Werkafspraak diabetes gravidarum Screening

advertisement
Werkafspraak diabetes gravidarum
november 2015
Hieronder vind je de verschillende kopjes betreft wat te doen bij een afwijkende
glucosewaarde in de verschillende stadia in de zwangerschap, het beleid omtrent de partus
en het postpartum beleid. Door tegelijkertijd op de Ctrl -toets én op de link te klikken kom
je direct bij de juiste paragraaf.
Screening van alle zwangeren bij intake
Beleid bij afwijkende glucosewaarden bij de intake:
Glucosebepaling middels een OGTT bij 16 weken:
Glucosebepaling middels een OGTT bij 24-28 weken:
Diagnostiek op indicatie gedurende de zwangerschap (>24 weken) bij:
Beleid bij afwijkende OGTT bij 24 weken
Beleid bij diabetes gravidarum in de zwangerschap en regulatie met dieet
Beleid bij diabetes gravidarum rond de partus
Partus
Beleid en adviezen bij diabetes gravidarum na de partus
1
Werkafspraak ‘Diabetes gravidarum met dieet’
Screening van alle zwangeren bij intake
Om vrouwen met niet gediagnosticeerde diabetes mellitus op te sporen wordt bij de eerste
controle standaard in het laboratorium naast het routine bloedonderzoek, een random
veneuze glucose gecontroleerd. Dit kan op ieder willekeurig moment. Het maakt niet uit of
patiënte wel of niet nuchter is.
Stroomdiagram 1: Screening en diagnostiek van diabetes mellitus bij de intake 1;2;3;9
Intake:
Glucose
random
< 6,1
mmol/l
Geen
actie
6,1-7,8 mmol/l
24 weken OGTT
7,8-11,0 mmol/l
>11,0 mmol/l
direct nuchtere
glucose laten
bepalen
diabetes mellitus:
doorverwijzing 2e
lijns
diabetesspreekuur
Risicofactoren:
24 weken OGTT
nuchter
<6,1
mmol/l
≥6,1 – ≤6,9 mmol/l
24 weken
75 gr OGTT
nuchter
75 gr OGTT
Legenda:
Random= op ieder willekeurig moment.
< 7,8 mmol/l
24 wk opnieuw OGTT
≥ 7,8 mmol/l
doorverwijzing 2e lijns
diabetesspreekuur
Normaalwaarden en afkapwaarden:
Normaalwaarden
Nuchter glucose
Niet nuchter glucose
Veneus plasma
< 6,1 mmol/l
< 7,8 mmol/l
Matig gestoord glucose
Nuchter glucose
Niet nuchter glucose
≥ 6,1 – ≤ 6,9 mmol/l
≥ 7,8 – ≤ 11,0 mmol/l
Diabetes mellitus
Nuchter glucose
Niet nuchter glucose
> 6,9 mmol/l
> 11,0 mmol/l
2
Indien de niet nuchtere glucosewaarde bij de intake ≥ 7,8 mmol/l is, wordt volgens de
Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) pas gesproken van een diabetes mellitus.1 Wij
gaan er in deze richtlijn van uit dat bij de intake een niet gediagnosticeerde pre-existente
diabetes mellitus opgespoord wordt.
Beleid bij afwijkende glucosewaarden bij de intake
 Indien bij de eerste controle de random geprikte glucosewaarde >7,8 mmol/l en < 11,0
mmol/l is, wordt een nuchtere glucosewaarde geprikt.
 Is de nuchtere waarde afwijkend (≥6,1 – ≤6,9 mmol/l) laat dan direct een OGTT uitvoeren.
Is de waarde na belasting <7,8 mmol/l, herhaal dan de OGTT bij 24 weken.
 Is de waarde van de OGTT na belasting ≥7,8 mmol/l verwijs dan direct door naar het
verloskundig diabetesspreekuur in de 2e lijn, er is dan sprake van een niet eerder
gediagnosticeerde pre-existente diabetes mellitus.
 Is de random waarde of de nuchtere waarde >11,0 mmol/l dan direct verwijzen naar de
tweede lijn, er is dan sprake van een niet eerder gediagnosticeerde pre-existente diabetes
mellitus.
 Indien de OGTT niet mogelijk is (voorbeeld: bariatische chirurgie, braken voor de 2 de
glucose meting) dan een 4- punts glucose dagcurve inzetten.
Glucosebepaling middels een OGTT bij 16 weken
Bij vrouwen met een diabetes gravidarum in de anamnese wordt bij 16 weken een OGTT
uitgevoerd. Indien de OGTT goed is, wordt de OGTT tussen de 24 en 28 weken zwangerschap
herhaald.2
Glucosebepaling middels een OGTT bij 24-28 weken
Bij 24 weken worden de volgende risicogroepen gescreend:
 Obesitas (BMI >30)
 Etniciteit met verhoogd risico (Afro-Surinamers, Antilianen, Arubanen, Hindoestanen,
Marokkanen, Midden Oosten (Saoudi Arabië, Arabische Emiraten, Irak, Jordanië, Syrië,
Oman, Quatar, Koeweit, Libanon en Egypte),Turken, Zuid-Aziaten (India, Pakistan,
Bangladesh))
 Positieve familie anamnese voor diabetes type 1 en 2 tot in de 1e graad
 Eerder kind >4500 gram of >p90
 Perinatale sterfte in de anamnese
 Bij de intake glucosewaarden ( random) tussen 6,1 en 7,8 mmol/l
 Bij de intake afwijkende nuchtere glucosewaarden, maar een goede OGTT.
 Vrouwen die tijdens een fertiliteitsbehandeling met Metformine (+ Glucophage) zijn
behandeld.
3
Topiclijst (1) : indien er een indicatie is voor een OGTT
-
Doel en uitleg OGTT, uitleg risico’s diabetes gravidarum
Afspraak maken om de uitslag te bespreken.
Indien afwijkend: verwijzing diabetesspreekuur met uitleg over doel van verwijzing.
Informatie over groeiecho's
Informatie over plaats van de bevalling, afhankelijk van behandeling: dieet= in 1e lijn, insuline of
orale antidiabetica= in 2e lijn
- Glucosecontroles bij de neonaat vinden alleen plaats bij insulinegebruik of andere risicofactoren
- Er worden leefstijladviezen en informatie gegeven t.a.v voeding, gewicht en beweging.
Diagnostiek op indicatie gedurende de zwangerschap (>24 weken) bij:
 Positieve dyscongruentie, AC >p95
 Polyhydramnion in huidige graviditeit
 Symptomen van diabetes gravidarum zoals polyurie in combinatie met polydypsie2;3;4;5;6
Normaalwaarden en afkapwaarden na de 75 grams OGTT:
Veneus plasma
Normaalwaarden
< 7,8 mmol/l na 2 uur
Diabetes gravidarum
≥7,8 – ≤11,0 mmol/l na 2 uur
Diabetes Mellitus
> 11,0 mmol/l na 2 uur
4
Stroomdiagram 2: Beleid na OGTT bij 24 weken of indien op indicatie in verdere
zwangerschap 1;2;3;9
24 weken:
75 gr OGTT
nuchter < 6,1 mmol/l en na
belasting <7,8 mmol/l
nuchter < 6,1 mmol/l en na
belasting ≥7,8- ≤11,0
mmol/l
Geen
actie
Diabetesspreekuur
goed
gereguleerd
nuchter ≥6,1 mmol/l en/of na
belasting > 11,0 mmol/L
doorverwijzing 2e lijns
diabetes-spreekuur
niet goed
gereguleerd
1e lijn
Bij 39 weken
starten met
strippen
Bij 28-30 wk
groeiecho in 1e lijn
AC<P75 echo
herhalen bij 3436 weken
AC >P75
B/ echo 2 weken
later herhalen
2e lijn*
AC >P90 insturen
diabetesspreekuur 2e lijn
Bij max. 41
weken 2e lijn,
inleiden
Afwijkende AC (tov. vorige
meting)
B/: insturen diabetesspreekuur 2e lijn
*Indien opnieuw goed gereguleerd en groei <p75 terugverwijzing 1ste lijn.
Beleid bij afwijkende OGTT bij 24 weken
 Indien de nuchtere waarde bij de OGTT ≥ 6,1 mmol/l of 2 uur na 75 gram glucose
belasting de glucosewaarde >11,0mmol/l is, directe verwijzing naar de tweede lijn. Over
het algemeen zal dan gestart worden met insuline.
 Indien 2 uur na 75 gram glucose inname de glucosewaarde ≥7.8 en ≤11,0 mmol/l is, met
een nuchtere waarde <6,1 mmol/l, verwijs binnen 1 week naar het diabetesspreekuur.
 Leefstijl conform topiclijst 2 wordt met de zwangere besproken. Folder (GGD) nogmaals
bespreken.
Topiclijst (2) : Leefstijl advies diabetes gravidarum
- lichte sportieve inspanning (lopen), minimaal 30 minuten per dag om de glucoseregulatie op
een positieve manier te beinvloeden.3
- stoppen met roken, geen alcohol
- voeding verdelen over de dag en koolhydraat- pieken vermijden
- vóór slapen iets eten
5
Beleid bij diabetes gravidarum in de zwangerschap en regulatie met dieet
-
-
-
-
-
Diabetes gravidarum zonder macrosomie en gereguleerd met dieet wordt zo snel
mogelijk terugverwezen naar de 1e lijn. Hierna wordt 2 à 3 keer per week door de
zwangere een nuchtere en een postprandiale waarde bepaald (conform het advies
van de diabetesverpleegkundige). Dit wordt bijgehouden in het diabetesboekje dat
mevrouw van de diabetesverpleegkundige ontvangt. Dit boekje (tip: bij twijfel check
de meter) neemt zij iedere controle mee naar de verloskundige. De
verantwoordelijkheid voor het beoordelen van het diabetesboekje ligt in de eerste
lijn.
Er wordt gestreefd naar glucosewaarden nuchter <6,1 mmol/l en 2 uur postprandiaal
<7,8 mmol/l.7;8 Bij afwijkende waarden uit het diabetesboekje vindt er opnieuw
overleg plaats met de diabetesverpleegkundige. Indien de waarden afwijkend blijven
van de streefwaarden wordt er opnieuw ingestuurd naar de tweede lijn.
Iedere 6 weken moet de HbA1C bepaald worden door de 1e lijn in overleg met de
diabetes spreekuren. De waarde moet onder de 42 mmol/L blijven. Bij sterk stijgen
van HbA1C en/ of een waarde > 42mmol/L wordt patiënte naar de 2 e lijn terug
verwezen.
Groeiecho’s bij 28-30 en 34-36 weken. Indien de AC >75e percentiel is, wordt de echo
na 2 weken herhaald. Bij een AC > 90e percentiel vindt directe verwijzing naar het
diabetesspreekuur plaats. Ook bij een afwijkende AC (tov de vorige meting) zal de
zwangere terug ingestuurd worden naar het diabetesspreekuur.
Leefstijl conform topiclijst 1 wordt nogmaals doorgenomen
Indien de glucose dagcurve na 32 weken gestoord is, waarbij de 2 e waarde < 7,8
mmol/l, zal in de 2e lijn individueel beleid afgesproken worden. Er zal in ieder geval
een 2e groei echo plaats vinden.
Beleid bij diabetes gravidarum rond de partus
Counseling afwachten versus inleiden wordt door de 2e lijn conform topiclijst 3 besproken
vóór terugverwijzing naar de 1e lijn. De 1e lijns verloskundige herhaalt deze counseling rond
39 weken en start met strippen. Tot 41 weken mag patiënte in de eerste lijn blijven bij
normale groei. De 1e lijns verloskundige draagt er zorg voor dat er via de verloskameragenda uiterlijk bij 41 weken AD een inleiding gepland staat. Topiclijst heeft als doel uniform
counseling mbt risico laag/medium en informed choice over expectatief beleid vs eerder
inleiding. Studies hierover zijn niet conclusief en dit dient ook met patiënten besproken te
worden.
Topiclijst 3: Diabetes gravidarum afwachten versus inleiden
Hoger risico schouderdystocie
Hoger risico macrosomie (>4kg)
Hoger risico sectio
* Bij milde diabetes gravidarum met dieet is dit risico mogelijk niet verhoogd ten opzichte
van zwangeren zonder diabetes, maar het risico is niet bekend.
6
Partus
Bij diabetes gravidarum, stabiel met behulp van dieetadvies, vindt de partus plaats onder
leiding van de eerste lijn.
De neonaat hoeft niet gescreend worden op hypoglykemie. Bij een geboortegewicht > p90
of bij klinische verschijnselen binnen een uur voeding geven: overleg met kinderarts (zie dit
protocol)
Beleid en adviezen bij diabetes gravidarum na de partus
Een diabetes gravidarum betekent voor de cliënt in de daaropvolgende jaren een verhoogde
kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2; hierbij is er geen verschil tussen
etnische groepen. De prevalentie van diabetes mellitus type 2 kan oplopen tot 50% in de
eerste 10 jaar na de bevalling. Naast een verhoogde kans op diabetes type 2 is er een
driemaal verhoogde kans op het ontwikkelen van het metabool syndroom (hypertensie,
adipositas en dyslipidemie). Hoewel er geen onderzoek naar gedaan is, lijkt herhaalde
monitoring van bloeddruk, gewicht/BMI/buikomvang en lipideparameters (nuchter
triglyceriden en HDL-cholesterol) in de jaren na een zwangerschap die gecompliceerd is
geweest door diabetes gravidarum, aangewezen.3
Topiclijst 4: Post partum beleid en adviezen te bespreken door verloskundigen
- Nacontrole 1e of 2e lijn met HbA1C en dagcurve bepalen.
- Leefstijladviezen: informatie verstrekken mbt niet roken, matig met alcohol,voeding verdelen
over de dag, koolhydraatpieken vermijden en minimaal 30 minuten per dag extra
lichaamsbeweging5
- Risico bespreken van het ontwikkelen van diabetes mellitus 2 in de toekomst.
 Informatie geven over diabetes gravidarum en een eventuele volgende zwangerschap.
 Aanbeveling geven om voorafgaand aan een nieuwe zwangerschap de glucosehuishouding via de
huisarts te evalueren ten einde te voorkomen dat een preconceptionele diabetes type 2 niet
wordt gedetecteerd.
 Vóór volgende zwangerschap bij de verloskundige een preconceptioneel consult.
 Jaarlijks controle op diabetes via de huisarts
7
Referenties
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
Nederlands Huisartsen Genootschap. Richtlijn diabetes mellitus type 2 M01. 2006.
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie; Diabetes Mellitus en
Zwangerschap (2.0) juni 2010.
HW de Jong, A de Jong, JP Lips, LLH Peeters, ILL van Sluisveld, HJ Veeze et al.
Richtlijn Diabetes en Zwangerschap. NIV; 2006.
P Offerhaus. Zwangerschap en diabetes: een nieuwe richtlijn. TvV 2006; 31(12):9-11.
National Institute for Health and Clinical Excellence. Diabetes in pregnancy.
Management of diabetes and its complications from pre-conception tot the postnatal
period. Brief summery NICE guideline. 2008.
RS Mazze, E Strock, GD Simonson, RM Bergenstal. Diabetes in pregnancy. In:
Prevention, detection and treatment of diabetes in adults. 4th edition. International
Diabetes Center. 2007.
Diabetesprotocol verloskundig samenwerkingsverband Bronovo. 2007.
Diabetes gravidarum-protocol vsv MCH-Westeinde. 2008.
D Simmons, A McElduff, HD McIntyre, M Elrishi. Gestational Diabetes Mellitus:
NICE for the US? A comparison of ADA and ACOG guidelines with the UK NICE
guidelines. Diabetes Care 2010; 33:34-37.
A Ben-Haroush, R Chen, E Hadar, M Hod, Y Yogev. Accuracy of a single fetal weight
estimation at 29-34 weeks in diabetic pregnancies: can it predict large-for-gestationalage infants at term? Am J Obstet Gynecol 2007; 197:497.e1-497.e6.
A de Jong, A Verbeeten, M Rijnders, K van der Pal-de Bruin, J Lips. Screening op
diabetes mellitus. Ervaringen in eerstelijns verloskundige praktijken. Tijdschr v
Verloskundigen 2006; 31(12):21-25.
Melissa G. Rosenstein, MD, Yvonne W. Cheng, MD, MPH, Jonathan M. Snowden,PhD,
James A. Nicolson, MD, Amy E. Doss, MD, and Aaron B. Caughey, MD, PhD. The
Risk of Stillbirth and Infant Death Stratified by Gestational Age in Women with
Gestational Diabetes. Am J Obstet Gynecol. 2012 April ; 206(4): 309.e1–309.e7.
doi:10.1016/j.ajog.2012.01.014.
Anders Åberg, MD,a Hakan Rydhstroem, MD, PhD,a, c and Anders Frid, MD, PhDb
Lund and Helsingborg, Sweden.Impaired glucose tolerance associated with adverse
pregnancyoutcome: A population-based study in southern Sweden.Am J Obstet
Gynecol,January2001.
Samuel Lurie, M.D., Avi Matzkel, M.D., Ariel Weissman, M.D.,Ziva Gotlibe, M.D., and
Adi Friedman, M.D..Outcome of pregnancy in Class A1 and A2 Gestational diabetic
patients delivered beyond 40 weeks gestation.Am J Perinatology/volume 9, 5/6
Sept/Nov 1992.
Sutton AL, Mele L, Landon MB, et al. Delivery timing and cesarean delivery risk in
women with mild gestational diabetes mellitus. Am J Obstet Gynecol 2014;210.
Commissie Verloskundige Werkafspraken Den Haag-Delft, november 2015.
Marga Kortekaas, Merel de Regt, Margreeth Piers, Michelle Beijerinck, Ineke Spijker, Diaan
Lobert, Anneke Dijkman, Cas Holleboom, Corla Vredevoogd, Hanneke Feitsma, Lyanne
Rövekamp, Mary Beshay, Joanne Verweij, Myrthe Bouwman, Thirsa Visser.
Vragen/opmerkingen melden bij het lokale VSV.
Revisiedatum: november 2016
8
Download