Implementatiekaart - CP

advertisement
i
Implementatiekaart
4. Behandeling van kinderen met spastische cerebrale parese op
stoornisniveau
4.7. Wat is het effect van intrathecale baclofen (ITB) op ROM, spiertonus, kracht en pijn?
Aanbevelingen
De werkgroep is van mening dat de indicatiestelling voor ITB therapie bij lopende kinderen met een
spastische cerebrale parese op functionele gronden verricht moet worden. De werkgroep is van mening
dat overwegingen betreffende ROM, spiertonus en kracht geen primaire indicatie vormen voor ITB
therapie bij deze groep.
Bij kinderen zonder functionele loopprognose kunnen zit-, pijn-, en verzorgingsproblemen,
samenhangend met tonus en spasticiteit, een reden zijn voor ITB therapie.
In- en exclusiecriteria zoals beschreven bij “Overige Overwegingen Richtlijnen 2006” dienen gevolgd te
worden.
Kinderen die ITB therapie krijgen moeten goed gevolgd worden voor complicaties door een
gespecialiseerd team.
Aanbevelingen pag. 97
De werkgroep is van mening dat de indicatiestelling voor ITB therapie bij lopende kinderen met een spastische
cerebrale parese op functionele gronden verricht moet worden. De werkgroep is van mening dat overwegingen
betreffende ROM, spiertonus en kracht geen primaire indicatie vormen voor ITB therapie bij deze groep.
Bij kinderen zonder functionele loopprognose kunnen zit-, pijn-, en verzorgingsproblemen, samenhangend met
tonus en spasticiteit, een reden zijn voor ITB therapie.
Conclusies Richtlijn 2006
Niveau 1
Het is aangetoond dat spiertonus van de onderste extremiteit gereduceerd wordt door lumbale IT toediening
van baclofen.
A2 Albright 1991, Gilmartin 2000
Niveau 3
Er zijn aanwijzingen dat pijn gereduceerd wordt door lumbale IT toediening van baclofen.
C Krach 1997, van Schaeybroeck 2000
Niveau 3
Er zijn aanwijzingen dat de kracht van bovenste en onderste extremiteit gereduceerd wordt door lumbale IT
toediening van baclofen.
C Almeida 1997
Er kan geen uitspraak worden gedaan over het effect van intrathecale baclofen toediening op ROM.
Overige overwegingen uit de Richtlijn 2006
Hoewel er aangetoond is dat ITB de verhoogde tonus ten gevolge van spasticiteit (snelheidsafhankelijk
weerstand op basis van rekreflexactiviteit) reduceert, vormt de aanwezigheid van dit symptoom op zichzelf
i
i
Implementatiekaart
geen indicatie voor behandeling, alleen functionele problemen (zitten, transfer van stoel naar bed of toilet,
verzorging, afname van sta- en loopvaardigheid door spasticiteit) een indicatie voor ITB therapie. Inclusie
criteria, zoals die in Nederland gehanteerd worden, zijn:
- functionele problemen welke samenhangen met regionaal aanwezige (b.v. onderste extremiteiten) of
gegeneraliseerde spasticiteit
- onvoldoende verbetering bereikt of belemmerende bijwerkingen van orale spasmolytica
- voldoende psychische en fysieke belastbaarheid
- stabiele verzorgingssituatie
- goede motivatie, ten minste bij de ouder / verzorger
- een MRI-scan van de hersenen moet beschikbaar zijn.
Exclusie criteria:
- gemengd type bewegingsstoornis (spastisch – atactisch) (NB: behandeling van dystone
bewegingsstoornissen valt buiten de doelstelling van deze richtlijn).
- Bestaan van actieve (bacteriële) infecties
- Instabiele epilepsie
- Onvoldoende communicatieve mogelijkheden bij ouders / verzorgers
- Instabiele verzorgingssituatie
- Sterke angst voor prikken bij het kind
Voor implantatie van een pomp moet er een proefbehandeling intrathecale baclofentoediening plaats vinden
waarbij het effect van de behandeling op de tevoren benoemde functionele problemen en het effect op de
spasticiteit wordt beoordeeld. Medische complicaties bij ITB behandeling treden frequent op maar zijn goed te
behandelen. Voor een overzicht van de bijwerkingen en medische complicaties wordt verwezen naar de bijlage
3: tabel V uit de systematische review van Butler uit 2000.In Nederland is de intrathecale baclofen behandeling
gecentreerd in centra waarvoor kwaliteitseisen gelden voor nazorg zoals het instellen en bijvullen van de pomp
en 24- uurservice bij acute problemen. Er is weinig onderzoek studie gedaan naar de lange termijn effecten van
ITB bij CP.
Update Conclusies op basis van Literatuur t/m 2010:
Niveau 1
Het is aangetoond dat spiertonus van de onderste extremiteit gereduceerd wordt door lumbale IT
toediening van baclofen.
A2 Albright 1991, Gilmartin 2000
Niveau 2
Het is aannemelijk dat bij een zorgvuldig geselecteerde groep pijn gereduceerd kan worden door lumbale
IT toediening van baclofen.
C Krach 1997, van Schaeybroeck 2000
B Hoving 2007, 2009
Niveau 3
Er zijn aanwijzingen dat bij een zorgvuldig geselecteerde groep de zorgzwaarte voor ouders en de
individuele problemen van het kind verminderd kunnen worden.
B Hoving 2009
Niveau 3
Er zijn aanwijzingen dat de kracht van bovenste en onderste extremiteit gereduceerd wordt door lumbale
IT toediening van baclofen.
C Almeida 1997
Er kan geen uitspraak worden gedaan over het effect van intrathecale baclofen toediening op ROM.
Download