gemeente Bunnik INFORMATIENOTA Aan: De gemeenteraad Van: Het college van burgemeester en wethouders Datum: 13 juni Onderwerp: Meicirculaire 2017 In deze informatienota wordt, zoals u eerder toegezegd, het financiële effect van de recente meicirculaire op de algemene uitkering en de begrotingssaldi in de Kadernota 2018 - 2021 uitgelegd. 1. Algemene uitkering In de Kadernota 2018– 2021 was uitgegaan van de algemene uitkering (AU), die was berekend op basis van septembercirculaire 2016 en een correctie met betrekking tot berekening in constante prijzen. Het effect dat nu te zien is, is het effect van de meicirculaire 2017 ten opzichte van de septembercirculaire 2016 en de wijzigingen in de maatstaven. Algemene uitkering nota van actualisatie ( septembercirculaire 2016) Algemene uitkering meicirculaire 2017 Effect meicirculaire 2017 bruto 2018 13.848.281 2019 13.920.712 2020 13.985.622 2021 13.985.622 14.456.011 607.730 14.510.737 590.025 14.664.445 678.823 14.704.774 719.152 Toelichting effect: In de meicirculaire 2017 is voornamelijk het effect van de uitkeringsfactor dat het verschil verklaard. Daarnaast zijn de decentralisatie uitkeringen (3 D’s), de decentralisatiebudget WMO en de maatstaven geactualiseerd en is een decentralisatiebudget armoedebestrijding kinderen opgenomen. Deze worden hieronder kort toegelicht: Uitkeringsfactor De uitkeringsfactor is geactualiseerd. Deze laat voor 2018 en verder een positief effect zien. Dit komt voornamelijk door een hogere loon en prijsontwikkeling alsmede een compensatie voor de gestegen pensioenpremies abp. Maatstaven Jaarlijks worden de maatstaven geactualiseerd. Denk aan het aantal inwoners, de geactualiseerde woningbouwprognose, ozb en dergelijke. Deze actualisatie heeft een positief effect. 3 decentralisatie uitkeringen De decentralisatie uitkeringen zijn geactualiseerd. De decentralisatie uitkering awbz en decentralisatie uitkering jeugdzorg is positief bijgesteld. De decentralisatie uitkering participatiewet is naar beneden bijgesteld. Informatienota meicirculaire 2017/Corine Wernsing 2 Decentralisatie uitkering armoede bestrijding kinderen. Het kabinet heeft structureel extra middelen ter beschikking gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede. Dit omdat de armoedeproblematiek in Nederland de afgelopen jaren gestegen is. Als primaire doelgroep heeft het Rijk het oog op (gezinnen met) kinderen. Het is evenwel aan de afzonderlijke gemeente om daarin keuzen te maken. Decentralisatie uitkering voorschoolse peuters Vanaf 2017 is er een decentralisatie uitkering voorschoolse peuters. Deze is geactualiseerd. Het bedrag in 2021 wijkt af van het bedrag van 2020. Vandaar dat dit bedrag gelabeld wordt. 2. Effect meicirculaire 2017 Het effect van de meicirculaire is positief. Er zijn een aantal posten die gelabeld zijn omdat er kosten voor de gemeente tegenover staan. Het saldo van de kadernota na de meicirculaire ziet er dan als volgt uit: Effect meicirculaire 2017 bruto Armoedebestrijding kinderen Voorschoolse peuters Decentralisatie participatiewet Decentralisatie Awbz naar wmo Decentralisatie jeugdzorg Fonds gemeentelijke uitvoeringen VNG Reeds meegenomen bij de kadernota Effect meicirculaire netto 2018 607.730 - 28.989 2019 590.025 - 28.989 2020 678.823 - 28.989 49.618 -64.956 -8.830 -32.700 -92.400 429.473 46.107 -64.427 -8.830 -32.700 -92.400 408.786 41.095 -59.280 -8.830 -32.700 -92.400 497.719 2021 719.152 - 28.989 -7.574 37.786 -59.280 -8.830 -32.700 -92.400 527.165 Toelichtingen: Armoedebestrijding kinderen/ Voorschoolse peuters zie eerdere toelichting. Deze bedragen zijn gelabeld. Decentralisatie participatiewet De decentralisatie uitkeringen van de 3 D’s zijn bijgesteld. De bedragen voor awbz en jeugdzorg worden voor een deel gelabeld. De participatiewet is volledig gelabeld. Fonds gemeentelijke uitvoeringen VNG Vanaf 2018 is er een taakmutatie van VNG betalingen. De betalingen vinden niet meer rechtstreeks aan de VNG plaats maar lopen via de algemene uitkering. Hiervoor moet dus in de begroting een bedrag gereserveerd worden om deze betalingen te kunnen doen. 3. Financiële gevolgen meicirculaire op begrotingssaldi Kadernota 2018 – 2021 De meicirculaire heeft voor 2018-2021 een positief effect. Hieronder zijn de financiële effecten op de begrotingssaldi 2018 – 2021 aangegeven. Saldo Kadernota Effect meicirculaire 2017 netto Saldo Kadernota 2018 – 2021 na meicirculaire 2018 9.400 V 429.473 V 438.873 V 2019 37.500 N 408.786 V 371.286 V 2020 115.000 V 497.719 V 612.719 V 2021 89.100 V 527.165 V 616.265 V Kanttekening De begroting 2018-2021 wordt nu opgesteld. Hier zitten nog diverse berekeningen in die nog niet verwerkt zijn in het boven gepresenteerde saldo. Denk aan de leges omgevingsvergunningen, ozb en dergelijke. Daarnaast zijn de kanttekeningen die in de kadernota genoemd zijn zoals, RMN, RID, omgevingswet ook nog niet financieel vertaald. Informatienota meicirculaire 2017/Corine Wernsing