BRAZILIË: OPROEP AAN DE BRAZILIAANSE REGERING: «VERDEDIG HET RECHT OP TERRITORIUM VAN DE INHEEMSE VOLKEREN EN ANDERE TRADITIONELE GEMEENSCHAPPEN» Oproep tot actie Momenteel bespreekt Brazilië een aantal wijzigingsvoorstellen voor het beleid inzake het recht op grond van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen. Die zouden ten opzichte van de huidige wetgeving een stap achteruit betekenen. De rechten van de inheemse volkeren op behoorlijke voeding en op een eigen grondgebied zijn in de loop van de geschiedenis steeds opnieuw geschonden. Ze zijn gemarginaliseerd, gediscrimineerd, vervolgd, en zijn het slachtoffer geworden van geweld omdat ze niet meer over hun eigen, gemeenschappelijk beheerde grondgebieden konden beschikken. Dat is b.v. zo voor de Quilombolagemeenschap van Brejo dos Crioulos in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais, en voor de veertigduizend GuaraniKaiowá in de deelstaat Mato Grosso do Sul. We vragen jullie mee te doen met een actie tegen die wijzgingsvoorstellen. De actie bestaat uit een oproep aan de Braziliaanse overheid om de nieuwe voorstellen, die de fundamentele mensenrechten van de inheemse volkeren in Brazilië met de voeten treden, niet goed te keuren, maar er daarentegen voor te zorgen dat de inheemse en andere traditionele volkeren eigendomsrecht krijgen op hun eigen grondgebied, zoals de huidige wetgeving dat voorziet. Deze actie loopt tot november 2013 !!! ZO DOE JE MEE Lees de informatie en de brief en onderteken de petitie hieronder : ofwel indidvidueel on-line, via www.fian.org ofwel door het petitieblad (één of meerdere malen!) af te drukken en door anderen te laten ondertekenen, en dan op te sturen naar FIAN Belgium Van Elewyckstraat 35 1050 Elsene [email protected] Deze petitie wordt op 10 december, Internationale dag van de Mensenrechten, overhandigd aan: - de president van Brazilië, mevrouw Dilma Roussef - de voorzitters van het nationaal Congres en van het Hooggerechtshof - aan alle Braziliaanse ambassades ter wereld Achtergrondinformatie 1. De Guarani-Kaiowá Meer dan veertigduizend Guarani-Kaiowá wonen in het zuiden van Mato Grosso do Sul in kampen, waar ze hun cultuur en tradities niet kunnen volgen. Ze ondergaan marginalisatie, discriminatie, vervolging, chronische honger en ondervoeding. Het recht op grondgebied en andere mensenrechten van deze groep worden niet nageleefd. Omdat de overheid zich terughoudend opsteld bij het oplossen van hun problemen, worden ze makkelijk het slachtoffer van allerlei wetsovertredingen. In 2012 werden in Brazilië 22 moordpogingen gemeld, waarvan de helft in Mato Grosso do Sul met Guaranis als slachtoffer. 7,3% van hun kinderen onder de vijf jaar zitten onder het normaal gewicht. 2. De gemeenschap van Brejo dos Crioulos De Quilombola-gemeenschap van Brejo dos Crioulos in het noorden van Minas Gerais bestaat uit 512 families die al veertien jaar strijd voeren om het eigendomsrecht van hun land. Ze wonen nu in beperkte, heel kleine gebiedjes waar ze geen zelfvoorzienende landbouw kunnen bedrijven. Omdat het terugkrijgen van hun vroeger grondgebied zo vreselijk traag ging, heeft deze groep voor een andere strategie gekozen: ze hebben dat grondgebied herbezet. Op 15 september 2012, midden in een bezettingsconflict, kwam een gewapende bewaker van het privé-domein om. Daarop werden vijf leden van de Quilombola-gemeenschap gearresteerd en van moord beschuldigd. Sindsdien heeft het gerecht zich bevooroordeeld opgesteld. Vier leden van de Quilombola-gemeenschap zitten nog steeds gevangen, alhoewel er geen bewijs is dat deze vier bij de moord betrokken waren. 3. Een stap achteruit voor de Rechten van Inheemse Volkeren en Traditionele Gemeenschappen Alhoewel er een breed wettelijk kader bestaat dat de rechten van inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen erkent, is er duidelijk nog heel wat werk aan de winkel. Artikel 67 van de Wet van Voorlopige Grondwettelijke Overgangsmaatregelen van de Federale grondwet van 1988 voorzag b.v. een beperking van vijf jaar voor het afronden van het proces waarbij de inheemse grondgebieden afgebakend zouden worden. Die vijf jaar zijn twintig jaar geleden al afgelopen, en veel inheemse volkeren hebben hun grondrechten nog steeds niet terug. Momenteel zijn er verschillende beleidsorganen die voorstellen bespreken om de rechten van inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen weer in te perken: 3.1 Maatregelen op het niveau van de wetgevende macht a. De bijkomende wet (PLP) 227/2012 vereist een economisch en sociaal werkbaarheidsonderzoek door een werkgroep met daarin een antropoloog van FUNAI (Nationale Indianenorganisatie), werknemers van de ministeries van landbouw en rechtspraak, geschiedkundigen, vertegenwoordigers van de inheemse bevolking, en de eigenaars van het te onteigenen land. Deze beleidsmaatregel zou het moeilijk maken om nieuwe gebieden voor inheemsen open te stellen, en zou een inbreuk betekenen op wat de grondwet en de internationale verdragen momenteel vereisen. Er zijn al zo'n werkgroepen opgericht waaraan parlementsleden en inheemse volkeren deelnemen. b. Grondwettelijk amendement 215/2000 - PEC 215 – is een voorstel voor een grondwettelijk amendement dat de verantwoordelijkheid voor het afbakenen en erkennen van de al gehomologeerde inheemse en Quilombola-gebieden toekent aan het Nationaal Congres. Dit voorstel betekent een ernstige historische stap achteruit in de strijd voor het recht op een eigen grondgebied voor deze bevolkingsgroepen, en werd uitgewerkt om de concrete toepassing van het recht op een eigen grondgebied van inheemse volkeren te belemmeren. De inheemse volkeren zijn immers niet rechtstreeks vertegenwoordig in het Nationaal Congres, dus is daar ook niemand die voor hun rechten en belangen zou opkomen. c. Wetsvoorstel 1.610/96, dat de mijnactiviteiten op inheems gebied regelt, heeft verschillende ernstige consequenties. Het verzekert onder ander niet de autonomie van de inheemse volkeren (geen veto-recht). Het voldoet ook niet aan artikel 09 van conventie 169 van het ILO (International Labour Organization), dat voorziet in de vrije, voorafgaande en geïnformeerde raadpleging van inheemse volkeren. Het voorstel voorziet wel dat minstens 5% van de winst naar hen moet gaan, maar het is duidelijk dat mijnbouw in hun gebied een zware impact zou hebben, o.a. doordat er veel geld zou binnenkomen, wat de traditionele levenswijze in de dorpen in gevaar zou brengen. 3.2 Maatregel op het niveau van de uitvoerend macht De afbakening van de inheemse grondgebieden valt momenteel onder de verantwoordelijkheid van FUNAI, de nationale Indianenorganisatie. Minister Gleisi Hoffman (Burgerkabinet) verklaarde op 8 mei 2013 dat de regering dit proces wil decentraliseren. Daarbij zouden andere overheidsorganen bij het proces betrokken worden, o.a. Embrapa (het Braziliaans onderzoeksbedrijf voor de landbouw), dat de huidige toestand van deze gebieden in heel het land in kaart wil brengen. Ook de ministeries van Landbouwontwikkeling en van Landbouw zouden geraadpleegd moeten worden. Deze diensten staan allemaal heel erg onder druk van de agro-industrie. Momenteel staat alleen FUNAI in voor deze taak, voorheen ook in samenwerking met het Ministerie van Justitie. 3.3 Juridische maatregel Het Direct Ongrondwettelijkheidsgeding 3239 (ADIN 3239) werd ingediend door de Democratische Partij, tegen Decreet 4887/2003 dat de afbakening regelt van de gronden die momenteel door de overige leden van Quilombola-gemeenschappen bezet worden. De Democratische Partij stelt de afwezigheid van een wet die dit decreet regelt in vraag. http://www.incra.gov.br/index.php/estrutura-fundiaria/quilombolas Originele brief in het Portugees – Nederlandse vertaling op de volgende bladzijde Excelentíssima Senhora Presidenta da República, Senhor Presidente do Congresso Nacional e Senhor Presidente do STF, Atualmente no Brasil está em discussão e tramitação uma série de propostas regressivas de modificação de políticas públicas e procedimentos sobre o acesso ao território por parte dos povos indígenas e comunidades tradicionais. Tais propostas ferem a constituição federal e tratados internacionais voluntariamente ratificados pelo Brasil, e, se aprovadas perpetuariam as violações sistemáticas de direitos humanos, como o direito à alimentação adequada e ao território, que historicamente vem sofrendo tais povos e comunidades, entre elas a Comunidade Quilombola de Brejo dos Crioulos, no estado de Minas Gerais e os mais de 40 mil indígenas Guarani-kaiowá no Sul do Mato Grosso do Sul. Brejo dos Crioulos recebeu o Decreto Declaratório para desapropriação do seu território em setembro de 2011 e dois anos depois nenhuma fazenda foi desapropriada. Os mais de 40 mil Guarani-kaiowá vivem em condições de fome crônica e desnutrição e sofrem constante violência. Nestes dois casos as populações vivem em situação de marginalização, discriminação, perseguição e violência devido à falta do território. A realização do Direito Humano à Alimentação Adequada dos povos e comunidades tradicionais está diretamente ligado ao acesso ao território, direito garantido na legislação nacional e tratados internacionais. Neste sentido, exigimos que: 1. A Presidência da República garanta o direito ao território dos povos e comunidades tradicionais conforme garante o atual modelo de titulação. 2. O Congresso Nacional cumpra a missão constitucional de submissão às cláusulas pétreas e não aprove: a) a Proposta de Emenda Constitucional 215, que pretende retirar do Executivo o processo administrativo das demarcações e homologações de terras indígenas, transferindo-o para o Legislativo, substituindo critérios e competências administrativas técnicas, para inviabilizar as demarcações; b) o Projeto de Lei Complementar (PLP) 227/2012, que estabelece outras etapas no processo de demarcação de terras indígenas; c) o Projeto de lei 1.610/96, que regulamenta a mineração em terras indígenas e não prevê veto por parte dos indígenas. 3. O Supremo Tribunal Federal reafirme a constitucionalidade do Decreto 4887/2003 a partir do julgamento da Ação Direta de Inconstitucionalidade (ADI) 3239. Atenciosamente, BRAZILIË: Oproep aan de Braziliaanse regering: « Verdedig het recht op territorium van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen » Nederlandse vertaling Geachte mevrouw de President der Republiek, heren Voorzitters van het Nationaal Congres en mijnheer de President van het Hooggerechtshof, Momenteel worden in Brazilië een aantal wijzigingsvoorstellen besproken voor het beleid inzake het recht op grond van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen, die ten opzichte van de huidige wetgeving een stap achteruit zouden betekenen. Deze voorstellen betekenen een inbreuk op de federale grondwet en internationale verdragen die Brazilië vrijwilliger geratifieerd heeft. Als ze goedgekeurd zouden worden, zullen ze het verder zetten van systematische mensenrechtenschendingen mogelijk maken, zoals schendingen van het recht op behoorlijk voedsel en op grond. Deze rechten werden bij deze volkeren al doorheen de geschiedenis geschonden. Het gaat o.a. om de Quilombola-gemeenschap van Brejo dos Crioulos in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais, en om de veertigduizend Guarani-Kaiowá in de deelstaat Mato Grosso do Sul. In september 2011 verklaarde een decreet dat het traditioneel grondgebied van de mensen van Brejo dos Crioulos onteigend en aan hen teruggegeven zou worden. Nu, twee jaar later, is nog geen enkel van de privé-domeinen in dit gebied onteigend. Meer dan veertigduizend Guarani-Kaiowá leven met chronische honger en ondervoeding en krijgen voortdurend met geweld te maken. In deze twee gevallen leven de mensen in omstandigheden van marginalisatie, discriminatie, vervolging en geweld omdat ze hun eigen, door de hele gemeenschap beheerde grondgebied niet kunnen bewonen. De toepassing van het recht op behoorlijke voeding, één van de mensenrechten, heeft voor inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen vooral te maken met het recht op land, een recht dat voorzien is in de nationale Braziliaanse wetgeving en in internationale verdragen. Daarom eisen we van u het volgende: 1. dat de president der republiek het recht op territorium van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen garandeert, overeenkomstig het huidige landeigendomsbeleid; 2. dat het nationaal congres zijn grondwettelijke verplichtingen nakomt door zich te houden aan vaste en onherroepbare bepalingen, en de volgende voorstellen niet goedkeurt; a) het voorstel tot grondwetswijziging 215, dat de verantwoordelijkheid voor het administratief proces van afbakening en homologering van inheemse grondgebieden weghaalt bij de uitvoerende tak of het administratief proces, en deze procedures toewijst aan de wetgevende tak, waarbij criteria en technische administratieve competenties vervangen worden, wat de afbakening onuitvoerbaar maakt b) het bijkomend voorstel 227/2012, dat bijkomende stappen in het afbakeningsproces van inheems grondgebied voorziet c) voorstel 1.610/96, dat de mijnbouw op inheems grondgebied regelt, zonder een veto-recht voor de inheemse bewoners te voorzien 3. dat het Federaal Hooggerechtshof de grondwettelijkheid van Decreet 4887/2003 herbevestigt als onderdeel van de uitspraak over de Directe Actie inzake Ongrondwettelijkheid 3239. Met de Meeste Hoogachting, ACHTERNAAM VOORNAAM POSTCODE LAND E-MAIL BRAZILIË: Oproep aan de Braziliaanse regering: « Verdedig het recht op territorium van de inheemse volkeren en andere traditionele gemeenschappen » HANDTEKENING Terug te sturen aan FIAN Belgium: Van Elewyckstraat 35 – 1050 Elsene – [email protected]