Gids Siena

advertisement
 Città d’arte d’Italia
Siena
ad discipuloruM usum CoMposuit eX animo AdelwIJn MeIrhaeghe
Siena
In een notendop…
Siena is één van de schitterende parels aan de
Toscaanse kroon. Het stadje, dat zich als een
magisch labyrint genesteld heeft rond zijn
prachtig centraal schelpvormig plein, is één van
die plaatsen in Italië waar je het verleden
gewoon binnenwandelt.
Ondanks de schijnbaar onverstoorbare rust die
Siena uitstraalt ontwaakt dit stadje tweemaal per
jaar met een uitzinnige gekte en energie. Dan
wordt op het centrale plein de wereldberoemde
Palio gereden, een paardenren waarbij tien
ruiters – elk de vertegenwoordiger van een
stadsdistrict – zo snel mogelijk én zonder zadel
(!) drie rondes rond het plein moet afleggen.
Laat dit ene feit genoeg zeggen over de aard van
de wedstrijd: de meeste paarden komen niet met
hun ruiter over de streep… Moet het gezegd: de
ruiter die in de Palio de overwinning weet
binnen te halen, is levenslang een koning in zijn
wijk.
2 militair volk een voorkeur voor nederzettingen
op goed te verdedigen hoogtes en daarom was
deze locatie erg geschikt. Ten tijde van de
Romeinen was de afgelegen positie van Siena, op
een hoogte, eerder een nadeel dan een voordeel.
Er waren geen Romeinse heirwegen die de stad
aandeden en er waren bijgevolg weinig
handelsmogelijkheden. Tijdens de Romeinse tijd
was Siena dan ook een vergeten hoekje van het
Romeinse Rijk.
Het tij keerde voor Siena toen de OostGermaanse stam der Longobarden Italië in
handen kreeg na de instorting van het Romeinse
Rijk (568-774). Zij legden een nieuwe route aan
tussen Noord-Europa en Rome, en deze nieuwe
route deed Siena wél aan. De nieuwe route werd
mettertijd bovendien
een belangrijke
pelgrimsroute. Zo werd Siena een erg welvarende
handelsstad.
De Toscaanse steden kenden een geweldige
opgang in de 12de en 13de eeuw. Siena speelde
hierbij een prominente rol en werd een centrum
van bank- en wolactiviteit. Haar grote belang in
deze periode zorgde voor een grote
bouwactiviteit in de laat-middeleeuwse
Romaanse en Gotische stijlen. Daarin verschilt
Siena sterk van haar rivaal Firenze, die later haar
hoogtepunt kende en bekend staat als een
typische Renaissance-stad.
Het centrale plein, de Piazza del Campo
In de vroege Renaissance moest Italië een nieuw
evenwicht vinden tussen de historisch grote
macht van Kerk en de nieuwe wereldlijke
machten. Deze machtstrijd verdeelde het
schiereiland. Sommige steden kozen de kant van
de paus (de Welfen), andere steden waren meer
keizersgezind
(de
Ghibellijnen).
Het
keizersgezinde Siena raakte tijdens deze periode
in conflict met haar welfse aartsrivaal Firenze.
De oude rivaliteit tussen de twee steden bestaat
tot op de dag van vandaag nog altijd.
De geschiedenis van Siena begint met de
Etrusken (ca. 900-400 v.C.) die op deze heuvels
de eerste nederzetting stichtten. Zij hadden als
Siena ontpopte zich tijdens de Renaissance tot
een belangrijk centrum van studie en kunst.
Politiek en economisch echter taande haar macht
door de bitse concurrentie met Firenze. Tot
overmaat van ramp trof een verwoestende
pestepidemie in 1350 de stad. Twee derde van
de Sienese bevolking kwam om en Siena zou
deze ramp nooit meer echt te boven komen.
Siena’s parel: de Duomo
Het hoogtepunt van haar macht bereikte
Siena na de overwinning op Firenze in 1260,
in de slag bij Montaperti. Tot op de dag van
vandaag laten de Sienese supporters het bij
een voetbalwedstrijd tegen Firenze nog altijd
niet na om de Florentijnen te herinneren aan
Montaperti...
Al vrij vroeg, in 1557, verloor Siena dan ook
haar
onafhankelijke
status.
Fransen,
Spanjaarden, Florentijnen en andere vreemde
overheersers zwaaiden er sindsdien de plak.
Dankzij het verval tot landelijke uithoek is de
stad opmerkelijk goed bewaard gebleven. De
vreemde overheersing duurde voort tot Siena bij
de eenmaking tot het nieuwe Italië toetrad
(1870).
De Dom van Siena is ongetwijfeld één van de
bijzonderste kerken die men in Italië kan
bezoeken.
De Piazza del Campo op het moment van de Palio
Een “halve” Kerk - De Dom zoals we die zien
werd al zeer vroeg, in 1263, voltooid. De
oriëntatie van de Dom (langs een N-Z as) is
evenwel erg ongewoon. De reden hiervan is dat
het initiële plan erin bestond om deze as slechts
als dwarsas te gebruiken en op deze dwarsas een
nog grotere hoofdas bouwen! Zo zou men van
de Dom de grootste kerk van het Christendom
maken. Deze originele bouwplannen voor de
Dom getuigen van de enorme ambitie en
macht van Siena in de vroege Renaissance.
Deze uitbreidingswerken werden inderdaad
aangevat in 1339, maar de Zwarte Dood (de
pest) die Siena trof in 1348 belemmerde de
werken. Bovendien was na de grote ramp het
geld op en de Sienesen beslisten dan maar om de
al gebouwde dwarsas dan maar van een façade te
voorzien en er dus de hoofdas van te maken. De
3 basisstructuur van de hoofdas die uiteindelijk
nooit afgewerkt is, is nog te zien aan de
rechterzijde van de Dom.
The zebra – Een tweede
opvallende bijzonderheid
aan deze Duomo is de
gestreepte wit-zwarte polychroom (meerkleurige
architectuur). Wit en zwart zijn de kleuren van
de stad: ze staan symbool voor het witte en
zwarte paard van Senius en Aschius. Zij waren
de zonen van Remus en de legendarische
stichters van de stad. Hun kleuren zijn ook
terug te vinden in het wapenschild van de stad
en om hen te herinneren staat ook de Romeinse
wolvin prominent voor de Duomo.
als Pisano’s meesterwerk. Op de preekstoel
vinden we zeven scènes met als thema de
Verlossing. In volgorde: de Visitatie, de
Adoratie, de Presentatie in de Tempel, de Moord
op de Onnozele kinderen, de Kruisiging, Het
laatste Oordeel met de Verlosten en tenslotte het
laatste Oordeel met de Verdoemden. De
uitwerking wordt gekenmerkt door een
meesterlijk chiaroscuro (werking van licht en
donker) en een grote expressieve kracht.
Preekstoel van Pisano
Zwarte en witte marmer
De buitenzijde - Als men voor de Duomo staat
valt de façade direct op. Deze werd in twee fases
gebouwd. De onderste fase werd in de jaren
1200 gebouwd in de laat-middeleeuwse
Romaanse stijl zoals de rest van de Dom. De
bovenste helft echter werd pas een flinke eeuw
later gebouwd, in een totaal andere stijl, toen
eenmaal beslist was dat dit de hoofdfaçade zou
worden. Hier werd de Gotische kathedraal van
Orvieto als model gebruikt. Toch is men er
wonderwel in geslaagd om een eenheid te
creëren.
4 De preekstoel – een topstuk in de Duomo is de
preekstoel. Deze preekstoel is het oudste
kunstwerk in de kerk en hij werd reeds voltooid
in 1268. De preekstoel werd door Pisano
vervaardigd met marmer van Carrara – de beste
marmersoort. De preekstoel wordt beschouwd
De mozaïekvloer – Het meest indrukwekkende
kunstwerk in deze Duomo is voor velen de vloer.
Hieraan werd 200 jaar gewerkt (van de 14de tot
de 16de eeuw). Deze vloer geeft de hele
Heilsgeschiedenis weer, namelijk hoe Christus
aan de wereld werd geopenbaard.
Men kan dit hele verhaal lezen als een
progressieve en steeds luider klinkende
aankondiging van Zijn komst. Het verhaal
begint wanneer men de kerk binnentreedt. Hier,
op het verste punt van het altaar, vinden we de
eerste (heidense) aankondigers van Christus.
Hoe dichter men naar het altaar komt, hoe
onvermijdelijker Christus’ komst wordt.
Zo gaan we van de Egyptische god van de
Wijsheid Hermes Trismegistos over de filosofen
van Griekenland en Rome naar het Oude
Testament. De hele heidense wijsgerige
geschiedenis wordt hier “geherinterpreteerd” als
een praeparatio Christi (voorbereiding op
Christus). Deze recuperatie van heidense
wijsheid ter ondersteuning van het Christelijk
heilsverhaal is een bijzonderheid van de
Renaissance. In deze periode waarin men de
Oudheid en haar filosofische inzichten
herontdekte, zocht men immers naar een manier
om de Klassieken hun rechtmatige plaats te
geven binnen het Christelijk verhaal. Men
erkende vele filosofen uit de Oudheid als de
“wegbereiders” van Christus. De Oudheid zelf
zag men als een noodzakelijke “voorbereidende
fase” voor de komst van Christus.
Griekse en Romeinse filosofen werden in de
Renaissance beschouwd als de filosofische
wegenwerkers van de weg die Christus zou
bewandelen. Hen afschilderen als ‘simpele
heidenen’ zou ingaan tegen de Renaissancegeest
en daarom werden ze opgenomen in het verhaal
dat met Christus zijn ontknoping zou kennen.
Laten we de taferelen even afzonderlijk bekijken.
De eerste “aankondiger” – ter hoogte van de
kerkpoort – is de oud-Egyptische (en later
vergriekste) god van de wijsheid Hermes
Trismegistos. Zijn wijsheid – die gevat wordt in
het axioma ‘zo boven, zo beneden’, d.w.z. zoals
het is in de Hemel zo is het op Aarde – werd in
de Middeleeuwen gezien als een eerste (verre)
aankondiging van de boodschap van Christus.
Immers, de Heiland zou inderdaad door zijn
kruisiging de hemel en aarde verbinden.
In de zijwanden achteraan vinden we de
Sibyllen, helderziende vrouwen die de wijsheid
van de Antieken symboliseren. Als heidenen én
vrouwen werden zij echter in de zijbeuk
geplaatst.
5 Hermes Trismegistos
Na Hermes en de Sibyllen wordt de weg voor
Christus verder geopend door Rome, hier
gesymboliseerd door Romulus en Remus. De
geschiedenis van Rome (en ook Siena zélf, dat
volgens de legende gesticht werd door de zonen
van Remus) wordt zo opgenomen in het bredere
Heilsverhaal (2de en 3de mozaïek).
Steeds komt men dichter bij Christus. De
volgende vloermozaïek toont de erg hoogstaande
en in de Renaissance erg gewaardeerde Griekse
filosofie. In een indrukwekkend vierde paneel,
de Allegorie van de Wijsheid, wordt de filosofie
van de Oudheid voorgesteld. In het onderste
gedeelte zien we hoe Fortuna zoekers van de
wijsheid naar een klein eiland vaart, midden in
een woelige zee. Zijzelf rust met één voet op een
onstabiele boot, waarmee aangegeven wordt dat
ons lot geheel onvoorspelbaar is en dat het geluk
om zo dicht de Wijsheid te naderen niet voor
iedereen is weggelegd. De wijze mannen nu gaan
de lastige weg op – bezaaid met stenen en
slangen. Bovenaan zit de Wijsheid, met aan haar
zijde Socrates en Crates – die de Griekse filosofie
symboliseren. Crates gooit een hele mand
juwelen in de zee, waarmee hij aangeeft hoe
vergankelijk aardse ijdelheid is. Crates
symboliseert aldus ascetische afstandname van
wereldlijke goederen en de verwerping van de
giften van Fortuin. Hij is een belichaming van de
contemptus mundi (“minachting voor de
wereld”).
De betekenis van de allegorie is duidelijk. De
deugd en wijsheid kunnen bereikt worden, maar
slechts mits een grote inspanning. Een
aansporing om toch die moeilijke weg te nemen
vinden we in het paneel boven het hoofd van de
Wijsheid: “Huc properate viri: salebrosum scandite
montem; Pulchra laboris erunt premia palma
quies1”,
Het rad van Fortuin
Dat is ook een waarschuwing voor de koning,
die nu het toppunt van zijn macht bereikt en in
rust bovenaan het wiel zit alsof niets zijn geluk
kan aantasten. De drie anderen – zij
symboliseren de minder fortuinlijken – moeten
zich vastklampen aan het Rad van Fortuin.
Het vierde paneel - Allegorie van de Wijsheid
Een vijfde en laatste ‘heidens’ paneel
symboliseert het Rad van Fortuin. Het is een
nieuwe waarschuwing tegen het zich al te zeer
hechten aan wereldse zaken, want het wiel stopt
niet met draaien omdat jij het hoogste punt hebt
bereikt.
Rondom het wiel vinden we vier wijzen uit de
klassieke Oudheid – Epictetus, Aristoteles,
Euripides en Seneca – die ons met hun
uitspraken hoeden voor al te veel hechting aan
wereldse zaken en een correctere visie op geluk
geven. Zo luidt Seneca’s advies (uit de
Consolatione) : ‘magna servitus est magna fortuna’,
vrij vertaald : ‘je kan de slaaf worden van je eigen
voorspoed’.
Na deze ‘heidense’ fase komt het Oude
Testament, dat al een meer directe aankondiging
vormt van Christus’ komst. Met deze verhalen
wordt de rest van de vloer gesierd. Zo komen we
op de vloer van de Dom tot een prachtige
Aankondiging
van
Christus.
De
hele
wereldgeschiedenis krijgt hier een plaats in het
Heilsverhaal.
6 1
“Haast u hierheen, mannen; beklim de lastige
berg; Mooi zullen de beloningen zijn voor de
inspanning: de zegepalm der sereniteit.” Het spreekt voor zich dat waar de heidenen in de
vloer werden ingewerkt, de Christenen in de
hoogte moeten gezocht worden! Eens het
heidens vloerverhaal ten einde is stijgt het als
het ware op en wordt het verdergezet in de
hoogte. Hemel en aarde worden zo door
Christus vervlochten.
Het bakstenen plaveisel uit 1347 is bijzonder.
Het wordt in 9 sectoren verdeeld door witte
strepen en symboliseert de Raad van Negen – het
burgerlijk bestuursorgaan van Siena in haar
hoogdagen.
Het grootste gebouw op de Campo is het
Palazzo Pubblico. Dit is de plaats waar de
regering van Siena zetelde. Vandaag doet het
gebouw nog steeds dienst als stadhuis.
Naast het Palazzo Pubblico bevindt zich de
klokkentoren of Torre della Mangia. Hij werd
voltooid in de 14de eeuw. De Torre della Mangia
kan beklommen worden. Van bovenaf heeft men
een schitterend zicht over de stad en het
glooiende landschap waarin Siena baadt.
Piazza del campo
De Piazza del Campo is het wereldberoemde
schelpvormige plein van Siena – het hart van de
stad. Het plein ligt op de plaats waar de drie
heuvels waarop de stad gebouwd is
samenkomen. Het plein past zich aan de
bijzondere vorm van het terrein aan en lijkt op
een open schelp.
7 De Palio – Op de Piazza vindt jaarlijks twee
maal een Palio plaats, op 2 juli en op 16
augustus. In deze paardenrace met tien
deelnemers strijden de verschillende contradas
(parochies) van de stad om de allerhoogste eer:
het winnen van het Pallium, een zijden doek met
de afbeelding van Maria. Deze traditie gaat terug
tot de 13de eeuw. De levensgevaarlijke rit duurt
slechts enkele minuten, en de winnaar is hij die –
op een ongezadeld paard! – het eerst drie ronden
om de Campo kan maken.
Download