Sociale agogiek Hoofdstuk 1: Inleiding op Beleid sociale agogiek Definitie Sociaal werk: Sociaal werk is een praktijk gebaseerd beroep en een academische discipline. Doel: sociale verandering en ontwikkeling, samenhang en bevrijding stimuleren. Aanmoediging van mensen en structuren om levensuitdagingen aan te kaarten en het welzijn te bevorderen Centraal staan ideeën als sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, gedeelde verantwoordelijkheid en respect voor sociale diversiteit Wordt onderbouwd door sociale wetenschappen Ongelijkheid Hans Rosling toont aan dat er in onze huidige maatschappij is er vaak sprake van ongelijkheid. Als men ongelijkheid meet, welke indicator dan ook dan blijkt dat: Er een kleinere ongelijkheid wereldwijd is, globaal gezien is er tussen landen een positieve evolutie. Nationaal blijkt dat de ongelijkheid toeneemt. Er is een groeiende kloof tussen arm en rijk. Ongelijkheid IN landen > ongelijkheid TUSSEN landen Hoe gaan wij met gelijkheid en ongelijkheid om? De Sociale Markteconomie In Europa leven we in een vrije markteconomie Dit zou de welvaart moeten verzekeren via de vrijheid tot ondernemen. Sociaal gezien blijkt dat dit niet correct is, en er zijn sociale correcties nodig. Sociaal: Overheid is verantwoordelijk om negatieve gevolgen/risico’s van de vrije markt op te vangen Via productie van collectieve goederen (openbare diensten) zoals o Herverdeling, Bescherming Vb: onderwijs, sociale grondrechten, uitkeringen, belastingen,… Markteconomie: Ondernemingen en vrije markteconomie zijn verantwoordelijk voor de schepping en verdeling van welvaart Het overleg tussen het Sociale en de Markteconomie komt terug in het RIJNLANDMODEL: Als samenleving proberen we compromissen tussen het sociale en de markteconomie mondeling te laten verlopen Ontstond na WO II De Welvaartstaat: Bestaat uit grondwetten waaronder deze van het menswaardig bestaan (art 23) o het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid o het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; o het recht op een behoorlijke huisvesting; o het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu; o het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing Komt voor in rijke, geïndustrialiseerde landen o Wat is de relatie tussen welvaart en welzijn? In het algemeen zorgen hogere inkomens in landen voor een grote verbetering in welzijn van de inwoners Vanaf een bepaald niveau van welstand is er geen relatie meer tussen welzijn en welstand. Vanaf dit niveau is de efficiëntie en effectiviteit van de organisatie van een land van belang. Daarnaast kunnen we algemeen stellen dat een verhoging van gelijkheid ook ten goede van de rijken komt in de vorm van sociaal welzijn en beperking van psychische stoornissen Zorgt voor bevordering van kansen tot ontplooiing = rechtvaardigheid, gelijkheid o Maar wat is rechtvaardig en wat is gelijkheid? The vail of ignorance – John Rawls Vond dat als mensen onzeker zijn over de toekomst ze ervoor kiezen een grotere gelijkheid te vestigen. De vraag naar rechtvaardigheid gaat samen met de vraag wat men als rechtvaardig ziet Gelijkheid in kansen Stelt dat iedereen gelijke kansen heeft Meer inspanning = meer verdienen o Kritiek: Niet iedereen heeft gelijke kansen , er is geen gelijke start! Geslacht, geboorteplaats, handicap, sociaaleconomische status,… Conclusie: het is onmogelijk om gelijke kansen te hebben POLITIEK RECHTS Gelijkheid in uitkomst wil dat er een zo groot mogelijke gelijkheid is aan het einde van de rit wil afstappen van de hogere inkomsten en wil hogere minimumlonen ter bescherming van de Deserving Poor o kritiek: wat dan met de Undeserving poor, mensen die ‘kiezen om arm te zijn’ en profiteren van het systeem? POLITIEK LINKS Er is de laatste jaren een duidelijke verschuiving van armoedebestrijding naar kinderarmoede bestrijding, dit is een compromis dat gevormd werd tussen links en rechts aangezien een kind nooit een undeserving Poor kan zijn en vermijdt zo de politieke discussie. Het is een zoektocht naar de gulden middenweg. Overlegeconomie We hebben allemaal een gemeenschappelijk doel namelijk de individuele vrijheid garanderen. Ook samenwerking tussen werkgevers en werknemers. In België worden de particuliere belangen ook door organisaties vertegenwoordigd. Dit komt uit op een overleg binnen macro-economische grenzen in een Parlementaire democratie. En is er niet één enkele strekking die de maatschappij vormt bv communisme, fascisme. Dit overleg wordt vertegenwoordigd door de Groep van 10 bestaande uit 5 werknemersorganisaties (ACV, ABVV, ACLVB, ESC) en 5 werkgeversorganisaties (UNIZO, VBO, UCM, VDO, BoerenBond). Deze heeft een historische oorsprong Ontstond in de jaren ’50 –’70 o Sociaal pact van ‘44 o Golden sixties, hoge welvaart, alles ging goed 1975 o o Ontstaan van problemen en moeizaam overleg omwille van economische crisis en ontstaan van begrotingdeficiet Overlegeconomie en groep van 10 werden gevormd.