oefenbundeltje voor het vierde leerjaar bevat: x 4 werkbladen uit de map van Wibbel bij Rekensprong Plus 4, aansluitend bij de wiskundeopdrachten op de poster; x de correctiesleutel bij deze werkbladen. Meer informatie over de map van Wibbel vindt u op de methodesite www.rekensprongplus.be. 16 KOMMAGETALLEN TOT OP 0,01 nnb 4 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Noteer de cijfers in de tabel zoals in het voorbeeld. D 385,07 g T E , t h 3 8 5 , 0 7 g 2H 3T 5t 4h 1 honderdste (h) ...... = ...... = …,…… H 1 146,8 g g twee gehelen achttien honderdsten 4H 6T 3E 2t 7h g honderdveertien gehelen zes honderdsten g 2 020,02 g 8D 2E 7h g zeven tienden g 2 Wat is de waarde van het vetgedrukte cijfer? 69,47 g ................... of ................... 1 002,54 g ................... of ................... 409,51 g ................... of ................... 267,31 g ................... of ................... 2 469,09 g ................... of ................... 823,1 g ................... of ................... Doe het zo: 249,13 g 4T of 40 519,06 g 6h of 0,06 3 Rangschik de getallen zoals gevraagd. 3,14 3,48 2,60 2,06 3,56 ............ < ............ < ............ 3,28 8,23 6,20 8,32 ............ > ............ > ............ ............ < ............ < ............ 4 Vul de getallenassen aan. 0 ............. ............. 0,3 ............. ............. ............. ............. ............. ............. 1 0 ............. ............. 0,03 ............. ............. ............. ............. ............. ............. 0,1 2,2 28 ............. ............. ............. ............. ............. Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 2,26 ............. ............. ............. 2,3 34 KOMMAGETALLEN TOT OP 0,1 VERMENIGVULDIGEN EN DELEN nnb 14, 15 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Wat een makkie! 18 : 3 = ................ 8 x 1 = ................ 6 x 7 = ................ 63 : 7 = ................ 28 : 7 = ................ 81 : 9 = ................ 3 x 9 = ................ 45 : 5 = ................ 3 x 8 = ................ 56 : 8 = ................ 7 x 8 = ................ 24 : 3 = ................ 30 : 6 = ................ 9 x 5 = ................ 10 x 0 = ................ 2 Weet je dit nog? 3 Nu andersom! 2,7 = 27t 0,8 = ................ 59t = 5,9 22t = ................ 3,4 = ................ 7,3 = ................ 81t = ................ 4t = ................ 0,5 = ................ 4,6 = ................ 6t = ................ 109t = ................ 4 Reken uit. Doe het zo! 6 x 0,4 = 6 x 4t = 24t = 2,4 4 x 0,2 = .............................................. 9 x 0,9 = ................................................ 7 x 0,6 = .............................................. 5 x 0,4 = ................................................ 8 x 0,7 = .............................................. 10 x 0,1 = ................................................ 5 Reken uit. Hier kun je splitsen en verdelen. 4 x 5,3 = (4 x 5) + (4 x 0,3) = 20 + 1,2 = 21,2 3 x 1,7 = ....................................................................... 6 x 2,5 = ....................................................................... 7 x 2,5 = ....................................................................... 2 x 3,8 = ....................................................................... 9 x 1,6 = ....................................................................... 6 Reken uit. Doe het zo! 2,4 : 3 = 24t : 3 = 8t = 0,8 1,6 : 4 = .............................................. 0,6 : 2 = .............................................. 0,8 : 4 = .............................................. 3,2 : 8 = .............................................. 6,3 : 7 = .............................................. 4,5 : 5 = .............................................. 7 Ook hier kun je splitsen en verdelen. 4,2 : 2 = (4 : 2) + (0,2 : 2) = 2 + 0,1 = 2,1 6,3 : 3 = ....................................................................... 8,8 : 4 = ....................................................................... 6,8 : 2 = ....................................................................... 9,6 : 3 = ....................................................................... 3,9 : 3 = ....................................................................... 8 Een afsluitertje ... 46 2 : 5 = 20t : 5 = 4t = 0,4 6 : 5 = ....................................................................... 1 : 2 = .......................................................................... 5 : 2 = ....................................................................... Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 59 LENGTE, INHOUD, GEWICHT: HERLEIDINGEN nnb 20-22 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Lengte meten, weet je het nog? 0,2 m = ............... dm 0,5 km = ............... m 25 dm = ............... m 250 cm = ............... m 45 cm = ............... m 3,4 m = ............... cm 1,2 m = ............... cm 15 cm = ............... dm 2,5 km = ............... m 10 000 m = ............... km 5,4 cm = ............... mm 0,1 m = ............... cm 1 meter = ............... cm 50 mm = ............... cm 2 0,8 dm = ............... cm 80 dm = ............... m 20 cm = ............... mm 1 km = ............... m 4 7,5 m = ............... cm 1 m = ............... dm 1 dm = 1 m = ............ m ...... 1 m = ............ m ...... 1 m = ............... cm 1 cm = 1 m = ............... mm 1 mm = 1 m = ............ m ...... 1 km = ............... m 3 km = ............... m 2 Inhoud meten gaat op dezelfde manier! 1 liter = ............... ml 2 33 cl = ............... l 1 l = ............... dl 1 1 dl = l = ............ l ...... 2 dl = ............... ml 4 dl = ............... l 1 l = ............... cl 1 1 cl = l = ............ l ...... 0,250 l = ............... cl 100 ml = ............... l 1 l = ............... ml 1 ml = 4,5 l = ............... dl 0,3 l = ............... dl 6 dl = ............... l 1 l = ............... ml 8 1 l = ............ l ...... 3 Reken uit. Baby Wout drinkt per dag 5 flessen melk van 180 ml. Hoeveel ml melk drinkt Wout per dag? Voor één pakje doopsuiker is er 25 cm lint nodig. Hoeveel cm lint is er nodig om 50 pakjes doopsuiker te maken? ...................................................................................... ...................................................................................... Hoeveel liter is dat? .................................................... Hoeveel meter is dat? ................................................. 4 En nu met gewicht! 1 kg = ............... kg ...... 1 kg = ............... g 1g= 1 ton = ............... kg 1 1 kg = ton = ............... ton ...... 3 000 g = ............... kg 1 kg = ............... g 4 1 kg = ............... g 8 1 ton = ............... kg 2 0,7 kg = ............... g 1,4 kg = ............... g 5,7 ton = ............... kg 2,3 ton = ............... kg 200 g = ............... kg 1 500 g = ............... kg Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 71 67 LIJNEN, HOEKEN EN VLAKKE FIGUREN nnb 30-38 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Welke vlakke figuur ben ik? Teken me. Ik heb 2 paar evenwijdige zijden. Mijn overstaande zijden zijn evenwijdig en even lang. Ik heb 4 rechte hoeken. Ik heb 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken. Ik ben een Ik ben een Ik ben een ......................................................... ....................................................... ....................................................... Twee zijden zijn al gegeven. Eén van mijn zijden is 4 cm lang. 2 Staat je potlood scherp? Teken een cirkel met een diameter van 4 cm. Noem het middelpunt E en teken een straal in het groen. Teken een evenwijdige aan d door het punt D. Teken een loodrechte op d door het punt D. • Teken een trapezium. Eén zijde is al getekend. D d 3 Welke naam krijgen deze driehoeken? Ik kijk naar de hoeken. Het is een … ............................................... driehoek ............................................... driehoek Ik kijk naar de zijden. Het is een … ............................................... driehoek ............................................... driehoek Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 79 oefenbundeltje voor het vierde leerjaar correctiesleutel 16 KOMMAGETALLEN TOT OP 0,01 nnb 4 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Noteer de cijfers in de tabel zoals in het voorbeeld. D H T E , t h 385,07 g 3 8 5 , 0 7 g 2 3 0 , 5 4 1 4 6 , 8 2 , 1 8 2H 3T 5t 4h 1 honderdste (h) 1 ...... = 100 ...... 0 01… = …,… 1 146,8 g 1 g twee gehelen achttien honderdsten 4H 6T 3E 2t 7h g 4 6 3 , 2 7 honderdveertien gehelen zes honderdsten g 1 1 4 , 0 6 2 020,02 g 2 0 2 0 , 0 2 8D 2E 7h g 8 0 0 2 , 0 7 0 , 7 g zeven tienden 2 Wat is de waarde van het vetgedrukte cijfer? 4t 0,4 69,47 g ................... of ................... 1D 1 000 1 002,54 g ................... of ................... 4H 400 409,51 g ................... of ................... 3t 0,3 267,31 g ................... of ................... 9h 0,09 2 469,09 g ................... of ................... 3E 3 823,1 g ................... of ................... Doe het zo: 249,13 g 4T of 40 519,06 g 6h of 0,06 3 Rangschik de getallen zoals gevraagd. 3,14 3,48 2,60 2,06 3,56 3,14 < ............ 3,48 3,56 ............ < ............ 8,23 6,20 3,28 8,32 6,20 > ............ 2,60 > ............ 2,06 ............ 3,28 < ............ 8,23 < ............ 8,32 ............ 4 Vul de getallenassen aan. 0 0,1 0,2 ............. ............. 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 ............. ............. ............. ............. ............. ............. 1 0 0,01 0,02 ............. ............. 0,03 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 ............. 0,09 ............. ............. ............. ............. ............. 0,1 2,2 28 2,21 2,22 2,23 2,24 2,25 ............. ............. ............. ............. ............. Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 2,26 2,27 2,28 ............. 2,29 ............. ............. 2,3 34 KOMMAGETALLEN TOT OP 0,1 VERMENIGVULDIGEN EN DELEN nnb 14, 15 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Wat een makkie! 6 18 : 3 = ................ 8 8 x 1 = ................ 42 6 x 7 = ................ 9 63 : 7 = ................ 4 28 : 7 = ................ 9 81 : 9 = ................ 27 3 x 9 = ................ 9 45 : 5 = ................ 24 3 x 8 = ................ 7 56 : 8 = ................ 56 7 x 8 = ................ 8 24 : 3 = ................ 5 30 : 6 = ................ 45 9 x 5 = ................ 0 10 x 0 = ................ 2 Weet je dit nog? 3 Nu andersom! 2,7 = 27t 8t 0,8 = ................ 59t = 5,9 2,2 22t = ................ 34t 3,4 = ................ 73t 7,3 = ................ 8,1 81t = ................ 0,4 4t = ................ 5t 0,5 = ................ 4,6 = 46t ................ 0,6 6t = ................ 10,9 109t = ................ 4 Reken uit. Doe het zo! 6 x 0,4 = 6 x 4t = 24t = 2,4 0,8 4 x 0,2 = .............................................. 8,1 9 x 0,9 = ................................................ 4,2 7 x 0,6 = .............................................. 2 5 x 0,4 = ................................................ 5,6 8 x 0,7 = .............................................. 1 10 x 0,1 = ................................................ 5 Reken uit. Hier kun je splitsen en verdelen. 4 x 5,3 = (4 x 5) + (4 x 0,3) = 20 + 1,2 = 21,2 5,1 3 x 1,7 = ....................................................................... 15 6 x 2,5 = ....................................................................... 17,5 7 x 2,5 = ....................................................................... 7,6 2 x 3,8 = ....................................................................... 14,4 9 x 1,6 = ....................................................................... 6 Reken uit. Doe het zo! 2,4 : 3 = 24t : 3 = 8t = 0,8 0,4 1,6 : 4 = .............................................. 0,3 0,6 : 2 = .............................................. 0,2 0,8 : 4 = .............................................. 0,4 3,2 : 8 = .............................................. 0,9 6,3 : 7 = .............................................. 0,9 4,5 : 5 = .............................................. 7 Ook hier kun je splitsen en verdelen. 4,2 : 2 = (4 : 2) + (0,2 : 2) = 2 + 0,1 = 2,1 2,1 6,3 : 3 = ....................................................................... 2,2 8,8 : 4 = ....................................................................... 3,4 6,8 : 2 = ....................................................................... 3,2 9,6 : 3 = ....................................................................... 1,3 3,9 : 3 = ....................................................................... 8 Een afsluitertje ... 46 2 : 5 = 20t : 5 = 4t = 0,4 1,2 6 : 5 = ....................................................................... 0,5 1 : 2 = .......................................................................... 2,5 5 : 2 = ....................................................................... Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 59 LENGTE, INHOUD, GEWICHT: HERLEIDINGEN nnb 20-22 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Lengte meten, weet je het nog? 2 0,2 m = ............... dm 500 m 0,5 km = ............... 2,5 m 25 dm = ............... 2,5 250 cm = ............... m 0,45 m 45 cm = ............... 340 cm 3,4 m = ............... 120 cm 1,2 m = ............... 1,5 dm 15 cm = ............... 2 500 m 2,5 km = ............... 10 10 000 m = ............... km 54 5,4 cm = ............... mm 10 0,1 m = ............... cm 1 50 5 meter = ............... cm 50 mm = ............... cm 2 8 0,8 dm = ............... cm 8 80 dm = ............... m 200 mm 20 cm = ............... 1 250 m km = ............... 4 750 cm 7,5 m = ............... 1 500 ml liter = ............... 2 0,33 l 33 cl = ............... 200 ml 2 dl = ............... 0,4 4 dl = ............... l 25 0,250 l = ............... cl 0,100 l 100 ml = ............... 45 4,5 l = ............... dl 3 0,3 l = ............... dl 0,6 6 dl = ............... l 1 125 l = ............... ml 8 10 1 m = ............... dm 1 dm = 1 0,1 m m = ............ 10 ...... 1 0,01 m m = ............ 100 ...... 100 cm 1 m = ............... 1 cm = 1 000 mm 1 m = ............... 1 0,001 m 1 mm = m = ............ 1 ...... 000 1 000 1 km = ............... m 3 000 m 3 km = ............... 2 Inhoud meten gaat op dezelfde manier! 10 1 l = ............... dl 1 0,1 l 1 dl = l = ............ 10 ...... 1 0,01 l l = ............ 100 ...... 100 1 l = ............... cl 1 cl = 1 000 ml 1 l = ............... 1 0,001 l 1 ml = l = ............ 1...... 000 3 Reken uit. Baby Wout drinkt per dag 5 flessen melk van 180 ml. Hoeveel ml melk drinkt Wout per dag? 5 x 180 = 900 Voor één pakje doopsuiker is er 25 cm lint nodig. Hoeveel cm lint is er nodig om 50 pakjes doopsuiker te maken? 50 x 25 = 1 250 Wout drinkt 900 ml melk per dag. ...................................................................................... Er is 1 250 cm lint nodig. ...................................................................................... 0,9 l Hoeveel liter is dat? .................................................... 12,5 m Hoeveel meter is dat? ................................................. 4 En nu met gewicht! 1 000 g 1 kg = ............... 1 0,001 kg 1g= kg = ............... 1...... 000 1 000 kg 1 ton = ............... 1 0,001 ton 1 kg = ton = ............... 1...... 000 3 3 000 g = ............... kg 1 400 g 1,4 kg = ............... 1 250 g kg = ............... 4 1 125 g kg = ............... 8 1 500 kg ton = ............... 2 5 700 kg 5,7 ton = ............... 700 g 0,7 kg = ............... 1,5 kg 1 500 g = ............... 2 300 kg 2,3 ton = ............... 0,200 kg 200 g = ............... Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 71 67 LIJNEN, HOEKEN EN VLAKKE FIGUREN nnb 30-38 Naam: ................................................................................................................ Nr. ........... 1 Welke vlakke figuur ben ik? Teken me. Ik heb 2 paar evenwijdige zijden. Mijn overstaande zijden zijn evenwijdig en even lang. Ik heb 4 rechte hoeken. Ik heb 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken. Ik ben een Ik ben een Ik ben een parallellogram ......................................................... rechthoek ....................................................... vierkant ....................................................... Twee zijden zijn al gegeven. Eén van mijn zijden is 4 cm lang. meerdere oplossingen mogelijk meerdere oplossingen mogelijk 2 Staat je potlood scherp? Teken een cirkel met een diameter van 4 cm. Noem het middelpunt E en teken een straal in het groen. Teken een evenwijdige aan d door het punt D. Teken een loodrechte op d door het punt D. • Teken een trapezium. Eén zijde is al getekend. meerdere oplossingen mogelijk D E d 3 Welke naam krijgen deze driehoeken? Ik kijk naar de hoeken. Het is een … stomphoekige ............................................... driehoek scherphoekige ............................................... driehoek Ik kijk naar de zijden. Het is een … ongelijkbenige ............................................... driehoek gelijkzijdige ............................................... driehoek Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In. 79