Hufterige televisie, shockeren, provoceren, het tv-plebs

advertisement
Willibrord Frequin is een watje vergeleken bij hen. Ze kregen Emile Ratelband
zo over de rooie dat hij met ze op de vuist ging. De VPRO, (ooit) de meest
eigenzinnige omroep in ons bestel, vindt ze te ver gaan. “Wij maken slechts televisie
die ontregelt, die de mensen aan het denken zet”, menen de twee programmamakers.
Zoals de aflevering van Waskracht waarin Robbie Muntz verkleed als Adolf Hitler
door een orthodox-joodse wijk in Wenen marcheert. Een openhartig gesprek met de
grootste rebellen in televisieland.
Hufterige televisie, shockeren, provoceren, het tv-plebs wakker schudden, daders en
slachtoffers ontmaskeren. Het VPRO-programma Waskracht verschafte tot voor kort
de geniale hufters Robbie Muntz en Paul-Jan van de Wint daarvoor het ideale podium.
Wat drie jaar geleden met een belegering van de woning van Willibrord Frequin
begon, resulteerde in twintig af-leveringen. Muntz vóór en Van de Wint áchter de
camera. Hun samenwerking leverde zeker niet altijd ethische, maar wel originele en
soms zelfs geniale televisie op. Met als kroon op het werk de aflevering waarin
Muntz, in de rol van televisie-dominee, corrupte Amerikaanse ‘collega’s’ bezoekt, in
een heuse reli-talkshow verschijnt, bid- en geneesevenementen bijwoont en deze
genadeloos ontmaskert. Het duo zorgde voor de felste discussies over hun werkwijze
door hun reportage
in Wenen. Daar marcheerde Muntz, verkleed als Adolf Hitler, met een fles Zyklon B
op zijn rug, “Sieg Haider” roepend, over het bordes van het Oostenrijkse parlement en
door de orthodox-joodse wijk. Populairder werden ze toen ze de meest irritante
Nederlander, Emile Ratelband, dermate tergden dat Mister Tjakkaa met ze op de vuist
ging. Iedereen heeft inmiddels wel een mening over het duo. Net zoals dat geschiedde
bij vermaarde VPRO-gezichten als Feike Salverda, Wim T. Schippers, Kees van
Kooten en Wim de Bie. Het ouderwetse VPRO-zondagavondgevoel herleefde zowaar.
Zeker nu zowel publieke als commerciële omroepen de tv-kijkers met irritant politiek
correcte of bespottelijke sensatieprogramma’s overspoelen, blijken de producten van
Exploitatie TV een verademing. Deze makers volgen tenminste hun innerlijke
kompas. Ze doen niet mee aan politieke fake-correctheid, commercie, applausmeters
en kijkcijferpolls. Bovendien delen ze niet in de malaise van de VPRO, die de laatste
maanden de weg kwijt lijkt te zijn. De Vrijzinnige Protestante Radio Omroep die
adverteert met de slogan ‘De VPRO lijkt nergens op’, is niet meer de eigenzinnige,
afwijkende omroep in het publieke bestel. En wát dan nog afwijkt van de brave,
burgerlijke zendgemachtigden, lijkt inderdaad nergens op. Met als klap op de vuurpijl
het half uurtje televisie van zondag 27 mei dat het 75-jarig bestaan van de omroep
luister bijzette. Zelfs het meest verstokte VPRO-lid moet zijn afgehaakt op dat stukje
veredelde tekst-tv. Tegen een vage, artistiekerig grafische vormgeving rolden
eindeloos titels van VPRO-programma’s voorbij. Het hield niet op. Tevergeefs
wachtend op interviews met enkele coryfeeën of oude beelden uit het roemrijke
verleden, werd de slogan werkelijkheid: de VPRO lijkt nergens op. Van originaliteit
en authenticiteit is geen sprake meer. In Waskracht verscheen diezelfde avond een
portret van een jongen met een aangeboren spierziekte, die vakanties voor lotgenoten
organiseert. Aandoenlijk onderwerp maar het had net zo goed door de VARA, NPS of
KRO uitgezonden kunnen worden. Ik smachtte naar een optreden van Muntz en Van
de Wint. Zij maken televisie die je naar de strot doet grijpen, die je dwingt tot kijken,
die meer om het lijf heeft dan entertainen, informeren of infotainen. Televisie die het
publiek provoceert, bruuskeert, maar ook aan het denken zet. “Televisie die
ontregelt”, aldus het duo in dit interview, dat ook gaat over het besluit van de VPRO,
eind april, om drie scènes te schrappen in De Rijdende Hufter, aflevering 1 van het
drie-luik Muntz Actueel. Waarna het duo alle drie de afleveringen, die zouden worden
uitgezonden in Waskracht, terugtrokken. Tijdens de ontmoeting, begin mei, balen ze
nog zichtbaar van de affaire. Na de storm van kritiek op de Hitler-uitzending vorig
jaar, waarbij nota bene een volksgericht in de VPRO-kantine werd opgericht om ze
‘sorry’ te laten zeggen – Van de Wint: “Wat we natuurlijk niet deden!” –, stapte
hoofdredacteur Hans Maarten van den Brink op en werd hij vervangen door Danielle
Lunenborg. Elk detail van hun toekomstige werk diende met de VPRO-leiding
besproken te worden. Daarom vinden ze het zo stuitend dat de aflevering van De
Rijdende Hufter toch nog
te ver bleek te gaan. Alles was immers besproken! Juridisch, ethisch, politiek en
budgettair, tot op het bot doorgelicht. Bij het bekijken van de gewraakte stukken – op
video aangeleverd door het duo zelf, de VPRO kon zonder argumentatie de
fragmenten niet verstrekken – valt op dat ze de kwaliteit van het inspiratieloze gefröbel waarmee de laatste afleveringen van Waskracht worden gemaakt, veruit
overstijgt. Tegelijkertijd vraag je je af waarom de VPRO-leiding zich zo druk maakte,
want de fragmenten zijn allerminst shockerend. Oké, de treurigheid en ranzigheid van
de gesprekken van Muntz met de bejaarde vrouw die meent dat haar vader dertig jaar
geleden is vermoord, de prostituee die geen hypotheek kan krijgen en de asielzoeker
die diep in de schulden zit, druipt van het scherm. En de manier waarop Muntz ten
slotte de bejaarde vrouw in zijn camper bij een gesloten politiebureau vertwijfeld
achterlaat met de woorden: “Zo, de Rijdende Hufter heeft weer een zaak opgelost”, is
behoorlijk onbeschoft. Hoe hij met een dildo en de gedupeerde prostituee in zijn
kielzog een bankdirecteur achterna zit – “Ik ben de Rijdende Hufter, dit is een
prostituee en ik wil nu een hypotheek!” –, is stuitend. En de asielzoeker die hij een
pistool aanbiedt met de woorden – “Zet u ’m eens tegen uw hoofd. Om te weten hoe
het voelt” –, getuigt van een hufterige smaak. Het programmaonderdeel heet dan ook
De Rijdende Hufter. Maar los daarvan, de fragmenten shockeren niet echt. Ikzelf zag
het met een cynische grijns aan. Het besluit van de VPRO roept dan ook verbazing
op. Zelfs moraalridders Barend & Van Dorp vonden het maar wat flauw van de
VPRO. Het besluit is voer voor complotdenkers. Zouden de VPRO-bonzen bewust
een ethisch reveil hebben afgekondigd waarin ze het lozen van het duo konden
verantwoorden? Een theorie waarin Muntz en Van de Wint zich aardig blijken te
kunnen vinden.
Van de Wint: Aflevering twee was de grote interprovinciale Oranjequiz die op
Koninginnedag had moeten worden uitgezonden. Actueler kan niet. We hadden
koningsgezinde kandidaten uitgenodigd, die antwoord moesten geven op vragen als:
‘Hoe heette het negerslaafje dat Prins Bernard voor zijn verjaardag van zijn vader
kreeg, toen deze na een lange reis uit Afrika terugkwam?’ Hoezeer het hele gebeuren
de deelnemers ook tegenstond, toch riepen zij om het hardst het juiste antwoord.
Namelijk: Toto. Hun wil om te winnen was groter dan hun walging over de vragen.
Achteraf kwamen er enkele boze brieven, ook van kandidaten die vonden dat ze niet
genoeg aan bod waren geweest. De VPRO vond dat die mensen dan ook niet in beeld
mochten. Kortom: geen steun voor het programma maar kiezen voor fatsoen, terwijl
het onderuithalen van de begrippen quiz, kandidaten en het Koningshuis juist de
insteek van het programma was, met instemming vooraf van de VPRO. Deel drie was
de Islam Actueel. We weten allemaal hoe actueel dat later geworden is. We hadden
Imam El Moumni al op de lijst staan, voordat hij in het nieuws kwam met zijn
uitspraak over homo’s. Dat imams zo over homo’s denken, is echter allang bekend.
Dus onze vragen zouden zich niet zozeer toespitsen op de vraag hoe hij over
homofielen denkt, maar meer over wat je er mee moet doen. Welke straf staat er
volgens de islamitische wetgeving op het praktiseren van homofilie.
Penthouse: En?
Van de Wint: Dood door steniging! Mijn vrouw komt uit Iran, en via via ben ik in het
bezit gekomen van een video waarop zo’n steniging staat. Die wilde ik de imam laten
zien en hem vervolgens in detail laten uitleggen hoe groot de stenen dienen te zijn die
je hiervoor moet gebruiken en van welke afstand je ze moet gooien. De islam is
namelijk een heel praktisch geloof. Alles wordt tot in de puntjes uit-gelegd en er
wordt niets ontkend. Hiervan zou de politiek correcte goegemeente, die onlangs
massaal over de uitspraken van die arme imam heenviel, natuurlijk in de war zijn
geraakt. Als wij de aflevering hadden uitgezonden, was men waarschijnlijk meer
verontwaardigd geweest over hoe wij zo’n arme imam, die een minderheid
vertegenwoordigt, hadden aangepakt dan de uitspraken van de imam zelf. Dat wordt
alleen gepikt als je het brengt met de valse integriteit van NOVA.
Penthouse: Wat is nu in essentie het probleem dat de VPRO met jullie producties
heeft?
Van de Wint: Dat we opereren in de werkelijkheid. De mensen die we benaderen,
bestaan echt, ze zijn echt hoer, asielzoeker, bankdirecteur, televisiedominee en heten
echt Emile Ratelband. Arjan Eder-veen speelt de schaamtevolle situaties van
mensenlevens na. Keurig theater levert dat op. Peter van Ingen (groepsredacteur
informatieve programma’s VPRO), journalist nota bene, vroeg ons ook letterlijk:
“Waarom huur je niet een typetje in?”
In de tuin van zijn woning annex werk-ruimte in Zaandam vertelt Muntz welke lering
hij heeft getrokken uit deze affaire.
Muntz: Ik werkte enkele jaren als productiemedewerker bij Joop van den Ende en als
redacteur bij Catherine Keyl. Ik weet nu dat er twee televisiedictaturen bestaan: die
van de commercie en die van de politieke correctheid. De een bepaalt de wijze
waarop je moet werken. De ander wat jij politiek correct dient te vinden. Maar beide
buiten je uit en transformeren je tot slaaf. Er is één oplossing: je eigen
productiemaatschappij beginnen, en uiteindelijk zelfs je eigen zender. Via Internet
zou dat in de nabije toekomst kunnen.
Penthouse: Dat klinkt wel erg absoluut.
Van de Wint: Het is de enige mogelijkheid. Met wie we ook praten, we moeten altijd
concessies doen. En daar doen we niet meer aan mee. Willen wij nog televisie maken
in de toekomst, dan moet er aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan: 1)
maken wat we willen, 2) werken met wie we willen, 3) genoeg geld.
Muntz: We spraken met Kees Gerritsen van Yorin. We wilden namelijk infiltreren in
de Ku Klux Klan. Ik zou mijn arische identiteit herontdekken en bij hen in de leer
gaan. Er bestaan voorlichtingsvideo’s van de KKK waar vraagstukken aan de orde
komen zoals: hoe moet je handelen als
je dubbelloopsgeweer hapert en er een neger voor je staat? Hoe bind je een neger
achter je pickup truck? Er is ook een video waarop tijdens het in brand steken van
zo’n groot houten kruis een gemaskerd KKK-lid per ongeluk zelf vlam vat. Dat
hadden we dan zo willen monteren dat iedereen dacht dat ik dat zou zijn. Kortom: een
leuk, gevarieerd programma voor het hele gezin. Uitermate geschikt voor Yorin. Maar
Gerritsen had het gevoel dat de adverteerders dat onderwerp niet wilden. Van de Wint
bracht nog in dat ze dan Amnesty International als adverteerder konden nemen.
Verder dacht Gerritsen dat zijn doelgroep niet op de hoogte was van de KKK.
Van de Wint: Dat laatste verbaasde ons vooral. Dat ze hun doelgroep zo
onderschatten. Bovendien is het heel raar dat ze niet vanuit hun eigen gevoel denken,
maar ervan uitgaan dat de kijkers totaal andere mensen zijn dan zijzelf. En dat die
geen kennis hebben over dingen die ze zelf wel hebben. Volgens ons ondergraaf je je
bestaansrecht als je teveel rekening houdt met een denkbeeldige groep mensen. Op
die manier houd je geen origineel programma meer over.
Penthouse: Dankzij die hele affaire hebben jullie ontzettend veel publiciteit. Hoeveel
willen jullie bij een nieuwe werkgever verdienen?
Muntz: Zes ton per jaar, per persoon. Plus 1,2 miljoen gulden productiekosten voor
dertien afleveringen, dan kunnen we ook eens in een normaal hotel logeren als we in
het buitenland zijn. In totaal dus 2,4 miljoen per jaar. Dan vind ik het de moeite waard
om voor de commerciëlen te werken. Theo van Gogh krijgt dat ook.
Penthouse: Is dat niet rijkelijk veel? Zeker als je bij de VPRO amper het
minimumloonniveau bent overstegen.
Muntz: Dat is niet veel, zeker als je ziet welke bedragen ze ervoor terugkrijgen. Een
zender verdient met zo’n programma op jaarbasis al snel zes miljoen aan reclameinkomsten. Ook al
maken we een hoop stront, als daar een miljoen mensen naar kijken, de adverteerders
in de rij staan en het geld binnen-stroomt, dan vinden zij het prachtig.
Muntz neemt zijn zoontje op schoot. Zijn vrouw klust in de tuin. In het echt is Muntz
van het type huisje-boompje-beestje. Hij is minder groot, minder aanwezig dan op tv.
Hij heeft iets berustends, iets stugs. Paul-Jan van de Wint breekt Muntz vaak botweg
af, iets wat haaks staat op Muntz’ personages voor de camera. Dan breekt hij anderen
juist bruut af. Maar televisie is nep, het is een theater dat in leugenachtigheid en
valsheid alsmaar toeneemt en de beschaving bedreigt. Een conclusie waarin het duo
zich kan vinden.
Van de Wint: Televisie is een hufterig, gevaarlijk medium. Zoals het vandaag vaak
wordt gemaakt, is het totale manipu-latie en egotripperij. Degene die in beeld is, is
meestal een exhibitionist. Die ge-bruikt de onderwerpen en de mensen die voor de
camera worden gesleept om zich-zelf te profileren. Willibrord Frequin en Pieter
Storms zijn daar bijna een parodie op.
Penthouse: Maar programma’s als Net-werk en Zembla worden toch netjes ge-maakt?
Van de Wint: Verre van. Ze worden uit bij elkaar geraapt materiaal in elkaar ge-flanst.
Daarover wordt een bekende voice-over gemonteerd. Vervolgens zien we een bekend
en vertrouwen opwekkend hoofd dat met een keurige, politiek correcte mening of
conclusie de beelden zogenaamd objectief onderbouwt. Zulke programma’s staan te
boek als integer en waarheidsgetrouw. Terwijl tv-journalisten de werkelijkheid
voortdurend manipuleren, het helemaal toesnijden op hun imago, hun verhaal, hun
programma.
Penthouse: Hoe zit dat met Paul Witte-man?
Muntz: Witteman kan een gesprek leiden en een vergadering voorzitten.
Van de Wint: Maar wat hij hoofdzakelijk verkoopt, is zijn imago van de zorgzame,
intelligente, welbespraakte journalist met een correcte VARA-mening. Je weet bij
voorbaat wat je krijgt. Hij schiet nooit uit zijn, let wel, rol. Ieder normaal mens zou
daarvan de zenuwen krijgen. Stel je eens voor, elke dag opnieuw de rol van die
keurige Paul Witteman spelen. Hetzelfde geldt voor Sonja Barend, Karel van de
Graaf, Fons de Poel, Catherine Keyl, noem maar op. Zielige mensen, eigenlijk. Die
bang zijn voor het moment dat het publiek ze uitkotst. Ze zijn vaak ook geworden wat
ze op tv uitbeelden.
Muntz: Op den duur wórd je je rol. Televisie beïnvloedt ons gedrag. Ook
Nederlanders gaan zich, net als Ameri-kanen, meer gedragen als hun favoriete acteurs
in een blijspel, soap of talkshow.
Van de Wint: Kijk naar het gedrag van de ‘gewone man’ als hij op straat wordt
gefilmd. Hij gaat direct acteren. Iedereen heeft door het jarenlang, dag in dag uit,
volgen van soaps, quizzen en talkshows een soort van mediatraining achter de rug.
Nooit opgevallen dat de gasten van die programma’s allemaal ‘leuk afwisselend
werk’ hebben?
Muntz: Nota bene een voorwaarde van de redactie om in Catherine te verschijnen.
Elke gast werd ingefluisterd dat hij leuk en afwisselend werk diende te hebben. Daar
gaven ze gehoor aan, want ze doen alles om op de buis te komen.
Van de Wint: Maar in de praktijk bestaat tachtig procent van de be-roepen uit
vervelend werk. Er zijn maar heel weinig jobs waarin je jezelf kunt ontplooien.
Van de Wint handelde vroeger in auto’s en leren kleding, werkte in garages en op de
visafslag. Muntz zat in de snijmachines en weegschalen, runde drie radiopiraten en
kluste er op familiecampings als hypnotiseur bij. “Ik was er eerder bij dan Rostelli”,
blikt hij terug. “Tot op de dag van vandaag vult die zijn zakken met dezelfde truc. Ik
had na twee jaar genoeg van die dikke wijven die maar één ding willen: afvallen.
Hypnose werkt slechts voor een tijdje. Na een half jaar zag ik ze weer als vetgemeste
varkens over straat banjeren.”
Penthouse: Ik neem aan dat jullie ook in het onderwijs moeilijk je plek konden
vinden.
Van de Wint: In totaal heb ik op drie middelbare scholen gezeten, wat ik afsloot met
een atheneum-diploma. Om me audiovisueel te scholen, heb ik drie academies
bezocht: twee maanden Rietveld academie, twee jaar Rijksacademie en de
Hogeschool in Utrecht. Daar had ik de deal dat ik in één jaar kon afstuderen. Dat
kwam het instituut ook beter uit: des te meer er afstudeerden, des te meer subsidie het
ving. Ik kon de apparatuur gebruiken en maakte allerlei filmpjes, interviews en
documentaires. Ik had altijd iets met film. Ik ben een kijker; ik houd niet van
optreden, van lollig doen in het openbaar. Ik wil kijken, beschouwen, analyseren.
Penthouse: En hoe was jouw onderwijsverleden?
Muntz: Vier, vijf middelbare scholen. Overal ben ik ervan afgetrapt. Negen jaar lang
hopte ik van school naar school. Van atheneum naar havo naar mavo en weer terug. Ik
had overal wel een vriendje, een geestverwant, met wie ik de klas fuckte. Ik deed wat
in me opkwam. Maar altijd met het doel zo’n instituut onderuit te halen en leraren in
hun macht aan te tasten. Ik vond school, hoewel ik totaal niet in dat systeem paste,
dan ook best leuk. Ik had er publiek, mijn drang tot exhibitionisme kwam er tot zijn
recht.
Van de Wint: Het is jammer als je voortdurend voelt dat je je moet aanpassen. Het
was niet zozeer een kwestie van niet willen, meer van niet kunnen. Tegelijkertijd
ontdek je dat die eigenheid tevens je kracht is. Door altijd te doen wat me goed
dunkte, werd ik sterk. Ik deed nooit wat met drugs of drank, zat nooit in de bak. Ik
had alles in de hand, omdat ik altijd mijn eigen verantwoordelijkheid nam. Problemen
creëer je pas als je je aanpast, als je liegt tegen jezelf. Als je je conformeert. Dat doe
ik ook niet in mijn werk. Ik bedenk het onderwerp, de vragen, het camerawerk en de
montage. Vanwege mijn aanpassingsproblemen zat ik al heel snel op het spoor van: ik
doe alles zelf.
Penthouse: Voelde je je thuis in de alternatieve scene, tussen de krakers bijvoorbeeld?
Van de Wint: Houd op! In ’83 woonde ik een tijd in Tetterode, een van de grootste en
laatste krakersbolwerken in Amster-dam. Al die kraakpanden hadden een
overkoepelend regime dat besloot waar de bewoners aan moesten voldoen. Behalve
het krijgen van een slaaphol had ik een broertje dood aan al die lui met hun achterlijke
gedoe. Het regime binnen was erger dan dat het erbuiten ooit kon worden. Op een
gegeven moment konden alleen lesbiennes met blokhoofdkapsel en tuinbroek op
woonruimte rekenen. Zo ging het er daar aan toe. De leiders van deze ‘tweede Rode
Khmer’ hadden kamers met de omvang van een voetbalveld en bepaalden waar en
hoe de nieuwe bewoners moesten leven. In de regel trouwens meestal vrienden,
kennissen of familieleden van het regime. Ze moesten blij zijn met een kamertje, vaak
net iets groter dan een aquarium. Die lui konden mij niet plaatsen. Na een vergadering
hadden ze besloten dat ik eruit moest. Ze versperden met z’n allen de deur voor mijn
kamertje toen ik naar binnen wou. Ik duwde ze lachend opzij en stapte naar binnen.
Dat ontregelde ze compleet, ze wisten helemaal niet hoe ze me moesten aanpakken.
Die mythe rond die kraakbeweging, rond een beweging überhaupt. Wereldjes! Ik lach
erom.
Muntz: Elk wereldje is kut. Of je nou in de bloembollen, de glashandel, de sex of de
journalistiek zit. Het is allemaal even vervelend of dom. Neem Catherine Keyl met
haar talkshow. Zo dom! Ik woonde op
de Zeedijk, toen ik solliciteerde. Ik weet zeker dat ik vooral daarom werd aangenomen. Helemaal toen ik zei dat ik
programma’s over junks en hoeren wilde maken. Dat konden ze goed gebruiken. Ik
kreeg alle vrijheid. De enige voorwaarden waren: Catherine presenteerde het en het
mocht niet schofterig zijn. Ik had het best naar mijn zin. Ik koos het onderwerp, de
gasten, schreef de vragen, het intro. Elke twee weken schreef ik een complete
Catherine. In anderhalf jaar tijd zo’n veertig programma’s. Met onderwerpen die ik
leuk vond, zoals Nederlandse vrouwen die moslim zijn geworden en ook nog eens
met een moslim getrouwd waren. Uit mijn vooronderzoek bleek dat alle vooroordelen
waar waren. Dat die vrouwen daadwerkelijk werden mishandeld en verkracht. Heel
treurig allemaal. Mijn laatste programma ging over mensen die vermist waren. Daarin
verscheen een kerel die zei dat hij zich al jarenlang als vermist ophield, maar later de
boel bedonderd bleek te hebben. Hij vertelde me dat hij het deed om Catherine Keyl
te fucken. Dat vond ik een grappige invalshoek. Maar Keyl was in alle staten. Ze riep
dat haar journalistieke geloofwaardigheid was aangetast. Uiteindelijk moest ik
verdwijnen van de vrouw die zo graag als journalist te boek staat. Alleen al dat
woord: journalist, brrr. Dat dwepen met integriteit en objectiviteit. Houd op met
dat hypocriete gedoe! Het gaat, zeker bij Catherine, gewoon om de kijkcijfers en om
de populariteit bij de reclamebureaus. De timing van mijn ontslag was trouwens
perfect. Ik was daar klaar. Ik werk nooit ergens langer dan twee jaar. Dan is het op.
Bij mij of bij hun. Dan sta je voor de keuze: blijf je zitten en pas je je aan, of donder
je op? Als ik zelf niet opflikker, dan flikkeren ze me eruit. Alleen bij de VPRO duurde
het drie jaar. Maar daarvan zijn we dan ook een jaar lang geschorst geweest.
Penthouse: Laten we ons even focussen op Van de Wint. Uit wat voor gezin kom je?
Muntz: Uit een zigeunergezin!
Van de Wint: Nee, erger nog: ik stam af van onaangepaste anarchisten, hahaha. Mijn
moeder was een van de eerste on-gehuwde moeders. Ze had schijt aan alle
maatschappelijke conventies. Mijn tantes, ooms en grootouders hadden dat ook. Ze
gingen allen hun eigen gang. Mijn moeder ging in haar jeugd niet of nauwelijks naar
school, ze deed alles zoveel mogelijk zelf. Ze las alles wat los en vast zat. Vanaf haar
achttiende reisde ze door Europa. Onder meer als model. Haar broer was
modeontwerper; hij introduceerde haar in die wereld. Op haar achtentwintigste
ontmoette ze mijn vader. Een Ame-rikaan, of beter een joodse Rus die naar Amerika
was geëmigreerd. Hun verhouding duurde vier maanden. Zowel mijn moeder als mijn
vader hadden geen zin zich te binden. Mijn moeder hoopte wel dat ze contact zouden
houden, voor mij. Maar dat is nooit gebeurd. Op mijn drieëndertigste ontmoette ik
mijn vader. Ik vond hem in Oregon. Ik leek erg op hem. Hij maakte ook televisie en
films. Ik zocht hem later verschillende malen op. Drie jaar na ons eerste contact
overleed hij. Dat ik hem nog gekend heb, was een vreemde gewaarwording. Ik was
namelijk altijd in de veronderstelling dat ik ‘my own man’ was. Ik verschilde qua
karakter nog-al van mijn moeder en haar familie. Alles wat ik deed, had ik zelf
bedacht en opgebouwd. Maar verdomd, ik ontmoet een man die precies hetzelfde
deed als ik. Had ik hem eerder ontmoet, dan was het in mijn werk misschien allemaal
wat vlotter gegaan. Ineens besefte ik dat je niet meer dan een speelbal van je genen
bent. Je bent zoals je bent en er is weinig aan te doen. Iedereen zit opgesloten in zijn
eigen fucking gevangenis en dat is het gevecht van je leven.
Muntz: Ik kom uit een braaf katholiek gezin. Mijn vader was reclamedirecteur bij
Centraal Beheer. De spreuk ‘Even Apel-doorn bellen’ komt van hem. Mijn ouders
waren keurig maar niet conservatief-burgerlijk. En zeker niet streng, ik kon doen wat
ik wilde. Toen ik dat vervolgens ook deed, schrokken ze daar toch wel van, denk ik.
We woonden in Zaandam. Toen Centraal Beheer naar Apeldoorn verhuisde, kwamen
wij in Nunspeet terecht. Daar kreeg ik direct gezeik. Op de voetbalclub zagen ze me
als een ‘stadse’. Ik weet zeker dat ik daarom niet in de B1 mocht spelen. De
boerenpummels wier vaders in het bestuur van VV Nunspeet zaten, waren wel
geselecteerd. Terwijl ik beter was. Nu ik zo terugblik, schoot vanaf dat moment dat
onaangepaste gedrag wortel. Ik trok dat door naar school. Ik kon aardig leren, maar
die leraren, dat gedoe...
Penthouse: Wanneer ontmoetten jullie elkaar?
Van de Wint: Tien jaar geleden. Via een wederzijdse vriend. Ik werkte toen al bij de
VPRO. Ik deed camerawerk en maakte items voor TV Nomaden en Veldpost. Muntz
werkte toen als productieassistent bij Van den Ende. Wat ons bond was vooral onze
sardonische humor, recalcitrantie en onaangepastheid.
Muntz: Ik zocht altijd een bondgenoot. Maar als ik die gevonden had, wilde hij vaak
niet wat ik wilde. Had ik iets van: bekijk het maar, dan doe ik het wel alleen. Maar
met Paul-Jan klikte het meteen.
Van de Wint: Alleen ben jij wel een laffe bondgenoot. Als er bloed vloeit, ben je weg.
Zoals met Ratelband. Toen die begon te meppen, sprintte jij weg. Toen werd ik het
doelwit. Hij bleef maar slaan. Tot bloedens toe. Je had me toch wel een handje
kunnen helpen...?
[Muntz zwijgt]
Penthouse: Wat is jullie favoriete film?
Van de Wint: C’est Arrivee Pres de Chez Vous, een Belgische film. Daarin wordt een
seriemoordenaar gevolgd door een filmploeg. Uiteindelijk worden de filmers steeds
meer medeplichtig: de crew doet actief mee aan een verkrachting, de geluidsman
wordt neergeschoten... Een goede, humoristische film. Je blijft lachen totdat je met
een mokerslag weer met beide benen op de grond beland. Dat-zelfde beoog ik met
mijn eigen programma’s.
Muntz: Scarface is mijn favoriete film.
Van de Wint: In mijn programma’s kan ik mijn ideeën en gevoelens kwijt. Gelukkig
heb ik daar een talent voor, anders was ik misschien vanaf het dak op mensen gaan
schieten. Ooit heb ik terrorisme overwogen. Uit een vervaarlijke mix van
gedrevenheid en woede kan ik me voorstellen dat mensen terrorist worden. Maar ik
bedacht me snel. Ik zou de laatste zijn die mijn leven wil wijden aan het verbeteren
van de wereld, dat ik anderen met geweld mijn wereldbeeld ga opleggen. Ik bedoel,
dat gun ik de anderen niet.
Penthouse: Maar waarom juist televisie? Een medium dat in jullie ogen bestierd wordt
door hoofdzakelijk zieke geesten?
Van de Wint: Omdat het een makkelijk en vooral snel medium is. Je hebt een idee,
werkt het uit en een week later wordt het uitgezonden. Iedereen ziet het en het is ook
meteen weer weg. We maken onze programma’s zoveel mogelijk zelf. Buiten dat
Muntz in beeld is, doet hij productie, research, redactie, noem maar op. En ik doe
camera, regie, montage. Alle onderwerpen verzinnen we zelf. Gijs, mijn neef, doet het
geluid en de website.
Penthouse: Na afloop van Waskracht zie je bij de aftiteling anders een hele waslijst
met namen van medewerkers.
Van de Wind: We hebben een broertje dood aan credits. Op de aftiteling van
Waskracht staan altijd de eindredacteur en de producers. Maar die lui doen niks.
Muntz: Die zitten daar gewoon te zitten. Als je je onkostenbonnetjes inlevert, zorgen
zij dat ze vergoed worden. Daarmee houdt hun productiewerk op.
Van de Wint: Ik houd alles in eigen hand. Ik zit naast een vertaler van het NOB omdat
ik het zo vertaald wil hebben en niet zo. Als ik aan de online zit, voert de editor
precies uit wat ik wil. En ik wil het tot op de las nauwkeurig.
Penthouse: De magie van jullie programma is Muntz’ brutale uitstraling. Zijn
handelsmerk is het omarmen van zijn ‘slachtoffers’ om gezellig samen de camera in
te kijken. Verder straalt de hufterigheid ervan af als Muntz tijdens de interviews de
geïnterviewde niet aankijkt, maar provocerend de camera aanstaart.
Van de Wint: Haha. Zijn uitstraling is dan inderdaad immens.
Muntz: Maar dat komt dan doordat jij tegen me praat. We staan namelijk via een
gehoorapparaatje met elkaar in verbinding. Ik kijk Paul-Jan vaak volledig onthand
aan. Meestal weet ik niet wat ik moet vragen. Zeker niet in Wenen met de Hitleruitzending. Ik spreek amper Duits, laat staan dat ik het begrijp. Als die Oostenrijkers
waren uitgepraat, wachtte ik eerst Paul-Jan’s vertaling af.
Van de Wint: Door dat ‘oortje’ kan ik continu met hem lullen. Ik reageer op een
antwoord, geef vragen door. Daardoor is zijn gedrag zo onvoorspelbaar. Is hij
werkelijk in die persoon geïnteresseerd? Of neemt hij hem in de maling? Wat gooit hij
er zelf in, wat gooit hij er via mij uit? Door die wisselwerking krijgt het iets heel
ontregelends. Van te voren nemen we alles door, zijn uiterlijk, zijn gedrag, de vragen,
de verhaallijn. Maar omdat we opereren in de realiteit van alle dag, moeten we snel
kunnen anticiperen, inspelen op mooie momenten die zich altijd wel voordoen.
Vandaar ook dat ‘oortje’. Ik heb het overzicht, heb afstand. Ik geef hem impulsen. In
de montage wordt het vervolgens weer zo gemanipuleerd dat het mijn richting opgaat.
Monteren is het ultieme manipulatiemiddel. Dat onderstreept de macht van televisie.
Penthouse: Jullie hebben de oorlog verklaart aan politieke correctheid. Waarom?
Van de Wint: Een fascist staat natuurlijk niet voor hetzelfde als iemand die politiek
correct is, maar beiden hebben gemeen dat ze mensen uitsluiten, dat ze dogmatische
regels opleggen. Politiek correcten sluiten mensen uit die geen correcte mening of
levenshouding hebben. Alleen hun regels staan nergens opgeschreven; het zijn
ongeschreven wetten. Mensen moeten zich in deze tijd meer en meer onderwerpen
aan regels die door anderen zijn opgesteld. Denk aan de dwingende bureaucratie van
grote bedrijven en de ambtenarij. Een goed voorbeeld daarvan vormt de MKZ-crisis.
In die hele discussie ging het altijd om ruimen of inenten. Niemand sprak over de
derde optie, het laten uitzieken. Los van het feit of uitzieken nog had gekund, het is
tekenend dat het in de media zelfs geen punt van discussie was. Het gros hobbelde
braaf achter de beslissingen van de overheid aan. In het bejubelde poldermodel is
steeds minder ruimte voor tegendraadsheid, voor radicale kritiek. Tegelijkertijd
hebben, misschien juist door dat politiek correcte gedoe, fundamentalistische moslims
een podium verworven. Zeer paradoxaal. Hun denkbeelden zijn namelijk nog rechtser
dan die van de RPF. Door de zogenaamde linkse tolerantie en politiek correcte
dictatuur kun je zelfs geen grapje meer over ze maken. Terwijl imams wel een
toneelstuk kunnen verbieden dat al eeuwenlang word opgevoerd. Hier en daar lees je
er een kritisch krantenstukje over, maar niemand die zich er werkelijk druk over
maakt. Een film over Ajax wordt in Rotterdam bij voorbaat niet vertoond. Rotterdam
is Feyenoord, dus roept zo’n vertoning agressie op en iedereen legt zich bij die
beslissing neer. Alles wordt ingekapseld en geïnstitutionaliseerd: de
studentenbeweging, Groen Links, Vrij Nederland – ooit een instituut voor goede
onderzoeksjournalistiek – en de VPRO.
Er is geen revolutionair elan, geen echte gedrevenheid. De wereld staat in brand. Maar
hier in Nederland zit iedereen nog lekker, alles is geregeld, huisje gekocht, tweede
hypotheekje erbij, leuk op vakantie en welterusten.
Penthouse: Hoe gaat de inkapseling bij de VPRO te werk?
Van de Wint: Heel correct en beschaafd. Neem Peter Schrurs. Die vormt de VPRO
om tot een jaren vijftig-bolwerk met een soort EO-mentaliteit. Peter is buitengewoon
vriendelijk, correct en fatsoenlijk. Maar daardoor ziet niemand het gevaar. Want
ondertussen wordt alles gladgestreken en worden steeds meer neuzen dezelfde kant op
gemanipuleerd. De VPRO wil alleen maar mooie programma’s maken. Geen ellende,
geen erupties van narigheid. Uit de pas lopen, zoals wij dat deden, is er niet meer bij.
Muntz: Wat ze willen is kindertelevisie voor volwassenen. Dat onze programma’s, die
tot voor drie dagen van de uitzending waren goedgekeurd, toch niet uitgezonden
worden, bewijst dat er iets aan de hand is.
Van de Wint: Binnen die VPRO is er niemand die dit aangrijpt om de macht over te
nemen. Zoals ze in de jaren zestig
de dominees eruit hebben geflikkerd, zouden ze nu die fatsoensstakkers eruit moeten
flikkeren. Ik word er ontzettend recalcitrant van.
Penthouse: Hoe is de groepsredacteur informatieve programma’s van de VPRO, Peter
van Ingen?
Van de Wint: Peter van Ingen is een aalgladde rat, een intrigant en een gluiperd die
ten onder gaat aan zijn eigen ambities. Aan de ene kant droeg hij ons een warm hart
toe. Want hij smulde van de dingen die we oprakelden. Hij maakte graag deel uit van
ons succes. Hij wilde er ook greep op hebben. Toen dat niet lukte, liet hij ons als een
baksteen vallen. Het is allemaal het gevolg van de petten die hij draagt. Als
groepsredacteur is hij ook de bewaker van de moraal en de ethiek van de VPRO.
Zonder te weten wat dat precies inhoudt. Doordat hij zichzelf in zo’n onmogelijke
positie heeft gemanoeuvreerd, kan hij alleen nog maar de lul spelen. Hij gaf ons
voortdurend aan wat ethisch, juridisch, budgettair en politiek mogelijk was.
Daartussen moesten wij gaan schipperen. Dat lukte ons nog ook. Maar uiteindelijk
nam hij toch maar mooi de beslissing
om via de hoofdredactie drie scènes te schrappen. Dat is natuurlijk onmogelijk. En
waarom doet hij dat? Omdat Peter van Ingen geen verantwoordelijkheid kan dragen,
niet zijn nek durft uit te steken en ook een gevangene is van het politiek correcte
imago van de VPRO waarvoor hij het vuile werk opknapt.
Muntz: Iedereen kenmerkt zich door een hypocriete houding. Zowat alle collega’s zijn
het met ons eens. Iedereen vindt het ‘erg jammer’. Maar eenmaal omgedraaid, gaan ze
gewoon verder met hun leventje.
Van de Wint: Dat berustende, die apathie. Want ondertussen zijn ook zij ongelukkig.
Ze kankeren stuk voor stuk op hun positie. Ze zijn allemaal bang voor hun baantje en
hun programmaatje. De oudere garde zit zijn tijd uit en de jongere garde heeft geen
benul van wat de VPRO in potentie zou kunnen zijn. De jongeren worden bovendien
klein gehouden met jaarcontractjes. Die lui kijken wel uit om hun nek uit te steken.
Penthouse: Heavy!
Muntz: Het is de realiteit. Misschien dat Internet daar over twee jaar verandering in
kan brengen. Zoals je vroeger die radio-piraterij had. Maar dat moet je nog maar
afwachten.
Van de Wint: Mensen hebben te weinig door wat er gebeurt. Wat wij deden, kon tot
voor kort alleen bij de VPRO. We hebben de afleveringen van de Amerikaanse
televsiedominees aan Comedy Channel aangeboden. Maar zulke programma’s kunnen
in Amerika echt niet. Juridisch en ethisch roept dat te veel problemen op.
Penthouse: Maar daar heb je een radiomaker als Howard Stern. Die heeft als het ware
het provoceren uitgevonden?
Muntz: Als ik in Amerika ben, luister ik veel naar zijn programma. Het steekt goed in
elkaar, maar het is gevaarloos. Hij zegt af en toe vieze woorden. Hij is grof in de stijl
van zijn Nederlandse volgelingen, zoals Paul Evers. Stern zeikt mensen af, daagt
mensen uit om grappen te maken over joden, racisme, Ku Klux Klan. Maar het is
shockeren om te shockeren. Zoals ook Eddy Zoey dat doet.
Ook in België en in Duitsland kunnen we niet terecht. De VPRO heeft wereldwijd de
naam en faam een vrijplaats voor dergelijke programma’s te zijn. Dat is dus nu
voorbij. Waar nog ruimte voor is, is commercieel extremisme. Wat de commerciële
televisiestations meer en meer doen, is puur laten zien wat voor sensatie er allemaal
op de wereld bestaat. Zonder enige vorm van kritiek, zonder enige vorm van humor,
zonder iets onderuit te halen.
Penthouse: Maar jullie maken misselijke, fascistische humor. Zoals die opmerking dat
er zoveel agressie in het Midden Oosten is omdat zowel joden als Arabie-ren
besneden zijn. Omdat ze geen voorhuid meer hebben, zouden ze zo gewelddadig zijn.
Van de Wint: [boos] Als je daar al aanstoot aan neemt en meteen met zware woorden
als fascist gaat zwaaien, dan zit je in een heel zielig tunneltje. De mensen weten van
gekkigheid niet hoe ze ons moeten bestempelen. Ze weten vaak niet eens wat
fascisten zijn.
Penthouse: Onder jullie tegenstanders bevindt zich stand-up comedian Raoul Heertje.
Na de beruchte Hitler-uitzending maakte hij in een interview met de Volks-krant
duidelijk dat jullie alleen maar op zoek waren naar effectbejag. Jullie waren
inhoudsloos, zouden niets van Oostenrijk weten. En als je joden, Marokkanen of
welke bevolkingsgroep dan ook beledigt, ben je een racist die eigenlijk helemaal geen
aandacht verdient. Want negatieve aandacht is ook aandacht.
Van de Wint: Het grappige van Heertje is dat hij ons tot aan die gewraakte uitzending
fantastisch vond. Hij haalde ons zelfs eens naar zijn comedyclub, Toomler, waar eerst
naar onze filmpjes werd gekeken. Daarna ging hij ons grappig interviewen. We
kregen de zaal plat. Heertje genoot.
Muntz: Erger nog, hij droeg ons op handen. Onze uitzendingen vond hij het beste wat
hij ooit had gezien. Hij wilde ons zelfs een eigen showtje geven. Maar na dat Hitleritem ging hij 180 graden om. Toen we christenen beledigden, waren we waanzinnig
goed. Maar van de joden moet je afblijven...?
Van de Wint: Die ommezwaai komt omdat Heertje aan zijn joodse identiteit hangt.
Dat leed van de holocaust en andere staaltjes van antisemitisme torst hij
waarschijnlijk overal met zich mee, en dat maakt ongenuanceerd.
Penthouse: Heertje vindt dat een niet-jood geen beledigende grappen over zijn
afkomst of godsdienst kan maken.
Van de Wint: Maar een jood mag wel een christen beledigen...? Wat een flauwekul.
Houd op! Heertje is een bekrompen, zielige lul. Het zou pas eerlijk zijn als hij zou
zeggen: ik vind Muntz en Van de Wint hartstikke leuk, maar die Hitler-aflevering
ging me te ver. Maar nee hoor, hij serveert ons volledig af.
Muntz: Hij mocht vorig jaar voor Zomer-gasten zijn ideale televisieavond
samenstellen. Ik zag saaie televisie, gepresenteerd door een humorloze,
uitdrukkingsloze man. Wij werden die avond dood-gezwegen. Maar ondertussen vult
hij met zijn kritieken op ons een halve Volkskrant-pagina. Dat praten met een dubbele
tong. Walgelijk.
Van de Wint: Dat gezeik over zijn joodse identiteit! Het komt mijn strot uit.
Penthouse: Je vader is joods. Je moeder niet, daarom ben je volgens de joods
orthodoxe wetten geen jood.
Van de Wint: Maar in de ogen van Hitler had ik wel voor vergassing in aanmerking
gekomen. Dat hele instituut jodendom doet me niks. Flauwekul. Laatst las ik het
Joods Journaal. Daarin stond een interview met Vanessa, dat wijf met die achterlijke
lippen, die zich vervolgens in dat blad als een jiddische memme profileert. Die betitelt
zichzelf als typisch joods omdat ze haar hele leven zakelijk is
geweest. Daar wil je toch godverdomme niet bijhoren als weldenkend mens.
Penthouse: Anderen beweren juist dat zo’n Hitler-persiflage, waarin orthodoxe joden
op de vlucht gejaagd worden, niet uit de koker van een weldenkend mens kan komen.
Van de Wint: Dat shot heb ik bewust zo gemonteerd. We liepen heel ontspannen door
de joodse wijk in Wenen.
Muntz: Oude orthodoxe joden legden hun kleindochters uit dat Hitler er inderdaad zo
uitzag als ik. We stoorden die mensen helemaal niet. We zeiden dat we het deden
voor een anti-Haider programma. Daar hadden ze eigenlijk schijt aan. Dat hadden we
ook kunnen uitzenden. Maar we wilden iets anders, we beoogden iets schrijnends, iets
ellendigs op te roepen.
Van de Wint: Plotseling kwamen een paar jochies. Tieners van zeventien jaar met
pijpenkrulletjes. Het was vrijdagavond en op de sabbat mogen ze niet gefilmd
worden. Ze hielden zich keurig aan de regels, dus draaiden ze zich om en liepen weg.
Toen begon het net te stormen – een hoedje waaide af, prachtig beeld. Omdat het zo
ging stormen, begonnen ze te rennen. Ik zeg tegen Rob: “Marcheer nog even in beeld
achter ze aan.” Later heb ik daaronder het geluid van marcherende laarzen gezet: eins,
zwei, eins, zwei. Het lijkt dan net alsof ze voor Hitler op de vlucht slaan. Een
volslagen joke natuurlijk, want Rob lijkt behalve op Hitler vooral op Oliver Hardy in
Tirol. Dat is toch grappig. Dat er vervolgens in Nederland zo extreem wordt
gereageerd, verbaasde ons echt.
Penthouse: Je weet toch dat zulke onderwerpen tot extreme reacties kunnen leiden.
Sterker nog, volgens mij kiezen jullie bewust deze onderwerpen.
Van de Wint: Vergeet niet dat het een anti-Haider-programma was. We hadden een
totaal vernietigend interview met een FPO-politicus. In die ene scène met die
orthodoxe joden en het liedje ‘de laatste trein’ erna werd slechts een grap over de
joodse identiteit gemaakt. Natuurlijk ligt dat gevoelig, maar ruk het dan ook niet zo
uit zijn verband.
Penthouse: Wat vind jij nu precies interessant aan zo’n onderwerp?
Van de Wint: Onder meer dat goed en fout hand in hand gaan. Zowel bij daders als bij
slachtoffers. Dat maakt het leven, hoe gruwelijk ook, fascinerend. Mensen zien de
wereld zoals ze dat zelf willen. Hieruit kan een gevaarlijk soort idealisme ontstaan,
dat omslaat in het opleggen van hun ideaal door middel van een geweer. Het
probleem met dat hele joodse identiteit-gedoe is dat ze daardoor hun traumatische
verleden niet kunnen loslaten. Daardoor zijn ze altijd gefocust op zaken die hun
positie bedreigen en wordt iedereen over een kam geschoren als potentiële antisemiet.
Daardoor ontstaat een opgelegde moraal. Dit wordt gevoed door de goed & foutgedachten van de politiek correcte goegemeente. Zij dwepen met slachtoffers, waar
ook ter wereld, en verklaren ze heilig. Daardoor hopen ze hun eigen schuldgevoel op
te heffen. Die holocaust-kitsch-films die gemaakt worden om het volk uit te leggen
hoe erg het was, vind ik pervers.
Penthouse: Leg uit!
Van de Wint: Mijn vader, nota bene zelf jood, zei: joden die zich dag in dag uit met
hun joodse identiteit voeden, lokken antisemitisme uit. Dat hele joodse gedoe stond
hem zo fucking tegen. Dat vastklampen aan die identiteit. Dat hele
superioriteitsgevoel wat daaraan ontleend wordt. Natuurlijk krijg je daarmee die
stomme Duitse boerenpummels en die Amerikaan-se rednecks op de kast. Daar hoef
je geen psychologie of sociologie voor ge-studeerd te hebben. Niet dat je daarom je
identiteit niet zou mogen uitdragen. Ik huldig toch ook niet het standpunt dat een
vrouw zich niet sexy moet kleden omdat ze er dan zelf om zou vragen. Maar dat ze
alleen met joden willen trouwen om zodoende hun volk, hun ras zuiver te houden,
lijkt me niet gezond meer. Net zoals dat blind opkomen voor Israël, terwijl daar het
hele vredesproces wordt verstoord door idiote, joodse fanatici, met name kolonisten
uit New York die nog nooit in Israël zijn geweest, maar na landing in Tel Aviv direct
naar de bezette gebieden afreizen. Daar een uzi in de hand gedrukt krijgen en
vervolgens vanuit hun veilige nederzettingen op Palestijnen schieten die daar al
generaties lang wonen. Stuur die lui toch terug naar Brooklyn en houd op met die
joodse onzin. Bovendien komen die nieuwe Israëli’s uit alle delen van de wereld, uit
Rusland, Ethiopië. En al die groepen discrimineren elkaar weer. Ook al hebben ze alle
culturen met geniale bijdragen verrijkt in de diaspora, Israël gedraagt zich als land
even schofterig als welk land dan ook. Dat wil trouwens niet zeggen dat de
Palestijnen zuiver zijn. Die lopen nu ook het risico te worden geheiligd door de-zelfde
slachtoffers-gedachtengang. Maar begrijp me niet verkeerd. Wat er met de joden is
gebeurd is van een onbegrijpe-lijke gruwelijkheid en ontneemt mij elke
illlusie van het goede in de mens. Zulke gruweldaden zijn nooit te legitimeren. Het
blijft weerzinwekkend hoe mensen nog steeds worden afgemaakt om hun identiteit.
Mijn enige conclusie is dan ook: word een wereldburger, een mens die zijn identiteit
ontleent aan zijn persoonlijkheid. Niet uit angst, maar uit gezond verstand. Dan kan je
geen slachtoffer worden. Maar ook geen dader. Bovendien zijn we dan ook
verschoond van religie.
Penthouse: Jullie maakten ook een aflevering over Jeruzalem. Dominee Muntz ging
de heilige plaatsen af. Als hij ergens voor diende te betalen en zijn geld werd geteld,
keek hij in de camera met een grijns van: zie je wel, typisch joods. Dat is toch stevig
vooroordeel bevestigend?
Van de Wint: Dat klopt. Politiek correcte programma’s omzeilen vaak doelbewust
vooroordelen. Om niet te kwetsen. Maar dat vinden wij dus idioot. We laten het zien
zoals het is. Jeruzalem is een groot religieus attractiepark waar voor alles betaalt dient
te worden. Verder laten we in diezelfde uitzending zien dat orthodoxe joden in Israël
meer en meer de macht krijgen. Stel je voor dat Marken en Stap-horst het in
Nederland voor het zeggen zouden hebben. Dan zou het hier een vreselijk kloteland
worden. Religieuze folklore mag je wat mij betreft best cultiveren. Maar beperk het
tot een machte-loze dorpsfolklore. We hebben niet de fiducie dat mensen tot die
conclusie komen als ze dat programma zien, maar ik denk wel dat de kijkers zich
beginnen af te vragen wat zich daar werkelijk af-speelt.
Penthouse: Het te zwaar hangen aan een identiteit. Zien jullie dat als basis van
oorlog?
Van de Wint: Uiteindelijk draait alles op de eerste plaats om economische belangen.
Of je nu in Israël, Noord-Ierland, voor-malig Joegoslavië of op de Molukken bent.
Het draait allemaal om geld. Vervolgens doen machthebbers, politici, industriëlen en
religieuze leiders de economische verschillen oplaaien met nationalistische en
religieuze sentimenten. Dat geeft namelijk een identiteit aan datgene wat ze menen te
zijn. En waarom zijn mensen daarvoor gevoelig? Omdat de meesten geen identiteit
hebben! Mensen vinden het vreselijk om helemaal niets te zijn. Ze zijn nog liever
slachtoffer, dan zijn ze tenminste iets. Daarom gaan ze zelfs vrijwillig in programma’s
als De Rijdende Hufter zitten. Die bejaarde vrouw, die hoer en die asielzoeker
werkten alledrie mee, omdat ze dat zélf wilden. Ze wilden niet in bescherming
genomen worden, ze willen juist slachtoffer zijn. Als programmamakers hun leed niet
zielig genoeg vinden en ze hardop afvragen of ze wel geschikt zijn om als gast te
worden uitgenodigd, dan verzinnen ze er wat bij. Want ze willen kost wat kost op de
buis komen. Want dan pas ben je iemand. Dat bizarre wilden we aantonen.
Penthouse: Hoe zien jullie de tragedie van de Nederlandse Molukse gemeenschap?
Van de Wint: Hetzelfde verhaal. Ze bijten zich veel te veel vast in hun identiteit. Laat
dat toch los! Houd toch op over die stomme kut-KNIL. Zij vochten destijds nota bene
mee met de Nederlanders, met de onderdrukkers. De Nederlanders waren daar
hartstikke fout. Daar zou dit land eigenlijk nog voor moeten bloeden. Maar wat doen
die oud-KNIL militairen. Ze gaan er zelfs prat op dat ze destijds zo voor de koningin
hebben gestreden. Dat is het hetzelfde als oud-NSB’ers prat gaan op hun steun aan
nazi-Duitsland. Ze hebben destijds de orde van de Nederlanders
in Nederlands Indië willen herstellen. Dat kan toch niet.
Penthouse: Maar je begrijpt toch wel dat Molukkers terug willen naar de eilanden
waar ze altijd hebben gewoond?
Van de Wint: Ik kan me voorstellen dat je je eigen volk een warm hart toedraagt.
Maar het gaat me te ver om daarvoor je hele leven te vergallen. Door er dag in dag uit
mee bezig te zijn, door je hele identiteit aan de geschiedenis en het lot van je volk op
te hangen. Inmiddels doen veel Moluk-kers alsof ze in Nederland in ballingschap
leven. Man, wees blij dat je lid bent van de derde generatie. Laat het gezonde verstand
zegevieren. Kijk naar de situatie op de Molukken in het Indonesië van vandaag.
Afschuwelijk wat er momenteel ge-beurt. Die fucking islamieten die daar de
christenen afslachten. Wees daarom blij dat je hier in redelijke veiligheid een goed
bestaan kunt opbouwen. Maar waarom zegt niemand dat een keer tegen die lui? Nee,
iedereen voelt mee met hun slachtoffersverhaal. Maar als ze een trein kapen, worden
ze wel allemaal door Nederlandse soldaten neergemaaid. Zo paradoxaal.
Penthouse: Waarom willen jullie het risico riskeren voor fascist, racist of antisemiet
uitgemaakt te worden?
Van de Wint: Omdat je door politiek correct bezig te zijn, het uiten van bestaande en
vaak ook waarachtige gevoelens over bevolkingsgroepen onderdrukt. Daar wordt
niemand beter van. Sterker nog, daardoor neemt de kans op een tweede holocaust
eerder toe dan af. Door zulke ge-voelige dingen juist niet te zeggen, niet te
behandelen, niet te filmen, ontken je het, creëer je onderhuidse frustraties en meer
irritaties waardoor de kans op polarisatie juist toeneemt. Laat het ze openlijk zeggen
en dien ze van repliek. Terwijl we overvoerd worden met politiek correcte
programma’s, worden in de kroeg op de hoek de meest waanzinnige grappen en
verhalen over alle mogelijke bevolkingsgroepen verteld. Gelukkig maar, dat is
de functie van humor. Het leven draaglijk maken. Dat je elkaar belachelijk kunt
maken, dat je ook jezelf kunt relativeren, dat je zelfspot hebt, maar ook een ander
bespot. Zo gaan mensen meer openstaan voor elkaar. Humor is bevrijdend. Joodse
humor staat er bekend om.
Penthouse: Maar jullie humor is beklemmend...
Van de Wint: Toch kan dat bevrijdend werken. De moeder van een joodse vriend van
mij zei: “We hebben het pas echt verwerkt als Hollywood Holocaust on Ice gaat
produceren.” Typisch joodse humor. Beklemmend maar toch bevrijdend.
Penthouse: Waarom reisde dominee Muntz niet tijdens de huidige intifada door de
Westoever en de Gaza-strook?
Muntz: Dat deden we ook. We waren in Hebron, toen zowat een hele wijk door
bulldozers van het Israëlische leger werd platgewalst. We hebben toen gesproken met
slachtoffers en met joodse kolonisten die daar al jarenlang middenin de stad wonen.
Dit tot grote woede van de Palestijnen daar. Maar dat item ligt er nog.
Penthouse: Hoe gaan jullie nu verder?
Van de Wind: Je weet natuurlijk nooit of de verlichting bij de VPRO nog eens
doorbreekt. Maar op deze manier gaan we niet verder.
Muntz: Matthijs van Nieuwkerk zou misschien de nieuwe hoofdredacteur van de
VPRO kunnen worden. Hij zit nu bij AT5 en lijkt daarvan een nieuwe VPRO te
willen maken.
Penthouse: Hoe waren de kijkcijfers van jullie Waskracht-programma’s?
Van de Wint: Honderdduizend kijkers meer dan tijdens een normale uitzending van
Waskracht. De aflevering van de Ame-rikaanse televisiedominees had zelfs het
hoogste kijkcijfer ooit. Ook de herhalingen werden heel goed bekeken. We hebben
Waskracht op de kaart gezet. Als je dat gegeven als munitie in de discussie met de
VPRO-programmaleiders inzet, hoor je ineens dat het daar niet om gaat. Maar komt
het ze uit, dan zijn de kijkcijfers wel belangrijk. Los van onze televisieactiviteiten
zullen we ons meer en meer gaan toeleggen op Internet. Onze website bestaat al,
www.muntzvandewint.com. Hierop kunnen we contact houden met gelijkgestemden.
Muntz: Toch zet de VPRO de televisie-dominee-uitzending op de tentoonstelling
Smaak of Wansmaak, prominent op hun video. Achter Wim T. Schippers, Van
Kooten en De Bie, noem maar op. Als klapstuk nota bene. Maar nu zijn we blijkbaar
ineens de moeite niet meer waard. Dat krijg je als je tegen de schenen schopt van het
nest dat je voedt.
Van de Wint: Terwijl dat juist een functie kan hebben. Het kan heel gezond zijn om
de hele zaak goed op te schudden. Ze moeten ons eigenlijk dankbaar zijn dat we een
knuppel in dat stomme hoenderhok gooien. We vinden het dus ook niet erg dat dat ten
koste van onszelf gaat. We zijn in wezen niet zelfverheerlijkend maar zelfdestructief
bezig. Het risico dat we daarom nooit meer iets zouden kunnen maken, nemen we.
Download