Eerste taal moet voldoende toegangkelijk zijn (dus geen

advertisement
Personen met een auditieve handicap
Begrippen en basisinformatie
Medische aspecten
Screening en diagnostiek (in Vlaanderen door Kind & Gezin)
EWING-test  2 personen, 1 persoon voor ouder + kind en met speelgoed aandacht kind, andere
persoon achter ouder + kind en biedt geluid aan

Bezwaren:
o onderzoek niet vroeg genoeg
o veel vals positieven
o niet alle kinderen met gehoorstoornis worden ontdekt
o veel training en opleiding voor de onderzoekafnemers
vanaf 1998 (grote wijziging): ALGO, een vorm van AABR (automated auditory brainstem response):
geluiden veroorzaken elektrische activiteit id hersenstam, geregistreerd door elektroden op de huid

Voordeel: door 1 persoon uitgevoerd – pass / refer
anamnese (NKO-ondezoek en audiometrisch onderzoek)



gericht op risicofactoren (verloop zwangerschap, geboorte…)
KNO: via otoscopie (bekijken vd uitwendige gehoorgang en trommelvlies)
Audiometrisch onderzoek: omvang bepalen v gehoorverlies (met behulp van BERA
onderzoek
Kind & Gezin screent alle kinderen


Met gehoorstoornis doorverwezen voor 3 maanden
Voor 6 maanden: behandeling gestart
Geluid (verschillende golfbewegingen)




1 volledige golfbeweging = trilling
Aantal trillingen per seconde = frequentie (Hz)
o Spraakklanken ( tss 100 en 8000 Hz)
o Hogere frequentie = hogere toon
o Bijna alle geluiden: combinaties v frequenties
Geluidsgolven oefenen druk uit op de oppervlakten waarmee ze in aanraking komen =
intensiteit / geluidssterkte (dB)
o Referentiepunt : willekeurig drukniveau
Op 2 manieren naar binnenoor:
1
o

Luchtgeleiding (via utwendige oor naar midden- en binnenoor)
 uitwendig ( oorschep – gehoorgang) middenoor ( trommelvlies – 3
gehoorbeentjes) beschadigd: gehoorvermindering voor alle tonen, geen verlies
o Beengeleiding (via beenderen vd schedel direct naar het binnenoor)
Binnen audiometrie
o Toonaudiometrie: zachtermaken v tonen v verschillende toonhoogte
(hoeveelheid gehoorverlies bepalen)
 Luchtgeleiding : koptelefoon
 Beelgeleiding: trilplaat
o Spraakaudiometrie (tonen kunnen horen maar niet kunnen onderscheiden): op
verschillende intensiteitsniveau woorden, die men moet nazeggen
 Spraakaudiogram in ruis met prothese en spraakafzien: benadert meest
dagelijks spraakverstaan
 20 % niet verstaan = discriminatieverlies van 20%
o Impedantiemetrie: meet beweeglijkheid van trommelvlies (tympanometrie –
stapediusreflexmeting) luchtdruk variëren – welke mate stijgbeugelspier
beweeglijkheid regelt
o Elektro-audiometrie: meet elketrische spanning die wordt opgewekt in de
hersenstam/slakkenhuis (electrocochleografie)
Oorzaken
Waarschijnlijk genetisch (autosomaal recessief erfelijke doofheid of slechthorendheid) en zijn
congenitaal en niet progressief
Prenataal






Virusziekten
Geneesmiddelen
Rhesus-antagonisme
Nierziekten
Zwangerschapsvergiftingen
Bloedingen – dreigende abortus


Postnataal (op verschillende leeftijden)


Perinataal





Zuurstoftekort
Prematuriteit
Te laag geboortegewicht
Gecompliceerde bevalling
Ototoxische medicatie
Jonge kinderen: meningitis,
voedselstoornissen, virusinfecties
Peuters, kleuters: meningitis, lijmoren,
middenoorontsteking
Volwassen: lawaaislechthorendheid,
ziekte van Ménière, ongevallen,
vergiftiging, plotsdoofheid
Bij oudere mensen:
ouderdomsslechthorendheid
Vormen van gehoorstoornissen
Causale indeling:aard van de stoornis
Geleidingsstoornis / transmissiestoornis (slechthorendheid)
 Disfunctie in het traject uitwenidge gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
2



Mechanisch probleem (op audiogram normaal)
Globaal bekeken: geluidssterkte afnemen
Verbeterd door hoorapparatuur / operatieve ingrepen
Perceptiestoornis / neurosensorieel verlies (slechthorendheid & doofheid)
stoornis op het traject binnenoor – gehoorzenuw – centrale gehoorbanen – hersenschors





Op audiogram : lucht- en beengeleiding vallen samen (zelfde maat gestoord)
Geen hoge tonen/klanken
Alledaagse geluiden mogelijk vervormd
Harder spreken weinig zin : compenseert alleen decibelverlies
Verbeterd door cochleaire implant
Gemengde stoornis (zowel lucht- als beengeleiding gestoord)

Versterking geluid pijnlijk tgv recruitment (abnormale snelle toename vd luidheid)
o Gehoorspan (verschil gehoordrempel en pijngrens) verkleind
 Bij horenden tss 0dB -130dB
 Bij slechthorenden tss 80dB – 100dB
Indeling volgens de graad van gehoorverlies
Om gemiddelde gehoorverlies te berekenen


Fletcher-index
IPA van Fournier
Indeling volgens BIAP (Bureau International d’Audiophonologie)






Normaal horend: gemiddeld verliest tss 0 – 20 dB
Licht slechthorend: 21 – 41 dB
Matig slechthorend: 41- 70 dB
Zwaar slechthorend: 71 – 90 dB
Doof: 91 – 119 dB
Anacousie: 120 dB of meer
Leren spreken: bij doofheid onvoldoende auditieve feedback dus niet mogelijk
Maar: kinderen met training en behulp van liplezen kunnen het wel, dB grens hoger dan 90dB
Hoor-kinderen : hoofdzakelijk horen (met apparatuur) liplezen is steun, meestal grens boven 90 dB
Zie-kinderen: hoofdzakelijk liplezen, horen (met aparatuur) is ondersteuning, meestal grens onder 90
dB
Aspecten uit de psychische ontwikkeling
Begrippen
Moedertaalverwerving
3
Bij horenden: gesproken taal verwerven in communicatie met horende ouders
Bij doven: langzaam uit multimodale of totale communicatie tss ouder – kind
3 voudige opdracht voor het kind:
1. Communicatie kan met symbolen
2. Greep krijgen op specifieke taal die wordt aangeboden
3. Spontaan meer taalgebruik verkiezen voor de interactie met personen in de omgeving.
 kwaliteit van belang
Child adjusted register: aangepast register in het taalaanbod van de ouders (‘babytalk’ / ‘motherese’)

Aanpassingen vd omgeving: ook gedrag (gezichtsuitdrukkingen…)
Eerste taal – tweede taal – tweetaligheid
Simultane tweetaligheid: vanaf de eerste levensjaren 2 talen
Successieve tweetaligheid: eerst eerste taal, dan tweede taal
 bij beiden: risico op taalontwikkelingsstoornissenbeperkt, indien goed georganiseerd
surpluseffect bij cognitieve ontwikkeling
Dovengemeenschappen
Intensieve contact dat groepen dove mensen doorgaans binnen éénzelfde regio met elkaar hebben
~ Etnolingistische minderheisgroepen
Discussie lidmaatschap:
- verhindert maatschappelijke integratie
- beantwoord aan de reële behoefte en dus maatschappelijke integratie onrechtstreeks bevordert
Gebarentalen
Natuurlijke talen, ontstaan binnen dovengemeenschap, visueel-manueel , verwerking in hersenen op
zelfde plaats als gesproken taal
In België: BeGT, ook dialecten (regionaalgebonden – doveninstituutgebonden), beïnvloeden elkaar
Gebaren ingedeeld in 5 groepen:





Plaats tov lichaam waar gebaar gemaakt wordt
Gebruikte handvorm
Oriëntatie halpalm - vingers bij de realisatie vh gebaar
Vorm – aard beweging gebaar
Non-manuele elementen (mondbewging, lichaamshouding…)
Gesproken taal: vocaal-auditieve kanaal (lineair successief)
Gebarentaal: visueel-manuele kanaal (grote gelijktijdigheid en simultaneiteit)
Vingerspelling
Manuele weergave vd letters uit het alfabet
4
Gebarensystemen
= gesproken systemen die worden ondersteund door gebaren (volgens grammatica v gesproken taal)
Sinds ’80: Nederlads Met Gebaren in ontwikkeling (niet gelijk aan NmG van Nederland)
Niet hetzelfde als gebarentaal, grote verschillen, zelfs verwarrend voor dove mensen
Wanneer gebruikt





Bepaalde tolksituaties
Contacttaal tss sommige mensen met een zware gehoorstoornis en horende mensen
Als voertaal in bepaalde onderwijssituaties
In de zorg v horende personen met een communicatieve handicap
o SMOG ( Spreken Met Ondersteuning van Gebaren), Loncke, Nijs en Smet
Bij vroegtijdige communicatie bij groepen kinderen met een gehoorstoornis
Aspecten uit de psychische ontwikkeling van het kind met een gehoor-stoornis
Met betrekking tot zowel slechthorende als dove kinderen
Normale ontwikkelingscapaciteiten
Meeste kinderen met gehoorstoornis: normale ontwikkelingscapaciteiten
Tgv complicaties vd gehoorstoornissen: in de loop problemen voordoen (secundaire moeilijkheden)
Bedreigde verwerving vd gesproken taal en het taalbegrip
Eerste taal moet voldoende toegangkelijk zijn (dus geen gesproken taal igv dove kinderen)
Slechthorende baby’s/peuters: met gehoorapparatuur wel gesproken taal, bij kinderen niet mogelijk
Argument voor vroegtijdige tweetaligheid: een volwaardig verworven taalbegrip als eerste taal kan
een pedagogisch dienstbaar gemaakt worden voor het aanleren van de moeilijk toegankelijke
gesproken taal.
Bedreigde psychische ontwikkeling
Communicatie: verschillende essentiële functies, niet op tijd door verhinderde ontwikkeling:
bedreiging voor vlotte en evenwichtige globale psyichische ontwikkeling





Eerst ontwikkelingsjaren: communicatie (sociaal-emotionele waarde), taalbegrip tijdig
ontdekt
Kleutertijd: taal belangrijkste drager v info (omringede gemeenschap), incidenteel leren
Lagere school: interiorisatie v taalgebruik, taal één vd dragers v denken
10 – 13 jaar: ontwikkeling abstracte denken (potentieel aanwezige verstandelijke
capaciteiten ontwikkelen)
Later: ontwikkeling zelfbeeld
Bemoeilijkte onwikkeling vd spreekvaardigheid
Horende kinderen horen hunzelf spreken, niethorende kinderen voelen zichzelf spreken (logopedie –
stemtherapie)
5
Bemoeilijkte informatieverwerving
Beperkt inzicht in actualiteit door niet horen van radio, tv – emancipatie niet vanzelfsprekend
Begrijpend lezen niet genoeg ontwikkeld door: ontoereikende kennis/inzicht id gesproken taal.
Bemoeilijkte maatschappelijke integratie
Bemoeilijkte ontwikkeling vd gesproken taal : op termein bedreiging optimale maatschappelijke
integratie
Dovengemeenschappen positief – maar huidige maatschappij voornamelijk horend, dus
communicatie voornamelijk dmv gesproken talen
Met betrekking tot vroegdove kinderen
Tweetalige ontwikkeling
Geen volkomen tweetaligheid – gebarentaal perfect toegankelijk, maar meestal niet vroegtijdig
aangeboden
Geen duidelijk onderscheid tss 1e en 2e taal
Door contact met andere dover kinderen: gebarentaal (al dan niet dialect) ontwikkelen
Moelijker leren lezen
Heel moeizaam (inzetten op kleuterleeftijd) maar wel interessant om achterblijvende kennis vd
gesproken taal te verhogen + actualiteit
Eerst leren lezen in thuistaal – dan in taal vd maatschappij
Prothesen en andere technische hulpmiddelen
Cochleaire implant
 zenuwvezels vh oor rechtstreeks elektrisch gestimuleerd
Uitwendig deel:



Microfoon die de geluidssignalen opvangt
Spraakprocessor, die de geluiden omzet in elektrische pulsen
Zendspoel die de overdracht regelt vd elektrische pulsen vh uitwendige deel naar het inwendige deel (met
magneet op hoofd)
Inwendige deel


Ontvangstspoel (onder huid, achter oor)
Elektroden die in de cochlea werden geschoven en door de vezels van de gehoorzenuw rechtstreeks
stimuleren
Persoon met CI moet opnieuw leren horen, niveau (weernemen geluiden aangenaam) bepaald
 geluiden waarnemen, onderscheiden, herkennen : revalidatieprocess
Vooruitgang:
6



Obeservatie v omgevingsgeluid
Spraakafzien verbeterd
Betere controle op eigen stem
Dovengemeenschap argwanend: aanslag op gebarentaal, en dus op cultuur
Hulpmiddelen ter verbetering van de communicatie op lange afstand
Communicatie binnen een ruimte
Hoorapparaat : zender en ontvanger dicht bij elkaar (nadeel) – veel situaties zender/ontvanger niet dicht bij elkaar
(toneel, klas…)
Ringleidingsysteem: magnetische veld in ruimte, opgevangen door luisterspoel
Infraroodsysteem: met infraroodstraling
FM-systeem: adhv radiogolven
Telefoon
Voor licht slechthorenden: versterker op de hoorn (telvox-systeem / luisterspoel)
Voor zwaar slechthorenden: teksttelefoon, fax, e-mail
Televisie
Toegankelijker dan radio, doelen op ondertiteling / simultane vertolking gesproken tekst in gebarentaal, teletekst
Een bijzonder hulpmiddel: de doventolk
Via tolkpermanentie (wachtdienst)
in Vlaanderen: recht op ondersteunging gedurende 18 uren binnen de leefsituatie en gedurende max 10% vd
werktijd (Cummunciatie Assistentie Bureau)
Communcatieve aspecten ter verbetering vd interactie tussen horenden en personen
met een gehoorstoornis
Zender: horende persoon – ontvanger: niet-horende persoon ( interne factoren)
Situationele opstandigheden (externe factoren)
Zender
Belangrijk: respect hebben voor communicatiepartner (dus zeker geen medelijden) – niet gehoorgestoorde (dove)
persoon, maar wel persoon met een auditieve handicap
Spreektips:





Persoon niet langs achter benaderen/aanraken
Duidelijk maar niet overdreven articuleren
Rustig, ritmisch en expressief spreken
Niet te luid roepen
Met het gezicht in de richting van de persoon met een gehoorstoornis praten
Ontvanger
Komt niet altijd uit voor beperking, horende weet het dus niet altijd (beter dus wel laten merken)
Hoortactiek:


Indien nodig uitleg geven over hoe men best kan communiceren
Bij begin vragen naar gespreksonderwerp
7


Vragen om herhaling indien niet begrepen
Vragen om naar een rustigere ruimte te gaan
Externe factoren
Gebruik van prothesen moeilijk in rumoerige ruimtes, ook akoestiek belangrijk
Spraakbeeld moet verlicht zijn, om spraak te kunnen afzien
Groepsgrootte
Orthopedagogiek
Historiek
Erfenis
Klassieke oudheid: doof = stom = onvermogen tot denken
Rudoph Agricola uit Groningen ( 1443 – 1485) een doofgeboren persoon kon zonder spreken begrijpen wat hij had
opgeschreven + zelf kon schrijven
Cardano: ‘doven die niet kunen horen, kunnen zien. Wie kan zien kan leren lezen’
Eerste pogingen tot onderwijs
Waarom: rijkdom grootgrondbezit binnen eigen familie (incest), dove kinderen geboren (geen erfrecht omdat niet
lezen/schrijven/spreken) dus doofgeboren kinderen onderwijzen
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Ponce de Léon
1600
Spanje
Eerste leeractiviteiten
Bonet
16e-17e e.
Van Carrion
16e-17e e.
Primeur methode
Heeft samengewerkt met
Bonet
Methode
1. Schrijven
2. associatie van schrijven
met vw uit omgeving
3. woorden uitspreken.
 structureel leren spreken
en schrijven
1. vingerspelling
2. articulatie klanken,
woorden
3. schrijven
4. lezen
Nadruk op
Extra informatie
Gesproken taal
Spanje hadden doven geen
rechten, ook geen
erfrechten, probleem voor
de familie. Daarom moesten
de jongens kost wat kost
leren spreken, lezen en
schrijven. Vb. De Velasco
Gesproken taal
1. éénhandig handalfabet
2. vroege interventie
3. taalaanbod van de
omgeving
4. familie ook handalfabet
5. spraak vlug onderwijzen
adhv handalfabet en
geschreven woorden
Voorloper van
Algemeen:
Onderwijs enkel rijken
Individueel
Pas rond 1750 gestart met
volksonderwijs.
Combinatie spraak en
vingerspelling:
Rochesterschool van
Westerfeld, 19e e.
8
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Bulwer
17e e
Engeland
Taal van handen
Methode
-alfabet
Nadruk op
Extra informatie
Geen praktijk
Voorloper van
Het doof-blinden-alfabet
gebarentaal
Dalgarno
17e e
Dove kinderen evenveel
ontwikkelingsmogelijkheden
als horenden
Tweehandig hand
gebarentaal
Taal bij doven moet
aangeleerd worden zoals
horende kinderen taal leren
op natuurlijk wijze. Daarom
moeten ouders van in het
begin vingerspellen, eigenlijk
moet iedereen leren
vingerspellen
Amman
17e-18e e
Nederland
Articulatie-onderwijs
gesprokentaal
- Leerde doof meisje
spreken
- Spraak is van goddelijke
afkomst en daarom
moeten alle mensen in
staat zijn om spraak te
verwerven.
Duitse methode
Eerste Engelse leraars
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Methode
Nadruk op
Extra informatie
Wallis
17e-18e e
Engeland
Grammatica voor
vreemden, ook bruikbaar
voor doven
1.gebaren
2. schrijven
3. vingerspellen
4. lezen
5.articuleren
Holder
17e-18e e
Engeland
Technieken voor liplezen
Braidwood
17e-18e e
Engeland
Monopolie over
dovenonderwijs
Gebaseerd op fonetische
analyse van de spraak en
articulatie.
Geschreven taal van in het
begin aanleren
Gebaseerd op natuurlijke
gebaren, gebaartekens,
tweehandig vingeralfabet,
spraakarticulatie, lezen en
schrijven
Gabaren taal  gesproken
Gesproken taal
Zei dat liplezen gemakkelijker
was voor diegenen die op
latere leeftijd doof werden
Gebaren taal  gesproken
Methodes werden geheim
gehouden als bescherming
van hun inkomsten.
Later bijgestaan door
neven John Braidwood en
Watson
Methodes waarin naast
spraak ook gebaren
werden gebuikt
Invloed gehad op
Geïnspireerd door
Dalgarno
Spaanse voorgangers
Eerste dovenonderwijs in Frankrijk (1) + democratisering van het dovenonderwijs (2)
9
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Pereire (1)
18e e
Frankrijk
De l’Epée (1)+(2)
18e e
Frankrijk
Eerste publieke dovenschool
Aan kinderen uit lagere
klassen
Methode
- Éénhandig handalfabet
-Hoortrainingsmethodieken
voor personen met
restgehoor
- Oefeningen rond voelen
en zien
gesproken wat het doel
was van onderwijs.
Taal moest volgens hem op
een natuurlijke manier
aangeleerd worden.
In betekenisvolle situaties
Onderwijs steunde vooral op
het Frans, via een gebaren en
schreven modus ‘signes
methodiques’, ‘manuele
methode’
Nadruk op
Extra informatie
Gebaseerd op
Frankrijk
Eerste dove van wie
bekend is dat hij dove
kinderen onderwees met
gebaren
gebaren
gebarentaal
Gebarentaal
Prioriteit aan verstandelijke
intwikkeling van dove
kinderen, dit hoefde niet via
het spreken
* de methodische gebaren
bemoeilijkten de
communicatie (≠
gebarentaal) en werken
alleen gebruikt tijdens de
studie, lezen en schrijven.
In deze periode bestond in de
Parijs een
dovengemeenschap met een
eigen gebarentaal *
Voorloper van
De Fay (1)
In 1771: openbare lessen
Fonologische
gebaarsysteem zoals cued
speech, AKA en
klanggebaren
Amman, Bonet
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Guyot (2)
18e e
Nederland
Eerste dovenschool in Ned.
Extra informatie
De export van deze
methode verklaart de grote
verwantschap tussen ≠
gebarentalen
Gebaseerd op
Franse methode
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Methode
Itard
19e e
Frankrijk
Spraaklessen
1.Hoortrainig
Sicard (2)
18e e
Frankrijk
Samen met de l’ Epée doven
inzetten in onderwijs
Vb.Massieu (directeur),
Laurant Clerc
Sicard: kritiek op de l’Epée:
Te veel aandacht aan leren
losse woorden, te weinig aan
franse grammatica.
Hij ontwierp een nog
ingewikkelder
gebarensysteem ‘Théorie des
signes’
Bébian (2)
18e e
Frankrijk
Opvolger Sicard
Meer belangstelling voor
de natuurlijke gebarentaal
10
2. articulatie
 eerste systematiek voor hoor- en spraaktraining
Nadruk op
Extra informatie
Voorloper van
gebarentaal
Eerst: jammer dat leerlingen gebaren gebruikte, dit zou de spraakontwikkeling
belemmerend.
Later: ontwikkeling van Frans, van de spraak zou sneller vooruitgaan indien de kinderen
een grotere bagage hadden. Bagage gemakkelijk verwerven in een gebarenmakende
omgevinf.
Tweetalige opvoeding van dove kinderen
Duitse methode
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Heinicke
18e e
Duitsland
Openen privé –en
openbare school
Methode
Gesproken taal
Zien, voelen en smaal werd
gebruikt voor het uitlokken
van de juiste articulatie
Hill
19e e
Duitsland
Manuele component niet
uitluiten: goed om het kind
te begrijpen en om spraak
te kunnen oriënteren
Spraak is de basis voor elk
verder leren
Dove kinderen kunnen taal
leren net zoals horende
kinderen, door conversatie
en interactie in alledaagse
situaties
Gebarentaal mocht
gebruikt worden.
Geen geschreven taal en
handalfabet.
Alle aandacht naar
spreekonderwijs dat het
leren lezen moet vooraf gn.
(de natuurlijke volgorde
werd zo ‘gerespecteerd’)
Nadruk op
Extra informatie
Invloed op
Gebaseerd op
Graser
18e-19e e
Duitsland
Tegen gebruik van mauele
componenten in e
communicatie
Tegen isolatie dove kinderen
= moedertaalmethode
Natuurlijke volgorde wordt
gerespecteerd
Gesproken taal
Leidde alle leerkrachten op
zodat ze ook les konden
geven aan doven.
Natuurlijke volgorde=
ontwikkelen gesproken
taal, dan pas leren lezen en
schrijven.
Onderwssyst. In VS en Eur.
Amman
Eerst ontwikkelen in de Verenigde Staten
Naam
Tijd
Plaats
Wat?
Gallaudet
19e e
Hartford Conneticut
Eerste school
Zoon Galleudet
20e e
Washington
Eerst dove
universiteit
Bell
19e-20e e
Boston
11
Methode
Nadruk op
Extra informatie
Ging kijken bij Braidwood en
Watson, maar geen succes
wegens geheimhouding.
Clerc en Massieu wel
informatie + leren
methodische gebaren en
handlalfabet.
Evolutie: eerst methodische
gebaren, dan gebarentaal die
lln onder elkaar gebruiken (=
in Frankrijk)
gebarentaal
Clerc ging mee naar America
als eerste leraar.
Leren spreken door eigen
geluidsvibraties te voelen. (door
experimenten bij dit heeft hij de
telefoon uitgevonden)
gebarentaal
Pas in late 19e eeuw
werden de eerste
orale scholen voor
doven opgericht.
Gesproken taal
-Aanhanger van oralisme
-Gebarentaal is het beste voor de
geestelijke ont-wikkeling voor
Overal werd deze methode
doven, maar dit is niet de enige
gebruikt, 40% van de leraren
nat-uurlijke taal van de doven.
waren doog
-Streefde naar volledige
integratie in de horende
maatschappij. Het gebruik van
gebaren hield wel een vorming
van een subcultuur in zich.
! Rond de eeuwwisseling wordt in bijna alle scholen (ook in Frankrijk, dé bakermat van methodes waarin gebaren
werden gebruikt) de spreekmethode toegepast. Weg met de gebaren. De directieposten werden ingenomen door
horenden en dove leerkrachten verdwijnen uit het onderwijs.
Opkomst van het zuiver oralisme
Franse wereldtentoonstelling 1878: de orale methode kon de doven ten volle in het gewone leven brengen en ze
derhalve de voorkeurmethode diende te zijn, hoewel gebaren nuttige hulpmiddelen konden zijn.
Internationaal Congres tot Lotsverbetring der Doofstommen (eindresoluties):


Orale methode boven mimiek in de opvoeding en onderwijs v doofstommen
Zuiver oraal (gelijktijdig gebruik gebaren en taal: nadeel spraak liplezen en denkvermogen te schaden)
Ontwikkelingen in de 20e E
Verdieping van de oralistische beweging
Oralistische visie groeit uit tot omvattende en gedifferentieerde pedagogie
hoofdprioriteit: zo vroeg mogelijk gesproken taal aanleren door middel van een omvangrijk aanbod van gewone
gesproken taal
Revolutie in de gehooropvoeding: explosie technische mogelijkheden (gehoorprothesen)  beter kunnen horen,
eigen stem kunnen waarnemen
In VS en GB: Fletcher – Ewings: vroegtijdig gehooronderzoek  optimisme over de mogelijkheden
Vanuit dit optimisme ontstond de akoepedische of unisensoriële methode: verwerking van taal via het horen en het
maximaal verwerpen van het zien  te extreem standpunt dus gecombineerde oraal-aurale visie
Doorbraak in de vroege begeleiding: gericht naar het jonge gezin (ouders als co-therapeuten)
12
Taalkunde en taaldidactiek: beginsel van totaliteit uit psychologie: het steunt op de spontane neiging van het kind te
globaliseren en na te bootsen
vertrekken vanuit betekenisvolle taal, later analyseren in klanken en morfemen  Globaal-leesmethode
Materneel reflecterende methode van Van Udens probeert betekenisvolle taal te combineren met principes van
analyse en synthese
Jonge orthopedagogiek : integratie – normalisatie  voorbereiden op leven id maatschappij (dat zoveel mogelijk
trekt op leven van personen zonder beperking
Codestrijd /methodestrijd?
Multimodale aanpak (doel: aanleren gesproken taal): gebaren (manuele methodes) als ondersteuning van de
gesproken taal
 zonder ondersteuningsmiddelen = zuiver orale aanpak
Strijd tss 2 groepen pedagogen: over opvoeding met louter gesproken taal of gesproken taal met ondersteuning
Ook nog andere stem, dove volwassenen: Kan de gebarencommunicatie dan niet volwaardig in de opvoeding van
dove kinderen worden gebruikt?  Genegeerd : voor meeste dovenpedagogen zijn volwassenen doven geen
partner in de opvoedig van dove kinderen
Totale communicatie
1966 Maryland School for the Deaf: grotere vrijheid in keuze van gebruikte communicatiemiddelen
In Europa: jaren ’80 drong Totale Communicatie pas echt door
TC-beweging: aanvankelijk tegen oralistisch denken/tegen zuiver oraal-aurale aanpak
veroorzaakte nieuwe dynameik  opflakkering vd ‘methodenstrijd’
Bezorgdheid over de dovenpedagogie vd jaren ’50 en ‘60
Schijnintegratie: dove mensen tonden weinig actieve maatschappelijke integratie  TC wil dit veranderen
TC heeft kritiek op:


Zuiver oraal-aurale pedagogie
Sommige werkwijzen binnen de oralistische beweging (negeren gebarentaalgebruik, negeren socologische
realiteit vd minderheidscultuur)
Evoluties binnen het wetenschappelijk onderzoek



Linguistisch perspectief
Wetenschappelijke bevestiging v gebarencommunicatie: wereldwijde explosie v onderzoek
Ontwikkelingspsychologisch perspectief
2 argumenten v TC:
1. Fundamentele voorwaarde: vlotte communicatie moeder – kind voor ontwikkeling taal bij het kind
 gepleit voor gebruik v alle communicatie moeder – kind
2. Inzicht in het fundamentele belang van een vlotte en evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling
als motor van de gehele psychogenese vh kind (verstandelijk, sociaal, emotioneel, psychomotorisch)
vroegdove kinderen in zuiver orale opvang: confrontatie met moeizame vooruitgang en falen
Antropologisch en maatschappelijk perspectief
cultureel-linguistische minderheidsgroep : positief  dieper inzicht in culturele eigenheid
 emanciperende tendens vanuit minderheidsgroep (oralistische beweging gaat hieraan voorbij)
13
TC professionaliseert de doventolken
Differentiërende communicatie
’70 – ’80: scholen evolueren naar TC: oraal-aurale vaardigheden onvoldoende om gesproken taal te leren (=oral
failures)
In Nederland: 1 behoudt oralistische werking ( Sint-Michielsgestel)
In Vlaanderen: 1 evolueert naar TC (Gentbrugge)
DC (differentiërende communicatie): methodisch zeer sterke verdieping vd oralistische visie
Biculturele en bilinguale opvoeding
TC-beweging noemt een tweetalige en biculturele optie de derde fase
Waarom: dove in 2 culturen
1. Wereld van doven met gebarentaal
2. Wereld van horenden met gesproken taal
1981: gebarentaal erkend als officiële taal
Verschilpunt tweede-taalverwerving tss dove/horende kinderen

Toegankelijkheid beperkt voor dove kinderen (gesproken taal : auditieve beperking – gebarentaal: gebrek
aan gebarentaalgebruikers)
Gelijkenis

De meeste kinderen kunnen een tweetalige opvoeding aan
Tweetaligeprogramma’s: gestructureerd


Simultane (gelijktijdig) tweetaligheidsmodel
Successieve (opeenvolgend) tweetaligheidsmodel
Opvoeding van vroegdove kinderen in de praktijk
Oraal-aurale taalmethoden en revalidatie
Twee aparte methodieken: reflecterende (moedertaal)methode (Van Uden) en verbotonale methode (Guberina)


In de praktijk vaak met elkaar verweven
Grote verschil Van Uden vertrekt vanuit de taal (ervaring) – verbotonale methode vertrekt vanuit de
motoriek om tot taal te komen, legt de nadruk op productieve taal
Reflecterende (moedertaal)methode: binnen DC


Dove leerlingen, geleid door de leerkracht, zelf de taalregels ontdekken
Houdt midden tussen de imitatieve methode en de constructieve methode
Oraal gesprek
Moeder is voortdurend in dialoog met kind: ze vangt intenties op vh kind, interpreteert ze en zet ze om in woorden
 moeder speelt rol vh kind (vangmethode)
Systematiseren reflecterende (moedertaal)methode: blijven vertrekken uit ervaring (belangrijk!)  verhoogt
motivatie vh kind om zich te uiten
14
Ervaringswereld bij personen met een gehoorstoornis: vaak beperkt door gebrek aan incidenteel leren
Doel: kind komt tot een begrip vd taal (passieve taal)  voorwaarde tot actief gebruik vd taal
Totale communicatie
Ontstaan
’60 – direct vrij populair – tot op heden sterke ontplooiing
Interpretatie vd ideeën soms zeer uiteenlopend en controversieel: bewegen tussen ééntalige visie en tweetalige
alternatieven
Uitgangspunten van totale communicatie
 Vroege begeleiding: stimulatie v communicatie moeder – jonge kind
 Vroegtijdig gebruik van gebaren: met als doel de taalverwerving op een normale leeftijd toegankelijker te
maken
 Acceptatie en waardering van de dovencultuur en dovengemeenschappen
 Ontwikkeling aangepaste taaldidactieken
 Het ontwikkelingpsycholinguïstisch multimodaal model is ruim. Het gebaar wordt beschouwd als de
krachtigste modus vh mentale lexicon
 Grote aandacht aan ontwikkeling bij het kind
Taalbeleid
Twee tendensen: bimodale mnolinguale tendens – tweetalige tendens
Tweetalige ontwikkeld uit eerste: op basis van verdere theorievorming en onderzoek – kritiek op eerste resultaten
Beide combineerbaar: toegepast naar gelang vd othopedagogische vraagstelling vh kind en de mogelijkheden en
omstandigheden in het opvoedingsmilieu
Bimodale monolinguale optie
= Simultane communicatie door horende begeleiders en ouders
Gebarentaalgebruik gerespecteerd en toegelaten, Maar in specifieke opvoeding geen pedagogisch gebruik van
natuurlijke gebarentaal
Systematisch invoeren v simultane communicatie in vroege begeleiding en onderwijs: resultaten spectaculair Maar
grote achterstanden in lezen – schrijven – verstandelijke ontwikkeling – sociaal-emotionele ontwikkeling bleven.
Dovengemeenschap op school belangrijk: vroege onderwijsintegratie als middel tot maatschappelijke integratie
Tweetalige optie
Vergelijkbaar met ‘onderwijs in eigen taal en cultuur’ (migrantenbegeleiding)
Georganiseerd aanbod en gebruik v 2 talen: de natuurlijke gebarentaal – gesproken taal
Twee vaststellingen:
1. Als moedertaal gebarentaal: maken harmonischer psychogenese door – persteren beter op school
2. Vroegdove kinderen ontwikkelen een graad van tweetaligheid (hoe dan ook)
15
Doel: Tweetaligheid optimaal ontwikkelen – ruimere gebarentaalkennis om moeilijk toegankelijke gesproken taal
gemakkelijker te kunnen leren
Binnen deze optie: gewerkt met dove volwassenen – dovencultuur en dovengemeenschap essentieel (bicultureel
programma)
Werkwijze: sterke kanten vd kinderen maximaal ondersteund en positief bekrachtigd – ook gebruiken om
moeilijkere gebieden te helpen ontwikkelen
Reconversie (=herstructureren) mogelijk: zowel vanuit oralistische als monolinguale
Veel monolinguale TC-programma’s evolueren automatisch naar tweetalige-biculturele werking
 moeilijk onderscheid tussen de 2
Vroegbegeleiding
Typische elementen:


Op gang houden vd communicatie tss ouders en kind  communicatiecursus
Kind neemt gebaren over  communicatie ontwikkelt  ook mondbewegingen overnemen:
aangrijpingspun spreekontwikkeling
Curriculum
 Doofbewustzijn: positief zelfbeeld ontwikkelen
 Orale en aurale vaardigheden: zowel individueel als in groep maximaal verwerven van vaardigheden
(spraakafzien, articulatie)
 PAD-leerplan (Prograama Alternatieve Denkstrategieën): stimuleren en begeleiden bij het emotioneel
bewustzijnsproces
Orthodidactiek en methodiek
Didactiek verschilt met zuivere orale aanpak:


Dagdagelijkse communicatie geen permanente taalles (verklaring)
o dankzij gebarensysteem vlotte communicatie mogelijk
o lln beschikken over ruimere kennis ’omgeving’
o dankzij vlottere communicatie meer tijd voor overbrengen informatie
o kinderen met gehoorstoornis blijven wel in nadeel: minder kansen tot ondubbelzinnig incedenteel
leren
aanleren gesproken taal grote uitdaging: nieuwe methodes uitgewerkt
o zoekt naar mogelijkheden om gemakkelijker te verwerven gebaren systematischer in te schakelen in
het onderricht vd gesproken taal
o gebaren om communicatie te verhelderen en gesproken taal toegankelijker te maken –
psycholinguïstische kracht
o Evans : eenleesdidactiek
16
Download