Zoektocht van zorgorganisaties naar positie en invulling van het welzijnswerk en activiteitenbegeleiding Wat doet de zorg met welzijn? inhoud 1 Inleiding We zijn er aan gewend geraakt dat onder de noemer ‘welzijn’ in verpleeg- en verzorgingshuizen en in de gehandicaptensector allerlei activiteiten werden georganiseerd. Aandacht voor welzijn Welzijn bestond vooral uit activiteiten die veelal collectief aangeboden werden en voor iedereen beschikbaar waren mede door de beoogde invoering van de nieuwe Wet langdurende zorg (Wlz). Momenteel zitten we in een periode waarin veel vernieuwing plaatsvindt. De veranderingen in de zorg maken dat ook het aanbod van welzijn in organisaties opnieuw bekeken wordt. Organisaties vragen zich af wat het aanbod moet zijn, voor wie het bestemd is, wie het verzorgt en wie het betaalt. Sommige organisaties stellen zichzelf de vraag hoe onlosmakelijk welzijn en zorg nu eigenlijk met elkaar verbonden zijn. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg gaf een paar jaar geleden al aan dat er een verschuiving zou moeten plaatsvinden, van aandacht voor zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid. Daar hoort nadrukkelijk aandacht voor welzijn bij. Door meer nadruk te leggen op gedrag en gezondheid krijgt de cliënt meer regie en dat is belangrijk voor het welbevinden van mensen. Ook de Landelijke Organisatie van Cliëntenraden (LOC) heeft eerder al aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat er waardevolle zorg verleend wordt: zorg Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 2 die juist aandacht heeft voor gezondheid van mensen en daarmee voor hun welzijn. Client centraal De eerste ontwikkeling die invloed heeft op het welzijn in organisaties is het meer vraaggericht en integraal werken. De cliënt staat centraal, er is zoveel mogelijk sprake van aanbod op maat en activering wordt steeds belangrijker. Die individuele aanpak heeft gevolgen voor hoe welzijn aangeboden wordt. En dat leidt tot vragen waar veel organisaties mee worstelen. Hoe wordt er – mogelijk samen met informele zorgverleners – een goed pakket van welzijnsactiviteiten georganiseerd, dat aansluit bij de persoonlijke wensen en behoeften van cliënten? Betaalbare zorg De tweede ontwikkeling is van financiële aard: er moet flink bezuinigd worden. Dat maakt het herbezinnen op welzijn nodig. Dat vraagt om keuzes: welk aanbod is door de organisatie nog te leveren? Moet er misschien betaald worden voor bepaalde diensten? Is samen met de cliënt koken ook niet een soort van welzijn? En moet er voor die mensen die straks thuis blijven wonen niet op een andere manier voor welzijn gezorgd worden? Grenzen verleggen Er is een verschuiving zichtbaar dat informele zorgverleners zich op het terrein van de formele zorgverleners gaan begeven. Organisaties zijn er voor verantwoordelijk dat vrijwilligers op een veilige en verantwoorde wijze handelingen kunnen uitvoeren. De huidige discussie over grenzen aan informele zorg kenmerkt zich door een negatieve insteek. Vanwege bezuinigingen moeten informele zorgverleners meer taken op zich nemen. Dat afschuiven van taken doet in de ogen van de mantelzorgers en vrijwilligers geen recht aan de enorme bijdrage die ze leveren. Dit kan anders door echte samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Praktijkvoorbeelden In deze notitie komen de praktijkervaringen van een aantal organisaties aan bod. Hoe gaan zij om met het invullen en de organisatie van welzijn en welbevinden van cliënten? Wat heeft dat voor gevolgen voor de taken van activiteitenbegeleiders, de zorgmedewerkers en de coördinatoren vrijwilligerswerk? Kunnen activiteitenbegeleiders een cruciale rol spelen in de verande- Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 3 ringen: worden ze spin in het ‘welzijnsweb’ en verbinden ze zorg, familie en vrijwilligers met elkaar rondom de cliënt? En richten ze samen met de (zorg) medewerkers hun blik mede naar buiten richten en samenwerken met externe partijen die zich bezighouden met welzijn in de buurt. Veel kansen en net zo veel keuzes voor organisaties om een goed samenspel tussen cliënten, mantelzorgers en vrijwilligers en formele zorg op te bouwen. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 4 Inhoud 2 Inleiding Inhoud 5 6 Welzijnsactiviteiten: individueel en collectief 9 Welzijn in een apart team of in een zorgteam 14 Verandering van taken 18 De rol van vrijwilligers, mantelzorgers, familie en sociaal netwerk 22 Hoe wordt welzijn gefinancierd? 27 Verbindingen met welzijn extramuraal: de wijk in 29 Slotbeschouwing 33 Colofon Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 5 Welzijnsactiviteiten: individueel en collectief Voor alle zorgorganisaties geldt dat ze, naast het leveren van zorg, het welzijn en welbevinden van hun cliënten hoog in het vaandel hebben staan. De manier waarop die visie vervolgens in de praktijk vorm krijgt, verschilt per organisatie. Dat verschil zit hem bijvoorbeeld in de plek van de activiteitenbegeleiders in de organisatie, maar ook in de rol die organisaties zien voor mantelzorgers, familie en vrijwilligers. De ene organisatie betrekt de mantelzorgers, familie en vrijwilligers nadrukkelijk bij welzijn en ondersteuning, terwijl de andere organisatie daar niet op uit lijkt te zijn. 1 2 Voor vrijwel alle organisaties geldt dat activiteiten op vier niveaus worden aangeboden: Individuele activiteiten. In het activiteitenplan worden afspraken gemaakt voor individuele activiteiten die aansluiten bij de wensen van de cliënt. Bijvoorbeeld wandelen, krant lezen, bezoek ontvangen, huishoudelijke activiteiten, persoonlijke gesprekken. Activiteiten in de huiskamer en/of pleinactiviteiten. Per afdeling, woning of samen met de afdelingen c.q. woningen aan een plein worden regelmatig Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 6 3 4 activiteiten voor cliënten georganiseerd. bijvoorbeeld koekjes bakken, bingoën, film kijken, gezamenlijk ontbijten, activiteiten in de huiskamer en op het plein, activiteiten ter gelegenheid van feestdagen zoals Kerst (the magerichte activiteiten). Activiteiten in groepsverband en/of vereniging. Wanneer meerdere cliënten eenzelfde activiteit willen doen, dan kan dit worden georganiseerd. Bijvoorbeeld zingen in een koor, schilderen, wandelen, uitstapjes. Soms leidt dit tot het oprichten van een of meerdere verenigingen binnen de organisatie, waar cliënten lid van kunnen worden. Cliënten kunnen ook aansluiten bij welzijnsorganisaties en verenigingen in de wijk of stad. Grote activiteiten voor alle cliënten. Vaak gaat het om activiteiten gekoppeld aan jaargetijden en feestdagen. Of er worden spelletjesmiddagen of voorstellingen georganiseerd. Hierbij worden alle cliënten uitgenodigd. Elk jaar is er een activiteitenplan. Bij de grote activiteiten wordt de familie meestal ook uitgenodigd. Praktijkvoorbeeld: Osira-Groep ‘Activiteiten op de afdeling zijn meer belevingsgericht, onder andere feestelijk ontbijten met hulp van voedingsassistentes, aandacht tijdens de maaltijden, krant en of tijdschrift lezen, wandelen, boodschappen doen op de markt. Centrale activiteiten worden gehouden in een ruimte buiten de afdelingen. Denk hierbij aan luisteren naar klassieke muziek, sjoelen, zingen, bingoën, meer bewegen, toneelspelen, internetten.’ Praktijkvoorbeeld: Zorggroep D’n Horstgraaf ‘Cliënten kunnen lid worden van (wijk)verenigingen die binnen onze zorggroep actief zijn. Ook kunnen thuiswonende cliënten vervoerd worden naar clubs. De verenigingen trekken de actievere cliënten aan en maakt de cliënten ook actiever door de buitenwereld erbij te betrekken. Wij zorgen dat er actief wordt samengewerkt met verenigingen. Er zijn cliënten die meedoen met de plaatselijke wandelvereniging.’ Naast de collectieve activiteiten van voorheen, is er een ontwikkeling gaande om meer welzijn op maat aan te bieden en cliënten te activeren. Dat betekent Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 7 meer individuele activiteitenplannen, met daarin soms één-op-één activiteiten en steeds vaker ook het handhaven van het lidmaatschap van een vereniging buiten de deur van de zorgorganisatie. Cliënten hebben zoveel mogelijk zelf de regie over hun activiteiten. De informele zorg - mantelzorgers, familie, het sociaal netwerk en vrijwilligers - wordt hier nadrukkelijk bij betrokken. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 8 Welzijn in een apart team of in een zorgteam Financiën, meer vraaggericht en integraal werken dwingen tot herbezinnen op de plaats van welzijn in de organisatie. Daar komt voor veel organisaties ook het overschakelen naar kleinschalige zorg met kleinere afdelingen bij. Dit vraagt vaak anders invullen van taak en rolverdeling. Voor zorgmedewerkers én voor de activiteitenbegeleiders, maar ook voor mantelzorgers en familie. In deze nieuwe context krijgt ook welzijn een plek. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 9 Organisaties komen uit op een tweetal varianten om welzijn een plek te geven. De eerste optie houdt in dat medewerkers welzijn, de activiteitenbegeleiders, bij elkaar op een centrale plek in de organisatie blijven. Zorgteams kunnen een beroep op hen doen, al dan niet volgens van tevoren vastgelegde afspraken. De tweede optie houdt in dat activiteitenbegeleiders onderdeel vormen van het zorgteam van een afdeling. Optie 1: Welzijn vormt een apart team Er zijn organisaties waarbij de activiteitenbegeleiders in een apart team binnen de organisatie werken, vaak onder de noemer ‘welzijnsbureau’ of ‘vrijetijdsbureau’. De afdelingen kunnen een beroep op ze doen voor welzijnsactiviteiten. Iedere activiteitenbegeleider of welzijnsmedewerker is gekoppeld aan een ‘eigen’ afdeling. Voor die afdeling is deze medewerker aanspreekpunt voor de zorgmedewerkers en vrijwilligers als het gaat om welzijnsactiviteiten op de afdeling. De inzet van de activiteitenbegeleider is van te voren vastgelegd of gekoppeld aan de behoefte, samenstelling en dynamiek op een afdeling. Centraal blijft het team welzijnsactiviteiten op grote(re) schaal organiseren voor meer dan één afdeling. Praktijkvoorbeeld: Norschoten ‘Sinds één jaar draait de welzijnswinkel waar alle activiteitenbegeleiders, of welzijnsbegeleider zoals ze in Norschoten worden genoemd, in één team zitten. Daardoor wordt flexibeler omgegaan met opvang van vakantie en ziekte. Ook sluiten we meer aan op de sterke kanten en persoonlijke talenten van de welzijnsbegeleiders. Echter voor het volgen van de ontwikkelingen van de cliënt op de afdeling en het meepraten in het Multi Disciplinair Overleg voor de cliënt worden de welzijnsbegeleiders wel ‘vast’ gekoppeld aan een afdeling en cliënten. Dit biedt stabiliteit en duidelijkheid, omdat ze als aanspreekpunt fungeren voor het welzijn van ‘hun’ cliënten.’ Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 10 De voor- en nadelen van deze optie op een rij. Welzijn in eigen team VoordelenNadelen Meer inspiratie voor activiteiten Welzijn blijft een activiteit van collega’s buiten het zorgteam Vakgebied en vaardigheden beter Zorgmedewerkers worden niet bijhouden gestimuleerd en geïnspireerd om meer aan welzijnsactiviteiten te doen Vervanging beter te regelen Integraal werken komt minder snel van de grond en de informatie over de individuele cliënt blijft versnipperd Persoonlijke talenten van activiteiten- Persoonlijke talenten van zorgmedebegeleiders beter inzetten werkers op terrein van welzijn worden niet ontplooid Makkelijker grootschalige of groeps Te weinig zicht op persoonlijke wensen activiteiten organiseren en behoeften van cliënten tijdens dagelijkse bezigheden, waardoor welzijnsactiviteiten lastiger daarop aan te sluiten zijn Er is een centrale visie en invulling van Er is minder maatwerk voor cliënten welzijn met de waarborg van kwaliteit Praktijkvoorbeeld: Osira-Groep ‘Welzijn binnen Osira wordt per locatie georganiseerd en uitgevoerd door teams met activiteitenbegeleiders. Deze teams worden gevoed door de vakgroep en netwerkorganisatie. Er is bewust voor gekozen om de activiteitenbegeleider niet onder het zorgteam en de Eerst Verantwoordelijk Verzorgende te laten vallen. De zorgteams verschillen teveel van elkaar in visie en het invullen van welzijnsactiviteiten. Daarnaast hebben de activiteitenbegeleiders ieder hun eigen interesses en specialiteiten, die via gezamenlijke coördinatie beter ingezet kunnen worden.’ De organisaties die voor deze variant gekozen hebben, vinden dat het leidt tot een efficiëntere en effectievere inzet van de activiteitenbegeleiders die in hun optie ook beter tot hun recht komen. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 11 Optie 2: Welzijn onderdeel van het zorgteam op de afdeling Bij andere zorgorganisaties wordt de activiteitenbegeleider binnen het zorgteam van de afdeling geplaatst en vormt zo een vast onderdeel van het team. Dit bevordert de directe samenwerking tussen de activiteitenbegeleider en de zorgmedewerkers. Samen werken ze aan goede kwaliteit van zorg én welzijn van cliënten op de afdeling. De activiteitenbegeleider verzorgt dan niet alleen welzijnsactiviteiten maar helpt ook mee aan de zorgverlening, bijvoorbeeld assistentie bij het eten. Omgekeerd helpt de zorgmedewerker mee bij de organisatie en het uitvoeren van welzijnsactiviteiten op de afdeling. In deze setting wordt flexibiliteit van de activiteitenbegeleider en van de zorgmedewerker gevraagd. Over en weer kunnen ze elkaars taken oppakken. Als de activiteitenbegeleider geplaatst is in het zorgteam van de afdeling draait de activiteitenbegeleider geheel met het zorg- en welzijnsplan (of persoonlijk ontwikkelingsplan c.q. vrijetijdsbestedingsplan) voor de afdeling mee. Direct aanspreekpunt is de Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (EVVer, ook wel zorgcoördinator of contactverzorgende geheten). De activiteitenbegeleider overlegt met de EVV-er over de mogelijkheden en keuzes voor welzijnsactiviteiten voor de afdeling. Het welzijn van de cliënt is een onderdeel van het zorgleefplan. Groepsactiviteiten zijn meer een verantwoordelijkheid van het hele team en niet alleen van de organiserende activiteitenbegeleider. Praktijkvoorbeeld: Florence ‘De activiteitenbegeleider is een deel van het intramurale zorgteam en werkt direct samen met de zorgmedewerker om een goede kwaliteit van zorg en welzijn te bereiken. De wederzijdse verwachtingen tussen activiteitenbegeleider, zorgmedewerker, familie en vrijwilliger is belangrijker geworden en heeft geleid tot geïntegreerd werken op de afdeling. Er blijft één medewerker als vast aanspreekpunt voor de familie. De activiteitenbegeleider gaat zich meer richten op de individuele vraag van de cliënt ten aanzien van welzijn. Daarnaast richt de activiteitenbegeleider zich op samenwerken met de zorgmedewerkers en hun relatie met de familie. Zorgmedewerkers moeten bewust de familie vragen mee te helpen. De activiteitenbegeleider kan hen daarin stimuleren en het ook zelf oppakken.’ Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 12 De voor- en nadelen van deze optie op een rij. Welzijn in zorgteam VoordelenNadelen Integraal werken komt sneller van de grond. Gedeelde verantwoordelijkheid van activiteitenbegeleider, EVV-er en zorgmedewerkers. Makkelijker elkaars taken oppakken. Maatwerk is optimaal. Talenten op het gebied van welzijn. worden ten volle benut. Activiteitenbegeleider kan familie en mantelzorger goed bij welzijn betrekken, omdat ze de familie/ mantelzorger regelmatig tegenkomen op de afdeling. Activiteitenbegeleiders worden meer betrokken bij individuele zorg en komen op deze manier minder toe aan het ontwikkelen van een (collectief) aanbod op het gebied van welzijn. Inspiratie van mensen uit hetzelfde vakgebied ontbreekt. Iedereen doet van alles wat en van diepgang in het vakgebied is minder sprake. Er is een kans dat het maatwerk altijd bestaat uit hetzelfde, omdat de inspiratie bij de activiteitenbegeleider beperkt is. Vakgebied van de activiteitenbegeleider wordt minder serieus genomen. Verantwoordelijkheid voor het contact met de mantelzorger/familie kan onduidelijk zijn. De optie om de activiteitenbegeleiders te plaatsen binnen het zorgteam zorgt ervoor dat medewerkers de verantwoordelijkheid voor het bieden van integrale zorg en welzijn meer samen gaan delen. Talenten van alle medewerkers kunnen hier ten volle ingezet worden. Het betrekken van de informele zorg bij welzijn lijkt hier beter van de grond te komen. Activeren van de cliënt lijkt in dit model beter van de grond te kunnen komen. Het is de vraag wat het uiteindelijk betekent voor de rol en functie van activiteitenbegeleider. Die kan hierdoor ook overbodig worden verklaard. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 13 Verandering van taken De positie van de activiteitenbegeleider binnen de zorgorganisatie verschilt dus per organisatie. De activiteitenbegeleider kan geplaatst zijn in een apart team voor welzijn en wordt op afroep van de afdeling ingezet bij welzijnsactiviteiten. Of de activiteitenbegeleider maakt deel uit van het zorgteam van een of meerdere afdelingen en werkt direct samen met de zorgmedewerkers. Waar de activiteitenbegeleider ook zit: in alle gevallen geldt dat het takenpakket van de traditionele activiteitenbegeleider aan het veranderen is. En dat geldt ook voor de zorgmedewerkers, zeker wanneer er sprake is van meer integratie van het aanbod van welzijn en zorg. Veranderende taken van activiteitenbegeleiders De activiteiten sluiten aan bij de persoonlijke wensen en behoeften van cliënten. En ook is het voor activiteitenbegeleiders van belang te kijken wat mantelzorgers en familieleden uit de omgeving van de cliënt kunnen bijdragen. Ze worden geacht een meer coachende rol te gaan vervullen richting familie en ook richting vrijwilligers en zorgmedewerkers. Deze verandering van taken en competenties is groot voor de bestaande groep activiteiten Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 14 begeleiders. Er worden andere dingen van ze gevraagd dan voorheen. Zij moeten oog hebben voor de individuele cliënten, goed matchen met hun collega’s in de zorg, kunnen omgaan met vrijwilligers en ook nog in staat zijn om mantelzorgers, familie en andere bekenden uit het netwerk van cliënten te mobiliseren. Praktijkvoorbeeld: Orsira-Groep Activiteitenbegeleiders zijn verantwoordelijk voor: * het individuele activiteitenplan van de cliënten en de inzet van activiteiten per cliënt naar rato van het financieren via het ZorgZwaartePakket (ZZP). * organiseren van centrale- /groepsactiviteiten voor cliënten met dezelfde interesse in activiteiten. * maken van een activiteitenaanbod dat aantrekkelijk is voor de vrijwil ligers en mantelzorgers zodat zij helpen bij het uitvoeren van de activitei- ten. Praktijkvoorbeeld: Norschoten De huidige taken van de welzijnsbegeleider zijn: * houden van welzijnsconsulten met cliënt, familie en zorgmedewerkers * advies geven over omgang met cliënt aan zorgmedewerkers en vrijwilligers * coachen en begeleiden van zorgmedewerkers en vrijwilligers * specialistische welzijnsactiviteiten zelf uitvoeren * welzijnsactiviteiten opzetten en overdragen naar de zorgmedewerkers en vrijwilligers * bewaken van de kwaliteit van welzijn van de cliënt Veranderende taken van zorgmedewerkers Wat de plek van de activiteitenbegeleiders ook is, bij beide opties werken activiteitenbegeleiders en zorgmedewerkers meer samen op het gebied van welzijn, of het nu op collectief of op individueel niveau is. Dat vraagt niet alleen van de activiteitenbegeleiders een andere insteek, maar ook van de zorgmedewerkers. De activiteitenbegeleider overlegt met de eerst contact Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 15 verzorgende, de persoonlijk begeleider of het gehele team over het invullen van welzijnsactiviteiten op de groep en op individueel niveau. Ook zorgmedewerkers moeten daar dus over nadenken. Praktijkvoorbeeld: Florence ‘De eerst verantwoordelijke verzorgende is de contactpersoon voor de familie. De activiteitenbegeleider gaat zich meer richten op de individuele vraag van de cliënt ten aanzien van welzijn, en op de samenwerking met de zorgmedewerkers en eerst verantwoordelijke verzorgende. De activiteitenbegeleider en zorgmedewerker zijn er zich meer van bewust om de familie te vragen mee te werken aan activiteiten.’ Naast de zorgtaken die de zorgmedewerkers uitvoeren op de afdeling, zoals vastgelegd in het zorgleefplan, worden ze steeds vaker ingezet bij welzijnsactiviteiten op de afdeling. Zorgmedewerkers helpen mee met activiteiten zoals samen koken, samen koffie drinken, meehelpen bij het eten van maaltijden, voorlezen, een kleine wandeling buiten maken. Ook stagiaires kunnen hierbij helpen. Als de zorgmedewerkers en activiteitenbegeleider samen in één zorgteam zijn geplaatst, worden de zorg- en welzijnsactiviteiten samen besproken, afgestemd en ingeroosterd. Zorg en welzijn liggen dan in elkaars verlengde en versterken elkaar. Praktijkvoorbeeld: Atlant ‘Alle activiteiten voor zorg en welzijn moeten door iedereen worden uitgevoerd. Welzijn is niet alleen een onderdeel van het takenpakket van de activiteitenbegeleider, maar iets voor alle medewerkers. Het begint als mensen wakker worden: hoe wenst men de cliënt een goede morgen.’ Praktijkvoorbeeld: Norschoten ‘In onze interne opleiding is de Plezierige Activiteiten Methode aan bod gekomen: per dag moet de verzorgende drie welzijnsactiviteiten voor de cliënt organiseren en registreren. Dat kan variëren van de cliënt de pantoffels aan doen of de cliënt een sigaartje laten roken tot elke dag wandelen of naar de kaartclub brengen.’ Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 16 Zorgmedewerkers hoeven niet allerlei taken op welzijnsgebied over te nemen, maar ze moeten er wel oog voor hebben en zich erbij betrokken voelen. Ze zijn zich bewust en hebben aandacht voor het welzijn en welbevinden van de cliënten. De activiteitenbegeleiders zijn de aangewezen persoon om de blik van de zorgmedewerkers op welzijn te verruimen en hen handvatten te bieden om aandacht voor welzijn mee te nemen in hun werk. • • • Tips Tips voor activiteitenbegeleiders die samenwerken met de zorgmedewerkers: Informeer bij zorgmedewerkers van het zorgteam wat ze leuk vinden om te doen aan activiteiten. Houd rekening met voorkeuren van inzet van de zorgmedewerkers en stem het dienstrooster daar op af als activiteiten op de agenda staan. Begin met degenen die enthousiast zijn en betrek hen bij de organisatie van activiteiten. Breid dit geleidelijk uit door hen de regie te geven. Randvoorwaarden Verandering van taken heeft alles te maken met een veranderende visie op welzijn in relatie tot zorg. Ook in het beleid vraagt dat om aanpassingen. Welke kaders passen bij de visie? Wat is de rol van activiteitenbegeleiders, medewerkers en vrijwilligers als het gaat om welzijn en welbevinden van cliënten? Hoe vertaal je dat in een concrete werkwijze en bijpassende instrumenten? Hoe zorg je voor goede onderlinge communicatie? En, minstens zo belangrijk, welke rol speelt de informele zorg, zoals de familie en het netwerk rondom de cliënt in de organisatie? Ook daarop moet de organisatie een visie ontwikkelen. Het doorlopen van al deze stappen is nodig om als organisatie welzijn passend bij deze tijd op te pakken. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 17 De rol van vrijwilligers, mantelzorgers, familie en sociaal netwerk Bij het nadenken over welzijn hoort ook het bedenken van een passende visie op de rol van de informele zorg: mantelzorgers, familie, het sociale netwerk en vrijwilligers. Vrijwilligers zijn belangrijke spelers in het welzijnsveld. Zij zorgen voor de noodzakelijke ondersteuning bij activiteiten. Daarnaast zijn veel organisaties bezig om de mantelzorgers en familie intensiever te betrekken bij het welzijnsaanbod. Welzijn is immers niet iets alleen van de organisatie, maar ook van de cliënt én zijn persoonlijke omgeving. De veranderende rol van de vrijwilligers, mantelzorgers en familie heeft gevolgen voor de samenwerking tussen activiteitenbegeleiders, zorgmedewerkers en informele zorgverleners. Welzijn en de vrijwilligers: andere verhoudingen Door vraaggericht werken en het invoeren van kleinschalige woonvormen verandert de rol van vrijwilligers. Vrijwilligers werken minder met grote groepen cliënten en veel meer één-op-één of in kleine groepsactiviteiten. Op een afdeling verlenen ze allerlei hand- en spandiensten. Vrijwilligers worden steeds breder ingezet: een uitje kan bijvoorbeeld al bijna niet georganiseerd worden zonder dat vrijwilligers meehelpen bij eten of toiletbezoek. Vroeger Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 18 was dat voorbehouden aan de formele zorg. Die taken verschuiven. De positie van vrijwilligers verandert ook: zij worden vaker onderdeel van een zorgteam. Dat heeft gevolgen voor het aansturen en begeleiden: vrijwilligers vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van het team. Wanneer vrijwilligers werken op een groep is de samenwerking met beroepskrachten vaak intensiever. Veel vrijwilligers waarderen het dat ze hun vaardigheden en talenten kunnen inzetten en dat ze gehoord worden. Kortom, dat ze serieus genomen worden en een goede plek krijgen in de organisatie. Een verbeterslag waar veel organisaties mee bezig zijn (zie ook www. zorgbetermetvrijwilligers.nl). Zo breidt ook het takenpakket van vrijwilligers zich uit. Als bijvoorbeeld gezamenlijk eten aangemerkt wordt als welzijnsactiviteit, wordt daarbij de inzet van vrijwilligers vaak ook groter. Daardoor kunnen taken verschuiven: vrijwilligers gaan meer dingen doen die vroeger voorbehouden waren aan de beroepskrachten. Niet direct in de zorg, maar wel op het terrein van welzijn. Een cliënt helpen met slikproblemen kan door een vrijwilliger met tijd en aandacht gedaan worden en past dan goed bij de welzijnsinsteek. Als voor de uitvoering van welzijnsactiviteiten ook eenvoudige zorghandelingen bij nodig zijn, is daar op zich niets op tegen. Zolang de vrijwilliger dit wil en daarbij door de organisatie ook voldoende wordt toegerust. Om de vrijwilligers goed aan te sturen is het nodig dat dit plaatsvindt daar waar het werk uitgevoerd wordt. Gebeurt dat op de afdeling, dan is het logisch dat de aansturing gebeurt door het team van die afdeling. In deze de nieuwe stijl heeft de activiteitenbegeleider vaak een meer coachende rol. Ook als het gaat om grootschalige activiteiten onder aansturing van de activiteitenbegeleider. Voorheen was de activiteitenbegeleider vaak zelf de organisator, nu zijn dit meer de vrijwilligers, bijvoorbeeld gecombineerd met stagiaires. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 19 Praktijkvoorbeeld: Florence ‘De activiteitenbegeleider heeft als taak de inzet van vrijwilliger te coördineren. De activiteitenbegeleider is het aanspreekpunt voor de vrijwilligers op de afdeling. Vaste activiteiten en activiteiten in kleine groepen worden met de vrijwilliger georganiseerd en uitgevoerd (bijvoorbeeld sjoelen). Voor de activiteitenbegeleider is het soms lastig om de uitvoering meer en meer aan de vrijwilligers over te laten. Het verlies van contact met cliënt speelt daarbij een rol. De activiteitenbegeleider stuurt de vrijwilligers aan door middel van inroosteren van de vrijwilliger, evaluatie van de vrijwilliger en problemen oplossen. De activiteitenbegeleider is als het ware een persoonlijk adviseur voor de vrijwilliger.’ Samenwerken met mantelzorgers en familie Is welzijn de verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie of van de cliënt en zijn familie? Of van beide? Met dit soort vragen worstelen organisaties. Wat het antwoord ook is: tegenwoordig is samenwerken met de naaste omgeving van cliënten meer dan gewenst. Geleidelijk groeit het inzicht dat juist de inzet van de naaste omgeving belangrijk is voor het welbevinden van cliënten. Het voelt vertrouwd voor cliënten om hun naasten in hun buurt te hebben. En niet alleen voor de betrokken cliënt is de aanwezigheid van mantelzorgers, familie en bekenden waardevol, ook andere cliënten kunnen daar van meegenieten. Een kleinkind dat kan musiceren of handig is op de computer, een dochter die alles weet over tuinieren en een buurman die goed kan knutselen: zij kunnen allemaal iets doen. Dat bevordert het welzijn van hun naaste en vaak hebben ze er zelf ook nog plezier van om iets te betekenen voor een ander. Het is niet altijd eenvoudig om de naaste omgeving meer bij het welbevinden van een cliënt te betrekken. Een goede dialoog tussen organisatie en familie helpt daarbij. Familieleden en anderen uit de omgeving hebben soms een extra uitnodiging nodig om langs te komen. Ze weten niet altijd hoe ze van betekenis kunnen zijn. De activiteitenbegeleider kan de familie daarbij helpen (zie ook www.vilans.nl/familieparticipatie). Als de activiteitenbegeleider een onderdeel van het zorgteam op de afdeling is, is zij automatisch meer in contact met familie van de cliënten. De activiteitenbegeleider zal vaker de familie kunnen betrekken bij activiteiten en ze daarbij begeleiden. In sommige organisaties is de activiteitenbegeleider zelfs de persoon die met de familie in gesprek gaat over het welzijnsplan en Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 20 de inzet van de familie daarbij. De activiteitenbegeleider wordt zo steeds meer een spin in het ‘welzijnsweb’. Praktijkvoorbeeld: Florence ‘De familie wordt steeds veeleisender ten aanzien van zorg en welzijn van de cliënt. Het is van belang al bij de intake informatie te geven over inzet van familie binnen Florence. Ook een follow-up na 4-5 weken, in een gesprek met de familie over het zorgleefplan en te maken afspraken, is inzet bij welzijn een onderwerp.’ Praktijkvoorbeeld: De Rijnhoven ‘Een speerpunt voor kleinschalig wonen is de betrokkenheid van mantelzorgers bij de zorg en welzijn van de bewoners. Meedoen aan welzijnsactiviteiten is een zinvolle manier voor de familie om een rol te spelen. En door een goed beeld van vraag en aanbod te krijgen is de rol van mantelzorgers ook duidelijk in beeld.’ Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 21 Hoe wordt welzijn gefinancierd? Organisaties gaan op zoek naar verschillende manieren om aan de behoefte aan welzijn in de zorg tegemoet te kunnen komen. Tot voor kort werd welzijn veelal gefinancierd uit AWBZ gelden van de cliënten met ZZP 4 t/m 9. Cliënten met ZZP 1 tot en met 3 liften hierop mee. ZZP 1 tot en met 3 bevat alleen verzorging en geen begeleiding. Momenteel staat ook de verblijfszorg voor ZZP 4 ter discussie, waardoor het toch al krappe budget voor welzijn, steeds kleiner wordt. Organisaties gaan verschillend om met beschikbare budgetten. Een paar oplossingen uit de praktijk. Praktijkvoorbeeld: Norschoten ‘De meeste cliënten hebben ZZP 7 en 8. Vanuit V&V tarief voor Wonen en verblijf kunnen de cliënten één uur per week individuele activiteitenbegeleiding krijgen. De organisatie heeft als beleid dat voor iedere cliënt een vast bedrag per dag naar de activiteitenbegeleiding gaat, ongeacht welke ZZP de cliënt heeft. Dit geld wordt als een pot gebruikt om de activiteiten te organiseren en faciliteren.’ Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 22 Praktijkvoorbeeld: Atlant ‘De meeste cliënten in verpleeghuizen hebben ZZP 6 tot en met 8. Binnen woonzorgcentra is dit ZZP 1 tot en met 5. Vanuit V&V tarief voor Wonen en verblijf kunnen de cliënten individueel één uur per dag activiteitenbegeleiding krijgen. Dit wordt grotendeels in groepsverband gedaan, zodat de cliënten meerdere keren in de week aan activiteiten mee kunnen doen in plaats van één individueel uur per week. Het reguliere budget voor activiteiten komt vanuit de component verblijf in het ZZP. Dit geld wordt als een pot gebruikt om de activiteiten te organiseren en faciliteren.’ Atlant is bezig een overzicht te maken van welzijnsactiviteiten voor de gemeenten die ze uitvoert. Atlant wil samen met de gemeenten kijken wat door de WMO kan worden ingezet en betaald. De WMO-raad is kortgeleden op bezoek geweest en toen bleek dat ze niet op de hoogte was van de invulling van welzijn door Atlant. Deze WMO-regeling is echter nog niet rond. Als dit niet lukt zal de cliënt zelf meer moeten betalen.’ Praktijkvoorbeeld Zorggroep D’n Horstgraaf ‘Beleid welzijn is nu: ongeacht de ZZP-indicatie heeft elke cliënt recht op een halve dag per week deelname aan activiteiten. Dit wordt zichtbaar gemaakt door registratie van deelname en rapportage door de activiteitenbegeleider. De activiteiten worden gefinancierd met het budget van de afdeling. De centrale activiteitenbegeleiders worden gefinancierd door een bijdrage vanuit alle afdelingen.’ Alternatieven De financiering die zorgorganisaties uit de AWBZ krijgen is onvoldoende om het aanbod aan welzijnsactiviteiten op peil te houden. Daarom wordt naarstig gezocht naar alternatieven. Dat wordt gevonden in het nog meer inzetten van vrijwilligers en mantelzorgers. Daarnaast wordt ook gekeken naar het aanboren van andere geldstromen. Een organisatie is in gesprek met de gemeente over een bijdrage uit de WMO, een andere organisatie zoekt het in kostenbesparing door meer centrale activiteiten te organiseren. Er zijn ook organisaties die bedrijven benaderen die iets willen doen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Bedrijven kunnen dan menskracht leveren of bepaalde activiteiten sponsoren. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 23 Organisaties proberen met al die creatieve constructies te voorkomen dat ze in de toekomst een eigen bijdrage moeten vragen van cliënten. Toch zijn er organisaties die al een bijdrage vragen van cliënten. Betaalde diensten In veel organisaties is het al mogelijk om tegen betaling allerlei diensten in te kopen. Bij de intake worden de mogelijkheden voorgelegd: bezoek aan de kapper, pedicure, gebruik van de stomerij. Extra wensen als douchen of uitstapjes maken, heeft meer voeten in de aarde. Is dat mogelijk door binnen het ZZP te schuiven? Kan de mantelzorger of de familie iets doen? Als dat niet het geval is, wordt gekeken of er een vrijwilliger is die mee wil met een uitstapje of regelmatig op bezoek wil komen. In laatste instantie wordt gekeken of een betaalde kracht wordt ‘ingehuurd’. De cliënt en zijn familie kunnen dat ook zelf organiseren. Zeker bij lagere ZZP’s zal dat meer en meer gaan gebeuren. Organisaties geven aan dat de vraag naar extra diensten steeds groter wordt. Ze spelen daar op in met servicepakketten en arrangementen. Bijvoorbeeld een kapper of een pedicure en de mogelijkheid om meer zorg in te kopen. Dit is bovenop dat wat al in de AWBZ voorzien is, bijvoorbeeld een extra schoonmaakbeurt. Daar komt nu vaker de mogelijkheid bij om producten op het vlak van welzijn in te kopen. Over het algemeen geldt dat wanneer de vraag naar een dienst binnen het ZZP valt, er niet betaald hoeft te worden voor die dienst. Diensten die niet binnen het ZZP vallen, vormen onderwerp van gesprek met de cliënt en de familie. Wil iemand regelmatig naar het theater, zeven keer douchen of extra schoonmaak? Daar kan over gesproken en soms zelfs onderhandeld worden. Over het algemeen krijgt de cliënt een rekening voor extra diensten. Maar er zijn voorbeelden waar de familie er voor kan kiezen om een tegenprestatie te leveren. Tegenover een keer extra douchen kan dan het helpen bij de maaltijd staan. Organisaties gebruiken verschillende manieren om cliënten te laten (mee) betalen aan verschillende diensten. Een aantal mogelijkheden: • lijst met diensten met bijbehorende kosten Het is eenvoudig om een lijst te maken van extra diensten met daarachter een standaardprijs. Dat is transparant, het geef de cliënt een beeld van de mogelijkheden en voor de medewerkers is het een hulpmiddel om het gesprek over extra diensten te voeren. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 24 • servicepas Er zijn zorgorganisaties die een pas introduceren die de cliënt bepaalde voorrechten oplevert. Met een zogenaamde servicepas kunnen cliënten gebruik maken van diensten als: extra schoonmaak, administratieve ondersteuning of van één-op-één diensten zoals een avondje theater met een begeleider. Daarvoor betalen ze maandelijks een bijdrage. Andere organisaties hebben specifiek voor welzijnsactiviteiten geregeld dat mensen die meer dan het gratis dagdeel per week welzijnsactiviteiten willen, een vast bedrag per maand extra betalen. • verenigingspas Steeds meer organisaties kiezen ervoor om (een deel van) de welzijnsactiviteiten te organiseren in verenigingsverband. Meedoen met deze verenigingen kan meestal niet onbeperkt: een organisatie kan zeggen dat deelname gratis is met een maximum van drie verenigingen. Wil iemand meer dan kan hij of zij een pas aanvragen. Met die pas kunnen ze naar extra activiteiten en ze krijgen er ook korting mee op maaltijden voor mensen die van buitenaf komen. • vrijwillige eigen bijdrage Het is ook mogelijk om voor extra diensten een vrijwillige eigen bijdrage te vragen. Vaak zijn mensen best bereid om die bijdrage te leveren. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 25 Voor- en nadelen van betaalde diensten op een rij. Betaalde diensten VoordelenNadelen Betalen maakt duidelijk dat er een verandering gaande is Betaling maakt duidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt en brengt het gesprek op gang. Medewerkers leren zakelijker te denken en krijgen scherper in beeld wat er nu wel en wat niet binnen het ZZP valt. De waarde van vrijwilligerswerk wordt inzichtelijker. Uitvoeren van persoonlijke wensen van cliënten wordt makkelijker, wanneer ook de optie betalen voor het vervullen van een wens naar voren komt. Betalen maakt de financiële waarde van een dienst duidelijk. Cliënten en familie moeten wennen aan het betalen. Medewerkers vinden het moeilijk om in gesprek te gaan met cliënten en familie over de zakelijke kant van de zorg. Er kan een tweedeling in de zorg ontstaan: wie het kan betalen heeft meer tot zijn beschikking. Vrijwilligers werken soms onbetaald aan een klus waar de cliënt voor moet betalen. Sommige vrijwilligers hebben daar moeite mee. Niet alles is met geld te koop. De sociale en emotionele waarde van van een dienst is niet in geld uit te drukken. In de zorg is het inzichtelijk maken van de kosten met het oog op alle veranderingen en bezuinigingen aan de orde. Wanneer duidelijk is dat iets geld kost, wordt ook helder dat er een inspanning voor geleverd moet worden. Vervolgens kan dan gesproken worden over wie die inspanning moet leveren. Op deze manier levert het vragen van een vergoeding voor een dienst heldere verhoudingen op. Het gevaar is dat op termijn bepaalde diensten buiten het bereik van een grote(re) groep mensen gaat vallen, waarmee een tweedeling in de zorg en in het welzijnspakket gaat ontstaan. De een kan meedoen aan allerlei activiteiten en de ander kan dat niet. Een optie is om dat juist op te vangen met de inzet van vrijwilligers. Die krijgen daarmee een taak specifiek voor cliënten met beperkte financiële middelen dan wel met weinig (betrokkenheid van de) familie. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 26 Verbindingen met welzijn extramuraal: de wijk in Steeds vaker zoeken zorgorganisaties voor het welzijnsaanbod samenwerking met andere partijen, die vanuit de WMO gefinancierd worden. Gemeenten sturen ook steeds meer op samenwerking. Dat doen ze bijvoorbeeld door in subsidiebeschikkingen van organisaties hierover voorwaarden op te nemen. Ook het samenwerken met spelers op aanpalende terreinen (woningbouwcorporaties, zorgverzekeraars, huisartsen, en ook: de biljartvereniging of een koor in de wijk) biedt goede mogelijkheden om de kwaliteit van de zorg en ondersteuning te verbeteren. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 27 Praktijkvoorbeeld Laurens De Tuinen en Welzijn Lansingerland Zorgcentrum Laurens de Tuinen heeft de expertise van Welzijn Lansingerland benut om een brug te slaan met de wijk. Ze hebben de ruimte gekregen om het activiteitenaanbod anders vorm te geven dan in een klassieke intramurale setting door samen op te trekken. Het hele pakket aan activiteiten bieden ze aan voor vier doelgroepen. De eerste groep zijn de mensen uit het project: de kwetsbare, nog thuiswonende ouderen. Daarnaast komen er twee groepen uit het woonzorgcentrum: de mensen met somatische problemen en mensen met dementie. En als vierde groep hebben ze de zelfredzame ouderen. Dat is een belangrijke groep. Deze groep is in staat om zelf activiteiten te organiseren en een groot aantal deelnemers aan de activiteiten is ook vrijwilliger in De Leeuwerik en/of in Laurens De Tuinen. Alle activiteiten zijn bedoeld voor deze vier groepen. Oorspronkelijk kwamen alleen de zelfredzame ouderen op de activiteiten in het ontmoetingscentrum af. Inmiddels komen er ook meer mensen uit de andere doelgroepen. De combinatie blijkt heel goed te werken.’ Praktijkvoorbeeld Atlant ‘Atlant werkt samen met welzijnsorganisaties en probeert de wijk / woonservicegebied bij welzijnsactiviteiten te betrekken. De welzijnsorganisaties kunnen bij Atlant ruimtes huren voor activiteiten die ze gezamenlijk met Atlant organiseren en uitvoeren. Dit is echter een regeling die voortkomt uit de voorwaarden van gemeentelijke subsidies. Atlant ziet liever alle Wmoactiviteiten betaald uit een budget woonservicegebied waaruit ook faciliteiten en koffie voor deelnemers wordt betaald.’ Zorgorganisaties gaan op zoek naar de juiste samenwerkingspartners in hun omgeving. Belangrijk is het om ouderen uit verschillende categorieën met elkaar te verbinden. De zelfredzame ouderen en de kwetsbare ouderen hebben elkaar wat te bieden. Er zijn eveneens in tal van organisaties in de buurt waar vrijwilligers actief zijn die ook iets kunnen betekenen voor de zorgorganisatie. Nog meer verbinding zoeken met elkaar helpt om het welzijn te bevorderen en zorg te voorkomen van hen die hulp en ondersteuning nodig hebben. Verbinding heeft een duidelijke toegevoegde waarde. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 28 Slotbeschouwing De visies van zorgorganisaties op zorg en welzijn zijn volop in ontwikkeling, passend bij de recente veranderingen en voorbereidend op de toekomst. Het welbevinden van de cliënt staat bij iedereen hoog in het vaandel en daarbij speelt welzijn een grote rol. Het pakket aan activiteiten dat zorgorganisaties tot hun verantwoordelijkheid rekenen en de rol die ze daarbij vervullen is in beweging. Veel organisaties worstelen daarmee en zoeken oplossingen voor problemen die het gevolg zijn van beperktere financiële middelen. Er zijn verschillende alternatieven voorbij gekomen. De plek en rol van de activiteitenbegeleiders, de financiering, de organisatie en communicatie, de participatie van mantelzorgers, familie en vrijwilligers, samenwerken in en met de wijk: aan al die facetten moet aandacht worden besteed om welzijn in te kunnen vullen en goed te organiseren. Hoe en wat organisaties ook kiezen: er komt vrijwel altijd een mengvorm van de inzet van formele en informele zorg uit. Zeker in de lagere ZZP’s kan welzijn alleen op een goed niveau worden neergezet met behulp van de informele zorg. Zij vormen van oudsher op het terrein van welzijn al de voorhoede. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 29 Verbinding zoeken Het startpunt van zorg- en dienstverlening aan een nieuwe cliënt maakt veel duidelijk over welke kant zorgorganisaties opgaan. Voegt de cliënt zich naar de organisatie of voegt de organisatie, en dan vooral de zorg, zich in het leven van de cliënt? Als dat laatste het geval is, dan wordt het welzijnsdeel veel vanzelfsprekender meegenomen in het complete beeld van de cliënt. De zorgorganisatie voegt zorg toe aan een leven, waarin welzijn de plek houdt die het al had. Nog te vaak lijkt het wel of bij de verhuizing van de cliënt diens hele leven opnieuw begint. Het hele sociale leven, en daarmee een groot deel van het welzijn, komt stil te staan en moet dan vanaf de grond weer opgebouwd worden. Misschien begrijpelijk dat het zo gebeurt, maar het is belangrijk om dat te voorkomen. Welke koers een organisatie ook kiest voor haar welzijnsbeleid: het scheelt enorm veel inspanning als de bijdrage uit het netwerk die er van nature al was, zoveel mogelijk in stand gehouden kan worden. De samenwerking met die informele zorg is voor veel organisaties nog een flinke kluif. Medewerkers gaan leren hoe ze het best kunnen samenwerken met mantelzorgers, familie en vrijwilligers. De informele zorg moet er ook aan wennen dat ze een rol kunnen blijven spelen in het leven van hun naaste, ook al is er sprake van professionele hulp. Vrijwilligers meer in te zetten in goed overleg Naast het samenwerken met mantelzorgers en familie, is ook het samenwerken met vrijwilligers belangrijk. Beroepskrachten kunnen hun kennis over zorg en ondersteuning delen met vrijwilligers, zodat die hun werk goed kunnen uitvoeren. Omgekeerd vangen vrijwilligers ook signalen op van de cliënten, die ze kunnen delen met de beroepskrachten. Door met elkaar kennis, ervaringen en signalen uit te wisselen dragen ze samen bij aan het welzijn en welbevinden van de cliënten. Hoe beter de samenwerking is, hoe eenvoudiger het ook kan zijn om vrijwilligers eenvoudige zorghandelingen te leren. Zo kan een vrijwilliger alle tijd nemen een cliënt met slikproblemen te helpen, als hij daarvoor goed is toegerust. Een dergelijke activiteit is, vanwege de persoonlijke aandacht, niet zozeer gericht op zorg, maar meer op welzijn. Op die manier zijn er meer grenzen te verleggen in het werk van vrijwilligers. Niet direct om de zorg over te nemen, maar om meer welzijn te kunnen bieden. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 30 Welzijnsaanbod vanuit de Wmo Zorgorganisaties hoeven, voor het op peil houden van het welzijnsaanbod, niet alleen te kijken naar de bijdrage die vanuit de mantelzorgers, familie en vrijwilligers binnen hun eigen organisatie kan komen. Een goede aanvulling kan zijn om verbinding te zoeken met organisaties die vanuit de Wmo diensten aanbieden. Welzijns- en vrijwilligersorganisaties, maatschappelijk werk: ook daar werken mensen – betaald en onbetaald - die ondersteuning kunnen bieden. Bij één-op-één activiteiten, maar ook bij allerlei vormen van dagbesteding. Voor zorgorganisaties is het relevant om goede verbindingen te leggen met het aanbod vanuit de Wmo. Met elkaar kunnen betrokkenen bespreken hoe het aanbod het best kan aansluiten bij de wensen en behoeften van diverse cliënten en wie het best welke rol kan oppakken. Dat gebeurt meer en meer op wijkniveau. Activiteitenbegeleiders en zorgmedewerkers spelen in deze praktische samenwerking vaak een belangrijke rol. Spin in het web De activiteitenbegeleiders kunnen de rol krijgen van spin in het ‘welzijnsweb’: mobiliseren, enthousiasmeren, faciliteren en ondernemen, is dan wat zij meer gaan doen. En dan niet alleen binnen de organisatie zoals ze die nu gewend zijn, maar ook steeds meer met andere aanbieders die in het welzijn in de buurt een rol spelen. Dit hoeven niet alleen formele aanbieders te zijn. Ook ontstaan er meer en meer (zorg)initiatieven vanuit burgers zelf, waar cliënten in de zorg bij gebaat zijn. Het vraagt van activiteitenbegeleiders vaak een fikse ommezwaai. Opleidingen kunnen hier (meer) op inspelen en van organisaties vraagt dit meer zich bewust te zijn van wat zij willen en kunnen eisen van hun activiteitenbegeleiders. Overigens is de veranderende rol van de activiteitenbegeleiders het voorland voor alle medewerkers in de zorg. De integrale werkwijze vraagt ook van medewerkers die niet opgeleid zijn in het welzijnswerk toch oog te hebben voor het welbevinden van cliënten. Belangrijk is voor alle medewerkers in de zorg dat ze daarbij de verbinding zoeken met de informele zorg. De zoektocht naar invulling van welzijn en vrijetijdsbesteding ‘nieuwe stijl’ en alles wat daarbij komt kijken, is nog maar net begonnen. Of dat met of mogelijk zonder activiteiten- of persoonlijk begeleider is ook nog een onderwerp van gesprek. Hoe dan ook, blijkt er zowel vanuit de kant van formele zorg als aan de kant van de informele zorg nog veel nodig te zijn om tot elkaar te komen. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 31 Tot slot Het op peil houden van het welzijnsaanbod is van groot belang voor het welbevinden van cliënten, of ze nu intramuraal of extramuraal zorg en ondersteuning ontvangen. Daarbij is geld misschien niet de enige bepalende factor. Welzijn draait vaak ook om betekenisvolle relaties. Het is zaak om in een vroeg stadium zicht te krijgen op het netwerk rondom een cliënt en daarbij aan te haken. Ook vrijwilligers kunnen een bijdrage leveren aan welzijn en ondersteuning. Organisaties laten hun vrijwilligers op allerlei manieren weten hoe betekenisvol ze zijn. Het samenspel tussen de formele en informele zorg vraagt aandacht. Daar kunnen organisaties aan werken door in hun visie, beleid en werkwijze te laten zien welke plek welzijn in hun organisatie inneemt, wie er verantwoordelijk voor is en hoe alle partijen goed samenwerken en elkaar versterken. Samenwerking met partijen uit het Wmo-veld hoort erbij. De kunst van het verbinden van al die partijen voorkomt dat de cliënten te kort komen op het vlak van welzijn en vereenzamen en dat mantelzorgers overbelast raken. Wat doet de zorg met welzijn? © Vilans 2014 inhoud 32 Colofon Auteurs: Erna Oosterveen, Woord-Werk en Cecil Scholten, Vilans Interviews: Petra Crombag, Vilans Eindredactie: Annique van Lier en Sandra van Veen, Vilans Foto’s: Pauline Seij, klikklaknu.nl Ontwerp: www.taluut.nl Verantwoording Wij willen de volgende personen en organisaties bedanken voor hun medewerking aan dit onderzoek en vooral voor hun bereidheid om hun ervaringen met anderen te delen. Atlant Zorggroep, Apeldoorn: Rianne Bronkhorst Brilliant: Hannah Freud De Zorggroep, locatie Horstgraaf: Kirsten Faessen Florence, Voorschoten: Petra van der Stap Norschoten, Barneveld: Geke Vrijen Osira Amstelring: Marjan Scherpenzeel, Doetie de Roest, Geertina Hendriksen Rijnhoven, Leidsche Rijn: Rein Noordam Dank ook aan de organisaties die hun ervaring met betaalde diensten met ons wilden delen. En verder bedanken wij iedereen die meedacht in de volgende LinkedIn groepen: ZorgVrijwilliger Welzijn Nieuwe Stijl Vrijwilligerswerk Toekomst van de ouderenzorg Mantelzorg Nederland Onderdelen van deze uitgave mogen alleen worden overgenomen of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op andere wijze met bronvermelding. © Vilans mei 2014 inhoud