September oktober 201 nr 206 In dit nummer onder meer: Music and space Kaeskoppenstad Het grote ijs Spock op Pluto Metius acteert bij kaeskoppenstad 2 Metius Magazine nr. 206 De leenkijker Onze leenkijker, een Celestron Nexstar 5SE, is beschikbaar voor leden van onze vereniging. De kijker, met computersturing, is te reserveren via www.metius.nl De kosten bedragen € 15 per periode van ca.30 dagen (met een borg van € 50). Jaargang 36 nr. 206, oplage 150 September-oktober 2015 Coverfoto: Orgelfestival Almaar Inhoudsopgave Van uw voorzitter Nieuwe lokatie voor lezingen Kaeskoppenstad Music and Space Sir William Herschell Het grote ijs (lezing van 28 11 2014) De kompaszonnewijzer Recente ontwikkelingen in de radiosterrenkunde Eigen avond van 15 mei 2015 Vraag van een gek: Hoe groot is het heelal? De versnelde uitdijing van het heelal Zonsverduistering op het schoolplein en mijn dak Nomenclatuur voor Pluto en de manen Wegwijs naar Cygnus Hemelkalender Van de redactie blz 5 blz 6 blz 7 blz 8 blz 9 blz 11 blz 12 blz 13 blz 14 blz 16 blz 17 blz 18 blz 19 blz 20 blz 22 Metius Magazine is het officiële orgaan van de: · Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS” · Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht Tijdens het zomerreces werd de tot dwergplaneet gedegradeerde Pluto bezocht. Op het oppervlak van het koude planeetje werd een hartvormige structuur gezien. Het lijkt er op dat dit hemellichaam niet koud en saai is. Er gebeurt van alles bij die lage temperaturen! Het heelal blijft verbazen. Niet alleen Pluto is alles behalve inactief ook onze vereniging bruist van ondernemingslust. Deelname aan "Music and space"en "Kaeskoppenstad" getuigt daarvan. Er ligt weer een seizoen met spannende lezingen voor ons te beginnen met een lezing over kosmologie en inflatie. De beginnerscursus die Metius al jaren verzorgt gaat ditmaal van start in samenwerking met HOVO. Wij zullen voor het komende seizoen weer met plezier verslag doen van wat er in de vereniging gebeurt door uw bijdragen in ons magazine te plaatsen. Deadline voor copij volgende nummer 20 okt 2015 De redactie van MM Henk Verbeek Garmin en Tom Tom Henk Verbeek Hans Dijkstra en Henk Verbeek Adri Steenhoek Wiebe Rinsema Henk Verbeek Piet Cijsouw Piet Cijsouw Mees Visser Internet Hans Dijkstra Hans Dijkstra Rob Steegs Rob Steegs Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging “METIUS”: Webpage: http://www.metius.nl Voorzitter: H.A. Verbeek Sperwer 1 1722 DK Z Scharwoude Tel 0226 321131 [email protected] Secretaris: W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo Tel.: 072 - 5335840; [email protected] Penningmeester: A.M. van der Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar Tel:072-515 45 35; [email protected] Bankrekening AWSV Metius: ABN AMRO: IBAN nr NL32ABNA0629077673 Rob Steegs, Benesserlaan 258, 1911 VJ Uitgeest Tel: 06-26686666; [email protected] Piet Cijsouw, J.A.Radeckerweg 39, 1871 CJ Schoorl Tel: 072-8506409; [email protected] Alg. bestuurslid: Ledenadministratie: H. Zwart, Schouw 28, 1771 EP Wieringerwerf Tel.: 0227 - 603489; [email protected] Redactie: Hans Dijkstra (0224- 297783) en Bert Mulder (06 24375362) E-mail: [email protected]. Ere leden dhr C Booy dhr J Deugd † Dhr K Kroesen Reproductie: Traject “de Stern” Schagen. September oktober 2015 3 Op vrijdag 25 september 2015 spreekt dr. H. Hoekstra over: Een opgeblazen heelal Samenvatting: Een ogenschijnlijk theoretisch interessante oplossing van de algemene relativiteitstheorie werd gevonden door de Leidse astronoom Willem de Sitter: een Heelal zonder materie, maar met een kosmologische constante, dijt exponentieel snel uit. De huidige waarnemingen suggereren dat dit een goede benadering is voor het toekomstige Heelal. Bovendien groeide het Heelal binnen een fractie van de allereerste seconde na de oerknal exponentieel: van de piepkleine afmeting van een atoom tot de grootte van het zonnestelsel. Tot voor kort was dit echter slechts een gedachtenspinsel van theoretici. Maar recente onderzoeksresultaten suggereren nu dat dit idee echt zou kunnen kloppen. In deze lezing zal worden uitgelegd hoe het huidige beeld over het heelal tot stand is gekomen en of deze recente waarnemingen ons echt iets vertellen over het begin van ons Heelal. Over de spreker: Henk Hoekstra is universitair hoofddocent en werkzaam bij de Sterrewacht Leiden waar hij onderzoek doet naar de fundamentele eigenschappen van het Heelal, en donkere materie en donkere energie in het bijzonder. Hij leidt de wetenschappelijke voorbereiding voor de Euclid satelliet die ESA in 2020 zal lanceren met het doel de eigenschappen van deze mysterieuze ingrediënten beter te begrijpen. Voor zijn onderzoek heeft hij naast een prestigieuze Fellowship van de Alfred P. Sloan Foundation een Vidi beurs en recentelijk een ERC starting grant ontvangen. Een actueel overzicht vindt u op www.metius.nl De lezingen vinden plaats in het Wijkcentrum "Thuis in Overdie." Okerzaal Van Maerlantstraat 10 1813 BH Alkmaar 072-5402499 Aanvang 20:00 uur Toegang niet-leden €5,= 25-9-2015 Henk Hoekstra kosmologie & inflatie 30-10-2015 Olga Hartoog Gamma Flitsen 27-11-2015 Sander Bais NTB 18-12-2015 Open avond 29-1-2016 Jan Smit Klimaat in de Oudheid 26-2-2016 Frans de Jong Dwingeloo 25-3-2016 Jan Visser Weer 29-4-2016 Jacob Kuiper Meteoriet & Weer Let op! De locatie waar de lezingen plaatsvinden is veranderd. Zie pagina 6 4 Metius Magazine nr. 206 20-5-2016 Eigen avond (alleen voor leden) Van uw voorzitter Er is veel gebeurd sinds de laatste MM uitgave. De ontruiming van onze kast in De Oever, want we gaan immers naar een ander centrum “Thuis in Overdie” waar we voor het eerst op 25 september samenkomen. Eigenlijk niet helemaal waar, want we doen al mee aan de openingsmanifestatie op 28/29 augustus, komt u gerust langs. We waren bij het KNMI waarbij we ons ook weer over de aanwezigheid van Karel de Leeuw in ons midden verheugden. We genoten van een kippenfokker Ger de Bruyn met een uitstekend verhaal over radioastronomie als voorbereiding op een excursie die volgend jaar gaat plaatsvinden. Music and Space hield zijn proloog in de kapelkerk; een samenwerkingsverband tussen drie verenigingen; Hollands Orgelfestival, genootschap Fysica en de AWSV Metius, dat was al bijzonder maar ook de voordrachten (Icke) en vertellingen naast de hobo concerten op het orgel waren bijzonder (zie elders in dit nummer). Terugkijkend beginnen ideeën te borrelen over een dergelijk initiatief van onze kant, nee niet per sé een orgelconcert, maar bv. wel een duinwandeling met staatsbosbeheer in combinatie met uitleg over het weer en wolkenpatronen, meer ideeën zijn welkom. NaBij de voorpagina: tuurlijk was daar Kaeskoppenstad met de route door de kerk en onze instrumenten, hetzij geleend van Boerhaave danwel zelf geknutseld door Piet en mijzelf. (zie elders) Ook elders vindt u het verslag van de eigen avond met het nieuwe concept van miniworkshops, dit verdient een vervolg naar mijn idee. Over knutselen gesproken, u weet allemaal van mijn passie voor bouwpakketten (wie heeft er nog geen handspectroscoop?). In de vorige MM aflevering stond een verhaal over de combinatie astrolabe/nocturnaal, in feite een hele nocturnaal en een halve astrolabe; alleen de achterkant voor het meten van ster- of zonshoogte, het deel voor het vaststellen van de tijd ontbreekt. Ik heb nu een rekenprogramma gemaakt voor stereografische projectie van de breedtecirkels en de azimuthalen en aan de bouwdozenfirma voorgesteld een `echte` astrolabe uit te gaan geven. Dit najaar zal dat worden opgepakt! Een echte van karton wel te verstaan, want ik hoorde dat mensen er één hadden laten zien bij Kunst en Kitsch en die werd gewaardeerd op zo’n 15.000 Euro en naar ik hoorde ook te koop gevraagd voor die prijs. Toen hier niet op werd ingegaan steeg het bod naar 40.000! Een merkwaardige stijging dacht men en besloot het te veilen waar met een prijs werd gesloten van 170.000! en dit was wel een echte. Is het niet fantastisch mee te maken dat we zo’n 70 jaar na de ontdekking van Pluto weten hoe het er daar uitziet? Dat geldt natuurlijk ook voor al die andere planeten die we al eerder van nabij leerden kennen en waarover al duizenden jaren de mensheid fantaseerde. Wat een tijdperk waarin we leven! Henk Verbeek Stichting ‘METIUS’ Sterrenwacht: Voorzitter: Dit is geen ufo en ook geen beeld van de nachtmerrie van een dronken dominee met 40 graden koorts. Op 25 juni 2015 werd op het orgel van de Kapelkerk te Alkmaar muziek ten gehore gebracht die was geschre- Secretaris: ven door de bekende astronoom William Herschell. De delen van het concert werden afgewisseld door Penningmeester: lezingen van Vincent Icke, Henk Verbeek en Adri Steenhoek. U vindt meer informatie hierover elders in dit blad. Leden: H.Verbeek Sperwer 1 1722 DK Z. Scharwoude Tel.: 0226- 321131 [email protected] W. Koomen, Kennemerstraatweg 181, 1851BE Heiloo; Tel.: 072 - 5335840, [email protected] W.J. Braakman, De Wieken 8, 1829 AN Oudorp [email protected] F Nieuwenhout Daalmeerpad 15 1827 GA Alkmaar tel 072 5622745 [email protected] M. vd Weiden, Stationsweg 158, 1815 CG Alkmaar; Tel.:072 - 5154535; [email protected] R.B. Kroonenberg, Het Zandstuk 134, 1851 RT. Heiloo. Tel.: 072 - 752 9111, [email protected] September oktober 2015 5 WERKGROEPEN Werkgroep Voorzitter E-mail Telefoon Werkgroep Cursus Sterrenkunde Werkgroep Public Relations Werkgroep Lezingen Werkgroep Metius Jaarprijs Werkgroep Metius Magazine Werkgroep Metius Website Werkgroep Afstand Bestuurbare Telescoop Piet Cijsouw Henk Verbeek Henk Verbeek Leendert Lambach Hans Dijkstra Harry Zwart Frans Nieuwenhout [email protected] [email protected] Zie boven [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] 072-8506409 0226-321131 Zie boven 072-5123114 0224-297783 0227-603489 072-5622754 Werkgroep Theoretische Sterrenkunde (WTS) Werkgroep Weerkunde Werkgroep Mediatheek Werkgroep Sterrenwacht Bakkum Kascontrolecommissie Vertegenwoordiging Verenigingsraad KNVWS Martin v. d. Bogaerde Karel de Leeuw Wim Koomen Rob Steegs Hans de Nobel Hans de Nobel [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Zie volgende [email protected] 072-5123375 0226-316316 072-5335840 06-26686666 Zie volgende 072-5611015 Nieuwe lokatie voor de lezingen Zoals eerder aangekondigd, worden de Metiuslezingen vanaf september 2015 gegeven in een zaal van wijkcentrum “Thuis in Overdie”, Van Maerlantstraat 10, 1813 BH Alkmaar, tel. 072-5402499. De aanvang blijft 20.00 uur. Het wijkcentrum is net gerenoveerd, is goed bereikbaar en heeft uitstekende parkeergelegenheid. Op bijgaand kaartje is de ligging aangegeven: het gemakkelijkst voor de oriëntatie is in gedachten vanaf de rotonde Kooimeer richting centrum te gaan over de Vondelstraat, vervolgens de derde straat rechts te nemen en daarna de tweede links. Direct ten noordoosten van het wijkcentrum is het parkeerterrein van het winkelcentrum aan het Geert Groteplein gelegen, dat op zijn beurt gemakkelijk vanaf de Koelmalaan bereikbaar is. 1 08 7.1 N 8 44. E4 3 52 Oker zaal oke? 6 Metius Magazine nr. 206 Kaeskoppenstad 2015 uitleen van drie oude telescopen waarvan je de ontwikkeling kon volgen; alleen een groter beeld met een klein blikIn navolging van 2013/14 hebben we in 2015 weer bijgeveld, vervolgens een beter blikveld maar een omgekeerd dragen aan kkstad. Was het de eerste keer in de vorm van beeld en dan met extra lenzen een rechtopstaand beeld een dialoog tussen professor Metius en zijn studenten over maar dan lever je met de toenmalige lenzen weer lichtde plaats van de aarde in het zonnestelsel, de tweede keer sterkte in. Ook hadden ze handbediende modellen van een in de vorm van korte anekdotische vertellingen over de ou- geo – en een heliocentrisch zonnestelsel. Van hun slinger de sterrenkunde, dan was het nu in de vorm van demonzagen we af en de rest is onder grote belangstelling gedestratie van oude instrumenten. In de aanloop daarnaar toe monstreerd. speelde zich het volgende af; Een bezoek aan het BoerNaast deze instrumenten konden we het publiek ook verhaave museum met Piet Cijsouw en Mees Visser en een rassen met het Foucault model op de draaischijf en met serieuze poging om de slinger van Foucault te demonstre- een handgemaakt nocturnaal; plat gezegd een zonnewijzer ren. Om met dat laatste te beginnen is er contact geweest voor de nacht. Bij demonstratie aan de hand van een draaimet de Laurentiuskerk voor toestemming om zoiets op te baar opgehangen Grote Beer, is een stereotiepe reactie hangen. Hier werd niet op gereageerd en zijn we als alter- dat mensen op hun horloge kijken om te zien of het gevonnatief de gewelven van de kapelkerk gaan onderzoeken, den tijdstip wel klopt. Op zaterdag scheen de zon voldoenwant daarin zou zich het orgelconcert in het kader van Mu- de om ook een levende zonnewijzer te demonstreren. Door sic and Space afspelen en toen dacht men nog dat daar combinaties konden we met onze bemanning, Piet, Mees wel zo’n slinger bijhoorde. Het leek wel te gaan lukken (zat.), Chris, Bert, Reijer (zon.), Wijnand (zon.) en mijn permaar de kk-officials konden niet overweg met de daarvoor soon goed uit de voeten en was er tijd om nog even een benodigde omleiding en ondertussen was ook de orgelcon- blik te werpen op de looptrommel aangedreven kraan en cert-organisatie niet meer overtuigd van een samenhang de houten duikboot van Cornelis Drebbel. Dit alles te dantussen een hoboconcert van Herschell en de slinger van ken aan de gedreven componist van dit alles, Jan Roobeek Foucault. Dan nog maar een poging naar de Laurentiuste vinden in het stalletje naast de kraan waar hij zijn 1572 kerk ondernomen en afwachten. Wij beraadden ons op de stuks van het fantastische boek Kaeskoppenkronkels voor ophanging en een geschikt gewicht en bedachten dat het € 15,72 vlot van de hand doet. (We hebben er nog twee wel leuk zou zijn dat we de slinger voor de uitleg als klein voor belangstellenden!) model op een draaischijf konden laten zien om zo de Algemeen werd aangevoeld dat deze demonstratie een `draaitijd` van de aarde te bekorten en dit nog vóór de rou- succesvolle formule was en voor herhaling vatbaar. Er zulte door de kerk te plaatsen. Immers de route was nu niet len zich zeker mensen op onze avonden gaan vervoegen meer het zijsprongetje langs de Latijnse school, maar die hier kennisgemaakt hebben. Eén ding wat ik niet goed moest iedereen door de kerk en door de Latijnse school. begrijp is dat er zoveel nonnen actief waren en dat net na Het geven van demonstraties paste daarin zoveel beter de Beeldenstorm in het zo doopsgezinde Alckmaar. Bij nadan colleges geven. Op de laatste maandag voor kk-dag vraag bleken sommigen zich zo te vermommen omdat ze werd ik gebeld dat de kerk mogelijkheden zag en of de eigenlijk handlezer waren of Ka (Non) heetten, kortom ze zaak die dag tussen 7 en 8 uur opgehangen kon worden. waren non actief of juist niet? Wij hadden nog geen gewicht, geen touw en geen ophanging, kortom het lukte ons niet meer. We zijn evengoed wel Henk Verbeek blij met het bereikte principeakkoord met het oog op de toekomst. Terug naar Boerhaave in Leiden; ze wilden wel een slinger Meer foto's op pagina 2 (binnenkaft) leveren en ophangen voor veel geld en ons bijstaan met de September oktober 2015 7 Music and Space aan dat dichtheidsvariaties en drukverschillen aan het begin van het heelal heel klein waren. Het geluid was 1000 maal zachter dan het geluid wat de hartslag van een mens maakt. Om je eigen hartslag te horen moet je heel stil zijn. Of je stil genoeg had kunnen zijn om de oerknal te horen? Na het leuke verhaal van Vincent Icke werd het tijd voor een glaasje van het een of ander in de pauze. Vincent’s boeken konden worden gekocht en werden door hem gesigneerd. Al snel waren er enkele titels zoals “Zwaartekracht bestaat niet” uitverkocht. Na het Hoboconcert nr 2 in C:2 Adagio (herschreven voor orgel) deed onze voorzitter Henk Verbeek zijn verhaal over Horen en Zien. Henk refereerde aan de spectraallijnen die door waterstof worden uitgezonden in het zichtbare licht. Als je de frequenties omzet en transponeert naar hoorbaar geluid dan ontstaat er een bijzonder akkoord. Iets dergelijks kan je ook doen met het element helium. Dat klinkt dan net even anders. De organist kon dat goed laten horen. Het dopplereffect werd ook nagebootst op het orgel maar het is moeilijk een veranderende toonhoogte te maken, maar een vaste hogere of lagere toon lukte weer uitstekend. Op deze wijze werden de `geluiden` nagebootst van naderende en zich verwijderende jonge en oude sterren. Het derde deel van het concert (...Rondo Allegretto) klonk beter. Tenslotte vertelde Adri Steenhuis over een ontmoeting tussen Haydn en Herschel. Herschel nodigt Haydn uit om door zijn telescoop te komen kijken. Haydn is echter huiverig. Zo diep in het heelal kijken.... brrr. Misschien zie je dan God en volgens Joodse traditie hoor je dan dood te gaan. Dat beiden elkaar hebben ontmoet staat vast. Of er een telescoop bij te pas kwam vermeldt de geschiedenis niet... maar het was een leuk gevonden verhaal. Wel is het een historisch feit dat Herschel zijn ontdekking Georgium Sidus wilde noemen naar de toenmalige King George III. Het is Uranus geworden. Toch jammer voor Brittannië. Na afloop was er gelegenheid tot gezellig samenzijn waarbij dat wat over was gebleven na de pauze alsnog werd opgedronken. Toen alle flessen leeg waren gingen ook de laatste concertgangers geheel voldaan naar huis. Maar liefst drie verenigingen werkten mee aan het orgelfestival met als thema “Music and Space”: het Koninklijk Genootschap Physica, de Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige vereniging Metius en het Orgel Festival Holland. Op 25 juni was de aftrap. Dat William Herschel Uranus ontdekte is in sterrenkundige kringen wel bekend. Hij was echter ook een verdienstelijk musicus en componist. Een door hem geschreven concert voor Hobo werd bewerkt zodat het op het orgel kan worden uitgevoerd. Na een korte inleiding van de heer Bert Snater (voorzitter K G Physica) werd door Frank van Wijk het Hoboconcert nr 2 in C: 1 “Maestoso” ten gehore gebracht. Als een muziekstuk wat geschreven is voor hobo goed klinkt op een orgel dan is het gemaakt door een vakman. Het klonk goed. Vincent Icke verzorgde daarna een geweldige publiekslezing met als thema: “Hoe klinkt het heelal?” Uiteraard begon hij met de definitie van geluid als trilling in een gas, vloeistof of vaste stof. In een vacuüm is het dus stil. Hij memoreerde dat oren van mensen niet erg geschikt zijn om de i.h.a. laagfrequente kosmische geluiden op te vangen. Olifanten kunnen onweer horen over enorme afstanden en weten op die manier waar regen is gevallen. Op die plaats moet vers gras te vinden zijn. Maar ook de oren van een Afrikaanse olifant zijn niet groot genoeg om geluiden te detecteren die horen bij zoiets als de granulatie (borrelen) op de zon. Mensen kunnen een vleermuis niet horen maar het in dit geval hoogfrequente geluid kan wel worden opgevangen en een paar octaven lager afgespeeld met een “batdetector”. Vincent deed het omgekeerde. Hij transponeerde de laagfrequente herrie van de zon een paar octaven hoger en produceerde daarbij geluiden die in de verte deden denken aan een pan erwtensoep die te hard kookt. Om geluiden te horen die door grote systemen zoals samensmeltende dubbelsterren worden gemaakt zijn enorme oren nodig: schotels met diameters zoals die van de baan van Jupiter. Helaas niemand in de kerk had zulke flaporen. Gelukkig was Vincent Icke zo vriendelijk om telkens de geluiden om te zetten tot ze binnen onze gehoorgrenzen zaten. Het was een bijzondere ervaring te mogen mee maHans Dijkstra en Henk Verbeek ken hoe hij een supernova ten gehore bracht. Ten slotte legde hij uit dat de “oerknal” vrijwel geluidloos is verlopen. Immers: de rimpelingen in de achtergrondstraling tonen Vincent Icke laat komisch licht schijnen over kosmische geluiden 8 Metius Magazine nr. 206 Sir William Herschel: Music & Space! Adri Steenhoek, voorzitter van het orgelfestival Alkmaar, 25 juni 2015 //vs. 22 juni 2015 Dames en heren, mag ik u meenemen naar een prachtige juni-avond in 1792? Joseph Haydn neemt genoeglijk een flinke trek aan zijn pijp. Hij is nu ruim een jaar in Londen. Hij hopt van grote meeting naar intiem huisconcert, van eenvoudig rendezvous naar adellijke ontvangst, gewoon van hot naar her. Op zich bevalt dat wel, maar wat is het heerlijk om gewoon weer eens in je eigen taal met een vakgenoot te kunnen spreken. Over muziek, over de creativiteit van het componeren, over de ontwikkeling van de bouw van muziekinstrumenten. William Herschel geeft toe dat het voor hem al weer enige tijd geleden is dat hij zich hoofdzakelijk aan de muziek wijdde. Maar met zo’n gesprekspartner als Joseph Haydn komen al die oude dingen van jaren geleden zo weer terug. William herinnert zich ontroerd dat hij straatarm was toen hij in Engeland aankwam, dat de Londense society-wereld niet veel van hem moest hebben, dat uiteindelijk alle aandacht uitging naar de dood van Georg Frideric Händel, ook zo’n Duitser net als hij, men had genoeg aan één muzikale protégé. In het noorden van Engeland kon hij zijn vleugels wel uitslaan als dirigent, als muziekleraar, als hoboïst, en uiteindelijk als organist in Bath. En nu is hij een gevierd astronoom, hofastronoom zelfs in dienst van koning George III, lid van de Royal Society. Ja, na zijn ontdekking van de planeet Uranus zijn veel deuren voor hem opengegaan. En hij borrelt nog steeds over van heel veel vernieuwende theorieën en is vol van ontdekkingsdrang! Plotseling roept Herschel tegen Haydn: Kom mee naar buiten, dan kan je het allemaal zelf zien! Even later staan ze huiverend buiten in die heldere maar o zo frisse juninacht in 1792. Haydn ziet nu met eigen ogen dat vreemde grote bouwwerk. Een soort kanon maar dan anders en gericht op de wolkenloze hemel. Hier moet je kijken, zegt William, en hij toont Haydn het oculair van de immense refractortelescoop. Haydn aarzelt, zou hij het wel doen, zou het kwaad kunnen, zou hij God zelf in de ogen zien? Schoorvoetend komt hij dichterbij en hij kijkt, hij kijkt..Minutenlang staat Haydn als aan de grond genageld, als versteend, en dan stamelt hij: Zo hoog..zo groot..!. In zijn hoofd klinkt muziek, tuimelen de harmonieën over elkaar, groots en meeslepend: Die Schöpfung is geboren! En wanneer jaren later voor het eerst Haydn’s verklanking van de schepping van het licht klinkt, ontploft er iets in het ademloze publiek, als een oerknal in die grote zaal van het Burgtheater in Wenen. William Herschel was zijn Duitse moedertaal nog niet verleerd. Zijn grootvader Abraham Herschel werlte als tuinarchitect in de grote adellijke tuinen van de landhuizen in de omgeving van Magdeburg in Saksen. Toen hij overleed was zijn zoon Isaac niet ouder dan 11 jaar. Die werd ook tuinman, maar hij was veel meer geïnteresseerd in muziek en in reizen. Hij trok via Potsdam en Braunschweig (dat vond hij veel te Pruisisch) naar het westen en hij vestigde zich uiteindelijk als tuinman in Hannover. Dat was Engels grondgebied, de keurvorst van Hannover was koning George van Engeland geworden en door de personele unie met Engeland en het vrije in- en uitreisbeleid was er een be- trekkelijk relaxed klimaat in Hannover. Zijn zoon Isaac zegt het tuiniersvak definitief vaarwel en kiest voor de muziek. Hij krijgt een vaste aanstelling in het orkest van het Garderegiment Infanterie van de keurvorst annex koning. Veel Duitse steden en hoven hebben zo’n orkest en dat van Hannover was beroemd in heel Europa. Muziek als beroep – spelen, zingen, componeren of onderwijzen - genoot groot aanzien in die tijd, vergelijkbaar met een carrière in de rechtspraak, in het leger of in het kerkelijk bedrijf. Zijn vrouw Anna, heel lief, heel knap en heel analfabeet, schonk Isaac Herschel elke twee jaar een kind, in totaal 10, waarvan er 6 in leven blijven. Zo ook zoon Wilhelm Friedrich die op 15 november 1738 in Hannover wordt geboren. Vader Isaac bracht zijn liefde voor muziek, maar ook die voor filosofie en astronomie op zijn kinderen over, ook op zijn dochters, heel bijzonder in die tijd, moeder Anna ziet het met lede ogen aan. En Isaac eist dat zijn kinderen allemaal twee muziekinstrumenten leren bespelen. Zoon Wilhelm Friedrich kiest voor hobo en viool. Door zijn geweldige aanleg voor die instrumenten baart hij als kleine jongen al opzien als één van de jongste leden van het orkest van die koninklijke garde in Hannover, daar zaten nogal wat oude knarren in. Op 14-jarige leeftijd speelt Wilhelm al de sterren van de hemel! In 1755 voelden ze ook in Hannover de aarde onder hun voeten trillen, de aardbeving van Lissabon die in die stad 30.000 slachtofferts eiste, zorgde voor andere gedachten over een liefderijke God die de aarde vredig bestiert. Er kwam behoefte aan reflexie en inkeer over de plaats van de aarde in de kosmos. Vader Isaac voerde daarover verhitte discussies met zijn oudste zoon Jacob, de broer van Wilhelm. Toen de Garde Infanterie in 1757 jammerlijk verloor van de Fransen in de slag die de 7-jarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk inleidde, Hannover door Franse troepen bezet werd en in het huis van de Herschels inkwartierden, vluchtte Wilhelm Friedrich samen met zijn oudere broer Jacob naar Engeland. Maar, zoals ik al eerder memoreerde, zaten ze in Londen niet op buitenlandse immigranten te wachten, zelfs niet toen Wilhelm William werd. En toen in 1759 de grote Duitse immigrant George Frideric Händel plotseling overleed was er nergens anders meer aandacht voor. Händel overleed trouwens aan de acute complicaties van een staaroperatie, net zoals 9 jaar eerder Johann Sebastian Bach dat lot trof, een staaroperatie was in die tijd een gevreesde ingreep, men overleed vaak aan infecties. William Herschel vertrok naar Noord-Engeland en vond daar zijn draai als beroepsmusicus in allerlei vormen en uiteindelijk als organist in Bath. Hij componeerde veel symfonieën, zijn clavecimbel- en orgelwerken en verschillende hoboconcerten. Vanavond hoort u zijn 2 e hoboconcert in een bewerking voor orgel dat ontstond in 1762, precies het jaar dat het orgel in deze Kapelkerk hier in Alkmaar werd gebouwd door de beroemde Christiaan Müller. William was toen 24 jaar oud. William vond veel voldoening in zijn werk. Maar wanneer hij op heldere wolkenloze nachten van een concert terug naar huis liep en hij de wondere sterrenhemel bekeek, begon het bij hem te kriebelen. De sluimerende liefde voor de astronomie kreeg hem helemaal in haar greep en langzaam maar zeker verlegde hij zijn aandacht van de muziek naar het heelal. Hij moest eerst alles zelf leren: astronomie, wiskunde, optica, lenzen slijpen. Maar ook hier bleek hij alras naast een doorbijter een soort wonderkind. Vele jaren van keihard werken en bibberen in koude nachten zouden September oktober 2015 9 volgen. Maar uiteindelijk leidde zijn werk in 1781 tot de ontdekking van een nieuw hemellichaam, een nieuwe planeet. Dat was sinds de dagen van Pythagoras in het oude Griekenland niemand meer gelukt. Hij had het beeld van het zonnestelsel veranderd! Hij noemde die planeet Georgium Sidus, naar zijn weldoener koning George III, maar dat vond op het Europese vasteland in wetenschappelijke kringen niet zo’n weerklank, en uiteindelijk werd het Uranus. Zonder de trouwe hulp van Williams zus Carolina zou die ontdekking wellicht pas veel later zijn geweest en misschien wel zijn neus voorbij zijn gegaan. William trouwde tenslotte zijn trouwe huishoudster die hem één kind schonk. William was ’s nachts immers meestal niet in de echtelijke slaapkamer te vinden maar buiten onder de blote hemel. Ook deze zoon John werd een zeer verdienstelijk astronoom. Tante Carolina stond haar mannetje door het ontdekken, beschrijven en catalogiseren van duizenden nevels. Voor de nauwelijks ontwikkelde exhuishoudster, nu echtegnote annex moeder moeten de gesprekken aan tafel tussen die drie astronomische fanatiekelingen bijna surrealistisch zijn geweest! Koning George III betaalde zijn hofastronoom letterlijk en figuurlijk een vorstelijk salaris. Hij was apetrots op zijn wetenschapper die een nieuw hemellichaam naar hem had vernoemd. Hij bezocht Herschel, die inmiddels in de buurt van Windsor woonde, regelmatig. Op een keer was het hem gelukt om de aartsbisschop van Canterbury mee te krijgen op zo’n bezoek. Die had misschien wel dezelfde aarzelingen als Haydn over dat griezelige heelal en die wonderlijke bijna angstaanjagende apparatuur. De oudere man liep wat moeilijk en bleef ver achter bij de koning. Dus toen de koning al bij de bijzondere reuzentelescoop van Herschel stond, draaide hij zich om en riep naar de aartsbisschop: Kom eerwaarde, ik zal u de weg naar de hemel wijzen. De aartsbisschop bleef heel kalm en glimlacht : Mijn hemel, en dat is ook de uwe, ziet er anders uit...en daar kunt u niet zo gemakkelijk in binnensluipen! In 1819 werd Herschel SIR William Herschel, drie jaar voor zijn dood. Herschel stierf in 1822 op relatief hoge leeftijd, hij werd 83 jaar. Zijn graf in de plaats Slough, zo’n 40 km ten westen van Londen en op steenworp afstand van Windsor Castle is een bijzondere plek voor allen die de ontwikkeling van de astronomie en de rol van pioniers daarin een warm hart toedragen. En, is het toeval of niet, Sir William Herschel is begraven in een kerk met de naam Saint Lawrence’s Church! Dames en heren, Haydn schreef in zijn dagboek bij de datum 15 juni 1792 ‘Heb William Herschel ontmoet’, meer niet. Vergeeft u mij de romantische uitwerking van die vier woorden? ik gaf u een kort overzicht van twee heel bijzondere mensen wonderbaarlijk verenigd in één persoon. De enthousiaste hoboïst Wilhelm Friedrich en de internationaal gelauwerde astronoom Sir William Herschel. Sir William Herschel: vleesgeworden Music and Space. Geraadpleegde bronnen, o.a.: Richard Holmes (2009) De tijd van verwondering, p.88 e.v. Miller A.G. (1959) Van sterrenwichelarij tot ruimtevaart, p. 228 e.v. Frank van Wijk, persoonlijke mededelingen De organist demonstreert op verzoek van Henk Verbeek het Dopplereffect Het orgel van de Kapelkerk 10 Metius Magazine nr. 206 Het grote ijs Samenvatting van de Metius-lezing van vrijdag 28 november 2014 door professor Michiel van den Broeke over het IPCC ( Intergovernmental Panel on Climate Change ), klimaatverandering en het smelten van landijs. Op 25 januari 2008 was Michiel van den Broeke ook gastspreker voor Metius over dit onderwerp. Een jaar of twee geleden hebben we ook een boeiende lezing van prof. Salomon Kronenberg gehad met als titel “ de menselijke maat “, waarin hij min of meer de vloer aanveegde met de mondiale klimaatpaniek en in het bijzonder met de film An Inconvenient Truth van Al Gore. In de Metius-lezing van september j.l. heeft Dr. Stoffelen van het KNMI ook zijn licht laten schijnen over de mondiale opwarming. Derhalve was het hoog tijd om weer eens bijgepraat te worden over de laatste inzichten. Prof. van den Broeke had daartoe zijn presentatie in twee delen gesplitst: voor de pauze recente inzichten over klimaatverandering en na de koffie ging het over het landijs. peratuur. De afgelopen 2000 jaar was de concentratie CO 2 ongeveer gelijk, zo’n 280 ppm, parts per million. De Keeling-curve toont het verloop sinds 1958. Op de Mauna Loa vulkaan op Hawaï wordt sinds die tijd continu de CO 2concentratie gemeten en in een simpele grafiek weergegeven. Die grafiek toont een stijgende lijn van 310 ppm in 1960 naar 380 ppm nu. De lucht in Nederland is qua gehalte SO 2 sinds 1975 tien maal zo schoon geworden. Dat vertaalt zich in zonniger weer en minder mist omdat er minder condensatiekernen zijn. Zure regen bestaat niet meer. Toch kleeft er ook een nadeel aan die heldere lucht. Door de intensievere straling van de zon stijgt de temperatuur nog sterker. Recente inzichten Onderzoek richt zich momenteel met name op de invloed van ijs op het klimaat en vice versa. Volgens een geologisch model, ontstaan door extrapolatie uit het verleden, stijgt de zeespiegel ruim twee meter per graad mondiale temperatuurtoename. Het IPCC gebruikt een andere formule. Wel is berekend dat als alle gletsjers over de hele wereld smelten, de zeespiegel stijgt met 15-37 cm. Dat is dus peanuts vergeleken met de vele meters stijging die optreedt bij het smelten van de immense ijskappen van Groenland en Antarctica. Het IPCC stelt elke vijf jaar een lijvig rapport op. Deze rapporten zijn vrij verkrijgbaar op internet en zijn erg interessant. Het IPCC zit volgens van der Broeke met een imagoprobleem. Het bestaat uit een groep klimaatdeskundigen van over de hele wereld, die slechts een deel van hun tijd aan IPCC-onderzoek besteden. Kritiek op de bevindingen van IPCC en ontkenning van opwarming van de aarde komen veel voor. In Nederland wordt dan vaak de ijzige maand januari 2010 als voorbeeld aangehaald, waarbij sommigen zelfs aan een naderende ijstijd denken. Michiel was er zeer duidelijk over. Mondiaal was die maand erg warm, alleen toevallig bij ons niet. Die hele winter, die bijna een Elfstedentocht opleverde, was volgens de statistieken heel gewoon, zoals uit het Hellmann-getal blijkt. Dat getal, ook wel koudegetal genaamd, wordt berekend over de periode 1 november-31 maart. De gemiddelde etmaaltemperaturen beneden het vriespunt worden gesommeerd, met weglating van het minteken. Een winter met H > 300 is streng. De laatste winter in die categorie was 1963. Een H > 100 is koud en van 100 tot 40 is normaal. De winter van 2010 kreeg een koudegetal van 95. Het IPCC heeft van alle broeikasgassen de bijdrage aan de opwarming in kaart gebracht. Zonneklaar is dat CO 2 verreweg het belangrijkste is. Het hele broeikasverhaal speelt zich af tot een hoogte van 30 km in de flinterdunne aardse atmosfeer. Het complete CO2-archief bevindt zich in het ijs van gletsjers en ijskappen en is uitgebreid onderzocht en in kaart gebracht. De concentratie toont pieken en dalen, die rechtstreeks weerspiegeld worden in de heersende tem- Prof van den Broeke Slotconclusie van prof. van den Broeke: de menselijke invloed is significant. De EU heeft als doel de temperatuurstijging tot 2100 te beperken tot 2 graden. Echter volgens de laatste gegevens zitten we nu op een scenario, het zgn “ business-as-usual scenario “, dat tot 5 graden verhoging in 2100 leidt. Die gang van zaken betekent dat het op de Noordpool 10 graden warmer zal worden en dat er in 2070 geen zeeijs meer zal zijn. Het jaar 2014 is op weg om het warmste ooit te worden. Hoogste tijd voor mondiale actie. Landijs Op Groenland is nog geen duidelijke afname van de afmeting van de ijskap te zien. Echter er is wel verlies van massa gemeten, evenals in Alaska en op Antarctica. Deze metingen zijn gedaan in het kader van het “ GRACE-project “. GRACE staat voor Gravity Recovery And Climate Experiment. Het bestaat uit een tweetal satellieten die in dezelfde baan rondcirkelen, op een onderlinge afstand van ca 200 September oktober 2015 11 km. Als satelliet A boven een continent komt, versnelt hij een beetje doordat de zwaartekracht boven land iets groter is dan boven de oceaan. De afstand tot zijn maat zal iets toenemen. Door het meten van de minuscule veranderingen in onderlinge afstand tussen A en B als ze achter elkaar over een bepaald gebied vliegen, brengen wetenschappers hobbels in de massa van de aarde in kaart. Op deze wijze is ontdekt dat de versnelling van de satellieten boven de genoemde gebieden kleiner is geworden als gevolg van massaverlies. Het waarom van dit verlies wordt op dit moment onderzocht. Het zou o.a. veroorzaakt kunnen worden door het wegstromen van ijs. “Satellite tracking “ heeft aangetoond dat de ijskappen van Groenland en Antarctica dynamische processen bevatten die het beste als ijsstromen gezien kunnen worden. Er worden massaal metingen verricht en op veel plaatsen op de Zuidpool verrijzen automatische weerstations, ook een paar Nederlandse. Laagste gemeten temperatuur is minus 89 o. Frappant is dat in het binnenland van Antarctica slechts 50 mm sneeuw per jaar valt en dat het er gortdroog is. Het woeste weer vinden we aan de randen van het continent, waar de lucht gedwongen wordt op te stijgen en uitsneeuwt. Er is zelfs een gebied aan die rand waar een gemiddelde windkracht acht staat. Dat zijn katabatische winden, ijskoude en dus zware lucht die van het hogere terrein via berghellingen omlaag komt donderen. Tenslotte: de twee grootste gletsjers van de Zuidpool hebben sinds 1980 twee maal zoveel ijs afgevoerd als in de periode daarvoor. Het massaverlies van Antarctica wordt geschat op ongeveer 150 gigaton per jaar, dat is de massa van 150 km 3 water. Groenland verliest jaarlijks 350 gigaton. Wiebe Rinsema Uit de serie astronomische instrumenten: De Kompas-zonnewijzer uit de 18de eeuw. Het probleem met vrijwel alle soorten zonnewijzers is dat voor de opstelling bekend moet zijn waar het noorden is, welke breedtegraad van toepassing is en wat de eigenlijke de kloktijd is. Zonnewijzers geven nl. altijd de ware tijd en die verschilt voortdurend van de kloktijd; Fig 1 Fig 3 Als nu de schaduwen van beide wijzers door horizontaal te draaien een gelijke tijd aangeven is dat meteen de ware zonnetijd en is de uitlijning op het noorden overbodig geworden. Bij de datum kan de tijdscorrectie worden afgelezen, in ons geval + 7 minuten, doe daar die 40 minuten bij en dan is de kloktijd 47 minuten later zolang het wintertijd is, anders komt er nog een extra uur bij. In dit geval is de ware tijd 15.05 en dus de kloktijd 15.52. enerzijds omdat wij al ca. 40 minuten verschil hebben met de 15 graden oosterlengtegraad waarop de MET is gebaseerd. Dat is de Duits- Poolse grens. Met andere woorden als het kloktijd 12 uur is dan duurt het nog 40 Henk Verbeek minuten voordat bij ons de zon in het zenit staat ware het niet dat er nog andere variabele afwijkingen zijn als gevolg van de enigszins elliptische baan van de aarde en van de scheefstand. Er is dan een berekening nodig om tot de kloktijd te komen. De zonnewijzer die hier wordt besproken heeft dit probleem van de zg. tijdvereffening en de noordrichting in zichzelf al opgelost. De helling van de zonnewijzer kan worden ingesteld op de positie van de waarnemer; zeg 52 0 NB. (fig.2). Het instrument heeft één vaste wijzer en één die verschuifbaar is, die laatste wordt op de dag van vandaag gezet (fig. 3) zeg 21 maart. Fig 2 12 Metius Magazine nr. 206 Fig 4 Recente ontwikkelingen in de Radiosterrenkunde gemaakt van zeer verre objecten, ofwel van objecten die Een verslag van de Metiuslezing door prof. A.G. de Bruyn we ver in de tijd terug zien. op vrijdag 24 april 2015. Als je ver in de tijd terug kijkt, treedt er roodverschuiving op: de 21 cm waterstoflijn wordt verschoven naar grotere Ger de Bruyn, onlangs gepensioneerd hoogleraar aan de golflengtes. We zijn heden ten dage sterk geïnteresseerd Universiteit Groningen maar nog volledig actief op het ter- in de eerste sterrenstelsels en in de vraag hoe die gevormd rein van de radiosterrenkunde, begon zijn voordracht met werden. Daarvoor moeten we dus naar veel langere radioeen schets van de grote radiotelescopen die er nu op aar- golven kijken. LOFAR is daarvoor het nieuwe, krachtige de staan. Het betreft altijd grote schotels: nodig om met de instrument. relatief lange radiogolven toch nog een niet te slecht schei- LOFAR bestaat uit een groot aantal zeer eenvoudige ontdend vermogen te krijgen. vangers, die voor golflengtes van enige meters zijn ontworDe eerste hemelkaarten die er met radiotelescopen werden pen. Ze zijn in spiraalvormige armen van honderden km gemaakt waren dan ook niet scherp. Toch was er een lengte gerangschikt, met het centrale punt nabij Exloo in groot voordeel bij het gebruik van radiogolven: waterstof Drenthe. De ontvangers zijn niet schotelvormig; ze zijn zelf (het meest voorkomende element in het heelal) zendt stra- ook niet richtinggevoelig; het richten van LOFAR als geheel ling uit met een golflengte van 21 cm. Dit heeft te maken gebeurt via het elektronisch laten samenwerken van de met de twee energietoestanden die het waterstofatoom ontvangers. Die zijn daartoe met glasvezelbundels verbonkent: de kern (een proton) en het eromheen cirkelende den met een centraal punt, waar de uitzonderlijk grote daelektron hebben beide een spin; die twee spinnen kunnen tastroom met de krachtigste hedendaagse computers gelijkgericht zijn (de deeltjes draaien in dezelfde richting) of wordt bewerkt. De wetenschappelijke leiding van het tegengesteld gericht. In het tweede geval is de gezamenlij- LOFAR-project berust bij ASTRON in Dwingeloo. ke energie iets lager. Wanneer een waterstofatoom zich in de eerste toestand bevindt en overgaat naar de tweede toestand, dan komt dat surplus aan energie vrij in de vorm van een foton met een golflengte van 21 cm. Dit proces is herkend en voor het eerst gebruikt door een groep Nederlandse sterrenkundigen onder leiding van Oort, met Van de Hulst als trekker van het project dat tot de radiotelescoop van Dwingeloo heeft geleid. Hogere energietoestand lagere energietoestand Met radiotelescopen kun je dus concentraties waterstofgas in het heelal zichtbaar maken. Weliswaar is de snelheid waarmee dit verval van de hoge naar de lage energietoestand plaats vindt uiterst gering, maar er is zoveel waterstofgas dat er in totaal toch een meetbaar signaal komt. Wat later is er een middel gevonden, dat leidt tot de mogelijkheid van een scherper beeld in het radiogebied: het laten samenwerken van verschillende schotels, die op grote afstand van elkaar mogen liggen. Dit is mogelijk door elektronisch de binnengekomen signalen zodanig te vertragen, dat ze weergeven wat ze zouden hebben ontvangen wanneer ze zouden staan in het vlak loodrecht op de (gemeenschappelijke) kijkrichting van de schotels. De schotels tezamen simuleren dan één grote schotel, met een diameter die van de orde is van de afstand tussen de schotels afzonderlijk. Met deze methode kan een scheidend vermogen bereikt worden bij radiogolven die beter is dan wat we gewend zijn bij telescopen die gewoon licht gebruiken. In Nederland in de synthese-radiotelescoop van Westerbork de eerste van dit soort geweest, maar er bestaan tegenwoordig grote samenwerkingsverbanden waarmee men zelfs intercontinentaal radiotelescopen laat samenwerken. Er worden dan ook met radiotelescopen prachtige beelden September oktober 2015 De armen van Lofar Het centrum van LOFAR (350 m diameter) 13 Lofar maakt het mogelijk om een breed scala van onderzoeksprojecten uit te voeren. Onze spreker noemde zeer hoog-energetische kosmische straling, de interplanetaire ruimte met het “zonneweer”, neutronensterren en in het bijzonder pulsars, de zeer kortdurende raadselachtige radiobronnen die bekend staan onder de naam transients, magneetvelden en het interstellaire medium in sterrenstelsels, clusters en grote schokken in kosmische deeltjesversnellers en tenslotte kosmologie in het algemeen. De hoge gevoeligheid van LOFAR zorgt ook voor problemen: voor allerlei verschijnselen als bliksem, activiteit van de zon, radiostraling van menselijke oorsprong, het “twinkelen” van radiobronnen, … moet gecorrigeerd worden. Ger de Bruyn is de leider van het LOFAR EoR project, dat de gebeurtenissen in de kinderjaren van het heelal bestudeert. Hoe zijn de eerste sterren en sterrenstelsels ontstaan? Het mooie van LOFAR is, dat (gebruik makend van een roodverschuiving van wel met een factor 10 in de 21 cm lijn) een beeld van het vóórkomen van waterstof in het allervroegste heelal gemaakt kan worden. De clou zit in het detecteren van het verdwijnen van de (neutrale) waterstof aan het begin van de periode van re-ionisatie (RoE) in het vroege heelal. Dit gebeurde 300 – 400 miljoen jaar na de Big Bang, toen de eerste sterren werden gevormd. Die ioniseerden het neutrale waterstofgas. Door naar die tijd, en iets verder terug, te kijken kunnen we met LOFAR dus een beeld krijgen van precies de eerste concentraties waterstofgas in het heelal. Die concentraties geven op hun beurt direct informatie over de verdeling van de donkere materie in het vroege heelal: de zwaartekracht van die donkere materie bepaalde de ligging van de concentraties waterstofgas. Met LOFAR zet Nederland de sterke traditie voort in baanbrekend onderzoek met behulp van radioastronomie! Piet Cijsouw 21 augustus 2015 De “Eigen Avond” op 15 mei 2015 als niet op dat moment Zeus tussenbeide was gekomen. Hij slingerde zowel de beer als de jager naar de hemel Deze bijeenkomst was de laatste in buurtcentrum “de Oe- waar ze nu nog te zien zijn als de sterrenbeelden Grote ver”; de Metius-lezingen zullen vanaf september gehouden Beer en Kleine Beer. worden in het net gerenoveerde “Thuis in Overdie”. De Na de pauze waren er vier “tafeltjes”, voor ieder van de “eigen avond” werd door 21 personen bezocht; er was een uitgekozen onderwerpen één. De aanwezigen verdeelden uitgebreide pauze waarin ieder ruim de gelegenheid had zich over de “tafeltjes” en kregen daar uitleg over het onom contact met de medeleden te maken. Na de pauze (in derwerp. Vaak liep dit op een flinke discussie uit, waarmee een nieuwe opzet) werd de mogelijkheid geboden om over het tweede deel van de avond levendiger werd dan je met een speciaal onderwerp nader geïnformeerd te worden, “bezoek aan tafeltjes” zou verwachten. De gevolgde wijze waarbij er vier parallelle groepen waren. van werken leent zich dus voor toekomstig gebruik! De avond begon met enige mededelingen van de voorzitter Ik vervolg met een korte bespreking van de uitleg bij de (met als voornaamste onze medewerking aan de “Proloog” vier “tafeltjes”. van het Alkmaarse orgelfestival Music and Space). Daarna verzorgde Mees Visser een kort verslag, gelarDigitale fotobewerking, door Inge van de Stadt. deerd met foto’s, van de excursie naar het KNMI van 29 Een digitale foto bestaat in wezen uit een grote tabel getalapril, een excursie die door de Werkgroep Weer was geïni- len, voor iedere pixel één, waarin de grijswaarde van zo’n tieerd. Hij sprak over de plezierige ontvangst, over de inlei- pixel is vastgelegd in een getal. Daarbij staat 0 voor zuiver ding over de geschiedenis en de huidige wijze van werken zwart en 65535 voor zuiver wit. Dit maakt het mogelijk om van het KNMI, over de voordracht die we kregen over de in de computer zo’n foto te bewerken, bijvoorbeeld door weermodellen, over het bezoek aan het oude seismische hem lichter of donkerder te maken of het contrast te verghuis (met de historische seismometers) en over het bezoek roten. Het vastleggen van de getallen gebeurt door de aan het museum. Het was een fantastische dag. CCD-chip. Maar die heeft enige onvolkomenheden, waarHans Dijkstra vervolgde met een ludiek gehouden ondervoor gecorrigeerd moet worden. Zo is er het beeld dat ontwerp: de oud-Griekse mythe van de Grote en de Kleine staat bij een opname van een geheel zwart veld; door ruis Beer. Het schone en ietwat jongensachtige meisje Callisto in de CCD-chip zijn dit niet allemaal nullen. Ditzelfde sigwas goed in boogschieten. Artemis, de godin van de jacht, naal zit als het ware ook extra in elke opname van dezelfde hoorde daarvan en ging haar opzoeken; zij liet haar belobelichtingstijd van een object. Door zo’n donkeropname af ven zich geheel aan de jacht te wijden en niet met jongens te trekken van een echte hemelopname krijg je een zuiverom te gaan. Dat liep mis toen ze een jaar of 16 werd. De der beeld. Verder zijn sommige pixels wel eens gevoeliger oppergod Zeus kwam naar haar toe in vermomming. Ze dan andere, waardoor bij een beeld van een egaal grijs viel voor Zeus en baarde als gevolg daarvan een zoontje, vlak toch een patroon kan ontstaan. Dit zie je in een echte dat Arcas ging heten. Hera, de vrouw van Zeus, was boos opname als een ongewenste waas, die je weg kunt krijgen om de (veelvuldig voorkomende) ontrouw van haar echtge- door het actuele beeld pixel voor pixel te “delen” door noot en nam wraak door Callisto in een beer te verandewaarden uit de grijsopname. Ook stof op lensoppervlakren. Callisto leefde in die gedaante verder in ballingschap ken , spiegels en filters, veroorzaakt bijvoorbeeld dat de in het woud en er ging een hele tijd voorbij. ene pixel relatief minder licht krijgt dan de andere en ook Arcas werd een uitstekend jager. Op een gegeven dag dat soort beeldfouten worden gecorrigeerd met de deling kwam hij een beer op het spoor; dat was Callisto die haar door de grijsopname. kind herkende, dus niet bang was en bleef staan. Arcas trok zijn pijl en boog en zou zijn moeder hebben gedood 14 Metius Magazine nr. 206 Peru) komt koel en daardoor voedzaam water naar boven en is het droog, voor de kusten van Indonesië en Australië is het zeewater warmer wat leidt tot verdamping en regen. Bij een El Niňo is dit proces verstoord en keert de richting van de stroming om: bij Peru verdwijnt de vis, bij Indonesië en Australië zijn er misoogsten wegens droogte. Afbeelding 1: Voorbeeld van een ruwe opname (M92) Nieuwe inzichten, ingegeven door meetresultaten met een flink aantal meetboeien in zee, tonen aan dat dit beeld aanpassing behoeft: in feite is er altijd een “warm gebied” in de oceaan, een ovaal waarvan de ligging meer westelijk of meer oostelijk kan zijn. Daarbij representeert El Niño een extreem oostelijke ligging. Hoe de verplaatsing van de “warme plek” geschiedt, is nog niet goed begrepen. De grootte van de warme plek is ook variabel en de vorm kan meer en minder uitgerekt zijn. Zie voor een afbeelding in kleur pagina 23. Sterrenkijken, door Rob Steegs. Onze leenkijker is een bijzonder handig instrument voor degenen die nog niet ervaren zijn in het vinden van objecten aan de hemel. Het probleem bij het vinden is, dat goed zicht door een kijker samengaat met een klein beeldveld, waardoor het lastig is om in één keer de kijker op het gewenste object te richten. Een bekend hulpmiddel is het “star hoppen”: je richt eerst (met kleine vergroting) op een heldere bekende ster, gaat vandaar uit met steeds kleinere bewegingen (en desgewenst onder het inzetten van sterkere vergrotingen) naar je doel toe, waarbij je normaal een leidraad gebruikt uit een of andere handleiding. Onze kijker is een z.g. “go to”-kijker, die dit proces onnodig maakt: hij stuurt zichzelf, met behulp van ingebouwde software, naar het doel toe. Maar daarvoor moet hij wel eerst goed gericht Afbeelding 2 bewerkte opname na aftrek donkerstroom en geworden. Dit kan dan ook weer semi-automatisch gebeuren: deeld door grijsopname richt hem op een paar heldere sterren en zeg welke sterren dit zijn, completeer dit met het invoeren van de tijd en de In feite worden deze processen onafhankelijk uitgevoerd coördinaten van de plaats op aarde waar je je bevindt, dan voor ieder van de kleuren die je in de opname wil verwerberekent de kijker zijn initiële instelling en rekent vandaarken. Onder die kleuren kunnen ook niet met het menselijk uit door naar de gewenste plaats aan de hemel. Na enig oog waarneembare gebieden uit het elektromagnetisch “zoemen” staat de kijker automatisch daarop gericht. spectrum zitten, zoals infrarood of nabij ultraviolet. Voor Metiusleden bestaat de mogelijkheid om aan een In een enkele opname van een bepaalde tijdsduur zie kun soort introductiecursus mee te doen, waarmee je je de je details en sterren zien tot een bepaalde magnitude, ter- handigheden van de leenkijker kunt eigen maken. wijl het opvoeren van de waarneemtijd niet verhoogd kan Spectrografie, door Henk Verbeek. worden omdat de opname verzadigd raakt of omdat Als je wit licht van bijvoorbeeld een felle gloeilamp door (doordat de tracking en uitrichting van de telescoop nooit een prisma laat vallen, komt het aan de andere zijde teperfect is) de sterren strepen worden. Toch kun je het eind- voorschijn als een band met alle kleuren van de regenresultaat nog aanzienlijk verbeteren door vele opnamen te boog, een band die we het spectrum noemen. Aan de rode maken en die te “middelen”: daardoor worden toevallige kant van het spectrum zit licht van een relatief lage energie verstoringen weggewerkt. Door het middelen (of optellen) (ofwel lage frequentie of grote golflengte), aan de violette bouwt er minder ruis op dan een echt signaal zou hebben zijde hoge energie (hoge frequente, kleine golflengte). en zo komen er meer en meer details tevoorschijn. Nog Lichtbronnen kunnen ook spectra hebben met slechts enbeter is het, om uit de “stack” van opnamen eerst de beste kele felle lijnen, of met een aantal min of meer vaag uitlote selecteren en daarna over die deelgroep te middelen. Al pende banden. Zonlicht blijkt te bestaan uit de volle regenmet al een bewerkelijke techniek voor het verkrijgen van boog, maar daarin een groot aantal “zwarte lijnen”: plaatéén opname van hoge kwaliteit, maar met de tegenwoordi- sen in het spectrum waarin veel minder licht zit dan gemidge software gaat het toch relatief snel. Zie voor het eindre- deld het geval is. Henk demonstreert een spectroscoop die sultaat de kleurenafbeelding M92 op pagina 23. als bouwpakket te krijgen is en waarmee je dit soort specEl Niño, door Leendert Lambach. tra kunt laten zien. Onder normale omstandigheden wordt het zeewater in de Hoe komt het dat sommige lichtbronnen heldere lijnen in Grote Oceaan door de zonnewarmte opgewarmd terwijl het het spectrum hebben en andersoortig licht juist donkere door de Passaatwinden naar het westen wordt getranspor- lijnen? De atoomtheorie van Bohr geeft daarop antwoord. teerd. Voor de westkust van Zuid-Amerika (dus de kust van De chemische elementen bestaan uit atomen met ieder September oktober 2015 15 een kern en daaromheen een aantal rondcirkelende elektronen. Die elektronen mogen slechts in bepaalde banen om de kern heengaan. Wanneer (bijvoorbeeld door verhitting) zo’n atoom meer energie krijgt, wordt dat opgeslagen doordat één of een paar elektronen in een hogere, weer toegelaten baan komen. Na verloop van enige tijd valt zo’n elektron terug in een lagere baan en daarbij zendt hij het surplus aan energie uit als een pakketje straling van één golflengte. Bij die golflengte in het spectrum ontstaat dan een heldere lijn. Zo heeft het licht van een natriumlamp één heldere lijn, die in het gele gebied van het spectrum zit. Omgekeerd, wanneer je neutraal wit licht door een gas laat gaan waarin atomen zitten die elektronen hebben die nog “omhooggeslingerd” kunnen worden, dan zal dat juist gebeuren met dat licht dat de energie heeft die past bij die overgang: er wordt die frequentie uit het spectrum weggezeefd en dat geeft die donkere lijn. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de atmosfeer van een ster. Omdat er veel mogelijkheden zijn voor sprongen omhoog en ook veel elementen, is sterlicht voorzien van vele donkere lijnen. Uit het vóórkomen van bepaalde patronen van donkere lijnen in het spectrum van een ster kun je reconstrueren hoeveel van welke elementen er in de atmosfeer van die ster zitten. Zo kennen we de chemische samenstelling van alle voldoend heldere sterren! Voor een praktische demonstratie werd wat keukenzout gehaald uit de kantine dat in een kaarsvlam werd gestrooid en werd er een duidelijke geel/oranje band zichtbaar van het element natrium. Keukenzout is immers een verbinding van natrium en chloor. Piet Cijsouw 21 augustus 2015 2002 in LA, waar hij op blz. 82 stelt “….that its present size is at least equal to 10 million billion light-years.”, ofwel ca. 1025 km ( dus een 1 met 25 nullen erachter). Kijk dat is nog Gebeurt u dat ook wel eens? Na eens klare taal. Eindelijk iemand die het aandurft om een een lezing of een stukje uit de antwoord op die prangende vraag te geven. Laat niet onkrant of boek komt er een vraag verlet dat je als kind bij welk antwoord dan ook - en ook als op. U kunt uw vraag mailen naar volwassene - nog met de vraag blijft zitten wat zich nou de redactie van dit blad zodat de achter die grens bevindt? Maar dat schuiven nu maar even hele vereniging kan mee helpen terzijde. Maar de vraag waar het nu om gaat is: “Is het anteen antwoord te vinden woord van Joseph Silk juist?” Oftewel “Hoe komt Joseph Silk nu op deze krankzinnig grote afstand?”. Dat is de uitdaging. Graag zie ik uw ideeën hierover tegemoet. U mag natuurlijk ook internet raadplegen. Dat heb ik Hoe groot is het heelal? ook gedaan. Google bijvoorbeeld. Gelukkig denkt Google Een prangende vraag, die elk kind van rond tien zich stelt. natuurlijk al vooruit terwijl je het toetsenbord tokkelt en gokt Grote kans dat u, ondertussen volwassen, nog steeds niet dat je de vragen stelt die de meeste mensen graag beantweet hoe groot het heelal is! Ik kwam op deze aloude boei- woord zouden willen zien. En wie schetst mijn verbazing? ende vraag dankzij de Nederlandse Sterrenkunde Olympi- Ik had nauwelijks ingetypt “What is the size of….?” of ade 2014, die in de afgelopen MM nummers uitvoerig aan Google liep al vooruit en spuide hits met als bovenste de orde kwam vanwege de eerste multiple choice vraag “What is te size of a penis?” Ook een belangwekkende “Er zijn zo enorm veel sterren in het heelal, dat je zou ver- vraag maar niet de mijne, ik zocht naar “What is the size of wachten in elke willekeurige richting aan de hemel wel een the Universe? ster tegen te komen als je goed genoeg kijkt. Toch is het ’s Voor de goede orde, we hebben het hier dus niet de waarnachts donker”, neembare grootte, want die is kleiner dan de ware. Om die met als keuze antwoord omdat het heelal oneindig groot laatste gaat het. Enfin, ik zie graag uw hersenspinsels over en erg leeg is. Dat was een fout antwoord. Zie vorige de grootte van het heelal tegemoet. In een volgende afleMM’s. Maar hoe groot is het dan wel? Grote kans dat u vering hoop ik, dankzij uw hulp, te raden hoe Joseph Silk dat nog steeds niet weet! nou aan die krankzinnige grootte zou hebben kunnen komen. Vraag van een gek Echter daar is hoop dankzij het boek “A Short History of The Universe” van Joseph Silk, aangeschaft in oktober Mees Visser Zo simpel is het vast niet (red) 16 Metius Magazine nr. 206 Voor u van internet geknipt: De versnelling van de uitdijing van het heelal gaat misschien wat minder hard dan tot nu toe werd aangenomen. Tot die conclusie komen Amerikaanse astronomen na waarnemingen van verre supernova-explosies (The Astrophyscial Journal, 10 april). werd pas duidelijk toen de ontploffende sterren op ultraviolette golflengten werden bekeken. Gemiddeld blijken nabije supernova’s van type Ia iets roder te zijn dan verre. Dit heeft tot gevolg dat de waargenomen uitdijing van het heelal voor een deel kan worden toegeschreven aan het kleurverschil tussen de beide soorten supernova’s. En dat zou betekenen dat de uitdijing van het heelal minder hard versnelt, en dat er minder donkere energie is, dan tot nog toe werd aangenomen. De onderzochte supernova’s zijn van type Ia, die als ‘standaardkaarsen’ worden gebruikt – uit hun helderheid kan hun afstand worden afgeleid. De astronomen hebben nu ontdekt dat die supernova’s toch niet allemaal even veel reacties: licht geven. Er bestaan in feite twee soorten, en het opmerkelijke is dat in onze nabijheid een andere soort in de Planeten Paultje 11 april 2015 13.07 uur meerderheid is dan op grote afstanden. Bah! dan moet ik al mijn presentaties weer aanpassen. Deze ontdekking kan gevolgen hebben voor de bepaling van de uitdijingssnelheid van het heelal. Rond de laatste eeuwwisseling ontdekten astronomen dat veel supernova’s van type Ia zwakker lijken dan verwacht, omdat ze verder van de aarde verwijderd zijn dan het geval was geweest in een gelijkmatig uitdijend heelal. Dat wijst erop dat het heelal steeds sneller uitdijt – een verschijnsel dat wordt toegeschreven aan de zogeheten donkere energie. Dat de eigenschappen van verre supernova’s van dit type een beetje afwijken van die van hun nabije soortgenoten, Den 11 april 2015 14.41 uur Ik denk dat het hele verhaal van de versnelde uitdijing als een supernova zal exploderen. Het heelal neemt de mens met zijn beperkte mentale vermogens nog altijd in de maling (red) September oktober 2015 17 Zonsverduistering op het schoolplein en mijn dak. In februari 1961 beleefde ik mijn eerste zonsverduistering. Dat maakte grote indruk op mij. Bij de verduistering van 20 maart 2015 realiseerde ik me dat de vorige verduistering in 1999 had plaatsgevonden. Het merendeel van mijn leerlingen moest toen nog worden gemaakt of had nauwelijks het bewustzijn waarmee een zonsverduistering kan worden beleefd. Een belevenis is het! Ik wilde dat die niet onopgemerkt voorbij zou gaan. In de kantine van de school werd een simulatie van de verduistering vertoond met behulp van het programma Stellarium. Buiten waren 2 telescopen opgesteld. Terwijl ik tientallen CD tjes tegen elkaar plakte om ze veilig te maken had een collega 50 eclipsbrillen besteld. Het maximum zou ongeveer samenvallen met de ochtendpauze. Ik vroeg aan sommige nieuwsgierige kinderen: “Hoe oud ben je?” “13 mijnheer” “Als je 24 bent kan je dit weer meemaken in Nederland.” Het stelde niet veel voor in de ogen van de jongelui. Toch nam de lichtsterkte behoorlijk af. Ik neem maar aan dat hun ogen zich aan de situatie aanpasten zodat de belevering minder uitgesproken werd. Vóór de verduistering begon leverden de zonnepanelen thuis op mijn dak ondanks de bewolking ongeveer 300 wat. Tijdens de maximale verduistering was dat nog maar 27 watt. In de omvormer die de gelijkstroom van de panelen naar 220 volt wisselstroom omzet zit een wifi apparaatje. Dat zendt allerlei gegevens over de energieproductie via een webpagina naar mijn computer telefoon of tablet. De meetgegevens worden automatisch verwerkt in tabellen en grafieken. In de afbeelding ziet u de grafiek van 20 maart waarin Power in watts Helaas... dikke sluierbewolking benam ons het zicht op de uitgezet is tegen de tijd. Vanaf zonsopkomst gingen de zon. Het werd wel donkerder en het koelde af van 6,5 naar panelen met het klimmen van de zon meer leveren tot half 4,5 graden. Er kwamen toch heel wat kinderen naar bui10. Daarna ging het met de energieproductie snel bergaften. “Wanneer gaat het licht uit meester?” vroeg een leer- waarts tot het maximum voorbij was. ling hoopvol. Dat viel dus een beetje tegen. Op het moment dat de zon voor meer dan 80% schuil ging zochten een paar meeuwen hun slaapplaats op. Zangvogeltjes wer- Hans Dijkstra den stil. maximum 18 Metius Magazine nr. 206 Worden details op Pluto’s maan Charon vernoemd naar beroemde Science Fiction figuren? Mons (vernoemd naar sciencefiction-auteur Arthur C. Clarke (2001: A Space Odyssey)) en de valleien Nostromo Chasma (vernoemd naar het ruimteschip uit de Alien-films) Als het aan het New Hori- en Tardis Chasma (vernoemd naar het ruimteschip/de tijdzons-team ligt wel. En machine uit de Doctor Who-serie). Tevens zijn er kraters ook aan de Star Wars- en vernoemd naar Star Wars’ Leia Organa, Luke Skywalker Doctor Who-fans is geen Darth Vader. dacht! Nu nog afwachten wat de IAU ervan vindt. Ruimtesonde New Horizons stelt ons in staat om voor het eerst details op Pluto en zijn manen te bewonderen. En details zijn er genoeg, zo bleek! Zo zijn er op Pluto enorme bergen te vinden en bezit Charon kraters, kliffen en valleien. Thema’s Niet elke naam is geschikt voor structuren op Pluto en zijn manen. Zo zijn er verschillende thema’s. Voor kenmerken op Pluto wordt gekozen voor namen die samenhangen met mythologische onderwerelden, schrijvers, wetenschappers en technici die geassocieerd worden met Pluto en de Kuipergordel. Voor kenmerken op Charon worden namen gekozen van onder meer fictieve en mythologische ontdekkingsreizen, ontdekkingsreizigers en hun vervoersmiddelen. Geologische kenmerken moeten natuurlijk voor het gemak een naam krijgen. Eerder dit jaar werd bekend dat het grote publiek mocht meedenken over de namen voor geologische structuren op het oppervlak van Pluto en zijn manen. Op een speciaal voor de gelegenheid opgezette website kon je namen indienen en op ingediende namen stemmen. Zodra New Horizons bij Pluto en zijn manen in de buurt kwam en geologische kenmerken detecteerde, zou het New Horizons-team een aantal namen uit de lijst kiezen en deze koppelen aan bepaalde structuren. Daarna zou de IAU (de organisatie die hemelobjecten en kenmerken op hemelobjecten van namen voorziet) besluiten of de namen ook daadwerkelijk voor die structuren gebruikt mochten/konden worden. Kent Pluto weersverschijnselen? Pluto bevindt zich 30 tot 50 keer verder weg van de Zon dan de Aarde en het is daarmee één van de koudste grote hemellichamen in het zonnestelsel. Maar ondanks de grote afstand zijn de temperatuurschommelingen dermate groot dat ze een groot effect hebben op de dwergplaneet. Alle planeten vertonen temperatuurveranderingen die gerelateerd zijn aan hun seizoenen. Sommige veranderingen zijn extremer dan andere. Op zijn warmst, als Pluto het dichtste bij de Zon staat bereikt de temperatuur een waarKaartjes de van -223° Celsius. Op zijn koudst wijst de thermometer Het New Horizons-team heeft nu zijn eerste keuzes geeen temperatuur van -233° Celsius aan.Deze verandering maakt en kaartjes vrijgegeven met daarop een stukje van in temperatuur lijkt erg klein maar heeft wel een significant Pluto en Charon. Op de kaartjes zijn onder meer kraters, effect. Pluto bestaat uit een rotsachtige kern omringd met bergen en valleien te zien. Veel van deze geologische ijs van verschillende soorten gas. Bij de dichtste nadering structuren hebben inmiddels een naam gekregen van het van Pluto tot de Zon is de temperatuur hoog genoeg om ijs New Horizons-team. Zo zien we op Pluto namen van diver- direct te sublimeren in gas om zo een ijle dunne atmosfeer se beroemde ruimtesondes voorbij komen. Regio’s dragen te vormen. Bij het toenemen van de afstand tot de Zon beer namen als Hayabusa Terra (vernoemd naar de eerste vriest dit gas weer en verdwijnt ook de atmosfeer. ruimtesonde die landde op een planetoïde), Voyager Terra (vernoemd naar de eerste ruimtesonde die de interstellaire ruimte binnenging) en Pioneer Terra (de eerste ruimtesonde die de buitenste regionen van ons zonnestelsel verkende). Ook zijn er veel namen van ontdekkingsreizigers te vinden, zoals Zheng He en Kupe. En veel namen van figuren uit de onderwereld (bijvoorbeeld Virgil, de gids van Dante). Ook diverse wetenschappers zijn geëerd, waaronder Jan Oort, de onderzoeker die stelde dat kometen een gemeenschappelijke oorsprong hadden. Op Charon treffen we de regio Vulcan Planum aan (vernoemd naar de fictieve planeet Vulcan uit Star Trek). In deze regio bevinden zich diverse kraters, waaronder de Spock- en Kirkkrater (eveneens uit Star Trek). Ook zien we er Clarke Hans Dijkstra September oktober 2015 19 Wegwijs naar…. Cygnus, de Zwaan M29 Open Sterrenhoop De zomerse Melkweg wordt 's zomers gedomineerd door het uitgestrekte figuur van de Zwaan. De kop van de Zwaan bevindt zich bij β, de schitterende dubbelster Albireo. De vleugels strekken zich uit naar het noordwesten naar δ (delta), en naar het zuidoosten naar ε (epsilon). Zijn staart tenslotte wordt gemarkeerd door de eerste magnitude ster α genaamd Deneb wat in het Arabisch simpelweg "staart" betekent. Dit sterrenpatroon wordt ook wel het Noorderkruis genoemd. In zuid Europa staat de Zwaan rond Kerst rechtop boven de noordelijke horizon. De Zwaan lijkt langs de Melkweg naar het zuidwesten te vliegen, in de richting van Aquila, de Adelaar. De Adelaar op zijn beurt vliegt de Zwaan tegemoet naar het noordoosten. In de klassieke mythologie werd Cygnus geïdentificeerd met de zwaan waarin Jupiter zichzelf veranderde toen hij Leda, de vrouw van de koning van Sparta Tyndareus, wenste te verleiden terwijl zij baadde in een vijver. Uit hun vereniging kwamen Pollux en Helena ter wereld; later Helena van Troje wiens schoonheid "duizend schepen te water liet". In tegenstelling tot zijn halfbroer Pollux was Castor een gewone sterveling aangezien zijn vader, koning Tyndareus, ook een sterveling was. Cygnus bevat ongetwijfeld het mooiste gedeelte van de Noordelijke Melkweg. De Grote Kloof begint bij Deneb en strekt zich uit naar het zuidwesten tot aan Alpha Centauri, ver naar het zuiden. De stofwolken van De Grote Kloof bevinden zich op ongeveer 1000 lichtjaren afstand in de richting van de Zwaan, en komen steeds dichterbij naarmate we ons naar het zuiden bewegen naar Aquila, Scutum, Sagittarius en Scorpius, waar ze zich op een paar honderd lichtjaren bevinden. De beroemde Kolenzak in het Zuiderkruis wordt waarschijnlijk gevormd door een buitengebied van de Grote Kloof stofwolk. De Cygnus Sterrenwolk, die zich over 20 graden uitstrekt vanaf Albireo naar het noordoosten tot aan Gamma Cygni is het helderste deel van de Melkweg ten noorden van de hemelequator. Dit deel van de Melkweg is een schitterend gezicht in een verrekijker; het zuidwestelijke deel valt op door de heldere achtergrond van ontelbare sterren, terwijl het noordoostelijke deel zeer veel sterren bevat van de 6e tot de 10e grootte. Wanneer we naar de Cygnus Sterrenwolk kijken, zien we in feite het deel van onze eigen spiraalarm waar deze zich naar binnen, richting het centrum van de Melkweg kromt. Kwaliteit hemel: Donker tot goed donker Vergroting: Laag Zichtbaarheid: Juni tot November Waar te zien Zoek de grote figuur van de Zwaan, deze heeft de vorm van een vlieger. Op het snijpunt van de assen van de vlieger vind je een tamelijk heldere ster, dit is γ Cygni, ook wel Sadr genaamd. Zorg ervoor, dat je γ aan de noordelijke rand van je zoeker hebt. In de zoeker Je ziet een veld vol met sterren. Een klein groepje zwakkere sterren, lijkend op een mini- versie van de Pleiaden is M29. In de telescoop In de telescoop zie je een leuke, compacte groep sterren. Er zijn acht heldere sterren, en een groter aantal zwakkere. De helderste vier staan in een vierkant, en drie andere in de vorm van een driehoek die naar het noorden wijst. Waar kijk je naar? Charles Messier ontdekte deze groep op 29 juli 1764, en beschreef hem als een "groepje van 7 of 8 zeer kleine sterren". Het is geen grote groep, slechts 11 lichtjaren in doorsnede op een afstand van 6000 lichtjaren. De vijf helderste leden zijn allemaal B0 reuzen, waardoor de totale helderheid van de sterrenhoop een indrukwekkende 160.000 zonnen bedraagt! M39 Open Sterrenhoop Kwaliteit hemel: Donker tot goed donker Vergroting: Laag Zichtbaarheid: Juni tot November Waar te zien Zoek de Zwaan, en begin bij de westelijke vleugel, aangeduid door δ (delta). Stap vanaf δ naar de helderwitte α, dit is Deneb ofwel de staart van het beest. Neem eenzelfde stap, en je komt bij de veel zwakkere ρ (rho). Vanaf ρ nemen we een halve stap richting de dichtstbijzijnde punt van de "W" van Cassiopeia; hier vind je π (pi). Halverwege ρ en π, maar iets naar het westen vind je M39. In de zoeker Je ziet een veld vol met zwakke achtergrondsterren van de Melkweg. Een grote, losse groep sterren is M39. In de telescoop In de telescoop zie je een grotere, erg losse groep sterren. Zo'n 20 sterren vormen een driehoek ter grootte van de Cygnus bevat een veelheid aan objecten die ons esthevolle maan, met een ster van de 9e grootte aan de noordetisch treffen, astronomisch interessant zijn, of beide. Beta lijke hoek, en sterren van de 7e grootte aan de zuidoostelijCygni, Albireo is een van de mooiste dubbelsterren van de ke en zuidwestelijke hoek. Ondanks de losse structuur is hele hemel. 61 Cygni is nauwelijks de mindere, en ook nog M39 opvallend tegen de zwakke achtergrond van de Melkeen van onze naaste buren. De Noord Amerika Nevel, net weg.. Waar kijk je naar? ten oosten van Deneb is te zien in een verrekijker en bevindt zich in een sterrenveld dat zich kan meten met de Messier was ontdekt door Le Gentil in 1750; Messier voegCygnus Sterrenwolk. Net zo vaak gefotografeerd als de de de sterrenhoop toe aan zijn lijst in 1764. De afstand is Noord Amerika Nevel is de Sluiernevel, een wat moeilijker 830 lichtjaren. Het is een losse groep met weinig leden; de object. Dit is geen emissienevel zoals de Noord Amerika doorsnede van de groep is ongeveer 7,5 lichtjaren. Nevel, maar een supernova restant. Verder zijn er een aantal planetaire nevels te vinden, en open sterrenhopen. Rob Steegs De twee Messier objecten die we in Cygnus vinden zijn allebei open sterrenhopen; de grote losse M39 en de kleine M29. 20 Metius Magazine nr. 206 Joehoe kopij voor nr 207 voor 20 oktober insturen September oktober 2015 21 Hemelkalender september – oktober 2015 Vr/Za 18 en 19 september Deze twee avonden is de maan in de buurt van Saturnus (+0,6) te vinden. In de avondschemering van 18 september staat de maan 5° ten noordwesten van de planeet, de volgende avond 8° ten oosten ervan. Even verderop komen we de ster Antares (+1,0) tegen. De conjunctie van de maan en Saturnus vindt plaats onder onze horizon om 5 uur (19 september), die van de maan en Antares om 23 uur (19 september): dan is Antares al ondergegaan. Ma 28 september Om 3.46 uur vanochtend bereiken de aarde en de maan hun kleinste onderlinge afstand van dit jaar. Deze bedraagt 356.877 kilometer. Dan is de schijnbare diameter van de maan aan de hemel ook het grootst: 33' 28". Dit vrijwel op het moment van Volle Maan (en tijdens een maansverduistering!). Ma 28 september Om 4.51 uur is het Volle Maan. De maan bevindt zich dan in het sterrenbeeld Vissen. Tijdens deze Volle Maan schuift de maan volledig in de schaduw van de aarde, dus er is een totale maansverduistering te zien. Deze is waarneembaar vanuit de Benelux. Om 3.07 uur begint de maan de kernschaduw van de aarde binnen te schuiven (1). Te Utrecht staat de maan dan 34° boven de horizon. Van 4.11 uur (2) tot 5.23 uur (4) is de maan totaal verduisterd; het maximum is om 4.47 uur (3) (op 24° hoogte). Om 6.27 uur (5) is de maansverduistering voorbij. De weer helder stralende maan staat dan nog 11° boven de horizon. De grootte van de verduistering is 1,28. Enige tijd voor de eerste aanraking met de kernschaduw begint de maan aan de kant die het eerst verduisterd gaat worden een beetje donkerder te worden. Dit komt doordat de maan eerst nog door de bijschaduw heen moet, waar de lichtstralen van de zon al gedeeltelijk door de aarde worden onderschept. Amateurs die over een kijker met een opening van minstens 60 mm beschikken, kunnen zich verdienstelijk maken door te meten op welke tijdstippen bepaalde kraters in of uit de aardschaduw treden. Deze tijdstippen moeten tot op 0,1 minuut nauwkeurig worden geklokt. Voor de verduistering van vandaag geven we in de tabel hiernaast de voorspelde tijdstippen (MEZT) waarop de middelpunten van enkele goed herkenbare kraters en twee bergen in en uit de aardschaduw treden. Vr 2 oktober (telescoop) Om 4.54 uur is een rakende bedekking te zien van de ster SAO 93803 (+7,2). Gezien vanuit zone van een paar kilometer breed over Bergen, Langedijk, Andijk, ten zuiden van Lemmer, Wolvega, ten zuiden van Assen en Gieten schampt de rand van de maan langs de ster, waardoor deze een aantal keren 'uit' en 'aan' knippert. Ten zuiden van deze zone zien we een bedekking van SAO 93803 door de maan, ten noorden ervan slechts een nauwe samenstand. De ster staat hoog aan de hemel in het sterrenbeeld Stier en de maan is voor 78% verlicht. Vr 9 oktober (verrekijker) Rond 6 uur is er boven de oostzuid-oostelijke horizon een mooie samenstand te zien van de smalle maansikkel, drie planeten en een heldere ster. De maan staat ruim 4° ten zuidoosten van Venus (-4,5), 6° ten zuiden van de ster Regulus (+1,3), 6° ten noordwesten van de planeet Mars (+1,8) en 9° ten noordwesten van de planeet Jupiter (-1,7). Om 9 uur komen Venus en Regulus met elkaar in conjunctie, op een hoekafstand van 2°30'. Ma 12 oktober (verrekijker) Om 6 uur is Uranus in oppositie. De planeet staat recht tegenover de zon aan de hemel en is de hele nacht te zien. Zoek hem met een eenvoudige verrekijker in de buurt van de ster ε van het sterrenbeeld Vissen. Wo/Do 21/22 oktober De meteorenzwerm van de Orioniden bereikt deze nacht zijn maximum. De omstandigheden zijn dit jaar redelijk gunstig. De maan is weliswaar bezig om 'vol' te worden, maar gaat al vroeg in de nanacht onder, en dan komt juist de radiant van de Orioniden hoger aan de hemel te staan. Daardoor kunnen er in de nanacht tot zon twintig vallende sterren per uur verschijnen. Kijk zeker ook de nachten vóór en na het maximum, want de brede piek strekt zich uit over meerdere dagen. Ma 26 oktober (verrekijker) Om 4 uur vanochtend wordt de kleinste afstand bereikt tussen de planeten Venus, Mars en Jupiter. De kleinste cirkel die deze drie planeten omvat heeft dan een schijnbare diameter van 3°35' en past dus ruimschoots in het beeldveld van een verrekijker. Ook de ochtenden ervoor en erna staan deze drie planeten dicht bij elkaar boven de oostelijke horizon. Deze informatie is ontleend aan de Sterrengids 2015. De Sterrengids bevat een schat aan informatie voor zowel de beginnende als de gevorderde amateur, en is verkrijgbaar via de boekhandel. Rob Steegs 22 Metius Magazine nr. 206 M 92 Wereldkaart met centraal de Grote Oceaan met de afwijking van de watertemperatuur [°C] gedurende de sterke El Niño in december 1997 September oktober 2015 23 Lid worden van A.W.S.V. “Metius” Indien u lid wilt worden van de Alkmaarse Weer - en Sterrenkundige Vereniging “Metius” kunt u zich opgeven bij het secretariaat (zie pagina 3 van dit blad). U kunt zich ook opgeven op één van onze verenigingsavonden. De contributie bedraagt € 25 per jaar. Personen onder de 20 jaar betalen € 10 per jaar. Gezinslid € 12,50 per jaar. Bij lidmaatschap heeft u recht op: gratis deelname aan alle verenigingsactiviteiten (incl. lezingen, werkgroepen); gratis toegang tot de sterrenwacht; gratis abonnement op Metius Magazine Ruimte voor adressticker Adverteren in Metius Magazine Ook u kunt adverteren in dit magazine. Wij bieden de volgende mogelijkheden aan: Commerciële advertenties A4 formaat: €85 per jaar; A5 formaat: €55 per jaar; A6 formaat; €35 per jaar; A7 formaat; €25 per jaar. Bij plaatsing van een advertentie ontvangt u het Metius Magazine gratis. Indien u geen prijs stelt op ontvangst van het magazine krijgt u € 8,- korting op het advertentie tarief. Niet commerciële advertenties aangaande sterrenkunde boeken en (onderdelen van) instrumenten door leden zijn gratis tot een maximum van 400 leestekens inclusief spaties