Willibrord Frequin is een watje vergeleken bij hen. Ze kregen Emile Ratelband zo over de rooie dat hij met ze op de vuist ging. De VPRO, (ooit) de meest eigenzinnige omroep in ons bestel, vindt ze te ver gaan. “Wij maken slechts televisie die ontregelt, die de mensen aan het denken zet”, menen de twee programmamakers. Zoals de aflevering van Waskracht waarin Robbie Muntz verkleed als Adolf Hitler door een orthodox-joodse wijk in Wenen marcheert. Een openhartig gesprek met de grootste rebellen in televisieland. Hufterige televisie, shockeren, provoceren, het tv-plebs wakker schudden, daders en slachtoffers ontmaskeren. Het VPRO-programma Waskracht verschafte tot voor kort de geniale hufters Robbie Muntz en Paul-Jan van de Wint daarvoor het ideale podium. Wat drie jaar geleden met een belegering van de woning van Willibrord Frequin begon, resulteerde in twintig af-leveringen. Muntz vóór en Van de Wint áchter de camera. Hun samenwerking leverde zeker niet altijd ethische, maar wel originele en soms zelfs geniale televisie op. Met als kroon op het werk de aflevering waarin Muntz, in de rol van televisie-dominee, corrupte Amerikaanse ‘collega’s’ bezoekt, in een heuse reli-talkshow verschijnt, bid- en geneesevenementen bijwoont en deze genadeloos ontmaskert. Het duo zorgde voor de felste discussies over hun werkwijze door hun reportage in Wenen. Daar marcheerde Muntz, verkleed als Adolf Hitler, met een fles Zyklon B op zijn rug, “Sieg Haider” roepend, over het bordes van het Oostenrijkse parlement en door de orthodox-joodse wijk. Populairder werden ze toen ze de meest irritante Nederlander, Emile Ratelband, dermate tergden dat Mister Tjakkaa met ze op de vuist ging. Iedereen heeft inmiddels wel een mening over het duo. Net zoals dat geschiedde bij vermaarde VPRO-gezichten als Feike Salverda, Wim T. Schippers, Kees van Kooten en Wim de Bie. Het ouderwetse VPRO-zondagavondgevoel herleefde zowaar. Zeker nu zowel publieke als commerciële omroepen de tv-kijkers met irritant politiek correcte of bespottelijke sensatieprogramma’s overspoelen, blijken de producten van Exploitatie TV een verademing. Deze makers volgen tenminste hun innerlijke kompas. Ze doen niet mee aan politieke fake-correctheid, commercie, applausmeters en kijkcijferpolls. Bovendien delen ze niet in de malaise van de VPRO, die de laatste maanden de weg kwijt lijkt te zijn. De Vrijzinnige Protestante Radio Omroep die adverteert met de slogan ‘De VPRO lijkt nergens op’, is niet meer de eigenzinnige, afwijkende omroep in het publieke bestel. En wát dan nog afwijkt van de brave, burgerlijke zendgemachtigden, lijkt inderdaad nergens op. Met als klap op de vuurpijl het half uurtje televisie van zondag 27 mei dat het 75-jarig bestaan van de omroep luister bijzette. Zelfs het meest verstokte VPRO-lid moet zijn afgehaakt op dat stukje veredelde tekst-tv. Tegen een vage, artistiekerig grafische vormgeving rolden eindeloos titels van VPRO-programma’s voorbij. Het hield niet op. Tevergeefs wachtend op interviews met enkele coryfeeën of oude beelden uit het roemrijke verleden, werd de slogan werkelijkheid: de VPRO lijkt nergens op. Van originaliteit en authenticiteit is geen sprake meer. In Waskracht verscheen diezelfde avond een portret van een jongen met een aangeboren spierziekte, die vakanties voor lotgenoten organiseert. Aandoenlijk onderwerp maar het had net zo goed door de VARA, NPS of KRO uitgezonden kunnen worden. Ik smachtte naar een optreden van Muntz en Van de Wint. Zij maken televisie die je naar de strot doet grijpen, die je dwingt tot kijken, die meer om het lijf heeft dan entertainen, informeren of infotainen. Televisie die het publiek provoceert, bruuskeert, maar ook aan het denken zet. “Televisie die ontregelt”, aldus het duo in dit interview, dat ook gaat over het besluit van de VPRO, eind april, om drie scènes te schrappen in De Rijdende Hufter, aflevering 1 van het drie-luik Muntz Actueel. Waarna het duo alle drie de afleveringen, die zouden worden uitgezonden in Waskracht, terugtrokken. Tijdens de ontmoeting, begin mei, balen ze nog zichtbaar van de affaire. Na de storm van kritiek op de Hitler-uitzending vorig jaar, waarbij nota bene een volksgericht in de VPRO-kantine werd opgericht om ze ‘sorry’ te laten zeggen – Van de Wint: “Wat we natuurlijk niet deden!” –, stapte hoofdredacteur Hans Maarten van den Brink op en werd hij vervangen door Danielle Lunenborg. Elk detail van hun toekomstige werk diende met de VPRO-leiding besproken te worden. Daarom vinden ze het zo stuitend dat de aflevering van De Rijdende Hufter toch nog te ver bleek te gaan. Alles was immers besproken! Juridisch, ethisch, politiek en budgettair, tot op het bot doorgelicht. Bij het bekijken van de gewraakte stukken – op video aangeleverd door het duo zelf, de VPRO kon zonder argumentatie de fragmenten niet verstrekken – valt op dat ze de kwaliteit van het inspiratieloze gefröbel waarmee de laatste afleveringen van Waskracht worden gemaakt, veruit overstijgt. Tegelijkertijd vraag je je af waarom de VPRO-leiding zich zo druk maakte, want de fragmenten zijn allerminst shockerend. Oké, de treurigheid en ranzigheid van de gesprekken van Muntz met de bejaarde vrouw die meent dat haar vader dertig jaar geleden is vermoord, de prostituee die geen hypotheek kan krijgen en de asielzoeker die diep in de schulden zit, druipt van het scherm. En de manier waarop Muntz ten slotte de bejaarde vrouw in zijn camper bij een gesloten politiebureau vertwijfeld achterlaat met de woorden: “Zo, de Rijdende Hufter heeft weer een zaak opgelost”, is behoorlijk onbeschoft. Hoe hij met een dildo en de gedupeerde prostituee in zijn kielzog een bankdirecteur achterna zit – “Ik ben de Rijdende Hufter, dit is een prostituee en ik wil nu een hypotheek!” –, is stuitend. En de asielzoeker die hij een pistool aanbiedt met de woorden – “Zet u ’m eens tegen uw hoofd. Om te weten hoe het voelt” –, getuigt van een hufterige smaak. Het programmaonderdeel heet dan ook De Rijdende Hufter. Maar los daarvan, de fragmenten shockeren niet echt. Ikzelf zag het met een cynische grijns aan. Het besluit van de VPRO roept dan ook verbazing op. Zelfs moraalridders Barend & Van Dorp vonden het maar wat flauw van de VPRO. Het besluit is voer voor complotdenkers. Zouden de VPRO-bonzen bewust een ethisch reveil hebben afgekondigd waarin ze het lozen van het duo konden verantwoorden? Een theorie waarin Muntz en Van de Wint zich aardig blijken te kunnen vinden. Van de Wint: Aflevering twee was de grote interprovinciale Oranjequiz die op Koninginnedag had moeten worden uitgezonden. Actueler kan niet. We hadden koningsgezinde kandidaten uitgenodigd, die antwoord moesten geven op vragen als: ‘Hoe heette het negerslaafje dat Prins Bernard voor zijn verjaardag van zijn vader kreeg, toen deze na een lange reis uit Afrika terugkwam?’ Hoezeer het hele gebeuren de deelnemers ook tegenstond, toch riepen zij om het hardst het juiste antwoord. Namelijk: Toto. Hun wil om te winnen was groter dan hun walging over de vragen. Achteraf kwamen er enkele boze brieven, ook van kandidaten die vonden dat ze niet genoeg aan bod waren geweest. De VPRO vond dat die mensen dan ook niet in beeld mochten. Kortom: geen steun voor het programma maar kiezen voor fatsoen, terwijl het onderuithalen van de begrippen quiz, kandidaten en het Koningshuis juist de insteek van het programma was, met instemming vooraf van de VPRO. Deel drie was de Islam Actueel. We weten allemaal hoe actueel dat later geworden is. We hadden Imam El Moumni al op de lijst staan, voordat hij in het nieuws kwam met zijn uitspraak over homo’s. Dat imams zo over homo’s denken, is echter allang bekend. Dus onze vragen zouden zich niet zozeer toespitsen op de vraag hoe hij over homofielen denkt, maar meer over wat je er mee moet doen. Welke straf staat er volgens de islamitische wetgeving op het praktiseren van homofilie. Penthouse: En? Van de Wint: Dood door steniging! Mijn vrouw komt uit Iran, en via via ben ik in het bezit gekomen van een video waarop zo’n steniging staat. Die wilde ik de imam laten zien en hem vervolgens in detail laten uitleggen hoe groot de stenen dienen te zijn die je hiervoor moet gebruiken en van welke afstand je ze moet gooien. De islam is namelijk een heel praktisch geloof. Alles wordt tot in de puntjes uit-gelegd en er wordt niets ontkend. Hiervan zou de politiek correcte goegemeente, die onlangs massaal over de uitspraken van die arme imam heenviel, natuurlijk in de war zijn geraakt. Als wij de aflevering hadden uitgezonden, was men waarschijnlijk meer verontwaardigd geweest over hoe wij zo’n arme imam, die een minderheid vertegenwoordigt, hadden aangepakt dan de uitspraken van de imam zelf. Dat wordt alleen gepikt als je het brengt met de valse integriteit van NOVA. Penthouse: Wat is nu in essentie het probleem dat de VPRO met jullie producties heeft? Van de Wint: Dat we opereren in de werkelijkheid. De mensen die we benaderen, bestaan echt, ze zijn echt hoer, asielzoeker, bankdirecteur, televisiedominee en heten echt Emile Ratelband. Arjan Eder-veen speelt de schaamtevolle situaties van mensenlevens na. Keurig theater levert dat op. Peter van Ingen (groepsredacteur informatieve programma’s VPRO), journalist nota bene, vroeg ons ook letterlijk: “Waarom huur je niet een typetje in?” In de tuin van zijn woning annex werk-ruimte in Zaandam vertelt Muntz welke lering hij heeft getrokken uit deze affaire. Muntz: Ik werkte enkele jaren als productiemedewerker bij Joop van den Ende en als redacteur bij Catherine Keyl. Ik weet nu dat er twee televisiedictaturen bestaan: die van de commercie en die van de politieke correctheid. De een bepaalt de wijze waarop je moet werken. De ander wat jij politiek correct dient te vinden. Maar beide buiten je uit en transformeren je tot slaaf. Er is één oplossing: je eigen productiemaatschappij beginnen, en uiteindelijk zelfs je eigen zender. Via Internet zou dat in de nabije toekomst kunnen. Penthouse: Dat klinkt wel erg absoluut. Van de Wint: Het is de enige mogelijkheid. Met wie we ook praten, we moeten altijd concessies doen. En daar doen we niet meer aan mee. Willen wij nog televisie maken in de toekomst, dan moet er aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan: 1) maken wat we willen, 2) werken met wie we willen, 3) genoeg geld. Muntz: We spraken met Kees Gerritsen van Yorin. We wilden namelijk infiltreren in de Ku Klux Klan. Ik zou mijn arische identiteit herontdekken en bij hen in de leer gaan. Er bestaan voorlichtingsvideo’s van de KKK waar vraagstukken aan de orde komen zoals: hoe moet je handelen als je dubbelloopsgeweer hapert en er een neger voor je staat? Hoe bind je een neger achter je pickup truck? Er is ook een video waarop tijdens het in brand steken van zo’n groot houten kruis een gemaskerd KKK-lid per ongeluk zelf vlam vat. Dat hadden we dan zo willen monteren dat iedereen dacht dat ik dat zou zijn. Kortom: een leuk, gevarieerd programma voor het hele gezin. Uitermate geschikt voor Yorin. Maar Gerritsen had het gevoel dat de adverteerders dat onderwerp niet wilden. Van de Wint bracht nog in dat ze dan Amnesty International als adverteerder konden nemen. Verder dacht Gerritsen dat zijn doelgroep niet op de hoogte was van de KKK. Van de Wint: Dat laatste verbaasde ons vooral. Dat ze hun doelgroep zo onderschatten. Bovendien is het heel raar dat ze niet vanuit hun eigen gevoel denken, maar ervan uitgaan dat de kijkers totaal andere mensen zijn dan zijzelf. En dat die geen kennis hebben over dingen die ze zelf wel hebben. Volgens ons ondergraaf je je bestaansrecht als je teveel rekening houdt met een denkbeeldige groep mensen. Op die manier houd je geen origineel programma meer over. Penthouse: Dankzij die hele affaire hebben jullie ontzettend veel publiciteit. Hoeveel willen jullie bij een nieuwe werkgever verdienen? Muntz: Zes ton per jaar, per persoon. Plus 1,2 miljoen gulden productiekosten voor dertien afleveringen, dan kunnen we ook eens in een normaal hotel logeren als we in het buitenland zijn. In totaal dus 2,4 miljoen per jaar. Dan vind ik het de moeite waard om voor de commerciëlen te werken. Theo van Gogh krijgt dat ook. Penthouse: Is dat niet rijkelijk veel? Zeker als je bij de VPRO amper het minimumloonniveau bent overstegen. Muntz: Dat is niet veel, zeker als je ziet welke bedragen ze ervoor terugkrijgen. Een zender verdient met zo’n programma op jaarbasis al snel zes miljoen aan reclameinkomsten. Ook al maken we een hoop stront, als daar een miljoen mensen naar kijken, de adverteerders in de rij staan en het geld binnen-stroomt, dan vinden zij het prachtig. Muntz neemt zijn zoontje op schoot. Zijn vrouw klust in de tuin. In het echt is Muntz van het type huisje-boompje-beestje. Hij is minder groot, minder aanwezig dan op tv. Hij heeft iets berustends, iets stugs. Paul-Jan van de Wint breekt Muntz vaak botweg af, iets wat haaks staat op Muntz’ personages voor de camera. Dan breekt hij anderen juist bruut af. Maar televisie is nep, het is een theater dat in leugenachtigheid en valsheid alsmaar toeneemt en de beschaving bedreigt. Een conclusie waarin het duo zich kan vinden. Van de Wint: Televisie is een hufterig, gevaarlijk medium. Zoals het vandaag vaak wordt gemaakt, is het totale manipu-latie en egotripperij. Degene die in beeld is, is meestal een exhibitionist. Die ge-bruikt de onderwerpen en de mensen die voor de camera worden gesleept om zich-zelf te profileren. Willibrord Frequin en Pieter Storms zijn daar bijna een parodie op. Penthouse: Maar programma’s als Net-werk en Zembla worden toch netjes ge-maakt? Van de Wint: Verre van. Ze worden uit bij elkaar geraapt materiaal in elkaar ge-flanst. Daarover wordt een bekende voice-over gemonteerd. Vervolgens zien we een bekend en vertrouwen opwekkend hoofd dat met een keurige, politiek correcte mening of conclusie de beelden zogenaamd objectief onderbouwt. Zulke programma’s staan te boek als integer en waarheidsgetrouw. Terwijl tv-journalisten de werkelijkheid voortdurend manipuleren, het helemaal toesnijden op hun imago, hun verhaal, hun programma. Penthouse: Hoe zit dat met Paul Witte-man? Muntz: Witteman kan een gesprek leiden en een vergadering voorzitten. Van de Wint: Maar wat hij hoofdzakelijk verkoopt, is zijn imago van de zorgzame, intelligente, welbespraakte journalist met een correcte VARA-mening. Je weet bij voorbaat wat je krijgt. Hij schiet nooit uit zijn, let wel, rol. Ieder normaal mens zou daarvan de zenuwen krijgen. Stel je eens voor, elke dag opnieuw de rol van die keurige Paul Witteman spelen. Hetzelfde geldt voor Sonja Barend, Karel van de Graaf, Fons de Poel, Catherine Keyl, noem maar op. Zielige mensen, eigenlijk. Die bang zijn voor het moment dat het publiek ze uitkotst. Ze zijn vaak ook geworden wat ze op tv uitbeelden. Muntz: Op den duur wórd je je rol. Televisie beïnvloedt ons gedrag. Ook Nederlanders gaan zich, net als Ameri-kanen, meer gedragen als hun favoriete acteurs in een blijspel, soap of talkshow. Van de Wint: Kijk naar het gedrag van de ‘gewone man’ als hij op straat wordt gefilmd. Hij gaat direct acteren. Iedereen heeft door het jarenlang, dag in dag uit, volgen van soaps, quizzen en talkshows een soort van mediatraining achter de rug. Nooit opgevallen dat de gasten van die programma’s allemaal ‘leuk afwisselend werk’ hebben? Muntz: Nota bene een voorwaarde van de redactie om in Catherine te verschijnen. Elke gast werd ingefluisterd dat hij leuk en afwisselend werk diende te hebben. Daar gaven ze gehoor aan, want ze doen alles om op de buis te komen. Van de Wint: Maar in de praktijk bestaat tachtig procent van de be-roepen uit vervelend werk. Er zijn maar heel weinig jobs waarin je jezelf kunt ontplooien. Van de Wint handelde vroeger in auto’s en leren kleding, werkte in garages en op de visafslag. Muntz zat in de snijmachines en weegschalen, runde drie radiopiraten en kluste er op familiecampings als hypnotiseur bij. “Ik was er eerder bij dan Rostelli”, blikt hij terug. “Tot op de dag van vandaag vult die zijn zakken met dezelfde truc. Ik had na twee jaar genoeg van die dikke wijven die maar één ding willen: afvallen. Hypnose werkt slechts voor een tijdje. Na een half jaar zag ik ze weer als vetgemeste varkens over straat banjeren.” Penthouse: Ik neem aan dat jullie ook in het onderwijs moeilijk je plek konden vinden. Van de Wint: In totaal heb ik op drie middelbare scholen gezeten, wat ik afsloot met een atheneum-diploma. Om me audiovisueel te scholen, heb ik drie academies bezocht: twee maanden Rietveld academie, twee jaar Rijksacademie en de Hogeschool in Utrecht. Daar had ik de deal dat ik in één jaar kon afstuderen. Dat kwam het instituut ook beter uit: des te meer er afstudeerden, des te meer subsidie het ving. Ik kon de apparatuur gebruiken en maakte allerlei filmpjes, interviews en documentaires. Ik had altijd iets met film. Ik ben een kijker; ik houd niet van optreden, van lollig doen in het openbaar. Ik wil kijken, beschouwen, analyseren. Penthouse: En hoe was jouw onderwijsverleden? Muntz: Vier, vijf middelbare scholen. Overal ben ik ervan afgetrapt. Negen jaar lang hopte ik van school naar school. Van atheneum naar havo naar mavo en weer terug. Ik had overal wel een vriendje, een geestverwant, met wie ik de klas fuckte. Ik deed wat in me opkwam. Maar altijd met het doel zo’n instituut onderuit te halen en leraren in hun macht aan te tasten. Ik vond school, hoewel ik totaal niet in dat systeem paste, dan ook best leuk. Ik had er publiek, mijn drang tot exhibitionisme kwam er tot zijn recht. Van de Wint: Het is jammer als je voortdurend voelt dat je je moet aanpassen. Het was niet zozeer een kwestie van niet willen, meer van niet kunnen. Tegelijkertijd ontdek je dat die eigenheid tevens je kracht is. Door altijd te doen wat me goed dunkte, werd ik sterk. Ik deed nooit wat met drugs of drank, zat nooit in de bak. Ik had alles in de hand, omdat ik altijd mijn eigen verantwoordelijkheid nam. Problemen creëer je pas als je je aanpast, als je liegt tegen jezelf. Als je je conformeert. Dat doe ik ook niet in mijn werk. Ik bedenk het onderwerp, de vragen, het camerawerk en de montage. Vanwege mijn aanpassingsproblemen zat ik al heel snel op het spoor van: ik doe alles zelf. Penthouse: Voelde je je thuis in de alternatieve scene, tussen de krakers bijvoorbeeld? Van de Wint: Houd op! In ’83 woonde ik een tijd in Tetterode, een van de grootste en laatste krakersbolwerken in Amster-dam. Al die kraakpanden hadden een overkoepelend regime dat besloot waar de bewoners aan moesten voldoen. Behalve het krijgen van een slaaphol had ik een broertje dood aan al die lui met hun achterlijke gedoe. Het regime binnen was erger dan dat het erbuiten ooit kon worden. Op een gegeven moment konden alleen lesbiennes met blokhoofdkapsel en tuinbroek op woonruimte rekenen. Zo ging het er daar aan toe. De leiders van deze ‘tweede Rode Khmer’ hadden kamers met de omvang van een voetbalveld en bepaalden waar en hoe de nieuwe bewoners moesten leven. In de regel trouwens meestal vrienden, kennissen of familieleden van het regime. Ze moesten blij zijn met een kamertje, vaak net iets groter dan een aquarium. Die lui konden mij niet plaatsen. Na een vergadering hadden ze besloten dat ik eruit moest. Ze versperden met z’n allen de deur voor mijn kamertje toen ik naar binnen wou. Ik duwde ze lachend opzij en stapte naar binnen. Dat ontregelde ze compleet, ze wisten helemaal niet hoe ze me moesten aanpakken. Die mythe rond die kraakbeweging, rond een beweging überhaupt. Wereldjes! Ik lach erom. Muntz: Elk wereldje is kut. Of je nou in de bloembollen, de glashandel, de sex of de journalistiek zit. Het is allemaal even vervelend of dom. Neem Catherine Keyl met haar talkshow. Zo dom! Ik woonde op de Zeedijk, toen ik solliciteerde. Ik weet zeker dat ik vooral daarom werd aangenomen. Helemaal toen ik zei dat ik programma’s over junks en hoeren wilde maken. Dat konden ze goed gebruiken. Ik kreeg alle vrijheid. De enige voorwaarden waren: Catherine presenteerde het en het mocht niet schofterig zijn. Ik had het best naar mijn zin. Ik koos het onderwerp, de gasten, schreef de vragen, het intro. Elke twee weken schreef ik een complete Catherine. In anderhalf jaar tijd zo’n veertig programma’s. Met onderwerpen die ik leuk vond, zoals Nederlandse vrouwen die moslim zijn geworden en ook nog eens met een moslim getrouwd waren. Uit mijn vooronderzoek bleek dat alle vooroordelen waar waren. Dat die vrouwen daadwerkelijk werden mishandeld en verkracht. Heel treurig allemaal. Mijn laatste programma ging over mensen die vermist waren. Daarin verscheen een kerel die zei dat hij zich al jarenlang als vermist ophield, maar later de boel bedonderd bleek te hebben. Hij vertelde me dat hij het deed om Catherine Keyl te fucken. Dat vond ik een grappige invalshoek. Maar Keyl was in alle staten. Ze riep dat haar journalistieke geloofwaardigheid was aangetast. Uiteindelijk moest ik verdwijnen van de vrouw die zo graag als journalist te boek staat. Alleen al dat woord: journalist, brrr. Dat dwepen met integriteit en objectiviteit. Houd op met dat hypocriete gedoe! Het gaat, zeker bij Catherine, gewoon om de kijkcijfers en om de populariteit bij de reclamebureaus. De timing van mijn ontslag was trouwens perfect. Ik was daar klaar. Ik werk nooit ergens langer dan twee jaar. Dan is het op. Bij mij of bij hun. Dan sta je voor de keuze: blijf je zitten en pas je je aan, of donder je op? Als ik zelf niet opflikker, dan flikkeren ze me eruit. Alleen bij de VPRO duurde het drie jaar. Maar daarvan zijn we dan ook een jaar lang geschorst geweest. Penthouse: Laten we ons even focussen op Van de Wint. Uit wat voor gezin kom je? Muntz: Uit een zigeunergezin! Van de Wint: Nee, erger nog: ik stam af van onaangepaste anarchisten, hahaha. Mijn moeder was een van de eerste on-gehuwde moeders. Ze had schijt aan alle maatschappelijke conventies. Mijn tantes, ooms en grootouders hadden dat ook. Ze gingen allen hun eigen gang. Mijn moeder ging in haar jeugd niet of nauwelijks naar school, ze deed alles zoveel mogelijk zelf. Ze las alles wat los en vast zat. Vanaf haar achttiende reisde ze door Europa. Onder meer als model. Haar broer was modeontwerper; hij introduceerde haar in die wereld. Op haar achtentwintigste ontmoette ze mijn vader. Een Ame-rikaan, of beter een joodse Rus die naar Amerika was geëmigreerd. Hun verhouding duurde vier maanden. Zowel mijn moeder als mijn vader hadden geen zin zich te binden. Mijn moeder hoopte wel dat ze contact zouden houden, voor mij. Maar dat is nooit gebeurd. Op mijn drieëndertigste ontmoette ik mijn vader. Ik vond hem in Oregon. Ik leek erg op hem. Hij maakte ook televisie en films. Ik zocht hem later verschillende malen op. Drie jaar na ons eerste contact overleed hij. Dat ik hem nog gekend heb, was een vreemde gewaarwording. Ik was namelijk altijd in de veronderstelling dat ik ‘my own man’ was. Ik verschilde qua karakter nog-al van mijn moeder en haar familie. Alles wat ik deed, had ik zelf bedacht en opgebouwd. Maar verdomd, ik ontmoet een man die precies hetzelfde deed als ik. Had ik hem eerder ontmoet, dan was het in mijn werk misschien allemaal wat vlotter gegaan. Ineens besefte ik dat je niet meer dan een speelbal van je genen bent. Je bent zoals je bent en er is weinig aan te doen. Iedereen zit opgesloten in zijn eigen fucking gevangenis en dat is het gevecht van je leven. Muntz: Ik kom uit een braaf katholiek gezin. Mijn vader was reclamedirecteur bij Centraal Beheer. De spreuk ‘Even Apel-doorn bellen’ komt van hem. Mijn ouders waren keurig maar niet conservatief-burgerlijk. En zeker niet streng, ik kon doen wat ik wilde. Toen ik dat vervolgens ook deed, schrokken ze daar toch wel van, denk ik. We woonden in Zaandam. Toen Centraal Beheer naar Apeldoorn verhuisde, kwamen wij in Nunspeet terecht. Daar kreeg ik direct gezeik. Op de voetbalclub zagen ze me als een ‘stadse’. Ik weet zeker dat ik daarom niet in de B1 mocht spelen. De boerenpummels wier vaders in het bestuur van VV Nunspeet zaten, waren wel geselecteerd. Terwijl ik beter was. Nu ik zo terugblik, schoot vanaf dat moment dat onaangepaste gedrag wortel. Ik trok dat door naar school. Ik kon aardig leren, maar die leraren, dat gedoe... Penthouse: Wanneer ontmoetten jullie elkaar? Van de Wint: Tien jaar geleden. Via een wederzijdse vriend. Ik werkte toen al bij de VPRO. Ik deed camerawerk en maakte items voor TV Nomaden en Veldpost. Muntz werkte toen als productieassistent bij Van den Ende. Wat ons bond was vooral onze sardonische humor, recalcitrantie en onaangepastheid. Muntz: Ik zocht altijd een bondgenoot. Maar als ik die gevonden had, wilde hij vaak niet wat ik wilde. Had ik iets van: bekijk het maar, dan doe ik het wel alleen. Maar met Paul-Jan klikte het meteen. Van de Wint: Alleen ben jij wel een laffe bondgenoot. Als er bloed vloeit, ben je weg. Zoals met Ratelband. Toen die begon te meppen, sprintte jij weg. Toen werd ik het doelwit. Hij bleef maar slaan. Tot bloedens toe. Je had me toch wel een handje kunnen helpen...? [Muntz zwijgt] Penthouse: Wat is jullie favoriete film? Van de Wint: C’est Arrivee Pres de Chez Vous, een Belgische film. Daarin wordt een seriemoordenaar gevolgd door een filmploeg. Uiteindelijk worden de filmers steeds meer medeplichtig: de crew doet actief mee aan een verkrachting, de geluidsman wordt neergeschoten... Een goede, humoristische film. Je blijft lachen totdat je met een mokerslag weer met beide benen op de grond beland. Dat-zelfde beoog ik met mijn eigen programma’s. Muntz: Scarface is mijn favoriete film. Van de Wint: In mijn programma’s kan ik mijn ideeën en gevoelens kwijt. Gelukkig heb ik daar een talent voor, anders was ik misschien vanaf het dak op mensen gaan schieten. Ooit heb ik terrorisme overwogen. Uit een vervaarlijke mix van gedrevenheid en woede kan ik me voorstellen dat mensen terrorist worden. Maar ik bedacht me snel. Ik zou de laatste zijn die mijn leven wil wijden aan het verbeteren van de wereld, dat ik anderen met geweld mijn wereldbeeld ga opleggen. Ik bedoel, dat gun ik de anderen niet. Penthouse: Maar waarom juist televisie? Een medium dat in jullie ogen bestierd wordt door hoofdzakelijk zieke geesten? Van de Wint: Omdat het een makkelijk en vooral snel medium is. Je hebt een idee, werkt het uit en een week later wordt het uitgezonden. Iedereen ziet het en het is ook meteen weer weg. We maken onze programma’s zoveel mogelijk zelf. Buiten dat Muntz in beeld is, doet hij productie, research, redactie, noem maar op. En ik doe camera, regie, montage. Alle onderwerpen verzinnen we zelf. Gijs, mijn neef, doet het geluid en de website. Penthouse: Na afloop van Waskracht zie je bij de aftiteling anders een hele waslijst met namen van medewerkers. Van de Wind: We hebben een broertje dood aan credits. Op de aftiteling van Waskracht staan altijd de eindredacteur en de producers. Maar die lui doen niks. Muntz: Die zitten daar gewoon te zitten. Als je je onkostenbonnetjes inlevert, zorgen zij dat ze vergoed worden. Daarmee houdt hun productiewerk op. Van de Wint: Ik houd alles in eigen hand. Ik zit naast een vertaler van het NOB omdat ik het zo vertaald wil hebben en niet zo. Als ik aan de online zit, voert de editor precies uit wat ik wil. En ik wil het tot op de las nauwkeurig. Penthouse: De magie van jullie programma is Muntz’ brutale uitstraling. Zijn handelsmerk is het omarmen van zijn ‘slachtoffers’ om gezellig samen de camera in te kijken. Verder straalt de hufterigheid ervan af als Muntz tijdens de interviews de geïnterviewde niet aankijkt, maar provocerend de camera aanstaart. Van de Wint: Haha. Zijn uitstraling is dan inderdaad immens. Muntz: Maar dat komt dan doordat jij tegen me praat. We staan namelijk via een gehoorapparaatje met elkaar in verbinding. Ik kijk Paul-Jan vaak volledig onthand aan. Meestal weet ik niet wat ik moet vragen. Zeker niet in Wenen met de Hitleruitzending. Ik spreek amper Duits, laat staan dat ik het begrijp. Als die Oostenrijkers waren uitgepraat, wachtte ik eerst Paul-Jan’s vertaling af. Van de Wint: Door dat ‘oortje’ kan ik continu met hem lullen. Ik reageer op een antwoord, geef vragen door. Daardoor is zijn gedrag zo onvoorspelbaar. Is hij werkelijk in die persoon geïnteresseerd? Of neemt hij hem in de maling? Wat gooit hij er zelf in, wat gooit hij er via mij uit? Door die wisselwerking krijgt het iets heel ontregelends. Van te voren nemen we alles door, zijn uiterlijk, zijn gedrag, de vragen, de verhaallijn. Maar omdat we opereren in de realiteit van alle dag, moeten we snel kunnen anticiperen, inspelen op mooie momenten die zich altijd wel voordoen. Vandaar ook dat ‘oortje’. Ik heb het overzicht, heb afstand. Ik geef hem impulsen. In de montage wordt het vervolgens weer zo gemanipuleerd dat het mijn richting opgaat. Monteren is het ultieme manipulatiemiddel. Dat onderstreept de macht van televisie. Penthouse: Jullie hebben de oorlog verklaart aan politieke correctheid. Waarom? Van de Wint: Een fascist staat natuurlijk niet voor hetzelfde als iemand die politiek correct is, maar beiden hebben gemeen dat ze mensen uitsluiten, dat ze dogmatische regels opleggen. Politiek correcten sluiten mensen uit die geen correcte mening of levenshouding hebben. Alleen hun regels staan nergens opgeschreven; het zijn ongeschreven wetten. Mensen moeten zich in deze tijd meer en meer onderwerpen aan regels die door anderen zijn opgesteld. Denk aan de dwingende bureaucratie van grote bedrijven en de ambtenarij. Een goed voorbeeld daarvan vormt de MKZ-crisis. In die hele discussie ging het altijd om ruimen of inenten. Niemand sprak over de derde optie, het laten uitzieken. Los van het feit of uitzieken nog had gekund, het is tekenend dat het in de media zelfs geen punt van discussie was. Het gros hobbelde braaf achter de beslissingen van de overheid aan. In het bejubelde poldermodel is steeds minder ruimte voor tegendraadsheid, voor radicale kritiek. Tegelijkertijd hebben, misschien juist door dat politiek correcte gedoe, fundamentalistische moslims een podium verworven. Zeer paradoxaal. Hun denkbeelden zijn namelijk nog rechtser dan die van de RPF. Door de zogenaamde linkse tolerantie en politiek correcte dictatuur kun je zelfs geen grapje meer over ze maken. Terwijl imams wel een toneelstuk kunnen verbieden dat al eeuwenlang word opgevoerd. Hier en daar lees je er een kritisch krantenstukje over, maar niemand die zich er werkelijk druk over maakt. Een film over Ajax wordt in Rotterdam bij voorbaat niet vertoond. Rotterdam is Feyenoord, dus roept zo’n vertoning agressie op en iedereen legt zich bij die beslissing neer. Alles wordt ingekapseld en geïnstitutionaliseerd: de studentenbeweging, Groen Links, Vrij Nederland – ooit een instituut voor goede onderzoeksjournalistiek – en de VPRO. Er is geen revolutionair elan, geen echte gedrevenheid. De wereld staat in brand. Maar hier in Nederland zit iedereen nog lekker, alles is geregeld, huisje gekocht, tweede hypotheekje erbij, leuk op vakantie en welterusten. Penthouse: Hoe gaat de inkapseling bij de VPRO te werk? Van de Wint: Heel correct en beschaafd. Neem Peter Schrurs. Die vormt de VPRO om tot een jaren vijftig-bolwerk met een soort EO-mentaliteit. Peter is buitengewoon vriendelijk, correct en fatsoenlijk. Maar daardoor ziet niemand het gevaar. Want ondertussen wordt alles gladgestreken en worden steeds meer neuzen dezelfde kant op gemanipuleerd. De VPRO wil alleen maar mooie programma’s maken. Geen ellende, geen erupties van narigheid. Uit de pas lopen, zoals wij dat deden, is er niet meer bij. Muntz: Wat ze willen is kindertelevisie voor volwassenen. Dat onze programma’s, die tot voor drie dagen van de uitzending waren goedgekeurd, toch niet uitgezonden worden, bewijst dat er iets aan de hand is. Van de Wint: Binnen die VPRO is er niemand die dit aangrijpt om de macht over te nemen. Zoals ze in de jaren zestig de dominees eruit hebben geflikkerd, zouden ze nu die fatsoensstakkers eruit moeten flikkeren. Ik word er ontzettend recalcitrant van. Penthouse: Hoe is de groepsredacteur informatieve programma’s van de VPRO, Peter van Ingen? Van de Wint: Peter van Ingen is een aalgladde rat, een intrigant en een gluiperd die ten onder gaat aan zijn eigen ambities. Aan de ene kant droeg hij ons een warm hart toe. Want hij smulde van de dingen die we oprakelden. Hij maakte graag deel uit van ons succes. Hij wilde er ook greep op hebben. Toen dat niet lukte, liet hij ons als een baksteen vallen. Het is allemaal het gevolg van de petten die hij draagt. Als groepsredacteur is hij ook de bewaker van de moraal en de ethiek van de VPRO. Zonder te weten wat dat precies inhoudt. Doordat hij zichzelf in zo’n onmogelijke positie heeft gemanoeuvreerd, kan hij alleen nog maar de lul spelen. Hij gaf ons voortdurend aan wat ethisch, juridisch, budgettair en politiek mogelijk was. Daartussen moesten wij gaan schipperen. Dat lukte ons nog ook. Maar uiteindelijk nam hij toch maar mooi de beslissing om via de hoofdredactie drie scènes te schrappen. Dat is natuurlijk onmogelijk. En waarom doet hij dat? Omdat Peter van Ingen geen verantwoordelijkheid kan dragen, niet zijn nek durft uit te steken en ook een gevangene is van het politiek correcte imago van de VPRO waarvoor hij het vuile werk opknapt. Muntz: Iedereen kenmerkt zich door een hypocriete houding. Zowat alle collega’s zijn het met ons eens. Iedereen vindt het ‘erg jammer’. Maar eenmaal omgedraaid, gaan ze gewoon verder met hun leventje. Van de Wint: Dat berustende, die apathie. Want ondertussen zijn ook zij ongelukkig. Ze kankeren stuk voor stuk op hun positie. Ze zijn allemaal bang voor hun baantje en hun programmaatje. De oudere garde zit zijn tijd uit en de jongere garde heeft geen benul van wat de VPRO in potentie zou kunnen zijn. De jongeren worden bovendien klein gehouden met jaarcontractjes. Die lui kijken wel uit om hun nek uit te steken. Penthouse: Heavy! Muntz: Het is de realiteit. Misschien dat Internet daar over twee jaar verandering in kan brengen. Zoals je vroeger die radio-piraterij had. Maar dat moet je nog maar afwachten. Van de Wint: Mensen hebben te weinig door wat er gebeurt. Wat wij deden, kon tot voor kort alleen bij de VPRO. We hebben de afleveringen van de Amerikaanse televsiedominees aan Comedy Channel aangeboden. Maar zulke programma’s kunnen in Amerika echt niet. Juridisch en ethisch roept dat te veel problemen op. Penthouse: Maar daar heb je een radiomaker als Howard Stern. Die heeft als het ware het provoceren uitgevonden? Muntz: Als ik in Amerika ben, luister ik veel naar zijn programma. Het steekt goed in elkaar, maar het is gevaarloos. Hij zegt af en toe vieze woorden. Hij is grof in de stijl van zijn Nederlandse volgelingen, zoals Paul Evers. Stern zeikt mensen af, daagt mensen uit om grappen te maken over joden, racisme, Ku Klux Klan. Maar het is shockeren om te shockeren. Zoals ook Eddy Zoey dat doet. Ook in België en in Duitsland kunnen we niet terecht. De VPRO heeft wereldwijd de naam en faam een vrijplaats voor dergelijke programma’s te zijn. Dat is dus nu voorbij. Waar nog ruimte voor is, is commercieel extremisme. Wat de commerciële televisiestations meer en meer doen, is puur laten zien wat voor sensatie er allemaal op de wereld bestaat. Zonder enige vorm van kritiek, zonder enige vorm van humor, zonder iets onderuit te halen. Penthouse: Maar jullie maken misselijke, fascistische humor. Zoals die opmerking dat er zoveel agressie in het Midden Oosten is omdat zowel joden als Arabie-ren besneden zijn. Omdat ze geen voorhuid meer hebben, zouden ze zo gewelddadig zijn. Van de Wint: [boos] Als je daar al aanstoot aan neemt en meteen met zware woorden als fascist gaat zwaaien, dan zit je in een heel zielig tunneltje. De mensen weten van gekkigheid niet hoe ze ons moeten bestempelen. Ze weten vaak niet eens wat fascisten zijn. Penthouse: Onder jullie tegenstanders bevindt zich stand-up comedian Raoul Heertje. Na de beruchte Hitler-uitzending maakte hij in een interview met de Volks-krant duidelijk dat jullie alleen maar op zoek waren naar effectbejag. Jullie waren inhoudsloos, zouden niets van Oostenrijk weten. En als je joden, Marokkanen of welke bevolkingsgroep dan ook beledigt, ben je een racist die eigenlijk helemaal geen aandacht verdient. Want negatieve aandacht is ook aandacht. Van de Wint: Het grappige van Heertje is dat hij ons tot aan die gewraakte uitzending fantastisch vond. Hij haalde ons zelfs eens naar zijn comedyclub, Toomler, waar eerst naar onze filmpjes werd gekeken. Daarna ging hij ons grappig interviewen. We kregen de zaal plat. Heertje genoot. Muntz: Erger nog, hij droeg ons op handen. Onze uitzendingen vond hij het beste wat hij ooit had gezien. Hij wilde ons zelfs een eigen showtje geven. Maar na dat Hitleritem ging hij 180 graden om. Toen we christenen beledigden, waren we waanzinnig goed. Maar van de joden moet je afblijven...? Van de Wint: Die ommezwaai komt omdat Heertje aan zijn joodse identiteit hangt. Dat leed van de holocaust en andere staaltjes van antisemitisme torst hij waarschijnlijk overal met zich mee, en dat maakt ongenuanceerd. Penthouse: Heertje vindt dat een niet-jood geen beledigende grappen over zijn afkomst of godsdienst kan maken. Van de Wint: Maar een jood mag wel een christen beledigen...? Wat een flauwekul. Houd op! Heertje is een bekrompen, zielige lul. Het zou pas eerlijk zijn als hij zou zeggen: ik vind Muntz en Van de Wint hartstikke leuk, maar die Hitler-aflevering ging me te ver. Maar nee hoor, hij serveert ons volledig af. Muntz: Hij mocht vorig jaar voor Zomer-gasten zijn ideale televisieavond samenstellen. Ik zag saaie televisie, gepresenteerd door een humorloze, uitdrukkingsloze man. Wij werden die avond dood-gezwegen. Maar ondertussen vult hij met zijn kritieken op ons een halve Volkskrant-pagina. Dat praten met een dubbele tong. Walgelijk. Van de Wint: Dat gezeik over zijn joodse identiteit! Het komt mijn strot uit. Penthouse: Je vader is joods. Je moeder niet, daarom ben je volgens de joods orthodoxe wetten geen jood. Van de Wint: Maar in de ogen van Hitler had ik wel voor vergassing in aanmerking gekomen. Dat hele instituut jodendom doet me niks. Flauwekul. Laatst las ik het Joods Journaal. Daarin stond een interview met Vanessa, dat wijf met die achterlijke lippen, die zich vervolgens in dat blad als een jiddische memme profileert. Die betitelt zichzelf als typisch joods omdat ze haar hele leven zakelijk is geweest. Daar wil je toch godverdomme niet bijhoren als weldenkend mens. Penthouse: Anderen beweren juist dat zo’n Hitler-persiflage, waarin orthodoxe joden op de vlucht gejaagd worden, niet uit de koker van een weldenkend mens kan komen. Van de Wint: Dat shot heb ik bewust zo gemonteerd. We liepen heel ontspannen door de joodse wijk in Wenen. Muntz: Oude orthodoxe joden legden hun kleindochters uit dat Hitler er inderdaad zo uitzag als ik. We stoorden die mensen helemaal niet. We zeiden dat we het deden voor een anti-Haider programma. Daar hadden ze eigenlijk schijt aan. Dat hadden we ook kunnen uitzenden. Maar we wilden iets anders, we beoogden iets schrijnends, iets ellendigs op te roepen. Van de Wint: Plotseling kwamen een paar jochies. Tieners van zeventien jaar met pijpenkrulletjes. Het was vrijdagavond en op de sabbat mogen ze niet gefilmd worden. Ze hielden zich keurig aan de regels, dus draaiden ze zich om en liepen weg. Toen begon het net te stormen – een hoedje waaide af, prachtig beeld. Omdat het zo ging stormen, begonnen ze te rennen. Ik zeg tegen Rob: “Marcheer nog even in beeld achter ze aan.” Later heb ik daaronder het geluid van marcherende laarzen gezet: eins, zwei, eins, zwei. Het lijkt dan net alsof ze voor Hitler op de vlucht slaan. Een volslagen joke natuurlijk, want Rob lijkt behalve op Hitler vooral op Oliver Hardy in Tirol. Dat is toch grappig. Dat er vervolgens in Nederland zo extreem wordt gereageerd, verbaasde ons echt. Penthouse: Je weet toch dat zulke onderwerpen tot extreme reacties kunnen leiden. Sterker nog, volgens mij kiezen jullie bewust deze onderwerpen. Van de Wint: Vergeet niet dat het een anti-Haider-programma was. We hadden een totaal vernietigend interview met een FPO-politicus. In die ene scène met die orthodoxe joden en het liedje ‘de laatste trein’ erna werd slechts een grap over de joodse identiteit gemaakt. Natuurlijk ligt dat gevoelig, maar ruk het dan ook niet zo uit zijn verband. Penthouse: Wat vind jij nu precies interessant aan zo’n onderwerp? Van de Wint: Onder meer dat goed en fout hand in hand gaan. Zowel bij daders als bij slachtoffers. Dat maakt het leven, hoe gruwelijk ook, fascinerend. Mensen zien de wereld zoals ze dat zelf willen. Hieruit kan een gevaarlijk soort idealisme ontstaan, dat omslaat in het opleggen van hun ideaal door middel van een geweer. Het probleem met dat hele joodse identiteit-gedoe is dat ze daardoor hun traumatische verleden niet kunnen loslaten. Daardoor zijn ze altijd gefocust op zaken die hun positie bedreigen en wordt iedereen over een kam geschoren als potentiële antisemiet. Daardoor ontstaat een opgelegde moraal. Dit wordt gevoed door de goed & foutgedachten van de politiek correcte goegemeente. Zij dwepen met slachtoffers, waar ook ter wereld, en verklaren ze heilig. Daardoor hopen ze hun eigen schuldgevoel op te heffen. Die holocaust-kitsch-films die gemaakt worden om het volk uit te leggen hoe erg het was, vind ik pervers. Penthouse: Leg uit! Van de Wint: Mijn vader, nota bene zelf jood, zei: joden die zich dag in dag uit met hun joodse identiteit voeden, lokken antisemitisme uit. Dat hele joodse gedoe stond hem zo fucking tegen. Dat vastklampen aan die identiteit. Dat hele superioriteitsgevoel wat daaraan ontleend wordt. Natuurlijk krijg je daarmee die stomme Duitse boerenpummels en die Amerikaan-se rednecks op de kast. Daar hoef je geen psychologie of sociologie voor ge-studeerd te hebben. Niet dat je daarom je identiteit niet zou mogen uitdragen. Ik huldig toch ook niet het standpunt dat een vrouw zich niet sexy moet kleden omdat ze er dan zelf om zou vragen. Maar dat ze alleen met joden willen trouwen om zodoende hun volk, hun ras zuiver te houden, lijkt me niet gezond meer. Net zoals dat blind opkomen voor Israël, terwijl daar het hele vredesproces wordt verstoord door idiote, joodse fanatici, met name kolonisten uit New York die nog nooit in Israël zijn geweest, maar na landing in Tel Aviv direct naar de bezette gebieden afreizen. Daar een uzi in de hand gedrukt krijgen en vervolgens vanuit hun veilige nederzettingen op Palestijnen schieten die daar al generaties lang wonen. Stuur die lui toch terug naar Brooklyn en houd op met die joodse onzin. Bovendien komen die nieuwe Israëli’s uit alle delen van de wereld, uit Rusland, Ethiopië. En al die groepen discrimineren elkaar weer. Ook al hebben ze alle culturen met geniale bijdragen verrijkt in de diaspora, Israël gedraagt zich als land even schofterig als welk land dan ook. Dat wil trouwens niet zeggen dat de Palestijnen zuiver zijn. Die lopen nu ook het risico te worden geheiligd door de-zelfde slachtoffers-gedachtengang. Maar begrijp me niet verkeerd. Wat er met de joden is gebeurd is van een onbegrijpe-lijke gruwelijkheid en ontneemt mij elke illlusie van het goede in de mens. Zulke gruweldaden zijn nooit te legitimeren. Het blijft weerzinwekkend hoe mensen nog steeds worden afgemaakt om hun identiteit. Mijn enige conclusie is dan ook: word een wereldburger, een mens die zijn identiteit ontleent aan zijn persoonlijkheid. Niet uit angst, maar uit gezond verstand. Dan kan je geen slachtoffer worden. Maar ook geen dader. Bovendien zijn we dan ook verschoond van religie. Penthouse: Jullie maakten ook een aflevering over Jeruzalem. Dominee Muntz ging de heilige plaatsen af. Als hij ergens voor diende te betalen en zijn geld werd geteld, keek hij in de camera met een grijns van: zie je wel, typisch joods. Dat is toch stevig vooroordeel bevestigend? Van de Wint: Dat klopt. Politiek correcte programma’s omzeilen vaak doelbewust vooroordelen. Om niet te kwetsen. Maar dat vinden wij dus idioot. We laten het zien zoals het is. Jeruzalem is een groot religieus attractiepark waar voor alles betaalt dient te worden. Verder laten we in diezelfde uitzending zien dat orthodoxe joden in Israël meer en meer de macht krijgen. Stel je voor dat Marken en Stap-horst het in Nederland voor het zeggen zouden hebben. Dan zou het hier een vreselijk kloteland worden. Religieuze folklore mag je wat mij betreft best cultiveren. Maar beperk het tot een machte-loze dorpsfolklore. We hebben niet de fiducie dat mensen tot die conclusie komen als ze dat programma zien, maar ik denk wel dat de kijkers zich beginnen af te vragen wat zich daar werkelijk af-speelt. Penthouse: Het te zwaar hangen aan een identiteit. Zien jullie dat als basis van oorlog? Van de Wint: Uiteindelijk draait alles op de eerste plaats om economische belangen. Of je nu in Israël, Noord-Ierland, voor-malig Joegoslavië of op de Molukken bent. Het draait allemaal om geld. Vervolgens doen machthebbers, politici, industriëlen en religieuze leiders de economische verschillen oplaaien met nationalistische en religieuze sentimenten. Dat geeft namelijk een identiteit aan datgene wat ze menen te zijn. En waarom zijn mensen daarvoor gevoelig? Omdat de meesten geen identiteit hebben! Mensen vinden het vreselijk om helemaal niets te zijn. Ze zijn nog liever slachtoffer, dan zijn ze tenminste iets. Daarom gaan ze zelfs vrijwillig in programma’s als De Rijdende Hufter zitten. Die bejaarde vrouw, die hoer en die asielzoeker werkten alledrie mee, omdat ze dat zélf wilden. Ze wilden niet in bescherming genomen worden, ze willen juist slachtoffer zijn. Als programmamakers hun leed niet zielig genoeg vinden en ze hardop afvragen of ze wel geschikt zijn om als gast te worden uitgenodigd, dan verzinnen ze er wat bij. Want ze willen kost wat kost op de buis komen. Want dan pas ben je iemand. Dat bizarre wilden we aantonen. Penthouse: Hoe zien jullie de tragedie van de Nederlandse Molukse gemeenschap? Van de Wint: Hetzelfde verhaal. Ze bijten zich veel te veel vast in hun identiteit. Laat dat toch los! Houd toch op over die stomme kut-KNIL. Zij vochten destijds nota bene mee met de Nederlanders, met de onderdrukkers. De Nederlanders waren daar hartstikke fout. Daar zou dit land eigenlijk nog voor moeten bloeden. Maar wat doen die oud-KNIL militairen. Ze gaan er zelfs prat op dat ze destijds zo voor de koningin hebben gestreden. Dat is het hetzelfde als oud-NSB’ers prat gaan op hun steun aan nazi-Duitsland. Ze hebben destijds de orde van de Nederlanders in Nederlands Indië willen herstellen. Dat kan toch niet. Penthouse: Maar je begrijpt toch wel dat Molukkers terug willen naar de eilanden waar ze altijd hebben gewoond? Van de Wint: Ik kan me voorstellen dat je je eigen volk een warm hart toedraagt. Maar het gaat me te ver om daarvoor je hele leven te vergallen. Door er dag in dag uit mee bezig te zijn, door je hele identiteit aan de geschiedenis en het lot van je volk op te hangen. Inmiddels doen veel Moluk-kers alsof ze in Nederland in ballingschap leven. Man, wees blij dat je lid bent van de derde generatie. Laat het gezonde verstand zegevieren. Kijk naar de situatie op de Molukken in het Indonesië van vandaag. Afschuwelijk wat er momenteel ge-beurt. Die fucking islamieten die daar de christenen afslachten. Wees daarom blij dat je hier in redelijke veiligheid een goed bestaan kunt opbouwen. Maar waarom zegt niemand dat een keer tegen die lui? Nee, iedereen voelt mee met hun slachtoffersverhaal. Maar als ze een trein kapen, worden ze wel allemaal door Nederlandse soldaten neergemaaid. Zo paradoxaal. Penthouse: Waarom willen jullie het risico riskeren voor fascist, racist of antisemiet uitgemaakt te worden? Van de Wint: Omdat je door politiek correct bezig te zijn, het uiten van bestaande en vaak ook waarachtige gevoelens over bevolkingsgroepen onderdrukt. Daar wordt niemand beter van. Sterker nog, daardoor neemt de kans op een tweede holocaust eerder toe dan af. Door zulke ge-voelige dingen juist niet te zeggen, niet te behandelen, niet te filmen, ontken je het, creëer je onderhuidse frustraties en meer irritaties waardoor de kans op polarisatie juist toeneemt. Laat het ze openlijk zeggen en dien ze van repliek. Terwijl we overvoerd worden met politiek correcte programma’s, worden in de kroeg op de hoek de meest waanzinnige grappen en verhalen over alle mogelijke bevolkingsgroepen verteld. Gelukkig maar, dat is de functie van humor. Het leven draaglijk maken. Dat je elkaar belachelijk kunt maken, dat je ook jezelf kunt relativeren, dat je zelfspot hebt, maar ook een ander bespot. Zo gaan mensen meer openstaan voor elkaar. Humor is bevrijdend. Joodse humor staat er bekend om. Penthouse: Maar jullie humor is beklemmend... Van de Wint: Toch kan dat bevrijdend werken. De moeder van een joodse vriend van mij zei: “We hebben het pas echt verwerkt als Hollywood Holocaust on Ice gaat produceren.” Typisch joodse humor. Beklemmend maar toch bevrijdend. Penthouse: Waarom reisde dominee Muntz niet tijdens de huidige intifada door de Westoever en de Gaza-strook? Muntz: Dat deden we ook. We waren in Hebron, toen zowat een hele wijk door bulldozers van het Israëlische leger werd platgewalst. We hebben toen gesproken met slachtoffers en met joodse kolonisten die daar al jarenlang middenin de stad wonen. Dit tot grote woede van de Palestijnen daar. Maar dat item ligt er nog. Penthouse: Hoe gaan jullie nu verder? Van de Wind: Je weet natuurlijk nooit of de verlichting bij de VPRO nog eens doorbreekt. Maar op deze manier gaan we niet verder. Muntz: Matthijs van Nieuwkerk zou misschien de nieuwe hoofdredacteur van de VPRO kunnen worden. Hij zit nu bij AT5 en lijkt daarvan een nieuwe VPRO te willen maken. Penthouse: Hoe waren de kijkcijfers van jullie Waskracht-programma’s? Van de Wint: Honderdduizend kijkers meer dan tijdens een normale uitzending van Waskracht. De aflevering van de Ame-rikaanse televisiedominees had zelfs het hoogste kijkcijfer ooit. Ook de herhalingen werden heel goed bekeken. We hebben Waskracht op de kaart gezet. Als je dat gegeven als munitie in de discussie met de VPRO-programmaleiders inzet, hoor je ineens dat het daar niet om gaat. Maar komt het ze uit, dan zijn de kijkcijfers wel belangrijk. Los van onze televisieactiviteiten zullen we ons meer en meer gaan toeleggen op Internet. Onze website bestaat al, www.muntzvandewint.com. Hierop kunnen we contact houden met gelijkgestemden. Muntz: Toch zet de VPRO de televisie-dominee-uitzending op de tentoonstelling Smaak of Wansmaak, prominent op hun video. Achter Wim T. Schippers, Van Kooten en De Bie, noem maar op. Als klapstuk nota bene. Maar nu zijn we blijkbaar ineens de moeite niet meer waard. Dat krijg je als je tegen de schenen schopt van het nest dat je voedt. Van de Wint: Terwijl dat juist een functie kan hebben. Het kan heel gezond zijn om de hele zaak goed op te schudden. Ze moeten ons eigenlijk dankbaar zijn dat we een knuppel in dat stomme hoenderhok gooien. We vinden het dus ook niet erg dat dat ten koste van onszelf gaat. We zijn in wezen niet zelfverheerlijkend maar zelfdestructief bezig. Het risico dat we daarom nooit meer iets zouden kunnen maken, nemen we.