerciële advertenties aangaande sterrenkunde boeken en (onderdelen van) instrumenten door leden zijn gratis tot een maximum van 400 leestekens. September - oktober 2016 35 Ruimte voor adressticker