Se p te mberok to ber 2 0 1 nr 2 0 6 In dit nummer onder

advertisement
September oktober 201 nr 206
In dit nummer onder meer:
Music and space
Kaeskoppenstad
Het grote ijs
Spock op Pluto
Metius acteert bij kaeskoppenstad
2
Metius Magazine nr. 206
De leenkijker
Onze leenkijker, een Celestron Nexstar 5SE, is beschikbaar
voor leden van onze vereniging. De kijker, met computersturing, is te reserveren via www.metius.nl
De kosten bedragen € 15 per periode van ca.30 dagen
(met een borg van € 50).
Jaargang 36 nr. 206, oplage 150
September-oktober 2015
Coverfoto: Orgelfestival Almaar
Inhoudsopgave
Van uw voorzitter
Nieuwe lokatie voor lezingen
Kaeskoppenstad
Music and Space
Sir William Herschell
Het grote ijs (lezing van 28 11 2014)
De kompaszonnewijzer
Recente ontwikkelingen in de radiosterrenkunde
Eigen avond van 15 mei 2015
Vraag van een gek: Hoe groot is het heelal?
De versnelde uitdijing van het heelal
Zonsverduistering op het schoolplein en mijn dak
Nomenclatuur voor Pluto en de manen
Wegwijs naar Cygnus
Hemelkalender
Van de redactie
blz 5
blz 6
blz 7
blz 8
blz 9
blz 11
blz 12
blz 13
blz 14
blz 16
blz 17
blz 18
blz 19
blz 20
blz 22
Metius Magazine is het officiële orgaan van de:
· Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”
· Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht
Tijdens het zomerreces werd de tot
dwergplaneet gedegradeerde Pluto bezocht. Op het oppervlak van het koude
planeetje werd een hartvormige structuur
gezien. Het lijkt er op dat dit hemellichaam niet koud en saai is. Er gebeurt
van alles bij die lage temperaturen! Het
heelal blijft verbazen.
Niet alleen Pluto is alles behalve inactief
ook onze vereniging bruist van ondernemingslust. Deelname aan "Music and
space"en "Kaeskoppenstad" getuigt daarvan. Er ligt weer een seizoen met spannende lezingen voor ons te beginnen met
een lezing over kosmologie en inflatie. De
beginnerscursus die Metius al jaren verzorgt gaat ditmaal van start in samenwerking met HOVO.
Wij zullen voor het komende seizoen
weer met plezier verslag doen van wat er
in de vereniging gebeurt door uw bijdragen in ons magazine te plaatsen.
Deadline voor copij volgende nummer
20 okt 2015
De redactie van MM
Henk Verbeek
Garmin en Tom Tom
Henk Verbeek
Hans Dijkstra en Henk Verbeek
Adri Steenhoek
Wiebe Rinsema
Henk Verbeek
Piet Cijsouw
Piet Cijsouw
Mees Visser
Internet
Hans Dijkstra
Hans Dijkstra
Rob Steegs
Rob Steegs
Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”:
Webpage:
http://www.metius.nl
Voorzitter:
H.A. Verbeek Sperwer 1 1722 DK Z Scharwoude
Tel 0226 321131 [email protected]
Secretaris:
W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo
Tel.: 072 - 5335840; [email protected]
Penningmeester:
A.M. van der Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar
Tel:072-515 45 35; [email protected]
Bankrekening AWSV Metius: ABN AMRO:
IBAN nr NL32ABNA0629077673
Rob Steegs, Benesserlaan 258, 1911 VJ Uitgeest
Tel: 06-26686666; [email protected]
Piet Cijsouw, J.A.Radeckerweg 39, 1871 CJ Schoorl
Tel: 072-8506409; [email protected]
Alg. bestuurslid:
Ledenadministratie: H. Zwart, Schouw 28, 1771 EP Wieringerwerf
Tel.: 0227 - 603489; [email protected]
Redactie:
Hans Dijkstra (0224- 297783) en
Bert Mulder (06 24375362)
E-mail: [email protected].
Ere leden
dhr C Booy
dhr J Deugd †
Dhr K Kroesen
Reproductie:
Traject “de Stern” Schagen.
September oktober 2015
3
Op vrijdag 25 september 2015 spreekt
dr. H. Hoekstra over:
Een opgeblazen heelal
Samenvatting:
Een ogenschijnlijk theoretisch interessante
oplossing van de algemene relativiteitstheorie werd gevonden door de Leidse astronoom Willem de Sitter: een Heelal zonder
materie, maar met een kosmologische
constante, dijt exponentieel snel uit. De
huidige waarnemingen suggereren dat
dit een goede benadering is voor het toekomstige Heelal. Bovendien groeide het
Heelal binnen een fractie van de allereerste seconde na de oerknal exponentieel:
van de piepkleine afmeting van een atoom
tot de grootte van het zonnestelsel. Tot
voor kort was dit echter slechts een gedachtenspinsel van theoretici. Maar
recente onderzoeksresultaten suggereren nu dat dit idee echt zou kunnen
kloppen. In deze lezing zal worden uitgelegd hoe het huidige beeld over het
heelal tot stand is gekomen en of deze recente waarnemingen ons echt iets
vertellen over het begin van ons Heelal.
Over de spreker:
Henk Hoekstra is universitair hoofddocent en werkzaam bij de Sterrewacht
Leiden waar hij onderzoek doet naar de fundamentele eigenschappen van
het Heelal, en donkere materie en donkere energie in het bijzonder. Hij leidt
de wetenschappelijke voorbereiding voor de Euclid satelliet die ESA in 2020
zal lanceren met het doel de eigenschappen van deze mysterieuze ingrediënten beter te begrijpen. Voor zijn onderzoek heeft hij naast een prestigieuze Fellowship van de Alfred P. Sloan Foundation een Vidi beurs en recentelijk een ERC starting grant ontvangen.
Een actueel overzicht vindt
u op www.metius.nl
De lezingen vinden plaats in het
Wijkcentrum "Thuis in Overdie."
Okerzaal
Van Maerlantstraat 10
1813 BH Alkmaar
072-5402499
Aanvang 20:00 uur
Toegang niet-leden €5,=
25-9-2015
Henk Hoekstra kosmologie & inflatie
30-10-2015
Olga Hartoog Gamma Flitsen
27-11-2015
Sander Bais NTB
18-12-2015
Open avond
29-1-2016
Jan Smit Klimaat in de Oudheid
26-2-2016
Frans de Jong Dwingeloo
25-3-2016
Jan Visser Weer
29-4-2016
Jacob Kuiper Meteoriet & Weer
Let op! De locatie waar de lezingen plaatsvinden is veranderd.
Zie pagina 6
4
Metius Magazine nr. 206
20-5-2016
Eigen avond (alleen voor leden)
Van uw voorzitter
Er is veel gebeurd
sinds de laatste MM
uitgave. De ontruiming
van onze kast in De
Oever, want we gaan
immers naar een ander centrum “Thuis in
Overdie” waar we voor
het eerst op 25 september samenkomen.
Eigenlijk niet helemaal
waar, want we doen al
mee aan de openingsmanifestatie op 28/29 augustus, komt u gerust langs. We
waren bij het KNMI waarbij we ons ook weer over de aanwezigheid van Karel de Leeuw in ons midden verheugden.
We genoten van een kippenfokker Ger de Bruyn met een
uitstekend verhaal over radioastronomie als voorbereiding
op een excursie die volgend jaar gaat plaatsvinden. Music
and Space hield zijn proloog in de kapelkerk; een samenwerkingsverband tussen drie verenigingen; Hollands Orgelfestival, genootschap Fysica en de AWSV Metius, dat was
al bijzonder maar ook de voordrachten (Icke) en vertellingen naast de hobo concerten op het orgel waren bijzonder
(zie elders in dit nummer). Terugkijkend beginnen ideeën
te borrelen over een dergelijk initiatief van onze kant, nee
niet per sé een orgelconcert, maar bv. wel een duinwandeling met staatsbosbeheer in combinatie met uitleg over het
weer en wolkenpatronen, meer ideeën zijn welkom. NaBij de voorpagina:
tuurlijk was daar Kaeskoppenstad met de route door de
kerk en onze instrumenten, hetzij geleend van Boerhaave
danwel zelf geknutseld door Piet en mijzelf. (zie elders)
Ook elders vindt u het verslag van de eigen avond met het
nieuwe concept van miniworkshops, dit verdient een vervolg naar mijn idee. Over knutselen gesproken, u weet allemaal van mijn passie voor bouwpakketten (wie heeft er nog
geen handspectroscoop?). In de vorige MM aflevering
stond een verhaal over de combinatie astrolabe/nocturnaal,
in feite een hele nocturnaal en een halve astrolabe; alleen
de achterkant voor het meten van ster- of zonshoogte, het
deel voor het vaststellen van de tijd ontbreekt. Ik heb nu
een rekenprogramma gemaakt voor stereografische projectie van de breedtecirkels en de azimuthalen en aan de
bouwdozenfirma voorgesteld een `echte` astrolabe uit te
gaan geven. Dit najaar zal dat worden opgepakt! Een echte
van karton wel te verstaan, want ik hoorde dat mensen er
één hadden laten zien bij Kunst en Kitsch en die werd gewaardeerd op zo’n 15.000 Euro en naar ik hoorde ook te
koop gevraagd voor die prijs. Toen hier niet op werd ingegaan steeg het bod naar 40.000! Een merkwaardige stijging dacht men en besloot het te veilen waar met een prijs
werd gesloten van 170.000! en dit was wel een echte.
Is het niet fantastisch mee te maken dat we zo’n 70 jaar na
de ontdekking van Pluto weten hoe het er daar uitziet? Dat
geldt natuurlijk ook voor al die andere planeten die we al
eerder van nabij leerden kennen en waarover al duizenden
jaren de mensheid fantaseerde. Wat een tijdperk waarin
we leven!
Henk Verbeek
Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht:
Voorzitter:
Dit is geen ufo en ook geen beeld van de nachtmerrie
van een dronken dominee met 40 graden koorts. Op
25 juni 2015 werd op het orgel van de Kapelkerk te
Alkmaar muziek ten gehore gebracht die was geschre- Secretaris:
ven door de bekende astronoom William Herschell.
De delen van het concert werden afgewisseld door
Penningmeester:
lezingen van Vincent Icke, Henk Verbeek en Adri
Steenhoek. U vindt meer informatie hierover elders in
dit blad.
Leden:
H.Verbeek Sperwer 1 1722 DK Z. Scharwoude
Tel.: 0226- 321131 [email protected]
W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo; Tel.: 072 - 5335840, [email protected]
W.J. Braakman, De Wieken 8, 1829 AN Oudorp
[email protected]
F Nieuwenhout Daalmeerpad 15 1827 GA Alkmaar
tel 072 5622745 [email protected]
M. vd Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar;
Tel.:072 - 5154535; [email protected]
R.B. Kroonenberg, Het Zandstuk 134, 1851 RT.
Heiloo. Tel.: 072 - 752 9111,
[email protected]
September oktober 2015
5
WERKGROEPEN
Werkgroep
Voorzitter
E-mail
Telefoon
Werkgroep Cursus Sterrenkunde
Werkgroep Public Relations
Werkgroep Lezingen
Werkgroep Metius Jaarprijs
Werkgroep Metius Magazine
Werkgroep Metius Website
Werkgroep Afstand Bestuurbare Telescoop
Piet Cijsouw
Henk Verbeek
Henk Verbeek
Leendert Lambach
Hans Dijkstra
Harry Zwart
Frans Nieuwenhout
[email protected]
[email protected]
Zie boven
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
072-8506409
0226-321131
Zie boven
072-5123114
0224-297783
0227-603489
072-5622754
Werkgroep Theoretische Sterrenkunde (WTS)
Werkgroep Weerkunde
Werkgroep Mediatheek
Werkgroep Sterrenwacht Bakkum
Kascontrolecommissie
Vertegenwoordiging Verenigingsraad KNVWS
Martin v. d. Bogaerde
Karel de Leeuw
Wim Koomen
Rob Steegs
Hans de Nobel
Hans de Nobel
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Zie volgende
[email protected]
072-5123375
0226-316316
072-5335840
06-26686666
Zie volgende
072-5611015
Nieuwe lokatie voor de lezingen
Zoals eerder aangekondigd, worden de Metiuslezingen
vanaf september 2015 gegeven in een zaal van wijkcentrum “Thuis in Overdie”, Van Maerlantstraat 10, 1813 BH
Alkmaar, tel. 072-5402499.
De aanvang blijft 20.00 uur.
Het wijkcentrum is net gerenoveerd, is goed bereikbaar en
heeft uitstekende parkeergelegenheid. Op bijgaand kaartje
is de ligging aangegeven: het gemakkelijkst voor de oriëntatie is in gedachten vanaf de rotonde Kooimeer richting
centrum te gaan over de Vondelstraat, vervolgens de derde straat rechts te nemen en daarna de tweede links. Direct ten noordoosten van het wijkcentrum is het parkeerterrein van het winkelcentrum aan het Geert Groteplein gelegen, dat op zijn beurt gemakkelijk vanaf de Koelmalaan
bereikbaar is.
1
08
7.1
N
8
44.
E4
3
52
Oker zaal oke?
6
Metius Magazine nr. 206
Kaeskoppenstad 2015
uitleen van drie oude telescopen waarvan je de ontwikkeling kon volgen; alleen een groter beeld met een klein blikIn navolging van 2013/14 hebben we in 2015 weer bijgeveld, vervolgens een beter blikveld maar een omgekeerd
dragen aan kkstad. Was het de eerste keer in de vorm van beeld en dan met extra lenzen een rechtopstaand beeld
een dialoog tussen professor Metius en zijn studenten over maar dan lever je met de toenmalige lenzen weer lichtde plaats van de aarde in het zonnestelsel, de tweede keer sterkte in. Ook hadden ze handbediende modellen van een
in de vorm van korte anekdotische vertellingen over de ou- geo – en een heliocentrisch zonnestelsel. Van hun slinger
de sterrenkunde, dan was het nu in de vorm van demonzagen we af en de rest is onder grote belangstelling gedestratie van oude instrumenten. In de aanloop daarnaar toe monstreerd.
speelde zich het volgende af; Een bezoek aan het BoerNaast deze instrumenten konden we het publiek ook verhaave museum met Piet Cijsouw en Mees Visser en een
rassen met het Foucault model op de draaischijf en met
serieuze poging om de slinger van Foucault te demonstre- een handgemaakt nocturnaal; plat gezegd een zonnewijzer
ren. Om met dat laatste te beginnen is er contact geweest voor de nacht. Bij demonstratie aan de hand van een draaimet de Laurentiuskerk voor toestemming om zoiets op te
baar opgehangen Grote Beer, is een stereotiepe reactie
hangen. Hier werd niet op gereageerd en zijn we als alter- dat mensen op hun horloge kijken om te zien of het gevonnatief de gewelven van de kapelkerk gaan onderzoeken,
den tijdstip wel klopt. Op zaterdag scheen de zon voldoenwant daarin zou zich het orgelconcert in het kader van Mu- de om ook een levende zonnewijzer te demonstreren. Door
sic and Space afspelen en toen dacht men nog dat daar
combinaties konden we met onze bemanning, Piet, Mees
wel zo’n slinger bijhoorde. Het leek wel te gaan lukken
(zat.), Chris, Bert, Reijer (zon.), Wijnand (zon.) en mijn permaar de kk-officials konden niet overweg met de daarvoor soon goed uit de voeten en was er tijd om nog even een
benodigde omleiding en ondertussen was ook de orgelcon- blik te werpen op de looptrommel aangedreven kraan en
cert-organisatie niet meer overtuigd van een samenhang
de houten duikboot van Cornelis Drebbel. Dit alles te dantussen een hoboconcert van Herschell en de slinger van
ken aan de gedreven componist van dit alles, Jan Roobeek
Foucault. Dan nog maar een poging naar de Laurentiuste vinden in het stalletje naast de kraan waar hij zijn 1572
kerk ondernomen en afwachten. Wij beraadden ons op de stuks van het fantastische boek Kaeskoppenkronkels voor
ophanging en een geschikt gewicht en bedachten dat het
€ 15,72 vlot van de hand doet. (We hebben er nog twee
wel leuk zou zijn dat we de slinger voor de uitleg als klein
voor belangstellenden!)
model op een draaischijf konden laten zien om zo de
Algemeen werd aangevoeld dat deze demonstratie een
`draaitijd` van de aarde te bekorten en dit nog vóór de rou- succesvolle formule was en voor herhaling vatbaar. Er zulte door de kerk te plaatsen. Immers de route was nu niet
len zich zeker mensen op onze avonden gaan vervoegen
meer het zijsprongetje langs de Latijnse school, maar
die hier kennisgemaakt hebben. Eén ding wat ik niet goed
moest iedereen door de kerk en door de Latijnse school.
begrijp is dat er zoveel nonnen actief waren en dat net na
Het geven van demonstraties paste daarin zoveel beter
de Beeldenstorm in het zo doopsgezinde Alckmaar. Bij nadan colleges geven. Op de laatste maandag voor kk-dag
vraag bleken sommigen zich zo te vermommen omdat ze
werd ik gebeld dat de kerk mogelijkheden zag en of de
eigenlijk handlezer waren of Ka (Non) heetten, kortom ze
zaak die dag tussen 7 en 8 uur opgehangen kon worden.
waren non actief of juist niet?
Wij hadden nog geen gewicht, geen touw en geen ophanging, kortom het lukte ons niet meer. We zijn evengoed wel Henk Verbeek
blij met het bereikte principeakkoord met het oog op de
toekomst.
Terug naar Boerhaave in Leiden; ze wilden wel een slinger Meer foto's op pagina 2 (binnenkaft)
leveren en ophangen voor veel geld en ons bijstaan met de
September oktober 2015
7
Music and Space
aan dat dichtheidsvariaties en drukverschillen aan het begin van het heelal heel klein waren. Het geluid was 1000
maal zachter dan het geluid wat de hartslag van een mens
maakt. Om je eigen hartslag te horen moet je heel stil zijn.
Of je stil genoeg had kunnen zijn om de oerknal te horen?
Na het leuke verhaal van Vincent Icke werd het tijd voor
een glaasje van het een of ander in de pauze. Vincent’s
boeken konden worden gekocht en werden door hem gesigneerd. Al snel waren er enkele titels zoals
“Zwaartekracht bestaat niet” uitverkocht. Na het Hoboconcert nr 2 in C:2 Adagio (herschreven voor orgel) deed onze voorzitter Henk Verbeek zijn verhaal over Horen en
Zien. Henk refereerde aan de spectraallijnen die door waterstof worden uitgezonden in het zichtbare licht. Als je de
frequenties omzet en transponeert naar hoorbaar geluid
dan ontstaat er een bijzonder akkoord. Iets dergelijks kan
je ook doen met het element helium. Dat klinkt dan net
even anders. De organist kon dat goed laten horen. Het
dopplereffect werd ook nagebootst op het orgel maar het is
moeilijk een veranderende toonhoogte te maken, maar een
vaste hogere of lagere toon lukte weer uitstekend. Op deze
wijze werden de `geluiden` nagebootst van naderende en
zich verwijderende jonge en oude sterren. Het derde deel
van het concert (...Rondo Allegretto) klonk beter. Tenslotte
vertelde Adri Steenhuis over een ontmoeting tussen Haydn
en Herschel. Herschel nodigt Haydn uit om door zijn telescoop te komen kijken. Haydn is echter huiverig. Zo diep in
het heelal kijken.... brrr. Misschien zie je dan God en volgens Joodse traditie hoor je dan dood te gaan. Dat beiden
elkaar hebben ontmoet staat vast. Of er een telescoop bij
te pas kwam vermeldt de geschiedenis niet... maar het was
een leuk gevonden verhaal. Wel is het een historisch feit
dat Herschel zijn ontdekking Georgium Sidus wilde noemen naar de toenmalige King George III. Het is Uranus
geworden. Toch jammer voor Brittannië.
Na afloop was er gelegenheid tot gezellig samenzijn waarbij dat wat over was gebleven na de pauze alsnog werd
opgedronken. Toen alle flessen leeg waren gingen ook de
laatste concertgangers geheel voldaan naar huis.
Maar liefst drie verenigingen werkten mee aan het orgelfestival met als thema “Music and Space”: het Koninklijk
Genootschap Physica, de Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige vereniging Metius en het Orgel Festival Holland. Op
25 juni was de aftrap. Dat William Herschel Uranus ontdekte is in sterrenkundige kringen wel bekend. Hij was echter
ook een verdienstelijk musicus en componist. Een door
hem geschreven concert voor Hobo werd bewerkt zodat
het op het orgel kan worden uitgevoerd. Na een korte inleiding van de heer Bert Snater (voorzitter K G Physica)
werd door Frank van Wijk het Hoboconcert nr 2 in C: 1
“Maestoso” ten gehore gebracht. Als een muziekstuk wat
geschreven is voor hobo goed klinkt op een orgel dan is
het gemaakt door een vakman. Het klonk goed.
Vincent Icke verzorgde daarna een geweldige publiekslezing met als thema: “Hoe klinkt het heelal?” Uiteraard begon hij met de definitie van geluid als trilling in een gas,
vloeistof of vaste stof. In een vacuüm is het dus stil. Hij memoreerde dat oren van mensen niet erg geschikt zijn om
de i.h.a. laagfrequente kosmische geluiden op te vangen.
Olifanten kunnen onweer horen over enorme afstanden en
weten op die manier waar regen is gevallen. Op die plaats
moet vers gras te vinden zijn. Maar ook de oren van een
Afrikaanse olifant zijn niet groot genoeg om geluiden te
detecteren die horen bij zoiets als de granulatie (borrelen)
op de zon. Mensen kunnen een vleermuis niet horen maar
het in dit geval hoogfrequente geluid kan wel worden opgevangen en een paar octaven lager afgespeeld met een
“batdetector”. Vincent deed het omgekeerde. Hij transponeerde de laagfrequente herrie van de zon een paar octaven hoger en produceerde daarbij geluiden die in de verte
deden denken aan een pan erwtensoep die te hard kookt.
Om geluiden te horen die door grote systemen zoals samensmeltende dubbelsterren worden gemaakt zijn enorme
oren nodig: schotels met diameters zoals die van de baan
van Jupiter. Helaas niemand in de kerk had zulke flaporen.
Gelukkig was Vincent Icke zo vriendelijk om telkens de geluiden om te zetten tot ze binnen onze gehoorgrenzen zaten. Het was een bijzondere ervaring te mogen mee maHans Dijkstra en Henk Verbeek
ken hoe hij een supernova ten gehore bracht. Ten slotte
legde hij uit dat de “oerknal” vrijwel geluidloos is verlopen.
Immers: de rimpelingen in de achtergrondstraling tonen
Vincent Icke laat komisch licht schijnen over kosmische geluiden
8
Metius Magazine nr. 206
Sir William Herschel: Music & Space!
Adri Steenhoek, voorzitter van het orgelfestival
Alkmaar, 25 juni 2015 //vs. 22 juni 2015
Dames en heren, mag ik u meenemen naar een prachtige
juni-avond in 1792?
Joseph Haydn neemt genoeglijk een flinke trek aan zijn
pijp. Hij is nu ruim een jaar in Londen. Hij hopt van grote
meeting naar intiem huisconcert, van eenvoudig rendezvous naar adellijke ontvangst, gewoon van hot naar her.
Op zich bevalt dat wel, maar wat is het heerlijk om gewoon
weer eens in je eigen taal met een vakgenoot te kunnen
spreken.
Over muziek, over de creativiteit van het componeren, over
de ontwikkeling van de bouw van muziekinstrumenten. William Herschel geeft toe dat het voor hem al weer enige tijd
geleden is dat hij zich hoofdzakelijk aan de muziek wijdde.
Maar met zo’n gesprekspartner als Joseph Haydn komen
al die oude dingen van jaren geleden zo weer terug. William herinnert zich ontroerd dat hij straatarm was toen hij in
Engeland aankwam, dat de Londense society-wereld niet
veel van hem moest hebben, dat uiteindelijk alle aandacht
uitging naar de dood van Georg Frideric Händel, ook zo’n
Duitser net als hij, men had genoeg aan één muzikale
protégé. In het noorden van Engeland kon hij zijn vleugels
wel uitslaan als dirigent, als muziekleraar, als hoboïst, en
uiteindelijk als organist in Bath. En nu is hij een gevierd
astronoom, hofastronoom zelfs in dienst van koning George III, lid van de Royal Society. Ja, na zijn ontdekking van
de planeet Uranus zijn veel deuren voor hem opengegaan.
En hij borrelt nog steeds over van heel veel vernieuwende
theorieën en is vol van ontdekkingsdrang!
Plotseling roept Herschel tegen Haydn: Kom mee naar buiten, dan kan je het allemaal zelf zien! Even later staan ze
huiverend buiten in die heldere maar o zo frisse juninacht
in 1792. Haydn ziet nu met eigen ogen dat vreemde grote
bouwwerk. Een soort kanon maar dan anders en gericht op
de wolkenloze hemel. Hier moet je kijken, zegt William, en
hij toont Haydn het oculair van de immense refractortelescoop. Haydn aarzelt, zou hij het wel doen, zou het kwaad
kunnen, zou hij God zelf in de ogen zien? Schoorvoetend
komt hij dichterbij en hij kijkt, hij kijkt..Minutenlang staat
Haydn als aan de grond genageld, als versteend, en dan
stamelt hij: Zo hoog..zo groot..!. In zijn hoofd klinkt muziek,
tuimelen de harmonieën over elkaar, groots en meeslepend: Die Schöpfung is geboren! En wanneer jaren later
voor het eerst Haydn’s verklanking van de schepping van
het licht klinkt, ontploft er iets in het ademloze publiek, als
een oerknal in die grote zaal van het Burgtheater in Wenen.
William Herschel was zijn Duitse moedertaal nog niet verleerd. Zijn grootvader Abraham Herschel werlte als tuinarchitect in de grote adellijke tuinen van de landhuizen in de
omgeving van Magdeburg in Saksen. Toen hij overleed
was zijn zoon Isaac niet ouder dan 11 jaar. Die werd ook
tuinman, maar hij was veel meer geïnteresseerd in muziek
en in reizen. Hij trok via Potsdam en Braunschweig (dat
vond hij veel te Pruisisch) naar het westen en hij vestigde
zich uiteindelijk als tuinman in Hannover. Dat was Engels
grondgebied, de keurvorst van Hannover was koning George van Engeland geworden en door de personele unie met
Engeland en het vrije in- en uitreisbeleid was er een be-
trekkelijk relaxed klimaat in Hannover. Zijn zoon Isaac zegt
het tuiniersvak definitief vaarwel en kiest voor de muziek.
Hij krijgt een vaste aanstelling in het orkest van het Garderegiment Infanterie van de keurvorst annex koning. Veel
Duitse steden en hoven hebben zo’n orkest en dat van
Hannover was beroemd in heel Europa. Muziek als beroep
– spelen, zingen, componeren of onderwijzen - genoot
groot aanzien in die tijd, vergelijkbaar met een carrière in
de rechtspraak, in het leger of in het kerkelijk bedrijf. Zijn
vrouw Anna, heel lief, heel knap en heel analfabeet,
schonk Isaac Herschel elke twee jaar een kind, in totaal 10,
waarvan er 6 in leven blijven. Zo ook zoon Wilhelm Friedrich die op 15 november 1738 in Hannover wordt geboren. Vader Isaac bracht zijn liefde voor muziek, maar ook
die voor filosofie en astronomie op zijn kinderen over, ook
op zijn dochters, heel bijzonder in die tijd, moeder Anna
ziet het met lede ogen aan. En Isaac eist dat zijn kinderen
allemaal twee muziekinstrumenten leren bespelen. Zoon
Wilhelm Friedrich kiest voor hobo en viool. Door zijn geweldige aanleg voor die instrumenten baart hij als kleine jongen al opzien als één van de jongste leden van het orkest
van die koninklijke garde in Hannover, daar zaten nogal
wat oude knarren in. Op 14-jarige leeftijd speelt Wilhelm al
de sterren van de hemel!
In 1755 voelden ze ook in Hannover de aarde onder hun
voeten trillen, de aardbeving van Lissabon die in die stad
30.000 slachtofferts eiste, zorgde voor andere gedachten
over een liefderijke God die de aarde vredig bestiert. Er
kwam behoefte aan reflexie en inkeer over de plaats van
de aarde in de kosmos. Vader Isaac voerde daarover verhitte discussies met zijn oudste zoon Jacob, de broer van
Wilhelm.
Toen de Garde Infanterie in 1757 jammerlijk verloor van de
Fransen in de slag die de 7-jarige oorlog tussen Engeland
en Frankrijk inleidde, Hannover door Franse troepen bezet
werd en in het huis van de Herschels inkwartierden, vluchtte Wilhelm Friedrich samen met zijn oudere broer Jacob
naar Engeland. Maar, zoals ik al eerder memoreerde, zaten ze in Londen niet op buitenlandse immigranten te
wachten, zelfs niet toen Wilhelm William werd. En toen in
1759 de grote Duitse immigrant George Frideric Händel
plotseling overleed was er nergens anders meer aandacht
voor. Händel overleed trouwens aan de acute complicaties
van een staaroperatie, net zoals 9 jaar eerder Johann Sebastian Bach dat lot trof, een staaroperatie was in die tijd
een gevreesde ingreep, men overleed vaak aan infecties.
William Herschel vertrok naar Noord-Engeland en vond
daar zijn draai als beroepsmusicus in allerlei vormen en
uiteindelijk als organist in Bath. Hij componeerde veel symfonieën, zijn clavecimbel- en orgelwerken en verschillende
hoboconcerten. Vanavond hoort u zijn 2 e hoboconcert in
een bewerking voor orgel dat ontstond in 1762, precies het
jaar dat het orgel in deze Kapelkerk hier in Alkmaar werd
gebouwd door de beroemde Christiaan Müller. William was
toen 24 jaar oud.
William vond veel voldoening in zijn werk. Maar wanneer
hij op heldere wolkenloze nachten van een concert terug
naar huis liep en hij de wondere sterrenhemel bekeek, begon het bij hem te kriebelen. De sluimerende liefde voor de
astronomie kreeg hem helemaal in haar greep en langzaam maar zeker verlegde hij zijn aandacht van de muziek
naar het heelal. Hij moest eerst alles zelf leren: astronomie,
wiskunde, optica, lenzen slijpen. Maar ook hier bleek hij
alras naast een doorbijter een soort wonderkind. Vele jaren
van keihard werken en bibberen in koude nachten zouden
September oktober 2015
9
volgen. Maar uiteindelijk leidde zijn werk in 1781 tot de ontdekking van een nieuw hemellichaam, een nieuwe planeet.
Dat was sinds de dagen van Pythagoras in het oude Griekenland niemand meer gelukt. Hij had het beeld van het
zonnestelsel veranderd! Hij noemde die planeet Georgium
Sidus, naar zijn weldoener koning George III, maar dat
vond op het Europese vasteland in wetenschappelijke kringen niet zo’n weerklank, en uiteindelijk werd het Uranus.
Zonder de trouwe hulp van Williams zus Carolina zou die
ontdekking wellicht pas veel later zijn geweest en misschien wel zijn neus voorbij zijn gegaan.
William trouwde tenslotte zijn trouwe huishoudster die hem
één kind schonk. William was ’s nachts immers meestal
niet in de echtelijke slaapkamer te vinden maar buiten onder de blote hemel. Ook deze zoon John werd een zeer
verdienstelijk astronoom. Tante Carolina stond haar mannetje door het ontdekken, beschrijven en catalogiseren van
duizenden nevels. Voor de nauwelijks ontwikkelde exhuishoudster, nu echtegnote annex moeder moeten de
gesprekken aan tafel tussen die drie astronomische fanatiekelingen bijna surrealistisch zijn geweest!
Koning George III betaalde zijn hofastronoom letterlijk en
figuurlijk een vorstelijk salaris. Hij was apetrots op zijn wetenschapper die een nieuw hemellichaam naar hem had
vernoemd. Hij bezocht Herschel, die inmiddels in de buurt
van Windsor woonde, regelmatig. Op een keer was het
hem gelukt om de aartsbisschop van Canterbury mee te
krijgen op zo’n bezoek. Die had misschien wel dezelfde
aarzelingen als Haydn over dat griezelige heelal en die
wonderlijke bijna angstaanjagende apparatuur. De oudere
man liep wat moeilijk en bleef ver achter bij de koning. Dus
toen de koning al bij de bijzondere reuzentelescoop van
Herschel stond, draaide hij zich om en riep naar de aartsbisschop: Kom eerwaarde, ik zal u de weg naar de hemel
wijzen. De aartsbisschop bleef heel kalm en glimlacht :
Mijn hemel, en dat is ook de uwe, ziet er anders uit...en
daar kunt u niet zo gemakkelijk in binnensluipen!
In 1819 werd Herschel SIR William Herschel, drie jaar voor
zijn dood. Herschel stierf in 1822 op relatief hoge leeftijd,
hij werd 83 jaar. Zijn graf in de plaats Slough, zo’n 40 km
ten westen van Londen en op steenworp afstand van
Windsor Castle is een bijzondere plek voor allen die de
ontwikkeling van de astronomie en de rol van pioniers
daarin een warm hart toedragen. En, is het toeval of niet,
Sir William Herschel is begraven in een kerk met de naam
Saint Lawrence’s Church!
Dames en heren, Haydn schreef in zijn dagboek bij de datum 15 juni 1792 ‘Heb William Herschel ontmoet’, meer
niet. Vergeeft u mij de romantische uitwerking van die vier
woorden?
ik gaf u een kort overzicht van twee heel bijzondere mensen wonderbaarlijk verenigd in één persoon. De enthousiaste hoboïst Wilhelm Friedrich en de internationaal gelauwerde astronoom Sir William Herschel. Sir William Herschel: vleesgeworden Music and Space.
Geraadpleegde bronnen, o.a.:
Richard Holmes (2009) De tijd van verwondering, p.88 e.v.
Miller A.G. (1959) Van sterrenwichelarij tot ruimtevaart, p.
228 e.v.
Frank van Wijk, persoonlijke mededelingen
De organist demonstreert op
verzoek van Henk Verbeek het
Dopplereffect
Het orgel van de Kapelkerk
10
Metius Magazine nr. 206
Het grote ijs
Samenvatting van de Metius-lezing van vrijdag 28 november 2014 door professor Michiel van den Broeke over het
IPCC ( Intergovernmental Panel on Climate Change ), klimaatverandering en het smelten van landijs.
Op 25 januari 2008 was Michiel van den Broeke ook gastspreker voor Metius over dit onderwerp.
Een jaar of twee geleden hebben we ook een boeiende
lezing van prof. Salomon Kronenberg gehad met als titel “
de menselijke maat “, waarin hij min of meer de vloer aanveegde met de mondiale klimaatpaniek en in het bijzonder
met de film An Inconvenient Truth van Al Gore.
In de Metius-lezing van september j.l. heeft Dr. Stoffelen
van het KNMI ook zijn licht laten schijnen over de mondiale
opwarming. Derhalve was het hoog tijd om weer eens bijgepraat te worden over de laatste inzichten. Prof. van den
Broeke had daartoe zijn presentatie in twee delen gesplitst:
voor de pauze recente inzichten over klimaatverandering
en na de koffie ging het over het landijs.
peratuur. De afgelopen 2000 jaar was de concentratie CO 2
ongeveer gelijk, zo’n 280 ppm, parts per million. De Keeling-curve toont het verloop sinds 1958. Op de Mauna Loa
vulkaan op Hawaï wordt sinds die tijd continu de CO 2concentratie gemeten en in een simpele grafiek weergegeven. Die grafiek toont een stijgende lijn van 310 ppm in
1960 naar 380 ppm nu.
De lucht in Nederland is qua gehalte SO 2 sinds 1975 tien
maal zo schoon geworden. Dat vertaalt zich in zonniger
weer en minder mist omdat er minder condensatiekernen
zijn. Zure regen bestaat niet meer. Toch kleeft er ook een
nadeel aan die heldere lucht. Door de intensievere straling
van de zon stijgt de temperatuur nog sterker.
Recente inzichten
Onderzoek richt zich momenteel met name op de invloed
van ijs op het klimaat en vice versa.
Volgens een geologisch model, ontstaan door extrapolatie
uit het verleden, stijgt de zeespiegel ruim twee meter per
graad mondiale temperatuurtoename. Het IPCC gebruikt
een andere formule.
Wel is berekend dat als alle gletsjers over de hele wereld
smelten, de zeespiegel stijgt met 15-37 cm. Dat is dus peanuts vergeleken met de vele meters stijging die optreedt bij
het smelten van de immense ijskappen van Groenland en
Antarctica.
Het IPCC stelt elke vijf jaar een lijvig rapport op. Deze
rapporten zijn vrij verkrijgbaar op internet en zijn erg interessant. Het IPCC zit volgens van der Broeke met een imagoprobleem. Het bestaat uit een groep klimaatdeskundigen
van over de hele wereld, die slechts een deel van hun tijd
aan IPCC-onderzoek besteden. Kritiek op de bevindingen
van IPCC en ontkenning van opwarming van de aarde
komen veel voor. In Nederland wordt dan vaak de ijzige
maand januari 2010 als voorbeeld aangehaald, waarbij
sommigen zelfs aan een naderende ijstijd denken. Michiel
was er zeer duidelijk over. Mondiaal was die maand erg
warm, alleen toevallig bij ons niet. Die hele winter, die bijna
een Elfstedentocht opleverde, was volgens de statistieken
heel gewoon, zoals uit het Hellmann-getal blijkt. Dat getal,
ook wel koudegetal genaamd, wordt berekend over de periode 1 november-31 maart. De gemiddelde etmaaltemperaturen beneden het vriespunt worden gesommeerd,
met weglating van het minteken. Een winter met H > 300 is
streng. De laatste winter in die categorie was 1963. Een H
> 100 is koud en van 100 tot 40 is normaal. De winter van
2010 kreeg een koudegetal van 95.
Het IPCC heeft van alle broeikasgassen de bijdrage aan de
opwarming in kaart gebracht. Zonneklaar is dat CO 2 verreweg het belangrijkste is. Het hele broeikasverhaal speelt
zich af tot een hoogte van 30 km in de flinterdunne aardse
atmosfeer. Het complete CO2-archief bevindt zich in het ijs
van gletsjers en ijskappen en is uitgebreid onderzocht en in
kaart gebracht. De concentratie toont pieken en dalen, die
rechtstreeks weerspiegeld worden in de heersende tem-
Prof van den Broeke
Slotconclusie van prof. van den Broeke: de menselijke invloed is significant. De EU heeft als doel de temperatuurstijging tot 2100 te beperken tot 2 graden. Echter volgens
de laatste gegevens zitten we nu op een scenario, het zgn
“ business-as-usual scenario “, dat tot 5 graden verhoging
in 2100 leidt.
Die gang van zaken betekent dat het op de Noordpool 10
graden warmer zal worden en dat er in 2070 geen zeeijs
meer zal zijn.
Het jaar 2014 is op weg om het warmste ooit te worden.
Hoogste tijd voor mondiale actie.
Landijs
Op Groenland is nog geen duidelijke afname van de afmeting van de ijskap te zien. Echter er is wel verlies van massa gemeten, evenals in Alaska en op Antarctica. Deze metingen zijn gedaan in het kader van het “ GRACE-project “.
GRACE staat voor Gravity Recovery And Climate Experiment. Het bestaat uit een tweetal satellieten die in dezelfde
baan rondcirkelen, op een onderlinge afstand van ca 200
September oktober 2015
11
km. Als satelliet A boven een continent komt, versnelt hij
een beetje doordat de zwaartekracht boven land iets groter
is dan boven de oceaan. De afstand tot zijn maat zal iets
toenemen. Door het meten van de minuscule veranderingen in onderlinge afstand tussen A en B als ze achter elkaar over een bepaald gebied vliegen, brengen wetenschappers hobbels in de massa van de aarde in kaart.
Op deze wijze is ontdekt dat de versnelling van de satellieten boven de genoemde gebieden kleiner is geworden als
gevolg van massaverlies. Het waarom van dit verlies wordt
op dit moment onderzocht. Het zou o.a. veroorzaakt kunnen worden door het wegstromen van ijs. “Satellite tracking “ heeft aangetoond dat de ijskappen van Groenland en
Antarctica dynamische processen bevatten die het beste
als ijsstromen gezien kunnen worden. Er worden massaal
metingen verricht en op veel plaatsen op de Zuidpool verrijzen automatische weerstations, ook een paar Nederlandse. Laagste gemeten temperatuur is minus 89 o. Frappant is
dat in het binnenland van Antarctica slechts 50 mm
sneeuw per jaar valt en dat het er gortdroog is. Het woeste
weer vinden we aan de randen van het continent, waar de
lucht gedwongen wordt op te stijgen en uitsneeuwt. Er is
zelfs een gebied aan die rand waar een gemiddelde windkracht acht staat. Dat zijn katabatische winden, ijskoude en
dus zware lucht die van het hogere terrein via berghellingen omlaag komt donderen.
Tenslotte: de twee grootste gletsjers van de Zuidpool hebben sinds 1980 twee maal zoveel ijs afgevoerd als in de
periode daarvoor. Het massaverlies van Antarctica wordt
geschat op ongeveer 150 gigaton per jaar, dat is de massa van 150 km 3 water. Groenland verliest jaarlijks 350 gigaton.
Wiebe Rinsema
Uit de serie astronomische instrumenten:
De Kompas-zonnewijzer uit de 18de eeuw.
Het probleem met
vrijwel alle soorten
zonnewijzers is dat
voor de opstelling
bekend moet zijn
waar het noorden
is, welke breedtegraad van toepassing is en wat de
eigenlijke de kloktijd
is. Zonnewijzers
geven nl. altijd de
ware tijd en die verschilt voortdurend
van de kloktijd;
Fig 1
Fig 3
Als nu de schaduwen van beide wijzers door horizontaal te
draaien een gelijke tijd aangeven is dat meteen de ware
zonnetijd en is de uitlijning op het noorden overbodig geworden.
Bij de datum kan de tijdscorrectie worden afgelezen, in ons
geval + 7 minuten, doe daar die 40 minuten bij en dan is de
kloktijd 47 minuten later zolang het wintertijd is, anders
komt er nog een extra uur bij. In dit geval is de ware tijd
15.05 en dus de kloktijd 15.52.
enerzijds omdat wij al ca. 40 minuten verschil
hebben met de 15 graden oosterlengtegraad waarop de
MET is gebaseerd. Dat is de Duits- Poolse grens. Met andere woorden als het kloktijd 12 uur is dan duurt het nog 40
Henk Verbeek
minuten voordat bij ons de zon in het zenit staat ware het
niet dat er nog andere variabele afwijkingen zijn als gevolg
van de enigszins elliptische baan van de aarde en van de
scheefstand. Er is dan een berekening nodig om tot de
kloktijd te komen.
De zonnewijzer die hier wordt besproken heeft dit probleem van de zg. tijdvereffening en
de noordrichting in zichzelf al opgelost. De helling van de zonnewijzer
kan worden ingesteld op de positie
van de waarnemer; zeg 52 0 NB.
(fig.2). Het instrument heeft één vaste wijzer en één die verschuifbaar is,
die laatste wordt op de dag van vandaag gezet (fig. 3) zeg 21 maart.
Fig 2
12
Metius Magazine nr. 206
Fig 4
Recente ontwikkelingen in de Radiosterrenkunde
gemaakt van zeer verre objecten, ofwel van objecten die
Een verslag van de Metiuslezing door prof. A.G. de Bruyn we ver in de tijd terug zien.
op vrijdag 24 april 2015.
Als je ver in de tijd terug kijkt, treedt er roodverschuiving
op: de 21 cm waterstoflijn wordt verschoven naar grotere
Ger de Bruyn, onlangs gepensioneerd hoogleraar aan de
golflengtes. We zijn heden ten dage sterk geïnteresseerd
Universiteit Groningen maar nog volledig actief op het ter- in de eerste sterrenstelsels en in de vraag hoe die gevormd
rein van de radiosterrenkunde, begon zijn voordracht met
werden. Daarvoor moeten we dus naar veel langere radioeen schets van de grote radiotelescopen die er nu op aar- golven kijken. LOFAR is daarvoor het nieuwe, krachtige
de staan. Het betreft altijd grote schotels: nodig om met de instrument.
relatief lange radiogolven toch nog een niet te slecht schei- LOFAR bestaat uit een groot aantal zeer eenvoudige ontdend vermogen te krijgen.
vangers, die voor golflengtes van enige meters zijn ontworDe eerste hemelkaarten die er met radiotelescopen werden pen. Ze zijn in spiraalvormige armen van honderden km
gemaakt waren dan ook niet scherp. Toch was er een
lengte gerangschikt, met het centrale punt nabij Exloo in
groot voordeel bij het gebruik van radiogolven: waterstof
Drenthe. De ontvangers zijn niet schotelvormig; ze zijn zelf
(het meest voorkomende element in het heelal) zendt stra- ook niet richtinggevoelig; het richten van LOFAR als geheel
ling uit met een golflengte van 21 cm. Dit heeft te maken
gebeurt via het elektronisch laten samenwerken van de
met de twee energietoestanden die het waterstofatoom
ontvangers. Die zijn daartoe met glasvezelbundels verbonkent: de kern (een proton) en het eromheen cirkelende
den met een centraal punt, waar de uitzonderlijk grote daelektron hebben beide een spin; die twee spinnen kunnen tastroom met de krachtigste hedendaagse computers
gelijkgericht zijn (de deeltjes draaien in dezelfde richting) of wordt bewerkt. De wetenschappelijke leiding van het
tegengesteld gericht. In het tweede geval is de gezamenlij- LOFAR-project berust bij ASTRON in Dwingeloo.
ke energie iets lager. Wanneer een waterstofatoom zich in
de eerste toestand bevindt en overgaat naar de tweede
toestand, dan komt dat surplus aan energie vrij in de vorm
van een foton met een golflengte van 21 cm. Dit proces is
herkend en voor het eerst gebruikt door een groep Nederlandse sterrenkundigen onder leiding van Oort, met Van de
Hulst als trekker van het project dat tot de radiotelescoop
van Dwingeloo heeft geleid.
Hogere energietoestand
lagere energietoestand
Met radiotelescopen kun je dus concentraties waterstofgas
in het heelal zichtbaar maken. Weliswaar is de snelheid
waarmee dit verval van de hoge naar de lage energietoestand plaats vindt uiterst gering, maar er is zoveel waterstofgas dat er in totaal toch een meetbaar signaal komt.
Wat later is er een middel gevonden, dat leidt tot de mogelijkheid van een scherper beeld in het radiogebied: het laten samenwerken van verschillende schotels, die op grote
afstand van elkaar mogen liggen. Dit is mogelijk door elektronisch de binnengekomen signalen zodanig te vertragen,
dat ze weergeven wat ze zouden hebben ontvangen wanneer ze zouden staan in het vlak loodrecht op de
(gemeenschappelijke) kijkrichting van de schotels. De
schotels tezamen simuleren dan één grote schotel, met
een diameter die van de orde is van de afstand tussen de
schotels afzonderlijk. Met deze methode kan een scheidend vermogen bereikt worden bij radiogolven die beter is
dan wat we gewend zijn bij telescopen die gewoon licht
gebruiken. In Nederland in de synthese-radiotelescoop van
Westerbork de eerste van dit soort geweest, maar er bestaan tegenwoordig grote samenwerkingsverbanden waarmee men zelfs intercontinentaal radiotelescopen laat samenwerken.
Er worden dan ook met radiotelescopen prachtige beelden
September oktober 2015
De armen van Lofar
Het centrum van LOFAR (350 m diameter)
13
Lofar maakt het mogelijk om een breed scala van onderzoeksprojecten uit te voeren. Onze spreker noemde zeer
hoog-energetische kosmische straling, de interplanetaire
ruimte met het “zonneweer”, neutronensterren en in het
bijzonder pulsars, de zeer kortdurende raadselachtige radiobronnen die bekend staan onder de naam transients,
magneetvelden en het interstellaire medium in sterrenstelsels, clusters en grote schokken in kosmische deeltjesversnellers en tenslotte kosmologie in het algemeen.
De hoge gevoeligheid van LOFAR zorgt ook voor problemen: voor allerlei verschijnselen als bliksem, activiteit van
de zon, radiostraling van menselijke oorsprong, het
“twinkelen” van radiobronnen, … moet gecorrigeerd worden.
Ger de Bruyn is de leider van het LOFAR EoR project, dat
de gebeurtenissen in de kinderjaren van het heelal bestudeert. Hoe zijn de eerste sterren en sterrenstelsels ontstaan? Het mooie van LOFAR is, dat (gebruik makend van
een roodverschuiving van wel met een factor 10 in de 21
cm lijn) een beeld van het vóórkomen van waterstof in het
allervroegste heelal gemaakt kan worden. De clou zit in het
detecteren van het verdwijnen van de (neutrale) waterstof
aan het begin van de periode van re-ionisatie (RoE) in het
vroege heelal. Dit gebeurde 300 – 400 miljoen jaar na de
Big Bang, toen de eerste sterren werden gevormd. Die ioniseerden het neutrale waterstofgas. Door naar die tijd, en
iets verder terug, te kijken kunnen we met LOFAR dus een
beeld krijgen van precies de eerste concentraties waterstofgas in het heelal. Die concentraties geven op hun beurt
direct informatie over de verdeling van de donkere materie
in het vroege heelal: de zwaartekracht van die donkere
materie bepaalde de ligging van de concentraties waterstofgas.
Met LOFAR zet Nederland de sterke traditie voort in baanbrekend onderzoek met behulp van radioastronomie!
Piet Cijsouw
21 augustus 2015
De “Eigen Avond” op 15 mei 2015
als niet op dat moment Zeus tussenbeide was gekomen.
Hij slingerde zowel de beer als de jager naar de hemel
Deze bijeenkomst was de laatste in buurtcentrum “de Oe- waar ze nu nog te zien zijn als de sterrenbeelden Grote
ver”; de Metius-lezingen zullen vanaf september gehouden Beer en Kleine Beer.
worden in het net gerenoveerde “Thuis in Overdie”. De
Na de pauze waren er vier “tafeltjes”, voor ieder van de
“eigen avond” werd door 21 personen bezocht; er was een uitgekozen onderwerpen één. De aanwezigen verdeelden
uitgebreide pauze waarin ieder ruim de gelegenheid had
zich over de “tafeltjes” en kregen daar uitleg over het onom contact met de medeleden te maken. Na de pauze (in
derwerp. Vaak liep dit op een flinke discussie uit, waarmee
een nieuwe opzet) werd de mogelijkheid geboden om over het tweede deel van de avond levendiger werd dan je met
een speciaal onderwerp nader geïnformeerd te worden,
“bezoek aan tafeltjes” zou verwachten. De gevolgde wijze
waarbij er vier parallelle groepen waren.
van werken leent zich dus voor toekomstig gebruik!
De avond begon met enige mededelingen van de voorzitter Ik vervolg met een korte bespreking van de uitleg bij de
(met als voornaamste onze medewerking aan de “Proloog” vier “tafeltjes”.
van het Alkmaarse orgelfestival Music and Space).
Daarna verzorgde Mees Visser een kort verslag, gelarDigitale fotobewerking, door Inge van de Stadt.
deerd met foto’s, van de excursie naar het KNMI van 29
Een digitale foto bestaat in wezen uit een grote tabel getalapril, een excursie die door de Werkgroep Weer was geïni- len, voor iedere pixel één, waarin de grijswaarde van zo’n
tieerd. Hij sprak over de plezierige ontvangst, over de inlei- pixel is vastgelegd in een getal. Daarbij staat 0 voor zuiver
ding over de geschiedenis en de huidige wijze van werken zwart en 65535 voor zuiver wit. Dit maakt het mogelijk om
van het KNMI, over de voordracht die we kregen over de
in de computer zo’n foto te bewerken, bijvoorbeeld door
weermodellen, over het bezoek aan het oude seismische
hem lichter of donkerder te maken of het contrast te verghuis (met de historische seismometers) en over het bezoek roten. Het vastleggen van de getallen gebeurt door de
aan het museum. Het was een fantastische dag.
CCD-chip. Maar die heeft enige onvolkomenheden, waarHans Dijkstra vervolgde met een ludiek gehouden ondervoor gecorrigeerd moet worden. Zo is er het beeld dat ontwerp: de oud-Griekse mythe van de Grote en de Kleine
staat bij een opname van een geheel zwart veld; door ruis
Beer. Het schone en ietwat jongensachtige meisje Callisto in de CCD-chip zijn dit niet allemaal nullen. Ditzelfde sigwas goed in boogschieten. Artemis, de godin van de jacht, naal zit als het ware ook extra in elke opname van dezelfde
hoorde daarvan en ging haar opzoeken; zij liet haar belobelichtingstijd van een object. Door zo’n donkeropname af
ven zich geheel aan de jacht te wijden en niet met jongens te trekken van een echte hemelopname krijg je een zuiverom te gaan. Dat liep mis toen ze een jaar of 16 werd. De
der beeld. Verder zijn sommige pixels wel eens gevoeliger
oppergod Zeus kwam naar haar toe in vermomming. Ze
dan andere, waardoor bij een beeld van een egaal grijs
viel voor Zeus en baarde als gevolg daarvan een zoontje,
vlak toch een patroon kan ontstaan. Dit zie je in een echte
dat Arcas ging heten. Hera, de vrouw van Zeus, was boos opname als een ongewenste waas, die je weg kunt krijgen
om de (veelvuldig voorkomende) ontrouw van haar echtge- door het actuele beeld pixel voor pixel te “delen” door
noot en nam wraak door Callisto in een beer te verandewaarden uit de grijsopname. Ook stof op lensoppervlakren. Callisto leefde in die gedaante verder in ballingschap
ken , spiegels en filters, veroorzaakt bijvoorbeeld dat de
in het woud en er ging een hele tijd voorbij.
ene pixel relatief minder licht krijgt dan de andere en ook
Arcas werd een uitstekend jager. Op een gegeven dag
dat soort beeldfouten worden gecorrigeerd met de deling
kwam hij een beer op het spoor; dat was Callisto die haar
door de grijsopname.
kind herkende, dus niet bang was en bleef staan. Arcas
trok zijn pijl en boog en zou zijn moeder hebben gedood
14
Metius Magazine nr. 206
Peru) komt koel en daardoor voedzaam water naar boven
en is het droog, voor de kusten van Indonesië en Australië
is het zeewater warmer wat leidt tot verdamping en regen.
Bij een El Niňo is dit proces verstoord en keert de richting
van de stroming om: bij Peru verdwijnt de vis, bij Indonesië
en Australië zijn er misoogsten wegens droogte.
Afbeelding 1: Voorbeeld van een ruwe opname (M92)
Nieuwe inzichten, ingegeven door meetresultaten met een
flink aantal meetboeien in zee, tonen aan dat dit beeld aanpassing behoeft: in feite is er altijd een “warm gebied” in de
oceaan, een ovaal waarvan de ligging meer westelijk of
meer oostelijk kan zijn. Daarbij representeert El Niño een
extreem oostelijke ligging. Hoe de verplaatsing van de
“warme plek” geschiedt, is nog niet goed begrepen. De
grootte van de warme plek is ook variabel en de vorm kan
meer en minder uitgerekt zijn. Zie voor een afbeelding in
kleur pagina 23.
Sterrenkijken, door Rob Steegs.
Onze leenkijker is een bijzonder handig instrument voor
degenen die nog niet ervaren zijn in het vinden van objecten aan de hemel. Het probleem bij het vinden is, dat goed
zicht door een kijker samengaat met een klein beeldveld,
waardoor het lastig is om in één keer de kijker op het gewenste object te richten. Een bekend hulpmiddel is het
“star hoppen”: je richt eerst (met kleine vergroting) op een
heldere bekende ster, gaat vandaar uit met steeds kleinere
bewegingen (en desgewenst onder het inzetten van sterkere vergrotingen) naar je doel toe, waarbij je normaal een
leidraad gebruikt uit een of andere handleiding. Onze kijker
is een z.g. “go to”-kijker, die dit proces onnodig maakt: hij
stuurt zichzelf, met behulp van ingebouwde software, naar
het doel toe. Maar daarvoor moet hij wel eerst goed gericht
Afbeelding 2 bewerkte opname na aftrek donkerstroom en geworden. Dit kan dan ook weer semi-automatisch gebeuren:
deeld door grijsopname
richt hem op een paar heldere sterren en zeg welke sterren
dit zijn, completeer dit met het invoeren van de tijd en de
In feite worden deze processen onafhankelijk uitgevoerd
coördinaten van de plaats op aarde waar je je bevindt, dan
voor ieder van de kleuren die je in de opname wil verwerberekent de kijker zijn initiële instelling en rekent vandaarken. Onder die kleuren kunnen ook niet met het menselijk uit door naar de gewenste plaats aan de hemel. Na enig
oog waarneembare gebieden uit het elektromagnetisch
“zoemen” staat de kijker automatisch daarop gericht.
spectrum zitten, zoals infrarood of nabij ultraviolet.
Voor Metiusleden bestaat de mogelijkheid om aan een
In een enkele opname van een bepaalde tijdsduur zie kun soort introductiecursus mee te doen, waarmee je je de
je details en sterren zien tot een bepaalde magnitude, ter- handigheden van de leenkijker kunt eigen maken.
wijl het opvoeren van de waarneemtijd niet verhoogd kan
Spectrografie, door Henk Verbeek.
worden omdat de opname verzadigd raakt of omdat
Als je wit licht van bijvoorbeeld een felle gloeilamp door
(doordat de tracking en uitrichting van de telescoop nooit
een prisma laat vallen, komt het aan de andere zijde teperfect is) de sterren strepen worden. Toch kun je het eind- voorschijn als een band met alle kleuren van de regenresultaat nog aanzienlijk verbeteren door vele opnamen te boog, een band die we het spectrum noemen. Aan de rode
maken en die te “middelen”: daardoor worden toevallige
kant van het spectrum zit licht van een relatief lage energie
verstoringen weggewerkt. Door het middelen (of optellen)
(ofwel lage frequentie of grote golflengte), aan de violette
bouwt er minder ruis op dan een echt signaal zou hebben
zijde hoge energie (hoge frequente, kleine golflengte).
en zo komen er meer en meer details tevoorschijn. Nog
Lichtbronnen kunnen ook spectra hebben met slechts enbeter is het, om uit de “stack” van opnamen eerst de beste kele felle lijnen, of met een aantal min of meer vaag uitlote selecteren en daarna over die deelgroep te middelen. Al pende banden. Zonlicht blijkt te bestaan uit de volle regenmet al een bewerkelijke techniek voor het verkrijgen van
boog, maar daarin een groot aantal “zwarte lijnen”: plaatéén opname van hoge kwaliteit, maar met de tegenwoordi- sen in het spectrum waarin veel minder licht zit dan gemidge software gaat het toch relatief snel. Zie voor het eindre- deld het geval is. Henk demonstreert een spectroscoop die
sultaat de kleurenafbeelding M92 op pagina 23.
als bouwpakket te krijgen is en waarmee je dit soort specEl Niño, door Leendert Lambach.
tra kunt laten zien.
Onder normale omstandigheden wordt het zeewater in de Hoe komt het dat sommige lichtbronnen heldere lijnen in
Grote Oceaan door de zonnewarmte opgewarmd terwijl het het spectrum hebben en andersoortig licht juist donkere
door de Passaatwinden naar het westen wordt getranspor- lijnen? De atoomtheorie van Bohr geeft daarop antwoord.
teerd. Voor de westkust van Zuid-Amerika (dus de kust van De chemische elementen bestaan uit atomen met ieder
September oktober 2015
15
een kern en daaromheen een aantal rondcirkelende elektronen. Die elektronen mogen slechts in bepaalde banen
om de kern heengaan. Wanneer (bijvoorbeeld door verhitting) zo’n atoom meer energie krijgt, wordt dat opgeslagen
doordat één of een paar elektronen in een hogere, weer
toegelaten baan komen. Na verloop van enige tijd valt zo’n
elektron terug in een lagere baan en daarbij zendt hij het
surplus aan energie uit als een pakketje straling van één
golflengte. Bij die golflengte in het spectrum ontstaat dan
een heldere lijn. Zo heeft het licht van een natriumlamp één
heldere lijn, die in het gele gebied van het spectrum zit.
Omgekeerd, wanneer je neutraal wit licht door een gas laat
gaan waarin atomen zitten die elektronen hebben die nog
“omhooggeslingerd” kunnen worden, dan zal dat juist gebeuren met dat licht dat de energie heeft die past bij die
overgang: er wordt die frequentie uit het spectrum weggezeefd en dat geeft die donkere lijn. Dit gebeurt bijvoorbeeld
in de atmosfeer van een ster. Omdat er veel mogelijkheden
zijn voor sprongen omhoog en ook veel elementen, is sterlicht voorzien van vele donkere lijnen. Uit het vóórkomen
van bepaalde patronen van donkere lijnen in het spectrum
van een ster kun je reconstrueren hoeveel van welke elementen er in de atmosfeer van die ster zitten. Zo kennen
we de chemische samenstelling van alle voldoend heldere
sterren! Voor een praktische demonstratie werd wat keukenzout gehaald uit de kantine dat in een kaarsvlam werd
gestrooid en werd er een duidelijke geel/oranje band zichtbaar van het element natrium. Keukenzout is immers een
verbinding van natrium en chloor.
Piet Cijsouw
21 augustus 2015
2002 in LA, waar hij op blz. 82 stelt “….that its present size
is at least equal to 10 million billion light-years.”, ofwel ca.
1025 km ( dus een 1 met 25 nullen erachter). Kijk dat is nog
Gebeurt u dat ook wel eens? Na
eens klare taal. Eindelijk iemand die het aandurft om een
een lezing of een stukje uit de
antwoord op die prangende vraag te geven. Laat niet onkrant of boek komt er een vraag
verlet dat je als kind bij welk antwoord dan ook - en ook als
op. U kunt uw vraag mailen naar
volwassene - nog met de vraag blijft zitten wat zich nou
de redactie van dit blad zodat de
achter die grens bevindt? Maar dat schuiven nu maar even
hele vereniging kan mee helpen
terzijde. Maar de vraag waar het nu om gaat is: “Is het anteen antwoord te vinden
woord van Joseph Silk juist?” Oftewel “Hoe komt Joseph
Silk nu op deze krankzinnig grote afstand?”.
Dat is de uitdaging. Graag zie ik uw ideeën hierover tegemoet. U mag natuurlijk ook internet raadplegen. Dat heb ik
Hoe groot is het heelal?
ook gedaan. Google bijvoorbeeld. Gelukkig denkt Google
Een prangende vraag, die elk kind van rond tien zich stelt. natuurlijk al vooruit terwijl je het toetsenbord tokkelt en gokt
Grote kans dat u, ondertussen volwassen, nog steeds niet dat je de vragen stelt die de meeste mensen graag beantweet hoe groot het heelal is! Ik kwam op deze aloude boei- woord zouden willen zien. En wie schetst mijn verbazing?
ende vraag dankzij de Nederlandse Sterrenkunde Olympi- Ik had nauwelijks ingetypt “What is the size of….?” of
ade 2014, die in de afgelopen MM nummers uitvoerig aan Google liep al vooruit en spuide hits met als bovenste
de orde kwam vanwege de eerste multiple choice vraag
“What is te size of a penis?” Ook een belangwekkende
“Er zijn zo enorm veel sterren in het heelal, dat je zou ver- vraag maar niet de mijne, ik zocht naar “What is the size of
wachten in elke willekeurige richting aan de hemel wel een the Universe?
ster tegen te komen als je goed genoeg kijkt. Toch is het ’s Voor de goede orde, we hebben het hier dus niet de waarnachts donker”,
neembare grootte, want die is kleiner dan de ware. Om die
met als keuze antwoord omdat het heelal oneindig groot
laatste gaat het. Enfin, ik zie graag uw hersenspinsels over
en erg leeg is. Dat was een fout antwoord. Zie vorige
de grootte van het heelal tegemoet. In een volgende afleMM’s. Maar hoe groot is het dan wel? Grote kans dat u
vering hoop ik, dankzij uw hulp, te raden hoe Joseph Silk
dat nog steeds niet weet!
nou aan die krankzinnige grootte zou hebben kunnen komen.
Vraag van een gek
Echter daar is hoop dankzij het boek “A Short History of
The Universe” van Joseph Silk, aangeschaft in oktober
Mees Visser
Zo simpel is het vast niet (red)
16
Metius Magazine nr. 206
Voor u van internet geknipt:
De versnelling van de uitdijing van het heelal gaat misschien wat minder hard dan tot nu toe werd aangenomen.
Tot die conclusie komen Amerikaanse astronomen na
waarnemingen van verre supernova-explosies (The Astrophyscial Journal, 10 april).
werd pas duidelijk toen de ontploffende sterren op ultraviolette golflengten werden bekeken. Gemiddeld blijken nabije
supernova’s van type Ia iets roder te zijn dan verre.
Dit heeft tot gevolg dat de waargenomen uitdijing van het
heelal voor een deel kan worden toegeschreven aan het
kleurverschil tussen de beide soorten supernova’s. En dat
zou betekenen dat de uitdijing van het heelal minder hard
versnelt, en dat er minder donkere energie is, dan tot nog
toe werd aangenomen.
De onderzochte supernova’s zijn van type Ia, die als
‘standaardkaarsen’ worden gebruikt – uit hun helderheid
kan hun afstand worden afgeleid. De astronomen hebben
nu ontdekt dat die supernova’s toch niet allemaal even veel reacties:
licht geven. Er bestaan in feite twee soorten, en het opmerkelijke is dat in onze nabijheid een andere soort in de
Planeten Paultje 11 april 2015 13.07 uur
meerderheid is dan op grote afstanden.
Bah! dan moet ik al mijn presentaties weer aanpassen.
Deze ontdekking kan gevolgen hebben voor de bepaling
van de uitdijingssnelheid van het heelal. Rond de laatste
eeuwwisseling ontdekten astronomen dat veel supernova’s
van type Ia zwakker lijken dan verwacht, omdat ze verder
van de aarde verwijderd zijn dan het geval was geweest in
een gelijkmatig uitdijend heelal. Dat wijst erop dat het heelal steeds sneller uitdijt – een verschijnsel dat wordt toegeschreven aan de zogeheten donkere energie.
Dat de eigenschappen van verre supernova’s van dit type
een beetje afwijken van die van hun nabije soortgenoten,
Den 11 april 2015 14.41 uur
Ik denk dat het hele verhaal van de versnelde uitdijing als
een supernova zal exploderen. Het heelal neemt de mens
met zijn beperkte mentale vermogens nog altijd in de maling
(red)
September oktober 2015
17
Zonsverduistering op het schoolplein en mijn dak.
In februari 1961 beleefde ik mijn eerste zonsverduistering.
Dat maakte grote indruk op mij. Bij de verduistering van 20
maart 2015 realiseerde ik me dat de vorige verduistering in
1999 had plaatsgevonden. Het merendeel van mijn leerlingen moest toen nog worden gemaakt of had nauwelijks
het bewustzijn waarmee een zonsverduistering kan worden
beleefd. Een belevenis is het! Ik wilde dat die niet onopgemerkt voorbij zou gaan. In de kantine van de school werd
een simulatie van de verduistering vertoond met behulp
van het programma Stellarium. Buiten waren 2 telescopen
opgesteld. Terwijl ik tientallen CD tjes tegen elkaar plakte
om ze veilig te maken had een collega 50 eclipsbrillen besteld. Het maximum zou ongeveer samenvallen met de
ochtendpauze.
Ik vroeg aan sommige nieuwsgierige kinderen: “Hoe oud
ben je?” “13 mijnheer” “Als je 24 bent kan je dit weer
meemaken in Nederland.”
Het stelde niet veel voor in de ogen van de jongelui. Toch
nam de lichtsterkte behoorlijk af. Ik neem maar aan dat
hun ogen zich aan de situatie aanpasten zodat de belevering minder uitgesproken werd. Vóór de verduistering begon leverden de zonnepanelen thuis op mijn dak ondanks
de bewolking ongeveer 300 wat. Tijdens de maximale verduistering was dat nog maar 27 watt. In de omvormer die
de gelijkstroom van de panelen naar 220 volt wisselstroom
omzet zit een wifi apparaatje. Dat zendt allerlei gegevens
over de energieproductie via een webpagina naar mijn
computer telefoon of tablet. De meetgegevens worden automatisch verwerkt in tabellen en grafieken. In de afbeelding ziet u de grafiek van 20 maart waarin Power in watts
Helaas... dikke sluierbewolking benam ons het zicht op de uitgezet is tegen de tijd. Vanaf zonsopkomst gingen de
zon. Het werd wel donkerder en het koelde af van 6,5 naar panelen met het klimmen van de zon meer leveren tot half
4,5 graden. Er kwamen toch heel wat kinderen naar bui10. Daarna ging het met de energieproductie snel bergaften. “Wanneer gaat het licht uit meester?” vroeg een leer- waarts tot het maximum voorbij was.
ling hoopvol. Dat viel dus een beetje tegen. Op het moment dat de zon voor meer dan 80% schuil ging zochten
een paar meeuwen hun slaapplaats op. Zangvogeltjes wer- Hans Dijkstra
den stil.
maximum
18
Metius Magazine nr. 206
Worden details op Pluto’s maan Charon vernoemd
naar beroemde Science Fiction figuren?
Mons (vernoemd naar sciencefiction-auteur Arthur C. Clarke (2001: A Space Odyssey)) en de valleien Nostromo
Chasma (vernoemd naar het ruimteschip uit de Alien-films)
Als het aan het New Hori- en Tardis Chasma (vernoemd naar het ruimteschip/de tijdzons-team ligt wel. En
machine uit de Doctor Who-serie). Tevens zijn er kraters
ook aan de Star Wars- en vernoemd naar Star Wars’ Leia Organa, Luke Skywalker
Doctor Who-fans is geen Darth Vader.
dacht! Nu nog afwachten
wat de IAU ervan vindt.
Ruimtesonde New Horizons stelt ons in staat om
voor het eerst details op
Pluto en zijn manen te
bewonderen. En details
zijn er genoeg, zo bleek!
Zo zijn er op Pluto enorme bergen te vinden en bezit Charon kraters, kliffen en valleien.
Thema’s
Niet elke naam is geschikt voor structuren op Pluto en zijn
manen. Zo zijn er verschillende thema’s. Voor kenmerken
op Pluto wordt gekozen voor namen die samenhangen met
mythologische onderwerelden, schrijvers, wetenschappers
en technici die geassocieerd worden met Pluto en de Kuipergordel. Voor kenmerken op Charon worden namen gekozen van onder meer fictieve en mythologische ontdekkingsreizen, ontdekkingsreizigers en hun vervoersmiddelen. Geologische kenmerken moeten natuurlijk voor het
gemak een naam krijgen. Eerder dit jaar werd bekend dat
het grote publiek mocht meedenken over de namen voor
geologische structuren op het oppervlak van Pluto en zijn
manen. Op een speciaal voor de gelegenheid opgezette
website kon je namen indienen en op ingediende namen
stemmen. Zodra New Horizons bij Pluto en zijn manen in
de buurt kwam en geologische kenmerken detecteerde,
zou het New Horizons-team een aantal namen uit de lijst
kiezen en deze koppelen aan bepaalde structuren. Daarna
zou de IAU (de organisatie die hemelobjecten en kenmerken op hemelobjecten van namen voorziet) besluiten of de
namen ook daadwerkelijk voor die structuren gebruikt
mochten/konden worden.
Kent Pluto weersverschijnselen?
Pluto bevindt zich 30 tot 50 keer verder weg van de Zon
dan de Aarde en het is daarmee één van de koudste grote
hemellichamen in het zonnestelsel. Maar ondanks de grote
afstand zijn de temperatuurschommelingen dermate groot
dat ze een groot effect hebben op de dwergplaneet.
Alle planeten vertonen temperatuurveranderingen die gerelateerd zijn aan hun seizoenen. Sommige veranderingen
zijn extremer dan andere. Op zijn warmst, als Pluto het
dichtste bij de Zon staat bereikt de temperatuur een waarKaartjes
de van -223° Celsius. Op zijn koudst wijst de thermometer
Het New Horizons-team heeft nu zijn eerste keuzes geeen temperatuur van -233° Celsius aan.Deze verandering
maakt en kaartjes vrijgegeven met daarop een stukje van
in temperatuur lijkt erg klein maar heeft wel een significant
Pluto en Charon. Op de kaartjes zijn onder meer kraters,
effect. Pluto bestaat uit een rotsachtige kern omringd met
bergen en valleien te zien. Veel van deze geologische
ijs van verschillende soorten gas. Bij de dichtste nadering
structuren hebben inmiddels een naam gekregen van het
van Pluto tot de Zon is de temperatuur hoog genoeg om ijs
New Horizons-team. Zo zien we op Pluto namen van diver- direct te sublimeren in gas om zo een ijle dunne atmosfeer
se beroemde ruimtesondes voorbij komen. Regio’s dragen te vormen. Bij het toenemen van de afstand tot de Zon beer namen als Hayabusa Terra (vernoemd naar de eerste
vriest dit gas weer en verdwijnt ook de atmosfeer.
ruimtesonde die landde op een planetoïde), Voyager Terra
(vernoemd naar de eerste ruimtesonde die de interstellaire
ruimte binnenging) en Pioneer Terra (de eerste ruimtesonde die de buitenste regionen van ons zonnestelsel verkende). Ook zijn er veel namen van ontdekkingsreizigers te
vinden, zoals Zheng He en Kupe. En veel namen van figuren uit de onderwereld (bijvoorbeeld Virgil, de gids van
Dante). Ook diverse wetenschappers zijn geëerd, waaronder Jan Oort, de onderzoeker die stelde dat kometen een
gemeenschappelijke oorsprong hadden. Op Charon treffen we de regio Vulcan Planum aan (vernoemd naar de
fictieve planeet Vulcan uit Star Trek). In deze regio bevinden zich diverse kraters, waaronder de Spock- en Kirkkrater (eveneens uit Star Trek). Ook zien we er Clarke
Hans Dijkstra
September oktober 2015
19
Wegwijs naar….
Cygnus, de Zwaan
M29
Open Sterrenhoop
De zomerse Melkweg wordt 's zomers gedomineerd door
het uitgestrekte figuur van de Zwaan. De kop van de
Zwaan bevindt zich bij β, de schitterende dubbelster Albireo. De vleugels strekken zich uit naar het noordwesten
naar δ (delta), en naar het zuidoosten naar ε (epsilon). Zijn
staart tenslotte wordt gemarkeerd door de eerste magnitude ster α genaamd Deneb wat in het Arabisch simpelweg
"staart" betekent. Dit sterrenpatroon wordt ook wel het
Noorderkruis genoemd. In zuid Europa staat de Zwaan
rond Kerst rechtop boven de noordelijke horizon. De
Zwaan lijkt langs de Melkweg naar het zuidwesten te vliegen, in de richting van Aquila, de Adelaar. De Adelaar op
zijn beurt vliegt de Zwaan tegemoet naar het noordoosten.
In de klassieke mythologie werd Cygnus geïdentificeerd
met de zwaan waarin Jupiter zichzelf veranderde toen hij
Leda, de vrouw van de koning van Sparta Tyndareus,
wenste te verleiden terwijl zij baadde in een vijver. Uit hun
vereniging kwamen Pollux en Helena ter wereld; later Helena van Troje wiens schoonheid "duizend schepen te water
liet". In tegenstelling tot zijn halfbroer Pollux was Castor
een gewone sterveling aangezien zijn vader, koning
Tyndareus, ook een sterveling was.
Cygnus bevat ongetwijfeld het mooiste gedeelte van de
Noordelijke Melkweg. De Grote Kloof begint bij Deneb en
strekt zich uit naar het zuidwesten tot aan Alpha Centauri,
ver naar het zuiden. De stofwolken van De Grote Kloof bevinden zich op ongeveer 1000 lichtjaren afstand in de richting van de Zwaan, en komen steeds dichterbij naarmate
we ons naar het zuiden bewegen naar Aquila, Scutum, Sagittarius en Scorpius, waar ze zich op een paar honderd
lichtjaren bevinden. De beroemde Kolenzak in het Zuiderkruis wordt waarschijnlijk gevormd door een buitengebied
van de Grote Kloof stofwolk. De Cygnus Sterrenwolk, die
zich over 20 graden uitstrekt vanaf Albireo naar het noordoosten tot aan Gamma Cygni is het helderste deel van de
Melkweg ten noorden van de hemelequator. Dit deel van
de Melkweg is een schitterend gezicht in een verrekijker;
het zuidwestelijke deel valt op door de heldere achtergrond
van ontelbare sterren, terwijl het noordoostelijke deel zeer
veel sterren bevat van de 6e tot de 10e grootte. Wanneer
we naar de Cygnus Sterrenwolk kijken, zien we in feite het
deel van onze eigen spiraalarm waar deze zich naar binnen, richting het centrum van de Melkweg kromt.
Kwaliteit hemel: Donker tot goed donker
Vergroting: Laag
Zichtbaarheid:
Juni tot November
Waar te zien
Zoek de grote figuur van de Zwaan, deze heeft de vorm
van een vlieger. Op het snijpunt van de assen van de vlieger vind je een tamelijk heldere ster, dit is γ Cygni, ook wel
Sadr genaamd. Zorg ervoor, dat je γ aan de noordelijke
rand van je zoeker hebt.
In de zoeker
Je ziet een veld vol met sterren. Een klein groepje zwakkere sterren, lijkend op een mini- versie van de Pleiaden is
M29.
In de telescoop
In de telescoop zie je een leuke, compacte groep sterren.
Er zijn acht heldere sterren, en een groter aantal zwakkere.
De helderste vier staan in een vierkant, en drie andere in
de vorm van een driehoek die naar het noorden wijst.
Waar kijk je naar?
Charles Messier ontdekte deze groep op 29 juli 1764, en
beschreef hem als een "groepje van 7 of 8 zeer kleine sterren". Het is geen grote groep, slechts 11 lichtjaren in doorsnede op een afstand van 6000 lichtjaren. De vijf helderste
leden zijn allemaal B0 reuzen, waardoor de totale helderheid van de sterrenhoop een indrukwekkende 160.000
zonnen bedraagt!
M39
Open Sterrenhoop
Kwaliteit hemel: Donker tot goed donker
Vergroting: Laag Zichtbaarheid:
Juni tot November
Waar te zien
Zoek de Zwaan, en begin bij de westelijke vleugel, aangeduid door δ (delta). Stap vanaf δ naar de helderwitte α, dit
is Deneb ofwel de staart van het beest. Neem eenzelfde
stap, en je komt bij de veel zwakkere ρ (rho). Vanaf ρ nemen we een halve stap richting de dichtstbijzijnde punt van
de "W" van Cassiopeia; hier vind je π (pi). Halverwege ρ en
π, maar iets naar het westen vind je M39.
In de zoeker
Je ziet een veld vol met zwakke achtergrondsterren van de
Melkweg. Een grote, losse groep sterren is M39.
In de telescoop
In de telescoop zie je een grotere, erg losse groep sterren.
Zo'n 20 sterren vormen een driehoek ter grootte van de
Cygnus bevat een veelheid aan objecten die ons esthevolle maan, met een ster van de 9e grootte aan de noordetisch treffen, astronomisch interessant zijn, of beide. Beta
lijke hoek, en sterren van de 7e grootte aan de zuidoostelijCygni, Albireo is een van de mooiste dubbelsterren van de ke en zuidwestelijke hoek. Ondanks de losse structuur is
hele hemel. 61 Cygni is nauwelijks de mindere, en ook nog M39 opvallend tegen de zwakke achtergrond van de Melkeen van onze naaste buren. De Noord Amerika Nevel, net weg..
Waar kijk je naar?
ten oosten van Deneb is te zien in een verrekijker en bevindt zich in een sterrenveld dat zich kan meten met de
Messier was ontdekt door Le Gentil in 1750; Messier voegCygnus Sterrenwolk. Net zo vaak gefotografeerd als de
de de sterrenhoop toe aan zijn lijst in 1764. De afstand is
Noord Amerika Nevel is de Sluiernevel, een wat moeilijker 830 lichtjaren. Het is een losse groep met weinig leden; de
object. Dit is geen emissienevel zoals de Noord Amerika
doorsnede van de groep is ongeveer 7,5 lichtjaren.
Nevel, maar een supernova restant. Verder zijn er een
aantal planetaire nevels te vinden, en open sterrenhopen. Rob Steegs
De twee Messier objecten die we in Cygnus vinden zijn
allebei open sterrenhopen; de grote losse M39 en de kleine
M29.
20
Metius Magazine nr. 206
Joehoe kopij voor nr
207 voor 20 oktober
insturen
September oktober 2015
21
Hemelkalender
september – oktober 2015
Vr/Za 18 en 19 september
Deze twee avonden is de
maan in de buurt van Saturnus (+0,6) te vinden. In
de avondschemering van 18
september staat
de maan 5° ten noordwesten
van de planeet,
de volgende avond 8° ten
oosten ervan. Even verderop komen we de ster Antares
(+1,0) tegen. De conjunctie van de maan en Saturnus
vindt plaats onder onze horizon om 5 uur
(19 september), die van de maan en Antares
om 23 uur (19 september): dan is Antares al
ondergegaan.
Ma 28 september
Om 3.46 uur vanochtend bereiken de
aarde en de maan hun kleinste onderlinge
afstand van dit jaar. Deze bedraagt 356.877
kilometer. Dan is de schijnbare diameter van
de maan aan de hemel ook het grootst: 33' 28".
Dit vrijwel op het moment van Volle Maan (en
tijdens een maansverduistering!).
Ma 28 september
Om 4.51 uur is het Volle Maan. De maan
bevindt zich dan in het sterrenbeeld Vissen.
Tijdens deze Volle Maan schuift de maan
volledig in de schaduw van de aarde, dus er is
een totale maansverduistering te zien. Deze is
waarneembaar vanuit de Benelux.
Om 3.07 uur begint de maan de kernschaduw
van de aarde binnen te schuiven (1). Te Utrecht
staat de maan dan 34° boven de horizon. Van
4.11 uur (2) tot 5.23 uur (4) is de maan totaal
verduisterd; het maximum is om 4.47 uur (3)
(op 24° hoogte). Om 6.27 uur (5) is de maansverduistering voorbij. De weer helder stralende
maan staat dan nog 11° boven de horizon.
De grootte van de verduistering is 1,28. Enige
tijd voor de eerste aanraking met de kernschaduw begint de maan aan de kant die het eerst
verduisterd gaat worden een beetje donkerder
te worden. Dit komt doordat de maan eerst nog
door de bijschaduw heen moet, waar de lichtstralen van de zon al gedeeltelijk door de aarde
worden onderschept.
Amateurs die over een kijker met een opening
van minstens 60 mm beschikken, kunnen zich
verdienstelijk maken door te meten op welke
tijdstippen bepaalde kraters in of uit de aardschaduw treden. Deze tijdstippen moeten tot
op 0,1 minuut nauwkeurig worden geklokt.
Voor de verduistering van vandaag geven we
in de tabel hiernaast de voorspelde tijdstippen
(MEZT) waarop de middelpunten van enkele
goed herkenbare kraters en twee bergen in en
uit de aardschaduw treden.
Vr 2 oktober (telescoop)
Om 4.54 uur is een rakende bedekking
te zien van de ster SAO 93803 (+7,2). Gezien vanuit zone van een paar kilometer breed
over Bergen, Langedijk, Andijk, ten zuiden
van Lemmer, Wolvega, ten zuiden van Assen
en Gieten schampt de rand van de maan langs
de ster, waardoor deze een aantal keren 'uit'
en 'aan' knippert. Ten zuiden van deze zone
zien we een bedekking van SAO 93803 door
de maan, ten noorden ervan slechts een nauwe
samenstand. De ster staat hoog aan de hemel
in het sterrenbeeld Stier en de maan is voor
78% verlicht.
Vr 9 oktober (verrekijker)
Rond 6 uur is er boven de oostzuid-oostelijke
horizon een mooie samenstand te zien van
de smalle maansikkel, drie planeten en een
heldere ster. De maan staat ruim 4° ten
zuidoosten van Venus (-4,5), 6° ten zuiden van
de ster Regulus (+1,3), 6° ten noordwesten van
de planeet Mars (+1,8) en 9° ten noordwesten
van de planeet Jupiter (-1,7).
Om 9 uur komen Venus en Regulus met elkaar
in conjunctie, op een hoekafstand van 2°30'.
Ma 12 oktober (verrekijker)
Om 6 uur is Uranus in oppositie. De planeet
staat recht tegenover de zon aan de hemel en
is de hele nacht te zien. Zoek hem met een
eenvoudige verrekijker in de buurt van de
ster ε van het sterrenbeeld Vissen.
Wo/Do 21/22 oktober
De meteorenzwerm van de Orioniden
bereikt deze nacht zijn maximum. De
omstandigheden zijn dit jaar redelijk gunstig.
De maan is weliswaar bezig om 'vol' te worden,
maar gaat al vroeg in de nanacht onder,
en dan komt juist de radiant van de Orioniden
hoger aan de hemel te staan. Daardoor kunnen
er in de nanacht tot zon twintig vallende sterren
per uur verschijnen. Kijk zeker ook de nachten
vóór en na het maximum, want de brede piek
strekt zich uit over meerdere dagen.
Ma 26 oktober (verrekijker)
Om 4 uur vanochtend wordt de kleinste afstand
bereikt tussen de planeten Venus, Mars en Jupiter.
De kleinste cirkel die deze drie planeten omvat
heeft dan een schijnbare diameter van 3°35' en
past dus ruimschoots in het beeldveld van een
verrekijker. Ook de ochtenden ervoor en erna staan
deze drie planeten dicht bij elkaar boven de
oostelijke horizon.
Deze informatie is ontleend aan de Sterrengids 2015.
De Sterrengids bevat een schat aan informatie voor zowel
de beginnende als de gevorderde amateur, en is verkrijgbaar via de boekhandel.
Rob Steegs
22
Metius Magazine nr. 206
M 92
Wereldkaart met centraal de Grote Oceaan met de afwijking van de
watertemperatuur [°C] gedurende de sterke El Niño in december 1997
September oktober 2015
23
Lid worden van
A.W.S.V.
“Metius”
Indien u lid wilt worden van de Alkmaarse
Weer - en Sterrenkundige Vereniging
“Metius” kunt u zich opgeven bij het secretariaat (zie pagina 3 van dit blad). U kunt zich
ook opgeven op één van onze verenigingsavonden.
De contributie bedraagt € 25 per jaar. Personen onder de 20 jaar betalen € 10 per jaar.
Gezinslid € 12,50 per jaar.
Bij lidmaatschap heeft u recht op:



gratis deelname aan alle verenigingsactiviteiten (incl. lezingen, werkgroepen);
gratis toegang tot de sterrenwacht;
gratis abonnement op Metius Magazine
Ruimte voor
adressticker
Adverteren in
Metius
Magazine
Ook u kunt adverteren in dit magazine.
Wij bieden de volgende mogelijkheden aan:
Commerciële advertenties
A4 formaat: €85 per jaar;
A5 formaat: €55 per jaar;
A6 formaat; €35 per jaar;
A7 formaat; €25 per jaar.
Bij plaatsing van een advertentie ontvangt u
het Metius Magazine gratis. Indien u geen
prijs stelt op ontvangst van het magazine
krijgt u € 8,- korting op het advertentie tarief.
Niet commerciële advertenties aangaande
sterrenkunde boeken en (onderdelen van)
instrumenten door leden zijn gratis tot een
maximum van 400 leestekens inclusief spaties
Download