Terugkoppeling HWBB2-workshop archeologie en cultuurhistorie 17 september o.l.v. Eckhart Heunks (o.a. adviseur RvR / zzp landschapsarcheoloog /adviseur WRIJ) aantal deelnemers: 8 De workshop was in opzet informeel en informerend, startend met een uitleg over het verschil tussen archeologie en cultuurhistorie.Archeologie heeft altijd betrekking op het tastbare verleden, op ondergrondse / niet aan het oppervlak zichtbare resten van vroegere menselijke activiteiten. Cultuurhistorie omvat eigenlijk alles wat te maken heeft met de geschiedenis van de mens. Maar meestal heeft ze betrekking op de meer recente geschiedenis en op de zichtbare resten hiervan. Daarbij kan het zowel gaan om puntobjecten als om lijnen en structuren. Archeologie: Het aspect archeologie is vooral conditionerend van aard. Het kent duidelijke spelregels, vastgelegd in wet- en regelgeving en in onderzoekeisen. Het wordt ook in hoge mate door deze regels gestuurd. Het aspect archeologie heeft dan ook al een lange beleidsontwikkeling op allerlei overheidsniveaus doorgemaakt. De uitvoerders, ook de waterschappen, zijn intussen welbekend met het archeologisch onderzoeksproces. Zekennen ook de hieraan verbonden risico’s. De deelnemers van de workshop hadden eigenlijk geen negatieve ervaringen met archeologie. En ze hadden ook geen specifieke vragen over nut en noodzaak. Mogelijk is deze conclusie niet representatief voor alle projecten. Maar veelzeggend is het wel. De archeologische adviesbureaus werden overigens gewaardeerd om hun veelal pro-actieve houding bij het besluitvormingsproces rondom vastgestelde archeologische vindplaatsen. Cultuurhistorie: Cultuurhistorie kan beschouwd worden als een beleidsveld in opkomst. Vanaf 1 januari 2012 zijn gemeenten op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), verplicht cultuurhistorische waarden mee te laten wegen bij het maken van een bestemmingsplan. Cultuurhistorie is daarmee onder de directe zorg gekomen van gemeenten. Dit zal op den duur leiden tot duidelijke normstelling en regels ten aanzien van kwaliteit en inhoud van noodzakelijk cultuurhistorisch onderzoek en omgang met vastgestelde waarden. Ook vanuit andere overheden wordt steeds meer nadruk gelegd op een volwaardige behandeling van het cultuurhistorische landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen. Onlangs heeft dit geresulteerd in een fraaie handreiking: ‘Een toekomst voor dijken’, door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ze werd opgesteld met het doel de cultuurhistorie op de kaart te zetten als een kostbare bouwsteen voor het ontwerp van dijkverbeteringen. Deze brochure is tijdens de workshop onder de aandacht gebracht (digitaal op te vragen via [email protected]). Ook de provincie legt de lat almaar hoger; bij MERsdringt ze steeds meer aan op de noodzaak tot cultuurhistorische analyse en onderbouwing. Behalve omdat het ‘moet’ (vanwege te behalen vergunningen) zijn er mogelijk nog urgentere redenen om cultuurhistorie in een vroege fase van een project mee te nemen. Ten eerste blijkt juist cultuurhistorie, veel meer dan archeologie, te leven bij de mensen in de omgeving. Denk daarbij aan de kromming inde dijk, het wiel, de historische bebouwing en de beplanting. Kortom: het geheel van objecten en structuren dat het landschap een zichtbare tijdsdiepte geeft. En dat emoties oproept bij vernietiging daarvan. Juist bij beladen dijkprojecten spelencultuurhistorische kwaliteiten veelal een belangrijke rol in het tegenargument. En vaak terecht. Op basis van een tijdige en goede cultuurhistorische analyse kunnen de go’s en no go’s geïdentificeerd worden. En kunnen de uitgangspunten worden benoemdvoor een verantwoord ontwerp. Het is in het belang van een project om tijdig de cultuurhistorische kenmerken en kwaliteiten in de vingers te hebben, voordat anderen daar mee komen. Niet alleen om lastige vragen te kunnen pareren en goodwill te tonen naar de omgeving. Maar vooral ook om met een sterk ruimtelijk plan te komen dat een gebied en haar verleden recht doet. De noodzaak tot een tijdige, hoogwaardige cultuurhistorische analyse sluit aan op een volwaardige risicobeheersing van het project. Daarbij worden verrassingen voorkomen en kan naar buiten een gemotiveerd plan worden gepresenteerd. Mooi verhaal maar kan dit wel onder de slogan ‘sober, robuust en doelmatig’? was een vraag uit de zaal. Een ruimtelijk ontwerp dat respectvol omgaat met de cultuurhistorische identiteit van een gebied hoeft niet duurder te zijn als tijdig ontwerpoplossingen worden gezocht. Vertraging als gevolg van bezwaren vanuit de omgeving en de overheid zal zeker wel kosten met zich mee brengen.En het werk wordt er bepaald niet leuker op! De ervaringen vanuit de RvR-projecten leren dat cultuurhistorie een dankbare onderlegger vormt voor een robuuste, gebiedseigen inrichting. Ruimtelijke kwaliteit (2e hoofddoelstelling van RvR) is voor een aantal projecten behaald door de cultuurhistorische onderlegger leidend te laten zijn in het ontwerpproces. Dat leverde geen extra kosten op, wel een heldere en begrepen motivatie en koers naar het eindbeeld. Dat cultuurhistorisch onderzoek deel uitmaakt van het planproces past binnen de gedachte dat een dijkversterking in veel gevallen meer is dan een technische ingreep. In veel gevallen moet een dijkversterking worden beschouwd als een volledige gebiedsontwikkeling, aldus een van de deelnemers. Tot slot zijn in de workshop per thema nog enkele aandachtspunten in het planproces genoemd (gebaseerd op ervaring RvR): Aandachtspunten top vijf cultuurhistorie in het planproces: Noodzaak om in het belang van het planproces tijdig een cultuurhistorisch onderzoek te laten verrichten. Cultuurhistorie is geen risico maar een kans! Behalve ten behoeve van vergunningverlening beoogt cultuurhistorisch onderzoek een ruimtelijk doel, namelijk het geven van input aan het ontwerpproces. Derhalve is een vroegtijdige cultuurhistorische analyse wenselijk. De vertaling van analyse naar een ontwerpvisie vereist een interdisciplinaire aanpak waarbij in gezamenlijkheid de kansen vanuit de cultuurhistorische gelaagdheid ten aanzien van het planontwerp worden geanalyseerd en opgepakt. Een cultuurhistorische analyse kan informatie opleveren die van betekenis in het kader van een zorgvuldige omgang met (te verwachten) archeologische waarden. Uitwisseling van onderzoeksresultaten, of nog beter, het samen optrekken van het archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek bevordert de kwaliteit van de verschillende onderzoekdisciplines. Aandachtspunten top vijf archeologieproces: tijdige opstart van het onderzoeksproces: al bij eerste planverkenningen moet een beeld beschikbaar zijn van de archeologische risico’s (waarden en verwachtingen), en tijdig dienen deze risico’s te worden beheerst middels veldonderzoek. tijdige planinpassing op basis van beschikbare archeologiegegevens voorkomt onnodig duur archeologisch vervolgonderzoek; tijdige uitvoering noodzakelijke veldonderzoeken; tijdig beeld van acterend Bevoegd Gezag en tijdig betrekken van deze BG’s; tijdig selectiebesluit door (gedeeld) BG. Alleen met een door het BG vastgelegd selectiebesluit is een eenduidige en transparante omgang met vastgestelde of te verwachten archeologische waarden gewaarborgd. Een vroegtijdige start van onderzoek is hierin een rode draad. De workshop werd informatief bevonden. Meer vragen: neem contact op met Eckhart Heunks (o.a. werkzaam voor het nHWBP).