Papyri in context - KNAW Onderwijsprijs

advertisement
aξφεςπδφκνβσωμκεςρθιγροεκνμφ
δωηαπιερξαιευδξαοςξιποικφαλκφ
οπαςειορυξβαφνωλιαοθδρηθιξακ
Papyri in context
γνωποακψξνκεςψηθειυτθροπτιγξ
Welke informatie kan uit een
papyrusfragment gehaald worden?
δσφιξκηφαδκξνωμψλ;ςερτυθιοπλ
2016/2017
κξηγφδσαζχψωβνμ,λποκμνξθηβω
Sanne Pouw
NT & NG, 6 Gymnasium
J. Castricum
γτφψφρρεδχσςασδφγηξκλποιθυτρ
ες;σδφγηξλ,μνβωψχσδφγηξκλιθυτ
ρεςερτυηξμνβωψχψωβνμ,κιθυτρδ
σασδφγηξκλποιθυτρεςσδφγηξκξη
γφδσςερτυθιοπλκξηγφδσαζχψωβ
νμγκξηγφδερτυθιοπλ,μνβωψχζας
ερτυθιοπολκξηγφδσαζχψωβνμκλ
ποιθυτρεδφγηξκιθυτρες;ασδφγηξ
κλοιθυτρεςσδφγηξμνδγωψχζαςερ
What does a papyrologist do?
He is engaged in eliciting new knowledge and doing his best to guarantee the reliability of that
knowledge. His proper and professional field of competence is in relation to the texts themselves and
what they say: in other fields, such as Greek literature, Roman history, law, etc., though his views may
be littered to with respect, he will be an amateur. Curiosity and excitement will have started him on
his quest; a passion for truth will bring him to its conclusion.
E.G. Turner, Greek Papyri an introduction1
1
Greek Papyri, an introduction, E.G. Turner, p. 73
2
Inhoudsopgave
Inleiding ……………………………………………………………..…………………………… p. 4
Motivatie …………………………………………………………………………………………. p. 6
Deelvraag 1 Papyri - wat zijn het? ……………………………………………………………... p. 7
1.1 van plant tot papyrus
1.2 papyrusrollen
Deelvraag 2 Hoe werkt papyrologie? …………………………………………………………. p. 11
2.1 inleiding
2.2 ontstaan van papyrologie als wetenschap
2.3 mores – het vertalen van papyri: transcriberen, reconstrueren, interpreteren
Deelvraag 3 Historische achtergrond Ptolemaeïsche periode (332-30 v.Chr.) ……………. p. 19
3.1 de Macedonische verovering
3.2 Ptolemaeus I Soter en Ptolemaeus II Philadelphus
3.3 het Egyptisch bestuur
Deelvraag 4 Fragment 1 Polykrates aan zijn vader …………………………………………. p. 25
4.1 de Griekse tekst
4.2 de vertaling
4.3 analyse van het fragment
Deelvraag 5 Fragment 2 Scheinloskauf ………………………………………………………. p. 30
5.1 de Griekse tekst
5.2 de vertaling
5.3 analyse van het fragment
Deelvraag 6 Fragment 3 Brief van Apollonios aan Zenon …………………………………. p. 36
6.1 de Griekse tekst
6.2 de vertaling
6.3 analyse van het fragment
Deelvraag 7 Fragment 4 Brief van Zenon aan Panakestor …………………………………. p. 42
7.1 de Griekse tekst
7.2 de vertaling
7.3 analyse van het fragment
Conclusie ………………………………………………………………………………………… p. 47
Appendix / Bijlage: data & maanden & getallen …………………………………………….. p. 49
Bronvermelding ……………….……………………………………………………………….... p. 51
3
Inleiding
Beste lezer,
Voor u ligt mijn profielwerkstuk voor het vak Grieks. In haar volle ornaat. Hier heb ik zo
ontzettend hard aan gewerkt, om voor u een prachtwerk neer te zetten. Met zoveel passie
heb ik mij gezet tot het vertalen van maar liefst vier Griekse papyrusfragmenten en ik zal
niet ontkennen dat het huilen mij soms nader stond dan het lachen: maar na alle
hulpmiddelen – van leraar tot internet en zelfs een Frans boek – te hebben geraadpleegd,
kwam ik dan uiteindelijk toch tot een mooie vertaling. Misschien niet zoals Prof. Mr. P.W.
Pestman, een veel betekend professor in de papyrologie, verbonden tot 1998 aan het Leids
Papyrologisch Instituut2, het zou hebben gedaan, maar de boodschap in de brieven van
Polykrates, Apollonios en Zenon heb ik op mijn allerbest proberen weer te geven. Zelfs een
rechtsdocument heb ik bestudeerd; met een wel heel bijzondere vrouw in de hoofdrol. Steeds
verder bracht mijn onderzoek mij om uiteindelijk op mijn hoofdvraag te kunnen
antwoorden: welke informatie kan uit een papyrusfragment gehaald worden?
Mijn onderzoek gaat niet alleen over het vertalen van papyrusfragmenten, maar over alles
wat maar nauw in verband staat met papyri in het algemeen. In hoofdstuk 1 geef ik
antwoord op de vraag: wat zijn papyri? Hoofdstuk 2 gaat over de papyrologie en de mores
hiervan. Ik beantwoord de vraag: hoe werkt papyrologie? Papyrologie is een relatief nieuwe
wetenschap en bij de analyse van mijn papyrusfragmenten zal ik gebruik maken van het
antwoord op deze deelvraag. De historische achtergrond (de Ptolemaeïsche periode) komt in
hoofdstuk 3 aan de orde. Deze deelvraag is broodnoodzakelijk voor de rest van mijn
onderzoek; zonder enige historische kennis kunnen de papyrusfragmenten niet geanalyseerd
en in context geplaatst worden. Bij de hoofdstukken 4, 5, 6 en 7 begint het echte werk: het
onderzoeken van papyrusfragmenten zelf, die mij een goed inzicht zullen geven welke
informatie uit deze fragmenten bruikbaar is in onderzoek naar de Oudheid.
Voordat ik aan mijn profielwerkstuk begon, heb ik gesproken met dr. Janneke de Jong – zij is
verbonden aan het Papyrologisch Instituut in Leiden – hoe ik mijn onderzoek wilde
aanpakken. Ik had wel wat boeken meegenomen, maar verder zat ik daar met lege handen
en slechts wilde ideeën wat te doen. Ik vertelde haar dat ik graag een onvertaald papyrus
wilde vertalen en daar mijn profielwerkstuk op baseren. Dit was helaas niet mogelijk, maar
ze heeft mij verder op weg geholpen met de vraag hoe ik het moest aanpakken. Ze stelde
voor om eerst zo veel mogelijk te lezen over papyrologie om zo wat kennis op te doen. Ook
gaf zij mij Papyri lezen in de klas. 3 Hierin stonden al getranscribeerde teksten (hierover meer
in paragraaf 2.3) en heb ik er één van uitgekozen die ik wilde opnemen in mijn
profielwerkstuk: mijn eerste fragment (zie hoofdstuk 4). Deze tekst heb ik vertaald en daarna
onderzocht op relevante data.
Helaas heeft deze professor het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld op 14 mei 2010.
een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met achtergrondinformatie, aantekeningen en opdrachten,
A.V. Bakkers 2007/2010
2
3
4
Het leek mij ook interessant om een tekst te onderzoeken vanaf de papyrus zelf (dus niet van
een al correct Griekse tekst), en dat heb ik ook gedaan. Mijn (oud)docent dhr. J. Meijer heeft
een bundel (foto’s van) Berlijnse papyri (zie hoofdstuk 5) in zijn bezit en deze mocht ik
inzien. Toen besloot ik dat ik hieruit een tekst wilde opnemen in mijn onderzoek. Ook deze
tekst heb ik vertaald en zo goed mogelijk beschreven en geïnterpreteerd.
Fragmenten 3 en 4 (hoofdstukken 6 en 7) heb ik beiden zelf uitgekozen op papyri.info, een
site waarop alle gepubliceerde papyri te vinden zijn. Ook deze heb ik beiden vertaald en
gecontroleerd met een al bestaande vertaling.
Ik beantwoord mijn hoofdvraag – welke informatie kan uit een papyrusfragment gehaald
worden? - ten slotte met behulp van mijn zeven deelvragen, die elk een stukje van de kern
aanpakken. Vooral de analyses van de vier fragmenten zal ik gebruiken om uiteindelijk tot
mijn conclusie te komen.
Ook als u niet geschoold in het Grieks bent, en denkt it will be all Greek to me, kunt u dit
onderzoek begrijpen en zal het u misschien zelfs wel besmetten met de charme van het
Grieks. U zult niet teleurgesteld worden. Ik wens u veel leesplezier.
ἔρρωσο,
Sanne Pouw
5
Motivatie
Voordat wij in de vijfde klas aan ons profielwerkstuk mochten beginnen, moesten wij eerst
een (kleine) motivatie schrijven, die u hieronder zult lezen.
Welke leerlinge uit de vijfde klas komt er nou op het idee om haar profielwerkstuk over
papyri te schrijven? Eerlijk gezegd, ik dus.
Al sinds het eind van de vierde klas speel ik met het idee om klassieke talen te gaan
studeren, dus was de keuze voor welk vak ik mijn profielwerkstuk zou maken vrij duidelijk:
Grieks (of Latijn). Aangezien de Griekse oudheid mij momenteel meer interesseert dan de
Romeinse, heb ik voor Grieks gekozen. En toen was het brainstormen over het onderwerp. Ik
las op de site van de Rijksuniversiteit van Groningen dat zij daar bepaalde
papyrusdocumenten hebben die zij beschikbaar stellen voor PWS-onderzoek. Één woord
trok meteen mijn interesse: papyrusdocumenten. Hoe ontzettend gaaf zou het zijn als ik mijn
PWS baseerde op een papyrusdocument?! En waarom dan een papyrusdocument en niet
zomaar een of andere Griekse tekst? Omdat papyri de oudste vorm van papier zijn! Hier
werd dus het oud-Grieks opgeschreven! Ik zat bijna te juichen achter de computer, omdat ik
nu iets had gevonden waar ik nog enthousiaster van werd dan de Griekse taal zelf. De
vroegste Griekse papyri komen uit de derde eeuw voor Christus, uit de Ptolemaeïsche
periode. Dat gaat ook de periode worden waar ik de papyrusfragmenten uit behandel,
omdat ik het erg leuk vind om een zo oud mogelijk object te bestuderen. Daarnaast geven
papyri ons een goed beeld over wat er in die tijd speelde en ik vind het interessant om een
kijkje te nemen in het dagelijks leven van een Griek: het waren immers ook mensen net als u
en ik. Daarom wil ik onderzoeken welke informatie er uit een papyrusfragment kan worden
gehaald en gebruikt kan worden in het onderzoek naar de Griekse oudheid.
6
1. Papyri – wat zijn het?
Voordat we in hoofdstuk 4 echte papyrusfragmenten gaan analyseren, geef ik een korte
inleiding over wat papyrus is, hoe het gemaakt werd, hoe het beschreven werd en hoe het
gebruikt werd. Deze vragen beantwoord ik, omdat ze voor een deel verklaren waarom de
papyrusfragmenten eruit zien zoals ze eruit zien (een ander wordt verklaard door de manier
waarop de papyrusfragmenten zijn overgeleverd).
1.1 van plant tot papyrus
Papyri zijn de oudste vorm van papier. Hoewel het van Engeland tot aan India werd
gebruikt, van ongeveer 3000 v.Chr. tot 1100 n.Chr., zijn de meeste papyrusfragmenten
teruggevonden in Egypte. Dit komt door het warme en droge klimaat, zodat de papyri goed
geconserveerd zijn gebleven. Niettemin is de staat van papyri soms erg krakkemikkig: op
papyri zien we veel gaten, stukken weggevallen tekst of vervaagde inkt. In vochtigere
omstandigheden, zoals de aarde van Griekenland en Italië, zijn de papyrusrollen vrijwel
allemaal weggerot, hoewel er onder bijzondere omstandigheden toch papyri bewaard zijn
gebleven, zoals onder de lava in Herculaneum, diep in de grotten bij Qumran (Israël), of in
het woestijnachtige gebied bij Doura-Europos aan de Eufraat.4
Papyrus wordt gemaakt van de papyrusplant (cyperus papyrus) (zie afbeelding 1). Deze plant
groeide voornamelijk langs de Nijl en de Egyptenaren exporteerden onbeschreven rollen
naar de rest van de wereld. Om papyrus te maken, werd de stengel eerst in lange dunne
repen gesneden. Deze repen werden kruislings op elkaar gelegd (meestal slechts twee lagen)
en op elkaar gedrukt (zie afbeelding 2). Het sap dat tijdens dit proces vrijkwam, werd de
natuurlijke lijm om de repen te binden. Daarna werd de papyrus gedroogd en gladgemaakt
met een pluimsteen zodat er beter op geschreven kon worden. De verschillende repen zijn
nog altijd zichtbaar op een papyrus (zie afbeelding 3).5 Één vel papyrus was vaak tussen de
twintig en vijfentwintig centimeter lang en men kon er ongeveer 25 tot 45 regels op schrijven.
Vellen werden aan elkaar gelijmd zodat de beroemde papyrusrol ontstond, zoals wij hem
vandaag de dag kennen.6
Papyri lezen in de klas, een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met achtergrondinformatie,
aantekeningen en opdrachten. A.V. Bakkers 2007/2010, p. 3
5 Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W.Clarysse en K. Vandorpe, p. 10
6 Scribes and scholars, A Guide to the Transmissions of Greek&Latin Literature, L.D. Reynolds & N.G. Wilson, p. 3
4
7
Afbeelding 1 papyrusplant
Afbeelding 2 het kruislings op elkaar leggen van papyrusrepen
Afbeeldingen 3 en 4 de gladgemaakte papyrus met zijn karakteristieke strepen
In de Egyptische tijd werd er meestal geschreven met kleine penseeltjes gemaakt van
biezenhout (juncus maritimus). Ze waren ongeveer anderhalve millimeter dik en twintig
centimeter lang. Een van de uiteindes werd schuin bijgesneden en tot een kwastje
uitgekauwd. De inkt werd gemaakt van roet en water, met Arabische gom als bindmiddel.
Soms gebruikte de schrijver ook rode inkt – meestal voor speciale passage, titels en
opschriften. Deze kleur werd gemaakt van oker en de rode passages werden in de tijd van de
Romeinen rubra genoemd (van het Latijnse woord ruber: rood). De inkt was niet vloeibaar,
maar was een blokje dat met een nat penseeltje bevochtigd werd voordat men ermee kon
schrijven (vergelijkbaar met onze ‘waterverf’). In de Griekse tijd (vanaf de Ptolemaeïsche
periode) werd de hardere rietpen ontwikkeld, waardoor de handschriften puntiger en
smaller werden.7
7
Greek papyri, an introduction, E.G. Turner, p. 2
8
Afbeelding 5 de Griekse rietpen
1.2 Papyrusrollen
Een papyrusrol heeft een recto- en een verso-zijde. Op de recto-zijde lopen de vezels in de
lengte en op de verso overdwars. De recto-zijde komt bij het oprollen aan de binnenkant,
hier werd ook de tekst opgeschreven zodat deze goed beschermd was; ook bij het schrijven
in regels ondervond de rietpen minder weerstand van de vezels, omdat ze net als de
schrijfrichting horizontaal lagen. Alleen als de tekst te lang was, werd er doorgeschreven op
de verso-zijde. Brieven werden vaak op smalle stroken geschreven en daarna opgerold,
dubbelgevouwen en verzegeld met een touwtje en een klontje klei.8
Afbeelding 6 de recto- en verso-zijde
De letters op de papyrus werden allemaal aan elkaar geschreven. Ook waren er
verschillende handschriften: men schreef per tijdsperiode telkens anders. Ook omdat veel
mensen niet konden schrijven, gingen ze naar een zogeheten dorpsschrijver, zodat die voor
hen een brief kon schrijven.
Bij het lezen van een papyrusrol werd deze stukje bij beetje uitgerold. De lezer hield met één
hand het gedeelte – nadat hij het had opgerold - wat hij al gelezen had in zijn linkerhand en
las zo verder naar rechts. Erg handig was dit voor de volgende lezer niet omdat, voor hij het
8
Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorpe, p. 77
9
kon lezen, eerst de rol volledig moest uitrollen. Ondanks dit nadeel werden papyrusrollen
wel op deze manier gelezen omdat ze simpelweg zo lang konden zijn – soms wel tien meter
– en op deze manier las men ze het makkelijkst. 9
Afbeelding 7 een Griek die een papyrusrol leest
9
Scribes & Scholars, A Guide to the Transmission of Greek & Latin Literature, L.D. Reynolds & N.G. Wilson, I, p. 2
10
2. Hoe werkt papyrologie?
In dit hoofdstuk zal ik drie vragen beantwoorden. In paragraaf 1 wordt duidelijk dat er twee
soorten papyrusfragmenten zijn. Ik schrijf dit om mijn verwachtingspatroon van wat ik later
op de papyri ga lezen af te bakeren. Uiteindelijk zal ik mij gaan richten op één soort papyri.
Paragraaf 2 beschrijft de geschiedenis van papyrologie als wetenschap. Papyrologie is een
relatief nieuwe wetenschap, die weliswaar al veel stappen heeft gezet, maar nog veel werk te
doen heeft; daar wil ik een bijdrage aan leveren. In paragraaf 3 zullen de hoofdtaken van een
papyroloog centraal staan: hiervan zal ik ook gebruik maken bij de analyse van mijn
papyrusfragmenten.
2.1 inleiding
Papyrologie is de wetenschap over papyrus en papyrusfragmenten, het ontcijferen en
beheren van papyrusfragmenten. De term papyrologie ontstond in het negentiende-eeuwse
Engeland. Naar aanleiding van belangrijke ontdekkingen die de Britten deden in Egypte
rond 1890, werd papyrologie een zelfstandige wetenschap. Niet alleen werd er op papyri
geschreven, maar ook potscherven waren geliefd schrijfmateriaal in de klassieke oudheid.
Als een pot kapot viel, konden de scherven worden gebruikt, en dat helemaal gratis. Papyrus
werd daarentegen door de staat gemaakt en men moest dit dus kopen om ze te kunnen
beschrijven. Potscherven worden ostraka genoemd en vallen ook binnen het gebied
papyrologie.10 Daarnaast schreef men ook op linnen en perkament (men gebruikte dit al 2700
v.Chr.) – hoewel dit aanzienlijk duurder was dan papyrus. Ook deze materialen bestudeert
de papyrologie. De meeste papyrusfragmenten zijn geschreven in het Grieks, maar ook zijn
er papyri gevonden met hiërogliefen - en talen die daarvan afgeleid zijn, zoals het Hiëratisch
en Demotisch, het Egyptisch in Griekse letters -, het Aramese, Syrische, Latijnse en Arabische
alfabet. Daarnaast zijn er ook allerlei verschillende soorten handschriften. Mensen schrijven
immers op verschillende manieren. Daarom is het ontcijferen van papyri vaak ook zo
moeilijk. Op grond van bovenstaande blijkt wel hoe gespecialiseerd een papyroloog moet
zijn.11
Verschillende soorten papyri
In de papyrologie wordt onderscheid gemaakt tussen twee gebieden: literaire en
documentaire papyri. De literaire papyri – meestal mooi geschreven met verzorgde letters –
geven ons een beeld van wat er in die tijd door de Grieken in Egypte werd gelezen (vooral
Homeros). Ook bieden deze papyri teksten die soms wel duizend jaar dichter bij de tijd van
de originele auteur staan dan de vroege middeleeuwse handschriften (veel literaire werken
werden natuurlijk overgeschreven door vroegmiddeleeuwse monniken). Door deze papyri
te vergelijken met de middeleeuwse manuscripten zien we dat manuscripten veel minder
Reading Papyri, Writing Ancient History, Roger S. Bagnall, hoofdstuk 1, p. 9, 10
Papyri lezen in de klas, een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met achtergrondinformatie,
aantekeningen en opdrachten. A.V. Bakkers 2007/2010, p. 4
10
11
11
corrupt zijn dan vroeger werd gedacht. Bovendien hebben de papyri ons literaire werken
teruggegeven die niet in de middeleeuwen werden overgeschreven, zoals toneelstukken van
Menander, de Athenaion Politeia van Aristoteles, gedichten van Sappho en Bacchylides, een
vervolg op het historische werk van Thucydides, de Hellenica Oxyrhynchia12, en verder allerlei
religieuze literatuur.13
Documentaire papyri – hier gaat ook de rest van mijn onderzoek over – vormen met hun
cursieve handschrift, gevarieerd van het gestileerde kanselarijhandschrift tot zeer
individuele handschriften, een unieke bron over het dagelijks leven van de antieke oudheid.
Vaak zijn het de brieven waarin een beeld wordt gegeven hoe het leven er uitzag, onder
meer ook over antiek recht, religie (heidens, joods, christelijk), bestuur en administratie,
onderwijs en wetenschap. Alles wat de moeite van het opschrijven waard was, werd
vastgelegd.14
De taal van papyri
De taal waarin de documentaire papyri geschreven zijn, is niet het klassieke Grieks, maar het
zogeheten Koinè (dialektos); het Nieuwe Testament is bijvoorbeeld ook hierin geschreven. Het
heeft zich ontwikkeld uit het Attisch, het dialect van Athene.15 Er is een aantal afwijkingen
ten opzichte van het klassiek Grieks, namelijk veel nieuwe woorden, vereenvoudiging van
moeilijke verbuigingen en vervoegingen, vereenvoudiging van de zinsbouw, en
veranderingen in de uitspraak die tot fouten in het Grieks leiden: de uiteindelijke
gelijkstelling van de klanken van ε en αι en van ει – η – ι – οι en υ. 16
Afbeelding 8 een literaire papyrus
Afbeelding 9 een documentaire papyrus
Dit is een groot historisch werk waarin de Griekse geschiedenis van de late vijfde en vroege vierde eeuw v.Chr. wordt
besproken. Het beroemdste papyrusfragment, ‘the Londen papyrus’, beschrijft de strijd van de Peloponnesische oorlog, de slag
om Notium.
13 http://www.hum.leidenuniv.nl/papyrologisch-instituut/over-griekse-papyrologie/griekse-papyrologie.html
14 http://www.hum.leidenuniv.nl/papyrologisch-instituut/over-griekse-papyrologie/griekse-papyrologie.html
15 Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorpe, p. 76
12
16
http://www.hum.leidenuniv.nl/papyrologisch-instituut/over-griekse-papyrologie/griekse-papyrologie.html
12
2.2 ontstaan van papyrologie als wetenschap17
Hoewel al eerder in de geschiedenis belangstelling werd getoond voor papyri – in de
zestiende en zeventiende eeuw in Europa kreeg men aandacht voor de inhoud van enkele
Griekse en Latijnse papyri die uit de vroege middeleeuwen stamden, vaak aangetroffen in
oude boekbanden om het boek te verstevigen – werd de eerste vondst met
wetenschappelijke gevolgen pas gedaan in 1778. Een rondreizende koopman kreeg in Egypte
(hier zijn de meeste papyri bewaard gebleven, zie paragraaf 1.1) zo’n veertig of vijftig
papyrusrollen te koop aangeboden door inheemse bewoners, maar de koopman was er niet
in geïnteresseerd. Voor weinig geld kocht hij er slechts één. De overige papyri werden
verbrand, wat de Egyptenaren vaker deden, omdat de geur van verbrande papyrus zo
aangenaam zou zijn.18
Die ene papyrusrol bereikte Europa en kwam in handen van kardinaal Stefano Borgia.
Borgia gaf de Deense Nicolaus Schow opdracht deze tekst te ontcijferen en er een publicatie
van te maken. In 1788 kwam deze uit en dit is onze eerste papyruseditie.19 De inhoud van de
papyrus stelde echter zwaar teleur: hij bevatte, in het Grieks, twaalf en een halve kolom van
een lijst die dorpsbewoners verplichtte aan dammen en kanalen te werken. Pas aan het begin
van deze eeuw heeft men de inhoud op historische waarde kunnen schatten. “Had deze rol
een literaire tekst bevat, dan was hoogstwaarschijnlijk de belangstelling voor papyri uit
Egypte eerder gewekt en waren er veel meer papyri voor ons bewaard gebleven20.”
Steeds meer papyri hebben hun weg naar Europa gevonden, vooral toen Egypte voor
reizigers toegankelijker was geworden door de veroveringstocht op bevel van Napoleon in
1798. Hoewel er ook tijdens deze tocht papyri werden meegenomen, bleef het toch vaak bij
aankopen van papyri die door de lokale bevolking waren gevonden. Toen zij beseften dat
toeristen er veel geld voor over hadden, omdat inmiddels de (historische) waarde van papyri
steeds duidelijker was geworden, schroomden ze er niet voor om de papyri in één of meer
stukken te snijden, om er meer aan te verdienen. Vandaar dat er zoveel papyrusfragmenten
zijn, waarvan de delen zelfs nu nog over twee of meerdere collecties zijn verspreid.
Langzamerhand ontstonden er in vrijwel alle grote steden van Europa allerlei belangrijke
verzamelingen. Ook het Leidse Museum van Oudheden bemachtigde in 1828 een
waardevolle collectie via de Zweedse consul in Egypte, d’Anastasi. Men vond in de
negentiende eeuw veel belangrijke fragmenten, van complete archieven tot literaire papyri,
17
De informatie uit deze paragraaf komt uit Kort overzicht van de geschiedenis van de papyrologie door F.A.J. Hoogendijk (uit P.W.
Pestman e.a., Vreemdelingen in het land van de Pharao, Zutphen 1985, pp. 105-109).
De lekkere geur is overigens later door de Engelse papyrologen Grenfell en Hunt in twijfel getrokken. Volgens hen ruikt het
gewoon naar verbrand papier.
19 N. Schow, Charta papyraccea graece scripta Musei Borgiani Veletris, Roma 1788. Ook wel Charta Borgiana genoemd en nu bewaard
in het Museo Nazionale, Napels.
20 Kort overzicht van de geschiedenis van de papyrologie, F.A.J. Hoogendijk (uit P.W. Pestman e.a., Vreemdelingen in het land van de
Pharao, Zutphen 1985, pp. 105-109)
18
13
afkomstig uit onder andere Elefantine, Memphis, Thebe en Hermopolis, maar helaas
leverden deze papyri slechts een enkele publicatie op.
Wat echt belangrijk is geweest voor de groei van de papyrologie en de daadwerkelijke
wetenschappelijke bestudering van de Egyptische papyri, is de vondst van vele duizenden
papyri in 1877/1878 in de Fajoem (zie paragraaf 3.3), een provincie ten westen van de Nijl in
Midden-Egypte. Deze papyri waren niet alleen in het Grieks geschreven, maar in alle talen
die in de loop der eeuwen in Egypte gesproken waren. De papyri werden gevonden in
opgegraven huizen of in potten bij graven. Vooral veel fragmenten werden aangetroffen in
oude vuilnishopen die hele heuvels hadden gevormd. Het grootste deel van de vondst
bevindt zich nu in de Weense ‘Nationalbibliothek’. Al deze papyri, met daarop gegevens
over een periode van tien eeuwen bewoning van dorpjes en gehuchten in deze streek,
zorgden er uiteindelijk voor dat wetenschappers zich met papyri gingen bezighouden. Door
deze vondst werden vele papyri van hun ondergang gered, omdat juist in die periode de
boeren toestemming van de regering hadden gekregen om de antieke vuilnishopen af te
graven, om de grond, die vol goede meststoffen zat, te bewerken voor landbouw.
Onder leiding van de Engelse archeoloog Flinders Petrie vond in 1897 de eerste
wetenschappelijke opgraving plaats. En daarna volgden er meer. Ook de Engelse
archeologen/papyrologen Grenfell en Hunt21 hebben belangrijk werk verricht. Behalve in de
Fajoem groeven zij ook in andere plaatsen en Oxyrhynchus bleek een zeer belangrijke
vindplaats voor papyri te zijn. Daarna hebben er veel meer opgravingen plaatsgevonden en
zijn (en worden nog steeds) vele papyri gevonden. De teksten bieden, vooral als ze onderling
met elkaar in verband worden gebracht, veel informatie over zowel het culturele als het
maatschappelijke leven van de (Grieks-) Egyptische oudheid.
Vandaag de dag worden er nog vele papyri ontcijferd en vertaald. Dit is een lang en erg
lastig proces. De Griekse papyrologie is het best ontwikkeld, omdat de eerste papyrologen
zich hier mee bezig hielden simpelweg omdat ze het makkelijkst te lezen waren (men was
het meest gespecialiseerd in de Griekse taal en cultuur). Andere talen, zoals het Koptisch of
Demotisch, waren zo moeilijk te lezen, dat ze nog maar kort bij de studie papyrologie
betrokken zijn.
2.3 mores – het vertalen van een papyrus: transcriberen, reconstrueren, interpreteren
Het is niet makkelijk om een papyrusfragment te vertalen. De begripsvorming van een
papyrusfragment bestaat grofweg uit drie processen: transcriberen, reconstrueren en
interpreteren. Om dit zo goed mogelijk weer te geven, heb ik zelf geprobeerd om een
papyrusfragment te ontrafelen. Aan de hand van mijn experiment zal ik de mores van het
vertalen van een papyrus uitleggen.22
21
22
Zij weerlegden ook de theorie dat papyri werden verbrand omdat het lekker zou ruiken.
Verder maak ik gebruik van het boek Greek Papyri, an introduction, E.G. Turner, hoofdstuk vijf, p. 54 t/m 73.
14
De meeste papyri zijn opgerold tot rol en om ze te kunnen lezen, moeten ze eerst uitgerold
worden, wat het best gedaan kan worden in een laboratorium met geavanceerde apparaten.
Als de papyrusrol is uitgerold, is de volgende stap het lezen van de papyrus zelf. Eerst
wordt er een foto van gemaakt (zowel voor- als achterkant) en opgenomen in de collectie.
Dan komt het lastigste: het overschrijven van de Griekse letters van de papyri naar het
reguliere Griekse alfabet. Dit wordt transcriberen genoemd. Dit is in het proces van
begripsvorming van een papyrusfragment het moeilijkste omdat de Griekse letters allemaal
aan elkaar geschreven zijn. En dan hangt het er ook nog van af waar en wanneer de papyrus
geschreven is, omdat er natuurlijk verschillende handschriften zijn en in bepaalde
tijdsperiodes schreef men weer anders dan in andere (zie paragraaf 1.2). Het beste om dit
transcriberen aan te pakken, is om een lijst te maken van het alfabet zodat je de letters op de
papyrus gaat herkennen. Vaak ontbreken er passages van de papyri vanwege slijtage of niet
goed leesbare letters. Het is gebruikelijk om daarom te werken met afkortingen en notaties.
Hieronder geef ik de belangrijkste afkortingen en notaties weer. Er bestaan meerdere
systemen, maar het systeem dat ik gebruik wordt het ‘Leiden-systeem’ genoemd.
Leiden-systeem23
[
]
passage die verloren is gegaan (ook wel een lacune, een gat, genoemd) door
niet leesbare letters of andere zaken zoals gaten in de papyrus
[ αβγ ]
…
aanvulling van verloren tekstgedeelte
onleesbare letters
( αβγ )
een uitbreiding van een afkorting
{ αβγ }
geschrapte letters (in editie, door uitgever)
< αβγ >
wijziging of toevoeging (in editie, door uitgever)
[[αβγ]]
geschrapte letters (in origineel, door auteur zelf)
` αβγ `
toegevoegde letters (op papyrus, door auteur zelf, boven de regel)
Als de gehele papyrus getranscribeerd is, kan het reconstrueren en het proces van lezen
beginnen. Eerst moet er onderscheid tussen de woorden worden gemaakt. Dit vergt een
grote kennis van het Griekse vocabulaire. Er kunnen ook meerdere mogelijkheden ontstaan
wat betreft scheiding van de woorden. Een goed voorbeeld staat in een gedicht van Sappho
over Helena als kracht der liefde.24
Het systeem werd ontwikkeld in 1931, en is volledig beschreven door J. Bidez-A.B. Drachmann, emploi des signes critiques, éd.
2, Paris, 1938, par A. Delatte et A. Severyns, pp. 17 ff. (voetnoot 22 van E.G. Turner, p. 70).
24 Editio princeps, P. Oxy. Xiv. 1654
23
15
1. Het proces van transcriberen
19 [...]οσ[...]ρωπωνελενα[..]νανδρα
20 [........]ιστον
21 [.......]σεβαστροϊ[..]λεσσ[..]
2. Het proces van reconstrueren25 (mogelijke tekstconstructie)
19 Ἑλένα [τὸ]ν ἄνδρα
20 [κρίννεν ἄρ] ιστον
21 [ὅς το παν] σέβας Τροϊα[σ ὄ]λεσσ[..]
Helena beoordeelde hem (Paris) het best, die heel machtig Troje verwoestte
Wat tussen de […] staat, is dus een interpretatie van de papyroloog. Volgens hem zou dit er
eventueel kunnen hebben gestaan. Toch blijkt het in de praktijk anders te zijn: Dhr. Lobel26
ontdekte twee kleine ‘scraps’ op de papyrus, waardoor regels 20 en 21 er nu zo uitzien:
20 το.[
].στον
21 .αλλ[
].εβασ’ τροϊαωπλεοι[ ]
Regel 20 τον [πανάρ]ιστον
Regel 21 καλλ[ίποι]σ’ ἔβα ’σ Τροϊαν πλέοι[σα]
Met een vertaling van: Helena die de beste echtgenoot achterliet en wegging over de zee naar Troje
(hier gaat het dus om Menelaos - Helena’s echtgenoot - en niet meer om Paris).
De vertalingen zijn compleet anders en hiermee wil ik laten zien dat het lastig is om te
bepalen wát er nou precies heeft gestaan en dat er ook veel discussie over is.
Kortom, een papyroloog doorloopt dus drie fases: transcriberen, reconstrueren, en
interpreteren. Als subdiscipline van interpretatie kan contextualisatie genoemd worden. Met
name bij documentaire papyri speelt contextualisatie een grote rol, omdat je moet proberen
om historische gegevens in verband te brengen met het papyrusfragment.
Ook moet het papyrusfragment gepubliceerd worden: de ontcijferde tekst wordt samen met
een vertaling en commentaar uitgegeven. De titel wordt afgekort; zo staat P. Oxy. 2. voor The
Oxyrhynchus Papyri, part 2. De P staat dus voor Papyri en daarachter wordt meestal de
vindplaats of degene die ze heeft gepubliceerd als benaming gegeven (de Oxyrhynchus
papyri zijn hier gevonden). Ook bij Ostraka is dit het geval; O. Wilcken (Griechischen
Ostraka, geschreven door Prof. U. Wilcken).
Papyruspracticum
25
26
U. Wilcken in Archiv, vii, 1923, p. 96
P. Oxy. xxi, p. 122
16
Ik heb zelf ook geprobeerd om een tekst te ontcijferen. De tekst zoals deze is getranscribeerd
door een professioneel papyroloog, heb ik opgenomen in mijn PWS (hoofdvraag 5).
Hieronder staat mijn eigen poging tot het transcriberen van het fragment:
1. Βασιλεθοντος πτολεμαιου μα εφ ιερω.
ευρεου του προιτου τωι . μηνος αρτεμερεου
Βασιλεύοντος Πτολεμαίου μα ἐφ’ ίεπέως ἐύρέου του Προίτου τωι γ μηνος Ἀρτεμισίου
2. κατεβαλεν ελαφιον συρα μετλ κυριου πανταρκυς
αντιπαπρμ
αρκ.δι τρ.φε.. .
σερ αυ.πς
κατέβαλεν ’Ελάφιον Σύρα μετα κυρίου Παντάρκους ’Αντιπράτρωι ’Αρκάδι τροφεια
ύπερ ἄυτης
3. αργυριου τ μπ εξεουμ. δε αρτιπμτρ.. επελθειν επ ελαρρο. εισπροττοντι τροφεια π
’αργυρίου τ. Μη εξέστω δε ’Αντιπάτρωι ’επελθειν ’επ’ ’Ελαφιον ’εισπράποντι τροφεια
’ή
4. καταλουμενον πορετρεοει μπδεμ.. μπδ αλλου υπερ α.τιπατρου ε. δε μπ π τε εφοδος
λυποις ακυρος
καταλούμενον παρευρέσει μηδεμιαι μηδ’ ἄλλωι ὑπερ ’Αντιπάτρου. ’ει δε μη ‘ή τε
ἔφοδος ἄυτοις ἄκυρος
5. πδεουνγρ αφππδεκυριαευτο.παντλχ.ιουλ.π.κερπι ελαφιον κατα..πατρμμλλ..
’έστω και ’αποτεισάτω ’Αντιπατρος ’Ελαφίωι ’ή τωι ‘υπερ ’Ελαφίου πορευομένωι
`
’έπίτιμον Γ.
6. π δε στνγραφπ πδε κυρια εοτο. πον.λχ.ι ου λ.
πιφερπι ελαφιον κατ αν..πατρ..
.λλ..
‘η δέ συγγραφη ‘ήδε κυρία ’έστω πανταχηι ‘ου ’άν ’επιφέρηι ’Ελαφιον κατ’ ’Αντιπατρου
’ή ’άλλος
7. υπερ εααφιου πρας ....
‘υπερ ’Ελαφιου πράσσων καθάπερ ’Ελαφίωι γέγραπται. Μάρτυρες˙ Παγκράτης
’Αρκάς, Καφισίας
Wat opvalt, is dat ik heel vaak een η aanzie voor een π. Verder haal ik vaak de α en λ door
elkaar. De … geven aan als ik een letter niet goed kon lezen. Toch kan je weten wat er
17
misschien heeft moeten staan zonder je Griekse woordenkennis te gebruiken: in regel twee
heb ik τρ.φε.. getranscribeerd. Als je dit woord zo ziet, heb je waarschijnlijk geen idee wat er
zou hebben gestaan. In regel drie heb ik het volgende woord getranscribeerd: τροφεια. Het
is logisch dat dit woord hetzelfde is als die uit regel twee, op grond van hetzelfde aantal van
letters en vier overeenkomstige letters op dezelfde plaats.
Daarnaast was mijn getranscribeerde tekst nog helemaal aan elkaar geschreven. Het eerste
paar woorden (Βασιλεθοντος πτολεμαιου μα εφ) haalde ik er makkelijk uit, maar daarna
werd het steeds moeilijker om onderscheid te maken tussen de verschillende woorden.
Daarom juist is een groot vocabulaire noodzakelijk. Nu had ik een al getranscribeerde tekst
tot mijn beschikking en kon ik mijn eigen werk controleren, maar bij een nog nooit eerder
getranscribeerde tekst heeft een papyroloog geen hulpmiddelen. Regel vijf komt geheel niet
overeen met het origineel, de papyrus werd hier ook minder leesbaar, net als het verloop van
regel zeven; ook hier kon ik het niet goed meer lezen.
Ik hoop dat nu duidelijk is hoeveel moeite er moet worden gedaan om een papyrusfragment
te transcriberen en te vertalen. Vaak klopt de transcriptie niet (zie het verschil tussen mijn
poging en wat er daadwerkelijk staat). Dit leidt soms tot gokken en zo ontstaat ook vaak (een
ingewikkelde maar geanimeerde) discussie met andere papyrologen over wat er nu precies
staat.
18
3. Historische achtergrond Ptolemaeïsche periode (332-30 v.Chr.)
Papyrusfragmenten stammen dus uit een lange periode (3000 v.Chr. – 1100 n.Chr.) en zijn in
veel verschillende talen gesteld. Ik interesseer mij het meest in de Ptolemaeïsche periode,
omdat papyrusfragmenten uit deze periode in het Griekse taalgebied tot de oudste behoren
en ik het Grieks goed kan lezen. Ik geef in dit hoofdstuk een globale geschiedenis van het
Ptolemaeïsche rijk, zodat de papyrusfragmenten die ik in de rest van mijn onderzoek
bestudeer goed in context geplaatst kunnen worden.
3.1 De Macedonische verovering
In de herfst van 332 v.Chr. veroverde de Grieks-Macedonische veldheer Alexander de Grote
met zijn leger Egypte. De Egyptenaren ontvingen hem als hun grote bevrijder27 en zonder
enige veldslag lijfde Alexander Egypte in bij zijn rijk. Arrianus, een Griekstalig schrijver in
Rome (89 – 145 n.Chr.), beschrijft Alexanders daden uitvoerig in zijn Anabasis Alexandrou,
Tocht van Alexander (Ἀνάβασις Ἀλεξάνδρου), de best overgeleverde antieke bron over
Alexander de Grote (Arrianus beschikte over het ooggetuigenverslag van Ptolemaeus I die
toen nog zijn veldheer was).28 Alexander bleef echter niet lang: in de lente van 331 v.C. verliet
hij Egypte en verdeelde de militaire macht tussen Balacrus en Peucestas. Toen Alexander in
323 v.Chr. stief, ontstond er een strijd tussen satraap29 Ptolemaeus, zoon van Lagos, en de
generaal Perdiccas. Ptolemaeus werd uiteindelijk de nieuwe heerser van Egypte en Perdiccas
werd grootvizier (eerste minister) van Babylon. De regeringsperiode van zijn dynastie wordt
de Ptolemaeïsche periode genoemd. Evenals Alexander, was Ptolemaeus afkomstig uit
Griekenland en sprak dus Grieks. Dit leidde ertoe dat heel het hof Grieks moest spreken.
Hierdoor werd het belangrijk om Grieks te kunnen spreken als men hogerop wilde komen;
Grieks werd dus gezien als een taal voor de elite. Dit veranderde echter al snel toen ook het
volk Grieks ging spreken omdat alle administratie (contracten, belastingen) in het Grieks
werd opgesteld. Ook was er veel migratie uit Griekenland. Zo werd Egypte steeds Griekser
en dat zien we terug in de taal van de papyri: namelijk het Grieks. De Ptolemaeïsche
dynastie duurde voort tot de dood van Cleopatra VII in 30 v.Chr. Ruim 300 jaar lang was
Egypte het machtigste (ook op politiek en cultureel gebied) land rond de Middellandse Zee
en tevens het laatste land dat de Romeinen tot een provincie maakten. Omdat het Egyptische
bestuur zo lang stand had gehouden, pasten de Romeinen het bestuur slechts een beetje aan
en de (administratieve) voertaal bleef Grieks.30
27
Namelijk van de Perzen, die Egypte in 343 v.Chr. onder leiding van koning Artaxerxes III veroverden.
28
Boek III, hoofdstuk I, verovering van Egypte
29
Satarp was de functie burgerlijke administratie.
30
The oxford History of Ancient Egypt, hoofdstuk 14, Alan B. Lloyd, p. 288 t/m 413
https://www.britannica.com/place/ancient-Egypt/Macedonian-and-Ptolemaic-Egypt-332-30-bc#ref936466
19
Afbeelding 10 Egypte in de Ptolemaeïsche periode
Afbeelding 11 Ptolemaeïsche dynastie
20
3.2 Ptolemaeus I Soter en Ptolemaeus II Philadelphus
De papyri die ik heb vertaald, komen uit de tijd waarin Ptolemaios II regeerde en daarom ga
ik in deze paragraaf dieper in op de regeerperiode van hem en zijn vader.
Ptolemaeus I Soter (Πτολεμαῖος Σωτήρ)
(regeerperiode: 303 – 282 v.Chr.)
Over Ptolemaeus’ exacte afkomst weten we niet veel. Zelfs in de
oudheid bestond hier reeds veel onduidelijkheid over. Officieel was
hij de zoon van Lagos, een onbekende Macedonische edelman. Er
gingen ook geruchten rond dat hij een zoon van Philippos II was,
de vader van Alexander de Grote, wat Ptolemaeus dus maakt tot
(half)broer31 van Alexander. Over zijn jeugd is weinig bekend, maar
hij was waarschijnlijk bevriend met Alexander.
Afbeelding 12 Ptolemaeus I Soter
Toen Alexander overleed, kreeg Ptolemaeus de satrapie32 Egypte toegewezen. Al snel
schakelde Ptolemaeus de door Alexander aangestelde gouverneur Cleomenes van Naukratis
uit om de provincie alleen te kunnen besturen en kroonde zich tot farao. In 322 v.Chr. stal hij
in Damascus het konvooi dat Alexanders lijk vervoerde en hij liet diens lichaam in Memphis
begraven en vervoerde het later naar Alexandrië. “Ptolemy took the embalmed booty of
Alexander to Egypt, and placed it in Mephis, but removed it a few years after to
Alexandria33.”
Omdat Ptolemaeus Grieks en toch farao was, deed hij er alles aan om de Egyptenaren hem te
doen accepteren als hun koning. Dit deed hij door middel van Egyptische gewoontes over te
nemen: hij en zijn kinderen gedroegen zich bijvoorbeeld als halfgoden, precies zoals de
Egyptische farao’s altijd gedaan hadden, en uiteindelijk werden ze ook als goden gezien en
vereerd door de Egyptische bevolking. Ptolemaeus kreeg de bijnaam Soter34, wat ‘redder’
betekent. Ptolemaeus was erg goed onderlegd en wilde van Alexandrië, de nieuwe
hoofdstad van Egypte, het centrum maken van kennis waar de grootste denkers van die tijd
zich zouden bevinden. Om dit te bereiken, bouwde hij het Mouseion, dat ook daadwerkelijk
de meest belangrijke plek van kennis in die tijd werd. Dit kwam onder andere door haar
grote bibliotheek, de bibliotheek van Alexandrië. Ook bouwde hij een grote vuurtoren, die
De bijvrouw van Philippos, Arsinoë, zou de moeder zijn van Ptolemaeus.
Provincie
33 Curtius, X. 31. Cf. Aelian (Varia Historia, xii. 64 ; xiii. 29)
34 Waarschijnlijk was dit zo omdat de Egyptenaren hem zagen als redder van de verdrukking van de Perzen (Alexander deed
dit natuurlijk, maar Ptolemaios nam zijn taak over).
31
32
21
zo buitengewoon was dat het werd beschouwd als één van de zeven wereldwonderen van
de oudheid. Het leidde schepen door de gevaarlijke wateren van de kust van Alexandrië,
zodat ze veilig aan land kwamen.
Doordat Ptolemaeus natuurlijk van Griekse afkomst was, werd het hof en de administratie
vanzelfsprekend Grieks (hij maakt het dus doelbewust Grieks). Ook zorgde de Griekse farao
voor een grote stroom van migratie uit Griekenland naar Egypte toe. Verder was hij goed
voor het volk en zorgde voor veel welvaart en besteedde veel van zijn tijd aan de verbreding
en verspreiding van kennis.35
Afbeelding 13 reconstructie van het Mouseion
Afbeelding 14 reconstructie van de vuurtoren
Ptolemaeus II Philadelphus (Πτολεμαῖος Β΄ ὁ Φιλάδελφος)
(regeerperiode: 285-246 v.Chr.)
Afbeelding 15 Ptolemaeus II Philadelphus
Afbeelding 16 Ptolemaeus nodigt alles geniën uit in het Mouseion
Met Ptolemaeus Soter als vader, groeide Ptolemaeus II op als welgesteld man. Wat betreft de
wens om van Alexandrië het centrum van kennis te maken, trad hij in zijn vaders
voetsporen: hij nodigde alle briljante geesten van zijn tijd – dichters, wetenschappers,
35
http://www.stilus.nl/oudheid/wdo/grieken/GES/PTOLEM.html
22
wiskundigen, astronomen, filosofen – uit om in Alexandrië te komen wonen en werken.
Hierdoor was er dus een grote diversiteit aan nationaliteiten. Ptolemaeus II trouwde met
Arsinoë I, dochter van Lysimachus, en zij was ook de moeder van zijn legitieme kinderen.
Om politieke redenen verstootte hij haar en trouwde met zijn zus Arsinoë II36, weduwe van
Lysimachus (hij trouwde dus met de moeder van zijn eerste vrouw, die dus zijn nichtje was).
Hij kreeg de naam Philadelphus, wat (zeer waarschijnlijk) ‘zusliefhebber’ betekent (φιλέω >
houden van en ἀδελφή > zus).37 Arsinoë achtte cultuur ook erg belangrijk en moedigde haar
man aan om papyrusrollen en manuscripten te verzamelen in het Mouseion. Zij heeft dus op
haar beurt, als vrouw, ook een belangrijke rol gespeeld in de ‘vergrieksing’ van Egypte.38
3.3 het Egyptisch bestuur39
Deze paragraaf gaat over de ingewikkelde bestuursorganisatie in Egypte, omdat de
fragmenten die ik in de volgende hoofdstukken zal analyseren, afkomstig zijn van
regeringsfunctionarissen.
De hoofdstad van Egypte was Alexandrië. Hier woonde ook de koning, of farao. Egypte was
verdeeld in vijftig districten (een νομός) met aan het hoofd een door de koning uitgekozen
strateeg (στρατηγός, leider van een gewapende kracht) en zijn secretaris (βασιλικὸς
γραμματεύς, koninklijke schrijver). Een district was opgedeeld in verschillende districten
(τόποι of τοπαρχίαι) met een gouverneur (τοπάρχης) en zijn secretaris (τοπογραμματεύς).
Ook de afzonderlijke dorpen (χῶμαι) werden op deze wijze bestuurd (met een χωμάρχης en
zijn secretaris χωμογραμματεύς). Een uitzondering maakte Ptolemaeus II toen hij het
district Fajoem40 opdeelde in drie gebieden (μερίδες): de meris van Herakleidos
(Ὴρακλείδου van hèrakleidos), de meris van Themistos (Θεμίστου van Themistos) en de meris
van Polemoon (Πολέμωνος van Polémoon). Elk district had een zeer uitgebreide
administratieve (Griekse) organisatie en de Grieken bekleedden de voornaamste functies; de
Egyptenaren zelf waren werkzaam in de lagere lagen van de samenleving. De hoofdtaak van
de administratie was de inning van belastingen voor het financiële bestuur, zowel in graan
als in geld. Ook had elke gouw een eigen (religieuze) cultuur, waar ze (meestal) een
dierengod – Ibis, Ra, Krokodil (daar komt ook de stad Krokodilopolis vandaan: stad van de
heilige krokodil) – vereerden.
Het financiële bestuur (διοίκησις) vorderde de belastingen (vaak in de vorm van koren of
andere natura) en zorgde dat de economie op gang bleef: zo zorgde zij voor de ‘exploitatie
van monopolies’ (de papyrushandel bijvoorbeeld was een staatsmonopolie) en de ‘vele
Dit was volgens Egyptische traditie, de Griekse verafschuwde dit.
We weten dit niet zeker: ἀδελφός betekent immers broer, dus het zou zo kunnen zijn dat hij een liefhebbende broer was.
38 http://www.touregypt.net/featurestories/ptolemy2.htm
39 De informatie uit deze paragraaf komt uit Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W.Clarysse en K.
Vandorpe, p. 18; Grieks in Ptolemaic Egypt, N. Lewis, hoofdstuk 4; en Papyrologisch leerboek, M. David en B.A. van Groningen,
p. 17,18.
40 De Fajoem was oorspronkelijk een meer (ἥ Λίμνη) die werd drooggelegd voor woonruimte.
36
37
23
goederen, die zich in het eigendom van den heerscher bevonden’.41 Het hoogste ambt binnen
het bestuur was die van dioiketes (διοικητής); hij beheerde de staatskas (τὸ βασιλικόν). Hij
had een vertegenwoordiger (οἰκόνομος, hier komt ons woord econoom vandaan) die het
toezicht had op de geldkassen (βασιλικὴ τράπεζα) en de kassen voor het koren (θησαυρός).
Uiteraard had Egypte ook een sterk leger, bestaande uit Macedoniërs en Grieken (pas vanaf
de tweede eeuw v.Chr. ook uit Egyptenaren) die, voor hun militaire wederdienst, een stuk
land (κλῆρος) in leen kregen. Dit land verpachtten ze meestal aan Egyptische boeren. Naast
deze soldaten waren er ook beroepsmilitairen.
41
Papyrologisch leerboek, M. David en B.A. van Groningen, p. 17
24
4. Fragment 1: Polykrates aan zijn vader
We hebben nu gekeken naar de manier waarop papyrus in de Oudheid werd gebruikt
(hoofdstuk 1), hoe de papyrologie als wetenschap is ontstaan en uit welke hoofdfases deze
wetenschap bestaat (hoofdvraag 2) en naar achtergrondinformatie die het contextualiseren
van mijn papyrusfragmenten makkelijker zal maken (hoofdstuk 3). Ik zal nu het eerste
fragment analyseren. Het fragment is afkomstig uit Alexandrië en wordt vermoedelijk
gedateerd rond 260-246 v.Chr. Ik geef eerst de getranscribeerde Griekse tekst, zoals
voorgesteld door de Universiteit Groningen42, en daarna een vertaling, die mede tot stand is
gekomen met behulp aantekeningen van de Universiteit Groningen en de docent Grieks op
het Jan van Egmond Lyceum. Vervolgens zal ik ingaan op de bijzonderheden van dit
fragment.
4.1 de Griekse tekst
P. Petrie 2a. 11(1)
260-246 v.Chr.
1. Πολυκράτης τῶι πατρὶ χαίρειν. Καλῶς ποιεῖς εἰ ἔρρωσαι καὶ τὰ λοιπά σοι κατὰ
γνώμην ἐστίν ἐρρώ
2. μεθα δὲ καὶ ήμεῖς. Πολλάκις μὲν γέγραφά σοι παραγενέσθαι καὶ συστῆσαί με ὅπως
τῆς ἐπὶ τοῦ
3. παρόντος σχολῆς ἀπολυθῶ, καὶ νῦν δὲ εἰ δυνατόν ἐστιν καὶ μηθέν σε τῶν ἔργων
κωλύει
4. πειράθητι ἐλθεῖν εἰς τὰ Ἀρσινοεία. εὰν γὰρ σὺ παραγένηι πέπεισμαι ῥᾳδίως με τῶι
βασιλεῖ
5. συσταθήσεσθαι. Γίνωσκε δέ με ἔχοντα παρὰ Φιλωνίδου (δραχμὰς) ο. Ἀπὸ τούτου τὸ
μὲν ἣμυσυ
6. εἰς τὰ δέοντα ὑπελιπόμην, τὸ δὲ λοιπὸν εἰς τὸ δάνειον κατέβαλον. Τοῦτο δὲ γίνεται
7. διὰ τὸ μὴ ἀθροῦν ήμᾶς ἀλλὰ κατὰ μικρὸν λαμβάνειν. Γράφε δ' ήμῖν καὶ σὺ ἵνα εἰδῶ
8. μεν ἐν οἷς εἶ καὶ μὴ ἀγωνιῶμεν. επιμέλου δὲ καὶ σαυτοῦ ὅπως ὑγιαίνηις καὶ πρὸς η
10. μᾶς ἐρρωμένος ἔλθηις. Εὐτύχει.
Papyri lezen in de klas, een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met achtergrondinformatie,
aantekeningen en opdrachten. A.V. Bakkers 2007/2010, p. 14 en 26
42
25
4.2 de vertaling
“Polykrates aan zijn vader, gegroet. Je bent er goed aan toe als je gezond bent en de rest naar
jouw wens is: en met ons gaat het ook goed. Dikwijls heb ik jou geschreven om te komen en
mij aan te bevelen, zodat ik verlost word van mijn huidige vrije tijd. Probeer, als het mogelijk
is en het je niet afhoudt van je werk, terug te keren naar de Arsinoeia. Want als je bij mij bent
aangekomen, ben ik ervan overtuigd dat ik makkelijker bij de koning zal worden
aanbevolen. En weet dat ik 70 drachmen heb van Philonides. Van dit (bedrag) heb ik de helft
achtergelaten en de rest heb ik “laten vallen in een lening” (uitgeleend). En dit gebeurt, zodat
wij het niet in één keer, maar in kleine beetjes nemen. Schrijf aan ons, ook jij, zodat wij weten
hoe je bent en we niet bezorgd zijn. Zorg ook voor jezelf dat je gezond bent en kom naar ons,
terwijl het goed met je gaat. Vaarwel.”
4.3 analyse van het fragment
Genoemde personen
- Πολυκρατης > Polykrates
- Φιλωνιδης > Philonides
Inhoud & interpretatie van het fragment
Polykrates stuurt een brief aan zijn vader om te vragen of hij terug wil komen naar de
Arsinoeia. Daar bevindt Polykrates zich kennelijk op dat moment. Ook vraagt Polykrates of
zijn vader met de koning (is de farao) wil praten om Polykrates aan te bevelen. Polykrates’
vader was dus een belangrijk man aan het hof van de farao en de farao bevindt zich dus in
dezelfde stad als Polykrates, namelijk Alexandrië. We weten dat deze farao Ptolemaeus II is,
omdat Kleon in zijn dienst werkte (zie volgende alinea).Verder informeert Polykrates zijn
vader dat hij 70 drachmen van een zekere Philonides heeft gekregen en dat hij hiervan de
helft heeft uitgeleend, zodat ze niet alles in één keer opmaken. Waarschijnlijk was Polykrates
net klaar met zijn opleiding, en zocht hij een baan, wat aannemelijk is op grond van de zin
ὅπως τῆς ἐπὶ τοῦ παρόντος σχολῆς ἀπολυθῶ (zodat ik word verlost van mijn huidige vrije
tijd).
Over Polykrates’ vader, Kleon genaamd, hebben we enige informatie.43 We komen Kleon
voor het eerst tegen in het jaar 262 v.Chr. Hij is van Griekse afkomst en één van de migranten
die vanuit Griekenland naar Egypte – het land der mogelijkheid – is gekomen. Samen met
Metrodora, zijn vrouw, heeft hij twee zonen: Philonides en Polykrates. Philonides en
Polykrates woonden in Alexandrië (en de koning dus ook, blijkt uit Polykrates brief). Eerst
woonden Kleon en Metrodora ook hier, maar vanwege Kleons werk verhuisden ze naar
Krokodilopolis. Kleon is een goed opgeleid man, en heeft een belangrijke baan bij het hof van
43
Greeks in Ptolemaic Egypt, Naphtali Lewis, p. 37 t/m 45
26
de koning, Ptolemaeus II Philadelphus. Hij is een zogeheten architekton. Lewis noemt hem,
naast architect, een chief engineer.44 Hij stond zelfs zo hoog aangeschreven dat hij
waarschijnlijk persoonlijk met de koning kon praten. Dit lijkt aannemelijk op grond van de
zin: “Probeer, als het mogelijk is en het je niet afhoudt van je werk, terug te keren naar de
Arsinoeia. Want als je bij mij bent aangekomen, ben ik ervan overtuigd dat ik makkelijker bij
de koning zal worden aanbevolen.”
Bijzonderheden in het Grieks
Πολυκράτης τωι πατρὶ χαίρειν > Polykrates aan zijn vader, gegroet
Opmerkelijk is dat χαίρειν een infinitivus is. Χαίρειν is een algemene groet, zo werd een
brief begonnen. Ik heb hier het woordenboek geraadpleegd: LSJ χαίρω s.v. III 1.c. Het
woordenboek geeft aan dat je λέγει moet aanvullen: Polykrates zegt zijn vader te groeten.
Nu is het ook logische dat hier een infinitivus wordt gebruikt. Χαίρω heeft als betekenis zich
verheugen, maar in de Griekse brieven betekent het zoveel als groeten. Aan wie de brief wordt
geschreven, staat in de dativus (in dit geval τωι πατρι): χαίρω gaat met een dativus. Enkele
voorbeelden:
Ἀπολλώνιος Ζήνωνι χαίρειν (P. Cair. Zen. I 59002)45 > Apollonios zegt Zenon te groeten
Ζήνων Πανακέστορι χαίρειν (P. Cair. Zen. I 59129)46 > Zenon zegt Panakestor te groeten
Ἀριστευς Ἀπολλωνίωι χαίρειν (p. cair. Zen. I 59027) > Aristeus zegt Apollonios te groeten
In het verloop van mijn PWS heb ik het steeds vertaald als persoon 1 aan persoon 2, gegroet.
Werd een brief aan de koning of een ander hoogstaand persoon geschreven, werd de naam
van de koning als eerste geschreven: Βασιλεῖ Πτολεμαίωι χαίρειν Τουβίας (P. Cair. Zen. I
59075) > Aan koning Ptolemaeus, gegroet.
ἔρρώσαι/ ἐρρώμεθα
Deze vervoegingen komen van het werkwoord ῥώννυμι, wat zoveel betekent als sterk/gezond
zijn. Eerst dacht ik dat deze vormen van het werkwoord ἕρρω kwam, wat zich moeilijk
bewegen betekent, maar dat zou helemaal niet logisch in de zin geweest zijn. Vaak mag je
vormen van ῥωννυμι (voornamelijk in de vormen perfectum passief en imperfectum) ook
vrijer vertalen met een vertaling als goed gaan (wat ik ook heb gedaan bij ἕρρώμεθα δε και
ἡμεις > “en met ons gaat het ook goed”). Verder wordt ῥωννυμι ook gebruikt als afsluiting
van een brief, in de vorm ἕρρωσο.47
τὸ δὲ λοιπὸν εἰς τὸ δάνειον κατέβαλεν > “de rest heb ik laten vallen in een lening”
Deze vertaling klinkt heel gek, toch is het letterlijk wat er staat. De meest gebruikte vertaling
van καταβαλλω is laten vallen, maar in brieven omtrent geldzaken kan dit werkwoord ook
vertaald worden als betalen/lenen/geven (ligt aan de context. In dit geval is het nog specifieker
44
Greeks in Ptolemaic Egypt, Naphtali Lewis, p. 37
Zie hoofdstuk 6
Zie hoofdstuk 7
47 Zie ook hoofdstukken 6 en 7
45
46
27
en betekent het (in combinatie met ἐις το δάνειον > naar/in een lening) uitgeleend. Ook hier
heb ik het LSJ (LSJ καταβαλλω s.v. I. 4) gebruikt, hoewel ik er niet veel wijzer van ben
geworden.
εὐτύχει > Vaarwel
Naast ἕρρωσο wordt ook deze vorm gebruikt als afscheidsgroet, voornamelijk in de hogere
kringen in Egypte.48 εὐτύχει is een nette groet en heeft in het Nederlands dezelfde betekenis
als hoogachtend. (εὐτυχεω > gelukkig/welvarend zijn, εὐτύχει is 2e persoon imperativus > wees
gelukkig)
Meestal staat er onderaan een brief een datum en jaar 49 en aan de hand hiervan kan een
papyrusfragment gedateerd worden. Soms is dit echter niet het geval, maar de papyrus zelf
bevat ook enkele informatie in welke periode het geschreven is. Zo ook in dit fragment.
τα Ἀρσινοεία
Dit zijn de feesten vernoemd naar en ter ere van Arsinoë, de vrouw van farao Ptolemaeus II.
Ptolemaeus II leefde regeerde van 285 tot 246 v.Chr., en de verwijzing naar dit feest betekent
dat dit fragment uit de periode van 285 tot 246 stamt.
Daarnaast kunnen we de informatie over Kleon gebruiken om dit fragment meer precies te
dateren: hij is actief rond 260 v.Chr.. Het is dan aannemelijk dat dit fragment rond dezelfde
tijd werd geschreven.
48
Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorpe, p. 92
49
Zie paragraaf 2.3
28
Afbeelding 17 P. Petrie 2a. 11(1)
29
5. Fragment 2 Scheinloskauf
Het volgende fragment heb ik zelf geprobeerd te transcriberen. Dit was erg lastig (zie
paragraaf 2.3), maar het werken met de originele tekst was voor mij een hele leuke ervaring.
Het fragment komt uit een bundel genaamd Papyri Graecae Berolinenses, tabulae in usum
scholarum ·II· Berolini et Lipsiae, verzameld door Wilhelm Schubart. Het fragment komt uit
Elephantine en wordt gedateerd in 282 v.Chr..
5.1 de Griekse tekst
P. Eleph. 3
282 v.Chr.
Elephantine
1. βασιλεύοντος Πτολεμαίου (ἔτους) μα ἐφʼ ἱερέως εὐρέου τοῦ Προίτου τῶι γ (ἔτει)
μηνὸς Ἀρτεμισίου
2. κατέβαλεν Ἐλάφιον Σύρα μετὰ κυρίου Παντάρκους Ἀντιπάτρωι Ἀρκάδι τροφεῖα ὑπὲρ
αὑτῆς ἀργυρίου (δραχμὰς) τ.
3. μὴ ἐξέστω δὲ Ἀντιπάτρωι ἐπελθεῖν ἐπʼ Ἐλάφιον εἰσπράττοντι τροφεῖα ἢ κατα
4. δουλούμενον παρευρέσει μηδεμιᾶι μηδʼ ἄλλωι ὑπὲρ Ἀντιπάτρου. εἰ δὲ μὴ ἥ τʼ
ἔφοδος αὐτοῖς ἄκυρος
5. ἔστω καὶ ἀποτεισάτω Ἀντίπατρος Ἐλαφίωι ἢ τῶι ὑπὲρ Ἐλαφίου πορευομένωι ἐπίτιμον
(δραχμὰς) Γ.
6. ἡ δέ συγγραφὴ ἥδε κυρία ἔστω πανταχῆι οὗ ἂν ἐπιφέρηι Ἐλάφιον κατʼ Ἀντιπάτρου ἢ
ἄλλος
7. ὑπὲρ Ἐλαφίου πράσσων καθάπερ Ἐλαφίωι γέγραπται. μάρτυρες Παγκράτης Ἀρκάς,
Καφισίας
8. Φωκεύς, Δίφιλος Φωκεύς, Ἐπίνικος Χαλκιδεύς, Ἀθηναγόρας Ἀλεξανδρεύς, Ξενοκλῆς
Ῥόδιος50
50
http://papyri.info/ddbdp/p.eleph;;3intdupl?rows=2&start=0&fl=id%2Ctitle&fq=idno_led_path%3A3%3BP.Eleph.%3B*%3B*&sor
t=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=0&t=0
30
5.2 de vertaling
Dit fragment vond ik verreweg het lastigste om te vertalen, ik heb er dan ook veel tijd in
gestoken. Hieronder geef ik eerst, cursief gedrukt, mijn poging weer tot het vertalen van het
fragment. Daarnaast heb ik een vertaling op internet gevonden51; aan de hand hiervan ben ik
tot mijn uiteindelijke vertaling gekomen. Deze vertaling staat onder mijn eigen, cursieve
vertaling.
“In het derde jaar na het jaar waarin Ptolemaeus aan de macht kwam door de hogepriester Proitos in
de maand van Artemision, heeft Elaphion Syra samen met de heer Pantarkes aan Antipatros Arkadi
het [τροφεια] betaald ten behoeve van [αυτης, haar?] van 300 drachmen van (zilver)geld. Het moet
niet geoorloofd/mogelijk zijn voor Antipatros, terwijl hij het [τροφεια] tot stand brengt, te komen
naar Elaphion of hem tot slaaf makend door geen enkele schijnvertoning/smoes en niet een ander ten
behoeve van Antipatros. [ει] niet de [εφοδος] aan hen zonder autoriteit moet zijn en Antipatros moet
terugbetalen aan Elaphion, of aan hem die draagt ten behoeve van Elaphion, 3000 drachmen. Dit
document moet machtig zijn [πανταχνι] opdat Elaphion het brengt naar Antipatros, of een ander ten
behoeve van Elaphion, terwijl hij het tot stand brengt, evenals wat hij schreef aan Elaphion.
Getuigen: Pagkrates Arkas, Kaphisias Phokeus, Diphilos Phokeus, Epinikos Chalkideus, Athenagoras
Alexandreus, Xenokles Rodios“
“In het 41ste jaar van de heerschappij van Ptolemaeus en terwijl Eureos, de zoon van Proitos,
priester was, op de derde dag van de maand van Artemisios, heeft Elaphion, een Syrische
vrouw, onder bescherming van de heer Pantarkes, betaald aan Antipatros, de Arcadiër,
onderhoud [τροφεια] ten behoeve van haarzelf voor 300 drachmen van (zilver)geld. Het
moet niet mogelijk/geoorloofd zijn voor Antipatros of voor iemand anders ten behoeve van
Antipatros om Elaphion aan te klagen om haar onderhoud te vorderen of haar tot slaaf te
maken, onder geen enkele smoes/schijnvertoning. Als dit niet zo is, laat dan het
rechtsdocument ongeldig zijn en dan moet Antipatros betalen aan Elaphion, of aan hem die
voortgaat ten behoeve van Elaphion, 3000 drachmen. Dit document moet overal geldig zijn,
waar ook maar Elaphion het Antipatros zal verwijten, of een ander die ten behoeve van
Elaphion handelt, precies zoals het geschreven is door Elaphion.
Pankrates de Arcadiër, Kaphisias de Phociër, Diphilos de Phociër, Epinikos de Chalkidiër,
Athenagoras de Alexandriër, Xenokles de Rhodiër”
De grootste fout die ik gemaakt heb, is dat ik Elaphion aangezien heb voor een man, terwijl
ze een vrouw is. Dat verklaart ook αὐτης (genitivus enkelvoud vrouwelijk van αὐτος).
Verder kon ik nergens een goede betekenis van τροφεια (onderhoud) en εφοδος
(rechtsdocument) vinden. Daarnaast lijkt mijn eerste zin helemaal in niet op die van de
Engelse vertaling. Hierover zal ik in de volgende paragraaf meer uitleggen.
51
http://arthistory.wisc.edu/ah505/articles/Porten_et_al.,_The_Elephantine_Papyri.pdf , hoofdstuk D4
31
5.3 analyse van het fragment
Genoemde personen52
- Πτολεμαιος > Ptolemaeus (koning)
- Προιτος > Proitos (priester)
- Ελαφιον Συρα > Elaphion Syra (van Syrië)
- Πανταρκης > Pantarkes (heer)
- Αντιπατρος Αρκαδι > Antipatros Arkadi (van Arkadië, Griekenland)
- Παγκρατες Αρκας > Pankrates Arkas (van Arkadië, Griekenland)
- Κηφισιας Φωκευς > Kephisias Phokeus (van Phocis, Griekenland)
- Διφιλος Φωκευς > Diphilos Phokeus (van Phocis, Griekenland)
- Επινικος Χαλκιδευς > Epinikos Chalkideus (van Chalkis, Griekenland)
- Αθηναγορας Αλεξανδρευς > Athenagoras Alexandreus (van Alexandrië, Egypte)
- Ξενοκλης ‘Ροδιος > Xenokles Rhodios (van Rhodos, Griekenland)
Afbeelding 18 De Griekse kolonisatie van 750 tot 450 v.Chr.. Een goed beeld waarvandaan het gezelschap kwam.
Inhoud & interpretatie van het fragment
Dit fragment is een contract tussen Elaphion uit Syrië en Antipatros uit Arkadië. Elaphion
heeft 300 drachmen betaald aan Antipatros. Dit heeft zij betaald voor onderhoud of
bescherming. Antipatros mag dit niet terugvorderen of haar tot slaaf maken. Als hij dit wel
doet, moet hij 3000 drachmen betalen aan Elaphion. Misschien was het in andere gevallen
wel mogelijk voor een man om het onderhoud weg te nemen van een vrouw en om haar tot
slaaf te maken, maar door dit contract is dit nu niet meer mogelijk en als het toch gebeurt,
slaat er een grote ‘boete’ - van wel 3000 drachmen - tegenover.
52
http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=5838
32
Elaphion staat onder supervisie van Pantarkes, dit geeft aan dat een vrouw in de derde eeuw
v.Chr. niet in staat was om zelf een dergelijk contract alleen te sluiten. Het contract was wel
wat waard: ze was haar 300 drachmen niet kwijt en kon er altijd aanspraak op blijven maken
(‘Dit document moet overal geldig zijn, waar ook maar Elaphion het Antipatros zal
verwijten, of een ander die ten behoeve van Elaphion handelt, precies zoals het geschreven is
door Elaphion.’)
Er zijn zes getuigen die dit contract goedkeuren. Het is een erg internationaal gezelschap:
een Syrische vrouw, een man uit Arkadië, uit Phocis en zelfs een uit Alexandrië. Ik denk dat
dit geweest is zodat het contract werkelijk overal geldig zou zijn; dat ieder persoon een deel
van de Griekse wereld vertegenwoordigde, zodat het document opgesteld kon worden en
ook daadwerkelijk overal gold. Daarnaast geeft dit gezelschap ook aan dat er goede banden
tussen de verschillende (Griekstalige) gebieden waren en dat men ook in staat was om zulke
verre reizen te ondernemen.
De Duitse titel die aan dit fragment is gegeven, is scheinloskauf, schijnloskoop. Ik heb
geprobeerd deze titel te verklaren, maar ik ben niet tot een goede waterdichte conclusie
gekomen. Het zou zo kunnen zijn dat Antipatros Elaphion niet aan kon klagen en haar
vervolgens, onder mom van een smoes, tot slaaf zou maken. Maar dat heeft hij nog niet
gedaan, dus die theorie valt te verwerpen. Ik vind de Engelse titel Appointment of a guardian,
een afspraak van een beschermer (in dit geval Pantarkes), veel mooier, omdat het ook een
afspraak van Pantarkes (de guardian) – Elaphion mocht, als vrouw, natuurlijk geen contract
afleggen – is met Antipatros, in ruil voor onderhoud van Elaphion.
Bijzonderheden in het Grieks
μετὰ κυρίου Παντάρκους > onder bescherming van Pantarkes
Meestal betekent μετὰ samen met, maar in dit fragment – in combinatie met κυρίου
(genitivus) – kan dit het best vertaald worden met onder bescherming van. Een vertaling met
met zal iets kunnen worden als met Pantarkes als bevoegde of met het bevoegd gezag van
Pantarkes.
ἐπελθεῖν > aanklagen
Dit is een infinitivus aoristus van ἐπέρχομαι. In deze context betekent het zoveel als
aanklagen. Deze infinitivus hangt af van ἐξέστω: deze gaat namelijk gepaard met een
infinitivus. De aoristus kan verklaard worden omdat het hier gaat om een eenmalige, snel
afgeronde gebeurtenis (namelijk het aanklagen).
ὑπὲρ
De meest gebruikte betekenis van ὑπὲρ is boven (+ genitivus), maar in dit document heb ik het
vertaald als ten behoeve van.
33
εἰσπράττοντι, είσπράττω
είσπράττω in financiële context betekent rekenen of vragen, dus terwijl hij dat geld vroeg, of
eventueel terwijl hem dat geld verschuldigd was.53
τροφεῖα > onderhoud
Ik kon geen goede vertaling van dit woord vinden, totdat ik uiteindelijk – met behulp van de
Engelse vertaling en het LSJ (LSJ τροφεῖα s.v. II) – tot de vertaling van onderhoud ben
gekomen. In deze context kan het zelfs bescherming betekenen.
κυρία
In deze context betekent κυρία, in plaats van κυρίος machthebbend, zoveel als geldig. Het
document heeft overal macht, dat wil dus zeggen dat het overal geldig is.
Net als bij fragment 1 staat er ook onder dit contract geen datum en jaar. Toch kan deze
papyrus precies worden gedateerd, en wel met de eerste zin:
βασιλεύοντος Πτολεμαίου (ἔτους) μα ἐφʼ ἱερέως εὐρέου τοῦ Προίτου τῶι γ (ἔτει)
μηνὸς Ἀρτεμισίου: In het 41ste jaar van de heerschappij van Ptolemaeus en terwijl Eureos,
de zoon van Proitos, priester was, op de derde dag van de maand Artemision.
Dit was gebruikelijk bij (rechts)contracten: zo werd meteen de datum genoteerd zodat hier
geen onduidelijkheid over was. Wat opvalt, is dat hier niet gewerkt wordt met cijfers en
maanden (zie de appendix), maar dat haast wordt omschreven welk jaar het is: namelijk het
41ste jaar van de Ptolemaeïsche dynastie.
Zoals te zien is in mijn vertaling (in het derde jaar), was ik het hier eerst niet eens met de
Engelse vertaling: hoe zijn zij gekomen op een vertaling van in het 41ste jaar? Ik heb de letters
μα (41) over het hoofd gezien en gedacht dat je het onvertaald mocht laten: μα is hier echter
de datering van dit fragment: 41 jaar. Toch vind ik het gek, dat dit fragment gedateerd54 is in
282 v.Chr.. Als je gaat rekenen met de 41 jaar, zou het fragment in 262 v.Chr. gedateerd
worden (Ptolemaeus I werd farao in 303 v.Chr.) – dit is echter niet het geval: 282 v.Chr. is
gedateerd.
Door de fout in mijn vertaling (in het derde jaar in plaats van in het 41ste jaar) heb ik gedacht
dat het over Ptolemaeus II ging: dan zou het logisch zijn geweest dat dit fragment in 282
v.Chr. is gedateerd. Van mijn vertaling uitgaande, zou dit hebben betekend dat het fragment
in het derde jaar nadat Ptolemaeus (II) aan de macht kwam, geschreven werd, dus in, 285
min 3 jaar, 282 v.Chr. Hier heb ik nog een fout gemaakt: ik ben ervan uitgegaan dat het om
Ptolemaeus II ging, hoewel het Ptolemaeïsche geslacht bedoeld wordt. Was dit wel het geval,
dan zou Ptolemaeus aangeduid worden met zijn bijnaam of simpel weg het achtervoegsel Α’
53
Deze informatie heb ik van dhr. van der Veen, docent Grieks op het Jan van Egmond.
54
http://papyri.info/ddbdp/p.eleph;;3intdupl?rows=2&start=0&fl=id%2Ctitle&fq=idno_led_path%3A3%3BP.Eleph.%3B*%3B*&sor
t=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=0&t=0
34
(de eerste, duidend op Ptolemaeus de eerste) of Β’ (de tweede, namelijk Ptolemaeus de
tweede). Hier kwam ik er dus niet goed meer uit.
Afbeeldingen
19 en 20 P. Eleph. 3
35
6. Fragment 3 Brief van Apollonios aan Zenon
Dit fragment is een wat korter fragment. Het is een brief van Apollonios naar Zenon. Ik heb
deze brief zelf uitgekozen uit de papyri die beschikbaar zijn op papyri.info. Het fragment
komt uit Alexandrië en is geschreven op 23 november 260 v.Chr.
6.1 de Griekse tekst
P. Cair. Zen. 1 59002
23 november 260 v.Chr.
Alexandrië
1. Ἀπολλώνιος Ζήνωνι χαίρειν. ἀπεστάλκαμεν πρὸ[ς σὲ]
2. Νικόμαχον καὶ Ζωίλον. σύστησον οὖν αὐτοὺς [ -ca.?- ]
3. εἰς τὸν κέλητα \ἢ τὴν κυβαίαν/ ὅπως πλέωσι καὶ τὸ ὀψώνιον ὃ καὶ τοῖς
4. λοιποῖς ἐκτίθεται καὶ οὗτοι λαμβάνωσιν. ἔχουσι δὲ πρόδομα
5. παρʼ ἡμῶν ἕκαστος ἀργυρίου δραχμὰς εἴκοσι .
6. ἔρρωσο. (ἔτους) κϛ, Ὑπερβερε(ταίου) κε.55
6.2 de vertaling
“Apollonios aan Zenon, gegroet. Wij hebben (naar jou) Nikomachos en Zoion gestuurd.
Beveel hen dus aan (bij?...) […] naar rijpaard of boot opdat zij varen en opdat ook zij het
salaris, dat ook voor de anderen is weggelegd, in ontvangst nemen. En ze hebben van ons elk
een vooruitbetaling (gehad) van twintig drachmen van (zilver)geld. Vaarwel. Jaar 26,
Hyperberetaios 25”
6.3 analyse van het fragment
Genoemde personen56
- Απολλωνιος > Apollonios (uit Apollo)
- Ζηνων > Zenon (gift van Zeus)
- Νικομαχος > Nikomachos
- Ζωιλος > Zoilon
Inhoud & interpretatie van het fragment
Apollonios stuurt Zenon een brief, waarin hij zegt dat hij Nikomachos en Zoilon naar Zenon
heeft gestuurd. Ook spoort hij Zenon aan om hen aan te bevelen. Het is niet duidelijk bij wie
55http://papyri.info/ddbdp/p.cair.zen;1;59002?rows=2&start=0&fl=id%2Ctitle&fq=idno_led_path%3A59002%3BP.Cair._Zen.%3B
1%3B*&sort=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=0&t=0
56 http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=2293
36
zij aanbevolen moeten worden, omdat de tekst hier afgebroken is. Vervolgens moet Zenon
Nikomachos en Zoilon wegsturen naar een boot of paard zodat ze weggaan naar een plek
om hun salaris te ontvangen. Daarnaast hebben ze al een vooruitbetaling van 20 drachmen
ontvangen. Vermoedelijk moeten ze het restant van hun salaris op een andere plaats, de
plaats waar zij naartoe gaan, halen. Het is onduidelijk of de 20 drachmen al onderdeel van
hun salaris zijn.
Zenon57
Zenon werd geboren in Kaunos, een stad in Karië, in de eerste helft van de derde eeuw
v.Chr. als zoon van Agreophon. Hoewel Karië niet in Griekenland zelf lag (nu in huidig
Turkije), was dit gebied in de loop van de vierde eeuw v.Chr. Griekssprekend gewonden.
Een inheemse dynastie was hier toen aan de macht, waarvan Mausolos – dankzij zijn
beroemde graf, het Mausoleum – de beroemdste is. In de tijd dat Zenon leefde, hoorde Karië
grotendeels tot het Ptolemaeïsche rijk. Op deze manier kwamen heel wat Griekse Kariërs in
de administratie en het leger van Egypte terecht. Ook waagden velen om over te steken naar
Alexandrië, Egypte – de stad der mogelijkheden.
Afbeelding 21 ligging Kaunos en Alexandrië
We komen Zenon voor het eerst tegen in een brief van de Egyptische minister van financiën
(ὁ διοικητής), Apollonios, eind 261 v.Chr.. Zenon zelf heeft nog geen officiële functie maar
hij is vertrouwensman van Apollonios en handelsagent voor zijn particuliere
ondernemingen. Vanaf september 258 maakt Zenon deel uit van de staf van Apollonios: hij is
nu zijn privésecretaris. Na februari 256 v.Chr. gaat Zenon een steeds meer gevestigd leven
leiden. Hij woont in Philadelpheia, het centrum van Apollonios’ landgoed. Apollonios had
De volgende informatie komt uit Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorpe, en
https://www.lib.umich.edu/reading/Zenon/about.html
57
37
namelijk in 259 v.Chr. van koning Ptolemaeus II een enorm landgoed ontvangen in
Philadelpheia.
Afbeelding 22 de Fajoem gelegen in Egypte
Zenon krijgt eind april de leiding van dit landgoed en zijn voorganger Panakestor (zie
paragraaf 7.3) werd overgeplaatst naar Memphis. Apollonios geeft opdracht tot het
produceren van goederen voor de snel groeiende Griekse markt in Alexandrië. Hij volgt de
zaken van Zenon eerst van heel nabij, maar na enkele jaren neemt deze persoonlijke
betrokkenheid af. Apollonios laat het management nu bijna helemaal aan Zenon over. Zenon
zelf is echter meer gericht op het beheer van zijn persoonlijk vermogen.
Rond 248/247 v.Chr. neemt of krijgt Zenon om onbekende reden ontslag; de leiding komt nu
in handen van een nieuwe manager: Eukles. Ondertussen verandert er ook iets aan het hof:
op 28 januari 246 v.Chr. volgt Ptolemaeus II (Philadelphus) zijn vader op en anderhalf jaar
later wordt Apollonios ontslagen. Zenon blijft als werkloos burger in Philadelpheia wonen.
Arm is hij echter niet: hij belegt zijn geld slim in verschillende ondernemingen, zoals het
pachten van belastingen – hij was dus tollenaar – en het uitlenen van geld tegen rente. Ook
bezit hij enkele badhuizen; ze leveren hem veel geld op en zijn wat betreft bouwkosten niet
duur. Zijn laatste teken van leven dateert van 14 februari 229 v.Chr..
We weten zoveel over Zenon door het zogeheten Zenon Archief. Het archief bevat
belangrijke papyri – wel rond de 2000, verzameld en gedocumenteerd door Zenon (en later
door Anonymus, waarvan gezegd wordt dat hij niemand anders is dan Zenons broer
Apollonios58). De massa papyri werd kort na de Eerste Wereldoorlog gevonden door
Egyptische boeren die de vervallen huizen van het oude Philadelpheia afschepten om het op
hun akkers te strooien (omdat de huizen uit ongebakken leem vermengd met stro bestonden,
waren ze verteerd tot vruchtbare aarde). Ondanks dat de vele papyri verspreid raakten over
de wereld (de Egyptische wet stelt dat archeologische vondsten bezit zijn van de staat, maar
men trok zich hier weinig van aan en verkocht de papyri) wordt het archief een gesloten
58
Niet te verwarren met de minister van Financiën Apollonios
38
vondst genoemd: heel veel Zenonpapyri waren en zijn nog altijd in perfecte staat, ondanks
dat ze meer van 2000 jaar onder het zand hebben gelegen.
Prof. mr. P.W. Pestman van de Rijksuniversiteit van Leiden heeft met behulp van een
internationaal team (jonge papyrologen uit België, Engeland, Nederland en Polen)
geprobeerd orde te scheppen in het archief. In 1980 verscheen het eerste resultaat onder de
titel Greek and Demotic Texts from the Zenon Archive. Dit boek bevat alle tweetalige teksten
(Grieks en Demotisch), alle Zenonpapyri die ‘voor de gebruiker moeilijker te raadplegen
waren (omdat ze bijvoorbeeld ergens in een tijdschriftartikeltje of feestbundel gepubliceerd
werden)’59, alle teksten die meerdere malen gecorrigeerd waren, en enkele teksten die niet uit
het archief kwamen, maar er wel mee verbonden waren (denk bijvoorbeeld aan de brieven
van Kleon, en Apollonios, niet gericht aan Zenon zelf). In 1981 verscheen een volgend boek:
A Guide to the Zenon Archive, bestaand uit twee zogeheten volumes. Volume één, Lists and
Surveys, bestond uit een lijst met alle Zenonpapyri – de basis van de Guide. Verder staan hier
voor elke tekst de gepubliceerde foto’s in en eventuele correcties in de papyri zelf. Het
tweede volume, Indexes and maps, belicht het archief vanuit verschillende hoeken.
Toch is het onderzoek nog niet klaar: er zijn nog tientallen onuitgegeven papyri in Londen,
Michigan en Caïro. Het gaat hier vaak om kleine fragmentjes van enkele regels, of zelfs maar
van een tiental letters. Maar juist dit is een van de grootste uitdagingen: het aaneenpuzzelen
van fragmenten die over de hele wereld verspreid liggen. En dat is nou juist het werk van
een papyroloog.
Bijzonderheden in het Grieks
ἁπεστάλκαμεν > wij hebben gestuurd
Dit is waarschijnlijk een koninklijk meervoud (1e persoon, meervoud, perfectum). In plaats
van wij hebben gestuurd, wordt er ik heb gestuurd bedoeld. Ook in fragment 4 (hoofdstuk 7)
wordt deze vorm gebruikt.
πλέωσι en λαμβάνωσιν
Dit zijn beide conjunctivi. Dat zie je door de verlengde bindvocaal (omikron ο wordt omega
ω). Als je naar de uitgang van het werkwoord kijkt, zie je dat λαμβανωσιν een –ν aan het
einde heeft, en bij πλεωσι de uitgang –ωσι. Nu kan je, als papyroloog tijdens het
transcriberen, weten dat hier de zin eindigt met λαμβάνωσιν, omdat als een zin eindigt met
deze werkwoordsvorm (3e persoon, meervoud), de uitgang –ωσιν (met een nu ν) wordt in
plaats van –ωσι. Als echte papyroloog kan ook dit weerlegd worden omdat het volgende
woord (ἔχουσι) met een klinker begint, dus had er sowieso al een slot –ν moeten staan.
Waarschijnlijk is deze interpretatie dat na λαμβάνωσιν een nieuwe zin begint toch juist,
maar dan met name omdat er δὲ staat na ἔχουσι. δὲ staat altijd op de tweede plek van de zin,
59
Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorpe, hoofdstuk 2, p. 13
39
en zo weet je dat er bij ἔχουσι een nieuwe zin begint (of er in ieder geval een komma voor
moet staan).
ἕρρωσο
ῥωννυμι wordt gebruikt als afsluiting van een brief, in de vorm ἕρρωσο60 (2e persoon
perfectum imperativus > wees gezond), wat je kunt vergelijken met het Latijnse woord vale,
vaarwel (vale komt van valere, wat gezond zijn betekent, hier zie je dat allebei de talen precies
hetzelfde middel gebruiken om hun (afscheids)groet uit te drukken).
(ἔτους) κϛ, Ὑπερβερε(ταίου) κε > Jaar 26, Hyperberetaios 25
Onze eerste datering door middel van cijfers en maanden (zie de appendix). Hier wordt
echter geen gebruik gemaakt van de Egyptische maanden, maar van de Macedonische
kalender: Ὑπερβερεταίους komt overeen met Μεσορή, wat loopt van 25 juli tot 23
augustus, daarvan de 25e dag, dus 23 november. In het 26e jaar na Ptolemaeus II aan de
macht kwam, dus jaar 260 v.Chr. (want 285 min het 26e jaar). Deze brief dateert dus uit 23
november 260 v.Chr..
Afbeeldingen 23P. Cair. Zen. 1 59002
60
Zie ook paragraaf 7.1
40
Afbeelding 24 P. Cair. Zen. 1 59002
41
7. fragment 4 Brief van Zenon aan Panakestor
Het vorige fragment was een brief aan Zenon, daarom heb ik ervoor gekozen om ook een
brief van Zenon zelf te onderzoeken. Het fragment dateert van 22 maart 256 v.Chr. Ook deze
papyri heb ik gevonden op papyri.info.
P. Cair. Zen. 1 59129
22 maart 256 v.Chr.
Krokodilopolis
7.1 de Griekse tekst
1. Ζήνων Πανακέστορι χαίρειν.
2. ἀπεστάλκαμέν σοι τό τε
3. πορεῖον καὶ ἀργυρίου
4. δραχμὰς ἑκατόν ,
5. ⟦συν⟧ ἀριθμήσα\ν/τες
6. Εὐτυχίδηι· πλεῖομ61 μὲγ62 γὰρ
7. οὐκ ἠδυνήθημεν λαβεῖν.
8. σύνταξον δὲ καὶ τῆς
9. \χλωροτά/της63 κριθῆς καὶ
10. ἁδροτάτης ἀγώγια
11. δύο ἀποστεῖλαι ⟦καὶ ὅπως⟧
12. εἰς Κροκοδίλων πόλιν,
13. ἵνα χῖδρα γένηται.
14. ⟦καὶ αὐθη⟧ ⟦καὶ ὅπ⟧ ὡς δʼ ἂν
15. ἀποτρίψωσιν64
16. αὐτάς, εὐθέως ἀγέτωσαν,
17. ὅπως μὴ συγκαυθεῖσα
Of πλειον
= μεν
63 Of απαλωτατης
64 Of απο[[κοψωσιω]]
61
62
42
18. ἔγλευκος γένηται
19. καὶ ἀχρεῖος. καὶ τῆς κράμβης δὲ
20. ἀπόστελλε ἡμῖν.
21. ἔρρωσο. (ἔτους) κθ, Τῦβι κη.65
7.2 de vertaling66
“Zenon aan Panakestor, gegroet. Wij hebben naar jou gestuurd zowel de lading als 100
drachmen van (zilver)geld wat we hebben gegeven aan Eutuchides: want wij zijn niet in
staat geweest de winst gepakt te hebben (we hebben geen winst kunnen maken). En beveel
twee ladingen van het zachtste en het zo grootst mogelijke gerst te zenden naar
Krokodilopolis, hier ontspruit het chidra67. Wanneer zij het hebben afgesneden, sturen wij
het direct, anders wordt de havermout (συγκαυθεια) wit en onbruikbaar. Wij zenden ook
kolen. Vaarwel. Jaar 29, Tubi 28”
7.3 analyse van het fragment
Genoemde personen68
- Ζηνων > Zenon
- Πανακεστορ > Panakestor
- Ευτυχιδης > Eutuchides
Inhoud & interpretatie van het fragment
Zenon stuurt aan Panakestor een brief waarin hij hem zegt een lading (van wat?) en 100
drachmen te hebben gestuurd. Ook deelt Zenon hem mee dat hij geen winst heeft kunnen
maken en dat Panakestor ervoor moet zorgen dat twee ladingen van het zachtste en grootst
mogelijke gerst naar Krokodilopolis wordt gestuurd, hiervan wordt het Chidra gemaakt naar
Panakestor toe, en als ze het hebben afgesneden, doet hij dit meteen, anders wordt het wit en
onbruikbaar – het kan niet meer gegeten, dus niet meer verkocht worden, wat geen winst
oplevert. Ook stuurt Zenon hem de kolen.
Panakestor wordt op 9 mei 257 v.Chr. manager van Apollonios’ enorme landgoed in de
Fajoem (en is hiermee voorganger van Zenon). Panakestor is van dezelfde streek afkomstig
als Zenon, hij is waarschijnlijk in Palestina aan Zenon voorgesteld door een onbekende dame
en daarna onder Zenons bescherming geplaatst.
65http://papyri.info/ddbdp/p.cair.zen;1;59129?rows=3&start=113&fl=id%2Ctitle&fq=series_led_path%3Ap.cair.zen%3B1%3B*%3
B*&sort=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=114&t=124
66 Om mijn vertaling te controleren, heb ik het boek Les Papyrus de Zenon, l’horizon d’un grec en Egypte au III siècle avont J.C.,
Claude Orrieux,p. 63, geraadpleegd
67 Onrijp tarwegort
68 http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=778
43
Panakestor bevindt zich op dit moment in Philadelpheia (daar ligt Apollonios’ landgoed) en
Zenon (nu privésecretaris van Apollonios) bevindt zich in Krokodilopolis. Als privésecretaris
van de minster van Financiën is Zenon op rondreis in de Nijldelta. Hij stuurt het geld dat er
in Krokodilopolis verdiend is naar het landgoed van Apollonios. Hij gebiedt zelfs gerst te
zenden zodat er weer Chidra van wordt gemaakt.
Bijzonderheden in het Grieks
ἀπεστάλκαμέν > wij hebben gestuurd
Tevens een koninklijk meervoud (zie paragraaf 6.3) (1e persoon, meervoud, perfectum). Ik heb
gestuurd in plaats van wij hebben gestuurd als vertaling.
πορεῖον > lading
Ik heb dit vertaald als lading, het LSJ geeft carriage (LSJ πορεῖον s.v. I) als vertaling of load
(LSJ πορεῖον s.v. II).
σύνταξον ἀποστεῖλαι > beveel te zenden
σύνταξον is een 2e persoon enkelvoud imperativus sigmatische aoristus van συντάσσω en
ἀποστεῖλαι een infinitivus aoristus van ἀποστέλλω zenden (naar). Tijdens het vertalen heb ik
ἀποστεῖλαι ten onrechte aangezien voor een 2e persoon enkelvoud imperativus medium
waardoor mijn vertaling totaal niet klopte (het zijn namelijk twee dubbelvormen). Met
behulp van de Franse vertaling ben ik opnieuw naar de Griekse tekst gaan kijken en kwam
ik tot de conclusie dat ἀποστεῖλαι inderdaad een infinitivus aoristus is en geen imperativus.
⟦καὶ αὐθη⟧ ⟦καὶ ὅπ⟧
Hier zie je dat Zenon zich tot twee keer toe aan verbeterd (oftewel hij streept door wat hij
geschreven had), om vervolgens met de woorden ὡς δʼ ἂν ἀποτρίψωσιν69 αὐτάς wanneer zij
dit afsnijden verder te gaan (αὐτάς slaat terug op χῖδρα).
(ἔτους) κθ, Τῦβι κη > jaar 29, Tubi 28
Hier kom ik er bij de maanddatering niet meer uit: er staat dat deze brief geschreven is op de
28e Tubi, dat loopt van 27 december tot 25 januari, wat dus zou betekenen dat het geschreven
zou zijn op 24 januari, maar papyri.info dateert dit fragment op 22 maart. Met het jaartal ben
ik het wel eens: het 29e jaar van Ptolemaeus’ II regeerperiode, dus in 256 v.Chr. Ik dateer dit
fragment op 24 januari 256 v.Chr., papyri.info dateert dit op 22 maart 256 v.Chr.
69
Of απο[[κοψωσιω]]
44
Afbeelding 25 P. Cair. Zen. 1 59129
45
Afbeelding 26 P. Cair. Zen. 1 59129
46
Conclusie
Na een periode van chaos – de Perzen die de Egyptische bevolking telkens bedreigden –
kwam er met de Ptolemaeïsche dynastie rust en orde. De Egyptenaren ontvingen Alexander
de Grote als redder en op deze manier – zonder enig geweld - werd ook Egypte bij het
Macedonische rijk ingelijfd. Hoe de Grieken dit veroverde gebied bestuurden, hoe ze
woonden en leefden tussen de inheemse bevolking of juist apart in hun eigen Griekse
wijken, hoe hun taal werd verspreid en de cultuur in stand gehouden of juist vermengde met
de Egyptische, dat leren we het best kennen uit de papyri, documenten uit het dagelijks
leven. Deze papyri laten ons flitsen uit het verleden zien die ons kunnen helpen met het
onderzoek naar het leven van de Grieken in Egypte in de derde eeuw v.Chr.. Echter, dit is
nooit het totaalbeeld, slechts enkele flitsen, losgerukt uit hun context. Daarom is het
belangrijk dat er naar de papyri wordt gekeken zonder enig ‘vooroordeel’. Er moet gekeken
worden naar wát er nou precies staat. Wat vertelt dit fragment ons en waarom zou dit zo zijn
opgeschreven? Als men dat goed in zijn hoofd heeft, kan men verbanden gaan leggen met
andere kennis en papyri. In dit onderzoek hebben we een contract (hoofdstuk 5) en brieven
(hoofdstukken 4, 6 en 7) gelezen en geanalyseerd en deze bieden ons een kijkje in het leven
aan het Griekse hof in Egypte, derde eeuw v.Chr..
Mijn onderzoeksvraag luidt nogmaals: welke informatie kunnen we uit papyri halen? Mijn
hoofddoel was om papyri in context te kunnen plaatsen . Daarvoor heb ik eerst onderzoek
gedaan naar hoe papyri in de Oudheid gebruikt werden (deelvraag 1): zodat ik een scherper
verwachtingspatroon heb van hoe een papyrusfragment eruit ziet. Vervolgens heb ik
onderzocht hoe papyri bestudeerd worden (deelvraag 2): zodat ik de middelen versta
waarmee je een papyrusfragment moet analyseren. Daarna heb ik naar de context gekeken
waarin mijn papyrusfragmenten gedateerd worden (deelvraag 3): hierdoor gaat het
interpreteren van de fragmenten mij makkelijker af. Als grootste deel van mijn onderzoek
ben ik met het ‘veldwerk’ bezig geweest (deelvragen 4,5,6 en 7). Hier heb ik al mijn kennis,
die ik tijdens dit onderzoek heb vergaard, op toegepast. De Griekse teksten waren al
getranscribeerd en gereconstrueerd, hoewel hier nog wel discussie over was, bijvoorbeeld in
fragment 4 (deelvraag 7): in regel 6 staan het woord πλεῖομ. De uitgever kon de letters hier
niet goed lezen en geeft aan dat er in plaats van πλεῖομ ook πλειον kon hebben gestaan. Ik
heb mij in deze deelvragen voornamelijk beziggehouden met de laatste stap van het
begripsproces van een papyrus (zie paragraaf 2.3), namelijk interpreteren (en
contextualiseren). Aan de hand van een zelfgemaakte vertaling heb ik deze fragmenten
geanalyseerd en in hun context geplaatst. Fragment 1 (deelvraag 4) geeft ons een beeld over
Polykrates en zijn vader Kleon die, zo blijkt uit de brief, een hoge functie bij de koning had.
Deze ene brief is slecht één klein puzzelstukje van het leven van Kleon. Wel een onmisbaar
stukje: met behulp van andere papyri die omtrent Kleon zijn gevonden, kunnen we ons een
beeld vormen van zijn leven en het leven aan het hof van de koning. Fragment 2 (deelvraag
5) laat ons een wel heel bijzonder contract zien: een vrouw, Elaphion, onder bescherming
47
van Pantarkes, die een contract afsluit met Antipatros. Wat bijzonder is aan dit fragment is
dat duidelijk naar voren komt dat Antipatros Elaphion niet tot slavin kan maken. Hieruit
kunnen we opmaken dat in de derde eeuw v.Chr. het kennelijk gebruikelijk was om iemand
tot slaaf te maken en het τροφεῖα (onderhoud) terug te kunnen vorderen. Door dit contract
kan dat niet meer en is Elaphion als het ware ‘veilig’ in de toekomst. Ook geeft dit een beeld
van de status van de vrouw: ze mocht immers niet zelf het contract afsluiten, maar doet dit
onder bescherming van haar heer Pantarkes. Fragmenten 3 en 4 (deelvragen 6 en 7) komen
allebei uit het Zenon Archief (zie paragraaf 6.3): een brief voor en een brief van Zenon. De
brief aan Zenon (deelvraag 6) is geschreven door de dioketes (zie paragraaf 3.3) Apollonios.
Dit is een financieel getinte brief, we kunnen hieruit opmaken wat de taken precies zijn van
Zenon en Apollonios. De twee mannen, Nikomachos en Zoilon, zijn in dienst bij Apollonios
en hij zendt hen naar een andere plek, zodat ze het salaris in ontvangst nemen. Zenon
beschikt kennelijk over het geld om deze mannen te betalen. Dit geeft ons een kijkje in de
communicatie tussen Apollonios en Zenon. Fragment 4 (deelvraag 7) is ook een financiële
brief, geschreven door Zenon zelf. Hij stuurt het aan Panakestor, die dan huisbaas is van
Apollonios’ landgoed. Deze brief laat ons naast het financiële aspect nog wat zien, namelijk
de eetgewoontes van de Grieken in Egypte. Dat klinkt wat ver gezocht, maar Zenon gebiedt
gerst te sturen zodat er chidra van gemaakt kan worden, in Krokodilopolis. Hij stuurt het, als
het gegroeid is en het is afgesneden, daarna meteen weg, anders wordt het wit en
onbruikbaar: de Grieken hielden dus van zacht en niet wit chidra.
Ten slotte wil ik nogmaals benadrukken dat de papyrusfragmenten slechts flitsen zijn die
ons kunnen helpen in het onderzoek naar de Oudheid. Gelukkig zijn er heel veel
papyrusfragmenten gevonden die allemaal één klein puzzelstukje vormen van die hele grote
puzzel die ons een beeld toont van de Oudheid. De taak van een papyroloog is om al deze
stukjes te verzamelen, transcriberen, reconstrueren, interpreteren en in elkaar zetten tot één
grote puzzel.
Sanne Pouw
48
Appendix
Data70
De maandnamen die in de Griekse papyri worden gebruikt zijn doorgaans de oude
Egyptische namen. Er waren twaalf maanden met ieder 30 dagen, en aan het eind van het
jaar vijf extra. Een maand was opgedeeld in drie weken, met elk 10 dagen (decaden) Het
Egyptische leven werd beheerst door de landbouw en het overstromen van de Nijl. Het
Egyptische jaar begon wanneer de Nijl op zijn hoogst stond, op de eerste Thoth (Θώθ). Er
waren drie seizoenen: Achet (overstroming) van half juni tot half november, Peret (winter)
tot half maart, en daarna Sjemoe (oogst).Aan het eind van de Sjemoe kwamen de vijf extra
dagen; ze waren de verjaardagen van Osiris, Seth, Isis, Nephtys en Horus.
Egypte
Nederland
Θώθ
29/08-27/09
Φαώφι
28/09-27/10
Ἁθύρ
28/10-26/11
Χοίακ
27/11-26/12
Τυβι
27/12-25/01
Μεχειρ
26/01-24/02
Φαμενώθ
25/02-26/03
Φαρμουθι
27/03-25/04
Παχών
26/04-25/05
Παυνι
26/05-24/06
’Επείφ
25/06-24/07
Μεσορή
25/07-23/08
ἅι ἔπαγόμεναι
24/08-28/08
Jaren werden gerekend vanaf het jaar waarin de farao aan de macht kwam. Stel het is jaar 28
met Ptolemaeus II aan de macht, dan is dat in onze jaartelling 257v.Chr..
Om de cijfers uit te drukken in het Grieks, wordt het alfabet gebruikt. Dit was normaal. Ook
in het Hebreeuws werd dit al gedaan. De huidige (westerse) cijfers worden Arabische cijfers
genoemd – wat eigenlijk ten onrechte is, want de Arabieren namen ze over uit India. Het
grootste getal wordt voorop gezet, de cijfers daarna moeten erbij opgeteld worden.
Papyri lezen in de klas, een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met achtergrondinformatie,
aantekeningen en opdrachten. A.V. Bakkers 2007/2010, p. 7 t/m 9 en http://landvandefaraos.nl/content/kalender/
70
49
α–1
ι – 10
ρ – 100
΄Α – 1000
β–2
κ – 20
σ – 200
΄Β – 2000
γ–3
λ – 30
τ – 300
et cetera
δ–4
μ – 40
υ – 400
ε–5
ν – 50
φ – 500
ς – 6 (stigma)
ξ – 60
χ – 600
ζ–7
ο – 70
ψ – 700
η–8
π – 80
ω – 800
θ-9
ϙ - 90 (qoppa)
ϡ – 900 (sampi)
Voorbeeld: Βφπδ is dus 2000+500+80+4=2584
50
Bronnen
Les Papyrus de Zenon, L’horizon d’un grec en Egypte au IIIe siècle avant J.C., E. Will, 1900
Greek papyri, an introduction, E.G. Turner, 1968
Greeks in Ptolemaic Egypt, N. Lewis, 1986
Kort overzicht van de geschiedenis van de papyrologie, F.A.J. Hoogendijk [uit: P.W. Pestman e.a.,
Vreemdelingen in het land van Pharao, Zutphen 1985, pp. 105-109]
Papyri lezen in de klas, een selectie Griekse teksten uit Egypte voor de middelbare scholier met
achtergrondinformatie, aantekeningen en opdrachten. A.V. Bakkers, 2007/2010
Papyri Graecae Berolinenses, tabulae in usum scholarum ·II· Berolini et Lipsiae, verzameld door
Wilhelm Schubarti, 1911
Papyrologisch leerboek, M. David en B.A. van Groningen, 1940
Reading Papyri, Writing Ancient History, Roger S. Bagnall, 1995
Scribes & Scholars, A Guide to the Transmission of Greek & Latin Literature, L.D. Reynolds & N.G.
Wilson, 1990
Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden, W. Clarysse en K. Vandorp, 1990
http://sterzoeker.blogspot.nl/2011/03/papyrus-maken.html
https://www.britannica.com/topic/Alexandrian-Museum
http://www.touregypt.net/featurestories/ptolemy2.htm
https://www.britannica.com/place/ancient-Egypt/Macedonian-and-Ptolemaic-Egypt-332-30bc#ref936466
http://www.hum.leidenuniv.nl/papyrologisch-instituut/over-griekse-papyrologie/grieksepapyrologie.html
http://nl.unionpedia.org/Ptolemaeus_II_Philadelphus
http://www.livius.org/ps-pz/ptolemies/ptolemy_ii_philadelphus.html
https://www.lib.umich.edu/reading/Zenon/about.html
http://arthistory.wisc.edu/ah505/articles/Porten_et_al.,_The_Elephantine_Papyri.pdf p. 431
http://www.perseus.tufts.edu/hopper/morph
51
http://www.hum.leidenuniv.nl/papyrologisch-instituut/informatiebronnen/geschiedenisvan-de-papyrologie.html
http://sterzoeker.blogspot.nl/2011/03/papyrus.html
http://www.perseus.tufts.edu/hopper/morph
https://www.lib.umich.edu/reading/Zenon/about.html
http://landvandefaraos.nl/content/kalender/
http://www.stilus.nl/oudheid/wdo/grieken/GES/PTOLEM.html
http://papyri.info/ddbdp/p.eleph;;3intdupl?rows=2&start=0&fl=id%2Ctitle&fq=idno_led_pat
h%3A3%3BP.Eleph.%3B*%3B*&sort=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=0&t=0
http://arthistory.wisc.edu/ah505/articles/Porten_et_al.,_The_Elephantine_Papyri.pdf
http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=5838
http://papyri.info/ddbdp/p.cair.zen;1;59002?rows=2&start=0&fl=id%2Ctitle&fq=idno_led_pat
h%3A59002%3BP.Cair._Zen.%3B1%3B*&sort=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=0&
t=0
http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=2293
http://papyri.info/ddbdp/p.cair.zen;1;59129?rows=3&start=113&fl=id%2Ctitle&fq=series_led_
path%3Ap.cair.zen%3B1%3B*%3B*&sort=series+asc%2Cvolume+asc%2Citem+asc&p=114&t=
124
http://www.trismegistos.org/ref/ref_list.php?tex_id=778
52
Download