Kennis van: Vaardigheden De student: Muziekmeester Nieuw

advertisement
Toetsingsmogelijkheid: beperkt
Toestingsmogelijkheid: uitgebreid
Taxonomie van
Bloom
Inhoud: kennis en vaardigheden
1 Algemeen
Kennis van:
1.1 De student heeft kennis van visies (en
Opdracht:
Opdracht:
Onthouden,
Visies: Visies op basis van: onderwijs-concepten;
1.2 De student heeft inzicht in de consequenties
van gangbare en vernieuwende onderwijsvisies
voor de wijze waarop muziekonderwijs wordt
benaderd.
Opracht:
De student ontwerpt muzieklessen vanuit twee
verschillende visies, waarbij hij gebruik maakt van
een van de domeinen van muziek
Opdracht:
De student ontwerpt muzieklessen vanuit twee
verschillende visies, waarbij hij gebruik maakt
van twee of meer domeinen van muziek.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Visies: Visies op basis van: onderwijs-concepten;
muziekmethodes PO; pabo-muziekmethodes; SLO;
(Profieldeel+: visies uit verleden; visies niet-NL); Doelen: Kerndoelen SLO en Tule;
Didactiek van de Pabodocent
Vaardigheden
De student:
De student kan visies vinden en kenmerken ervan benoemen.
De student kan een aantal bepalende aspecten van
onderwijsvisies onderscheiden en kan dit vertalen naar het
onderwijsconcept voor muziekonderwijs (inrichting van het lokaal,
keuze van het muzikaal materiaal, organisatie, didactische
werkvormen)
Definitie: Cultuur-onderwijs;
1.3 De student kan praktijkgericht onderzoek
doen naar het effect van (eigen) didactische
aanpak (inzet van strategieën, benadering van
leerlingen, interactie, samenwerkend leren etc.)
en keuzes voor didactisch materiaal in
samenhang met de eigen onderwijsvisie, de
visie van collega’s en van de school.
Essay:
De student schrijft een eigen visie over
muziekonderwijs op de basisschool (of maakt
gebruik van een visie van een collega of van de
stageschool). Aan de hand van deze visie beschrijft
hij bij een drietal aspecten wat zijn didactisch
handelen is m.b.t. het muziekonderwijs
Opdracht:
De student voert een praktijkgericht onderzoek uit
naar het effect van (eigen) didactische aanpak
(inzet van strategieën, benadering van leerlingen,
interacties, samenwerkend leren enz.) en keuzes
voor didactisch materiaal in samenhang met de
eigen onderwijsvisie, de visies van de collega’s
en de school.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Literatuur
Muziekmeester
De docent stuurt aan op (literatuur)onderzoek naar visies en het
Probleemoplossend
§3.3, §3.5, §3.7, §4.3, §4.6, §4.7, §6.1
§3.9, §4.3, §4.6, §10.2 t/m §10.6, §6.2
§11.1, §11.3, §11.4
§6.3
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Eventueel geeft hij geeft daarbij individuele coaching en stuurt hij Creativiteit
aan op het geven en ontvangen van peer-feedback.
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
Didactisch materiaal (verworven in kerndeel):
methodes, bronnen (liedbundels, muziek-websites,
muziekfragmenten, muziekspellen, e.a.),
instrumentarium, ondersteunend materiaal
(prentenboeken, handpoppen, e.a.);
Nieuw Geluid
De docent stuurt aan op onderzoek naar bepalende aspecten van Probleemoplossend
onderwijsvisies en het vinden van consequenties voor het
vermogen
onderwijsconcept voor muziekonderwijs.
(Samenwerken)
Creativiteit
Eventueel laat hij studenten voorbeelden van vernieuwende
Kritisch denken
onderwijsvisies bezoeken.
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
Visies: visie van de school, (visie van collega's), eigen De student beheerst de vaardigheden die horen bij het doen van De docent stuurt aan op het delen van, en laten reflecteren op de
visie, zowel algemeen als gericht op muziek;
praktijkgericht onderzoek.
voortgang van het onderzoeksproces.
Didactische aanpak (verworven in kerndeel): Kennis
van diverse algemene didactische werkvormen en
vakspecifieke didactiek (aanleren van een lied,
beluisteren van muziek, e.a.).
2 Structuur van het vak
21e eeuwse
vaardigheden
2.1 De student heeft inzicht in de principes van
Opdracht:
Opdracht:
Onthouden,
Ordening naar: leeftijd/bouw (ontwikkelingsstadia van
De student kan leerstofordeningen vinden en benoemen.
De docent stuurt aan op het bestuderen en delen met elkaar van
Probleemoplossend
§1.6, §1.7, §2.10 t/m §2.12,
§7.1
2.2 De student is in staat om op schoolniveau de
inhoud voor het vak muziek te ordenen in
leerlijnen van onderbouw naar bovenbouw en
daarbij het “Klank-Vorm-Betekenis-model” te
hanteren, dat de concrete inhoud van het vak muziek
geeft, in relatie met “Tussendoelen en
Leerlijnen” .
Opdracht:
De student ontwerpt voor een zelfgekozen
basisschoolgroep een leerlijn van zes
opeenvolgende muzieklessen, waarbij hij gebruik
maakt van minimaal één domein. Deze lessenserie
is ontworpen middels het KVB-model. Er wordt een
relatie gelegd met TULE.
Opdracht:
De student ontwerpt voor een zelfgekozen
basisschoolgroep een leerlijn van zes
opeenvolgende muzieklessen, waarbij hij gebruik
maakt van minimaal drie domeinen. Deze
lessenserie is ontworpen middels het KVB-model.
Er wordt een relatie gelegd met TULE.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Visies:
Onderwijskundige visies;
TULE;
KVB-model;
Principes van leerstofordening in relatie tot de leerlijnen
voor het vak muziek.
De student kan de leerlijn voor muziek ontwerpen, waarbij de
student de muzikale leerinhoud kan combineren met de inhoud
van “Tussendoelen en leerlijnen”.
De docent stuurt aan op het bestuderen en uitvoeren van het
ordenen van de leerstof/leerlijnen voor het vak muziek aan de
hand van het KVB-model, gerelateerd aan TULE.
Probleemoplossend
vermogen
Samenwerken
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
§1.6, §1.7, §2.9, §2.11, §2.12,
§3.7, §3.10, §3.11, §4.9, §4.10,
§5.5 t/m §5.11, §6.4, §6.8, §6.9,
§8.1 t/m §8.5
§7.2
§2.11, §3.9, §4.6, §5.10, §8.1,
§11.1 t/m §11.4
§7.3
Probleemoplossend
§1.8, §2.11, §3.7, §4.5, §4.6,
§8.1
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
§2.11, §4.5, §5.8 t/m §5.10, §6.4, §8.2
§6.5, §9.3
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
§2.9, §2.11, §4.5, §4.6, §5.10,
§8.3
§6.4 t/m §6.7, §8.1 t/m §8.5, §9.3
De student kan die leerlijn specifiek maken aan de
onderwijskundige visie van de school (m.b.t. thematiek,
onderwijsconcept).
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
2.3 De student kan muziekonderwijs koppelen
aan relevante culturele thema’s en is in staat om
(voor diverse groepen) naar aanleiding van
actuele gebeurtenissen muziekactiviteiten te
ontwikkelen.
Opdracht:
De student ontwerpt zes muzieklessen
(muziekactiviteiten) rond een (actueel)
thema/gebeurtenis, daarbij rekening houdend met
het KVB-model.
Opdracht:
De student ontwerpt zes muzieklessen
(muziekactiviteiten) rond een (actueel)
thema/gebeurtenis, daarbij rekening houdend
met het KVB-model. Deze muzieklessen monden
uit in een voorstelling, waarin muziek de rode
draad kan zijn.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Relevante culturele thema's: Voor het BO relevante
thema's zoals: sinterklaas, Kerstmis, Pasen, zomervakantie
en kinderboekenweek.
De student kan relevante culturele thema's herkennen.
De docent stuurt aan op het vinden van actuele gebeurtenissen en Probleemoplossend
culturele thema's en laat hij muziekactiviteiten ontwerpen die
vermogen
passen bij deze gebeurtenissen voor diverse groepen leerlingen. (Samenwerken)
De student kan bronnen voor muziekpedagogiek en/of
Creativiteit
muziekdidactiek vinden. De student kan relevante media vinden.
Eventueel laat hij de student onderzoek doen naar de
Kritisch denken
Muziekpedagogiek/didactiek: Muziekmeester , Nieuw
Geluid , Muziekmethodes, Internationale muziekmethodes, De student kan zich inleven in de belevingswereld van kinderen overeenkomsten tussen muziek(onderwijs) en relevante culturele Communiceren
thema's.
met betrekking tot actuele gebeurtenissen.
ICT-geletterdheid
Methode Kunst en cultuur moet je doen .
Sociale en culturele
Naar aanleiding van actuele gebeurtenissen en relevante
vaardigheden
Actuele inhoud van relevante media: Zoals
culturele thema's kan de student muziekactiviteiten ontwerpen
Sinterklaasjournaal, jeugdjournaal, klokhuis, Junior dance ,
en/of uit bestaand materiaal een selectie maken van
Voice kids , Kidsweek , (methode begrijpend lezen),
muziekactiviteiten en deze inpassen in goed muziekonderwijs.
vakbladen (Pyramide, het jonge kind, praxis bulletin, e.a.)
(anno 2015).
De student kan bestaand materiaal aanpassen aan actuele
gebeurtenissen of relevante culturele thema's en deze inpassen
in goed muziekonderwijs.
3 Het vak en de leerlingen
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
3.1 De student kan binnen muzieklessen
Opdracht:
Opdracht:
Onthouden,
Manieren van oriënteren: Denk hierbij aan muzikale en De student kan manieren van oriënteren, begeleiden en
3.2 De student kan vragen en ideeën van
leerlingen verbinden aan muzikale aspecten (vijf
domeinen) en kan anticiperen op respectievelijk
leer- en ondersteuningsbehoeften in de
verschillende leeftijdscategorieën.
Opdracht:
De student brengt de beginsituatie van de leerlingen
(leef-en belevingswereld) in kaart en ontwerpt, n.a.v.
dit gegeven, lessen voor de 5 muzikale domeinen.
Opdracht:
De student brengt de beginsituatie van de
leerlingen (leef-en belevingswereld) in kaart en
ontwerpt, n.a.v. dit gegeven, lessen voor de 5
muzikale domeinen, waarbij hij/zij rekening houdt
met de leer- en ondersteuningsbehoefte van
leerlingen in de verschillende
leeftijdscategorieën.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Kennis over het toepassen van KVB-model
(muziekaspecten) en de 5 domeinen;
Kennis met betrekking tot de betekenis van
muziekaspecten;
Kennis met betrekking tot de betekenis van de vijf
domeinen;
Kennis met betrekking tot de werkvormen bij de vijf
domeinen;
De docent stuurt aan op de voortgang van het proces.
De student kan de essentie van vragen en ideeën van leerlingen De docent stuurt aan op het delen van en laten reflecteren op het
analyseren en de essentie ervan benoemen.
proces. Daarbij coacht hij en en stuurt hij aan op het geven en
ontvangen van peer-feedback.
De student kan bepalen welk muziekaspect of welke van de vijf
domeinen de essentie van de vraag of de ideeën van de leerling
betreft.
De student kan werkvormen selecteren en/of ontwerpen die
tegemoetkomen aan leer- en ondersteuningsbehoeften.
De student kan daarbij rekening houden met de leeftijd van de
leerling, danwel de geselecteerde werkvormen zodanig
aanpassen dat het past bij leeftijd van de leerling.
Kennis over verschillen tussen leerlingen van
uiteenlopende leeftijden met betrekking tot leer- en
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
ondersteuningsbehoeften (psychologische
ontwikkelingsfasen en motorische ontwikkelingsfasen). reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
3.3 De student kan muziekactiviteiten zodanig op
maat maken dat leerlingen met bepaalde
leerproblemen, dan wel talenten en/of leerstijlen,
de aan hen aangeboden leeractiviteiten op een
adequate, en op een bij hen passende manier of
niveau kunnen uitvoeren.
Opdracht:
De student geeft een reeks adaptieve muzieklessen
in de basisschool,waarbij hij/zij rekening houdt met
het niveau van de leerlingen.
Opdracht:
De student geeft een reeks adaptieve
muzieklessen in de basisschool, waarbij hij/zij
rekening houdt met het niveau van de leerlingen.
Hij/zij maakt daarbij gebruik van coöperatieve
werkvormen.
Suggestie: gebruik hierbij het boek: coöperatief
leren in muziek, Frits Evelein, (2007).
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Muziekonderwijs aan leerlingen met leerproblemen: zie De student kan informatie over leerstijlen, muziekonderwijs aan
leerlingen met leerproblemen en aan leerlingen met talenten en
Coöperatief leren in muziek (Evelein, 2009), de
muziekactiviteiten vinden.
boeken van Marianne Wiersema onder de noemer:
muziek speciaal (http://www.muziekspeciaal.nl).
De student kan de muzikale beginsituatie van de leerlingen in
kaart brengen.
Muziekonderwijs aan talenten: Zie Coöperatief leren in
De student kan bestaande muziekactiviteiten aanpassen aan de
muziek (Evelein, 2009), methodes volgens Kodaly.
gedifferentieerde muzikale beginsituatie van de leerlingen.
De student kan bestaande muziekactiviteiten zodanig aanpassen
dat het aansluit bij het actuele niveau van de leerlingen.
De student kan de aangepaste muziekactiviteiten uitvoeren.
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
De docent stuurt aan op (literatuur)onderzoek doen naar
differentiatie mogelijkheden.
3.4 De student kan inspelen op het gegeven dat
leerlingen buiten de basisschool muzikaal
gevormd worden door het downloaden van
muziek, het met elkaar uitwisselen van muziek
en muziek bij games en andere media.
Opdracht:
De student downloadt muziek waarin een
muziekaspect naar voren komt (“Zoek muziek met
een crescendo/ enge muziek/ muziek met veel
herhalingen/ muziek met een fade out“.). De
studenten bespreken de gevonden muziek met
elkaar en maken er een klas-top 3 van.
Opdracht:
De student downloadt muziek waarin een
muziekaspect naar voren komt (“Zoek muziek
met een crescendo/ enge muziek/ muziek met
veel herhalingen/ muziek met een fade out“.). De
studenten bespreken de gevonden muziek met
elkaar en maken er een klas-top 3 van.
Onthouden,
Ontwikkelingsgericht onderwijs: Zie Gevangen in een
Begrijpen,
schelp (De Jong & Van der Heyde, 2005).
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
4 Samenhang met andere vakken
4.2 De student kan de stadia van ontwikkeling
volgens Piaget relateren aan stadia van muzikale
ontwikkeling en op basis daarvan het
onderwijsprogramma verantwoorden.
Opdracht:
De student beschrijft per domein muziekactiviteiten
en stemt ze af op het juiste ontwikkelingsstadium
van de leerling, conform Piaget.
De docent stuurt aan op onderzoek doen naar de (muzikale)
beginsituatie van de leerlingen ennaar de wijze waarop diverse
media kunnen worden ingezet binnen het muziekonderwijs.
De student kan muziekactiviteiten kiezen, aanpassen en
ontwerpen die aansluiten bij aspecten uit die muzikale leef- en
belevingswereld van zijn leerlingen.
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
De student speelt de muziek vanuit diverse
media af. Hij/zij geeft een relevante opdracht
t.b.v. het lesdoel en het uitvoeren in de praktijk.
Hierover geeft hij/zij gerichte feedback.
4.1 De student kan visies op muziekonderwijs en Opdracht:
De student kan de muzikale leef- en belevingswereld van zijn
leerlingen in kaart brengen.
Opdracht:
Onthouden,
Opdracht:
De student kent de stadia van muzikale
ontwikkeling volgens Piaget. De student beschrijft
per domein muziekactiviteiten die aansluiten op
de stadia van muzikale ontywikkeling volgens
Piaget
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Opdracht:
De student ontwerpt een geïntegreerd
onderwijsaanbod waar muziekonderwijs een
essentieel onderdeel van uitmaakt en voert deze uit.
Opdracht:
De student ontwerpt een onderwijsprogramma
waarbij muzieklessen in samenhang met andere
vakken worden gegeven en voert deze uit.
§3.5
§8.4
Visies muziekonderwijs: Zie MuziekMeester! (Van
Stadia van ontwikkeling volgens Piaget: zie
http://www.cognitieveontwikkeling.info/cognitieveontwikkeling-piaget
De student kan de visies op muziekonderwijs, cultuuronderwijs en De docent stuurt aan op onderzoek doen naar de visies op
Probleemoplossend
§10.2 t/m §10.6, §11.2 t/m §11.4 §9.1
De student de stadia van ontwikkeling volgens Piaget vinden.
§3.4, §10.3 t/m §10.6
§9.2
Stadia van muzikale ontwikkeling: zie
De student kan overeenkomsten en verschillen in de stadia van
ontwikkeling van Piaget en de stadia van muzikale ontwikkeling
benoemen.
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
§11.2
§9.3
Probleemoplossend
vermogen
Samenwerken
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
§3.9
§9.4
http://www.muziekdidactiek.nl/tikiindex.php?page=Muzikale+ontwikkeling
De docent stuurt aan op onderzoek doen naar muzikale leerlijnen
en naar de ontwikkelingsstadia volgens Piaget.
De student de stadia van muzikale ontwikkeling vinden.
De student kan aspecten uit deze stadia gebruiken als argument
om het onderwijsprogramma te verantwoorden.
4.3 De student kan in afstemming met de
jaarplanning een onderwijsprogramma
(bijvoorbeeld een project, thematisch onderwijs
of onderwijsarrangement) ontwerpen waarin een
of meer vakken uit het leergebied Kunstzinnige
Oriëntatie muziek en/of dans, drama en beeldend) en
vakken uit andere leergebieden in samenhang aan de
orde komen.
Probleemoplossend
vermogen
(Samenwerken)
Creativiteit
Kritisch denken
Communiceren
ICT-geletterdheid
Sociale en culturele
vaardigheden
Onthouden,
Leerlijnen van de vakken die je met elkaar wilt
De student kan leerlijnen vinden van de vakken die hij met elkaar De docent demonstreert good-practices en bespreekt die met de
Begrijpen,
wil integreren.
studenten.
integreren: zie TULE (http://tule.slo.nl)
Toepassen,
Analyseren,
Onderwijsconcepten waarin vakintegratie een rol De student kan per vak aan de hand van de jaarplanning bepalen
welke onderwerpen aan bod komen.
Evalueren, Creëren
speelt: Projectonderwijs, Thematisch onderwijs,
OGO
De student kan die onderwerpen aan elkaar koppelen.
De student kan bij elk van de geïntegreerde vakken
lesactiviteiten ontwerpen op basis van vakspecifieke leerdoelen.
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
4.4. De student is bekend met culturele
instellingen (musea, theaterpodia, centra voor
kunst en cultuur, buitenschoolse opvang) rond
de scholen met een relevant buitenschools
kunst- en cultuuraanbod en kan dit aanbod
inpassen binnen of afstemmen op het
onderwijsprogramma van
de school.
Opdracht:
De student bedenkt of selecteert verschillende
muzikale activiteiten die aansluiten bij specifiek
cultureel aanbod. Dit zijn muzikale activiteiten ter
voorbereiding van- en ter evaluatie van de culturele
activiteit.
Opdracht:
De student ontwerpt voorbereidende en
evaluerende lessenof past ze aan. De student
voert deze bij het aanbod van culturele
instellingen uit.
Onthouden,
Begrijpen,
Toepassen,
Analyseren,
Evalueren, Creëren
Kennis van het culturele veld met educatief aanbod:
Culturele instellingen (muziekscholen, musea,
podia, kunstencentra), cultuur-educatieve
instellingen, muziek-, dans- en (muziek)theater
gezelschappen, kunstenaars(collectieven)
De student kan het culturele instellingen in de omgeving van de
school benoemen en eventueel de andere culturele contacten
(kunstenaars in de wijk, ouders die een dansschool hebben,
amateur-orkesten, etc.).
De student kan het aanbod van deze culturele instellingen en
contacten benoemen.
Subsidies
De student kan in het onderwijsprogramma de leerbehoeften
benoemen.
De student kan overeenkomsten vinden tussen het aanbod van
culturele instellingen en contacten en de leerbehoeften die
volgen uit het onderwijsprogramma van de school.
De student kan educatief materiaal van culturele instellingen
aanpassen aan het onderwijsprogramma.
De student kan het onderwijsprogramma zodanig vormgeven dat
het aansluit bij het aanbod van culturele instellingen en
contacten.
De student kan met betrekking tot dit item uit deze kennisbasis
reflecteren op eigen handelen en ervaringen en op basis daarvan
zijn aanbod aanpassen.
De docent begeleidt in het adequaat selecteren van cultureel
aanbod in de omgeving van de eigen school.
Download