DOOPVIERING: Algemeen schema A. B. C. Opening van de viering 1. Woord van welkom Doopbegeleiding 2. Opening van de viering Voorganger 3. Muziek/Lied 4. Naamgeving 5. Gebed Voorganger Dienst van het Woord 6. Lezing 7. Overweging Voorganger 8. Geloofsbelijdenis Allen 9. Muziek/lied Doopbegeleiding Viering van het Doopsel 10. Gesprek met kinderen Doopbegeleiding 11. Zegening van het water Voorganger 12. Doopbeloften 13. Handoplegging Voorganger 14. Doop met water Voorganger 15. Zalving met olie Voorganger 16. Zout (facultatief) Voorganger Doopkaars Voorganger 17. 18. D. Ouders / voorganger Ouders/peetouders Muziek/Lied Afsluiting van de viering 19. Voorbeden Ouders/peetouders/voorganger 20. Onze Vader Allen 21. Slotgebed Voorganger 22. Zending en zegen Voorganger 23. Muziek/Lied DOOPVIERING: VOORBEELDTEKSTEN 1 4. Voorbeelden van naamgeving 4a Naamgeving. Pastor: Ieder ouderpaar vertelt in de viering waarom zij hun kind déze naam hebben gegeven en eventueel waarom déze doopnamen gekozen werden. Dan wordt gelezen: Zo spreekt de Heer: “Kan een moeder haar kind vergeten? En al zou zij het vergeten, Ik vergeet je nooit. Kijk, Ik heb je gegrift in de palm van mijn handen,” (Jesaja 49, 15-16). God onze Vader, wij schrijven de namen van onze kinderen nu neer. Wij geloven, dat ze onuitwisbaar geschreven staan in Uw hand. Terwijl de vader de naam van zijn kind opschrijft, wordt door de kinderen gezongen: ...., je naam staat geschreven in Gods hand. ...., je naam staat geschreven in Mijn hand. Ouders: 4b Naamgeving Pastor: Ouders: Pastor: 4c God onze Vader, de naam van ons kind staat geschreven in de palm van Uw hand. Wij vragen U niet onze kinderen voor elk verdriet te sparen, maar weest U voor hen wel een troost als ze eenzaam zijn en bang. Houd U onze kinderen vast als wij ze los moeten laten en laat altijd uw kracht boven hun zwakheid staan. Amen. Beste .... en ..., aan jullie zorgen werd dit kind toevertrouwd. Welke namen hebben jullie gekozen voor jullie kind, opdat het zo voortaan door God en de mensen gekend zal worden? Wij noemen onze zoon/dochter ..... en zijn/haar doopnamen zijn ..... ......., jouw naam staat geschreven in de palm van Gods hand. Deel dan ook in Gods liefde en sta open voor al het goede dat Hij jou op je levensweg zal schenken. Naamgeving Pastor: Toen God alles gemaakt had schiep Hij tot slot de mens. Hij liet de mens alles zien wat Hij gemaakt had en zei: ”Dit is allemaal van jou. Je mag elk ding, elk 2 Ouders: Pastor: dier, elke plant en elk mens een naam geven en die naam zal het behouden voor altijd.” (Genesis 2) Sinds die tijd geven wij aan elk nieuw wezen een naam. ..... en ....., met welke naam willen jullie dat je kind genoemd wordt, nu en voor altijd? ........ ......., de naam waarmee wij hem/haar zullen aanspreken, waarnaar hij/zij zal luisteren en waarin wij onze liefde voor hem/haar zullen uitspreken. ....., jouw naam staat nu voor altijd geschreven in de palm van Gods hand en in het Boek des Levens. 6. Voorbeelden van Lezingen uit de Bijbel 6a. Kinderen en grote mensen bij Jezus. (Marcus 10, 13-16) De mensen brachten hun kinderen bij Hem, ze wilden dat Hij ze zou aanraken, maar de leerlingen wezen hen af. Toen Jezus dat zag, werd Hij kwaad: “Laat die kinderen toch bij me komen, houd ze niet tegen, want het Koninkrijk Gods is voor wie zijn als zij. Ik verzeker jullie: wie het koninkrijk van God niet aanvaardt zoals een kind dat doet, komt er niet binnen.” En Hij sloeg zijn armen om hen heen, legde ze de handen op en zegende hen. 6b. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn. Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze thuis waren, vroeg Hij hun: “Waar hebben jullie het onderweg samen over gehad?” Zij zeiden niets, want ze hadden er onderweg ruzie over gehad, wie van hen de belangrijkste was. Jezus ging zitten, riep de twaalf bij zich en zei: “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal worden en ieders dienaar.” Hij trok een kind naar zich toe, zette het midden in de kring, sloeg er zijn armen om heen en zei: “Wie in mijn naam zo'n kind aanvaardt, neemt daarin mijzelf aan. En wie mij aanvaardt, neemt daarin niet mij aan, maar Hem die Mij gezonden heeft.” (Marcus 9, 33-37) 6c. De doop van Jezus (Matteüs 3, 13-17) 3 Jezus ging naar Galilea naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. Maar Johannes probeerde Hem er van af te brengen: “Ik hoor door U gedoopt te worden en U komt naar mij?” “Doet het nu maar,” antwoordde Jezus, “want we moeten alles doen zoals God het heeft beschikt,” Toen gaf Johannes toe. Zodra Jezus gedoopt was, kwam Hij uit het water. En de hemel ging open en Hij zag de geest van God als een duif op hem neerkomen. En uit de hemel klonk een stem: “Hij is mijn enige Zoon, de man naar mijn hart.” 6d De doop redt (Marcus 16, 9-17.19-20) Nadat Hij in de vroege morgen van de eerste dag van de week verrezen was, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit wie Hij zeven duivels had uitgedreven. Deze ging het vertellen aan hen die zijn metgezellen waren geweest en die nu rouwden en weenden. Maar toen die hoorden, dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet. Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen, toen dezen te voet op weg waren, naar buiten. Nadat dezen teruggekeerd waren, vertelden zij het aan de overigen, maar zelfs zij werden niet geloofd. Later verscheen Hij aan de elf, terwijl zij aan tafel aanlagen. Hij maakte hun een verwijt van hun hardnekkig ongeloof, omdat zij geen geloof hadden geschonken aan degenen die Hem gezien hadden, nadat Hij verrezen was. Daarop sprak Hij tot hen: ”Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping. Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden. [...]” Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd hij ten hemel opgenomen en zit aan de rechterhand van God. Maar zij trokken uit om overal te prediken en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden. 6e. Vertrouwen (Naar Matteus 6) Wees er niet op uit om te halen en te hebben. Want al wat je vergaart, verroest en wordt aangevreten of afgenomen. Maak je een hemel eigen, die van alles gevrijwaard is. Waar je schat is, daar is je hart. Niemand kan twee heren dienen. Voor de één loop je het stof uit je sloffen, voor de ander kom je niet eens overeind. 4 Daarom zeg ik je: maak je niet zo druk om eten of drinken of waarmee je jezelf kleden zult. Kijk naar de vogels in de lucht. Ze zaaien, maaien en oogsten niet; ze leven gegeven. Kijk naar de lelies op het veld. Ze werken noch spinnen en toch ging Salomo met al zijn pracht niet gekleed als zij. Zoek God en zijn geheim in alle diepte en vrede. De rest is toegift. 6f Van oorsprong (naar Psalm 139) Uw kind ben ik met hart en ziel, van stonde af aan. Nog voor ik ontstond, was ik in het leven. De liefde had me nog niet gewekt, en ik werd al bemind. Eerder dan ik aan het licht kwam, ben ik gezien. Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder, als een wonder daar geschapen. Gij wist van mij al voor ik was en hoorde mij toen ik in alle stilte werd gevlochten uit het hart van de aarde. Gij hield mij in het oog al voor ik werd geboren; heel mijn leven lag voor U open en ik had er nog geen dag van beleefd. Bewaar mij en neem ter harte wat in mij omgaat: dat ik niet naar nergens onderweg ben; dat mijn pad niet doodloopt. 6g Van kinderen afgelezen Hoe menselijk en vanzelfsprekend liefde is hoe natuurlijk het volste vertrouwen in het leven hoe waarachtig ons visioen van licht en vrede hoe zeker ondanks alles onze toekomst en uiteindelijk thuis hoe nabij Gods trouw en betrouwbaar onze hoop hebben mensen de eeuwen door van kinderen afgelezen. 5 Het is daarom dat wij - waarmee ook bezig, hoe druk ook doende worden geraakt door de geboorte van een kind, aangesproken door het Leven dat zich aan ons openbaart. 6h. Op zee (Matteus 14) Nadat de vijfduizend van zo goed als niets te eten hadden gekregen, dwong de Heer zijn vrienden scheep te gaan en over te steken naar de overkant. Hij zelf was er niet bij. Het werd donker. Toen de boot al mijlen uit de kust was, werd deze door zwaar weer en hoge golven geteisterd; de wind zat tegen. Het werd een lange bange nacht voor de mensen aan boord. Tegen de morgen kwam de Heer door de storm naar hen toe. De vrienden zagen Hem over het water lopen en raakten van streek. Ze zagen Hem voor een spook aan en begonnen van angst te schreeuwen. Maar Hij riep hen toe: “Wees gerust; ik ben het; niet bang!” Petrus antwoordde: “Heer, als Gij het zijt, laat mij dan over het water naar U toe komen.” Jezus riep: “Kom!” Petrus waagde de sprong en liep over het water. Maar toen hij voelde hoe hevig de wind en hoe hoog de golven waren, werd hij bang. Hij voelde zich wegzinken en schreeuwede: “Heer, red me!” Jezus greep hem bij de hand en zei: “Kom, vertrouw er toch op, wees niet bang.” De wind ging liggen en ze kwamen veilig aan de overkant. 6i Het leven voltooien (naar Matteus 25) Wanneer straks alle leven tot voltooiing zal zijn gekomen en de mens zoals bedoeld zich openbaart, dan komt aan het licht wat goed en kwaad is en zal te horen zijn: Kom gezegende van de Vader en ga binnen in de vrede die vanaf den beginne op je wacht. Want ik had honger en kreeg van jou te eten. Ik had dorst en jij liet me drinken. Ik was vreemdeling en welkom bij jou. 6 ik was naakt en jij hebt mij in de kleren gestoken. Ik was ziek en jij bent me komen opzoeken. Ik zat gevangen en jij liet me niet zitten. Dan zul je vragen: God, wanneer heb ik U te eten en te drinken gegeven? Wanneer heb ik U als vreemdeling of naakt ontmoet? Wanneer zag ik U ziek of heb ik U in de gevangenis bezocht? Zijn antwoord is: al wat je doet voor de minsten der mijnen doe je voor Mij. 6j Waartoe geroepen? (Naar Lucas 3) Johannes was bij de Jordaan en preekte het doopsel van bekering. De mensen liepen massaal uit om zich door hem te laten dopen. Maar Hij hield hun voor: “Maak je niet wijs, dat je van alles gevrijwaard bent; spiegel elkaar niet voor dat je kinderen van Abraham bent, want zelfs uit deze stenen kan God kinderen voor Abraham verwekken. Breng liever vruchten voort waaruit je bekering blijkt.” De mensen vroegen hem: “Wat moeten we doen? Hij antwoordde: “Wie dubbeldik in de kleren zit en goed te eten krijgt, moet delen met wie niets heeft.” Tegen ambtenaren die zich lieten dopen, zei hij: “Vorder van de mensen niet meer dan je vragen mag.” Een soldaat kregen te horen: “Pers niemand iets af, zeker niet onder bedreiging; wees tevreden met je soldij.” De mensen vroegen zich af of Johannes wellicht de lang verwachte Messias was. Hij verklaarde echter: “Ik doop met water; na mij komt iemand die mij te machtig is. Hij zal u dopen met geest en vuur.” 6k. Het mosterdzaadje (Matteus 13, 31-32) Hij vertelde hun nog een gelijkenis: “Het hemelse koninkrijk lijkt op een mosterdzaadje, 7 het kleinste van alle zaden. Iemand plantte zo'n zaadje in zijn land. Als het opkomt, wordt het groter dan alle andere planten: het wordt een boom, zodat de vogels in zijn takken komen nestelen.” 6l. Eensgezind (I Korinthiers 1, 10-13.17) Aan een van de eerste christelijke gemeenschappen schreef Paulus het volgende: Broeders en zusters, Ik smeek je in Jezus' naam geen verdeeldheid te zaaien, maar één te zijn van hart en zinnen. Mij is ter ore gekomen dat er onder u onenigheid bestaat. Iedereen schijnt zijn eigen keuze te hebben. 'Ik hoor bij Paulus', roept de een; 'Ik bij Apollos', zegt de ander; 'Ik bij Petrus', meldt een derde; 'Ik bij Christus', beweert nog iemand. Kun je Christus dan in mootjes hakken? Ben ik, Paulus, soms voor u gekruisigd? Of is iemand in míjn naam gedoopt? Ik ben niet gestuurd om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen. En dit niet met fraaie en geleerde woorden. Want daarmee wordt Jezus, de gekruisigde, alleen maar ontkracht. 6m Dit is alles (Naar Matteus 22) Gevraagd naar waar het in het leven uiteindelijk om gaat, zei Hij: “God beminnen van ganser harte. Je kunt ook zeggen: heb lief, dat maakt geen verschil. Hiermee is alles gezegd.” 8. Voorbeelden van een geloofsbelijdenis 8a De apostolische geloofsbelijdenis Pastor: Nu wij .... gaan opnemen in de gemeenschap van Jezus Christus spreken wij ons geloof uit met de woorden 8 Allen: 8b die wij op onze beurt ontvingen van onze ouders: Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader, van daar zal hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest; de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen; de vergeving van de zonden; de verrijzenis van het lichaam; en het eeuwig leven. Amen. Het uitspreken van ons geloof. Allen: Ouders: Wij geloven in God, de Vader van Jezus Christus. Hij is ook onze Vader. Hij heeft de wereld geschapen. Hij heeft deze kinderen, ons allemaal, naar zijn beeld gemaakt. Wij geloven dat ons kind 9 Allen: Ouders: Allen: 8c niet tevergeefs ter wereld is gebracht, omdat God ieder van ons liefheeft en ons begeleidt op onze levensweg. Door Jezus is een begin gemaakt, samen met ons wil Hij het voltooien. Hij was een mens als wij. Omdat Hij liefhad, daarom moest Hij lijden. Afgewezen door de mensen stierf Hij aan het kruis. Maar God schonk hem het leven nieuw. Wij geloven dat we in de kracht van de Geest ons kind kunnen binnenleiden in het leven. Hij zal ons helpen om christen te zijn, metterdaad. Wij geloven in de kerk, gemeenschap van mensen, die in het voetspoor van Jezus gaan en het goede willen voor iedereen op aarde: een bewoonbare wereld, een gelukkig leven, voorgoed. Amen. Ik geloof in God Allen: Ik geloof in God die zijn zegenende hand houdt boven het land van mens en dier Ik geloof in Jezus, die dit land wilde maken tot hemel voor alle mensen. Ik geloof in zijn Geest die ons de kracht geeft om in dit land voor elkaar hemel te zijn. Ik geloof in die belangrijke opdracht en wil mij er niet aan onttrekken, nu niet en nooit. Amen. 8d Geloofsbelijdenis Pastor: Het water van de doop staat nu klaar. Het is gezegend met de kracht van Gods Heilige Geest. Jullie hebben gevraagd, dat .... vandaag hier gedoopt mocht worden, daarom hebben we gebeden. 10 Nu wil ik jullie, en in het bijzonder de ouders en peetouders, vragen om je geloof en vertrouwen in God uit te spreken. Allen: Ik geloof in God, de God der beloften, die in het leven roept wat niet bestaat, die verdrukten opricht en ballingen thuis brengt. Hij is een levende God. Ik geloof in Jezus, die gekomen is om op te zoeken wat verloren was, die zich gegeven heeft voor alle mensen, om de verspreide kinderen van God samen te brengen in één huis. Hij is de hoop van de wereld. Ik geloof in de Geest van vrede en eenheid die ons eenzelfde taal doet spreken, die waar zal maken al wat ons beloofd werd. Hij is de Geest der beloften. Amen. 8e Geloofsbelijdenis Pastor: ...... zal gedoopt worden in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Belijden wij samen ons geloof. Allen: Wij geloven in een wereld waarin het voor alle mensen goed is om te leven. Wij geloven in liefde en gerechtigheid, vergeving en vrede. Wij geloven dat de vreugde het wint van het verdriet; dat liefde sterker is dan haat; dat niet de dood het laatste woord heeft, maar het leven. Dit alles geloven wij door Jezus van Nazareth. Hij heeft ons laten zien dat zo'n wereld mogelijk is. Wij willen ..... in dit geloof voorleven. 8f Geloofsbelijdenis Allen: Ik vertrouw op de Vader, bron uit wie wij zijn geboren, leven dat ons draagt, liefde die ons bindt en bergt in haar schoot. Ik vertrouw als Jezus, God een zoon, ons een broeder, 11 die ging met de Vader als een kind met zijn moeder; die door de dood heen zijn voltooiing heeft gevonden. Ik vertrouw in de Geest die stuwt als vuur en vonkt in ons hart totdat alles aan het licht komt. 8g Geloofsbelijdenis Pastor: Wij weten dat in ons leven en ook in het leven van .... niet iedere dag de zon schijnt, want er is ook duisternis. Er is gezondheid, maar ook ziekte; er is vreugde, maar ook eenzaamheid; er is liefde, maar ook haat en nijd; er is geloof, maar ook twijfel; er is leven, maar ook dood. Maar in geloof durven wij samen uit te spreken: Allen: Ik geloof in een wereld waarin het voor alle mensen goed is om te leven. Ik geloof in de liefde en gerechtigheid, vergeving en vrede. Ik geloof dat de vrede het wint van het verdriet, dat liefde sterker is dan haat. Ik zal niet geloven dat alle moeite tevergeefs is, dat de dood het einde zal zijn. Maar ik durf geloven in de nieuwe mens, in Gods eigen droom: een nieuwe hemel, een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Dit alles geloof ik door Jezus van Nazareth. Hij heeft ons laten zien dat zo'n wereld mogelijk is. Wij willen ..... in dit geloof voorleven. Amen. 8h Geloofsbelijdenis Ik geloof in God, die van alle kinderen houdt. Ik geloof ook in zijn bedoeling met onze aarde. Hij wil vrede en goedheid alom. Ik geloof niet in een wereld, waarin het ene kind veel meer kansen krijgt dan het andere kind. Maar ik geloof in een aarde 12 met gelijke kansen voor iedereen. Ik geloof, dat het God pijn doet als Hij ziet dat er nog zo veel vluchtelingen zijn. Maar ik geloof ook, dat ik in zijn Naam op mijn manier kan werken aan een betere wereld. Amen. C. Viering van het Doopsel 12 Voorbeelden van Doopbeloften 12a Doopvragen: Dat beloven wij Pastor: Ouders: Pastor: Ouders: Pastor: Beste ouders, jullie zijn hier met ..... gekomen voor de viering van het doopsel. Voordat we hem/haar gaan dopen, willen jullie eerst nog de intentie uitspreken jullie zoon/dochter op te laten groeien in geloof en hem/haar tegen alle slechtheid te beschermen. Daarom vraag ik jullie: Zijn jullie bereid deze taak te aanvaarden? Zullen jullie je altijd verzetten tegen kwaad, onrecht en zonde? Ja, dat beloven wij. Nu jullie dit hebben uitgesproken wil ik jullie ook vragen het geloof te belijden: Geloven jullie in God de Vader, in Jezus Christus zijn eniggeboren zoon en in de heilige Geest? Ja, dat geloven wij. Dit is ons geloof, het geloof van de christenen, het geloof van de kerk, dat wij met overtuiging belijden. Amen. 12b Doopvragen aan ouders en peetouders: Pastor: Ouders: Beste .... en ..., jullie bieden je kind hier aan als teken van jullie liefde en trouw. ..... kijkt de wereld in en ziet de mensen aan; hij/zij zal vragen om medemensen, bijzonder om jullie beiden. .... zal vragen om dagelijks brood, om een glimlach van welkom, een woord van herkenning, een hand die hem/haar vasthoudt om niet te vallen, maar ook om een hand die los kan laten en ruimte wil geven. Daarom vraag ik jullie: Beloven jullie dit kind een opvoeding te geven in de geest van het Evangelie? Ja, daarvoor willen wij ons inzetten. 13 12c Wij beloven ons kind trouw. Pastor: Ouders: Pastor: Ouders: Pastor: Ouders: Beste ouders, op jullie huwelijksdag hebben jullie beloofd om goed te zijn voor de kinderen die God zou geven. Ik vraag jullie nu weer: Beloven jullie voor je kind een goede vader en moeder te zijn? Ja, dat beloven we. Willen jullie je kind geven waar het recht op heeft: je dagelijks brood, je glimlach, je hand die het kan grijpen en waaraan het zich kan vasthouden? Ja, dat beloven wij. En beloven jullie je leven lang bij vreugde en verdriet, bij ziekte en gezondheid, in goede en kwade dagen, lief en leed met je kind te zullen delen? Ja, dat beloven wij. 12d Een verklaring door de ouders. Ouders: Wij willen proberen omwille van ons kind elkaar lief te blijven hebben in goede en kwade dagen. Als wij vreugde aan elkaar beleven, maar ook als wij in elkaar worden teleurgesteld. Wij willen proberen onze kleine, die nog zo weerloos is, niet scheef te laten groeien. Wij willen het niet leren haten, maar binnen voeren in alles wat waar is. Voor God en allen die hier aanwezig zijn beloven wij ons best te doen voor ons kind een lieve vader en moeder te zijn. Wij hopen dat te zijn in voorspoed en gezondheid. Wij beloven ons kind op te voeden in de geest van het evangelie. Dat wil zeggen: in blije dienstbaarheid aan alle mensen, maar vooral aan hen die ongelukkig zijn. Wij willen ons kind laten delen in het leven van Jezus Christus. Wij hopen dan ook dat het zal meegaan in de groep van mensen die alle heil van Christus mogen verwachten. Wanneer het ouder wordt en het gaat een weg die niet de onze is, 14 ook dan zullen wij proberen het met onze liefde en belangstelling te blijven volgen en het trouw te blijven. 12e Belofte van peter en meter Pastor: In de zorg voor deze kinderen staan jullie, ouders, niet alleen. Peter en meter, jullie zijn gekozen als vertegenwoordigers van allen, die in het leven van deze kinderen een rol zullen spelen. Beloven jullie een bijzondere belangstelling en zorg te hebben voor je petekind? Peter/meter: Ja, dat beloven wij. Pastor: En u, opa en oma, famlie, vrienden van deze ouders, zoals vandaag uw aanwezighheid hier een teken is van uw verbondenheid met dit kind, zult u ook in de toekomst laten zien, dat u van hem/haar houdt en het terzijde staat waar dat nodig is? Belooft u het kind die liefde te geven waarvan een mens groeien kan? Allen: Ja, dat beloven wij. 12f Doopbelofte ouders en peetouders Pastor: Ouders: Pastor: Ouders: Pastor: Beste ... en ..., jullie laten je kind opnemen in de geloofsgemeenschap als teken van jullie liefde en trouw. Hij/zij kijkt de wereld in en ziet de mensen aan; hij/zij zal vragen om medemensen, bijzonder om jullie beiden. .... zal een woord verwachten, een lach, zal grijpen naar een hand en op eigen benen willen staan en samen met jullie de weg door het leven willen gaan. .... zal vragen om dagelijks brood, om een teken van welkom, een woord van herkenning, een hand die hem/haar vasthoudt om niet te vallen, maar ook een hand die kan loslaten en de ruimte wil geven. Daarom vraag ik jullie: Beloven jullie ... een opvoeding te geven in de geest van het evangelie? Ja, daarvoor willen wij ons inzetten. Beloven jullie om ... steeds de hand boven het hoofd te houden en trouw te blijven, wat de toekomst ook zal bieden? Ja, wij hebben het beste met ... voor en zullen hem/haar steeds een helpende hand reiken. Beste .... en ...., jullie als peter en meter vertegenwoordigen al die mensen in de samenleving die ooit een rol zullen spelen in het leven van .... 15 Ook op jullie rust de taak om mee te werken aan het levensgeluk van .... Jullie nemen vandaag op je om je handen nooit van .... af te trekken, maar altijd een toevlucht voor hem/haar te zijn, ook als onverhoopt en onvermoed alle anderen hun hand tegen hem/haar zouden opheffen en hem/haar zouden afwijzen. Daarom vraag ik jullie of jullie voor .... willen zijn: een liefdevolle hand, een open deur, een vriendenhart, ondanks veel, ja ondanks alles? Peter/meter: Ja, daarvoor willen wij ons inzetten. 12g Beloften Vader: Lieve ...., hier met alle mensen om ons heen die ons na aan het hart liggen, beloof ik je een thuishaven voor je te zijn. Een vader die je steunt in goede, maar ook in slechte tijden, zodat je een vrij mens kunt worden die zijn/haar verantwoordelijkheid aankan. Moeder: Lieve ...., op deze dag en in deze omgeving, beloof ik je een thuis voor je te zijn. Een moeder die je bemoedigt in goede en slechte tijden, zodat je veilig op kunt groeien. Peter/meter:Lieve ....., wij als je peetouders vertegenwoordigen de vele mensen die een rol in je leven zullen spelen. Wij beloven je, je ouders in hun taak bij te staan en mee te werken aan jouw levensgeluk. 12h Doopbeloften Pastor: Ouders: Pastor: Ouders: Pastor: Ik mag u voorgaan in de viering van het doopsel van ...... Mag ik de ouders en peetouders uitnodigen naar voren te komen en met mij om het altaar te staan. ..... en ...., ruim ... jaar geleden hebben jullie elkaar je woord van trouw gegeven. Evenals ... jaar geleden bij de doop van ...., willen jullie nu beloven goed te zijn voor dit kind, jullie tweede zoon/dochter, die God aan jullie heeft toevertrouwd. Beloven jullie dan hier in ons midden een goede vader en moeder voor .... te zijn? Ja, dat beloven wij. Beloven jullie hem/haar met alle zorg te omringen, hem/haar te beschermen en trouw te blijven, wat de toekomst ook brengen zal? Ja, dat beloven wij. Beloven jullie ... op te voeden in de geest van het Evangelie 16 zoals Jezus ons dat heeft voorgeleefd? Ja, dat beloven wij. .... en ...., in .... leven treden veel mensen binnen: ouders, grootouders, famlie, vrienden en leermeesters. Jullie beiden zijn door de ouders uitgekozen om temidden van die vele mensen een speciale rol te spelen in ... leven. Beloven jullie dan hier in ons midden een bijzondere zorg en belangstelling te schenken aan julie petekind, mee te werken aan zijn/haar levensgeluk en jullie verantwoordelijkheid, indien nodig, waar te maken? Peetouders: Ja, dat beloven wij. Ouders: Pastor: 13 Voorbeelden van handoplegging 13a Handoplegging Pastor: Vader: Moeder: Peter: Meter: Allen: Gods hand boven jouw hoofd ...., is een uitnodiging om Zijn weg te volgen. .... ik hoop dat jij je bij ons geborgen voelt. Wij willen je helpen op jouw levensweg, zolang jij ons nodig hebt. ....., met dit liefdevolle gebaar wil ik je zeggen: ontdek de bedoeling van dit leven en wordt gelukkig. Graag helpen wij jou daarbij. ...., je wordt vandaag gedoopt, wat onder andere betekent dat je de weg van je ouders gaat volgen. Ik gun je een heel lange weg, waarop je steeds met veel plezier zult terugzien. Ik hoop dat ik, als peetoom, je kan ondersteunen op je weg naar volwassenheid. ....., ik hoop dat er tussen jou en mij een mooie band mag groeien en dat we veel vreugde aan elkaar mogen beleven. Ik wens je toe dat je zult gaan ontdekken dat de weg die je ouders voor jou uitgestippeld hebben, de moeite waard is. God, zegen en bescherm ...., en laat ons hem/haar voorgaan in alles wat goed is. 13b Handoplegging Pastor: Nu jullie zo je bereidheid hebben uitgesproken dit kind met jullie liefde te omringen, vraag ik jullie, 17 vader en moeder, peter en meter, je rechterhand uit te strekken boven het hoofd van ..... als teken dat er mensen zijn die dit kind altijd een hand boven het hoofd willen houden. Ondertussen bid ik in aller naam: Goede God, Uw Zoon, Jezus Christus heeft de kinderen de handen opgelegd om zo te tonen, dat Gij voor hen zorgt. Neem dan ook dit kind onder Uw hoede en laat het geborgen zijn in Uw liefde. Wij danken U voor Uw gave, dit nieuwe mensenkind in ons midden. Gij hebt het oren gegeven om te horen en ogen om te zien. Zegen zijn/haar mond, dat hij/zij mag leren lachen, praten en zingen. Zegen zijn/haar handen en voeten, opdat hij/zij aan den lijve mag ervaren dat alles goed is wat Gij hebt gemaakt. Wij bidden U voor dit kind om veiligheid en beschutting. Houd van hem/haar af, alles wat kwaad is en onmenselijk. Bescherm hem/haar tegen verkeerde invloeden en sta niet toe dat hij/zij ooit vernield en misvormd wordt. Laat hem/haar geborgen zijn bij zijn/haar ouders en geef dat wij, als volwassenen, geen ergernis geven aan dit kind maar hem/haar binnenvoeren in de waarheid. 13c Handoplegging Pastor: Allen: ....., de kracht van Jezus moge je sterken en je bevrijden van alle kwaad. Hij die leeft en heerst tot in eeuwigheid. Amen. 13d Handoplegging Pastor: Allen: Als teken van onze gezamenlijke zorg voor .... als teken van bescherming ook, leg ik mijn hand op het hoofdje en allen samen bidden wij: Heer God, Uw Zoon heeft aan kinderen de hand opgelegd. Wij zien daarin een teken van zijn liefde, zorg en bescherming. Wij doen het Hem na en vragen U: Geef dat wij onze beschermende hand nooit terugtrekken, dat wij onze handen steeds gebruiken om goed te zijn voor ...., dat wij hem/haar de hand boven het hoofd houden 18 en dat hij/zij in onze liefde ervaren mag dat Gij Uw beschermende hand nooit terugtrekt. Amen. 13e Handoplegging Ouders/Peeetouders: Ieder van de ouders en peetouders tekent een kruisje op het voorhoofd van de dopeling met de volgende woorden: ......., God zij met je en wij willen er altijd zijn voor jou. Pastor: Willen dan nu de ouders en peetouders, als teken van deze belofte, hun handen uitstrekken boven het hoofd van ..... en met mij de volgende woorden zeggen: Ouders: Lieve God, U hebt .... aan ons toevertrouwd, de zorg voor hem/haar in onze handen gelegd. Geef kracht aan onze handen, opdat wij hem/haar nooit laten vallen. Laat dit kind groot en krachtig worden in onze soms harde wereld. Bescherm hem/haar tegen verkeerde invloeden. Laat .... proeven en ervaren, dat Gij Uw reddende hand nooit terugtrekt. Geef, dat wij, die deze wereld maken, .... vóór mogen gaan in alles wat zuiver is en waar. Amen. Beloven jullie om ..... steeds de hand boven het hoofd te houden en trouw te blijven, wat de toekomst ook brengen zal? Ja, dat beloven wij. Pastor: Beste Peetoom en Peettante, jullie als peter en meter vertegenwoordigen al die mensen in de samenleving die ooit een rol zullen spelen in het leven van ..... Ook op jullie rust dus de taak om mee te werken aan het levensgeluk van dit kind. Jullie nemen vandaag op je om je handen nooit van dit kind af te trekken, maar altijd een toevlucht voor hem/haar te zijn, ook als onverhoopt en onvermoed alle anderen hun hand tegen hem/haar op zouden heffen en hem/haar zouden afwijzen. Daarom vraag ik jullie, of jullie voor dit kind willen zijn: een liefdevolle hand, een open deur, een vriendenhart, voor altijd en onder alle omstandigheden? Peetouders: Ja, daarvoor willen wij ons inzetten. 14 Voorbeelden van doop met water. 14a Kom naar het water 19 Eén van de moeders kan de doop inleiden met deze woorden: 20 Moeder: Pastor: Wie nog kind in moeder is, verborgen is, breekt door het water naar het licht en krijgt een naam en een gezicht. Wie een mens op aarde is, waar hij ook is, die spoelt de zorgen van zich af met water dat de hemel gaf. Wie in Vader God gelooft met hart en hoofd, moet door het helder water gaan om frank en vrij voor Hem te staan. ....., ik doop jou in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. 14b Doop met water Pastor: 15 Zalving met olie. 15a Pastor: 15b Pastor: 16 ....., zonder water kan niemand leven. Water is de bron van leven. Ik ga jou nu dopen als teken dat jij door Gods liefde nieuw leven zal ontvangen. Daarom .... - jij die van jouw ouders de doopnamen .......... mocht ontvangen doop ik jou in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. ...... je bent nu opgenomen in Gods volk. Ik ga jou ook nog zalven met de olie, in de naam van Jezus, die wij belijden als de Christus, dat wil zeggen de tot priester, koning en profeet Gezalfde. Hij zal altijd bij jou zijn. Houd dan ook de naam van Jezus Christus in ere en leef in zijn Geest. ......, ik leg op jou de naam van Jezus Christus. Ik zalf je met zijn Geest. Ik teken je met zijn kruis opdat jij vervuld mag worden van de kracht en de gezindheid die was in Hem, kind van God, vandaag en tot in eeuwigheid. Zout. 21 Pastor: 17. Proef....., dit is het zout: het smaakt pittig en voorkomt bederf. Wij hopen dat jij smaak zult krijgen voor al het goede in je leven en dat je bewaard blijft voor al het minder goede. Doopkaars 17a Vader: De paaskaars is het symbool van de verrezen Jezus, die leeft als een brandend vuur, dat licht en warmte geeft. Toen wij trouwden hebben wij een trouwkaars aangestoken aan de paaskaars, als teken dat wij op onze levensweg het licht van Jezus verder uit willen dragen. Wij willen dit licht nu ook aan onze zoon/dochter doorgeven. Daarom ontsteken wij onze trouwkaars opnieuw om daarmee vervolgens de doopkaars van .... te laten branden. na het ontsteken van de kaarsen: God, wij hopen dat ... zal leven als een licht in de wereld, als een vuur voor de mensen. 17b Pastor: God, Vader, het is uw wens, dat dit kind zal leven als een licht in onze wereld, als een vuur onder de mensen, als een vonk van uw liefde. Kinderen van de familie, die dat graag willen, kunnen een eigen kaarsje krijgen, en dat vervolgens aansteken aan de doopkaars van “hun” dopeling. Onder begeleiding van enkele volwassenen gaan ze daarna naar het Mariabeeld, waar de kaarsjes worden weggezet. D. Afsluiting van de viering 19. 19a V: Voorbeelden van voorbeden God, onze Vader, wij vragen U dat .... leert kijken met heldere ogen die kunnen onderscheiden wat goed en slecht, wat mooi en lelijk is. Dat hij/zij zijn/haar handen mag leren gebruiken niet om te slaan of af te breken, maar om te strelen en deze wereld op te bouwen tot iets dat goed is. Dat zijn/haar voeten de kracht mogen krijgen om, zonder vrees en zelfverzekerd, op zijn/haar levensdoel af te gaan; 22 dat zijn/haar mond vol mag zijn van waarheid en gerechtigheid; niet bevreesd ondanks de onwaarheid en ongerechtigheid waar deze wereld zo vol van is. Dat zijn/haar hart vol mag zijn van gevoel voor ieder mens die een beroep op hem/haar doet. Dat hij/zij zo mag uitgroeien tot een mens die kan liefhebben, die zijn/haar leven kan delen met andere mensen, een mens die zich kan geven als brood tot leven van velen. God, wij bidden voor alle kinderen die op deze aarde geboren worden. Voor veel kinderen op deze wereld is het nog maar de vraag of ze ooit volwassen zullen worden. Anderen krijgen te weinig ruimte om op te groeien tot gezonde, evenwichtige mensen. Laat ons bidden voor alle mensen, dat een ieder de ruimte vindt om zijn/haar leven een zinvolle inhoud te geven. Laat een ieder beseffen dat we samen deze aarde bewoonbaar moeten houden voor allen die na ons komen. 19b V: Allen: V: Allen: V: Allen: V: Allen: V: Laten wij bidden voor ...., dat hij/zij een gezonde toekomst tegemoet mag gaan, waarin hij/zij de bergen zal koesteren en de dalen trotseren. Laat ons bidden: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Laten wij bidden voor .... en .... dat zij .... in woord en daad mogen voorgaan in geloof en rechtvaardigheid. Laat ons bidden: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Laten wij bidden voor degenen die ziek of verdrietig zijn; die de toekomst wat donker inzien. maar ook voor hen die gelukkig zijn en blij, die de toekomst zien lachen. Laat ons bidden: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Laten wij bidden voor degenen die reeds van ons zijn heengegaan, maar die nog steeds een plaats innemen in ons hart. Laat ons bidden: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. Goede God 23 Allen: als wij, die hier samen zijn, zoveel van dit kind houden, hoeveel te meer dan Gij, die al van mensen houdt voor zij geboren zijn. Verhoor dan ook onze gebeden en geef ons vertrouwen voor de toekomst door Uw Zoon Jezus Christus, onze Heer, die leeft met U tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. 19c Wij bidden voor elkaar. Deze of andere gebeden kunnen worden uitgesproken door ouders of andere aanwezigen. V: Allen: V: Allen: V: Allen: V: God onze Vader, U bent de oorsprong van ons leven, de bron waaruit ons bestaan ontspringt. Wij danken U dat U ook deze kinderen uit Uw liefde geboren liet worden en aan ons hebt toevertrouwd. God onze Vader, met de ouders bedanken wij U voor deze kinderen. God onze Vader, wij bidden U voor deze kinderen die wij gedoopt hebben in uw Naam, dat zij in deze hardhandige wereld toch liefde mogen vinden, dat om hen heen meer licht dan duisternis zal zijn, meer warmte en hoop dan doffe ellende. God onze Vader, wees voor deze kinderen een God van liefde, hun leven lang. God onze Vader, wij bidden U voor de ouders van deze kinderen, dat zij de kracht, de wijsheid mogen vinden om voor hun kinderen waar te maken wat ze hier beloofd hebben, dat zij elkaar zullen vasthouden, begrijpen, liefhebben, zoeken steeds weer, en vinden. God onze Vader, wees voor deze vaders en moeders een God van liefde, zodat zij met hun kind de weg gaan naar elkaar en naar U toe. God onze Vader, voor alle mensen op onze wereld bidden wij, dat we vrede zullen hebben met elkaar, en hart zullen hebben voor hen 24 Allen: voor wie het leven onleefbaar is. God onze Vader, wees voor al uw mensen een God van liefde, zodat wij gelukkig zullen zijn met elkaar. E. Extra voorbeelden van andere teksten/gedichten. Ea Er is een gids over de dood heen. Kleine, je bent er, je bent erbij. Je gaat dood, zo zeker als je geboren bent. Je krijgt tijd mee, zolang het duurt en dan ben je weer even ver van huis als voor die tijd. Daarom: Wees gelukkig, ga er op uit. Gebruik je handen, geef je ogen de kost. Zet je oren wijd open, haal je hart op, want de tijd is kort. Kleine, ik heb een boek op de plank met vreemde verhalen van lammen die lopen en meer van dat moois. Een vergezicht voor blinden en doven, eindelijk een stem van ondergaan en bovenkomen en lopen, lopen over het water en van worden als kinderen om ooit weer het koninkrijk te kunnen zien. Kleine, ik heb een boek op de plank als dagelijks brood, wie daarvan eet, die gaat niet dood. Eb Een zending het leven in Je bent gedragen om verlost te worden. Gekomen om te gaan. De streng die je bond aan het lichaam van je moeder moest verbroken worden om je te laten leven. Dit mogen wij nooit vergeten: Je bent geen bezit. Wij hebben jou niet, jij hebt ons om je te leiden, te beschermen, te bewaren voor angst. 25 Om je te zeggen dat we niet bang zijn als het onweert en met je te zingen in de nacht. We zijn toeschouwers aan de rand van je leven. We mogen gadeslaan terwijl je speelt en naar je lachen als je verloren bent in wat je ziet en doet. Je hebt zoveel vragen: Als je naar God vraagt vertellen we van Jezus. Als je naar de dood vraagt vertellen we van het leven. Vraag je waar je vandaan komt dan zullen we zeggen uit de wereld der liefde. Je mag ons eenmaal verlaten, je bent er om juist dat te doen. Al wat wij voor je doen is voorlopig. Wij kunnen slechts hopen dat je gelukkig zult worden levend in de schepping wandelend in het licht wachtend op het Rijk. Ec Openingsgedicht voor een peter/meter Ik leg de naam van mijn petekind in Uw handen, graveert U ze daarin met onuitwisbaar schrift, dat niets of niemand ze meer ooit daaruit kan branden, ook niet als de duivel straks de tarwe zift. Houdt U mijn petekind vast als ik hem/haar los moet laten, en laat altijd Uw kracht boven zijn/haar zwakheid staan, u weet hoe mateloos de wereld hem/haar zal haten als hij/zij niet in het schema van de wereld zal gaan. Ik vraag U niet mijn petekind elk verdriet te sparen maar wil wel zijn/haar troost zijn als hij/zij eenzaam is en bang. Wil om uws naam wil hem/haar in Uw verbond bewaren en laat hem/haar nooit van U vervreemden, nooit, zijn/haar leven lang! Ik leg de naam van mij petekind in Uw handen. Amen. 26 Ed Een kind is geen bezit (uit ”De Profeet” van Kahlil Gibran) En een vrouw die een kindje aan haar borst drukte, zei: Spreek tot ons over kinderen! En Hij zei: Je kinderen zijn je kinderen niet, zij zijn de zonen en dochters van de hunkering van het leven naar zichzelf. Zij komen dóór je maar zijn niet ván je en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe. Je mag hun geven van je liefde, maar niet van je gedachten, want ze hebben hun eigen gedachten. Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen. Je mag proberen aan hen gelijk te worden, maar tracht hen niet aan je gelijk te maken. Want het leven gaat niet terug, noch blijft het staan bij gisteren! Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten. De boogschutter ziet het doel op de weg naar het oneindige en hij buigt jullie met zijn kracht, opdat zijn pijlen snel en ver zullen vliegen. Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn, want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo houdt hij ook van de boog, die standvastig is! Ee Gedicht Ergens komt een kind vandaan van ver, van buiten, zonder naam. Het is nog niemand, spreekt geen woord, heeft van de dood nog nooit gehoord en huilt nog van geboortepijn en weet niet wie het ooit zal zijn. Dan roepen mensen: ”Jij, jij, jij Woon hier bij ons, woon hier bij mij. De wereld wordt een huis voor jou en liefde maakt een mens van jou. Dan geven wij elkaar een naam 27 want mensenkind ben jij voortaan!” Ef Gedicht Uren kan hij bezig zijn. Dromend, zich verwonderend, ontroerd en verrukt. Alles, ook het meest gewone, is nog een openbaring voor hem. Zijn hele wereldje is de grootste en spannendste wereld die er bestaat. Om jaloers op te zijn. Intenser kan niet geleefd worden. je bestaan als volwassene verbleekt hierbij. Dat jongetje zit bij het vuur. Spelenderwijs deelt hij in het grote geheim. Natuurlijk is het onontkoombaar. Hij wordt groter. Zijn blik zal ruimer worden, maar ook minder scherp. Zijn wereld zal groeien, maar ook inkrimpen. Als hij de kunst, die hij nu zo meesterlijk verstaat, maar niet helemaal verleert. Als hij maar ergens in zijn ziel het kind blijft, dat hij nu zo prachtig is. Eg Gedicht Zo begin je, klein vormloos. Uiterst kwetsbaar. Maar niettemin met huid en haar mens. Zo onaf als je bent, zo compleet ben je. Je wilt drinken. Je zoekt warmte. Nieuwsgierig en verbaasd betast je de wereld om je heen. Menselijker kan het niet. Je lacht en je huilt, je omhelst de dag, je duikt weg in de nacht, je leeft, zo innig en oorspronkelijk als een mensenkind maar leven kan. Zo begin je. Zo ontroerend, zo veelbelovend. Teken van hoop. Glimlach van de Schepper. reden tot vreugde. Onherroepelijk mens. Eh Het kind Zolang het in zijn wiegje ligt, geen weet heeft of begrijpt. 28 Dan is het ook tot niets verplicht, totdat het langzaam rijpt. Het eist eerst alle aandacht op, want het is nog primitief. Het prille mensje in de dop, neemt ieder nog voor lief. Het wordt met grote zorg omringd, vertroeteld en gevoed. waar baby zijn geluidje klinkt, wordt het voor kwaad behoed. Naarmate het dan ouder wordt, leert lopen en ontdekt. Geliefkoosd wordt en soms beknord, of uit een droom gewekt. De wereld soms vijandig doet, althans dat lijkt soms wel. Ontdekt het eigenlijk pas goed, het blijft geen kinderspel. Ei Indien ik je dragen kon Indien ik je dragen kon over de diepe grachten van je gesukkel en je angsten heen, dan droeg ik je, uren en dagen lang. Indien ik de woorden kende om antwoord te geven op je duizend vragen over leven, over jezelf, over liefhebben en gelukkig worden, dan praatte ik met je, uren en dagen lang. Indien ik genezen kon wat omgaat in je hart aan onmacht, ontevredenheid, en onverwerkt verdriet, dan bleef ik naast je staan, uren en dagen lang. Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij en ik weet niet alles en ik kan niet zoveel, 29 ik ben maar een vriend op je weg al uren en dagen lang. En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet: je hoeft niet alleen te vechten of te huilen als je een vriend hebt voor uren en dagen lang. Ej Wees niet bang ......., wees niet bang om te leven want je hebt nog zoveel te geven wat troost voor huilenden onderdak voor schuilenden de moed om te onderscheiden een lach om te verblijden vriendschap voor hen om wie je geeft en menselijkheid want je leeft. Ek Is er iets of iemand Is er iets of iemand zo kwetsbaar en weerloos als een pasgeboren kind? Is er iets of iemand zo op een hand die vasthoudt op moeder aangewezen als een pasgeboren kind? Is er iets of iemand zo op handen gedragen, zo in ons zorgen geborgen als een pasgeboren kind? Hoe groot en hoezeer onszelf we ook worden, we weten geen blijf, als niet door U gezien, als niet bij U thuis alle dagen van ons leven. El Gebed Heer, onze God, 30 Gij hebt het leven van dit kind in onze handen gelegd. Geef kracht aan onze handen, opdat wij hem/haar nooit laten vallen. Laat dit kind groot en krachtig worden in onze, soms zo harde wereld. Geef dat we hem/haar voor zullen gaan in al wat goed en rechtvaardig is. Laat .... opgroeien als uw kind, onbezorgd en blij, vandaag en alle dagen van zijn/haar leven. Amen. Em Gebed door de moeder. God, onze Vader. Wij danken U dat wij hier samen het doopsel van onze zoon/dochter.... mochten vieren. Wij geloven dat hij/zij geborgen is bij u, dat zijn/haar naam staat in de palm van Uw hand. Wij beloven dat hij/zij ook geborgen is bij ons, zijn/haar ouders. Wij hopen, dat hij/zij mag opgroeien tot een liefdevolle en integere man/vrouw, een mens om van te houden. Moge hij/zij vrede en geluk vinden in zijn/haar leven en een bron van vrede en geluk zijn voor anderen. Wij bidden U voor .... om Uw blijvende zegen: Moge Uw naam zijn/haar hele leven lang blijven oplichten in zijn/haar hart. Zegen ook ons, zijn/haar ouders en .... en ...., zijn/haar peetouders ..... en.... zijn/haar grootouders en allen die vandaag hier het doopsel van .... meevieren; opdat wij met Uw hulp het licht mogen zijn dat .... pad beschijnt, zodat hij/zij niet struikelen zal in het donker. Dit alles vragen wij U door Christus, Uw Zoon en onze Heer. Amen. En Gebed In een kind 31 klinkt nog het verleden, echoot al de toekomst. Rondom een kind leven herinneringen groeien verwachtingen. Uit een kind spreekt vertrouwen roep om liefde. Hoe oud hoe groot ook, wij zijn als een kind door U gedragen, bij tijd en ontij in U geborgen in tijd en eeuwigheid. Eo We spiegelen ons niet We spiegelen ons niet aan pracht en praal, hangen niet aan grote woorden; we gaan niet op in veel en nog meer. We zoeken een thuis, een schouder om te leunen; een hand die ons vasthoudt, een mens die met ons meegaat. We vragen niet anders dan geluk in het lief uitzicht in het leed; vertrouwen op U grond van leven, laatste houvast voor nu en straks. Ep Mariagebed: het Wees gegroet Pastor: Allen: Het is goed om ook even stil te staan bij Maria, de moeder van Jezus. Zij weet wat het is om een kind groot te brengen. Zij kent de blijdschap maar ook het verdriet ervan. Laten wij samen bidden: Wees gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met U. 32 Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen. Eq Mariagebed Heilige Maria, zie ons gezin hier bijeen. Schenk ons vrede, vrolijkheid en gemoedsrust. Schenk ons kracht om hetgeen dat komt het hoofd te bieden. Dat wij sterk mogen zijn in gevaar; rustig bij elke lotswisseling. En dat wij tot aan de poorten van de dood trouw mogen zijn en elkaar liefhebben. Er Wat zal er van je worden? Je bent weerloos. Vergeet de weerlozen niet als je macht krijgt. Je bent onmondig. Vergeet de onmondigen niet als je stem krijgt. Je bent onvermogend. Vergeet de onvermogenden niet als je bezit krijgt. Je wordt gevoed; voed anderen. Je wordt gedragen; draag anderen. Je wordt opgenomen; neem anderen op. Es Ik wil geen kind (Paul van Vliet) Wanneer je zegt: Ik wil geen kind Er is geen toekomst meer voor kinderen. Dan zeg je eigenlijk: er is geen toekomst meer voor mij. Wanneer je zegt: Ik wil geen kind Er zijn geen kansen meer voor kinderen. Dan zeg je eigenlijk: mijn eigen kansen 33 zijn voorbij. Dan veeg je met een grote zwaai van tafel, wat nu en in 't verleden ondanks alles is bereikt. De grootse dingen die de mensen doen en deden. De wonderen waar de wereld ondanks alles toch mee is verrijkt. Wanneer je zegt: Ik wil geen kind Dit is geen wereld meer voor kinderen. Dan zeg je eigenlijk: dit is geen wereld meer voor mij. Wanneer je zegt: Ik wil geen kind Er is geen ruimte meer voor kinderen. Dan zeg je eigenlijk: er is geen ruimte meer in mij. Dan geef je alle kinderen een brevet van onvermogen, Dan zeg je dat je niets meer van kinderen verwacht. Dan kijk je naar het leven met de dood al in je ogen, En je hebt daarmee je eigen toekomst omgebracht. 22 Zending en zegen 22a Pastor: Allen: 22b Pastor: Allen: Ga in vrede met jullie kind naar huis, omring hem/haar met jullie liefde en wees gelukkig met elkaar. Moge de Geest van Jezus Christus en zijn vreugde, steeds wonen in jullie gezin. Moge jullie reis voorspoedig zijn. God zegenene en beware jou, .... en schenke jou zijn vrede. Ons allen zegene de almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Gaat dan nu in vrede met uw kind naar huis. Omringt het met uw liefde en weest gelukkig met elkaar. Moge de Geest van Jezus Christus heersen in uw huis en zijn vreugde wonen in uw gezin. In de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest. Amen. 34 22c Zegenwens Pastor: Beste ouders en u allen, gaat dan in vrede met uw kind naar huis, omring het met uw liefde en wees gelukkig met elkaar. Moge uw doen en laten steeds een voorbeeld voor hen zijn. Daartoe zegene ons de Heer onze God: de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. 35