Langpootmuggen en larven waaronder lastige emelten Onder mensen lopen vreemde kostgangers rond, maar bij dieren kennen ze die ook. Ieder jaar verbaas ik me weer over beesten als Hooiwagens en Langpootmuggen. Ik heb ze wel eens verwisseld, hoewel het twee geheel verschillende dieren zijn en totaal geen familie van elkaar. De Hooiwagen hoort bij de spinachtigen (die hebben allemaal 8 poten) en de Langpootmug hoort bij de insecten (en die hebben allemaal 6 poten). Het enige waarin deze twee op elkaar lijken is hun lange poten. En daar houden de meeste mensen niet zo van. Eind augustus met die heerlijk warme avonden was het weer raak. Lekker buiten zitten, deuren open en binnen het licht aan. Langpootmuggen worden door dat licht aangetrokken en als je dan de boel wilt afsluiten, zie je er eentje rond de lamp vliegen. Nou ja, vliegen kun je het niet eens noemen. Ze huppen en springen een beetje en botsen zo overal tegenaan. Als ik ze weer naar buiten wil helpen, gaat dat niet zo gemakkelijk, juist omdat ze niet behoorlijk kunnen vliegen. Doodmaken doe ik niet, ze doen mij ook niks. Al heten ze mug, ze steken niet want ze hebben geen bloed nodig voor de ontwikkeling van hun eitjes. Als je ze met je handen wilt pakken, is de kans groot dat je een van de zes poten beetpakt en ... beethoudt. Want deze muggen kunnen hun poten gemakkelijk loslaten. Ze doen dat ook als ze bijvoorbeeld door een jachtspin gepakt worden. Voorzichtig aan de vleugels vastpakken kan wel. Ik laat de langpoot meestal maar even zitten. De volgende morgen 'vliegt' hij vanzelf wel weer naar buiten. Voor een van de kamerramen zat afgelopen dagen steeds een langpootmug. Zo kon ik 'm mooi bestuderen als ik aan de telefoon zat. Allereerst zie je natuurlijk die lange poten, die zo duidelijk geleed zijn. Maar ook opvallend zijn de twee haltertjes op de rug. Ze zitten op de plek waar bij veel insecten het tweede paar vleugels zit. Alle vliegen en muggen hebben dat. Daarom heeft de orde waartoe ze behoren de naam Dipterá = Tweevleugeligen gekregen. Je kunt ze niet bij alle vliegen en muggen zo goed zien als bij de langpootmug. Het achterlijf van 'mijn' langpootmug heeft een wat puntig uiteinde, het is dus een vrouwtje die met deze 'legboor' haar eitjes af kan zetten. Dat doet ze aan het eind van de zomer. Elk vrouwtje legt honder- den eitjes. Ze doen dat graag tussen het gras. Dat kan een weiland zijn, een sportveld maar ook uw mooie gazon. De vrouwtjes dansen als het ware over het gras. Telkens als hun achterlijf de grond raakt, prikken ze een of enkele eitjes een paar millimeter de grond in. De grond moet niet te hard zijn en de graszode niet te dicht. Als de grond wat vochtig is lukt het nog beter. De jongen die al na een paar dagen uitkomen zijn minder onschuldig dan hun vader en moeder. Het zijn de beruchte emelten die hun hele leven niets anders doen dan ondergronds eten aan plantenwortels van onder andere graan en sla maar vooral gras. Het zijn wormachtige, grauwe dieren die goed kunnen knagen. Ze vreten 's winters door zolang het niet te hard vriest en gaan in het voorjaar gewoon weer verder totdat ze midzomer ongeveer 3 centimeter lang zijn. Dan verpoppen ze zich in de grond en al een paar weken later komt de nieuwe generatie langpootmuggen uit de grond. Veel vogels doen zich hier tegoed aan. Ook de larven worden door veel vogels hogelijk gewaardeerd. In tuinen weet de Merel, maar vooral de Spreeuw met zijn priemvormige snavel er bij te komen. In weilanden doen weidevogels zich er te goed aan, evenals de mol. Al die vijanden kunnen niet voorkomen dat emelten er voor kunnen zorgen dat er grote kale plekken in het gras ontstaan. Nader onderzoek leert dat het gras op die plekken dood is en de zoden helemaal losliggen. Ook de larven van Meikevers (engerlingen) en Kniptorren (ritnaalden) leven zo in de grond van plantenwortels. Overigens leven de meeste langpootmuggenlarven niet van gras. Het grootste aantal van de wel 80 soorten die in Nederland voorkomen zijn juist erg nuttig omdat ze leven van rottende bladeren en vermolmd hout en zo de humusvorming bevorderen. Ook leven de larven van een aantal soorten in water tussen het afval op de bodem. Als u nu op een mooie septemberavond weer zo'n langpootmug in huis vindt, moet u er nog maar eens aan denken wat dat dier voor een ontwikkeling doorgemaakt heeft. Hem of haar ter bestrijding doodmaken heeft geen zin want de eitjes zijn al gelegd, ze eten niks of alleen een beetje nectar van bloemen en ze gaan al gauw vanzelf dood. september 2001 Anny Alferink